text
stringlengths 4
22.7k
| label
class label 2
classes |
---|---|
Sinds het onvoorstelbare succes van Dan Brown met zijn boeken Het Bernini Mysterie en vooral De Da Vinci Code zijn er ontelbaar veel boeken verschenen over mystieke broederschappen, religieuze organisaties, verborgen boodschappen en geheimzinnige voorwerpen. Ook boeken die vóór de hype zijn geschreven, maar nooit enig succes wisten te behalen, worden massaal opnieuw uitgebracht en aan het naar nieuwe mysteries verlangende publiek aangeboden. Het leven van Jezus, de archieven van Het Vaticaan, beroemde schilderijen en eeuwenoude organisaties als de Tempeliers en de Vrijmetselaars zijn tegenwoordig onderwerpen die zich in een warme belangstelling mogen verheugen. Inmiddels is het een geheel eigen genre geworden en steeds meer uitgevers en auteurs proberen een graantje van het succes mee te pikken. Zo ook de in 1961 geboren dierenarts Jim Czajkowski uit Sacramento, die onder het pseudoniem James Clemens reeds vier zeer bejubelde fantasyromans heeft geschreven en van wie onder de naam James Rollins inmiddels acht thrillers zijn verschenen. Twee jaar geleden werd reeds IJsjacht in een Nederlandse vertaling uitgebracht en inmiddels is ook Steen Der Wijzen verschenen. Dit laatstgenoemde boek staat net als de boeken van Dan Brown vol met puzzels en bloedstollende actie, overgoten met een duidelijk mystiek sausje. Precies waar het publiek op zit te wachten.
Na een bloedbad in de Dom van Keulen worden de beenderen van de Bijbelse Wijzen uit het Oosten gestolen. De geheime Amerikaanse elite-eenheid SIGMA wordt, onder leiding van Grayson Pierce, verzocht de zaak te onderzoeken. Zij komen een geheime broederschap op het spoor die van plan zijn om de wereld ingrijpend te veranderen. Na Duitsland en Italië gaat het team bijna de hele wereld over en ontdekken ze dat er in eeuwenoude religieuze voorwerpen en documenten allerlei aanwijzingen staan die hun nu van pas komen. De vraag is alleen waarom de oude beenderen zo belangrijk zijn, maar dankzij de hulp van de Romeinse agente Rachel Verona en haar oom, de kardinaal Vigor Verona, komen ze de waarheid uiteindelijk op het spoor.
Het team van SIGMA weet steeds in zeer korte tijd vaak zelfs binnen een paar minuten eeuwenoude raadsels op te lossen en op die manier enorme ontdekkingen te doen. Maar steeds worden ze weer opgepakt door hun vijanden, weten vervolgens weer te ontsnappen om even later toch weer gevangen te worden genomen. Dit gaat bijna oneindig door, zonder dat er ook maar iemand gedood of zelfs maar ernstig gewond raakt. Het is in een aantal gevallen allemaal wel héél erg toevallig en absoluut ongeloofwaardig. Als ze op een gegeven moment onder water op zoek zijn naar een aanwijzing die hun kan leiden naar het lichaam van Alexander de Grote, heeft Grayson Pierce een paar blikjes cola nodig om een chemische reactie op te roepen. En dan blijkt er inderdaad net een sixpack in de door hun gehuurde speedboot te liggen. Maar ondanks dat kleine voordeeltje, worden ze al weer snel gevangen genomen door hun uiterst wrede tegenstanders maar weten ze uiteraard ook weer snel te ontsnappen. Om even later weer
Juist. Een aaneenschakeling van voorspelbare acties die ervoor zorgen dat het met de geloofwaardigheid van het verhaal niet al te best gesteld is. En dat is jammer, want alle historische gegevens die erin zijn verweven zijn absoluut interessant te noemen en de research die Rollins heeft moeten plegen is waarschijnlijk enorm geweest. Mogelijk dat hij daarom niet zoveel tijd heeft gehad om zijn hoofdrolspelers enigszins uit te diepen en dat het verhaal zelf flink wat gaten bevat. En dat is jammer, want onder zijn andere pseudoniem heeft Rollins meerdere keren bewezen een begenadigde verteller te zijn en van Steen der Wijzen had hij absoluut een bestseller kunnen maken. Terwijl hij nu blijft hangen in een bedroevende middelmatigheid. | 0neg
|
Had dit boek ergens een lijst zien staan, wist toen nog niet dat Rowling dit boek heeft geschreven. Het is geen pageturner.
400 paginas opbouw en interviews met verdachte cq. Betrokkene bij de moord/zelfmoord. De laatste 50 paginas de ontknoping.
Lange aanloop, weinig spanning. Viel erg tegen. | 0neg
|
Het wordt echt allemaal te gek. Cornwell moet ofwel geld hebben of ze heeft een contract om op een bepaalde datum een Scarpetta boek uit te brengen. Dezelfde personages blijven, maar het verhaal is zo ongeloofwaardig dat het bijna komisch wordt. Misschien zou ze beter een sabbatjaar of twee nemen. | 0neg
|
Verschillende boeken heb ik gelezen van deze schrijver.
Maar dit boek begint goed maar gaat dan over familie enz.........namen en generatie's enz....
Het wordt voor mij te ingewikkeld.
De schrijver zoekt zelf een uitweg.
Neen,geen mooi boek ook niet spannend.
Voor mij is dit één van zijn slechtste schrijvels. | 0neg
|
Hulde aan iedereen die dit boek uit heeft kunnen lezen. Ik ben na pagina 15 gestopt. Wat een holle frasen en clichematige beschrijvingen; zelfs mensen die een schrijfcursus volgen zouden gevoelens en situaties oorspronkelijker kunnen beschrijven. Voorbeeld: 'vragen schoten op als paddestoelen uit herfstige bosgrond'. Kom op! Ik was door andere recensies nieuwsgierig geworden naar dit verhaal,
maar deze schrijfstijl gaat me echt belemmeren in het genieten van het boek. Gelukkig zijn er wel Nederlandse thrillerschrijvers die bewijzen dat ze de concurrentie met het buitenland aankunnen. Books zou een voorbeeld kunnen nemen aan West & Waterman. | 0neg
|
Het schrijven van een kinderboek met de dood als thema is niet gemakkelijk. Dat bleek gister al, toen ik Deze schelp verdient een kistje niet meer dan 1 ster kon geven. Ook Bens boot van Pieter Koolwijk weet niet de juiste toon te vinden.
Ontbrak het in het boek van Annie van Gansewinkel juist aan humor, het boek van Pieter Koolwijk is juist wel heel grappig bedoeld. Giels broer Ben is overleden omdat hij bij het oversteken wel naar links, maar niet naar rechts had gekeken, of precies andersom, dat weet Giel niet meer. Ben ligt begraven in de achtertuin. De buren, door de vader van Giel worden ze de families Oorwurm en Azijn genoemd, klagen hierover. Ze vinden het vies en griezelig.
Lees verder op mijn site | 0neg
|
Het boek heeft een boeinde verhaalijn. Bladzijdes lang was ik aan
het wachten op het moment dat ik zou worden gegrepen door de
spanning.. Maar het boek heeft net niet de
spanningsfactor.. | 0neg
|
Helaas niet verder gekomen dan pagina 20. De schrijfstijl is niet om door te komen. Zonde, want ik ben wel een liefhebber van streekromans, maar het verhaal loopt veree van lekker: kromme zinnen, onnodig vunzig taalgebruik, irritante personages. Kortom, een bittere teleurstelling. | 0neg
|
Een bijzonder teleurstellend boek wat aangemeld wordt als thriller van het jaar 2013. Nick en Amy zijn 5 jaar getrouwd wanneer Amy plots verdwijnt. Zij heeft wel volgens traditie een speurtocht uitgezet en Nick probeert uit alle macht zijn vrouw te vinden maar heeft alle schijn tegen zich. Om en om worden de dagen van Nick en Amy beschreven van voor hun trouwdag. Halverwege het boek leek het even spannend te worden maar toen werd gelijk het plot al weggegeven waardoor het wat mij betreft, absoluut niet meer spannend werd. Het hangt van toevalligheden aan elkaar en er wordt te snel met conclusies gestrooid waardoor je als lezer snel je fantasie kwijtraakt. Jammer... | 0neg
|
Actueel, on-Nederlands, vlotte schrijfstijl, leuke vergelijkingen, soms humoristisch en goed gedocumenteerd maar... het verhaal pakt niet. Goeken heeft een rijke woordenschat, weet leuke zinnen op papier te zetten en hanteert een brede verhaallijn maar de vonk slaat niet over. Ik kreeg geen binding met de hoofdpersoon, daarvoor werden teveel personages opgevoerd mede daardoor miste het verhaal ook de broodnodige vaart en spanning die kenmerkend zijn voor een goede thriller.
De orde was een Tantaluskwelling, iedere keer dat ik dacht nu begint het, zakte het verhaal weer in. De cliffhangers waren voorspelbaar en zelden verrassend. Pas over de helft van het boek wint De orde aan kracht en tempo maar onvoldoende en te laat om meer dan 2 sterren te scoren. | 0neg
|
Het boek leest makkelijk weg, het is niet echt een thriller te noemen. Het verhaal wordt volledig gezien vanuit de ik-persoon (Ava Li) waardoor het diepgang mist. De personages worden niet voldoende uitgewerkt om je er mee te kunnen identificeren.
Het verhaal is in het begin niet echt spannend, aan het einde komt het verhaal wat meer op gang en is er iets meer spanning te vinden in het boek. Echt heel erg spannend of thriller wordt het niet.
De vergelijking met Lisbeth Salander is totaal niet van toepassing. Het dichtste bij Lisbeth dat Ava komt is door haar vechtkunst of het opsporen van bepaalde personen. Waar Lisbeth voornamelijk haar computerkennis gebruikt om achter gegevens te komen, gebruikt Ava liever de kennis van anderen.
Wat ook hinderlijk in het boek is dat Ava alles zo makkelijk gedaan krijgt. Ze vraagt bijvoorbeeld de hulp van een bepaald persoon en voor een geldbedrag krijgt ze alles gedaan, zonder dat ze moet uitleggen waarom ze bepaalde zaken nodig heeft.
Verder is het taalgebruik in het boek soms iets onder de maat.
Het enige goede van het verhaal is dat het verhaal wel leuk geschreven is. | 0neg
|
Toen ik Firelight kocht had ik mijn twijfels. Op de flaptekst leek het een leuk fantasy verhaal, maar het hele jongen-is-de-enige-reden-dat-ik-leef gedoe sprak mij niet zo aan. Het boek begon echter goed. Met spanning werd je geïntroduceerd in de fantasiewereld van Sophie Jordan. Daarna werd het verhaal helaas heel cliché. Het woord 'cheerleaden' werd zelfs genoemd. Firelight had veel weg van Twilight (voor mij niet een al te beste eigenschap): een meisje dat wanhopig verliefd is op een jongen die slecht voor haar is. Als je dat leuk vind is het goed leesvoer, maar ik was al snel klaar met steeds dezelde monoloog over hoe de hoofdpersoon in de knoop zit met haar gevoelens. Er zaten ook te veel zoetsappige kusscènes in. | 0neg
|
Sarah Lotz is in Zuid-Afrika vooral bekend als auteur van horrorverhalen. Louis Greenberg is freelance redacteur en auteur van de roman The Beggars. Als gelegenheidsduo hebben ze onder de naam S.L. Grey hun debuut De plaza gepresenteerd. De afbeelding op de cover stemt vooralsnog niet overeen met de vermelding dat De plaza een roman is. Wellicht is het verhaal dat wel?
De aan coke verslaafde donkere Rhoda doolt met de tienjarige Carlos door het winkelcentrum De Plaza. Ze heeft voor enkele uren de oppas overgenomen van haar nichtje Zinzi. Speurend naar haar drugsleverancier komt ze in boekwinkel Only Books terecht. De jongen is plotseling spoorloos en samen met Daniel, de winkelbediende, gaat ze op zoek. Zonder het zelf in de gaten te hebben dwalen ze door gangen die onbekend voor hen zijn en waar ze benaderd worden door vreemde figuren. Vol angst en vrees over wat er met Carlos gebeurd kan zijn, dalen ze, al zoekend, steeds dieper af in de krochten van het winkelcentrum. Vreemd is dat ze in deze gangen ook winkels tegenkomen. Opmerkelijk is dat die winkels vreemde namen dragen, het lijken wel 'spin-offs' van de originele benamingen. Het dreigt serieus fout te gaan als ze voortdurend voor keuzes worden gesteld die hen enerzijds verder kunnen helpen om een oplossing te vinden, en anderzijds levensbedreigend lijken, alsof ze in een game zijn beland! Het is belangrijk om een uitgang uit dit oneindig lijkende labyrint te vinden om te kunnen overleven.
