text
stringlengths
4
22.7k
label
class label
2 classes
Dat is een tegenvaller van formaat. Is dit Stephen King? Die van zo'n superverhaal en -plot zo'n spanningsloze pil maakt? Ongelooflijk!
0neg
Ik was erg hoopvol over dit boek van Judith Visser. Had hiervoor tegengif gelezen en was razend enthousiast. Echter vond ik dit boek tegenvallen :(
0neg
Sophie Hannah, die internationale bekendheid geniet, Heeft meerdere kinderboeken, poëzie, romans en thrillers op haar naam staan. Haar werk is in 32 talen gepubliceerd. Bij het schrijven van dit boek werd ze geïnspireerd door Agatha Christie. Justine, Alex en hun dochter Ellen verhuizen vanuit Londen naar Devon. Niemand van Justine's bekenden krijgt haar adres of telefoonnummer. Ze gaat naar Devon om NIKS te doen. Het boek heeft twee verhalen: het verhaal van Justine in gewoon lettertype afgewisseld met het verhaal van de familie Ingrey in afwijkend lettertype. Justine krijgt anonieme bedreigingen. Ellen's vriend George wordt van school gestuurd. Bij navraag door Justine wordt er gezegd dat George niet bestaat. Het is een vreemd verhaal Dat ver van de realiteit afstaat. Het tweede verhaal gaat over de familie Ingrey en speelt zich af in Justine's huis. Het boek lijkt in het begin spannend te zijn maar al snel valt dat tegen. Het boek is te weinig realistisch om geloofwaardig te zijn. Naar mijn mening is het geen thriller, het was zelfs redelijk saai.
0neg
De eerste reaktie is meestal juist. Na een bladzijde of 40 gelezen te hebben, kan ik niet anders dan concluderen dat Russel's derde boek De kleur van verraad weinig heeft, wat voorgaande twee thrillers wel hadden en boven de middenmoot deden uitsteken. Vond u deze voorgaande zin niet lekker lopen? Wees dan gewaarschuwd: dit boek staat er vol van. Ligt het aan de auteur of aan de vertaling? Who cares. Craig Russel kan mij niet bij de les houden met dit rommelige en clichématige verhaal. Oh, en Craig: volgende keer iets minder literaire pretenties. Oftewel: laat al die tenenkrommende bijvoeglijke naamwoorden en metaforen alsjeblieft achterwegen. Doei.
0neg
Dit boek kreeg in de gids VN 4 sterren ? Neen sorry, kon mij echt niet boeien. Echt een boek van een beginnend schrijfster. Hopelijk zijn volgende boeken beter. Ik zie dat die ook bij VN vier sterren krijgen. Hoplijk zijn volgende boeken die wel waard. Het verhaal zit zwak en invoudig in mekaar.
0neg
Afgaande op alle commotie besloot ik het te lezen. Het las als slechte porno met bouquetreeks verpakking. Eerlijk gezegd heb ik het niet uitgelezen, ik kwam er niet doorheen.
0neg
Ik wilde het boek een kans geven vanwege de lovende recensies. Dit is nou echt een boek waarvan ik het zonde vind dat ik mijn tijd eraan heb besteed. Het is een heel langzaam verhaal. Saai ook. Somehow kreeg hij het toch voor elkaar dat ik het boek wel heb uitgelezen. Verassend einde. Dat vind ik wel knap gedaan van de schrijver, dat hij me toch zo heeft weten vast te houden dat ik door las ondanks dat ik het geen leuk boek vind.
0neg
Een detective gesitueerd in het Turkse Istanboel, dat is zeker een keer iets anders. Dit is het tweede boek van Barbara Nadel met in de hoofdrol de Turkse politiemannen Ýkmen & Suleyman. Barbara Nadel is zelf Brits, maar schijnt volgens de achterflaptekst regelmatig in Turkije te verkeren. In dit boek gaan Ýkmen & Suleyman op zoek naar de moordenaar van een bejaarde man vermoord, een Joods-Russische immigrant. Boven zijn hoofd is een groot hakenkruis geschilderd, een gevoelige zaak dus met een racistische tint. Een Engelsman die op het tijdstip van de moord in de buurt werd gesignaleerd, trekt al snel de aandacht van de politie omdat hij in het verleden ook geweld heeft gebruikt. Tegelijkertijd ontdekt de politie dat een andere oude Russische immigrante de vermoorde man zeer goed kende en dat de familie van deze vrouw weer connecties heeft met de Engelsman. Uiteindelijk blijkt de bizarre geschiedenis van deze Russische immigranten een grote rol te spelen bij het waarom van de moord. Nadel beschrijft op een interessante manier de grote etnische verschillen die er bestaan tussen de verschillende groepen die in Istanboel naast elkaar leven. Het is duidelijk dat ze veel kennis heeft over het verleden en leven van Russische emigranten, de Joden die in Turkijke leven en hedendaagse Turkse families. De ‘couleur locale’ is bijzonder goed weergegeven en dat lijkt een mooie inbedding voor een goed verhaal. Dat laatste mist het boek echter. Het verhaal is nergens echt spannend, het kabbelt voort en er wordt veel herhaald. Het plot is uiteindelijk ook nog eens een beetje vergezocht. Het duo Ýkmen & Suleyman komt nog niet erg uit de verf naar mijn gevoel. Ik ben door dit boek veel wijzer geworden over de Russische historie en over Istanboel, maar heb niet echt genoten van een lekker spannend boek.
0neg
Een clichés en vreselijke personages. Dat is wat ik dacht na de eerste paar hoofdstukken van De Graces. Een mysterieuze, populaire familie, de hoofdpersoon wordt verliefd op de jongen van die familie (de grootste hunk van de school), bla bla. Ik werd meteen al gek van River. Ze is nieuw, houdt zich afzijdig en veracht de high school girls, maar ondertussen wordt ze wél verliefd op Fenrin en dan kan ze opeens wel heel sociaal doen. Eerst vond ik de vriendschap tussen Summer en River nog leuk, maar die werd verpest door River. Bij ALLES wat ze deed vroeg ze zich af wat de Graces ervan zouden vinden. ALLES wat ze deed was om indruk te maken op de mysterieuze familie. Telkens als ik moest glimlachen om een conversatie, dacht River iets waardoor duidelijk werd dat alles een toneelstukje was. Ik heb geen één keer de echte River gezien. De twee woorden die in me opkomen als ik aan River denk? Obsessief en leugenachtig. Niet echt iets om blij mee te zijn, lijkt me… De Graces hadden net zo goed de Cullens kunnen zijn. Bella Swan aan het begin ook een beetje geobsedeerd en River deed me erg aan haar denken. Toch vond ik Twilight veel leuker, omdat de personages zichzelf blijven. River maakt veranderingen door, maar ze lijken allemaal geforceerd en zijn gevolgen van de Graces. Alles draait om de Graces en dat had er van mij wat minder dik bovenop kunnen liggen. Heksen, daar gaat dit boek over. Toch weet ik nog steeds niet of de Graces heksen zijn of dat alles een verzinsel is. De ene keer lijkt Laure Eve je te willen overtuigen dat ze wel degelijk heksen zijn, door allerlei uitspraken en handelingen van de hoofdpersonages en andere hints. Maar er waren ook genoeg momenten waarop ze naar elkaar schreeuwden dat magie niet bestond en dat de ander gek was door dat alleen maar te dénken! Ik wist het gewoon niet meer en ergerde me er heel erg aan. Ik had een verhaal met heksen verwacht, niet met mensen die deden alsof. Het einde vond ik echt HEEL raar. Er was een soort plot twist en die vond ik eerlijk gezegd wel heel spannend, maar ik weet niet zo goed wat ik moet denken van de rest. Opeens gebeuren er allerlei dingen, vriendschappen worden ongedaan gemaakt en opeens worden mensen weer vrienden, er worden mensen gevangengenomen… Het was me iets te veel. Dat in combinatie met de personages waar ik óók niet zo veel van begreep, zorgde ervoor dat het boek me wat verward achterliet. Nee hoor, De Graces bestaat niet alleen maar uit negatieve aspecten. Ik vond de schrijfstijl bijvoorbeeld heel fijn. Ondanks alle dingen en mensen die ik niet zo heel leuk vond, vloog ik door het boek heen en wilde ik graag weten hoe het verhaal verderging. Het boek heeft zeker iets mysterieus, wat past bij de heksen. Hoewel het einde van het boek me heel erg in de war bracht, was het ook wel verhelderend. Veel vragen werden beantwoord en er kwamen nieuwe vragen in me op waar in het tweede deel van deze duologie vast wat mee gedaan kan worden. Ik kan dus niet zeggen dat het een grote mislukking was. Iedereen heeft bepaalde waarden (daar gaan we hoor) waar een boek aan moet voldoen en bij mij zijn dat de basic dingen: goede personages, een boeiend verhaal, een fijne schrijfstijl, etc. De personages deden me niet veel en het verhaal eigenlijk ook niet. Toch was ik wel benieuwd naar hoe het verhaal verderging door de schrijfstijl! Ik vind het zelf ook lastig te begrijpen en ik heb eigenlijk een hekel aan het woord “schrijfstijl”, maar het komt erop neer dat die van Laure Eve keigoed was. Van woorden een mooi geheel maken is een hele kunst, maar alleen dat is voor mij niet genoeg om te genieten van het boek. De mensen met wie je tijdens het lezen de meeste tijd doorbrengt, de hoofdpersonages, zijn minstens zo belangrijk! River, Summer, Fenrin… Nope. Ik vond ze maar niks en ik kom me totaal niet met hen identificeren. Kan gebeuren! Maar ik kan niet zeggen dat ik niet benieuwd ben naar hoe het verder gaat. Ik weet nog niet of ik deel 2 wil lezen, maar ik denk er zeker over na om het misschien tóch een kans te geven.
0neg
Het boek begint erg goed. Je valt midden in het verhaal wat opent met een brute moord. Hierdoor heeft het boek wel gelijk aandacht erbij betrokken. En had ik gelijk hoge verwachtingen van het verhaal. Helaas zakt het verhaal ook weer snel in. Er zijn te veel personages in het Boek. De schrijfayer verwisseld veel te vaak van point of view. Hierdoor raak je niet in het verhaal. En is het erg moeilijk om je aandacht erbij te houden. Je bent snel geneigd het boek weg te leggen. En een boek op te pakken wat wel boeit. Je leert de vele karakters niet goed kennen. Je vormt er geen band mee en hierdoor raak je ook niet verbonden met het verhaal. Ook dit is terug te lijden naar de veel te veel personages. Ondanks dat het verhaal in zakt, zijn er ook zeker wel plottwist die je niet ziet aankomen. En die je de pagina 2 keer laat lezen, alleen maar om zeker te weten dat dit echt is gebeurd. Dit is wel een pluspunt. Helaas zakt het verhaal na deze plottwisten weer compleet in. Ik had goede verwachtingen van dit boek, deze zijn helaas niet uitgekomen. Ik weet dan ook niet of ik de vervolg delen zal gaan lezen.
0neg
Dit boek is een vrij simpel prentenboek en hoewel het past binnen het thema Sinterklaas, komt hij of de Pieten er niet in voor. Wel ideaal wanneer je een boek voor wilt lezen binnen dit thema en geen trek hebt in de discussie die tegenwoordig speelt. Omdat het boek redelijk simpel is, is het naar mijn mening al geschikt voor kinderen vanaf een jaar of drie en hoewel dit altijd aan het kind zelf ligt, denk ik dat het boek vanaf een jaar of vijf á zes niet veel interesse (meer) zal wekken. Bij de illustraties is mooi gebruik gemaakt van de pagina’s. Er is veel gebruik gemaakt van koelere kleuren, dit past wel bij de koudere tijd van het jaar waarin het boek speelt. Het idee van dit boek is zoet. Tess wil niets anders van Sinterklaas dan een kabouter. Een vriendje dat altijd bij haar kan zijn en met haar mee kan. Samen met opa en oma zorgt ze voor de voorbereidingen. Kleine meubeltjes voor in het poppenhuis, een dekentje voor in het bedje. De schrik en teleurstelling zijn groot wanneer het poppenhuis leeg is de ochtend na Sint zijn bezoek. Gelukkig blijkt dat alleen de plannen iets zijn aangepast. Sinterklaas schrijft dat hamster Flanel een nieuw, warm huisje nodig had en daarom in plaats van de kabouter is gekomen. Natuurlijk is Tess heel blij! Als verhaal vind ik dit mooi en warm. Ik hoop alleen niet dat ouders en/of kinderen hierdoor te makkelijk op het idee komen om ook een hamster of ander dier cadeau te vragen of te geven… Hamsters zijn namelijk niet de meest handige dieren voor jonge kinderen aangezien zij overdag slapen en pas actief worden in de avond. Daarnaast is het altijd belangrijk om je eerst in te lezen in het dier dat je aan wil schaffen en je goed te realiseren dat je voor een levend wezen kiest die je niet af kunt danken wanneer de nieuwigheid eraf is. Het boek is wel leuk, maar niet heel uitzonderlijk of bijzonder. Er is niet iets wat er echt uitspringt en Helena heeft nog nauwelijks naar het boek omgekeken. Er zullen heus (jonge) kinderen zijn die dit een fijn boek vinden want de tekeningen zijn mooi en het verhaal is warm. Toch valt dit boek niet genoeg op en heeft het niet iets bijzonders om aan de top te komen hier.
0neg
Kristine Bilkau (1974) is een Duitse journaliste die schrijft voor verschillende tijdschriften. In 2015 kwam haar debuut uit, De gelukkigen, die door velen is geprezen en dan ook veel prijzen heeft binnengesleept. Zo won het boek de prijs voor het Beste Romandebuut 2015 en is het in meerdere talen vertaald. In februari 2019 kwam haar nieuwe boek uit: Een liefde, in gedachten. Het verhaal gaat voornamelijk over Antonia en Edgar. Wanneer Antonia op een dag naar huis gaat wordt ze op haar schouder getikt door een jongeman, die haar vraagt of ze zin heeft om met hem een kopje koffie te drinken. Ze wil niet meteen toegeven hoe gecharmeerd ze is van de man en hangt een heel verhaal op, dat ze vanuit Frankrijk op bezoek is en binnenkort weer weg moet. Na hem een tijdje in de koffietent te hebben laten wachten besluit ze naar hem toe te gaan. Het is het begin van de relatie tussen Antonia en Edgar, een relatie die vooral wordt gedreven door de verliefdheid en de liefdesbrieven van de man en voor Antonia ligt de spanning vooral in het feit dat er een man is die zoveel van haar houdt. Het boek begint echter vijftig jaar later, met de dochter van Antonia. Haar moeder is overleden en bij het leegruimen van haar moeders huis komt ze foto’s en brieven tegen, foto’s en brieven die haar de geschiedenis van haar moeder laten zien. Ze begint zich af te vragen hoe haar moeder ooit zo veel van deze man heeft kunnen houden, hoe ze haar hele leven trouw aan hem is gebleven en waarom het ooit fout is gegaan. We volgen Antonia en Edgar op hun pad, maar wanneer Edgar voor zaken vertrekt naar Hong Kong gaat het fout. Ze hoort niet meer van hem en langzaam raken de twee van elkaar verwijderd. De relatie (misschien zelfs het hele boek) komt echter wat cliché over. Er gebeuren geen dingen die de lezer niet verwacht. Man en vrouw ontmoeten elkaar, man is helemaal hoteldebotel en komt bijna niet uit zijn woorden, vrouw is op haar beurt helemaal hoteldebotel van de man zijn hoteldebotelheid. De man schrijft zowat elke dag liefdesbrieven, wat natuurlijk schattig kan zijn, maar kan hij haar niet een dag alleen laten? Ook het verdere verloop van het verhaal is enigszins cliché. De dochter doet haar best om haar moeder nog voor de geest te halen en gaat door herinneringen heen. Uiteindelijk gaat ze zelfs langs bij Edgar, om verhaal te halen, om hem te vragen hoe hun relatie was en om antwoorden te krijgen op vragen die door haar hoofd spoken. De personages zijn niet heel diep uitgewerkt en komen wat vlak over, waardoor het lastig is om met ze mee te leven. Eigenlijk weet de lezer aan het eind nog steeds niet waarom de twee nou zoveel van elkaar hielden, terwijl het een boek is dat juist compleet draait om deze liefde. Ook de acties en beweegredenen van de personages voelen vaak wat willekeurig aan, alsof de personages alleen maar dingen doen omdat de auteur dit wil, niet omdat ze dit zelf willen. Al met al is Een liefde, in gedachten een enigszins tegenvallend boek, vooral na Bilkau's veelbelovende debuut. Voor mensen die zo nu en dan wel van een zoetsappig liefdesverhaal kunnen genieten, is deze tweede roman een goede keuze. Voor degenen die wat meer zoeken achter een verhaal, is het wellicht verstandig om bij haar debuut te beginnen.
0neg
Tijdens de hongersnood in de strenge winter van 1867-1868 in Finland wordt een gezin gedwongen huis en haard te verlaten op zoek naar voedsel en een leefbaar bestaansminimum. Het is het debuutroman van Ollikainen. Het leest op zich goed weg, maar van mij had de schrijver best een stuk weg kunnen laten (een beetje in het begin), want het voegt niks toe. Daarnaast heb ik het gevoel dat het boek maar weinig bladzijdes mocht hebben. Het had uitgebreider gekunt, dan had het boek van mij 1 ster meer gekregen. Nu 2,5 ster.
0neg
De historicus Yuval Harari heeft met zijn werken Sapiens en Homo Deus een soort status als beroemdheid verworven. Deze boeken zijn van een hoger niveau dan het boek 21 Lessons for the 21st Century. Door de grondige analyse en de kraakheldere schrijfstijl zijn deze werken bijna onovertrefbaar. Dit niveau haalt Harari’s meest recente werk (helaas) bij lange na niet. De titel is al misleidend te noemen omdat hij niet daadwerkelijk oplossingen biedt voor thema’s als terrorisme, religie, nationalisme en andere zaken. Erger nog is de tegenstrijdigheid en de oppervlakkige analyse die hij vaak maakt in zijn 21 hoofdstukken. Een voorbeeld hiervan is dat Harari de mens bijna reduceert tot een combinatie van bio chemicaliën zonder vrije wil en bewustzijn maar tegelijkertijd als les voor de mens in de 21ste eeuw de ken uzelf spreuk meegeeft uit de tijd van Socrates. Het fascinerende van het boek en meteen ook het enig lichtpuntje is dat Harari het aandurft om onderwerpen en uitdagingen aan te snijden die de wereld van vandaag vormen. Zijn schrijfstijl, alhoewel kraakhelder, gaat ten koste van de grondigheid van zijn analyse. De onderbouwing is vaker dan mij lief is, te summier voor de conclusies die hij trekt. Vooral het laatste hoofdstuk over meditatie komt uit de lucht vallen en valt behoorlijk uit de toon. Wat dit hoofdstuk heel ironisch maakt is dat alle meta-verhalen door Harari als onzinnig en fictie worden afgedaan, maar tegelijkertijd beschrijft hij hoe meditatie betekenis geeft aan zijn leven. Harari wordt vaak afgedaan als onheilsprofeet maar die rol gaat hem veel beter af als die van goeroe. Hopelijk zal hij in zijn volgend werk het commerciële aspect en de zogenaamde lessen loslaten en datgene doen waarin hij goed is: een scherpzinnige analyse schrijven over de grote problemen in de wereld en de weg die de mensheid bewandelt briljant uiteenzetten. En zelfs na, dit teleurstellend werk, zal ik weer trouw wachten op zijn volgend werk.
0neg
Bij iedere nieuwe roman van Bernhard Schlink vraagt de literaire wereld zich weer af of dan nu eindelijk het succes - én de kwaliteit - van De Voorlezer zal worden geëvenaard. Maar nee, ook met Het Eerste Weekend is dat niet het geval. Geen van zijn latere romans hebben die magische kracht van het verhaal, de intrigerende plot en de sublieme stijl van zijn bestseller uit 1995. Wel heeft Schlink weer een duik in de Duitse geschiedenis genomen, dit keer door te schrijven over het eerste weekend in vrijheid van een voormalige RAF-terrorist. Na zijn gratieverlening wordt voor Jörg een gezellig weekend met oude vrienden in een rustiek buitenhuis georganiseerd door zijn nogal ziekelijk aanhankelijke zus. De verschillende kameraden zijn inmiddels allen een andere en vaak nieuwe weg ingeslagen en ze kijken terug op hun turbulente jaren van gewelddadige actie. Wat de schrijver naar boven haalt is niet een psychologisch rapport van wereldvreemde en volhardende strijdmakkers en ook niet een 'jankverhaal' van met gewetenswroeging worstelende moordenaars. Het zit er ergens tussenin. Vlees noch vis dus.