Het predicaat 'roman' is hier wel het minst op zijn plaats, daar heeft dit boek nauwelijks iets van. Te weinig spanning en geloofwaardige psychologie maken het ook zeker niet tot een thriller. De plaza is een surrealistisch verhaal dat met vlagen tegen horror en fantasy aanleunt.
De rollen van de zombies worden deels overgenomen door paspoppen en zwervers die de maatschappij de rug hebben toegekeerd. Rhoda en Daniel bezitten labiele karakters waarbij enige vorm van zelfverzekerdheid alleen ontstaat als ze samen op pad gaan. Een echte boodschap kent het verhaal niet, of het zou moeten zijn dat een projectie op de consumentenmaatschappij de verborgen boodschap is. Om daar de aandacht op te vestigen zijn er andere mogelijkheden, met waarschijnlijk een grotere kans op succes.
Blijft tenslotte de ontknoping van de puzzel die nodig is om op de vele vragen een antwoord te krijgen. Maar helaas, er resten te veel onverklaarde onduidelijkheden om na de laatste bladzijde te kunnen zeggen dat alle losse draadjes verdwenen zijn.
De plaza laat beslist geen positieve indruk na, maar er zullen in de waarderingen en beoordelingen uitersten te zien zijn, je vindt het geweldig of helemaal niks! Zo een grote spreiding zie je niet vaak bij één boek, en dat is dan weer een verdienste! | 0neg
|
Bijna alles in dit boek is het net niet: de verhaallijnen worden netjes afgewisseld, maar op de een of andere manier werkt dat alleen maar vertragend in plaats van dat het spanning opwekt. De hoofdpersonen zijn een politie-inspecteur en een tabloidjournaliste die elkaar per definitie tegenwerken, dus dat wordt ook niks. De dader heeft weinig achtergrond en komt niet echt uit de verf, en de opzienbarende slotscene is niet erg logisch en lijkt vooral geschreven voor de sensatie.
Maar echt uitgesproken slecht is het boek nou ook weer niet, dus ik geef twee sterren als een soort aanmoediging. | 0neg
|
Dit boek is Baldacci onwaardig. Ongeloofwaardige en onlogische plotwendingen, vergezochte verhaallijnen, clichés, noem maar op... Elke valkuil waar een beginner in kan tuinen is hij ingetrapt.
Zelfs de uitwerking van zijn personages loopt mank. De psyche achter de seriemoordenaar is belachelijk en de bordkartonnen figuurtjes die hij van de sympathieke Maxwell & King maakt zijn om te huilen. De laatste 20 blz. zijn van een bedroevend niveau.
Dit boek haalt nergens het niveau van de vorige Baldacci's, in die mate dat ik mij afvraag of de echte Baldacci dit werkje wel geschreven heeft! | 0neg
|
Er bestaan boeken die zich niet eenvoudig in een hokje laten stoppen. Er zijn ook boeken waarbij het onmogelijk is ze in een hokje te plaatsen. Er zijn ook auteurs die hun werk liever niet in een hokje gezet zien worden, ondanks het waarschijnlijke aandringen van hun uitgevers die er het liefst wel een duidelijk stempel op willen plakken.
Gerwin van der Werf, in het dagelijks leven muziekdocent, is zo'n auteur. Zijn nieuwste boek, Wild, is zo'n boek. En als ik de recensies over Gewapende man juist interpreteer, past ook zijn debuutroman in dezelfde categorie van niet te categoriseren boeken. Waar Gewapende man nog wel het label roman heeft meegekregen op de cover, daar gaat Wild labelloos door het leven. Toch ontvingen we op de redactie een exemplaar van het boek. De cover oogt zowel roman als (literaire) thriller, daar kunnen we dus alle kanten mee op. De titel en in elk geval de flaptekst beloven een spannend verhaal.
In Wild gaat het om de twaalfjarige Simon de Ridder. Hij woont bij zijn opa en oma in een klein dorpje aan de rand van het bos. Het is eigenlijk al vanaf de eerste minuut duidelijk: er is wat mis met die jongen. Gerwin van der Werf heeft dan ook niet veel pagina's nodig om hem vanuit een verschrikkelijk trieste setting in een moeilijk parket te laten belanden. Het nieuwe luchtdrukpistool van opa is precies dat wat Simon nodig heeft om volledig af te glijden naar dat bedenkelijke niveau. Als zijn vriend Kris hem met het pistool ziet, loopt het volledig uit de hand. Kris blijft met een hoofdwond achter. Opgejaagd door vooral zijn eigen demonen, belandt Simon met konijn (genaamd Ezechiël) en wapen in het nabijgelegen bos. Hier bedenkt hij zijn overlevingsstrategie, wordt en passant verliefd op de oversekste, mollige dochter van de boswachter en loopt letterlijk een militair tegen het lijf, een ontmoeting die hem naast nog een probleem ook een nieuwe kijk geeft op de mogelijkheden die hij heeft.
Dit klinkt allemaal vrij warrig en niet echt constructief, maar ik kan er helaas niet meer van maken. Wild ontbeert namelijk een plot, is nergens echt spannend en is vooral een bonte verzameling irritante personages met een of meer steekjes los. Ook stilistisch is dit boek geen hoogvlieger. "Verblind door de zon, die nu aan de andere kant van de open plek stond te branden, stak hij zijn armen uit als wilde hij door al dat licht heen naar de overkant zwemmen." Het is helaas slechts een willekeurig gekozen voorbeeld. Een van velen.
Wild is geen thriller, dat moge inmiddels duidelijk zijn. De beoordeling van Wild als literaire roman laat ik heel graag aan anderen over. | 0neg
|
Rood Waas werd me toegezonden door Uitgeverij Sijthoff. Ik was een van de gelukkigen die het boek mochten lezen voor de Crimezone Buzzz-club. De kreten op de achterflap zijn niet gering. Op nu.nl "De echte Scarpetta" is terug, de Volkskrant "Cornwell excelleert als ze de menselijke geest ontrafelt", het AD "Eenzame topklasse". Deze uitlatingen in combinatie met het plezier en de spanning waarmee ik eerdere Scarpetta-romans van Cornwell heb gelezen, zorgden er voor dat ik met hoog gespannen verwachtingen aan het boek ben begonnen.
Het werd een tegenvaller. Tot hoofdstuk 15 was het verhaal vooral chaotisch, moeilijk te volgen en helemaal niet boeiend. Het kabbelt allemaal een beetje voort, beschrijvingen van de omgeving en planten voeren de boventoon. In principe lees ik een boek altijd uit en als je een boek krijgt toegestuurd voor een recensie dan is er een extra reden om het boek uit te lezen maar het heeft wel moeite gekost. Gelukkig wordt het verhaal na hoofdstuk 15 spannender, iets minder chaotisch en er lijkt naar een plot te worden toegewerkt. De lezer wordt meer meegenomen in het verhaal en de komst van Lucy en Benton helpen het verhaal meer spanning te geven. Uiteindelijk is de plot wel erg simpel. Persoonlijk vind ik het altijd aardig als ik door goed lezen en nadenken, zelf had kunnen bedenken hoe de vork in de steel zit. Dat zal geen enkele lezer lukken omdat Kay uiteindelijk meer weet dan de lezer. Jammer.
Tot slot de personages. Het mag dan al even geleden zijn dat ik de laatste Scarpetta-roman heb dichtgeslagen, de Kay en Marino van toen herkende ik niet. Vlakke personen, weinig karakter en slecht uitgewerkt. De lezer die nooit eerder een Scarpetta-roman van Cornwell las zal zich afvragen wat de populariteit van deze romanfiguur toch kan hebben veroorzaakt. Ook de beperkte rol van zowel Benton als Lucy vond ik een gemis. Misschien moet Cornwell eens denken aan een spin-off waar Benton en Lucy het verhaal dragen. | 0neg
|
k ben best een fan van Jan Siebelink, maar dit boek was een ware beproeving. Hoogdravend, pathetisch en zwaarmoedig, dat zijn toch wel de eerste woorden die in me opkomen om het boek te beschrijven.
Ik heb er geen prettig gevoel aan over gehouden. | 0neg
|
Sorry voor de enthousiastelingen hieronder... Met moeite geef ik dit boek 2 duimpjes
Vond het verhaal niet spannend en vol met onwaarschijnlijkheden en tegenstrijdigheden. Ook de personages kwamen totaal niet uit de verf, zeker niet de speurders Simon en Charlie. Na 366 bladzijdes had ik nog geen idee wat dit nu voor mensen waren. | 0neg
|
Ik heb het tot de helft van het boek gered maar toen ben ik echt
gestopt.. het verhaal is heel onsamenhangend en er komen zoveel
personages in voor dat ik steeds moest teruglezen wie nou wie was
bovendien lijken ze ook allemaal los van elkaar te staan. Ik geef
niet gauw op en hoop dat een boek me op een zeker moment toch pakt
maar dat gold niet voor dit boek helaas en ik ben er dan ook maar
mee gestopt. | 0neg
|
Aan het begin van haar carrière schreef ze snel achter elkaar meerdere boeken. Eén daarvan is Het tweede levenslicht, met inspecteur Wexford in de hoofdrol.
Ruth Rendell ging al snel van journalist tot de Queen of crime, een titel die ze volgens velen nog steeds draagt.
Mensen die veel van haar hebben gelezen geven aan dat zij Ruth Rendell het meest waarderen om haar goede en duidelijke taalgebruik.
Het taalgebruik in Het tweede levenslicht overstijgt de middenmoot niet. Het verhaal springt soms van de hak op de tak en dit maakt het lastig te volgen. Ik had af en toe het gevoel iets te hebben gemist.
Pluspunt aan dit verhaal is dat de personages levensecht aandoen. Hun karakters zijn haarfijn uitgewerkt.
Inspecteur Wexford, die naar Ruth Rendells eigen zeggen hoofdpersonage is, komt naar mijn idee te weinig in het stuk voor. Andere personages komen veelvuldiger aan bod en verdienen dus eerder het predikaat hoofdpersonage.
Dit is het eerste verhaal van Rendell dat ik heb gelezen. Het mag dan wel minder bij mij in de smaak zijn gevallen, het is zeker niet het laatste boek dat ik van haar heb gelezen. Ook Rendells andere boeken zijn immers zeer enthousiast ontvangen door de lezers. | 0neg
|
In de inleiding belooft Will Gompertz te pogen het antwoord op drie vragen te geven, die hij inleidt door over de balletdansers Ninette De Valois en sir Frederick Ashton het volgende te schrijven:
""Bovenmenselìjk waren ze niet. Ze waren even zwak en onzeker als iedereen. Maar ze hadden het element ontdekt - in hun geval de dans - dat hun verbeeldingskracht voedde. Daarmee benutten ze de bovenmenselijke gave van de creativiteit die we allemaal delen."
De alinea wordt afgesloten met: "Maar hoe hadden ze die gevonden? Hoe hielden ze die in stand? En wat kunnen ze ons leren?". Als iemand zo'n expliciete belofte doet, dan wil ik hem daar graag aan houden. Het vervelende (én het fijne!) van een boek is dat je de schrijver uit moet laten praten en praten en praten, zonder dat je iets kunt vragen, want ik had graag willen vragen aan Gompertz: "Bedoel je dat je me gaat uitleggen hoe van Gogh het schilderen (de verf?, de kwast?) , hoe Ossip Zadkine het brons (of Rotterdam?), hoe Vivian Maier het fototoestel (of 'Urban America'?), hoe Dante Alighieri het hiernamaals (of het rijm?) heeft gevonden waarmee zij hun creativiteit benutten?
Deze vraag beantwoordt Gompertz niet of nauwelijks, want geen van de kunstenaars die hij behandelt, besluit doelgericht op zoek te gaan naar een die ene speciale kunstuiting die hun creativiteit ten volle benut. Het is maar wat er beschikbaar is, waar en wanneer je geboren bent en waar je mee in aanraking komt of kunt komen. Rembrandt kon aardig schilderen, maar wie weet was hij nu wel een nog veel betere ontwerper van online games of illustrator van graphic novels geweest? Verder dan "(onder)zoek en gij zult iets vinden" komt Gompertz niet. Niet verbazingwekkend natuurlijk, want meer valt er niet over te zeggen.
Naar hoe dat 'iets', die 'bovenmenselijke gave van de creativiteit' in stand gehouden kan worden, leek mij nogal vanzelfsprekend: oefenen, oefenen, oefenen, oefenen en nieuwe dingen uitproberen, uitdagingen zoeken om er een beetje de sjeu in te houden en vooral veel en hard werken. We hebben tenslotte allemaal wel eens hard moeten werken om een vaardigheid onder de knie te krijgen. Dat is dan ook precies wat Gompertz aantoont.
Nieuwsgieriger was ik naar de derde vraag: "Wat zouden de kunstenaars ons kunnen leren?" Als iedereen over de gave creativiteit beschikt, dan is het in ieder geval niet dát wat ons scheidt. En dat Gompertz dat werkelijk meent blijkt niet alleen uit bovenstaande quote, want eerder in de inleiding vertelt hij al:
"Creatief zijn we allemaal. Het verschil is dat zij [de kunstenaars] er richting aan hebben gegeven, een afzetgebied gevonden hebben en een manier om hun talenten ‘aan de man’ te brengen."
Gompertz bespreekt diverse kunstenaars, maar het is jammer - en ook logisch gezien deze quote - dat hij zich beperkt tot de kunstenaars die beroemd (en rijk) zijn (geworden). Dat riekt naar survivor bias, zoals dat ook bij verhalen over succesvolle ondernemers het geval is. Waarbij het de vraag is of een ondernemer die geen miljarden verdient, maar er wel van kan leven niet net zo goed succesvol is. Bovendien kun je je afvragen of een fotograaf die kan leven van het maken van bruidsrapportages niet ook een succesvolle kunstenaar is. En is een onderwijzer(es) die er op een originele manier in slaagt om keer op keer de kinderen het principe van worteltrekken bij te brengen, niet ook een kunsta(a)r(es)? Het lijkt er soms op of Gompertz dat wel bedoelt, maar het boek is zo warrig qua opzet én qua terminologie, dat er veel te raden overblijft.
Gompertz begint elk hoofdstuk vol goede moed een tip of leefregel uit te werken, maar verdwaalt telkens weer opnieuw door zijn eigen enthousiasme. Hij vertelt fantastisch over het leven en werken van kunstenaars, daar is niets mis mee, maar dat is niet wat hij aan het begin van dit boek beloofde.
Gelezen voor de leesclub van dit boek op Hebban. | 0neg
|
Wat we hier al verschillende keren hebben gelezen: Dood van een soldaat is nog minder een literaire thriller dan pakweg de Winkler Prins of de Bijbel (vooral Brieven van Paulus aan de inwoners van Efeze). Toen ik dit boek begon te lezen, verwachtte ik een thriller die zowel met het verhaal als met de stijl boven andere thrillers stond, want in de kranten was genoeg lovends te zien geweest - Spaey had zelfs de twee grootste Belgische thrillerprijzen van 2005 gewonnen. Daar moet ik spijtig genoeg op terugkomen.
Dood van een soldaat is veel te geforceerd. Spaey bezit niet het vermogen om met gewone mensen een interessant boek ineen te steken; integendeel, zelfs met moordenaars en oorlogsslachtoffers weet ze een oersaai boek ineen te steken. Als de plot iets te duidelijk wordt, introduceert ze een nieuw personage dat net als de rest van de kliek een duister verleden heeft om de lezer maar bezig te houden. Ik vrees echter dat zelfs Jambers nooit iemand met zo'n duister verleden heeft durven verzinnen (tenzij Ramoon, de Nieuwe Profeet).
Voortaan dus maar geen boeken meer lezen die als 'literaire thriller' worden bestempeld, want dat betekent dat het boek noch sterk genoeg is om literair te zijn, noch spannend genoeg om een thriller te zijn.
Toch nog één positief punt: ik wist niet dat Flair zo menslievend zou zijn om Spaey tewerk te stellen. Een pluim daarvoor, dames! | 0neg
|
De psycholoog is een vermakelijk boek dat het vooral moet hebben van psychologische spanning en de vraag 'waarom?'. Nagelbijtend spannend wordt de thriller niet.
Vraag je aan de Nederlandse schrijver Joost Heyink of een van zijn hobby's lezen is, dan zal je een ontkennend antwoord ontvangen. Hij zegt er geen geduld voor te hebben en liever zelf te schrijven. Zo pakte Heyink ook zijn pen op voor zijn vierde literaire thriller De psycholoog, voornamelijk puttend uit zijn eigen loopbaan als psycholoog in plaats van inspiratie op te doen uit het lezen van andere boeken.
Hoofdpersoon en psycholoog Joep Duvalier begint zijn eigen praktijk, waarin hij al snel zijn eerste cliënte mag ontvangen: Maja de Ridder. Maja blijkt geen standaardpatiënt te zijn. Haar verhalen over de mishandelingen door haar echtgenoot zijn warrig en ze zoekt constant toenadering tot Joep, ook buiten de werktijden. Joep is geïntrigeerd en laat haar in zijn privéleven toe, waardoor hij verwikkeld raakt in een gevaarlijk vastgoedwereldje, en heel wat dreigementen moet incasseren.
Het verhaal is geschreven vanuit de ik-persoon, Joep. De lezer zou op die manier nog sterker mee moeten kunnen leven met deze hoofdpersoon, maar Heyink slaagt er niet geheel in om hem overtuigend neer te zetten. Meerdere malen lijkt de psycholoog zelf een psycholoog nodig te hebben, al dan niet vanwege zijn ietwat ongeloofwaardige onprofessionaliteit en gebrek aan een gezond verstand. Deze ongeloofwaardigheid steekt wel vaker de kop op naarmate het verhaal zich verder ontwikkelt. Joep en Maja kennen elkaar slechts luttele weken, maar toch wordt de psycholoog voorgesteld als een man die enorm veel invloed op haar moet hebben. Vriendinnen heeft Maja blijkbaar niet.
Een ander groot onderdeel van het verhaal is de (erfelijke) paranoia van Joeps vader, waardoor Joep zich regelmatig afvraagt of hij deze aandoening ook heeft. De verhaallijn lijkt in de wereld geroepen puur met het doel om nog iets aan spanning te creëren: wat is echt en wat niet? Heyink slaagt hier maar deels in. De eerste helft van het boek verloopt vrij traag, waarbij de spanning vrijwel geheel ontbreekt en er regelmatig vragen over de gehele situatie opgeroepen worden. Pas in de tweede helft wordt het verhaal met vlagen spannend, maar echt verrassende wendingen hoeft de lezer niet te verwachten.
De psycholoog is een vermakelijk boek dat het vooral moet hebben van psychologische spanning en de vraag 'waarom?'. Nagelbijtend spannend wordt de thriller niet. | 0neg
|
Ik ben fan van marijke , al sinds haar eerste boek. Er staan twee van haar boeken in mijn top tien lijstje en ik was ook zeer zeer benieuwd naar haar nieuwste boek.
Die viel iets tegen.
Een leuke vlotte voorkant voorspelt een zwoele zomerse thriller waar de spanning weer vanaf spat.
Het is een leuk verhaal maar de echte spanning en het nagelbijten zoals ik dat van marijke ken ontbreken. Er zijn heel veel erotische scenes in het boek verwerkt en sommige van die scenes komen me wel heel bekend voor uit een andere serie top erotische boeken. Is er geprobeerd het gezegde sex sells aan te houden?
Dit had van mij iets minder gemogen.
Het verloop in het boek is redelijk voorspelbaar en heeft tot aan het eind geen verrassende wendingen. Het verloopt eigenlijk zoals je zou verwachten.
Samenvattend blijft het wel een leuk boek om te lezen , erotisch een beetje spannend met een vleugje humor hier en daar, maar het is geen boek wat je niet weg kan leggen zoals de andere eerder boeken van marijke dat zeer zeker wel waren. Dus vergeleken met haar andere boeken viel hij iets tegen maar op zichzelf staand is het best een goed boek. | 0neg
|
Strandwacht is het eerste jeugdboek en tevens eerste boek uit een serie jeugdthrillers van Mariëtte Middelbeek. Middelbeek schreef hiervoor succesvolle boeken voor volwassenen. In Strandwacht zijn de tweeling Emma en Anne samen met hun ouders op vakantie in Frankrijk. Omdat ze zich in het begin nogal vervelen besluiten ze om zich in te schrijven bij het animatieteam. Emma maakt sneller vrienden dan Anne en heeft binnen no time een vriendje. Anne is een beetje jaloers, maar ze durft geen jongen aan te spreken. Bij het animatieteam werkt de Nederlandse Simone. Anne en Emma raken met haar bevriend en komen erachter dat Simone net voor de vakantie door haar vriend is gedumpt. Om haar op te vrolijken besluiten Anne en Emma dat ze een blind date voor Simone regelen. Simone ziet dat wel zitten en besluit naar de date te gaan. Maar… daar komt ze nooit aan. Simone is verdwenen…
Mariëtte Middelbeek heeft van Strandwacht een vlotlezend verhaal gemaakt. Het onderwerp past bij de 11 tot 14-jarige meisjes die haar doelgroep vormen. Emma heeft ruzie met haar beste vriendin, omdat zij een jongen inpikt terwijl Emma daar verliefd op is. Anne maakt zich heel druk over haar uiterlijk en hoe ze overkomt op anderen. En het thema jongens en verliefdheid is een belangrijke drijfveer van het boek. Van die jongens word je als lezer soms wel een beetje moe. Het verliefd moeten worden op vakantie, het krijgen van een vriendje en de aandacht van jongens trekken is een beetje te ver doorgevoerd. Het boek gaat bovendien ook over vriendschap, maar dat vergeet je na het lezen van het boek veel sneller dan al de jongensperikelen.
Het boek wordt omschreven als jeugdthriller. Tijdens het lezen van het boek zit je echt te wachten op de spanning. Het boek telt 167 bladzijden, maar het wordt pas spannend na honderd pagina’s. Alhoewel, spannend? Het verhaal is wel vrij voorspelbaar. Vooral als de lezer meer thrillers heeft gelezen zal de spanning en de clou een beetje tegenvallen.
De hoofdstukken worden afwisselend door Anne en Emma verteld. Zoals op de achterflap te lezen is, lijken Emma en Anne qua uiterlijk wel op elkaar, maar zijn ze verder totaal verschillend. Dat ze een ander innerlijk hebben is in dit boek heel goed uitgewerkt. Door het afwisselende vertelperspectief krijg je een kijkje in het hoofd van de tweeling en merk je dat Anne heel onzeker en introvert is, terwijl Emma extraverter en zelfverzekerder is.
Anne en Emma zijn goed uitgewerkte personages. De rest van de personages vallen echter een beetje tegen en zijn meer types dan karakters. Dit is jammer, want ook daardoor verliest het boek zijn kracht. Strandwacht is dus de titel jeugdthriller niet helemaal waardig en is een boek dat je waarschijnlijk snel vergeet. | 0neg
|
Ik vond het teveel gericht op dat een relatie niets is, dat je eigenlijk maar beter geen relatie aan kan gaan, dat je niet hoeft te knokken voor je relatie. Je kan heel duidelijk merken dat de schrijver zelf problemen heeft gehad in zijn relaties en dat van zich af heeft geschreven door te zeggen dat een relatie te verplichtend is, dat je gevangen bent in je relatie, dat je op zoek bent naar erkenning. Nu zullen er vast mensen zijn die dat zo ervaren en misschien heeft de schrijver dat ook zo ervaren, maar uit ervaring weet ik dat het anders kan zijn zonder dat het een verplichting is, maar dat je elkaar respecteert en waardeerd en ook laat groeien. Hij laat ook teveel in mijn ogen doorschemeren dat het niet erg is om 'vreemd' te gaan, dat het aan de partner ligt als die er problemen mee heeft. | 0neg
|
Dit is al het 3de boek van Jacky Collins dat ik van mijn mp3 speler heb verwijderd. Niet te volgen. En dat lag niet aan de voorleesstem. Maar gewoon aan het verhaal. Het gevolg is dat ik niet zo snel weer een boek van haar aanvraag. | 0neg
|
Ik wil eerst en vooral Hebban bedanken dat ik dit boek mocht lezen en mocht meedoen aan de leesclub.
"Ogen van de draak" is voor mij geen typische Stephen King en dat was voor mij lastig om lezen. Ik had een fantasyboek verwacht met echte King kenmerken, maar ik kwam terecht in een sprookje met een alwetende verteller. An sich niets mis mee, toch zijn er dingen waar ik me aan ergerde en dat zorgde er voor dat dit bijna mijn eerste SK zou worden waar ik in ging stoppen. (Wat echt zou gebeurd zijn zonder leesclub!) De verteller mag alles weten en mij als lezer proberen meetrekken, maar alles tig keer herhalen zorgt er voor dat zelfs het kind in mij zich betutteld voelt. Gooi daarbij het niet of nauwelijks gebruiken van komma's bij en voor mij is dat een boek om nooit meer te lezen.