0neg
Spoilermeldingen voor deze recensie zijn bekeken en besproken, waarna geconcludeerd is dat de recensie geen plotwendingen weggeeft. Nieuwe meldingen zijn niet nodig. - redactieteam van Hebban Sommige boeken zijn eigenlijk geen boeken. Geen romans, bedoel ik dan. Ze zijn niet geschreven omdat de auteur een verhaal wilde vertellen met spannende plotwendingen of boeiende hoofdpersonen, maar omdat hij of zij een boodschap wil overbrengen. En dat is doorgaans slecht nieuws. Geestverwanten van Hilda Spruit is zo’n boek. In het boek maken we kennis met de 15-jarige Merthe, die iets te horen krijgt wat haar leven volledig op zijn kop zet. Op zoek naar de waarheid gaat ze samen met haar vriendinnen glaasje draaien, in de hoop dat de geesten haar kunnen helpen. En natuurlijk leidt dat tot allemaal ellende. Die insteek kan een heel aardig boek opleveren. Glaasje draaien heeft alles in zich voor de start van een goed verhaal. Héél veel tieners doen het, het is – ook onder volwassenen – omgeven door mythes en broodjeaapverhalen. Koppel daar een verhaal aan over een meisje op zoek naar haar afkomst met een vleugje crime en dan kan dat best iets worden. Maar dan moet het wel goed verteld worden en daar gaat het hier vaak mis. Dat begint al bij de proloog waar Merthe snikkend op de keukenvloer zit, nadat haar ‘iets’ is verteld door haar ouders. Wat? Dat hoort de lezer niet – hoewel die aan zijn water aanvoelt dat ze wel geadopteerd zal zijn. Dan springen we een maand naar voren in de toekomst. Merthe logeert met twee vriendinnen in het tuinhuisje van een vriendin. De meiden vervelen zich en bedenken: we gaan elkaar geheimen vertellen. Nu vertelt Merthe haar geheim: ja, ze is geadopteerd. Als de meiden zich daarna nog steeds vervelen, komt een van hen op het lumineuze idee: weet je wat? We vragen de geesten om antwoorden! De gebeurtenissen tot dan toe hadden maar één doel: de meiden moesten gaan glaasje draaien. Maar opbouw naar het moment ontbreekt. De kinderen hebben geen speciale interesse in het paranormale en het idee om ‘de geesten te gaan raadplegen’ komt uit de lucht vallen. Dat zet door in de rest van het verhaal. Spruit wil vooral vertellen over de paranormale wereld. Dus krijgt vriendin Anouk hoofdpijn – ze heeft een ‘auralifter’ opgelopen – een geest die in haar aura is gekropen en narigheid veroorzaakt - die even later snel weer wordt verwijderd. Probleem opgelost. Als Merthe bedreigd een spookboerderij ingaat, krijgt ze een hanger van granaat van het medium dat hen vergezelt om haar te beschermen. Het ding krijgt veel aandacht, werkt echter nauwelijks en verdwijnt weer. Zo gaat het verder: geesten zien, psychometreren, voorspellende dromen, aura’s lezen? Ze zijn er allemaal. Op zichzelf is dat niet erg, maar het verhaal heeft verreweg de meeste van deze elementen helemaal niet nodig. Mede daardoor voelt het verhaal onecht. En dat komt niet door de premisse – dat geesten bestaan en invloed hebben op deze wereld. Juist de beschrijvingen van déze wereld overtuigen maar matig, doordat de gebeurtenissen niet logisch uit elkaar voortvloeien. Geen inspecteur zal het voor elkaar krijgen om op een avond een heel team op een leegstaande boerderij te laten graven op de tip van een medium. Voorwerpen die nodig zijn om het verhaal vooruit te helpen, slingeren heel handig overal rond. Een touw– om mee in een put te klimmen. Een breekijzer – om de vloer mee open te breken. Een schep - om een gat mee te graven. Ook de manier waarop Merthes adoptiemoeder buiten spel staat, wanneer haar dochter betrokken raakt bij ingrijpende ontwikkelingen uit het verleden, is onrealistisch. De dialogen zijn geforceerd – de kinderen praten zoals een volwassene dénkt dat ze praten – en de karakters blijven plat. Dat steekt vooral bij wanneer de zelfmoord van Merthes neefje voorbijkomt – een gevaarlijk onderwerp, omdat het zo traumatisch is voor wie zo’n trauma echt heeft meegemaakt. In dit verhaal is het vooral een manier om te laten zien hoe gevaarlijk glaasje draaien kan zijn én om Merthe een helper in de geestenwereld te geven. Jammer, want de insteek van Geestverwanten heeft potentie. Sommige scènes, zoals die wanneer Merthe en haar vriendinnen overal vreemde geluiden horen zijn behoorlijk spannend – lees dat 's avonds in bed en dan gaan je haren echt wel even overeind staan. Het lukt alleen nog niet voldoende om de goede elementen samen te voegen tot een echt goed verhaal.
0neg
Ik heb het boek niet uitgelezen. Eerdere boeken van Crichton vond ik spannend maar dit boek is zo ongeloofwaardig en onzinnig het het bijna lachwekkend is.
0neg
Thomas Kanger is in 1951 geboren en opgegroeid in Uppsala. Momenteel woont hij met zijn vrouw Hong Vu in Stockholm, samen met zijn opgroeiende kinderen uit een eerste huwelijk. Thomas begon zijn carrière als journalist. Daarna wijdde hij zich aan het schrijven. Vanaf 2001 schreef hij vijf misdaadboeken en twee thrillers. Deze boeken zijn in meer dan tien talen uitgegeven. Zijn vijf misdaadboeken hebben alle Elina Wiik als hoofdpersoon. Zijn misdaadroman De Zondagsman werd genomineerd voor The Swedish Academy of Crime Writers. Eerdere in het Nederlands vertaalde boeken van Thomas Kanger zijn: De Zondagsman (2004; in Nederland in 2010 uitgegeven); Grensgebied (2007; in Nederland in 2008 uitgegeven) en nu De eerste steen, oorspronkelijk uit 2001. Ook in zijn laatste boek The year of the Dragon, in Zweden in maart 2011 uitgekomen, speelt Elina Wiik de hoofdrol. Er komt ’'s nachts, om even over half vier, een melding binnen van een brand in het dorpshuis van Surahammar. Rechercheur Erik Enquist van de politie van Hallstahammar gaat ’'s ochtends een kijkje nemen. Er wordt geconstateerd dat het moet gaan om brandstichting. In het gebouw wordt een verbrand lichaam aangetroffen. Voor Erik Enquist reden genoeg om versterking op te roepen. Er wordt een team op de zaak gezet. Al snel blijkt dat de dode man Karl Johansson, de conciërge, is. Een week na de brand verdwijnt plotseling Bertil Adolfsson, vader van Peter Adolfsson, enige getuige in de zaak rond de brand in het dorpshuis. Elina Wiik, brigadier en assistent rechercheur, wordt gevraagd met zijn familie te gaan praten. Zo raakt zij bij de hele zaak betrokken. In de zaak rond de brandstichting worden twee verdachten veroordeeld. Na een lange zoektocht wordt het lichaam van Bertil Adolfsson in een bos gevonden; hij is vermoord en begraven. Ondanks de veroordelingen is Elina er zeker van dat er ergens iets niet klopt en zij zet haar zoektocht dan ook voort, zeer tegen de zin van haar collega'’s. Na een tweede brandstichting wordt Peter Adolfsson als verdachte opgepakt, maar ook hier zijn wederom geen harde bewijzen voorhanden. Een inval van Eline brengt de zaak echter aan het rollen... De personages en vooral de persoon Elina Wiik komen in De eerste steen niet echt goed uit de verf. Dit kan ook komen omdat dit niet het eerste vertaalde boek is met Elina in de hoofdrol. De volgorde van publicaties van de boeken van Thomas Kanger in Zweden loopt namelijk totaal niet synchroon met de volgorde van uitgeven in Nederland. De eerste steen is in Zweden al in 2001 uitgegeven en in Nederland pas in 2011. Het kan dus heel goed zo zijn dat de typering van de personages, en in het bijzonder Elina, in het eerste boek heeft plaatsgevonden. Een typische keuze van de uitgeverij om de boeken niet in volgorde uit te brengen. Het enige wat wij nu van Elina te weten komen is dat zij af en toe een afspraakje heeft met een getrouwde man. Wat wel duidelijk wordt, is dat Elina erg intuïtief te werk gaat en dat dit niet altijd gewaardeerd wordt door haar collega’'s. Plaatsaanduidingen zijn in De eerste steen vaak nogal gedetailleerd, maar als je als gemiddelde Nederlandse lezer de omgeving niet kent, voegt dit niets toe aan het verhaal, integendeel. De beschrijving van het onderzoek komt soms nogal amateuristisch over, evenals de totale tijdspanne die het onderzoek bestrijkt: vanaf drie mei tot half augustus. Rechercheurs gaan tussentijds met vakantie en de politiepost is nauwelijks bemand, waardoor het onderzoek stil komt te liggen; een nogal irreële situatie. De eerste steen kent nogal wat losse eindjes. Hoe gaat het verder met de rest van de familie Adolfsson; wie is nu uiteindelijk de stichter van de twee branden en hoe loopt het af met de onenigheid tussen Elina en Egon Jönsson? Kortom, veel vragen die onbeantwoord blijven. Het verhaal in De eerste steen is te mager en kent te weinig diepgang en spanning om écht indruk te maken.
0neg
Dexter’s Sinistere Schepping is het vierde boek in de serie over Dexter, een pathologische moordenaar, vermomd als forensisch specialist. Een reeks van slechts vier boeken, maar toch al een ruime serie op tv, die overigens hoge ogen lijkt te gooien. Maar het Hollywoodiaanse vakwerk maskeert de literaire zwakheden. Jeffrey Lindsay (echte naam: Freundlich, echt geen naam om door het leven te gaan als thrillerauteur) is aangetrouwde familie van de Hemingways. Aanvankelijk schreef hij nog boeken in samenwerking met zijn vrouw Hilary Hemingway, kwestie van onder het juiste gesternte te beginnen, maar met Dexter begon hij dus aan zijn eigen serie. Lindsay heeft zijn bedrijfsplan goed op poten gezet. Hij koos ervoor platgetreden paden te mijden, en creëerde een subgenre waarin hij alleen de regels bepaalt. Het is de manier van afzetten tegenover het genre dat telt. Het hoe, eerder dan het waarom. In zijn boeken staat de bedompte denkwereld van Dexter centraal, zijn manieën, driften en frustraties. Zijn voortdurend gevecht met zijn innerlijke demon in een moderne versie van Jeckyll & Hyde. Dexter is een forensische specialist bij de politie, die door zijn bezoeken op crimescènes zijn frustraties kan voeden met wraak, die hij dan weer verwoordt in de meest krankzinnige, interne monologen. Knappe vondst, zo'’n relativerende gek bij de politie. De toon van het boek doet bij momenten denken aan American Psycho, waarbij het verhaal ondergeschikt is aan de stijl. Tot zover de complimenten. In Dexters sinistere schepping (Dexter by Design) moet je die stijl immers dissecteren uit een kluwen van mentale zijsprongen. Het verhaal? Of wat er moet voor doorgaan? Dexter is pas terug van zijn huwelijksreis naar Parijs, als de rauwe werkelijkheid van Miami meteen zijn expertise als bloedspatanalist vereist. Dexters zus, Deborah, brigadier bij de politie, lijkt de leiding van het onderzoek te hebben en vraagt haar broertje mee. Als Deborah iemand aan de deur wil ondervragen, wordt ze prompt neergestoken. Dexter, die zat te wachten in de wagen, voelt de innerlijke kracht van de Zwarte Ruiter groeien en gaat op eigen houtje op zoek naar de dader. Tot daar het absurde verhaal, waarin je toch heel wat ongerijmdheden voor lief moet nemen. Een forensische specialist die meeloopt met de inspectie? Een agent die alléén aanbelt, terwijl de collega in de auto wacht? Broer en zus, samen op onderzoek? No way! Lindsay hoopt duidelijk dat hij al die irritaties kan wegmoffelen onder een deken van sarcasme. En daar ligt duidelijk het breekpunt voor de serie. Je bent immers voor of tegen Dexter, een middenweg lijkt niet te bestaan. Voorstanders citeren meestal verrassende invalshoeken, bijtende humor of geniale vondsten. Tegenstanders suggereren eerder de irritante stijl, respectloze misdaadbestrijding en een overmatig gebruik van 'deus ex machina's'. Goed, er zijn leuke vondsten bij. Als hij aan het moorden slaat schakelt Dexter bijvoorbeeld over op het koninklijke meervoud omdat de Zwarte Ruiter zijn gedachten beheerst. In Parijs sjokt hij uit liefde voor zijn vrouw achter haar aan naar tal van tentoonstellingen. Maar zijn hart leeft op als ze worden geconfronteerd met een wel heel realistische performance. De wereld van Dexter is eens wat anders, maar niet mijn ding. Waar bij vele detectiveverhalen het element humor een kostbare zaak blijkt, voert het ADHD-gehalte van deze Dexter je ver over het genietbare. Zowat in elke zin zit een dwarse gedachte verpakt. Elke alinea lijkt wel gebouwd rond een controverse. De allittererende titels zijn (in het Engels) verteerbaar, maar in het Nederlands niet vol te houden. Lindsay plant zijn bomen zonder te denken aan de structuur van zijn bos. Je moet het boek vanonder de woorden peuteren, afstoffen en opnieuw lezen. Een uitdaging voor de ene, een moeite teveel voor vele anderen. Ik ken andere uitdagingen.
0neg
Met achttien in het Nederlands vertaalde boeken op haar naam, is Cathy Kelly (1966) geen onbekende feelgood auteur te noemen. Haar roman Echt verliefd! kwam uit in 1999 en in 2016 verscheen een vernieuwde herdruk van dit boek. Het leven van Cara, Olivia en Evie laat op liefdesgebied wat te wensen over. Cara kan zich na een nare gebeurtenis in haar jeugd niet volledig aan een man overgeven. Evie is op jonge leeftijd haar man verloren en staat op het punt met de oersaaie Simon te trouwen en Olivia zit vast in een huwelijk met een man die haar bijna dagelijks kleineert. De vrouwen weten bijna niet (meer) wat verliefd zijn is. Als de vader van Cara en Evie wel verliefd is en aankondigt te gaan trouwen, verandert het leven van de drie dames voorgoed. Zouden ze nu eindelijk (weer) echt verliefd worden? De omslag van de hernieuwde versie doet zoet aan. Het is dan ook een domper als het verhaal vol depressiviteit begint. Olivia loopt de hele dag op eieren. Evie is een saaie huismus die van haar toekomstige man weinig romantiek kan verwachten, wat resulteert in enorme fantasieën en Cara zit met zichzelf in de knoop en kan geen man toelaten. Van liefde is op de eerste 200 pagina’s van deze roman weinig sprake. Evie is vanaf pagina één een saai en vervelend karakter. Ze heeft op iedereen commentaar en ziet maar niet in dat ze zelf slecht bezig is. Het liefst zou ze het huwelijk van haar vader tegenwerken en ook haar fantasieën over andere mannen, vaak afkomstig uit slechte dokterromans, maken haar niet erg sympathiek. Ze klaagt over alles en vindt zichzelf enorm zielig. Maar bovenal denkt ze dat haar nieuwe stieffamilie haar het leven zuur wil maken. Dit maakt dat je je groen en geel ergert aan de decadente Evie. Net voor de bruiloft van pa lijkt ze zich verzoend te hebben met de nieuwe familie, maar toch gaat het weer mis. Wantrouwen is het enige dat ze bij haar stiefmoeder en stiefbroer voelt. En dat merk je ook aan de sfeer van het verhaal. Want waar Olivia en Cara hun leven oppakken en opkrabbelen, blijft Evie in haar sleur zitten. Dit duurt te lang en maakt het verhaal te zwaar. Olivia is het personage dat de grootste ontwikkeling doormaakt en dat het meest herkenbaar en sympathiek is. Ze is getrouwd met een vervelende man, heeft een dochter en weet niet goed hoe ze met de situatie om moet gaan. Moet ze naar haar man blijven luisteren om hem tevreden te houden? Of kiest ze voor haar eigen leven en geluk? Deze zoektocht is interessant en verfrissend ten opzichte van de verhaallijn van Evie. Cara is ook erg sympathiek, maar lijkt soms wat wereldvreemd. Het open karakter van maakt Cara een fijn personage om over te lezen. En het is niet moeilijk om je in haar in te leven. Een mooi voorbeeld is het moment dat Cara naar een voetbalwedstrijd van een collega gaat kijken. Deze collega heeft zijn vrienden al op de hoogte gesteld van haar bezoek, maar deze meiden zien er nogal dom en arrogant uit. Totaal niet het type mensen waar Cara normaal mee omgaat. Toch geeft ze de meiden een kans en ze blijken supertof te zijn. Het openstellen voor nieuwe mensen en het niet meteen uitgaan van vooroordelen maken de verhaallijn van Cara verrassend. Echt verliefd! is al een wat ouder boek van Cathy Kelly. Het is bekend dat de schrijfster onderwerpen als depressie en slechte huwelijken niet schuwt. In dit boek draaft Kelly hier iets te lang in door als het gaat om personage Evie. Zij verpest het leesplezier door altijd maar beren op de weg te zien. Pas als Evie wat ontdooit begint het verhaal plezieriger te worden om te lezen. Maar tot die tijd is het een stroeve en lange leeservaring.
0neg
Tais Teng heeft als auteur al heel wat (jeugd)boeken en korte verhalen in het fantastische genre geschreven. Daarin laat hij zich doorgaans kennen als een man vol oorspronkelijke ideeën. Dit is ook zo in de in 2015 uitgebrachte young adult Een schip van bloed en barnsteen, historische fantasy en het eerste deel van een tweeluik. Helaas echter weet de auteur in dit boek enthousiasme en fantasie niet goed in de hand te houden, wat een rommelig en weinig overtuigend eindproduct geeft. Het verhaal gaat over Jord en Nadia, twee jongeren die opgroeien in Hanzestad Deventer, begin 15de eeuw. De hoofdpersonen worden verliefd op elkaar, maar merken tot hun afschuw dat hun vaders (allebei welgestelde kooplieden) hun willen uithuwelijken aan andere kandidaten. Daar leggen ze zich niet bij neer. Gelukkig is Nadia een heks die hulp krijgt van de geestverschijningen van haar overgrootmoeders, de mythische Russische heks Baba Yaga en de Noordse zeegodin Ran. Zo komt ze in het bezit van een magische kraal waarmee ze een begraven Vikingschip dat geheel is gemaakt van barnsteen terug kan vinden. Als Jords vader vervolgens wordt geruïneerd door de bisschop, vertrekken ze samen met wat vrienden per schip naar Nadia’s geboortestad Novgorod om het Vikingschip te zoeken. Onderweg krijgen ze echter heel wat te stellen met kapers en ander gespuis. De elementen waaruit Tais Teng het verhaal heeft opgebouwd zijn daarmee talrijk. Zo is er de geschiedenis van Deventer en de Hanze rondom het jaar 1400, welke wordt aangevuld met die van een beruchte bende kapers uit die tijd. Daarnaast is er een mix van Russische, Noordse en Christelijke mythologie afgekruid met een snufje Engelse elfenfolklore. De hekserij van Nadia krijgt een geheel eigen vorm en de helden stuitten regelmatig op nieuwe vijanden. Ten slotte doet de auteur een geduchte poging om een rauwe ‘Game of Thrones’ voor jongeren te schrijven, vol machtsmisbruik, onthoofdingen en een vrijzinnige seksuele mentaliteit. De voordelen van dit alles is dat het verhaal origineel is, dat je er het een ander van opsteekt over de genoemde onderwerpen en dat het enthousiasme van de auteur zelf volop aanwezig is. Toch laat het belangrijkste nadeel zich gemakkelijk raden: door de overdaad een elementen wordt er in wezen niets goed uitgewerkt of mooi vorm gegeven. Van Middeleeuws Deventer of de Hanze als organisatie krijg je geen duidelijk beeld. Baba Yaga en Ran blijven vlakke, mythologische figuren en hebben vreemd genoeg nooit ruzie. De kapersbende lijkt uit een cartoon weggelopen. Ook de hoofdpersonen maken nauwelijks enige ontwikkeling door. Nadia is het hele boek door een ultrastoer en bloedmooi droommeisje en Jord haar ademloze bewonderaar. Zaken worden kortom wel geschetst, maar niet ingekleurd. Ook de verhaallijn bezwijkt enigszins onder de overdaad aan ideeën. Zo bevinden we ons kort tegen het einde nog steeds in de stad Hamburg, om de waargebeurde ontknoping rondom de kapers historisch correct weer te kunnen geven. Met als gevolg dat het merendeel van de reis van Deventer naar Novgorod gewoonweg wordt overgeslagen en de verwikkelingen in Novgorod zelf aan het verhaal lijken geplakt. Ondertussen is er een vreemde discrepantie tussen het grove, eigenlijk op volwassenen gerichte geweld en het verder nogal jolige en in eenvoudige taal geschreven puberavontuur. Spannend wordt het vervolgens ook niet echt, want problemen worden vlug en gemakkelijk opgelost opdat de helden snel door kunnen naar een volgend avontuur. Een haast die trouwens ook in de redactie terug is te vinden: opvallend veel kleine woordjes als lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden zijn weggevallen uit de tekst. Dit alles maakt het moeilijk voor de lezer zich in de personages in te leven en zich werkelijk te interesseren voor de dingen die zij meemaken. Tais Teng heeft teveel gewild met dit boek, wat erg jammer is. Deze ideeën hebben volop potentieel, maar komen nu niet goed uit de verf. Hopelijk weet de auteur bij een volgend boek de zaken beter te doseren.