Is dan alles slecht? Nee hoor, het verhaal zit goed in elkaar en de strijd tussen goed en kwaad komt langzaam, maar op interessante wijze, tot een hoogtepunt. Het einde is best nog verrassend voor het genre!
Ik zou het echter niet aanraden als eerste kennismaking met King. Ik had immers nooit geen SK meer vastgenomen en hij schrijft zo'n geweldige boeken. Helaas niet in 1987! | 0neg
|
Voor een leesclub van Thrillzone mag ik Pole Position van Lex Pieffers lezen. Een voor mij onbekende schrijver, dus dat is altijd leuk. Hij was regisseur van tv-commercials. Hij ontwikkelde scenario's voor internationale film- en tv-producenten. Sinds 2009 woont hij in de Verenigde Arabische Emiraten en legt zich toe op schrijven. Pole Position is zijn 4e boek na de thrillers Pittsburgh en Laffe Helden en een roman met de titel Verliefd op Adolf.
De cover oogt als een affiche voor een actiefilm; de autospiegel met een gezicht erin, het zwartwit geblokt van de finishvlag en de wegmarkering die iets van snelheid laat zien. Het omslagontwerp is van Mark Hesseling, die sinds 2000 als grafisch vormgever werkzaam is. Hij heeft een groot aantal omslagen op zijn naam staan in zeer verschillende genres, waaronder literaire thrillers, romans en non-fictie.
In Pole Position maken we kennis met Janet Ross, een vrouw met een voorliefde voor snelle auto's en het sleutelen eraan. Zij werkt bij garage Car Check in Aberdeen, Schotland. Dan stuurt haar baas haar naar Lancaster om een onderdeel voor een Jaguar E-type op te halen. Ze verdient hiermee wat extra geld. Dat bevalt haar zo goed, dat haar baas haar vaker van dit soort klusjes geeft. Als ze tijdens een bedrijfsuitje gaan karten, blijkt hoe goed Janet kan racen. Hiermee trekt ze de aandacht van Go Fang, een beruchte crimineel, die zijn kartbaan gebruikt als dekmantel voor allerlei louche zaakjes. Hij huurt Janet in om als bestuurder van de getaway car te fungeren. Zij moet mensen van A naar B brengen, in de auto blijven en weer terugrijden. Dan raakt ze ongewild betrokken bij de ontvoering van Sally Crespo, dochter van Jo Crespo, de schatrijke eigenaar van een Formule 1 team. Ze bedenkt een plan en bevrijdt het meisje. Hierbij wordt ze gearresteerd en wordt veroordeeld.
Daarna verschuift het verhaal naar Jo Crespo en zijn inmiddels noodlijdende Formule 1 team. Alles om hem heen lijkt zich tegen hem te keren en hem te weerhouden van succes. Zijn tweede rijder Markus Steiner ligt in een coma na een racewedstrijd tegen David, de zoon van Jo. En zijn CFO Scott Wexler - ook zijn ex-zwager - vertrekt nadat een nieuwe sponsordeal mislukt en de bank geen geldt uitkeert van een lening. Hij neemt zijn aanzienlijke inleg in het bedrijf mee. En zijn ex-vrouw weigert nog meer geld in het bedrijf te steken. Dan sluit hij een deal die hij in zijn dromen niet had kunnen voorzien. Zal dit een gouden greep blijken of wordt het het team fataal?
Als je dit stuk hierboven leest, bevat het alle elementen voor een zeer spannend verhaal. Helaas lukt dat niet. Als filmscript zie je het zo voor je op het witte doek, een actiefilm zoals The Fast and the Furious, maar als boek slaat het de plank mis. De personages zijn tweedimensionaal, ze komen niet over als echte mensen met hun goede en slechte kanten. Meer als karikaturen van zichzelf, dat maakt het erg lastig om met ze mee te leven. Het boek eindigt met een open eind, waardoor de weg open ligt voor een vervolg. Bepaal voor jezelf of je dit boek wilt lezen en dan nieuwsgierig wordt naar een eventueel tweede boek over Janet en Jo. | 0neg
|
Ik vind de boeken van Judith Visser altijd fijn om te lezen.
Bij Time-Out had ik dit dus helemaal niet. Ik ben het eens
met de reactie van Brigittea hieronder. Bepaalde gedeeltes
vond ik overbodig en enorm ranzig.
Sorry Judith ik vind je een enorme lieve en leuke vrouw maar
Time-Out vond ik echt geen aanrader. Je kan veel beter. | 0neg
|
Stel je zit te kijken naar een film. Een film die eigenlijk best wel slecht is. De hoofdrollen zijn een held en heldin. Om de paar minuten komt er een slechterik de hoek om en die wordt door de helden meteen gedood. Een echt verhaal zit er eigenlijk niet in en dan doen onze helden er ook nog eens de hele film lang over om te besluiten dat ze elkaar toch wel heel erg leuk vinden. Maar je blijft toch kijken, je blijft kijken in de hoop dat het toch beter gaat worden. Maar dat wordt het toch niet.
Dat gevoel had ik een beetje nadat ik 'De Wet van Negen' van Terry Goodkind uit had. Je weet wel de Terry Goodkind van het meesterlijke meerdere delen tellende 'Wetten van de Magie'. Daarmee werd eigenlijk mijn interesse gewekt voor het echte fantasy genre. Alle elf boeken heb ik in mijn boekenkast staan. Geweldig vond ik ze.
Maar toen schreef Goodkind 'De Wet van Negen', waarin 'onze' wereld samenvloeit met de magische wereld uit de boekenreeks. In dit boek speelt de 27-jarige Alexander Rahl de hoofdrol. Hij woont bij zijn opa, zijn moeder zit in een psychiatrische instelling en zijn vader is omgekomen bij een auto ongeluk. Alexander is op weg naar de galerie, wanneer hij getuige is van een bijna aanrijding van een vrachtwagen en een vrouw. Alex weet de vrouw, Jax, op tijd weg te duwen. Jax blijkt vanuit een andere wereld gekomen te zijn. Om dat te kunnen heeft ze de hulp van Alex nodig. Op zijn verjaardag krijgt Alex van zijn opa te horen dat hij een groot stuk land bezit, wat hij alleen in bezit kan houden. Hij mag het niet verkopen. Dit heeft ook iets te maken met de komst van Jax. Jax die hem waarschuwt dat hij de ene is die haar wereld kan redden.
Dit boek is eigenlijk gewoon een kopie van de 'Wetten van de Magie'. De personages komen op hetzelfde neer. Ze heten dan wel anders en de wereld is nu onze wereld maar verder komt het heel erg overeen. Het verhaal is bij lange na niet zo spannend. Ik had meer verwacht dat de magische wereld wat sneller in beeld zou komen. Maar dit boek blijft zich afspelen in onze wereld. Het blijft voortkabbelen met Alex en Jax die een heel boek nodig hebben om uiteindelijk de poort te openen naar de magische wereld. Ondertussen worden ze belaagd door de tegenstanders die Alex graag dood willen zien. En dan bloeit er tussen Alex en Jax ook iets op. Zelf komen ze daar pas tegen het eind van het boek achter, ik wist het op pagina één al.
Maar zoals ik al aangaf, ik bleef toch doorlezen. Dus ergens zit er iets boeiends in. Misschien hoopte ik teveel dat het toch nog iets zou kunnen worden. Mocht je nog nooit wat van Goodkind hebben gelezen, is het misschien wel iets voor even tussendoor. Maar om sommige dingen toch in een goed perspectief te plaatsen, is het toch wel aan te raden dat je de gehele reeks 'Wetten van de Magie' eerst leest. Maar dan loop je het risico dat je de 'Wet van Negen' net als ik toch wel een beetje vind tegenvallen. | 0neg
|
Het is een flinke, flinke tijd geleden dat ik eerder iets van Forsyth gelezen heb (in ieder geval kan ik me nog een stuk of vier boeken van hem heugen). Deze hernieuwde kennismaking is me echter toch niet helemaal bevallen.
Dat ligt niet aan de inhoud. In dit boek excelleert Forsyth -niet voor niets een voormalig journalist- in waar hij het beste is: sappige weetjes ten toon spreiden over de recente mondiale politieke en militaire geschiedenis. In dit geval gaat het vooral over de facinerende elite-eenheid van ‘Tunnel Rats’ die tijdens de Vietnam oorlog als enige de ondergrondse tunnels van de Vietcong in durfde èn over de gruwelen en de waanzin van de burgeroorlog in voormalige Joegoslavië.
Waar het boek echter een stuk minder in is, is in de karakter-ontwikkeling van zijn hoofdpersonen en het vertellen van een echt goed verhaal. Het lijkt soms wel alsof Forsyth beide als niet meer ziet dan bijzaken, als hij weer eens een inhoudelijk interessant maar plottechnisch onnodig zijspoortje inslaat. Hetzelfde blijkt uit het vrijwel ontbreken van dialoog; daar houdt onze Forsyth die graag de helikopter-view houdt en geen onnodige tijd wil verliezen, klaarblijkelijk niet van.
Dit alles leidt enerzijds tot toch wel een beetje bordkartonnen karakters, zoals de hoofdpersoon, Calvin ‘De Wreker’ Dexter en anderzijds tot het gevoel dat je het boek aan het lezen bent van iemand die een uitstekende onthullingsjournalist zou zijn, maar niet genoeg kaas heeft gegeten van het schrijven van een echte roman.
Conclusie: ‘De Wreker’ is een boek dat zeker voldoende interessante weetjes (èn een aardig uitgewerkte apotheose ergens in één van de Guyana’s) biedt om je aandacht vast te houden, maar onvoldoende literaire inhoud heeft om echt te kunnen worden beschouwd als een goed boek. Daarom: zeker een aanrader voor wie een intelligente politieke thriller wil lezen, maar voor alle anderen… tja, misschien toch maar niet! | 0neg
|
Als thriller stelt dit boek weinig voor. Geen spanning, en plotgaten zo groot dat er hele steden in kunnen verdwijnen. Pas op de helft van het boek gebeurt er iets dat aan een thriller doet denken, wat eraan vooraf gaat is een relatiedrama wat je in de Libelle nog beter krijgt voorgeschoteld.
Het perspectief klopt regelmatig niet, waardoor je je kunt afvragen of dat een fout is, of een teken aan de wand dat het fictie-binnen-fictie is (de hoofdpersoon is een schrijver die het verhaal dat je leest geschreven zou hebben, als fictie).
Het trucje van het vooruitblikken in een achteraf verteld verhaal gaat al snel vervelen, en de "onbetrouwbare verteller" loopt zo zorgvuldig om het niet-genoemde heen dat de contouren daarvan maar al te duidelijk zijn.
Het thema wordt zo vaak herhaald dat het je niet kan ontgaan, maar daarmee is elke subtiliteit weg.
Het taalgebruik is nog kinderlijker dan dat van Pim, Frits en Ida, volkomen doods is het, waardoor elk leesgenot verloren gaat. Geen enkele zin leest fijn, de korte zinnen sluiten niet bij elkaar aan.
De reden voor dat debiele taalgebruik is niet helemaal duidelijk, uit een interview met de schrijver maakte ik op dat hij dat speciaal deed omdat het een thriller is en dat zo zou horen. Gelukkig hebben we in Nederland ook nog thrillerschrijvers die wel fatsoenlijk Nederlands kunnen schrijven. | 0neg
|
Toen ik het plot van S.T.A.G.S las, kon ik niet anders dan naar The Book Depository surfen en op de bestelknop rámmen. Wat leek me dit een heerlijk verhaal!
We volgen Greer MacDonald, een meid die door een beurs op St. Aiden the Great School terecht komt, kortgenoemd STAGS. Het is de oudste school van Engeland en staat bekend om de primitieve, maar goede opleiding. Op STAGS is er een elite-clubje, de Medievals. Iedereen kijkt naar ze op, volgt hun manier van doen en laten en hierdoor heerst er een wat middeleeuwse sfeer op de school. Geen telefoons en internet, maar brieven schrijven en boeken lezen. Greer wordt niet echt geaccepteerd op de school en hoort al helemaal niet bij de Medievals, dus ze doet gewoon haar ding. Tot ze op een dag een uitnodiging ontvangt om een weekend vol "Huntin', Shootin', Fishin' " te mogen bijwonen op Longcross Hall, het landgoed van één van de Medievals. Al blijken de Medievals hele andere opvattingen te hebben over deze bezigheden...