0neg
Verslingerd is het tweede deel van de Verborgen Littekens trilogie, maar ik heb het eerste deel niet gelezen. Het leek er ook op dat dit niet nodig was, want het boek is een ander verhaal dan het eerste boek. Misschien dat in het derde deel de twee verhalen van deel 1 en deel 2 samen komen, maar daarvan heb ik nog geen idee. De cover past bij het verhaal, de schommels, het schetsboek, dat zijn elementen die in het verhaal terug komen. Het boek gaat over heftige onderwerpen die zeker nog voorkomen in de hedendaagse maatschappij en daardoor is het lastig om hierover te schrijven, en dat is helaas te zien. Het begin is sterk, de proloog zorgt ervoor dat je meer wilt lezen, echter de rest van het verhaal is daardoor wat teleurstellend. Wat ik mis? Diepgang, meer informatie, meer realiteit. Hoe kunnen al die dingen gebeurd zijn en de hoofdpersoon nu wel twee kinderen hebben? Waarom gedraagt Gwen haar moeder zich zo? Wat doet haar beste vriendin in het verhaal, behalve Gwen rot laten voelen over zichzelf? Wie zijn de andere personages eigenlijk precies en hoe staan zij in verhouding tot Gwen? Allerlei elementen die ik gemist heb. Het onderwerp wat aangesneden wordt, is heel heftig, wat naar mijn idee ervoor zorgt dat dit boek geen young adult is in mijn ogen. Daarentegen is het boek kinderlijk geschreven en denk ik dus dat dit niet echt goed te plaatsen is in een ander genre. De schrijfstijl is ongeveer 10-13 jaar, maar het verhaal is juist weer 16-99. Dat maakt dit erg ingewikkeld. Ik mis dus elementen in het verhaal en heb het gevoel dat het verhaal zoveel meer had kunnen zijn. Lees meer op: http://readingjournal.princesssam.nl
0neg
We nemen samen met de Britse journalist en auteur Chas Newkey-Burden een kijkje in het leven van de bekende en geroemde zangeres Adele. In chronologische volgorde trekt de wereld van Adele Laurie Blue Adkins aan ons voorbij. Van baby tot beroemdheid. Van Tottenham naar de top! Deze biografie is duidelijk, overzichtelijk en zonder poespas geschreven. Geen vreemd of raar taalgebruik en geen pil van 500 bladzijden. Gelukkig maar, want er vallen direct een aantal dingen op. De auteur lijkt wel erg idolaat te zijn van de zangeres want ze wordt tot vervelens toe de hemel ingeprezen. Na de zoveelste lofrede wordt het gewoonweg irritant. Dit wekt al snel de indruk dat dit geen objectief geschreven biografie is. Nadat het boek is uitgelezen 'moet' je Adele haast wel leuk vinden. Ook wordt de lezer meerdere keren geconfronteerd met het feit dat de zangeres (inmiddels) wel heel erg rijk is. Het ligt er allemaal erg dik bovenop. Door de vele herhalingen in het boek voel je je als lezer onderschat, waardoor de vraag rijst voor welke doelgroep dit boek geschreven is. Ook is het aan het eind van het boek overduidelijk dat Adele haar medewerking niet heeft verleend aan de totstandkoming van deze biografie en dat alle informatie uit externe bronnen komt. Het is té oppervlakkig en nergens gaat het echt de diepte in. Toch zal de lezer dit boek met een gemeende glimlach op het gezicht uitlezen. Wat een prettig, ongedwongen en menselijk beeld wordt er geschept van Adele. Het meisje uit Tottenham dat serveerster was in het café van een tante en droomde van een carrière in de muziekindustrie. Met grappige citaten, leuke details en brutale uitspraken van een goedlachse Adele, die bekend staat als een flapuit (die ze altijd is gebleven) is het een vermakelijk boek. Het zal voor de creatieve geesten onder ons hier en daar zelfs erg herkenbaar zijn. Adele laat door haar nuchtere blik dingen niet mooier lijken dan dat ze zijn en dat wordt gewaardeerd. Als er in deze biografie wat meer persoonlijke foto's waren opgenomen was dat een zeer aangename toevoeging geweest. Baby Adele of tiener Adele, zittend op een muurtje bij school wellicht. Of Adele met haar moeder Penny die een erg belangrijke rol in haar leven inneemt. Helaas, misschien was dit auteursrechtelijk niet mogelijk, maar het had wel een extra dimensie aan dit boek gegeven.
0neg
Mocro Maffia gaat over een moderne bende-oorlog, de bendes bestaan in dit geval voornamelijk uit Marokkaanse jongeren uit Amsterdam Bos & Lommer en De Baarsjes. Het belooft een inside-verhaal te zijn, maar dat is het niet: nergens wordt gesproken met de direct betrokkenen (wat overigens lastig is, de meesten zijn geliquideerd) of hun naasten, zodat je niets te weten komt over hoe die mocromaffiosi denken, waar ze van dromen, wat hun drijfveren zijn, maar ook: hoe rechtvaardigen zij zichzelf, ook tegenover hun familie? Tevens ontbreekt elke vorm van duiding door specialisten. Bijvoorbeeld: is er sprake van een mocro-maffia, of is dit alleen een Amsterdams verschijnsel (het boek heet Mocro Maffia, niet BoLo Maffia, wat het een en ander impliceert)? Bestaan dergelijke groepen ook in bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk (waar ook veel Marokkanen wonen)? Zijn het nu toevallig Marokkanen, of is het inherent aan de Marokkaanse cultuur dat het zo kan ontsporen - zijn het trouwens Berbers of Arabieren, of beiden? Hoe verweven of anders is de wereld van de misdaad van de Mocro Maffia met de 'ouderwetse' misdaadscene? Wat het boek wel is, is een bespreking van nieuwsfeiten over de bende-oorlog, aangevuld met gegevens uit de politie-onderzoeken. Daarbij is het jammer dat het boek niet chronologisch is, er is gekozen om de verschillende bende-leden een voor een op te voeren, elk met hun eigen min of meer chronologische biografie. Daarbij slagen de schrijvers er niet in de hoofdpersonen in het conflict een eigen 'smoel' te geven, waardoor je ze makkelijk door elkaar haalt en ze niet 'tot leven' komen. Voorin staat wel een overzicht van de leden van de verschillende groepen, maar bij mijn eboek was de lay-out hiervan zo doorelkaar geraakt, dat het nauwelijks leesbaar was. Een sleutelpersoon in het boek is Gwennette Martha. Hij is de capo van de rivaliserende bende. Op internet is veel meer over zijn achtergrond en zijn bende te vinden dan in het boek, wat merkwaardig is, want het lijkt er op dat zijn netwerk een grote rol heeft gespeeld in het conflict, bovendien lijkt hij berekenender, intelligenter en strategischer te zijn geweest dan de bende uit BoLo. Hoe vallen de liquidaties te reconstrueren als vanuit zijn achtergrond wordt gekeken naar de zaak? Het staat niet in het boek. Naarmate de feiten zich ontvouwen, wordt het duidelijk dat de hele bende-oorlog nog erg recent is. Van de laatste ontwikkelingen zijn de politie-onderzoeken nog (lang) niet afgerond. Het blijft daardoor bij gissingen en verdachtmakingen, wat meer iets zou zijn voor een roman. Er is in de tekst dan ook geen ontknoping of conclusie, het is alleen een (gebrekkige) observatie. Ik krijg daarbij de indruk dat de schrijvers om commerciële redenen snel klaar wilden zijn, zodat het boek gepubliceerd kon worden terwijl de kalasjnikovs nog rookten...
0neg
Karakter dipte de cover in een pattriottische mooie man-cover, wat bewijst dat ze het boek amper gelezen hebben want antiheld Mark Beamon is een dikkerd die niet hoog oploopt met zijn eigen vaderland. Maar soit het ging om de plot, toch? Welke, als ik vragen mag? De CIA helpt Al Quaeda de drugsmarkt over te nemen want dat zou hen toelaten hen beter te vernietigen? Ik heb niks tegen een vergezochte plot, als die maar logisch in elkaar zit. Dit is een grote, stinkende pudding die met elke bladzijde verder inzakt.
0neg
Alma Mathijsen, schrijver en beeldend kunstenaar, begon op haar achttiende met schrijven. Van haar hand verschenen zes toneelstukken, twee romans en een verhalenbundel. Mathijsen is ook bekend van haar essays voor NRC Handelsblad. Haar derde roman heet ‘Vergeet de meisjes’ en gaat over twee vrouwen die zich aan de wereld proberen te onttrekken. Fields is een Amerikaanse journalist die een hekel heeft aan de beroemde schrijver Iris Kouwenaar vanaf haar allereerste optreden. Jaren na haar grote succes wordt hem opgedragen naar het Nederlandse Voorschot te reizen en haar te interviewen. Kay, huisgenote van Iris, probeert Fields buiten te houden, maar die kan zijn fascinatie voor de relatie tussen de twee vrouwen niet opzijzetten. Hij observeert de totale toewijding waarmee Kay haar zieke vriendin verzorgt door hun leven binnen te dringen. In het begin werken de perspectiefwisselingen die Mathijsen gebruikt vervreemdend, ze speelt met de chronologie in de eerste hoofdstukken waardoor de lezer niet meteen door heeft wat er nu precies aan de hand is. Later focust het verhaal zich meer vanuit het oogpunt van Fields en dan wordt het begrijpelijker en lees je er makkelijker doorheen. Begrijpelijker wordt het dus zeker, geloofwaardig is het verhaal echter op geen enkel moment. Waar je in het begin als lezer nog probeert mee te gaan in de wonderlijke manier waarop het verhaal zich ontplooit, wordt dat langzaamaan steeds lastiger. De gebeurtenissen zijn allemaal te toevallig en te precies getimed om geloofwaardig te zijn. Zo houdt Fields zich dagen verborgen in de kast in het huis van Iris en Kay, zonder eten, zonder toilet en zonder ontdekt te worden. En als hij er dan uiteindelijk toch uitkomt is opvallend dat ten eerste Iris helemaal niet gek opkijkt als er een wildvreemde man in haar slaapkamerkast zit en ze hem zelfs uitnodigt om te blijven en ten tweede is dat ook precies het moment waarop er een boom door het raam naar binnen komt gevallen. De plot van het verhaal is op zichzelf dan ook niet heel spannend of interessant, het is allemaal net iets te gekunsteld. Maar de verhalen die Iris vertelt, de perspectiefwisselingen en de dagboekfragmenten maken het boek toch interessant. Het fragmentarische, de losse puzzelstukjes en de korte verhalen op zich maken het boek intrigerend, al wordt die intrige niet helemaal uitgewerkt en valt het einde van het boek weer tegen. Het wordt niet afgemaakt. Ook opvallend is de mate van zelfreflectie waar de personages, en vooral Fields, aan lijden: “Mijn sympathie voor het meisje tegen wie ik ooit zo’n weerzin voelde groeit. Ook al ben ik er nog niet helemaal klaar voor.” Die is zeker interessant en brengt mooie inzichten en zinnen teweeg, maar is ook misplaatst en voegt weinig toe. Hetzelfde geldt voor de opmerkingen op metaniveau over literatuur en boeken in het algemeen en het schrijverschap. Bijvoorbeeld: “Als een verhaal goed is, maak het niet uit of het bedacht is of niet.” Hoewel Mathijsen dus zeker interessante dingen aan het licht brengt in ‘Vergeet de meisjes’ - een daarvan is zeker ook de bijzondere en destructieve relatie tussen Iris en Kay, die Mathijsen goed weet te vangen en wel geloofwaardig weet te maken: “Hun relatie is in balans, ook al is die niet gelijkwaardig.” – overtuigt de uitvoering niet en blijft er teveel liggen om het boek een succes te maken.
0neg
Ik vond het dus helemaal niks! Wat mij betreft houdt ze het lekker bij acteren!
0neg
Een reünie brengt vaak wat verrassende elementen met zich mee, maar dat deze reünie zich zo zou ontpoppen dat was van tevoren niet te bedenken. De goeduitziende Dorian is teruggekeerd naar Diepenheim om zijn jeugdliefde Jasper weer te zien. Op het terras van de plaatselijke kroeg komt hij een oud klasgenoot gehuld in een jurk tegen die hem wijst op een reünie. Dorian weet van niets en vraagt zich af wat zijn oud klasgenoten nog meer van plan zijn. Reünie speelt zich af in het Twentse Diepenheim. De plaats waar alle deelnemers een geschiedenis hebben. Een enkeling woont er nog, de ander is vertrokken. Hoe dan ook hebben ze allemaal hun eigen verhaal over hun leven in deze plaats. Een fantasierijk verhaal over daders die slachtoffer worden. Wanneer je denkt dat het verhaal een roman is, wordt het ineens een sprookje en andersom ook. Verleden en heden lopen soms door elkaar heen. Dit kan verwarrend overkomen. De schrijver geeft niet echt een duidelijk beeld van de personages. Hun karakters blijven wat oppervlakkig. Hun gedrag komt theatraal over. Voor de mensen die Diepenheim en omgeving kennen, is het decor een feest der herkenning. Het is de schrijver goed gelukt om de omgeving tot in de details te beschrijven. Al met al een buitengewoon verhaal met een buitengewone ontknoping.
0neg
Op een avond in 1996 wordt rijkswachter Peter De Vleeschauwer ontvoerd uit de rijkswachtkazerne van Sint-Niklaas. Aanvankelijk gaat men uit van een vermissing en gaat het gerucht dat Peter betrokken was bij louche zaken. Zes weken later wordt zijn lichaam gevonden, hij blijkt te zijn vermoord. Het onderzoek moet over, maar de onderzoeksleiding blijft dezelfde pistes onderzoeken, ook al leidden die eerder niet tot resultaat. Ook wanneer ze andere mogelijkheden aangeboden krijgen, blijven ze zich vastbijten op doodlopende sporen. Rijkswachters Chris en Ingrid besluiten een eigen onderzoek in te stellen. Het verhaal is gebaseerd op een in de Belgische media breed uitgemeten zaak. De verdwijning en het verloop van het onderzoek zijn (grotendeels) waargebeurd, enkele onderdelen (zoals de hoofdpersonages Chris en Ingrid) zijn verzonnen. Dat is waar de schoen wringt bij dit boek. Het lijkt alsof Chris De Vleeschauwer geen duidelijke keuze heeft kunnen (of willen) maken tussen true crime of fictie. Hij beschrijft minutieus de gang van zaken van het onderzoek, alsof hij een true crime heeft willen schrijven. Maar het verhaal is gedeeltelijk fictief, waarbij niet altijd duidelijk is wat feit is en wat fictie. Voor ‘faction’ bevat het verhaal juist te veel details. Behalve dat het geen true crime of fictie is, is het eigenlijk ook geen roman. Het is eerder een aanklacht tegen het Belgische gerecht, tegen het gevoerde onderzoek en tegen het feit dat de naam van de broer van de auteur door het slijk gehaald wordt. Telkens opnieuw lees je tussen de regels door de teleurstelling. Dubbele moord is het vervolg op Tuchtdossier. Er staat nergens dat het boek niet los van de reeks te lezen is, maar als je alleen dit boek leest kun je niet anders dan concluderen dat er geen kop en geen staart is. Er is weliswaar een korte terugblik, maar deze is te kort om goed in het verhaal te komen. Een eind is er ook niet, het verhaal gaat verder in een volgend deel. Het boek bevat veel Vlaamse woorden, uitdrukkingen en zinsconstructies, maar het boek is voor Nederlandse lezers goed te volgen door de context van de gebruikte worden. Wat het echter moeilijk leesbaar maakt, is het formele taalgebruik en de vele moeilijke woorden, vaak binnen één zin. Bijvoorbeeld “Zijn voorkomen kon niet verheimelijken dat hij tot de conservatieve vleugel van het establishment behoorde.” en “De descriptie van wat de misdaadjournalisten in hun beschouwing naar voren brachten, is voor iedereen apert.” Er is maar één conclusie mogelijk: Dubbele moord hinkt op te veel gedachten. Hierdoor is het geenszins de beoogde misdaadroman geworden zoals op de omslag vermeld staat. Het waargebeurde relaas dat aan het verhaal ten grondslag ligt is interessant van zichzelf en behoeft niet aangedikt te worden met verzinsels.
0neg
Torenhoog maar mijlenver is het debuut van de Vlaamse auteur Steven Vanmarcke. Het boek is uitgegeven bij uitgeverij Elikser, die het meest bekend is van de Friese vertaling van Tolkiens’ In de ban van de Ring. Torenhoog maar mijlenver is het verhaal van de jongen Erik die samen met de rat Arthur opgesloten zit in een toren. Erik is door zijn jarenlange opsluiting behoorlijk depressief, en ziet het leven niet meer zitten. De jongen wenst niet veel in het leven, hij wil gewoon gelukkig zijn en worden herenigd met zijn ouders. Vanuit zijn torenkamer (twee en een halve meter breed, drie meter lang en twee meter hoog) kan hij naar buiten kijken en beleeft hij spannende toernooien en ziet hij hoe het leven zich onder hem gewoon verder gaat. Dan belandt Erik in de kerkers waar hij de oude Frollo ontmoet. Van Frollo hoort hij dat zijn vader is overleden, maar wel een echte held was. Uiteindelijk weet hij te ontsnappen en maakt hij nieuwe vrienden. Maar zal hij zijn moeder ooit weerzien? De titel lijkt verdacht veel op het boek van Tonke Dragt: Torenhoog en mijlen breed en de opzet heeft veel weg van het sprookje Rapunzel. Maar Rapunzel gaat met name over het avontuur van het ontsnappen en dit verhaal gaat over de treurnis van het binnen-zitten. Erik is een jongen zonder dromen of doel, maar vraagt zich contant af wat voor zin het leven eigenlijk heeft. Hij wil graag terug naar zijn vader en moeder, een leuk huisje vinden en het liefst nog een ‘ratinneke’ voor zijn jongensrat. Ondertussen lijkt het kapotgaan en de reparatie van de stoel zijn grootste avontuur. Wat vooral bevreemdend werkt, is dat Erik vanuit zijn toren woordelijk kan verstaan wat er beneden wordt gezegd en zelfs gelaatsuitdrukkingen kan waarnemen, maar dat niemand hem in al die jaren uit het raam ziet kijken en hem vervolgens redt. Blijkbaar kan niemand hem horen omdat er een raam (…) in de torenkamer zit. De schrijfstijl van Vanmarcke werkt niet echt uitnodigend en lijkt niet speciaal op de jongere doelgroep gericht. Het verhaal gaat voornamelijk over de interne frustraties van de jongen en lijkt ongeschikt voor de jonge lezer. Wat nogal verveelt is dat veel hoofdstukken beginnen met informatie over de stand van de zon, zonder dat dit relevant is voor het verloop van het verhaal. Het is hierdoor allemaal veel te statisch voor een avontuurlijk kinderboek. Het omslagontwerp van Evelien Veenstra is wel zeer geslaagd. Het uitzicht van Erik vanuit de toren heeft ze levendig uitgebeeld. Het debuut van Vanmarcke kan niet echt sprankelend worden genoemd. Het mist richting en het is niet duidelijk voor welke doelgroep het is bedoeld. Voor jeugdige lezers ontbreekt het avontuur en voor de meer volwassen lezer ontbreekt de diepgang in de plot.
0neg
SPOILERALERT Ik had moeite om in het boek te komen. Steeds de verwijzing naar wat er vroeger gebeurd was. Jaha schiet nou maar op en vertel het. Op 1/3 greep het boek me en kwam er vaart in verhaal. Ik had het einde anders verwacht (ik dacht dat de hoofdpersonen 1 waren). Had iig na de opbouw van al di ed spanning een geweldig einde verwacht maar voor mij doofde het uit als een uitgebrande kaars. Jammer.
0neg
Man. Amadeus, Deus voor wie hem kent, is bezeten van twee T’s: taal en Tatja. In de jaren negentig is Deus student Taalwetenschap en leert hij Tatja kennen. Hun liefde is een kort leven beschoren, want een paar maanden later verongelukt Tatja. Als Deus zichzelf weer een beetje bij elkaar geraapt heeft, gaat hij voor een tijdje naar Afghanistan. Daar sluit hij vriendschap met Daoud en Eza, met wie hij een drugshandel naar Nederland opzet. Jaren later vertrekt Deus weer naar Afghanistan, maar dan in dienst van de Nederlandse vredesmissie. Hij verstaat Darsi en Pasjtoe en moet telefoongesprekken afluisteren en interpreteren. Dit is een traag proces, waar veel mankracht voor nodig is. Ooit heeft Deus een dissertatie geschreven over een door hem ontwikkelde numerieke taal, en deze taal laat hij los op het vertaal- en interpretatiewerk. Dit blijkt een groot succes en de NAVO toont zelfs interesse in hem. Maar Deus weet niet zo zeker of hij door wil gaan met zijn werk. Afghanistan is niet meer wat het was en Deus’ vroegere vrienden Daoud en Eza heulen met de Taliban. Deus raakt in tweestrijd, met wie is hij nou solidair? Met zijn vroegere vrienden, of met de missie? Meisje. Tatja is een obsessie voor Deus. Tatja woont samen met haar hartsvriendin Puck. Niet alleen deelt Puck het appartement met Tatja, ze wil haar voor zichzelf hebben en bewaakt haar dan ook, zoals Deus concludeert na de zoveelste mislukte poging om alleen te kunnen zijn met Tatja. Als ze besluit een jaar in Venetië te gaan studeren, vindt Deus dat verschrikkelijk. Na een paar maanden houdt hij het niet meer uit en boekt een vlucht naar Venetië, om daar onaangekondigd een week met Tatja te kunnen doorbrengen. De verrassing aldaar is voor Deus zo mogelijk nog groter dan voor Tatja. Hij betrapt haar in een zeer compromitterende situatie. Dood. Levend verbrand bij een auto-ongeluk, dat is Tatja’s lot. Deus is de veroorzaker van het ongeluk, en daar moet hij maar mee leren leven. Een aantal maanden na het ongeluk reist hij af naar het Afghaanse weeshuis waarvandaan Tatja is geadopteerd, om op die manier te proberen haar dood definitief een plaatsje te kunnen geven. Eenmaal in Afghanistan trekt de dood zich niet helemaal terug uit Deus’ leven. Zijn nieuwe vrienden, Daoud en Eza, raken in conflict met de lokale maffia en het gaat er zeer hard aan toe. Deus moet een paar keer vrezen voor zijn leven. Als Deus voor de tweede keer naar Afghanistan gaat, zeventien jaar later, is hij weer omringd door de dood. Zijn makkers van de missie sneuvelen door bermbommen, en ook aan de kant van de Afghanen vallen steeds weer doden te betreuren. Man meisje dood. Helaas bevat het boek ook een aantal dunne verhaallijnen die nergens toe leiden en dus niks toevoegen. Met minder van dit soort overbodige uitweidingen en zonder de vele herhalingen had het boek 150 pagina’s dunner kunnen zijn en daarmee ook krachtiger. Verder zijn er nogal wat onwaarschijnlijkheden, zoals Deus’ huishoudboekje in zijn studententijd. Hij leeft erop los en steekt zich heel diep in de schulden. En áls hij dan de kans krijgt om op een gemakkelijke manier in een klap zijn schulden af te lossen en tegelijkertijd een groot bedrag in zijn zak te kunnen steken, laat hij hem liggen. Dat mag op zijn minst verbazingwekkend genoemd worden. Maar het allerergste is de afloop van het boek. Zo vergezocht en onwaarschijnlijk dat het een enorme domper is. Toch ook een pluspunt: het boek staat bol van de dialogen, die zeker in de tweede helft (in Afghanistan) interessant zijn. Deus: ‘Wij brengen tenminste geen vrouwen ter dood omdat ze overspel hebben gepleegd.’ Eza: ‘Nee, jullie vermoorden mensen om olie. Ik weet niet wat erger is.’
0neg
Voor diegenen die enigszins bekend zijn met de wijze waarop de binnen- en buitenlandse politediensten zijn georganiseerd bevat dit boek teveel ernstige missers. Aan een in werkelijkheid niet bestaand bureau van Interpol in Brussel en aan het hoofd van dat bureau worden executieve bevoegdheden en actieve opspringsactiviteiten toegeschreven die in werkelijkheid formeel volkomen onmogelijk zijn binnen de internationale verhoudingen. Interpol is slechts een uitwisselingsplatform voor informatie. Ook de wijze waarop plaatselijke politiediensten in het verhaal opsporingsactiviteiten uitvoeren en bevoegdheden en machtsmiddelen aanwenden zijn in strijd met de werkelijkheid en daarom ongeloofwaardig.
0neg
Laten we het maar aan de weerman wijten dat de laatste roman van de schrijfster die al heel veel boeken op haar naam heeft staan, niet het niveau haalt dat de lezer van haar mag verwachten. Hij namelijk, kan aangemerkt worden als de aanstichter van het 'kwaad', getuige de openingszin: Het hoofdpersonage, de zestigjarige Sylvia Ciecierzky, maakt zich juist wél druk! En hoe! Het is 2 juli, de middelste dag van het jaar, de dag waarop het vijf jaar geleden is dat haar tweede echtgenoot, Andrei, vermoord werd door rebellen in Soedan. Andrei, Sylvia en haar dochter Mirjam woonden negen maanden op een Grieks eiland, waar Mirjam bevriend raakte met de zestienjarige Lucien. Na een nooit opgeloste moord op een oude man raakt het huwelijk van Sylvia en Andrei in het slop. Andrei had zich na hun scheiding, inmiddels zo'n twintig jaar geleden, aangemeld bij Artsen zonder Grenzen. Onder een onbarmhartig schijnende zon wandelt Sylvia naar de begraafplaats, waar ze bij het graf van Andrei een magere, totaal ontredderde, dronken man aantreft. Het blijkt Lucien te zijn. Vanaf dat moment getroost Sylvia zich alle moeite, tot in het absurde, om te achterhalen waarom Lucien er zo slecht aan toe is, wat er precies gebeurd is op het eiland. Hij mag van haar koste wat het kost niet 'uit haar leven verdwijnen', hoewel ze op het eiland een grondige hekel aan de jongen had. Door middel van een zeer lange terugblik naar de dag van de begrafenis, lezen we voor wie Sylvia een zó heftige weerzin voelt, omdat deze persoon zijn nek durft uit te steken, dat zij iets nalaat waardoor ze juist schade berokkent. Wanneer op 2 juli 2015 ook de wanhopige Lucien zijn nek durft uit te steken, dringt aan het eind van die dag het afschuwelijke besef tot Sylvia door: Voordat het hoofdpersonage hierachter komt, heeft de lezer, die dit al veel eerder wist, zich door zo'n 270 pagina's moeten heen werken. In de eerste negentig pagina's zit er nog wel enige vaart in het verhaal, maar al snel wordt de vertraging ingezet door een aantal stijl- en taalmiddelen die bij overmatig gebruik een averechts effect hebben: irritant vaak worden gedachtestreepjes gebruikt zonder enige reden of het moest zijn om de zinnen wat meer 'hapklaar' te houden. Net zo ergerniswekkend vaak wordt de stijlfiguur aposiopesis gebruikt. Bijna alle gedachten en vrijwel elke gesproken zin eindigen met deze puntjes, die hier toch echt niet voor bedoeld zijn. Het meest storend zijn de herhalingen, niet alleen van woorden of zinsdelen, maar ook van hele zinnen, zó storend dat een van de weinige keren dat het effect zou kunnen hebben (zie het citaat hierboven) het geen indruk meer maakt op de lezer. Evenmin is het nodig dat de alwetende verteller uitlegt wat een dissonant is. Het heeft er alle schijn van dat een novelle opgerekt moest worden tot roman die zeker ook mooie zinnen en mooie passages heeft. Maar om die op te merken zal de lezer zich heel wat moeten verbijten!
0neg
op andere momenten erg gekunsteld en overdreven.,Het duo inspecteur Deleu en onderzoeksrechter Bosmans doet het goed in Vlaanderen. Elk boek waarin zij optreden stoot quasi onmiddellijk door naar de toptien van boekhandelketen De Standaard. Zo ook Deflo’s nieuwste, Copycat, waarin de twee jacht maken op een psychopatische moordenaar.Anders dan in de meeste misdaadverhalen weet je als lezer van in het begin wie de dader is. Je zou kunnen denken dat dat fnuikend is voor de spanning, maar dat hoeft niet zo te zijn. Deflo legt spanning in situaties, in relaties en in het blootleggen van motieven. Jammer genoeg blinkt hij niet in elk onderdeel even hard uit. Terwijl hij als een ware grootmeester diverse situaties beschrijft, bijvoorbeeld een waanzinnige achtervolging tot op de Zaventemse tarmak, laat hij de lezer in de kou staan als het gaat om de motieven van de moordenaar. Deze man, een schrijver van misdaadverhalen, komt nergens echt goed uit de verf en zijn motieven blijven onduidelijk. Hierdoor ontbreekt de ruggengraat van Copycat en blijft er slechts een slap verhaaltje over.Met de 'soapspanning' daarentegen zit het wel goed. Deflo’s personages gaan inmiddels zeven boeken mee en maakten in die tijd een hele persoonlijke ontwikkeling door. Geen reden tot paniek voor een nieuwe lezer: Deflo voorziet een beknopte introductie. In Copycat ligt de focus op Deleu. Hij is weg bij zijn vrouw Barbara en woont samen met collega Nadia Mendonck. Zowel Deleu als Nadia lopen er getormenteerd bij en hebben daar ook alle reden toe. Deleu streeft in zijn relatie met Nadia een zielsverbondenheid en een emotionele afhankelijkheid na, waarvan ik me afvraag of die er kan komen als die er niet van in het begin is. Nadia verloor in een vorig verhaal haar ongeboren kind en alsof dat op zich al niet traumatisch is, gebeurde het ook nog in traumatische omstandigheden. Alle begrip dus voor de lethargie waarin ze zich in het begin van het verhaal bevindt. Alleen slaat die lijdzame toestand zo plots en onverwacht om in actie - ‘Deleu stond er niet bij stil. Hij keek naar Mendonck. Haar ogen glansden. Ze vingen de zijne. Een glimp van herkenning. Eindelijk. Een passionele vonk. De tijd zou wel raad brengen’ - dat het geforceerd overkomt. In dit citaat merk je ook de staccatostijl die Deflo af en toe hanteert. Soms komt die geniaal over, op andere momenten doet het erg gekunsteld en overdreven aan.
0neg
Met veel verwachtingen ben ik het boek Slachtoffers van Alex Kava gaan lezen. Gezien haar vorige boeken uit de reeks waren de verwachtingen zelfs hoog gespannen. Een voortrazende orkaan die weldra aan land verschijnt en een grote obscure organensmokkel, zijn twee ingrediënten die voor een bloedstollende thriller hadden kunnen zorgen. Helaas worden de verhaallijnen zo magertjes uitgewerkt, doorzie je de gebeurtenissen al heel snel en is de dader vrij vlot te lokaliseren, zodat er van spanning weinig tot niets overblijft. Met Slachtoffers haalt ze bij lange na niet het niveau zoals we van Kava gewend zijn. Positief punt: een verhaal dat met veel vaart gelezen wordt, maar daardoor ook een thriller is die niet lang zal blijven hangen.
0neg
Het boek begon zeer veelbelovend. Ook de kaft spreekt tot de verbeelding. Twee meisjes groeien op bij hun mama Arria. Het boek begint op een gure winternacht waarop mama Arria hun het verhaal van de twee verloren prinsessen vertelt. Als lezer weet je dan direct hoe de vork aan de steel zit. Aangezien ze niet echt zussen zijn en hun mama Arria ook niet hun biologische mama is. Er wordt daarna vooruitgesprongen als de meisjes ouder zijn. Wat er daarna volgt is de ene lege actiescène na de andere. Het verhaal verdwijnt helemaal naar de achtergrond. Het lijkt of de acteur meer bezig was om de lezer geboeid te houden door veel actie, dan door het verhaal. De actiescènes zijn echter ook zo weinig zeggend, dat je hier ook niet in wordt meegetrokken of geboeid geraakt. Ik ben gestopt toen ik op 50% zat. Ik was het toen zo beu om van flauwe actie naar nog flauwere actie te gaan. Er zit helemaal geen enkel bindingsmiddel tussen deze acties, deze hebben niets met het verhaal te maken.
0neg
Ik heb een dubbel gevoel aan het boek overgehouden. Aan de ene kant is het een unieke vertelling over een vrouw van adel uit de 18e eeuw, Sara du Faget van Assendelft, die het benauwde Haagse leven aan het Lange Voorhout probeert te ontsnappen door het buitenverblijf van haar familie in de Hoeksche Waard te laten opknappen. Samen met haar vriendin Hille stort ze zich op dit avontuur en er gaat een hele nieuwe wereld voor haar open..... Sara krijgt een affaire met haar tuinman wat in verschillende opzichten uit de hand loopt. Vanaf dat moment word ik minder enthousiast over het verhaal. De affaire wordt zo zoetsappig beschreven en overheerst het verhaal, dat het soms lijkt alsof je in een bouquet reeks bent beland. Daarbij maakt het taalgebruik sommige gebeurtenissen voorspelbaar. De roman bevat vele interessante personages en het is jammer dat sommige daarvan niet verder worden uitgediept, zoals bijvoorbeeld de relatie van Sara met haar moeder. Wat ik verder mis, is meer achtergrondinformatie, zoals bijvoorbeeld een plattegrond van het Lange Voorhout uit die tijd (aan welke kant was nummer 20, het huis waar Sara woonde?), een plattegrond van het buitenverblijf aan de Hoekse Waard (het Hof van Assendelft), een stamboom van Sara's familie en een vocabulaire van woorden (zoals, tiendenrecht, lampetkan, biest). Gelukkig maakt het nawoord van de auteur het gemis van dergelijke achtergrondinformatie enigszins goed. Voor mij is het boek 2 tot 3 sterren waard. Een boek dat snel weg leest en zeker niet saai is, maar er had in mijn ogen zoveel meer ingezeten.
0neg
Het begin is raar. Je valt midden in een situatie over een kind die de hoofdpersoon niet wil. De hoofdpersoon komt niet zo goed uit de verf. Het is een boek met heel langdradige elementen. Dit is nauwelijks spanning opbouwen. De hoofdlijn was niet boeiend genoeg. Hier had wel wat meer spanning in gemogen. Aan het einde word je zo teruggesmeten naar een carrière die niet echt aan bod komt. Jammer! Ik vond dit meer een familie-roman, dan een thriller. Lekker voor tussendoor!
0neg
Door de vele Japanse namen is het lastig om de personages uit elkaar te houden. De namen leken te veel op elkaar. Het verschilde maar 1 of 2 letters of de klanken kwamen nagenoeg overeen. Betreft het verhaal is er weinig verandering in het verloop alsof je in het moment blijft steken, waardoor je aandacht verslapt.
0neg
Het feit dat ik dit boek in een middag uitgelezen heb,wil niet zeggen dat ik het erg goed vond. Wel dat ik van de ene verbazing in de andere rolde. Een onbedoelde pageturner .......Het begin vond ik nog veelbelovend, maar daarna volgt m.i. al snel de OVERKILL: Korsakov, curatele, extreme rijkdom, glitter and glamour, liefdadigheid, experimenten, farmaceutische industrie, oplichting, Zwitserse bankrekeningen, identiteitsfraude, burnout, zware criminaliteit, Mindfulness, Zenn, Stockholmsyndroom, moeder-dochter relatie......................... Een ratjetoe! Het lijkt erop dat de schrijfster geen keuze kon maken. Bij tijd en wijlen dacht ik echt...SERIOUSLY???? Het plot leek wel een slapstick. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar de "roadtrip" en de "hostage exchange" hadden een erg hoog "twee snollen op een houtvlot-gehalte". No offence!
0neg
Tineke Beishuizen (1938) is vooral bekend als columniste van de Libelle en auteur van de bij vrouwen geliefde Anne-Wil verhalen. Vorig jaar verraste Beishuizen vriend en vijand met Als zand door mijn vingers, geafficheerd als “literaire thriller”. Haar tweede poging op het glibberige pad van het spannende boek is Wat doen we met Fred dat vanaf 27 april in de boekhandel ligt. Wat doen we met Fred? is het verslag van een clubje vriendinnen dat vriendschap in haat ziet veranderen als er een heftige onverwachte gebeurtenis plaatsvindt. Hoofdpersoon is de free lance journaliste Tess, die elke donderdagavond haar vier vriendinnen ontmoet in stamkroeg De Maegd. Hier roddelen zij de avond aaneen, de flessen witte wijn als levenselixer tot zich nemend. Het leven van de late dertigers verloopt normaal. Dat wil zeggen, vol frustraties, angst voor het ouder worden, gedoofde kinderwensen, snerpende ontrouw en relatieproblemen. Hun leven krijgt een andere wending als Fred, de man van een van de vriendinnen onverwacht overlijdt. Het schuldgevoel neemt bij enkele dames buitenproportionele en bedreigende vormen aan. Maar Fred is niet de enige dode. Haat en wantrouwen sluipen in het hart van de dames. Hun vriendschap kraakt in haar voegen. In navolging van populaire series als Sex in the City en Desperate Housewives heeft Tineke Beishuizen een clubje vriendinnen gecreëerd die qua karakter sterk uiteenlopen. Want daar is Door (rijke man, veel vrije tijd, zelfzuchtig en dominant), Carolien (nerveuze parttime docente), Minka (ooit juriste, nu full time huisvrouw) en Vera (steenrijke naïeve blondine die alles voor iedereen over heeft) en natuurlijk Tess, een halfwas journaliste die wanhopig probeert de kost te verdienen met slechte reclameteksten en onzin journalistiek voor huis-aan-huis bladen. In het beschrijven van het alledaagse vrouwenleven is Beishuizen in haar element. Niets op aan te merken. Het boekje dreutelt soepel van de ene vrouwenemotie naar de andere. Maar dat is het dan ook. Als “thriller” (het woord staat echt op de omslag) schiet het boekje volkomen tekort. Het is als het jongetje dat met grote letters “duikboot” op een zijn kinderfiets schildert. De wens is er. De droom is er. Het woord staat er. Iedereen kan het lezen. Maar daarom is het nog niet waar. Dat is ook het geval met Wat doen we met Fred?. Tot aan bladzijde 97 (van de in totaal 235 blz.) ofwel meer dan 40% van het boek gebeurt er helemaal niets. En wat er daarna gebeurt is zo voorspelbaar en cliché-matig als de gebeurtenissen in Het Theater van de Lach. Maar dan zonder humor. En wat erger is, zonder enige vorm van spanning of verrassing. Er is uitsluitend een waterig plot en een verwaterde spanningsboog. Wat doen we met Fred? is geen thriller. Het is de Libelle-versie van Desperate Housewives, waarin het wiebelige gemoedsleven van vrouwen centraal staat. Waarin ongemak, frustraties en relatieperikelen worden bestreden met witte wijn en bonbons. Het is een aaneenrijging van korte impressies zonder de bindende factor van een goed plot. Leuk en vlot geschreven, dat wel. Beishuizen is een bekwaam journaliste en columniste, maar in de ban van haar eigen ambitie, overspeelt ze haar hand. Als dit een “literaire thriller” is, dan zijn alle schrijvers van Desperate Housewives literatoren. Van mij mag het. What’s in a name? Maar als koper/lezer wil ik eerlijke voorlichting. Geen blikje met het etiket kaviaar terwijl er kattenvoer in zit. Wat doen we met Fred? is al met al een prettig leesbaar damesbladboekje. Zomeravondlectuur voor de vrouw van nu. Daar is niets mis mee.
0neg
Ik heb dit boek meegenomen uit de bieb in de veronderstelling een spannend boek in handen te hebben. Maar niets is minder waar, er zit geen spanning in. Soms dacht ik dat het spannend werd maar dan was het door de, naar mijn mening langdradige manier van situaties beschrijven, alweer voorbij. Ook de zinnen die boven elk hoofdstuk staan geven te veel weg van wat er in dat hoofdstuk gaat gebeuren. Erg jammer! De manier van samenwerking tussen detective en politie wordt te simpel neergezet, het is totaal niet geloofwaardig. Achter in het boek kun je het begin lezen van deel 2 van deze serie. Het personage Marit, de privé detective, wordt wel erg goed uitgewerkt. Dit maakt dat het boek van mij toch nog de 2e ster krijgt.
0neg
Samenvatting: Mike Ford is een student met torenhoge schulden, wiens problemen in een klap opgelost lijken te zijn als hij van Harvard wordt geplukt om aan de slag te gaan bij de Davies Group, een invloedrijk en prestigieus consultancy-bureau. De specialiteit van dit bureau is het beïnvloeden van de vijfhonderd machtigste mensen in Washington. Henry Davies, naar wie de firma is vernoemd, kent iedereen die ertoe doet, en belangrijker nog: hij kent hun diepste, duisterste geheimen. Nu is hij op zoek naar een protegé om hem te helpen bij zijn grootste en gevaarlijkste deal, en Mike lijkt hiervoor de aangewezen persoon. Algauw raakt Mike hopeloos verstrikt in een web van macht en corruptie waaruit geen ontsnapping mogelijk lijkt. Een pact met de duivel verbreek je immers niet zomaar… Oordeel/Stelling: Het leek mij een prachtig boek om te lezen. Maar niets is minder waar! Er is geen doorkomen aan. Dit is wel het meest slecht door te komen boek, die ik ooit heb gelezen. Ik heb een aantal pogingen gedaan, maar nu ben ik er echt mee gestopt. Het verhaal is zo langdradig dat je de pagina's meerdere keren moet lezen, wil je nog begrijpen waar het over gaat. Het leest niet lekker weg. Ik geef dit boek dan ook maar één ster.
0neg
wat een waardeloos verhaal, zeer langdradig geen aanrader,
0neg
Titel: Achter gesloten deur Auteur: B.A. Paris Uitgeverij: Ambo/Anthos 353 pagina's B.A. Paris is van Frans-Ierse komaf en groeide op in Engeland. Ze heeft ook een tijdje in Nederland gewoond. Momenteel woont ze in Frankrijk, waar ze met haar man een talenschool heeft opgezet. Achter gesloten deuren is haar debuut waar ze in één klap haar naam als thriller schrijfster heeft gevestigd. Iedereen kent wel een echtpaar als Jack en Grace: hij is knap en rijk, zij is charmant en elegant. Mensen om jaloers op te zijn, als je ze niet aardig zou vinden. Je zou Grace beter willen leren kennen. Maar dat is moeilijk, want Grace en Jack zijn altijd samen. Sommigen zouden dit ware liefde noemen. Anderen zouden zich misschien afvragen waarom Grace nooit de telefoon opneemt. En waarom ze nooit op visite komt, ook al werkt ze niet. En waarom een slaapkamer van hun huis tralies voor het raam heeft. Het perfecte huwelijk? Of de perfecte leugen? Nou om maar meteen met de deur in huis te vallen, is aan het hele verhaal niks perfect. Vanaf het begin voel ik al enige afkeer over de naïviteit van Grace. Natuurlijk kan je in een verhaal van alles verzinnen maar hier straalt de ongeloofwaardig toch wel heel erg vanaf. Grace die vlak na de volstrekking van het huwelijk, tot de ontdekking komt dat haar echtgenoot niet is zoals hij zich heeft voorgedaan. Hierin blijft het verhaal gedurende het hele boek hangen. De wisselwerking tussen heden en verleden heeft niet het gewenste effect wat het denkelijk had moeten zijn. De spanning wordt er niet beter op eerder nog slapper, aangezien je eerst leest dat haar situatie waarin ze leeft slechter is geworden in een heden verhaal. De totstandkoming wordt drie pagina’s later dan weer herhaald in een verhaal in het verleden. De zogenaamde vriendenkring heeft ook niet echt een krachtige input in het verhaal, met uitzondering van Esther waarvan ik na het dichtslaan van het boek blij was dat ze nog tevoorschijn was gekomen. Het plot is dan ook allerminst verrassend en wordt ook op een abrupte manier doorgevoerd om dan maar zo snel mogelijk het verhaal tot een einde te breien. De aandacht die dit debuut heeft gekregen is er weer eentje waar teveel tijd in is gestoken. Jammer, had gehoopt dat er meer in had gezeten. Eén positief gegeven, het boek is snel uit. Plot. : 1,5 Schrijfstijl. : 2,5 Originaliteit : 2 Psychologie : 2 Leesplezier : 2 Spanning. : 1,5 Ik geef ‘Achter gesloten deuren’ 2**
0neg
N.a.v. enkele krantenberichten schreef Renate Dorrestein dit boek. Ik kan me voorstellen dat je soms ergens de aandacht op wil vestigen. En wanneer je dan toevallig schrijfster bent kun je er dan toch ìets aan doen: erover schrijven. Het verhaal is akelig. En Fiebe is soms veel te naïef en soms veel te wijs. Ook de taal die gebruikt wordt is soms tè. Maar misschien moet het wel op deze manier geschreven worden. Om door te dringen. Er zijn zoveel kinderen, die net als Fiebe en haar verdwenen vriendin zo weinig aandacht krijgen van hun ouders, die zo met zichzelf bezig zijn, dat het soms wel eens slecht afloopt. Zou dit boek maar enkele ouders wakker schudden, dan kan Renate Dorrestein tevreden zijn.