Het idee van het boek is zo ontzettend leuk en ik baal dan ook als een stekker dat het boek me tegenviel! Greer vertelt in STAGS wat zij heeft meegemaakt en enerzijds is de POV vanuit Greer goed gedaan, anderzijds blijft de rest hierdoor vrij oppervlakkig en hierdoor komt de spanning niet tot haar recht. De personages lijken zo uit "het boekje" te zijn overgenomen, waardoor ze standaard zijn en er totaal geen sympathie voor ze groeit. Je hebt "de oogverblindende schoonheid", "de schurk", "de hunk", "het kneusje" en ga zo maar door.
Het verhaal is gemakkelijk te volgen, maar helaas ook een flink tikkeltje voorspelbaar. Het begon ontzettend sterk met de eerste zin, maar zakte vervolgens vlot terug in een verhaal dat langzaam vertelt wordt. Het idee om van de jagers, schutters en vissers slachtoffers te maken is ontzettend origineel en juist daardoor is het zo jammer dat de grote lijn zo standaard verliep.
Jammer, had er echt veel meer van verwacht. STAGS krijgt van mij 2*. Maarrrr er schijnt ook een serie van te zijn. Dan ga ik die maar eens bekijken :D! | 0neg
|
De vlucht was voor mij een magistraal boek. De subtiliteit en de sfeer van het landschap, het langzame verhaal werd door Carrasco gemaakt tot een prachtig geheel, dat ik graag aan mensen aanraad. Mijn verwachtingen waren hooggespannen bij dit boek. De setting van Extramadura en de beschrijving van de natuur is onnavolgbaar, maar het verhaal had mij niet te pakken. Het blijft voor mijn gevoel een beetje hangen. | 0neg
|
Geschreven door cultuurhistoricus Jacob Slavenburg samen met John van Schaik, kenner van de middeleeuwse mystiek en tevens hoofdredacteur van Bres magazine. Het is het tweede deel van de trilogie. Het derde deel is net pas verschenen: “Bronnen van de westerse esoterie”, het eerste deel, verscheen in 2010 en heeft de titel: :Westerse esoterie en oosterse wijsheid”.
Het boek is verdeeld in vier delen met per deel een, zoals door de schrijvers zelf geformuleerd: “uitgebreid notenapparaat”. Ik tref veel moeilijke en lastig te onthouden begrippen waar ik graag wat meer verklaring over had teruggevonden in deze noten. De vier delen zijn onderverdeeld in tijd: Aspecten in de Oudheid, de Middeleeuwen, de Verlichting en de Nieuwe Tijd. In Aspecten in de Middeleeuwen worden er mystieke hoogtepunten benoemd in vier delen. Deel twee en drie lees ik meerdere keren, maar ik snap er weinig van. Wel raak ik volledig in de ban van de verhalen over de tempeliers en de vrijmetselaars, ik wil er meer over weten, de onderste steen boven krijgen en tegelijkertijd besef ik ten volle dat het altijd een mysterie zal blijven. In het deel Aspecten in de Verlichting, waarin verteld wordt over diverse esoterische netwerken, volgt het besluit met de mededeling dat rozenkruisers en alchemisten in die tijd geen geheime genootschappen waren, maar deel uitmaakten van de intellectuele, culturele, politieke en wetenschappelijke gemeenschap. Leuk om te weten, maar ik mis de uitleg waarom er nu een soort geheimzinnigheid omheen hangt. Overigens vind ik in dit deel een schat aan geschiedkundige informatie, het verbindt geschiedenis met esoterie.
Namen zoals: Jan Baptista van Helmont, Constantijn Huygens, Descartes, Rembrandt en zelfs Willem van Oranje (“met Willem van Oranje begint de godsdienstvrijheid”) worden genoemd.
Vervolgens smul ik van hoofdstuk 10 (deel vier, Nieuwe Tijd) over de gouden dageraad, maar raak daar al snel de weg kwijt. Het bevat een reeks magische inwijdingsrituelen die uitgaan van de vier basis elementen, de kabbala, astrologie, alchemie, tarot en geomantrie (heilige plaatsen). Al snel wordt het mij te lastig om met mijn volledige aandacht door te lezen en moet ik echt af en toe weer opnieuw beginnen om alles te blijven volgen.
Het boek inspireert tot verdere verdieping van thema’s. Enige kennis van esoterie maakt het makkelijker leesbaar. Verwacht geen echte onthullingen, ik heb ze niet gevonden. Het geeft inzicht dat de verschillende leren weinig van elkaar afwijken en in essentie dezelfde zijn. En de allerbelangrijkste “onthulling” is dat alles te maken heeft met de geestelijke ontwikkeling van de mens. | 0neg
|
Dit boek viel mij best tegen, ik had er meer van verwacht. De politieke achtergrond vond ik niet interessant en ook de gehele verhaallijn kon mij niet altijd boeien. De omgeving en het weer is mooi omschreven maar niet echt bijzonder te noemen en de hoofdpersonen in het boek zijn niet enorm interessant. Al met al dus naar mijn mening niet echt een enorm goed boek, leuk om te lezen maar het heeft op mij weinig indruk gemaakt. | 0neg
|
Als ik 0 sterren kon geven had ik dat gedaan. Het begint goed, de schrijfster geeft een poëtisch beeld van Nederland in de laatste ijstijd. Maar dan gaat het meteen fout. De schrijfster heeft het over transgressie en regressie fases, waarin volgens haar de zee meer of minder rustig is. Maar deze termen slaan niet op de zee, maar op de kust. Wikipedia: “Regressie is het verschuiven van een kustlijn van meer continentaal naar meer bekkenwaarts.” Het is een geologische term. Inmiddels schijnt de transgressie/regressie theorie weer ter discussie te staan.
In hoofdstuk 2 worden we verblijd met een verhaal over Willem van saeftingen. Wat heeft hij met de materie te maken? Niets. Het enige verband is dat hij een cisterciënzer lekenbroeder was.
Hoofdstuk 4 spant de kroon. Zonder enig onderzoek wordt hier Leeghwater als een briljant polderaar neergezet. De hele mythe leeghwater is gebaseerd op een boek dat hijzelf geschreven heeft. Inmiddels is het duidelijk dat hij niet zo geweldig was als hij zich voordeed.
Bij de Beemster was hij niet het opperhoofd, maar een van de drie opzichters over wat molens.
Zijn aandeel bij de schermer was minimaal:
“Leeghwater heeft praktisch niets met de inpoldering te maken gehad. Van de honderden rekeningen die van de beginperiode bewaard bleven en met elkaar de uitgave van tonnen gouds betekenen, staat slechts een kleine post van ƒ 327,- op diens naam. Het zou vreemd geweest zijn als in de tijd van de kleine aannemers, die van wijd en zijd werden aangetrokken, hij niet genoemd zou zijn. Tientallen namen zijn belangrijker dan de zijne of even belangrijk. “
Citaat uit Schermerland, mensen en molens, door J.J. Schilstra, 1971.
Voor meer informatie zie de volgende site: http://www.poldersporen.nl/molens/opbouw.html
En dan zijn haarlemmermeer plan, dit vond ik op internet:
“Leeghwater nam het plan van Veeris in grote lijnen over (copyright bestond toen nog niet!) maar hij dacht 160 molens nodig te hebben. Dit plan werd bekend als het Haerlemmer-Meer-Boeck van Leeghwater.”
http://www.gemalen.nl/download/verhalen/Droogmaken%20drooghouden.pdf
Als ik die dingen in een halve dag zoeken kan vinden, dan kan ik alleen maar concluderen dat de schrijfster haar huiswerk niet heeft gedaan. (Bij het lezen van dit boek heb je sowieso internet nodig omdat de schrijfster niet altijd even duidelijk is.)
Ik denk dat de schrijfster zich meer op fictie moet gaan toeleggen. Daar is ze duidelijk een stuk beter in. | 0neg
|
Ik heb het boek uit en daar ben ik erg blij om. Het boek werd in mijn ogen nergens echt geloofwaardig. Het las niet vervelend, het was wel vlot geschreven, maar door de ongeloofwaardigheid kwam ik gewoon niet in het verhaal. Jammer en ook wel een gemiste kans.
Voor mijn gevoel hing het hele boek van toevalligheden aan elkaar, iedereen die elkaar wilde vinden kwam elkaar op wonderbaarlijke wijze tegen en je kon al vanaf het begin af aan aanvoelen dat de zus van Harry op het juiste moment tevoorschijn zou komen...
Als het inderdaad klopt dat er een vervolg komt, dan zal ik die zeker aan mij voorbij laten gaan. Ik zou niet weten wat ik nog meer van dit verhaal wil weten. | 0neg
|
HJ Smienk is 44 jaar oud en reist al twintig jaar over de aardbol. Volgens zijn website walst hij als een zwerver door het leven en bedenkt hij spelshows. Met BMK schreef hij zijn debuut. BMK staat voor Benzyl Methyl Ketone, de grondstof om de drug speed te maken.
Hoofdpersoon in dit verhaal is Joe Chevalier. Joe is een avonturier met een crimineel verleden. Hij leidt samen met zijn zwangere vrouw Lara en zijn zoontje Scott een wat rustiger leven, tot hij op een dag opgebeld wordt door een oude bekende, Porky. Die vertelt hem in het bezit te zijn van 15.000 liter BMK en wil weten of Joe dit handeltje kan verkopen. Joe heeft al dollartekens in zijn ogen en gaat in zijn oude milieu op zoek naar iemand die de BMK wil kopen.
Ondertussen zitten er ook agenten van de Unit Synthetische Drug uit Nederland, het Bundes Kriminal Amt uit Duitsland en de corrupte agent Jack van de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) achter het goedje aan. Wat volgt is een zoektocht vol corruptie, bedreiging, misdaden en vooral moord, door alle partijen. Zal het recht uiteindelijk zegevieren of winnen de criminelen deze keer?
Voor het verhaal begint worden in de zogenoemde proloog alle karakters uit het boek beschreven. Allemaal. Letterlijk. Naam, bijnaam, uiterlijk, karaktertrekjes, rare eigenschappen enzovoorts. Deze opsomming lijkt op dat moment alleen leuk en handig voor de schrijver zelf, voor de lezer is het totaal niet interessant om door te lezen.
Later in het boek blijken deze persoonsbeschrijvingen toch wel handig, als de lezer het ingewikkelde verhaal door de vele namen even niet meer kan volgen. Handig is misschien om dit naslagwerk achter in het boek te zetten, dan verraad je ook niet meteen te veel van het verhaal.
Verder is het boek doorspekt met aardig wat spelfouten, vergeten kommas enzovoorts. Ook kloppen er een aantal dingen niet. Een klein onderzoekje (op internet) wijst bijvoorbeeld uit dat je niet stoned wordt van cocaïne, de gebruiker gaat er juist sneller van denken en reageren en wordt zeker niet sloom, zoals meerdere malen in het boek wordt beweerd en beschreven.
Knap is wel dat de schrijver sympathie voor de kruimeldief Joe weet op te wekken. Ook laat het de lezer nadenken over het criminele milieu en de politiemacht in Nederland. Gaat het er echt zo hard aan toe?
Slanke, blanke mannen zijn duidelijk de baas in het verhaal, vrouwen zijn ondergeschikt, dikke mannen zijn varkens, vadsig, lelijk, zwijnen, speklappen enzovoorts. Soms wordt dit zo erg overdreven dat het lijkt alsof de schrijver zelf een obsessie voor/ een hekel heeft aan dikke mensen.
Over het algemeen is BMK een slap verhaal met soms gruwelijke en ranzige elementen. Niet spannend, niet humorvol en niet verrassend, zoals op het omslag beweerd wordt. | 0neg
|
ik heb net het boek uit.
Ik vond het een wat moeilijk boek om te lezen
ik heb me soms door de paginas heen moeten worstelen, dit mede door de stukken van de psycholoog.
De stukken daarlangs waren erg spannend en hielden je vast met lezen.
Best een spannend boek, maar voor mij niet echt een topper.
Ik geef het boek 3 sterren | 0neg
|
Vergeet de meisjes.
De journalist Fields uit Amerika ontmoette Iris Kouwenaar de eerste keer toen ze 22 jaar oud was. Dit was een paar jaar nadat haar eerste boek Antidote was uitgegeven. Het boek werd een hype. Fields weigerde jarenlang vanwege zijn vooroordelen dit boek te gaan lezen.