0neg
Voor liefhebbers van sciencefiction is De Wezens van Matt Haig flauw, afgezaagd en zeker niet spannend. Het is echter soepel geschreven en daardoor makkelijk leesbaar, dus misschien zal ook die lezer het einde dit van dit niet onsympathieke verhaal halen. Een buitenaards wezen vertelt ons hoe het op Aarde komt en probeert zijn opdracht uit te voeren om alle kennis over de ontdekking van de wiskundige professor Andrew Martin te vernietigen. Die ontdekking zou de ontwikkeling van de mens in een stroomversnelling brengen en zijn mogelijkheden aanzienlijk vergroten, en daar zitten de buitenaardsen niet op te wachten. Het wezen, voor wie de mensen ‘de wezens’ uit de titel zijn, neemt daarvoor de gedaante van professor Andrew Martin aan en probeert vanuit die positie te achterhalen wie Martin over zijn ontdekking heeft verteld. Vanuit deze premisse is de grote lijn van het verhaal duidelijk: in het begin doet de alien komisch onhandig en heeft hij het moeilijk met de walgelijke mensen, maar in de loop van het verhaal went hij aan ze en op het eind kiest hij partij voor hen, want ze hebben toch een paar heel goede eigenschappen. Daarmee verklap ik niets, want het ligt zo voor de hand dat iedereen het wel ziet aankomen. De voorkant van het boek geeft direct onder de titel een citaat uit The Times: ‘Haig gebruikt de wetten en regels van de sciencefiction om elegant en vlijmscherp concepten als vrije wil, liefde, huwelijk, logica, onsterfelijkheid en genade te onderzoeken en te hekelen.’ Dat is nogal wat, en het eerste wat je je afvraagt is wat die ‘wetten en regels van de sciencefiction’ dan zijn. En hoe die in dit verhaal tot uiting komen. Oké, voor een alien van heel ver weg, van een veel hoger bestaansniveau, zonder oorlogen en zonder sterfelijkheid, is de Aarde een uithoek van het heelal en de mens een primitief, walgelijk wezen. Dat kennen we in de sciencefiction al vele, vele jaren. We weten ook dat de menselijke sciencefictionschrijver niet in staat is werkelijke vreemdheid te bedenken en te verwoorden, en we weten eveneens dat wanneer hij dat wel zou kunnen, hij het niet zaal doen, omdat anders het contact met de lezer verloren gaat. Wanneer je dan een alien als verteller neemt, weet je dat het een onmogelijke opgave is. En nee, dat is helemaal niet erg, want in fictie mag alles. Alleen… Het is zo makkelijk om dat de afstand tussen alien en mens dan op een soort van humoristische manier tot stand te brengen. De mens heeft midden in zijn gezicht een uitsteeksel! En er zitten twee zwarte gaten in! Natuurlijk moest ik daar van kokhalzen! Ik verzin maar iets in de categorie die al zo vaak is toegepast en die Haig in De Wezens veelvuldig gebruikt. Het is flauw. Het is bekend. Heeft de roman daarnaast nog iets nieuws te melden? Nee, ook dat niet. De mens doet veel onzinnige dingen, dat weten we allemaal, en dat de liefde het belangrijkste is, ook dat hebben we al eerder gehoord. Dat het er om gaat je ergens thuis te voelen, dat heb ik schrijvers mooier en indrukwekkender zien verwoorden. Misschien dat deze roman het beste wordt uitgebeeld door het hoofdstuk ‘Goede raad voor eens mens’, waarin de alien de zoon van Andrew Martin zevenennegentig genummerde wijze raden geeft, een verzameling van vooral open deuren en dooddoeners die sommige lezers alleen maar zullen vermoeien: “1. Schaamte slaat je in de boeien. Bevrijd je daarvan. 2. Maak je geen zorgen over je talenten. Je hebt het talent om lief te hebben. Dat is genoeg. 3. Wees aardig tegen andere mensen. Op het niveau van de kosmos zijn ze jou…” Etcetera etcetera. (Paul van Leeuwenkamp)
0neg
Een vreemd gezicht is het eerste boek dat ik lees van Åke Edwardson. Hij is Zweed en deze roman speelt zich af in Götenborg. Edwardson heeft meer boeken geschreven met Erik Winter in de hoofrol. Deze Erik Winter overdenkt kort voor de aanvang van het nieuwe millennium zijn leven waarin belangrijke veranderingen voor de deur staan. Dan vindt er een dubbele moord plaats en moet hij zijn medewerkers aansturen bij de zoektocht naar de moordenaar. Zoals we inmiddels van veel Scandinavische misdaadschrijvers gewend zijn, is het een boek waarin een zekere melancholie voortdurend op de achtergrond aanwezig is. Er zitten mooie passages in het boek zoals: de gedachtewereld van Erik Winter, zijn reis naar zijn ouders en de lotgevallen van Patrik. Een ander pluspunt vond ik dat het boek een bepaalde sfeer ademt die mij aanspreekt. Ook is de Zweedse samenleving aan de vooravond van het jaar 2000 voortdurend zichtbaar. Het verhaal wordt vanuit verschillende invalshoeken verteld. Bij mij riep dit soms verwarring op. Een ander minpunt vond ik dat de dubbele moord pas vrij laat in het boek aan de orde komt. Tot die tijd vraag je je af wat er gaat gebeuren. Het einde van het boek vond ik niet overtuigend. Er blijven vragen onbeantwoord en de dader wordt door een plotselinge zwenking onthuld. Dit doet een beetje aan als een truc. Samengevat vind ik dit een aardige thriller die het meer moet hebben van sfeer dan van spanning of van een heldere opbouw van het verhaal.
0neg
Na het lezen van de inleiding, was ik volledig overtuigd over de voordelen van deze meditatievorm. Het is gemakkelijk, heeft positieve effecten op lichaam en geest en neemt niet veel tijd in beslag. In het hele boek worden heel wat studies aangehaald die al deze positieve effecten onderzocht hebben, wat een hoge geloofwaardigheid geeft. Het pleidooi van Bob Roth is zeker overtuigend! Bob Roth vertelt in het boek ook op een aangename manier over de meditatie. Hij heeft heel wat verhalen te vertellen en heel wat mensen ontmoet, waardoor hij de ervaring heeft om leuke ervaringen te delen met de lezers. Bob Roth is een interessante man! Het is heel leuk dat er in het boek ook plaats is voor zijn eigen verhaal. Toch vond ik niet alles even positief aan dit boek, al kan dat ook aan mezelf liggen. Zo had ik verwacht dat we enkele technieken aangeleerd zouden krijgen, maar dat is helemaal niet het geval. De sticker 'in 20 min. ontstrest' gaven me in elk geval die indruk. Het boek verwijst je door naar gespecialiseerde centra waar je lessen kan volgen, omdat deze meditatietechniek enkel aangeleerd kan worden door een leraar. Dat begrijp ik natuurlijk, maar er is dan toch wel sprake van 'false advertising' als je je boek op die manier aanprijst zonder de lezers technieken aan te leren. Jammer! Kort samengevat: De kracht van transcendente meditatie is een erg interessant boek, wetenschappelijk onderbouwd, dat je als lezer helemaal overtuigd van de voordelen van deze meditatievorm! Wel had er duidelijker op het boek mogen staan dat je deze mediatievorm niet zal leren in het boek, want dat wekt onjuiste verwachtingen bij de lezer.
0neg
Uitgeroepen door VN tot dé thriller van 2015! Daarom met hoge verwachtingen aan dit boek begonnen, maar wat een tegenvaller. De eerste 150 bladzijden met moeite doorgekomen, daarna begon het verhaal mij wel iets meer te boeien. Kwam er maar niet achter waarom dit nou zo'n bijzonder thrillerdebuut is en heb het helemaal uitgelezen in de hoop het antwoord te vinden. Nicci French heeft al vele van dit soort boeken geschreven, dit is in mijn ogen gewoon weer een boek uit dezelfde school; niks mis mee maar dé thriller van 2015 is het voor mij niet.
0neg
Elke auteur gebruikt zogenoemde ‘zwarte plekken’: hij roept vragen bij de lezer op die niet direct beantwoord worden. Op die manier komt er spanning in een verhaal, en wil je doorlezen om uit te zoeken wat het antwoord op die vragen is. Zussen van Barbara Garlaschelli begint met een flink aantal van dit soort ‘zwarte plekken’: een man ligt vastgebonden op een onbekende plek en is doodsbang voor wat hem te wachten staat. Wie is deze man? Waar is hij? Waarom is hij vastgebonden, en door wie? Je wilt weten wat er eerder gebeurd is dat tot deze situatie heeft geleid, en tegelijkertijd raak je benieuwd naar wat er verder zal gaan gebeuren. Die tweedeling heeft Garlaschelli slim gebruikt. Ze geeft steeds stukjes van het verleden weg, en schakelt dan weer over naar het heden, naar wat er nu speelt. Op die manier blijven er steeds onbeantwoorde vragen over, zodat de lezer nieuwsgierig blijft. Die nieuwsgierigheid heb je ook wel nodig, want het is met name dat wat je dieper dit boek in trekt. Je komt er al snel achter dat de vastgebonden man Dario heet, en dat hij een kamer huurt in het huis van twee ongetrouwde zusters op het Italiaanse platteland. De zussen, Amelia en Virginia, wonen vrijwel hun hele leven al in dit huis, en hebben er heel wat meegemaakt. Ze zijn allebei altijd alleen gebleven, totdat Dario op het toneel verscheen. Het is slechts een kwestie van tijd voordat hij beide zussen verleidt. Wat Dario niet kan weten, is dat hij daarmee oude wonden openrijt. Als Amelia Dario’s dubbelspel ontdekt is zij woedend, en besluit ze hem voor zichzelf op te eisen. Virginia, normaal de volgzaamste van de zussen, besluit voor het eerst om tegen Amelia in te gaan, en probeert Dario te bevrijden. De geliefden komen echter niet ver. Je zou zeggen dat hiermee het hele plot van deze psychologische thriller al is weggegeven. Dat lijkt wel zo, maar in feite is dit slechts het stukje dat in het heden speelt, en dat blijkt lang zo belangrijk niet als het verleden van de twee zussen. Stukje bij beetje krijg je een beeld van de kindertijd van de meisjes die ze toen waren, en je begrijpt steeds beter waarom ze de vrouwen geworden zijn die ze zijn. Het gaat in dit boek dan ook veel meer om de psychologie van de hoofdpersonen dan om het spannende plot. De spanning zit in de beweegredenen en het verleden van de zussen, niet in wat er nu allemaal gebeurt in het afgelegen oude huis. Dit wordt nog eens versterkt doordat je de ontwikkelingen beurtelings vanuit het perspectief van beide zussen bekijkt, die ook nog eens schakelen van heden naar verleden. Jammer genoeg is de stijl wat afstandelijk, en worden er soms veel woorden gebruikt om iets eenvoudigs te vertellen. Misschien doordat het origineel in het Italiaans geschreven is? In elk geval wisselt de stijl niet merkbaar bij een perspectiefwisseling. Ook niet als je het verhaal af en toe vanuit Dario’s gezichtpunt beleeft, of dat van een oude buurvrouw. De stijl blijft constant, en steeds kom je weer bij de zussen terug. Dit verhaal draait om hun verbondenheid als zussen, om hun gezamenlijke verleden en de band tussen hen, die onverwoestbaar lijkt. Is dat ook zo, of weet Dario tussen hen in te komen? Dat is de belangrijkste vraag, en die ‘zwarte plek’ wordt pas helemaal aan het slot ingevuld.
0neg
Wijlen Paula Kaufmann was biologe en wetenschapster. In vijf jaar produceerde ze drie boeken, elk beloond met prestigieuze prijzen. Zij was in staat om om goede beschrijvingen neer te zetten van een onderdrukt Argentinië. Paula Kaufmann had nog vele boeken, essays, en onderzoeken in voorbereiding, maar helaas zullen er geen verhalen meer van haar volgen. Ze overleed plotseling, na een hersentumor, op 37 jarige leeftijd. In Nederland is pas haar boek Het Meer verschenen. In Het Meer maken we kennis met verschillende spelers. Elk hoofdstuk is geschreven vanuit het perspectief van een van de acteurs uit het boek. Je krijgt uitgebreide achtergrondverhalen van de acht belangrijkste personen. De rode draad volgt echter Ana, de dochter van Victor. Paola Kaufmann begint het boek met een expeditie in Patagonie. Een groep mannen denkt dat ze jagen op een wezen dat tot dat ogenblik bij zoologen onbekend is. Een monster dat zich schuilhoudt in de meren van Patagonie. Tijdens de expeditie komen ze Victor tegen, voor wie het zoeken naar het monster een obsessie is. Victor leeft in de gebieden rondom het meer. De expeditie loopt uiteindelijk op een fiasco uit en de expeditiegroep keert terug naar huis. Het daaropvolgende verhaal speelt zich jaren later af. Victor is inmiddels overleden en Ana woont in het huis dat haar vader aan het meer gebouwd heeft. Ze woont daar niet alleen. In een klein huisje in de tuin wonen Lanz, een vriend van Victor, en zijn vrouw Ilse. Beiden zijn, als joods-Hongaarse emigranten, gevlucht tijdens de oorlog in Hongarije. Lanz heeft net als Victor altijd een passie gehad voor het monster. In de kerst van 1975 gebeuren er vreemde dingen rondom het huis en het meer. Ana besluit elke dag vijf foto’s van het meer te maken en proefmonster af te nemen om de ontwikkelingen in de gaten te houden. Tijdens een fotosessie ziet ze door haar telelens een man uit een auto gegooid worden. Lanz en Ana vinden de zwaargewonde, bewusteloze man en Ana besluit voor deze man te zorgen. Twee maanden later gebeuren er wederom vreemde dingen. De algen in het meer nemen bijvoorbeeld aanzienlijk toe en veranderen van kleur. Het water komt plots omhoog en stinkt enorm. Ana is op dat moment bij het meer en gaat op onderzoek uit. Ze komt achter bewonderenswaardige ontdekkingen en probeert dat vast te leggen met haar camera. Ook Lanz heeft het verschijnsel gezien, maar door zijn ziekte van Korsakov is zijn korte termijn geheugen dusdanig beschadigd dat hij zich niets meer kan herinneren. Ana, helemaal geobsedeerd door de het zoeken naar verklaringen, vertrekt kort daarop samen met een vriend naar Buenos Aires. Ze gaan naar het adres op zoek te gaan dat de gewonde man in zijn zak had. Ook is ze op zoek naar antwoorden over het monster. Paola Kaufmann heeft veel woorden nodig om haar verhaal te vertellen. Het meer is veelal een beschrijvend verhaal over een legende in Patagonie. Ook de Argentijnse dictatuur speelt een belangrijke rol. Doordat het beschrijvend is, gebeurt er in veel tijd vrij weinig. Het verhaal is in de verleden tijd en de passieve vorm geschreven: “Ze zouden zich later alles herinneren (..)”. Dit haalt de vaart uit het verhaal en zorgt voor lange, beschrijvende lappen tekst over achtergronden die minder relevant zijn voor de zoektocht naar ‘het monster’. De rode draad van het verhaal wordt daardoor naar achteren geschoven en zodoende wordt de daadwerkelijke zoektocht onderbroken, waardoor de spanning uit het boek nog erger vermindert. Persoonlijk houd ik niet van denkbeeldige, al dan niet echt bestaande, monsters in meren. Ik had dan ook veel moeite mijn aandacht bij het verhaal te houden en het boek tot de laatste bladzijde uit te lezen. Maar voor diegenen die geloven in het monster van Loch Ness, of daar in ieder geval een bepaald gevoel van spanning bij hebben, is Het Meer waarschijnlijk zeer de moeite waard.
0neg
Voor mij is de lol van fantasy of sciencefiction dat een auteur thema's uit 'de echte wereld' versluierd weergeeft in de beelden die hij/zij schetst. Dat je als lezer moet zoeken naar betekenissen, waardoor de allerbeste werken (zoals '1984' van George Orwell) tot ver na hun verschijningsdatum voortleven. Het moet gezegd dat Auke Hulst grootse ambities heeft gehad met deze roman: een postmoderne SF-roman, geënt op de ideeen van de filosoof Jean Baudrillard, waarin een fantasiewereld verdacht veel op de alledaagse werkelijkheid lijkt. Over de voortschrijdende technologisering in het alledaagse leven en het gevoel van verwondering dat er nog geen eindpunt in zicht is. Ook over sterfelijkheid en menselijk falen in een wereld waarin alles maakbaar is of lijkt. Zo groots als de opzet is, zo voorspelbaar en clichématig is het uiteindelijk uitgewerkt. Eerlijk gezegd voelt het boek meer als de ijverige fanfiction van een tech-nerd dan als een volwaardig literair werk. 'The Circle' (2013) meets 'Cloud Atlas' (2004) meets 'Brave New World' (1932) meets 'Gattaca' (1997) meets 'Blade Runner' (1982). Dan helpt het ook niet mee dat de link met de alledaagse werkelijkheid er zo dik bovenop ligt, dat 'het fantastische' zelf weinig fantasievol of beeldend wordt beschreven. Veel semi-hippe dialogen die nergens heen gaan en een plot dat geforceerd de elementen uit andere werken neemt (maar niet dezelfde gevoelens van spanning of sensatie oproept, omdat het uiteindelijk geen puur genrewerk is en daarom de nadruk op andere accenten ligt.) Het is niet eens dat Hulst slecht schrijft, maar hij laat teveel kansen liggen om iets literairs toe te voegen aan een genre dat al zo rijk vertegenwoordigd is.
0neg
Mijn verwachtingen bij Het verloren labyrint van Kate Mosse waren hoog gespannen. Te hoog wellicht, want na 120 pagina's was ik nog aan het twijfelen of ik zou verder lezen of toch maar stoppen. Het laatste heeft de bovenhand gehaald, maar ik heb echter nooit het gevoel gehad dat ik een thriller aan het lezen was. Voor mij was dit eerder een roman. Omdat je wilt weten hoe het uiteindelijk afloopt, kon het me enigszins toch blijven boeien tot het einde. Het boek deed me ook sterk terugdenken aan Het Magdalena Mysterie van Kathleen McGowan.
0neg
"Is het erg om onzeker te zijn?" is een dun boekje met korte, onsamenhangende teksten. De titel sprak mij aan, maar toen ik in het boek begonnen was, wist ik al gauw dat het niet mijn ding is. Ik lees liever een echt verhaal, of in ieder geval een samenhangend geheel, en het gaat veel over seks, wat ik dan al gauw niet meer interessant vind. Sowieso boeiden de teksten mij weinig en ik heb er niet om kunnen lachen. Ik had ook nog nooit van Lena Dunham gehoord. Misschien is het interessanter om te lezen als je fan van haar en/of de serie Girls bent. Ik vond het wel fijn om mijn gedachten even te kunnen verzetten met dit boek. Ik hoefde er niet veel bij na te denken en las de woorden zonder ze goed in mij op te nemen, maar het was welkome afleiding. Daarnaast vind ik het een origineel boek en het is eerlijk en open. Dat mag ik wel. Daarvoor in ieder geval 2*.
0neg
Op zich 'n prima plot en een gedetailleerd (te) uitgewerkt verhaal. Echter ook vol met voorpelbaarheid clichés en inkoppers. Voegt voor de doorgewinterde thriller lezer niets toe aan wat er al is. Kan me voorstellen dat de wat minder ervaren thriller lezer er een fijn boek aan heeft want technisch zit het boek prima in elkaar
0neg
Het zat er aan te komen... sinds Aspe in Blankenberge woont, komt de badstad meer en meer in beeld. Als deze nieuwe invalshoek ook nog frisse ideeën zou opleveren, dan kan ik dat enkel aanmoedigen, maar helaas, Aspe tapt uit hetzelfde vaatje, en eerlijk gezegd, 't is deze keer belegen kost! Aspe slaagt er blijkbaar niet meer in om nog eens een gewone huis, tuin en keuken moord uit te werken tot een whodunit. De vergezochte plot waar hij nu mee uitpakt is de slechtste ooit. Als ik de kranten lees, dan zijn er genoeg 'gewone' moordenaars die als basis voor een boek kunnen dienen. Waarom elke Vlaamse auteur het dan persé bij 'seriemoordenaars' gaat zoeken is mij een raadsel. Ik snap ook niet goed dat een seriemoordenaar zo maniakaal is om zijn eigen asbak mee te brengen om geen sporen na te laten, maar wel in paniek geraakt bij de eerste sirene in de verte en vergeet waar zijn auto staat, die notabene wel vol bezwarende elementen, inclusief vingerafdrukken achterblijft! En zo zitten er nog een paar onwaarschijnlijke elementen in, die alleen tot doel hebben om het verhaal opgelost te krijgen zonder al te veel echt speurwerk te moeten bovenhalen. Voorts broduurt Aspe verder op de corrupte Westvlaamse industrieel en zit er ook nu weer een blote borst en zelfs meer in, maar dat verdoezelt alleen wat je na een tiental bladzijden al weet: als crime-boek is dit geen hoogvlieger. Ik betrap mezelf er trouwens op dat ik Aspe meer en meer boeiender vind voor zijn beschrijving van het gezin Van In en aanverwanten, dan voor zijn misdaadverhalen. Twee sterren voor de gebruikelijke vlotte Aspe-stijl (overeind blijven met zo'n zwak verhaal is ook een kunst) en de nieuwste verwikkelingen in de Van In - Saga, maar onvoldoende voor het crime-aspect. Raad aan Aspe: eentje per jaar minder en iets langer nadenken over een echte plot!
0neg
Anna is een gevierd tv-host van het tv-programma Rondom Nieuws. Zij heeft één grote wens en dat is een kind krijgen. Maar omdat het niet vanzelf gaat heeft zij zich opgegeven voor een IVF behandeling. Daartoe meldt zij zich met haar vriend Sam bij een kliniek in Duitsland. Bij Anna worden eitjes weggezogen, dat erg pijnlijk is. Dan is Sam aan de beurt om zijn zaad te leveren. Maar dan bedenkt Sam zich. Terwijl Anna nog op de behandeltafel ligt, komt Sam bij haar en vertelt dat hij zijn zaad niet ter beschikking stelt. Dit tot groot verdriet van Anna. Op de vraag van Anna waarom hij er vanaf ziet, biecht Sam op dat hij verliefd is op een andere vrouw. In eerste instantie wil Sam de naam van die vrouw niet vertellen. Maar al gauw blijkt het Sammy te zijn. Zij is student en nog wel Anna haar stagiaire. Sam zegt spijt te hebben en dat hij van zichzelf walgt. Anna is beduusd. Toch blijft zij van Sam houden. Anna maakt van de gelegenheid gebruik om Sam te verleiden, gevolgd door een hevige vrijpartij. Anna ziet ook nog kans om Sam in zijn nek een enorme zuig zoen te produceren in de hoop dat Sammy dit zal zien. Sam heeft Anna inmiddels verlaten en is bij Sammy gaan wonen. Dan als Sam aan Anna vertelt dat Sammy van hem in verwachting is, slaan bij Anna de stoppen door. Echter, het drama is nog niet compleet. Anna wordt ontslagen vanwege de lage kijkcijfers. In verschillende praatprogramma’s krijgt Anna de gelegenheid om het toe te lichten. Onverwacht verdwijnt Sam van het toneel. Het laatst is hij geweest bij Sammy. Sammy heeft hem, bij het zien van de zuig zoen, de deur gewezen. Uiteindelijk wordt er door de politie een onderzoek naar de verdwijning van Sam ingezet. De verdwijning van Sam gaat Anna niet in haar koude kleren zitten. Gelukkig ondervindt Anna veel steun bij haar buurmeisje Jazz. Alle inspanning om Sam te vinden, leidt op korte termijn tot niets. Op de achterkant van het boek staat vermeld: HUIDPIJN is het meest rauwe, pijnlijke en schurende boek van SASKIA NOORT tot nu toe, een boek dat je niet zomaar weglegt en dat nog dagen nadreunt. Dat deel ik niet en het is deze keer voor mij geen mustread.
0neg
Ik ben het helemaal met chanralj eens. Daarnaast heb ik me geërgerd aan de vaak zinloze beschrijvingen, zoals de politieagent die met zijn HP-laptop met 17" scherm aan het werk was. Wat voegt het noemen van het merk en daarbij zelfs nog de extra onzinnige informatie dat het een laptop met een 17" scherm betreft, toe aan de agent die aan het werk is met zijn laptop? Het is volslagen zinloze informatie, alsof de schrijfster (ik neem aan dat het een vrouw is) zichzelf heeft getraind in maniertjes om de haar opgedragen pagina's zo snel mogelijk vol te krijgen... Dus: ongeloofwaardig, slecht geschreven, misschien ook slecht vertaald. Ik heb het niet uitgelezen...
0neg
Never never ga ik nog een boek lezen van Brianna Shrum. Ik heb ontzettend lang getwijfeld of ik dit boek 1 of twee sterren zou geven..... ja zo slecht vond ik het boek. En dat gebeurt echt niet veel. Wat mij denk ik het meeste ergerde tijdens het lezen was het feit dat dit boek niet weet wat het nu juist wil zijn. De eerste 100 à 150 pagina's is het een boek voor jonge lezers. (Middle grade), zelf geen young adult. Maar zelf voor nog jongere lezers. Daar is absoluut niets mis mee en ik kan echt genieten van een goed boek gericht op jonge tieners..... Maar dan komen de sexscenes, het drankgebruik en de moorden naar boven en weet het boek niet goed of het nu YA wil zijn of toch net ietsje meer. De sexscenes zijn trouwens niet heel expliciet, maar gewoon het feit dat ze in een "kinderlijke" setting plaatsvonden maakte ze ongepast. (Dit komende van een vrouw die meestal heel veel plezier beleefd aan sexscenes in boeken zegt volgens mij genoeg. :-) ) Ook de schrijfstijl sprak me niet aan. Het verhaal wordt in een heel ouderwetse toon vertelt. Misschien om meer tegen het originele peter pan verhaal aan te leunen? Dat kan, maar het zorgde ervoor dat het niet vlot las en ik echt worstelde om door te lezen. De personages bleven ook allemaal op een grote afstand en het was praktisch onmogelijk om een band met een van hen te creëren. Zo jammer, want ik keek echt uit naar een goed piratenverhaal en een ander licht op James Hook..... Jammer maar helaas.....
0neg
Zoals zo vaak is de blurb van deze roman, waarvan hierboven een gedeelte staat vermeld, zwaar overdreven. Het onderzoek naar de Argentijnse schrijver een levensgevaarlijke onderneming? Gevaarlijk voor wie dan? Een duister geheim in het literaire werk: die onthulling wordt halverwege het verhaal al gedaan, maar is geen verrassing voor wie een beetje heeft opgelet. Is die tweede vrouw nou wel of niet vermoord: ook al een inkoppertje. Wat bracht de schrijver tot zelfmoord: een erg vergezochte reden, en de zelfmoord wordt bovendien nodeloos ingewikkeld gemaakt. Blijven over de personages. Tsja, zou Martin Bril schrijven. Je houdt ervan of niet. Als een soort bonus is er nog sprake van een liefdesaffaire, maar ook die is onwaarschijnlijk. Ik vond deze leeservaring zonde van mijn tijd.
0neg
'Ontsteek in de duisternis een vuur, een vuur dat nooit meer dooft.' De hoofdpersoon Bram komt uit een streng christelijk milieu in Flakkee. Hij gaat studeren in Utrecht om los te komen. Op een gegeven moment treedt hij toe tot de theologische groep Uterque en begint hij te onderzoeken wat het geloof het geeft en brengt. de schrijver zorgt hiervoor door een aantal 'tussenpersonen' (Wilfried, Paul en vader.... En Lena als tegenwicht), die diep in het geloof zitten. Voor mij was dit boek te theoretisch. Nergens krijg ik het gevoel dicht bij Bram te komen, ik blijf op afstand. Het meeste gevoel krijg ik nog bij Wilfried, de gelovige homo, die nooit zichzelf kan zijn in de kerk. Wellicht spreekt het onderwerp mij domweg niet genoeg aan om een heel boek geïnteresseerd te blijven...helaas!
0neg
Wanneer werd er voor het laatst zo reikhalzend uitgekeken naar het literaire debuut van een man van middelbare leeftijd? De buzz die er ontstond in de literaire wereld toen bekend werd dat scenarioschrijver Matthew Weiner (Verenigde Staten, 1965) een boek ging publiceren valt wel te verklaren. Zo won hij in zijn twintigjarige carrière als scenarioschrijver prestigieuze prijzen voor de serie The Sopranos, maar hij heeft zijn echte stempel op de televisiewereld weten te drukken met zijn creatie Mad Men. Met zijn Amerikaanse antwoord op de klassieke Britse kostuumdrama’s wist hij jarenlang zijn publiek geïnteresseerd te houden in de intriges binnen een reclamebureau op Madison Avenue anno 1960. Weiner wist zich in de moordende concurrentie van de televisiewereld te onderscheiden door zijn serie langzaam op te bouwen en hij achtte het van het grootste belang om de kleinste details juist in beeld te brengen. (Er bestaat zelfs een Mad Men Companion die uitlegt geeft over alle boeken, gebeurtenissen en personen die genoemd worden of te zien zijn in de serie). Deze reputatie en zijn talent om van gewone personages en gebeurtenissen iets bijzonders te maken beloofden zo veel goeds voor het romandebuut van Weiner, Heather, volmaakt. Romandebuut is eigenlijk niet eens de juiste benaming. Weiner heeft zijn debuut immers gegoten in het haast vergeten genre van de novelle. Met slechts 140 pagina’s duurt de leessessie bijna even lang als een aflevering van Mad Men. Dit vormt gelijk het eerste struikelblok voor zij die bekend zijn met het werk van Weiner en die verwachten dat hij zijn talent om een ogenschijnlijk simpel verhaal langzaam te ontleden tot een tal van complexe toevalligheden zal inzetten. Weiners talent hiervoor komt slechts sporadisch tot zijn recht wanneer hij zijn personages innerlijke monologen laat voeren. De rest van de tijd wordt de subtiliteit ondergesneeuwd door haastige beschrijvingen die getuigen van een soort nonchalance van de schrijver. Net als zijn gelauwerde drama speelt ook dit verhaal zich af in New York City. Hij introduceert een gezin aan de Upper East Side van nu, een plek waar alleen de elite van die stad kan resideren. Mark en Karen Breakstone wonen er met hun puberdochter Heather, die het centrum van hun bestaan vormt. De ouders hebben vrij weinig meer met elkaar gemeen en ook hun verwachtingen van hun eigen leven lijkt niet meer overeen te komen met de werkelijkheid. Hun perfecte dochter lijkt als de spiegel te fungeren die hun falen blootlegt. Tegelijkertijd vertelt Weiner het verhaal van de verwaarloosde Bobby Klasky, die als zoon van een drugsverslaafde moeder al met een achterstand ter wereld kwam. Of Weiner zijn achtergrond gebruikt als verklaring voor zijn latere beslissingen of slechts als schril contrast tegenover de luxe waarin Heather opgroeit wordt niet duidelijk. Feit is dat hun levens samen komen en dit vormt in de ogen van Mark, die zich langzaam bewust wordt van de wereld buiten zijn kantoor, een groot gevaar. Mede door de sterk geschreven observaties weet Weiner de spanning goed op te bouwen tot de onvermijdelijke climax. Het blijft alleen zo jammer dat de auteur zichzelf niet meer tijd gunt om de personages dieper te onderzoeken, want het verhaal heeft, in de handen van Weiner, de potentie om iets werkelijk bijzonders te worden. In zijn televisiesucces slaagde hij erin om maatschappijkritisch te zijn en om het bestaande beeld van een tijdperk te laten wankelen. Zijn jarenzestigserie zag er dan wel prachtig uit, maar hij stelde op treffende wijze vraagtekens bij de reputatie die het tijdperk in het collectief geheugen geniet. Zij nieuwste creatie blijft echter te veel op de oppervlakte en weet daardoor niet een blijvende indruk te maken op de lezer. Wellicht zit het grootste probleem al in de titel; Heather is zo volmaakt dat ze op weinig interesse, laat staan medeleven, van een lezerspubliek kan rekenen.
0neg
Ik heb genoten van 'de 100 jarige man die uit het raam klom en verdween'. De staccato schrijfstijl, de wonderlijke personages en de bizarre avonturen. In het begin was ik blij dat ook dit boek dezelfde grappige schrijfstijl heeft, maar halverwege ging het me vervelen en daarna zelfs tegenstaan. Eigenlijk zijn het hele ritsen opsommingen van feiten, zonder dat er echt veel gebeurt. Dat is prima en zelfs grappig als het verhaal en de personages je aanspreken, maar ik heb niet echt een klik met Nombeko en ik heb al helemaal niks met bommen. Helaas, ik heb het boek weggelegd.
0neg
Het boek Onderspit door Per-Anton Olssen, vertelt het verhaal van Stendert, die op zoek naar zichzelf, belandt in een zoektocht naar het verhaal achter de mensen die met hem verblijven in ‘de blauwe luiken’. De ontrafeling zit in het ontdekken van de verhouding tussen de verschillende personages, waarin lang onduidelijk is wie te geloven of te vertrouwen is. Het is makkelijk leesbaar, maar tegelijk gedetailleerd over onbelangrijke zaken. De schrijver lijkt hiermee een tijdsbeeld neer te willen zetten dat niet relevant is en vertragend voor het verhaal. Hier horen ook de songtesten die gequote worden bij. Leuke bijkomstigheid is de QR-code voor bijbehorende afspeellijst waarmee een dimensie aan het verhaal wordt toegevoegd. Teleurstellend zijn de enigszins gemakkelijke psychologische verklaringen en het gebrek aan diepgang in de uitwerking van verschillende verhaallijnen. Een spannend verhaal, dat in schrijfstijl geen literaire thriller mag heten.
0neg
Het boek Veronica (Dagboek van een moordenaar) is het eerste boek van de jonge auteur Jana Baeskens. Veronica is een meisje van 15 dat er steevast van overtuigd is dat ze op zesjarige leeftijd haar kleine zusje Kiara van vier maanden oud heeft vermoord. Ze vindt dan ook dat ze beter af is op zichzelf zodat ze niemand kwaad kan doen en is daarom een echte eenzaat geworden. Op een dag komt er echter een nieuw meisje naar haar school, genaamd Esmeralda, wat groene smaragd betekent. Esmeralda wil wanhopig graag vriendinnen worden met Veronica en geeft dan ook niet zomaar op. Wanneer Esmeralda de dochter blijkt te zijn van de psycholoog bij wie Veronica al sinds de dood van haar zusje langsgaat, stelt ze zich vragen. Desondanks worden ze goede vriendinnen en weet Veronica haar angsten beetje bij beetje steeds meer los te laten. De verstoorde gezinssituatie bij Veronica staat in groot contrast met het warme gezin waaruit Esmeralda afkomstig is. Veronica gaat dan ook graag langs bij haar vriendin. Maar waarom wou Esmeralda vanaf de eerste dag absoluut vriendinnen worden met Veronica? En heeft Veronica haar kleine zusje wel effectief vermoord? Wanneer je het verhaal leest, merk je al snel dat het geschreven is door een jonge auteur. Het taalgebruik is zeer eenvoudig en ook door de manier van vertellen komt dit naar voor. Als iets oudere lezer is dit niet altijd even leuk om te lezen, maar aangezien het boek eigenlijk bedoeld is voor jongeren rond de leeftijd van veertien jaar, is dit geen storend element. Wat wel leuk en origineel is, is dat in het verhaal alle namen die erin voorkomen verklaard worden. Het personage Veronica heeft namelijk een grote fascinatie voor de betekenis van namen, op die manier wordt dat ook met de lezer gedeeld. Zo begint het boek met de mededeling dat Veronica ‘Brengster van de overwinning’ betekent. Later zal blijken dat Veronica zichzelf helemaal niet ziet op die manier. Het verhaal is steeds geschreven doorheen de ogen van Veronica, waardoor je goed kan volgen wat er allemaal in haar hoofd omgaat. Zo heeft zij geregeld nachtmerries waarin ze haar dode zusje Kiara ziet op verschillende leeftijden. Deze stukken vormen een leuke afwisseling tijdens het lezen en geven ook duidelijk de strijd weer die Veronica soms met zichzelf voert in haar hoofd. Doorheen het verhaal kan je als het ware het psychologisch proces dat Veronica doormaakt volgen. Dat is wel knap weergegeven door de auteur, zeker wanneer je haar jonge leeftijd in het achterhoofd houdt. Als iets oudere lezer vraag je je wel af of dit element in het boek ook zo geschikt is voor jonge kinderen en of het soms niet iets te ver gaat. Zo zijn er stukken waarin blijkt dat Esmeralda zichzelf snijdt of waarin Veronica zichzelf echt ziet als een moordenaar en dat zijn natuurlijk wel zware thema’s voor jonge lezers. Vanuit een eerder psychologische invalshoek is Veronica een goed boek, maar wanneer de jonge lezer meer op zoek is naar echte spanning, is het geen echte aanrader. Qua spanningselementen en opbouw is het eerder zwak. Al bij al verdient de jonge schrijfster een pluim. Voor een debuut op die leeftijd is het absoluut niet slecht geschreven en bevat het verhaal een aantal sterke elementen.
0neg
Een van de voordelen van thrillerseries is dat lezers naarmate de tijd vordert dusdanig vertrouwd geraken met de personages dat ze reikhalzend uitkijken naar nieuwe verhalen. Een van de nadelen is dat het als schrijver vaak moeilijk is om hetzelfde niveau constant vast te houden, waardoor lezers soms met heimwee terugkijken naar die fase van de serie waarin ze nog aangenaam verrast werden. Zo ook met de Tony Hill serie van de Schotse Val McDermid. Destijds enorm positief onthaald en vervolgens nog populairder geworden door de succesvolle televisieadaptatie Wire in the Blood, is het de laatste paar boeken verworden tot een serie die ook de grootste fans aan het twijfelen brengt. Niet in het minst doordat McDermid er in de laatste boeken, Een moment van afscheid en De Vervangster, persoonlijk bijna alles aan gedaan heeft om wat jaren zo vertrouwd was bijna tot de grond toe af te breken. Het Team Zware Misdrijven (TZM) opgedoekt, de afstand tussen hoofdrechercheur Carol Jordan en profiler Tony Hill groter dan ooit. Het einde van een serie? Maar niet voor McDermid. Doorbreek de stilte is de veelzeggende titel van het negende en meest recente deel in de serie. Een deel dat zwaar te kampen heeft met de gevolgen van de eerdere beslissingen van de auteur en dit jammer genoeg niet enkel op inhoudelijk vlak. Een logisch gevolg van afbreken is immers terug opbouwen en dat opbouwen kost veel tijd. Tijd die grotendeels ten koste zal gaan van spanning, een toch wel belangrijk onderdeel van wat een thriller tot een thriller maakt. Alles start wanneer Carol Jordan in de fout gaat en wegens dronken rijden wordt gearresteerd. Tot haar grote frustratie is er op moment slechts één persoon die haar te hulp kan komen en dat is Tony Hill, de profiler met wie ze jarenlang nauw samenwerkte maar van wie ze door recente gebeurtenissen compleet vervreemd is. Maar hij is er en meer: hij is vastbesloten haar van haar drankprobleem af te helpen. Of ze dat nu wil of niet. Een bizarre onverwachte zelfmoord van een succesvolle, optimistische vrouw zorgt hierbij voor de nodige afleiding en wanneer Tony zich nog een gelijkaardig dergelijk geval herinnert is de interesse pas echt gewekt. Beide vrouwen waren het slachtoffer van trolling en het gevoel van Tony zegt dat er hier meer aan de hand is. De perfecte oefening voor het nieuw op te richten Regionaal Team Zware Misdrijven (ReTZM), een team waarover Carol de leiding zal krijgen en waarbinnen ze, op een enkeling na, haar oude getrouwe medewerkers opnieuw kan verzamelen. En dan komt het ReTZM een seriemoordenaar op het spoor, een moordenaar die niets meer te verliezen heeft en niet zal stoppen voor hij of zij gepakt wordt. Hoe veelbelovend het verhaal ook mag klinken, de uitwerking van Doorbreek de stilte heeft zoals eerder vermeld heel wat te lijden onder de gebeurtenissen uit de vorige delen. De aangebrachte schade moet hersteld worden en McDermid neemt hier ruim de tijd voor. De klemtoon komt te liggen op de relatie tussen Carol Jordan en Tony Hill en het nieuw op te richten ReTZM. Noodzakelijk om de serie en haar vertrouwde concept nieuw leven in te blazen, maar te uitvoerig uitgewerkt. Zeker in verhouding tot de verhaallijnen rond de seriemoordenaar die lange tijd wat achteloos tussendoor de andere verhaallijnen verwerkt worden. Beperkt en oppervlakkig, met als enige reden het oude 'nieuwe' team opnieuw aan het werk te zetten. De mogelijk boeiende uitwerking van een interessante problematiek compleet gemist. Alle verhoudingen tussen de verschillende verhaallijnen zijn zoek, want hoe goed McDermid het ook probeert te brengen, nergens gaat het verhaal echt beklijven of het moeten die laatste 40 pagina's zijn wanneer uiteindelijk alles samenkomt en het schrijverstalent van McDermid alsnog komt bovendrijven. Het maakt van Doorbreek de stilte een noodzakelijk kwaad in functie van een nieuwe start. Een nieuwe start waarbij McDermid hopelijk het beste in zich opnieuw weet boven te halen om de lezer, net zoals vroeger, urenlang aan zijn stoel vast te kluisteren.