18 jaar later krijgt Fields van zijn werkgever de opdracht om Iris Kouwenaar te interviewen omdat hij ook uit Nederland komt. Op een ongebruikelijke manier dringt hij het leven van Iris binnen. Als observator ziet hij de totale toewijding waarmee Kay – als een waakhond - haar zieke vriendin Iris verzorgt binnen de muren van hun slaapkamer in West-Friesland. Iris en Kay wonen samen en sluiten zich compleet van de buitenwereld af.
“Vergeet de meisjes” is een verhaal over vriendschap, liefde en relaties. Het gaat met name over de vriendschap tussen de schrijfster Iris Kouwenaar en haar huisgenote Kay.
Het verhaal komt onwaarschijnlijk over. Fields krijgt toch contact met Iris en redt haar uiteindelijk van de ondergang.
Het is een onduidelijk en chaotisch verhaal. Snel vergeten die meisjes. | 0neg
|
Ik had Achter Gesloten Deuren in één adem uitgelezen en verheugde me op Gebroken. Maar wat een slecht boek. Ten eerste had het hele langdradige middenstuk geschrapt kunnen worden. Ten tweede was me meteen duidelijk hoe het zat met het geheugenverlies. Verder werd het einde erg afgeraffeld. | 0neg
|
"De zwerver bleef één zinnetje jammerend herhalen: 'Ze zij dood... Ze zij allemaal dood... Zoveel bloed.' " ~ p10.
Soms zie je een prachtige jurk in de etalage hangen, in precies je lievelingskleur, maar als je hem dan aantrek is het niet wat de etalagepop had beloofd. De taille zit te hoog, het decolleté te laag, de bandjes zakken af en de stof schuurt over je huid. Dit had ik helaas ook met 'In mist gevangen'...
"Ondanks dat ze het gevoel had dat er dingen niet klopten, er continue waarschuwingsbellen afgingen in haar hoofd en hij haar echt angst aanjaagde kon ze er geen weerstand aan bieden en ging ze toch mee in zijn spel." ~ p126.
In mist gevangen is het eerste deel uit de Zwart Bloed serie en vertelt het verhaal van Anne Sommer, een 38 jarige, alleenstaande vrouw. Het begint allemaal met een brute slachtpartij vlakbij het Zuidplein in Rotterdam waar de politie de vinger niet op kan leggen. Niet lang daarna opent op diezelfde plek 'Demons Lair' en krijgt Anne een mysterieuze uitnodiging om zich te melden voor een gesprek. Daar leert zij Dion de Winter kennen. Waarom lijkt hij zoveel over haar te weten? En waarom krijgt zij, ondanks zijn aantrekkelijke voorkomen, de kriebels van die man? Zonder dat Anne het beseft verandert alles vanaf het moment dat ze hem ontmoet.
Ik wilde dit boek zo graag leuk vinden! De flaptekst sprak me enorm aan, en Shirley Ann is zo'n enorm leuke vrouw dat ik me bijna schuldig voelde tijdens het worstelen de eerste 50 pagina's. Ik heb meerdere malen het boek willen dichtslaan en het op willen geven. Toch heb ik doorgezet, puur omdat ik nieuwsgierig was naar het totaal plaatje. En eerlijk is eerlijk, het verhaal, de kern, is echt heel leuk! Het is echter voor mijn gevoel nog niet klaar, en heeft nog flink wat redactie nodig. Zinsopbouwen die niet lekker lopen, te veel spaties, komma's en hoofdletters op verkeerde plekken, het meerdere malen per pagina wisselen van perspectief en een bepaalde afstandelijkheid in de tekst zorgt ervoor dat het niet lekker wegleest. Het leest hier en daar weg als een nieuwsbericht, waarin je emotieloos informatie krijgt, en als lezer moet je een boek voelen, beleven zelfs als het even kan. Echt heel erg jammer, want het zit er zeker in, het komt alleen niet helemaal tot zijn recht.
"De dood kon een dag vrij nemen als hij bezig was. Er viel gewoon niets te halen. Alles werd verslonden." ~ p255.
Je weet hoeveel werk en liefde ergens in is gestopt, maar toch weet ik zeker dat het beter kan. Dat het er wel in zit, maar gewoon nog even flink wat schrap en schrijfwerk nodig heeft. Ik vind het echt heel erg vervelend om 2 sterren te moeten geven, maar ik zou mezelf niet recht in de ogen als ik hier meer van maak. Soms is die gun-factor echt vreselijk als je een eerlijke recensie wilt schrijven... | 0neg
|
Met hoge verwachtingen ben ik begonnen met het doorgeefboek "mijn ex mij stalker".
Helaas ondanks dat het onderwerp stalken mij wel aansprak, heeft het boek niet aan mijn verwachtingen beantwoord.
Vond de schrijfstijl niet echt pakkend, zodat ik niet echt in het verhaal kon komen. | 0neg
|
Het boek 'Slachtoffers' van Alex Kava, wat overigens het eerste boek is dat ik van haar gelezen heb, is naar mijn mening heel erg matig.
Op de voorkant van het boek wordt aangegeven dat Tess Gerritsen het boek adembenemend spannend vond en dat deze spanning iedere pagina hoger opgevoerd wordt. Hier ben ik het in geen enkel opzicht mee eens. Het begint erg spannend als er in de oceaan een drijvende vrieskist wordt aangetroffen met daarin verschillende afgehakte ledematen. Een goed begin voor een razend spannend verhaal lijkt me. Helaas vind ik de uitwerking van het verhaal erg oppervlakkig en zeer voorspelbaar. Tegenwoordig ligt de lat voor een goede thriller ook erg hoog. Wat mij betreft is Alex Kava er niet in geslaagd dit niveau met dit boek te halen, laat staan erbij in de buurt te komen.
Het boek is niet meer dan een boek voor even tussendoor en zou vergeleken kunnen worden met boeken als die van Baantjer. Al zat hier weinig spanning in en was de afloop eigenlijk al snel duidelijk.
Het zou niet terecht zijn dit boek te beoordelen als tussendoortje. Gezien het andere aanbod van geweldig goede boeken is dit boek niet meer dan 1 of 2 sterren waard voor mij. Omdat 1 ster wel erg triest oogt heb ik er 2 gegeven maar het had net zo goed 1 ster kunnen zijn.
Het begin is aardig. Alleen loopt al snel over in een langdradig tussenstuk en eindigt eigenlijk heel soft en voorspelbaar. Al met al geen aanrader dus.
Plot: 2 sterren
Spanning: 1 ster
Leesplezier: 2 sterren
Schrijfstijl: 2 sterren
Originaliteit: 2 sterren
Psychologie: 1 ster | 0neg
|
Winterse gerechten? Heerlijk! Niets fijner dan bij een knappend haardvuur genieten van ouderwetse erwtensoep, hutspot, koffie met zelfgemaakte speculaas of pepernoten, dik beboterd krentenbrood of luchtige pannenkoekjes. Zelfgemaakt natuurlijk!
Op zoek naar inspiratie om deze winterklassiekers te maken? In het nieuwe 24Kitchen Winterkookboek vind je ruim 100 recepten die je in eigen keuken kunt maken.
De recepten zijn duidelijke in stappen beschreven en ingedeeld in; Sinterklaas, Winterpret, Kerstmis, Oud & nieuw, Het nieuwe jaar, Een frisse boswandeling en Winterdis.
Het Winterkookboek is rijk gelardeerd met winterse sfeerfoto’s, met name van de koks van 24Kitchen. Dit vind ik een klein minpuntje; ik hou van food foto’s in mijn kookboeken. Voor vele fans van de kookzender zal het Winterboek echter een feest van herkenning zijn.
Leuk is dat er naast de vele traditionele Hollandse gerechten ook varianten uit verschillende wintersportgebieden gegeven worden, zodat je af en toe een internationaal tintje kunt geven aan je winterse kost.
Laat het de komende weken maar sneeuwen en waaien, met dit boek vol gezelligheid kom ik de tijd wel door. | 0neg
|
De aanwezigheid van beesten maakt gelukkig. Dierenliefhebbers weten dit allang, maar ook de wetenschappelijke wereld is er steeds meer van overtuigd dat dieren het beste in ons naar boven halen. James Bowen (1979), de schrijver en het hoofdpersonage van Bob de straatkat is ervaringsdeskundige: de straatmuzikant ondervond aan den lijve wat de vriendschap met een dier voor een mens kan betekenen.
De voormalig drugsverslaafde schreef een boek over zijn ‘leven na Bob’, zoals hij het zo mooi noemt, dat ondertussen is verfilmd en een vervolg kent. Het resultaat is een hartverwarmend verhaal dat een zeldzaam inkijkje biedt in het leven van een (ex)verslaafde, maar dat door de gebrekkige schrijfstijl helaas niet goed uit de verf komt.
'Ik bestond, ik leefde niet. Ik was nog net niet dood', zegt Bowen later over de tijd voordat hij Bob ontmoette. Hij zat in een afkickprogramma en gebruikte Methadon (een sterke pijnstiller) om af te kicken van de heroïne en cocaïne: 'Bob gaf me de vonk om mijn leven te veranderen.'
De Londenaar heeft het zwaar als Bob, letterlijk, op zijn pad komt. De rode kater zit in het portiek van Bowens flat en ondanks herhaaldelijke pogingen het dier op straat te zetten, blijft de kat terugkomen. Bowen ontfermt zich over Bob en komt erachter dat zijn nieuwe vriend een waardevolle aanvulling is op zijn leven. Niet alleen heeft hij de verantwoordelijkheid om voor het diertje te zorgen en wil hij daarom ‘clean’ blijven, maar het meenemen van Bob naar zijn straatoptredens brengt ook nog eens extra geld in het laatje. Op straat staan voorbijgangers namelijk even stil als ze Bowen en Bob zien. Ze durven zelfs een praatje aan te knopen met de muzikant en geven gul, zowel geld, als lekkers voor Bob.
Het verhaal heeft alles weg van een feelgood-story en hoewel een ex-verslaafde in zijn afkickperiode nogal eens op hobbels en kuilen stuit, merk je direct dat de vriendschap tussen mens en dier het begin is van een gelukkiger bestaan.
Een boek met een pluizige kat op de cover heeft een voordeel: niet alleen op straat kan Bob de mensen lokken. Het is aannemelijk dat zijn schattige koppie ook argeloze lezers weet aan te spreken. Maar de auteur is straatmuzikant en krantenverkoper, geen schrijver. En hoewel niet is gezegd dat die niet kunnen schrijven, merk je het gebrek aan ervaring direct. Het boek van Bowen doet qua schrijfstijl wat armetierig aan: te ‘uitleggerig’. Van show don’t tell is geen sprake, waardoor de lezer zich een klein kind waant dat aan de hand moet worden meegenomen. De weinig creatieve manier van vertellen doet afbreuk aan het mooie verhaal. De vreugde, maar ook de ellende, raken je net niet en de vertelling kabbelt van de ene gebeurtenis in de ander.
Toch moet vermeld worden dat Bowen alle hulde verdient voor het opschrijven van een verhaal dat gaat over het maken van grove fouten, daarvan leren, terugvallen en alsnog opkrabbelen. Er is moed voor nodig om de vuile was bij zo’n groot publiek op de stoep te zetten.
Bob de straatkat is een snel tussendoortje en een interessant inkijkje in het leven van een dakloze met een verslaving. Dit boek zal je eraan herinneren dat iedereen een verhaal heeft.
Nieuwsgierigen kunnen Bob bewonderen op Youtube, waar enthousiaste voorbijgangers hun ontmoeting met de ondertussen wereldberoemde kat vereeuwigden. | 0neg
|
Ik had echt uitgekeken naar deze nieuwe roman van Michael Chabon, auteur van ‘WonderBoys’ en ‘De wonderlijke avonturen van Kavalier en Clay’. En dan is het natuurlijk extra jammer als het boek bij lezing uiteindelijk gewoon tegenvalt.
Dat begint eigenlijk al meteen op de eerste pagina’s, als meteen duidelijk wordt dat Chabon niet bepaald de doelstelling had een lekker leesbare pageturner te schrijven. Integendeel: Chabon lijkt wel met elke zorgvuldig geconstrueerde en kunstig geboetseerde zin zijn meesterschap te willen onderstrepen. Ergens midden in het boek presteert hij het zelfs om één enkele zin pagina’s lang te laten duren. Erg mooi allemaal, dit literaire spierballengerol, dat ik ook al kende van Chabon’s een-na-laatste worp ‘The Final Solution’, maar of dit een prettig leesbaar boek oplevert? Nou nee, niet bepaald.