0neg
De kaft van dit boek sprak me erg aan. Na het lezen van de korte inhoud werd mijn interesse nog meer gewekt. Het boek startte sterk en kon me onmiddellijk boeien. Echter na de eerste twee hoofdstukken ging het, wat mij betreft, alleen maar achteruit. De vermissing van Rebecca verdween naar de achtergrond en gans het dorp met de vele inwoners wordt plots gedetailleerd beschreven. Hier verloor de auteur me. Na 100 blz (4 hoofdstukken) heb ik het boek gesloten.
0neg
Wat een tegenvaller, en wat een ontgoocheling... Ik heb het boek helemaal uitgelezen maar het heeft mij veel moeite gekost. Al bij de vorige thriller uit de Sara Linton reeks (Trouweloos) vond ik dat er enig sleet kwam op de formule, en dat werd in dit boek overduidelijk bevestigd. De verhaallijn rond de problematische en vrij onrealistische relatie tussen Sara Linton en Jeffrey Tolliver wordt nog maar eens uitgeperst als een citroen, en ook het Lena Adams-Ethan Green-Hank Norton thema wordt de lezer nogmaals door de strot geramd op zo'n manier dat het allemaal heel ongeloofwaardig geworden is. Over het verhaal zelf kan ik kort zijn: het is typisch Karin Slaughter, maar deze keer ook een tikkeltje te voorspelbaar, en redelijk verward. Karin Slaughter is ongetwijfeld een begenadigd thrillerauteur, maar wat mij betreft mag ze het Sara Linton personage nu wel definitief opbergen. Voor mij staat het nu al vast dat ik eventuele volgende thrillers met Sara Linton in de hoofdrol niet meer zal kopen. Eerlijkheidshalve moet ik hier toegeven dat mijn oordeel misschien wat negetief beïnvloed is door het feit dat ik Onaantastbaar gelezen heb nadat ik Mannen die vrouwen haten van Stieg Larrson had in één ruk had uitgelezen, en dat is natuurlijk een thriller van een heel ander (lees: een veel hoger) niveau! Sorry mevrouw Slaughter, maar daar kan je echt nog een puntje aan zuigen.
0neg
Dit boek viel me tegen! Van alle andere boeken van Kluun die ik heb gelezen heb ik echt meer genoten. Ik miste vooral de humor, de lach en de traan, die in de andere boeken wel overduidelijk aanwezig waren. Dit verhaal voelde gewoon ongemakkelijk tijdens het lezen. Het getouwtrek met de ex, de wereld van de gevierde dj en de verleiding mee te draaien in die wereld kwamen me ongeloofwaardig over. Toch nog twee sterren omdat ik dan toch wel weer graag wilde weten hoe het af zou lopen en omdat ik het wel in één ruk heb uitgelezen.... Misschien simpelweg niet mijn wereld. Ik verwacht dat de meningen over dit boek sterk uiteen zullen lopen. You love it or you hate it....
0neg
iets om tussendoor te lezen ,gelukkig is het een dun boek want anders zou je vlug de draad kwijt raken ,krijgt van mij maar 2 ster
0neg
Ik las dit boek voor de Hebban Reading Challenge, in de categorie 'Een boek dat je absoluut niet wilt lezen'. Ik begon eraan in de vaste overtuiging dat ik zelfs één ster te veel zou vinden. Maar... Om heel eerlijk te zijn, viel het me dik mee. Ik heb me -- zeker de eerste helft -- eigenlijk zelfs kostelijk vermaakt. Bella is zó overly dramatic dat het echt supergrappig is, vooral wanneer je onderbewustzijn besloten lijkt te hebben dat Bella klinkt als Henri le Chat Noir. Een paar pareltjes uit hoofdstuk 3: "Het kostte me al genoeg moeite om niet om te vallen als de grond droog was, dus het was misschien veiliger om gelijk terug mijn bed in te gaan." "Ik moest me tot het uiterste concentreren om het einde van de ijzige bakstenen oprit levend te bereiken. Ik verloor bijna mijn evenwicht toen ik eindelijk bij mijn pick-up kwam, maar ik kon nog net de zijspiegel grijpen en mezelf redden. Vandaag zou duidelijk een nachtmerrie worden." [Kleine SPOILERS!] En om nog een keer eerlijk te zijn: ik snap de aantrekkingskracht van dit boek ook wel. Mysterieuze, gevaarlijke man, die haar zonder enige moeite (letterlijk) aan stukken zou kunnen scheuren, maar dat niet doet omdat hij van haar houdt. Beetje vergelijkbaar met extreme sporten, haha. Living on the edge! Net zoiets als op een pas ingereden paard gaan zitten. Hoewel ik tenminste nog zo verstandig ben om een cap en bodyprotector te dragen. :P Bella viel me eigenlijk ook dik mee. In het boek is ze lang niet zo'n dweil als in de film. Althans, in de eerste helft... Daarin hebben zij en Edward nog leuke, snarky gesprekken. Daarna gaat het rap richting 'creepy', wanneer blijkt dat hij al maanden 's nachts naar haar kijkt terwijl zij slaapt. (Serieus, Bella, hoe kun je daar nou niet seriously creeped out door zijn?) En daarna alle liefdesverklaringen in de trant van 'Jij bent nu mijn leven'. Eurgh. Ik zou persoonlijk erg hard wegrennen als iemand zoiets tegen me zou zeggen.* En dat gaat daarna de hele tijd zo door. * Nou moet ik bekennen dat ik me in Magnetar ook schuldig maak aan zo'n soort relatie (althans, voornamelijk in het prequel), maar die probeer ik in elk geval niet te verkopen als superromantisch. :P De tijdlijn verwarde me enorm. Doordat het leest als een soort dagboek (inclusief wat ze voor het ontbijt eet e.d.), had ik het idee dat er erg weinig tijd verstreek. Desondanks was het eerst mooi weer, toen vroor het opeens, en toen gingen ze opeens met 15 graden naar het strand. En toen was het alweer het eindejaarsbal. Maar misschien heb ik gewoon dingen over het hoofd gezien omdat ik te snel las. Ik vond het ook volslagen bizar hoe Bella's ouders op alles reageren. Hoe klunzig Bella ook is, het is toch volslagen ongeloofwaardig dat ze haar been en een paar ribben breekt e.d. door van een trap te vallen terwijl -- heel toevallig -- alle Cullens ook net in Phoenix zijn? Er is nog zat dat ik over dit boek zou kunnen/willen zeggen, maar dan wordt het al helemaal zo tl;dr. Samenvattend heb ik me verrassend goed vermaakt met Twilight. Ik vond het gegeven eigenlijk best heel cool. Als echt horrorboek, waarin deze relatie niet zo geromantiseerd wordt en de dubieuze kanten beter belicht worden, en met een vrouwelijke hoofdpersoon die wat ouder is en steviger in haar schoenen staat, had ik het denk ik echt een tof verhaal gevonden. Nu was het vooral creepy op een verkeerde manier.
0neg
P.C. Is in dit boek erg verwarrend. De laatste bladzijden verklaren veel, maar dit geeft niet een veelbelovende ontknoping van een spannend geschreven verhaal. Haar hoofdpersonnages blijken hier meer hun frustrerende persoonlijke gevoelswereld op de voorgrond te zetten en het misdaadverhaal is hier de kapstok. Het zou omgekeerd moeten zijn. Haar we zijn zeker van een vervolg, al is het de nieuwsgierigheid die gewekt is om te weten te komen hoe het met Lucy zal aflopen. We kunnen alleen maar hopen dat P.C. dan terug haar niveau zal bereiken van haar eerste boeken. Amper twee sterren waard voor mij.
0neg
maar in hier lijkt het wel een nieuw dieptepunt te bereiken.,Robin Cook is een auteur die inmiddels vele jaren geleden is doorgedrongen tot de absolute top binnen de wereld van het spannende boek. Bijna eigenhandig heeft hij het genre van medische thrillers op de landkaart gezet en met boeken als Vergiftigd, Ademnood en Besmet heeft hij mij persoonlijk zeer weten te boeien. De verfilmingen van zijn meest bekende boeken vond ik in de regel stukken minder, maar dat kan ook aan mij hebben gelegen. Ik lees in de regel liever het boek dan dat ik het verhaal – gelijktijdig met doorgaans veel andere mensen – op het witte doek moet aanschouwen. Maar iedere keer als ik denk dat ik Cook misschien wel tot één van mijn favoriete auteurs moet gaan rekenen, lees ik weer een boek van hem dat mij totaal niet kan boeien. In Fataal verhuizen Angela en David Wilson naar het mooie Vermont, nadat ze het hectische leven in een grote stad niet meer kunnen verdragen. Ze krijgen een baan in het plaatselijke ziekenhuis, waar echter op onverklaarbare wijze allemaal patiënten beginnen te overlijden. Als hun dochtertje Nikki vanwege een ernstige aandoening aan haar luchtwegen wordt opgenomen, ontdekken ze een patroon en gaan ze samen op onderzoek uit. Daarmee komt hun leven, en dat van Nikki, echter in groot gevaar. In een paar regels samengevat heeft het alle ingrediënten voor een geweldig verhaal, maar voor mij kwam het echter maar moeizaam op gang. Ik heb wel vaker melding gemaakt van de vrouwelijke truttigheid en de opvallende naïeve onderdanigheid van veel vrouwen in de boeken van Robin Cook, maar in Fataal lijkt het wel een nieuw dieptepunt te bereiken. Hoe kan een vrouw als Angela Wilson nou gespecialiseerd zijn in de pathologie en dus bewezen heeft over een aanzienlijk intellect te beschikken, zo ontzettend stom en afhankelijk zijn van haar grote, sterke man. Een ultiem soort onderdanigheid die zelfs in de hedendaagse, burka’s dragende, vrouwonvriendelijke gemeenschap van veel landen uit het Midden Oosten als denigrerend zou worden beschouwd. Ik kan dat niet begrijpen en in een aantal boeken van Cook blijft mij dat dan ook mateloos irriteren. Daarnaast vond ik het plot van Fataal ook dusdanig mager, dat het in mijn ogen vrijwel leek te ontbreken. Geen boek derhalve waar ik veel plezier aan heb kunnen beleven, en dat is jammer waar het gaat om zo’n talentvolle auteur.
0neg
Ik persoonlijk heb al veel betere boeken gelezen van Pieter Aspe, alles werd niet zo goed duidelijk, ik moest sommige stukken twee maal lezen om te begrijpen wat er precies stond. Er waren teveel details waardoor het allemaal nog ingewikkelder werd. Ik ben iets of wat teleurgesteld over dit boek. Geen aanrader dus
0neg
Dit boek van de schrijver van het briljante ‘Stad der blinden’ vertelt, natuurlijk, het verhaal van Jezus Christus, maar dan vanuit de eigenzinnige atheïstische visie van de schrijver. In die zin lijkt dit boek wel op dat boek over de bijbel van de Blokkers, dat ik eerder recenseerde. Het is in ieder geval een zeer interessant basisidee voor een boek. Helaas echter was dat voor mij niet genoeg om de aandacht vast te houden. De schrijfstijl van Saramago is nogal hermetisch, mede doordat in de tekst elk structurend element ontbreekt, zoals een alinea-ordening, hier en daar regeleinde of witregel of zelfs maar het zetten van aanhalingstekens om citaten. Dit maakt het lezen van de enorme lappen tekst tot wel een erg zware opgave. Ik heb dus dit boek halfgelegen terzijde gelegen. Het zal ongetwijfeld zijn sterke momenten hebben, maar ik vond de schrijfstijl een te zware kluif.
0neg
Mo, Boy, Amit en Jochem krijgen een buitenkans aangeboden om zich op te werken. Ze kunnen een trap hoger op de criminele ladder komen te staan als ze een klus klaren voor Boy's broer Remy. Ze moeten de tas van een Russiche zakenpartner van Remy terugvinden. Je raadt het natuurlijk al, dat gaat helemaal mis. De vier 'matties for life' komen erg in de problemen en moeten probreren op elkaar te vertrouwen om dit tot een goed einde te brengen. 'Easy doekoes' is geen zwaar boek. In 147 pagina's probeert auteur Youssef Jahfa de lezer te overtuigen en dat lukt maar deels. De gebruikte 'straattaal' en het eenvoudige plot zorgen er voor dat je toch meer het idee hebt dat je een jeugdboek aan het lezen bent, dan een stevige 'volwassen' thriller. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren natuurlijk en een thriller hoeft niet ingewikkeld te zijn om lezers aan te spreken, maar er moet wel echt een degelijke opbouw van het verhaal zijn. Als er teveel zaken uit de lucht komen vallen, krijg je al snel te weinig binding met de personages. Dat gebeurt in 'Easy doekoes' ook. Er ontstaat een antipathie tegen de voornamelijk Mo. Hij is verwaand en lui en raakt daardoor steeds in de problemen. De ogenblikken van inzicht en bekering zijn er wel, maar die komen dan ook weer op een moment in het verhaal dat het erg voorspelbaar is. Die voorspelbaarheid is er trouwens niet gedurende het hele verhaal. Het einde is erg verrassend, maar ook onthutsend. De geloofwaardigheid van het verhaal krijgt daarmee een flinke klap te verwerken. Het gevoel waarmee je een boek afsluit is vaak het gevoel waarmee je het ook aan andere lezers zal aanprijzen en dat is net door dit verrassende einde wat moeilijk te verwoorden. Als lezer zwem je een beetje. Het contrast met de dertig voorgaande pagina's is eigenlijk te groot. Als dit boek in een jeugdigere categorie was ondergebracht, had het zeker meer sterren verdiend. Om dit boek als gedegen thriller aan andere ervaren lezers aan te prijzen, zou er een sterker plot aanwezig moeten zijn. 'Easy doekoes' leest vlot, maar heeft naast de straattaal weinig extra's te bieden qua stijl. Er is vrij veel wisseling tussen tegenwoordige en verleden tijd bijvoorbeeld en dat zijn toch wel elementen die je als lezer onbewust een onbehaaglijk gevoel geven. Het opwekken van suggestie en een groot deel van de spanning in een een sterke thriller. In 'Easy doekoes' wordt eigenlijk alles erg goed uitgelegd en blijft er zo veel minder ruimte over voor de eigen verbeelding van de lezer. Het verhaal is origineel, het einde is verrassend, het boek leest in zijn geheel erg vlot, maar toch is er nog veel ruimte voor verbetering. De zwaarste keuze voor een volgende thriller zal liggen bij het genre. Waar gaat de auteur voor? Jeugd of volwassen? Want als jeugdthriller was dit boek een knaller geweest.
0neg
Troostkind vond ik eigenlijk te veel, te toevallig, te zo weinig realistisch. Nu weet ik dat thrillers doorgaans niet realistisch zijn maar meestal denk je: 'ja, dat zou kunnen gebeuren'... maar de reactie van deze moeder... nee zo ga je zelfs in de werkelijkheid niet met gebeurtenissen om. Kortom; ik vond het geen geweldig goed boek al heb ik het wel in 2 dagen gelezen.
0neg
Wat een bijzonder boek is dit! Het heeft me aan het denken gezet wat nou precies maakt dat een boek goed of slecht is. Drie graven veel heeft veel mee. De uitgave is prachtig verzorgd en ruikt heerlijk. Hier en daar vind je pareltjes van zinnen. Het plot zit goed in elkaar en is verrassend. Het boek is origineel, wie wil er nou niet lezen hoe een hond de misdaad ervaart? Maar toch.. in een goed boek wil je ondergedompeld worden. En bij dit boek had ik bijna permanent een frons op mijn voorhoofd. Wat een gekunstelde zinnen lees je af en toe! En waarom voelen de spannendste passages meer als slapstick? De schrijfstijl is niet consistent en golft niet mee met de ontwikkeling van het plot. En dat zit Drie graven vol echt te veel in de weg.
0neg
Dir boek is me zwaar tegengevallen. Heb het toch uitgelezen omdat ik las dat het een verrassend einde had maar ik viel niet omver... Dit verhaal blijft totaal niet hangen bij mij. Jammer
0neg
Ik ben bij pagina 127 opgehouden met lezen. In tegenstelling tot de andere boeken van deze schrijver werd ik niet meegesleurd in het verhaal. Erg jammer.
0neg
Ik vind dit boek een matig boek, had iets meer spanning verwacht. Eigenlijk vertelt het drie verhalen, die nauwelijks iets met elkaar te maken hebben. Dit vind ik erg storend, wat je verwacht dat die drie verhalen een keer bij elkaar komen, maar dat doet het niet. Het boek was wel prettig geschreven, hierdoor lukte me het wel om het uit te lezen. Helaas zal ik niet nog een boek van deze schrijver gaan proberen, daarvoor heeft het me te weinig kunnen bekoren.
0neg
Mare Berrens heeft haar vrijheid opgegeven om haar dierbaren te beschermen. Ze is overgeleverd aan de grillen van koning Maven, eens haar grote liefde, nu haar grootste vijand. Rouwend om haar verloren bliksemkracht ondergaat ze de fysieke en mentale martelingen aan het hof. Ze probeert om tot Maven door te dringen en zijn hart te ontdooien, maar algauw ontpopt hij zich tot een nog wredere leider dan zijn overleden moeder Elara. Alle hoop rust op Cal, de oudste koningsbroer. Als leider van een steeds groter wordende rebbelengroep van Roden beraamt hij een revolutie tegen het heersende gezag van zijn broer. Maar niet iedereen weet het even goed met elkaar te vinden en hun grootste tegenstander Maven is niet van plan om de overwinning zo snel weg te geven. Koningsval is het derde en voorlaatste deel van de boekenserie geschreven door Victoria Aveyard. Uitgeverij Cargo en Marion Drolsbach en Ellis Post Uiterweer namen de Nederlandse vertaling voor hun rekening. De eerste twee delen Rode Koningin en Zwaard van glas betekenden een moeizame start met een boeiende thematiek en dynamisch hoofdpersonage die teniet werden gedaan door een afstandelijke vertelling. In dit derde deel worstelt het verhaal nog steeds met die mechanisch aanvoelende schrijfstijl. Het eerste deel leest bijzonder traag en dat heeft te maken met Aveyards neiging om elke situatie en gedachte uitvoerig te beschrijven. Ze laat zo weinig aan de verbeelding over dat de tekst aanvoelt als een louter informerende beschrijving. Koningsval worstelt niet alleen met dezelfde problemen als zijn voorgangers, maar speelt ook de sterkere punten minder goed uit. In Rode koningin en Zwaard van glas was hoofdpersonage Mare een interessante kolk van eigenschappen en demonen die het verhaal gelaagdheid schonk, maar van dat complexe en boeiende bliksemmeisje blijft enkel een flauw afkooksel over. Gecombineerd met de afstandelijke schrijfstijl weten haar persoonlijkheid en haar belevenissen niet te raken. De sympathie voor – de doordeweeks ingevulde – slechterik Maven is niet groter dan die voor Mare. Koningsval mag dan heel wat knelpunten hebben, Aveyard doet deze vergeten in elke actiescène. Als scenarioschrijver weet Aveyard als geen ander om elke actie levendig te beschrijven. Bovendien is Koningsval op emotioneel vlak het meest intense verhaal tot hiertoe. De overkoepelende verhaallijn is weinig vernieuwend, maar op gezette tijd duiken er kleine verrassingen op die verfrissend werken en de interesse doen toenemen. Koningsval telt meer dan 500 pagina’s, maar biedt heel weinig inhoud en begeestering voor die omvang.
0neg
Na 'Uitgeteld', wat ik een super grappig en eigenzinnig boek vond, was dit boek een tegenvaller. Het verhaal is origineel en de eerste pagina's maakten me nieuwsgierig, maar uiteindelijk zat er weinig vaart in, het verhaal kabbelt verder, en was dit mijn eerste boek vd schrijfster geweest, dan had ik het waarschijnlijk niet uitgelezen. Het laatste kwart van het boek kon me meer boeien, ik was wel benieuwd hoe het zou aflopen. Het hoofdpersonage is een vreemde vogel, maar had meer uitgewerkt mogen worden; anders dan het personage van Uitgeteld ontbrak hij geloofwaardigheid, en dat geldt voor het hele verhaal. Het is er een beetje te ver over, terwijl het bij Uitgeteld net niet over is, naar mijn mening. Wel leuk vond ik verwijzingen naar het eerste boek, Esther van Nuenen die hapjes levert, normaal met kalfsvlees, maar soms ook wel es met iets anders
0neg
zeer slecht geschreven ook qua taalgebebruik in het boek er gebeurt veel te veel soms bij het onrealistische af verder word er eindeloos doorgezaagd over bepaalde dingen en zitten er teveel clichés in
0neg
Om te beginnen had ik al niet veel met het onderwerp, maar door de DWDD-aanbeveling en het feit dat ik het te leen kreeg toch aan begonnen. Uitgelezen ook, maar met weinig enthousiasme. De Meister heeft nogal moeite haar verhaal op gang te houden en doet er lang over om 'to the point' te komen. Het boek had naar mijn idee wel een derde korter gekund. Veel gezever over godsdienst, zonder dat de auteur duidelijk kan maken wat Thé nu eigenlijk heeft bewogen haar kind op te geven en het klooster in te gaan. Althans, voor mij is dat nooit duidelijk geworden. Komt nog eens bij dat het slot nogal slap en ongeïnspireerd is en gezien het voorgaande afgeraffeld wordt met de nodige losse eindjes. Zoveelste bewijs dat aanbevelingen van professionele lezers (recensenten, boekenpanels, literaire prijzen) met een korreltje zout moeten worden genomen.