Dit was misschien nog niet zo erg geweest, als Chabon boeiende materie bij de hand had gehad. Daarvan is echter geen sprake. Chabon blijft heel dicht bij zichzelf met een down-to-earth verhaaltje dat speelt in zijn eigen achtertuin: Oakland, California.
Het verhaal draait min of meer om Archy Stalling en Nat Jaffe, de uitbaters van een ouderwetse platenwinkel met veel vintage vinyl, die gedoemd lijkt te moeten sluiten als er zich een grote mega-store dreigt te vestigen in hun straat. Ook de vrouwen van beide mannen, die samen een bevallingskliniek runnen en in aanvaring komen met het ziekenhuis komen echter aan bod. Net als de beide zonen ten slotte, waarvan de excentrieke Julius ‘Julie’ Jaffe latent homoseksueel is en Titus de wrokkige, opeens opduikende, zoon uit een eerdere relatie van Archy is. Chabon weet de karakters vaardig tot leven te brengen, maar ja: heel interessant zijn hun belevenissen en zieleroerselen eigenlijk niet. Het verhaal kabbelt om deze reden eigenlijk vooral maar een beetje door en komt ook niet echt tot een knallend eind. En wat ook niet echt helpt is dat Chabon zijn boek doordrenkt met populaire Amerikaanse geschiedenis, niet alleen muziek (van elke oude soul/funk/jazz-plaat die wordt genoemd, wordt consequent ook het label en jaar genoemd bijvoorbeeld) , maar ook films, sport, etcetera. Dit gaat als niet-Amerikaan toch deels langs je heen…
Tja, allemaal niet erg positief dus. Niet dat dit boek een volledige mislukking is, overigens. Chabon kan nog steeds bij vlagen briljant om de hoek komen met mooie observaties, originele metaforen of beeldende beschrijvingen. Maar dat is allemaal niet genoeg om dit een goed boek te maken naar mijn mening. Jammer! | 0neg
|
Veel overbodige info die niets bijbrengt aan het verhaal. Details over een menu, laat staan over de allergenen van de personages horen thuis in een kookboek. Grote lijnen van het verhaal konden op de helft van het aantal bladzijden ook verteld worden en naar het einde toe was de huur precies op en werd het snel afgehandeld. | 0neg
|
Het gebeurt me niet vaak dat ik een boek niet uitlees, maar 'Het smelt' is er zo een. Met veel enthousiasme begonnen, maar zo iets over de helft bracht ik het niet meer op om verder te lezen. Het ging me allemaal wat te traag, de dompige sfeer van het Vlaanderen van toen, ook het Vlaanderen uit mijn jeugdjaren trouwens, benauwde en deprimeerde me.
Het Vlaanderen uit mijn jeugdjaren is in mijn herinneringen (gelukkig) minder benauwend, minder deprimerend, minder zwaarwichtig. Misschien ben ik te beschermd opgevoed, dat zou natuurlijk kunnen.
Bon, het boek ligt dus, mét bladwijzer ergens middenin, aan de kant. Ik sluit niet uit dat ik het later opnieuw een kans geef. Dan leest u het vast hier:) | 0neg
|
Van Royen doet er goed aan eens een goede redacteur - of andere uitgever - te zoeken, want dat niemand bij dit boek aan de bel heeft getrokken is opmerkelijk. Natuurlijk, de verkoopcijfers zullen wel weer geweldig zijn geweest. Maar het is de vraag of veel mensen zich nog aan een volgend boek van haar zullen wagen. De Mannentester heeft een niet onaardige premisse, maar ook die wordt niet helemaal waargemaakt. Uiteindelijk wordt er maar één man getest en verder nog een lesbienne en daar blijft het bij. Hiervoor in de plaats krijgen we zijwegen naar een criminele vader, een geschifte moeder en de onbeantwoorde liefde voor een robot. Met name dit laatste zijpad leidt heel erg af van het hoofdthema. Allemaal erg jammer, want Van Royen schrijft makkelijk en bij vlagen met humor. Ze kan beter. | 0neg
|
Misschien is dit een goed boek maar:
1. Ik woon niet in Amsterdam
2. Ik ben geen aanstellerige snoever.
Ik vond het verschrikkelijk slecht en heb het weggelegd. | 0neg
|
James Lee Burke is een gevestigde naam in Amerika. Hij wist al verschillende prijzen in de wacht te slepen. Voor mij is Harthout de eerste van Burke. Deze thriller gaat over advocaat Billy Bob Holland, een oud Texas Ranger met bloed aan zijn handen en een erg gauw geprikkeld humeur. Holland heeft een enorme hekel aan de rijke Earl Deitrich die iedereen voor zijn karretje spant én die ooit de minnares van Holland afsnoepte. Deitrich lijkt de hand te hebben in een aantal misdrijven die in het Texaanse Deaf Smith plaatsvinden. Slachtoffers van Deitrich zijn cliënten van Holland.
Het is een boek vol stof, rodeo's, country muziek, verzengende hitte en mensen die zich gedragen als cowboys. Levens zijn evenveel waard als de mug die 's nachts rond mijn hoofd zoemt. Waar doet dit aan denken? Juist, aan een western film. Harthout wordt daarbij bevolkt door personages die of onder invloed van drugs of dranks, of knettergek, of allebei zijn. En als ze toch geen van beide zijn, dan zijn het alsnog temparementvolle personen (lees: opvliegend).
Deze thriller kan mij niet bekoren. De personages vind ik niet echt sympathiek. Het verhaal bestaat teveel uit bijeengeveegde gebeurtenissen die ik niet als spannend ervaar. Alleen op het eind wordt het iets spannender. Ik denk dat dit boek voor een ander type lezer is weggelegd. De voorkant van het boek vind ik nog het mooist, maar die blijkt na het lezen totaal niets met het boek te maken te hebben... | 0neg
|
Overlevers is het debuut van Chris Weitz. Begint er bij die naam al een belletje te rinkelen? Dat zou best kunnen, want Chris Weitz is een Oscar-genomineerde Amerikaanse filmproducer en regisseur. Hij is bekend van de films Twilight: New Moon, About a Boy en The Golden Compass. Overlevers is het eerste deel in The Young World-trilogie. Als lezer begin je soms aan een boek waarvan je na een paar pagina’s al weet dat het niets voor je is. Jammer genoeg was dat het geval bij Overlevers, een verhaal dat qua inhoud erg doet denken aan de Gone-serie van Michael Grant. Beide verhalen richten zich op een wereld die enkel nog bestaat uit tieners.
In de post-apocalyptische wereld van Overlevers heeft een onbekende ziekte een groot deel van de wereldpopulatie uitgeroeid. Enkel jongeren tussen de twaalf en achttien jaar zijn niet aangedaan door de ziekte. Er zit echter wel een addertje onder het gras: word je eenmaal achttien jaar, dan loop je toch nog de ziekte op.
Met een levensverwachting van achttien jaar is het niet moeilijk voor te stellen dat de tieners zich al snel tot geweld wenden. In New York, waar het verhaal zich afspeelt, verenigen de jongeren zich al snel in verschillende clans, waardoor de stad in een slagveld verandert door de zoektocht naar het meeste voedsel en de beste wapens. De tieners die op Washington Square Park wonen proberen zo vredig mogelijk te overleven, ondanks dat ze weten dat het nutteloos is en iedereen uiteindelijk zal sterven. Een groep uit deze clan besluit deze toekomst niet te accepteren en een oplossing te zoeken. In hun zoektocht naar een geneesmiddel voor de ziekte reist deze kleine groep door New York City, in de hoop de ziekte te omzeilen en de maatschappij weer op te bouwen.
Overlevers was op geen enkel vlak interessant of vermakelijk. Het is een verhaal dat erg op personages is gericht, waardoor het leesplezier afhangt van wat je van de personages vindt. Als lezer kom je namelijk in het hoofd van de twee hoofdpersonen van het boek terecht, Jefferson en Donna. Ze zijn beiden lid van de clan die op Washington Square Park woont en zijn deel van het groepje dat naar een oplossing gaat zoeken. De personages waren niet sympathiek en het was erg moeilijk om je met hun karakters te kunnen identificeren. Dit is een gemiste kans, omdat de ondersteunende personages wél leuk waren om over te lezen.
De post-apocalyptische wereld waarin Overlevers zich afspeelt is daarentegen wel interessant om over te lezen. Net zoals in het echte leven neigen mensen er altijd naar om zich in groepen te verbinden en in deze wereld gebeurt precies hetzelfde, alleen dan op veel grotere schaal. De jongeren verenigen zich in grote groepen en proberen op die manier te overleven. Toch vraagt het verhaal ook heel wat goedgelovigheid van de lezer. De ziekte kwam totaal ongeloofwaardig over en ook het doen en laten van de personages roept veel vraagtekens op.
Aan diehard fans van dystopische boeken is het boek echter zeker aan te raden: Overlevers heeft een interessante wereld en het was amusant om over de verschillende clans te lezen en hoe ze allemaal anders met deze nieuwe wereld omgaan. Jammer genoeg was dat het enige pluspunt aan het boek en is Overlevers een moeizaam boek om te lezen. Lezers die een onwijs gaaf boek zoeken en daar nog dagen over willen nadenken doen er goed aan dit boek over te slaan. | 0neg
|
In de wereld van de zeventienjarige Mare bepaalt je bloed je aanzien in de maatschappij. Net zoals alle andere mensen die rood bloed door hun aderen hebben stromen, is Mare ondergeschikt aan de begaafde en superieure Zilveren. Als haar beste vriend verplicht wordt naar de oorlog te vertrekken, doet Mare er alles aan om dit te verhinderen. Haar verwoede pogingen brengen haar uiteindelijk aan het Koninklijk Hof, waar al snel blijkt dat zij over krachten beschikt die nooit eerder bij een Rode zijn aangetroffen.
De rode koningin behoort tot de boeken die bewijzen dat een fictief verhaal heel wat kan vertellen over de werkelijkheid. Het overkoepelende verhaal beoogt niet al te veel diepgang, maar laat door middel van een vereenvoudigde voorstelling de realiteit doorschemeren. Twee bevolkingsgroepen die elkaar naar het leven staan omwille van hun eigenheid en een wereld waar aanslagen als doel hebben om angst te zaaien, is met de recente gebeurtenissen in Parijs griezelig herkenbaar.
De dynamiek van het hoofdpersonage Mare is een ander sterk punt. De gebeurtenissen en situaties waarin ze verzeild geraakt, beïnvloeden haar persoonlijkheid en visie. Ze begaat fouten, weet lang niet altijd wat te doen en is bereid om bloederige offers te brengen. Mare is geen personage om te verafgoden, maar wel een om te leren begrijpen en met mee te leven.
Het tweede deel betekent een negatieve omslag. De interessante invalshoek en verhaallijn verbleken en het verhaal neemt Twilight-achtige proporties aan als Mare in een bleke driehoeksverhouding belandt en van haar liefdesperikelen haar prioriteit maakt terwijl er andere katten te geselen zijn. De afstand tussen de lezer en het verhaal groeit en leidt net niet tot onverschilligheid. Aveyard weet dit gedeeltelijk recht te trekken door een knappe plottwist die al het voorgaande in een nieuw daglicht plaatst, maar schakelt dan over naar een ontknoping die braaf binnen de verwachtingspatronen blijft. | 0neg
|
Wat een verschrikkelijk boek. Davidson kan wel schrijven, ik heb de indruk, dat hij een cursus creative writing heeft gevolgd en dat hij daar de tips goed ter harte heeft genomen, b.v.: vlecht er andere verhalen in, dat werkt altijd. Ik ben het met verschillende reacties hieronder eens, dat het boek erg langdradig is en zeker twee keer korter had gekund. Veel herhalingen. Wat heb ik vaak moeten lezen hoe knap de "ik" in zijn vorig leven was! Het allerergste vind ik nog de eronder gestopte moraal: kijk een hoe slecht en egoistisch ik was en hoe ik langzaam veranderde. Ik had het boek gewonnen....dan lees je het uit beleefdheid uit, vind ik. Maar ik zie sterretjes van teleurstellingen zoek naarstig naar een titel die mij uit de kater kan helpen | 0neg
|
Een merkwaardig en beklemmend boek waar ik me echt doorheen moest 'worstelen'. Geen aanrader voor als je zin hebt in wat 'luchtigs'. | 0neg
|
Het boek kabbelt voort, ondanks pogingen van de schrijfster er iets spannends van te maken. Het beloofde "huiveringwekkende spel" is telkens kort beschreven, in een niet huiveringwekkende manier en belooft dus teveel. Je kunt al ver vantevoren de ontknoping aan zien komen, dus al met al geen aanrader.