0neg
Een verhaal in een verhaal spreekt mij niet aan; ik heb dan ook stukjes overgeslagen. Dit was het tweede boek gelezen van deze schrijver, het smaakt helaas niet naar meer. Het boek Weerzien heb ik wel in 1x uitgelezen!
0neg
In het dagelijks leven gebruiken we steeds meer toegepaste natuurkunde. Denk maar aan chips in computers, navigatie, en zo ongeveer alles wat elektrisch is. Toch zijn er nog veel onderwerpen van de natuurkunde die een ver-van-je-bed-show lijken, zoals ruimtereizen, teleportatie en quantumcomputers. Een deel van deze dingen wordt bestudeerd in de quantummechanica, die de eigenschappen van de kleinste bouwstenen van ons universum onderzoekt. Martijn van Calmthout probeert uit te leggen wat quantum is, en hoeveel het in de praktijk gebruikt wordt. Belangrijk in een populair-wetenschappelijk boek is dat alles op een begrijpelijke manier wordt uitgelegd, en daar ligt hem nu juist de crux. Richard Feynman zei ooit ‘Wie denkt de quantummechanica te snappen, begrijpt er niets van’. Vrij snel in het boek komt dan ook de uitleg dat je het niet hoeft te snappen, om het te begrijpen: zolang je de regels begrijpt waaraan de quantum-deeltjes zich houden, is het irrelevant of je ook echt snapt waarom die regels er zijn. Hoewel ook hier niet alle wetenschappers het over eens zijn. Echt Quantum begint met een uitleg over de geschiedenis van de ontdekking van de quantummechanica: wie deed welk experiment, welk genie bedacht welke theorie, en wat is het gevolg daarvan. Daarna laat het zien wat de rol van quantummechanica in ons huidige leven is. Het boek wordt geschreven vanuit het oogpunt van de ik-persoon, die een conversatie heeft met Einstein en Bohr over de quantummechanica. De conversatie blijkt al snel een monoloog te zijn van de ik-persoon, met weinig commentaar van de twee historische grootheden. Het hele concept doet wat raar aan, vooral omdat we allemaal weten dat zowel Einstein als Bohr al geruime tijd niet meer onder ons zijn. De wisseling tussen de beschrijving van de situatie met de drie mannen in een hotel en de monoloog over quantummechanica werkt niet; het leest raar en verwarrend. Jammer in een boek over een onderwerp dat al verwarrend genoeg is. De uitleg van quantummechanica en de begrippen die daarvoor relevant zijn, is ook niet altijd even duidelijk. Los van het feit dat quantummechanica op zichzelf verwarrend is, zou het gebruik van plaatjes hebben geholpen. Een zin als ‘Maar in werkelijkheid ontstaat er op het tweede scherm een patroon van meer dan twee parallele strepen, waarin iedere natuurkundige meteen een interferentie patroon zou herkennen.’ Vraagt om een plaatje van het desbetreffende interferentiepatroon, aangezien niet elke lezer een natuurkundige zal zijn. Het niveau en tempo ligt hoog, waardoor verschillende delen meerdere malen gelezen moeten worden om begrijpelijk te zijn. De schrijfstijl van het boek is niet altijd even prettig om te lezen, wat het begrip van quantummechanica niet vergroot. Lange zinnen met meerdere bijzinnen in combinatie met missende komma’s zijn af te raden bij een ingewikkeld onderwerp: ‘Iets dergelijks kunnen de Delftse onderzoekers teweeg brengen in de speciale microscopische schakeling die ze hebben ontworpen en gemaakt waarop een nanodraad van een indium-antimoon de brug vormt tussen twee supergeleidende stroken van niobium.’ Hoewel prachtige lange zinnen zeker een plaats kunnen hebben in de literatuur, is een boek over quantummechanica voor beginnelingen misschien niet de beste plek hiervoor. Het tweede deel van het boek wordt beter te begrijpen. Na de uitleg over de natuurkundige kant van de quantummechanica en de geschiedenis ervan, wordt er verteld hoe ver de wetenschap nu is. Een voorbeeld is de quantum-computer: in hoeverre zullen de quantum bits (qubits) de huidige 1/0 (bits) vervangen? Hoewel niet alles meteen duidelijk is, leest dit deel makkelijker weg en is het begrijpelijker. Dit is het deel dat enige opwinding zal veroorzaken: hier worden onderzoeken beschreven over de instant communicatie tussen twee deeltjes met kilometers ertussen. En dat komt toch wel heel dicht in de buurt van teleportatie. De vraag is alleen op welke schaal dat soort dingen mogelijk zijn: in hoeverre kunnen we de eigenschappen van de allerkleinste deeltjes gebruiken in de wereld van de grotere deeltjes? Dat blijkt de grote vraag. Na Echt quantum is in ieder geval één ding heel duidelijk: quantum speelt een grote rol in ons dagelijks leven. Helaas stelt het boek wat teleur in het geven van een duidelijke, begrijpelijke uitleg.
0neg
Sinds Plato erover schreef, heeft Atlantis heel wat tongen en pennen in beweging gebracht, waaronder de pen van David Gibbins. Deze onderwaterarcheoloog leeft in Atlantis al zijn archeologische dromen en fantasieën uit. Het begint met de ontdekking die archeoloog Jack Howard in de Egeïsche Zee doet. Hij vindt een gouden schijf met een cryptische tekst. Een collega van hem, professor Hiebermeyer, doet tegelijkertijd in de Egyptische woestijn een andere revolutionaire ontdekking. Op een stuk papyrus treft hij de naam aan van het verloren gegaan eilandrijk, dat bekend staat als Atlantis. Op basis van deze ontdekkingen ontstaat een speurtocht naar Atlantis. Op de achterzijde van het boek prijkt een lovend citaat dat van Crimezone.nl afkomstig is: "Een bijzonder spannende speurtocht... een zeer bevredigend boek... dat een breed publiek zal aanspreken." Dit citaat is weliswaar niet op deze pagina terug te vinden, maar is wel overgenomen uit een Crimezone recensie. Collega Jannelies beoordeelde het boek in augustus 2005 in de rubriek Van Overzee en beloonde het met vier sterren (zie: http://www.crimezone.nl/shownews.php?newsID=477) Dat smaken verschillen blijkt weer eens. Mij kan Atlantis niet boeien. Het is zeker geen bevredigend boek. Gibbins weet eigenlijk niet wat hij wil. Enerzijds heeft hij een archeologische ontdekkingstocht geschreven. Hij neemt de lezer mee, van Griekenland, via Egypte naar de Zwarte Zee. Over de schouders van de archeologen kan de lezer meekijken hoe artefacten gecatalogiseerd en gedateerd worden, en hoe men erover speculeert. Hoewel dat op zich interessant is, slaat Gibbins door met zijn jargon en de vele details. Anderzijds meende de auteur een spannende actiethriller te schrijven. Niets is hem daarbij te gek: een zeeslag, een vulkaanuitbarsting, een achtervolging met helikopters, een gezonken kernonderzeeër, vuurgevechten en een diepzeereis. Allemaal spektakel. Het enige wat er nog aan ontbreekt, is een ruimtereis. Gibbins gaat zich ook te buiten aan details. De hoofdpersonen kunnen nog geen kruisraket afvuren zonder en passant de technische specificaties op te sommen. Het lijkt soms wel een technothriller à la Tom Clancy of een opgeblazen James Bond verhaal. Psychologisch laat het boek ook het een en ander te wensen over. De hoofdpersonen zijn flat characters. Je leert ze gedurende het verhaal amper beter kennen. Het zijn allemaal supermensen. Ze hebben overal verstand van, ze hebben de beste opleidingen genoten, ze knokken door ondanks zware verwondingen en slaaptekorten en ze zijn allemaal volstrekt loyaal aan elkaar. De hoofdpersonen zijn duidelijk de good guys. Zij zijn ook degenen die altijd raak schieten, terwijl de bad guys, ondanks hun materiële en personele overmacht, het er bekaaid van afbrengen. Soms is er een spannend moment. Zoals in hoofdstuk 5 en 6, wanneer de bemanning van het schip van Jack Howard belaagd wordt door het oorlogsschip van een zeerover. Eén van de medewerkers, Katya, gaat met de schurken onderhandelen. Tegelijkertijd besluit Howard op het benedendek een teleconferentie te houden. Waarover? Over de archeologische ontdekkingen en hun betekenis voor hun onderzoek. Deze teleconferentie neemt ruimt zes pagina's in beslag. Er wordt daarbij geen woord aan de levensbedreigende situatie vuil gemaakt. Toch staat er dan op pagina 82: "De knagende bezorgdheid die tijdens haar (Katya's) afwezigheid de teleconferentie had beheerst..." Welke bezorgdheid? De timing schiet ook tekort. Op een gegeven moment gaat Jack Howard met twee van zijn collega's onder zeer spannende omstandigheden duiken. Ze hebben een half uur. Maar dertig pagina's later, vele archeologische ontdekkingen en uitgebreide gesprekken later, zitten ze nog steeds in een onderwaterlabyrint waarin ze de uitweg moeten zien te vinden. Gevoelsmatig zitten ze er al vele uren! En wat een gemiste kans om hier spanning in te brengen! Alweer een levensbedreigende situatie, maar de archeologen gaan volledig op in hun werk. Een ontdekkingstocht naar de origine van het Atlantis verhaal van Plato zou interessant kunnen zijn. De theorie dat het eilandrijk zich in het gebied van de huidige Zwarte Zee zou hebben bevonden, is niet nieuw. Maar Gibbins brouwt er weinig van met zijn pogingen er een spannend verhaal van te maken. Hij zou er goed aan doen te kiezen voor een actiethriller, of een archeologische ontdekkingsreis, en het mes te zetten in de vele details.
0neg
Na het lezen van de 50/50 moorden was ik heel eeg enthousiast over Steve Mosby maar dit boek vond ik niet zo spannend terwijl het concept van het verhaal wel weer goed verzonnen is. waar ik me erg aan stoorde is het einde zo raar en rommelig ik heb geen tevreden gevoel toen ik klaar was met lezen jammer!
0neg
Lilian Schneider heeft ambitie en zelfvertrouwen, dat staat vast. In een interview met webradio Glasnost noemt ze haar debuutthriller Aquamarijn een psychologische roman, ‘want de hoofdpersoon maakt van alles mee op het relationele en persoonlijke vlak’. Jammer genoeg staat zo’n reeks gebeurtenissen niet garant voor psychologische diepgang. Sterker nog, met die definitie krijg je ineens een totaal andere kijk op de Bouquetreeks. Overigens lezen zulke romannetjes vaak lekker weg. Dat geldt ook voor Aquamarijn, maar het alledaagse karakter en de overmaat aan clichés slaan de gewekte verwachtingen al snel de bodem in. De psychologie van het op zich niet onaardige verhaal blijft steken in ‘Silke bijt op haar onderlip’, ‘Haar hartslag roffelt tegen haar borstkas’ en ‘Silke voelt een aangename trilling in haar onderbuik’. Schneider weet daarmee niet onder je huid te kruipen. Ondanks de onverwachte ontknoping blijft het verhaal dan ook niet hangen. Jammer, want de achterflap belooft een thriller ‘die op ijzige wijze weet te boeien, niet door moord en doodslag maar door een ontluisterend psychologisch steekspel.’ Op een avond krijgt Silke Verburg telefoon van de mentor van haar vijftienjarige zoon Tim. De aanleiding is een mailtje waarin Silke schrijft dat ze gaat scheiden. Een mailtje? Scheiden? Silke begrijpt er niets van. Hoewel haar huwelijk met Jeroen nooit echt opwindend is geweest en het aantal ruzies toeneemt, is van een scheiding geen sprake. Het mailtje blijkt afkomstig van een nep-hotmailaccount. Vlak daarna krijgt Silke een sms’je met de tekst ‘Ik tel de dagen af’, even later gevolgd door het getal 263. Ze praat er met niemand over, bang dat ze dan ook het geheim moet onthullen dat ze al twintig jaar met zich meedraagt. Silke werkt bij de lifestyle glossy Zenza. Een interview met meubelontwerper Paul van Zanten is het begin van een hartstochtelijke affaire. Silke verlaat Jeroen, en hoewel het haar pijn doet Tim achter te laten, is ze dolblij met deze nieuwe kans. Paul draagt haar op handen. Haar geluk wordt alleen verstoord door sms’jes waaruit blijkt dat dag 0 nadert. In de hoofdstukken die zich in het verleden afspelen, krijgt de lezer beetje bij beetje te horen wat er twintig jaar geleden is gebeurd. Schneider begint veel hoofdstukken met een citaat uit een songtekst. Hoewel die min of meer aansluiten bij de inhoud, hebben ze geen duidelijk doel waardoor ze niets toevoegen aan het verhaal. In het eerder genoemde interview vertelt Schneider wat ze met haar debuut beoogt: “Ik wil graag krachtige vrouwen laten zien. Ik hoop dat ik met Aquamarijn, met hoofdpersoon Silke, laat zien dat zij – ondanks wat ze allemaal meemaakt en het soms ook heel moeilijk heeft – eigenlijk een hele krachtige vrouw is.” Voor Silke die schijnbaar zonder veel nadenken huis, man én kind opgeeft, zijn allerlei typeringen te bedenken (van impulsief tot onnadenkend en oppervlakkig) maar ‘krachtig’ komt in dat rijtje beslist niet voor. Nu kunnen ook niet‑krachtige personages een verhaal dragen en tot een goede thriller leiden, maar met de eendimensionaal beschreven Silke wordt dat moeilijk. De uitspraak van Schneider laat zien dat er een flinke kloof zit tussen haar ambities en datgene wat ze waar weet te maken. Waar ligt het probleem? Uitgeverij Passage richt zich vooral op literatuur. Had Aquamarijn bij een uitgeverij met meer ervaring in het begeleiden van thrillerschrijvers meer kans gemaakt om uit te groeien tot een lezenswaardig boek? Aan de andere kant: Judith Visser debuteerde bij deze uitgeverij en ook de boeken van Lupko Ellen zijn behoorlijk succesvol. Schneider weet je wel op het verkeerde been te zetten. Als de ware toedracht is onthuld, husselt een plotwending op de laatste bladzijde het verhaal opnieuw door elkaar. De lezer blijft in het ongewisse achter. Jammer genoeg komen de laatste alinea’s erg rommelig over. Toch krijgt Aquamarijn vanwege de aardige plot een voorzichtige tweede ster.
0neg
Ronduit een tegenvaller. Dit boek vermag niet in de schaduw te staan van Moordkuil of Engelenstem waarin de schrijver aantoonde over een groot verhaalvertellend vermogen te beschikken. Hoewel het verhaal hoopvol begint met een prachtig beschreven plaats delict, kabbelt Winternacht alsmaar lusteloos voort. Amper spanning, geen beklijvende beschrijving van een gesloten gemeenschap, om over de figuur van de alsmaar vertalende tolk te zwijgen. De intermezzo's in het priveleven van Erlendur zijn dit keer krampachtig en weinig boeiend. Snel vergeten deze tegenvaller van Indridason.
0neg
Vond dit boek heel erg tegenvallen, erg landradig en ben er snel doorheen gegaan. Jammer, haar vorige boeken vond ik een stuk beter!
0neg
Up is hetzelfde als Paaz. Alleen heet het boek anders en hebben beide boeken een andere lay out. Maar de verhaallijn blijft het zelfde voor mij. Emma heeft psychische klachten, komt op de Paaz terecht en moet zichzelf weer herpakken. Zo gaan beide delen. Daarnaast vind ik dat Emma een behoorlijk groot zelfmedelijden heeft, iets waar ik me (net zoals bij Paaz) aan irriteerde.
0neg
Irma is halverwege de 30, heeft een leuke baan, een lieve vriend, Patrick, waar ze gek op is en hij op haar en het leven lacht haar toe. Er is maar één dingetje wat haar dwars zit: hoewel haar leeftijd mee begint te spelen heeft ze helemaal geen behoefte om kinderen te krijgen. Haar vriend echter wil dolgraag kinderen en dat gegeven is het begin van het einde van hun relatie. Irma zet rigoureus een punt achter haar relatie omdat ze erachter wil komen wat haar drijft: waarom wil ze geen kinderen, wat wil ze voor toekomst. Is dat met Patrick? Is dat alsnog met kinderen? Of niet? Als ze er kort daarna achterkomt dat ze endometriose heeft en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn, weet ze het helemaal zeker: ze gaat op reis; op zoek naar antwoorden op de vraag: wie ben ik en waar wil ik naar toe. De reis is een lang uitgesponnen reisverhaal, met veel beschrijvingen van natuur en van ontmoetingen. Irma heeft een paar maanden sabbatical opgenomen van haar werk en gaat eerst naar Egypte, daarna trekt ze verder Afrika in en haar einddoel is Indonesië. De ontmoetingen met reisgenoten en met lokale mensen maken veel in haar los. Het wordt allemaal uitgebreid beschreven, evenals de rondreis die ze maakt door landen als Malawi, Tanzania en Kenia. En daar slaat ze de plank mis, naar mijn idee. De auteur verzandt in teveel details over de reis, zonder dat we nu echt veel meer te weten komen over haar geestelijke groei; toch de reden dat ze weg is gegaan. Die groei komt met horten en stoten door enkele gesprekken die ze door het boek heen met mensen heeft en waardoor ze patsboem weer een stuk van zichzelf beter leert kennen. Dat alles omlijst met lang uitgesponnen verhalen over de zoveelste gamedrive, de zoveelste overnachtingsplek, de zoveelste reisdag met de truck. Wat mist is uitdieping van de personages. De hoofdpersonen blijven redelijk vlak, waardoor het ondanks de soms heftige verhalen moeilijk is om met ze mee te leven, en het verhaal kabbelt voort zonder hoogte- of dieptepunten. Het totaalplaatje doet meer denken aan een reisblog dan aan een inspirerende roman. De reis is in eigen beheer uitgegeven en mist duidelijk een redactionele toetsing. Woorden zijn verkeerd geschreven of er is vergeten een woord te verwijderen bij het herschrijven van een zin. Een paar voorbeelden van missers die opvielen: 'geneerde blikken' ipv 'gegeneerde blikken'(blz. 94), 'niet in ons bij zijn' ipv 'niet in ons bijzijn' (blz.201), 'wierrook' ipv 'wierook' (blz 300). Daarnaast is bij een aantal hoofdstukken vergeten om de uitlijning rechts aan te zetten, wat een erg onrustige bladspiegel geeft. Irritant en niet nodig wanneer een verhaal nog een keer extra geredigeerd wordt. Ingrid van Lammeren is geboren en getogen in Haarlem, ook het startpunt van dit boek. Schrijven is haar passie. Ze is actrice geweest en heeft onder andere duikreizen naar Eygpte verkocht. Die ervaring kwam haar uiteraard zeer te pas bij het schrijven van dit boek. De reis is haar debuut.
0neg
Een boek in twee delen, het eerste deel, tijdens de oorlog is vlot geschreven, het tweede deel, na de oorlog is veel te langdradig en slaapverwekkend. Spijtig, want het idee van het boek is goed gevonden.
0neg
Dit boek heeft twee verhaallijnen: een in het hedendaagse Italië en het andere in het Frankrijks van 1206. De zweetdoek met de afbeelding van Christus (het doek van Veronica) speelt in beide lijnen een belangrijke rol. Heden en historie worden door de auteurs op een prettige manier met elkaar in verband gebracht. Ik zelf vond het historische deel het prettigst om te lezen voor wat betreft de sfeer en details. Het was enige tijd geleden dat ik van deze auteurs een boek gelezen heb. Dit boek is voor mij zeker aanleiding om ook andere titels van hun hand te gaan lezen.
0neg
Anthony Horowitz ken ik vooral van zijn geweldige boek “William S.”, dat kortweg gaat over hoe het Shakespeare zou vergaan in Hollywood. Dit boek van hem is echter veel minder. Dit komt naar mijn idee omdat het wel lijkt alsof Horowitz zelf ook niet wist wat hij precies wilde schrijven. Resultaat is een verhaal dat aan de ene kant volslagen absurd is (de hoofdpersoon, Guy, probeert de bron van een mop te ontdekken, maar al snel wordt tegengewerkt door een illuster drietal dat de hoofdrol speelt in veel van die moppen (de Engelsman, de Ier en de Schot, laten we zeggen het equivalent van onze Nederlander, Duitser en Belg). Zij laten Guy in de een na andere typische “mop”-setting belanden (zo glijdt hij uit over een bananenschil en wordt hij bijna geplet door een wals). Aan de andere kant heeft het boek ook een serieuze kant, bijvoorbeeld als het gaat over Guy’s worsteling met zijn moeilijke relatie en hoe hij dan toch nog de ware vindt. Het maakt het gehele boek nogal onbestemd, zeker als uiteindelijk het hele verhaal een mop blijkt te zijn. Nee, Horowitz mag een goed schrijver zijn, maar over dit boek was ik niet erg enthousiast.
0neg
Mooi geschreven hoofdstukken die zich in het verleden afspelen worden helaas afgewisseld met mindere in het heden. De hoofdstukken over Marrit doen mij denken aan de stijl van een jeugdboek, waarbij de hoofdpersoon mij tegenstaat. Haar in mijn ogen dommige keuzes en acties, wekken bij mij dusdanige irritatie, dat ik het boek na 100 pagina's heb weggelegd. Ik kan me wel voorstellen dat een verfilming van Evenbeeld me wel zou kunnen bekoren, mits het karakter van Marrit boeiender zou worden verbeeld.
0neg