Het verhaal zoals gezegd kabbelt voort, maar leest daardoor wel lekker door, zoals iedere drei-stuiver roman.
Het verhaal draait om een Iers-Amerikaanse forensisch onderzoekster die vanwege perssonlijke redenen terug naar haar roots. Daar ontmoet ze zowel nieuwe collega's als een fiks aantal nieuwe moorden. Zonder teveel te verklappen, eindigt het verhaal zoals al snel eigenlijk duidelijk wordt.
Wel aardig, maar ik zou er geen geld voor uitgeven. | 0neg
|
Wie na de eerste delen van ‘Geek Girl’ nog niet genoeg gegeekt heeft, kan zijn hart ophalen. In de 95 pagina’s tellende Geek Girl pakt uit! geekt Holly Smale rustig verder. Tenminste; zo lijkt het. Smale neemt de lezer weer mee naar de wereld van Harriet en creëert een superromantisch kerstverhaal. Echter, met Geek Girl pakt uit! slaat ze de plank mis. Het te dunne, te simpele boekje haalt het niveau van de andere delen uit de serie lang niet.
Harriet is al maanden bezig met de voorbereiding van haar perfecte Kerst. En dan, een paar dagen voor Kerst, krijgt ze haar eerste zoen van model Nick. Het is haar eerste zoen ever. Natuurlijk deelt ze dit met haar beste vriendin Nat. Wanneer ze echter na vier dagen niets van Nick gehoord heeft, begint ze te twijfelen. Is Nick wel haar prins op het witte paard? Of betekende die zoen misschien niet zo heel veel? ‘‘Harriet,’ zucht Nat geduldig, ‘als een jongen niet binnen drie dagen contact met je opneemt, dan doet hij het niet meer. Dat is de wet.’’
Alles wat de serie Geek Girl sterk maakt, lijkt bij Geek Girl pakt uit! tegen te werken. Net zoals in andere delen probeert Smale in dit deel wetenschappelijke weetjes te koppelen aan het verhaal van Harriet. Echter, ze stopt te veel weetjes in het krap honderd pagina’s tellende verhaal, zonder ze echt goed uit te werken. Het gevolg is een boek vol passages die niet goed uit de verf komen.
Tegelijkertijd probeert ze makkelijk te scoren met deze versie van haar geek girl. Een verhaal boordevol miscommunicaties, overtrokken reacties en clichébeelden, soms zelfs weer clichés in de wereld van de clichés, moet de lezer bekoren, maar bereikt eerder het tegenovergestelde. Het verhaal van Harriet is te simpel en trapt te veel open deuren in om echt te verrassen. De lezer ziet elke gebeurtenis ver van tevoren aankomen.
Gelukkig weet Smale met personage Harriet het verhaal enigszins te redden. Net zoals in andere delen zet ze het model over de top neer en maakt ze van Harriet op diverse plaatsen in het verhaal een ware hysterische malloot. Harriet zorgt er met haar karakter voor dat lezers nog een beetje Geek Girl herkennen in Geek Girl pakt uit!. Een beetje slechts, want in het te korte verhaal krijgt ook Harriet niet echt de kans te laten zien wat ze waard is en de harten van de lezers te stelen.
Tegelijkertijd kunnen ook andere personages in het verhaal niet echt floreren. Smale wil alle belangrijke compagnons, van Nat tot Wilbur, introduceren, maar creëert geen ruimte de personages echt aan het woord te laten. Wilbur krijgt maar een halve pagina om zijn modellenkennis te uiten, zonder echt iets toe te voegen aan het verhaal. Hij lijkt louter goed om even het nummer van Nick aan Harriet te geven. De lezer moet zijn goede typering uit andere delen missen. Geen ‘fluffy duffy’ en ‘honny pon’ deze keer.
‘Wat ik zo fantastisch vind aan mensen is dit: We zijn geen cadeautjes. Je kunt ons niet netjes inpakken, een strik om ons heen doen en ons dan aan iemand geven. Je kunt ons niet openmaken en alles eruit halen. Je kunt niet in één keer zien wie we zijn. Eigenlijk kom je daar nooit achter. Mensen blijven je verrassen.’
Het zijn wijze woorden van Harriet. Helaas worden de woorden geen werkelijkheid in Geek Girl pakt uit!. Harriet en haar compagnons verrassen de lezers niet en blijven oppervlakkige papieren poppetjes in een clichématig verhaal. | 0neg
|
Oke, ik ben blij dat ik het uit heb en in een nieuw boek kan beginnen. Tot mijn vebazing zag ik dat dit het derde boek van deze schrijfter is, ik dacht dat het haar debuut was. Ik had dan toch wel een betere schrijfstijl verwacht. Er wordt ontzettend veel bijgehaald wat niet ter zake doet en ik vind het over het algemeen nogal simplistisch geschreven en zeker niet 'literair', zoals op de voorkant staat....Ik heb het alleen maar uitgelezen omdat ik wilde weten wat er met het jongetje was gebeurd. | 0neg
|
Na een veelbelovend begin, had ik al snel de neiging om het boek niet uit te lezen.
Ten eerste maakte Kerr gebruik van gebruik van teveel personages. Veel van de genoemde namen hadden geen/amper een toegevoegde waarde, maar komen de leesbaarheid niet ten goede.
Ten tweede is het taalgebruik van Kerr vaak wollig en omslachtig. Hij maakt vaak gebruik van lange zinnen.
Tot slot verondersteld Kerr dat de lezer over een behoorlijke kennis beschikt over het Duitsland aan het begin van WO II. Zonder deze kennis is het verhaal soms lastig te volgen en voelt het meer aan als ‘werken’ dan ontspanning.
Ik heb het boek met gepaste tegenzin toch uitgelezen. Ben je een WO II-fanaat bent en heb je een paar dagen flink veel tijd om door te lezen? Dan is het verhaal wellicht wel iets voor jou. | 0neg
|
Stuurloos is een goede titel voor dit boek. Waarin het lijkt of de schrijfster stuurloos Was tijdens het schrijven. De commentaren op de cover beloven veel meer dan het boek kan waarmaken.
doordat het verhaal in 2 delen wordt verteld, moet je elk hoofdstuk omschakelen. Dit zou geen probleem mogen zijn, mits minimaal 1 van de verhalen je doet meeleven met het verhaal. Dit Is in beide gevallen niet het geval. Een gemiste kans. | 0neg
|
Na Mattias met maar 120 bladzijden voelt meer als een novelle dan een roman. In sommige opzichten is het zelfs een bundel van korte verhalen. Ieder verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een andere hoofdpersoon, die allemaal in meer of mindere mate enige connectie hadden met Mattias. In ieder verhaal gaat het over het omgaan met verlies en spijt. Het taalgebruik is aangepast aan het karakter van het personage van dat verhaal, vlot geschreven en beeldend. Toch werkt het boek niet voor mij. Sommige personen hebben echt een connectie met Mattias, anderen lijken er bijgesleept vanwege het format. Pas aan het einde wordt duidelijk wat er gebeurd is. Door de schetsmatige manier van vertellen en omdat het plot niet midden in het verhaal bekend mag zijn wordt er op kunstmatige wijze achtergehouden wat er met Mattias is gebeurd. Daardoor reageren mensen voor mijn gevoel ongeloofwaardig en was ik in het midden van het boek niet meer echt geïnteresseerd in wat er nog zou komen. De verhalen op het einde lijken weer wat beter, maar dan mag er ook meer verteld worden. Toch zitten er op het einde een paar vreemde wendingen in om de verhalen bij elkaar te laten komen dat vind je bijvoorbeeld terug in het laatste hoofdstuk. Jammer is ook dat Mattias onderbelicht blijft in dit boek. Door de opzet raakt het boek me nergens ondanks het thema. Verder vlot geschreven in een goede stijl. | 0neg
|
Een stad, het meisje en de duivel is het verhaal van Lucie en Christoph, hun dochter Freya, en hun kleindochter Jesse. We zien de geschiedenis van een Duitse familie die door de onlusten van de twintigste eeuw wordt gevormd. Een verhaal over een familie die ontstaat in de Trave en voorbestemd is er te eindigen.
Een stad, het meisje en de duivel van Svealena Kutschke, is in één woord te omschrijven: bijzonder. In heel veel opzichten. Het is niet heel duidelijk in een bepaald genre te stoppen. Het heeft behoorlijk veel fantasie en lugubere stukken. Het vertelt de geschiedenis van Lubeck en daarmee ook van Duitsland van de 20e eeuw. Het verhaal belooft een familie epos te zijn over vier generaties vrouwen en bevat veel mooie citaten. Al met al heel veel mooie elementen die het tot een geweldig boek zouden kunnen maken, ware het niet dat mooie passages worden herhaald en soms veel te lang door gaan. Het zijn mooie citaten, maar het zijn er te veel. Het is te gekunsteld. Het lijkt of ze te hard heeft geprobeerd. Overdaad schaad en daarmee doet de schrijfster haar eigen verhaal regelmatig te niet. Ook de bijzondere familieverhoudingen, de opvallende gebeurtenissen die verre van realistisch zijn, het vooruit en terugspringen in de tijd, maken het tot een moeilijk te volgen geheel. Dat, in combinatie met de verwarrende relaties in Een stad, het meisje en de duivel, maken het geen prettig leesbaar boek.
Hoewel de verschillende personages gedurende het boek echt wel vorm krijgen, ondanks dat door de onduidelijke tijdssprongen het soms vaag is over welk personage we lezen, blijft één karakter een mysterie: de duivel. Hij heeft weliswaar een prominente rol gekregen in de titel, zijn rol in het verhaal blijft onduidelijk. Hij is meer toeschouwer en alwetend oog, dan dat hij het verhaal beïnvloed. Wie is hij nou eigenlijk? Is hij nodig om als alwetende verteller alle verschillende tijdsperiodes mee te kunnen maken? Welke relatie heeft hij met het monster in de Trave en met Lucie? Helaas krijgen we daar als lezer geen antwoord op en blijft het een dusdanig groot raadsel dat ook met de fantasie van de lezer niet wordt opgelost.
P. 284: Hij was een duivel zonder hel en zonder goddelijke tegenstrever, want het feit dat hij zijn antagonist in duizend jaar geen enkele keer was tegengekomen, maakte diens bestaan heel onwaarschijnlijk.
Kutschke heeft vrouwen op bijzondere wijze afgezet tegen de mannen. De mannen contrasteren met de vrouwen in het verhaal. Hoewel het lijkt alsof de vrouwen een behoorlijk grote rol krijgen, zijn ze erg passief en laten ze heel veel dingen gebeuren en over zich heen komen. Zo knipperen ze niet met de ogen of praten niet. Ze lijken geen zin of levenslust te hebben, drinken en doen aan drugs. De mannen daarentegen lijken sterker en tenminste iets te doen, zij het niet altijd het juiste, maar proberen toch het verschil te maken.
Ook al is de houding van de meisjes vrij passief, via hen worden de verschillende perioden uit de Duitse geschiedenis verteld. Op bijzondere wijze heeft Kutschke de Duitse geschiedenis een stem gegeven. We zien met behulp van de personages hoe met de tijd een volk verandert. Oorlog, honger, verdriet en haat vormen een mens en hebben een lange nasleep. We zien de oude stad Lübeck veranderen gedurende de WOI, een stad die in (de aanloop naar) de WOII Hitler welkom heet en jaren daarna het neofascisme kent.
We zien de gevolgen van de eerste Wereldoorlog. We zien de crisis waarin onder andere brood ontzettend duur wordt en geld geen waarde meer heeft. We zien hoe de haat jegens een volk ontstaat en hoe iedereen zichzelf probeert te redden. We zien hoe het mensen verandert, hoe drank en drugs een rol spelen om alles te vergeten, hoe kinderen met het gemis van liefdevolle ouders proberen te leven. Én we zien welk (destructieve) gevolg dit alles heeft op de meest recente generatie.
P. 433: De een haatte de armoede, de ander de democratie, de volgende de Joden. Ze haatten de communisten, de landverraders, de zegevierende mogendheden, allen verlangden ze hevig naar de hoop, die velen van hen al hadden verloren, allen hielden ze van de kracht waarmee deze man optrad.
Mijn verwachtingen waren van tevoren hooggespannen. Ik hoopte op een adembenemend boek met bijzondere verhaallijnen die uiteindelijk heel logisch in elkaar zouden vallen. Het verhaal is moeilijk te volgen, de rode draad ontbreekt en geen moment is duidelijk wat er wordt gelezen. Tijdens het lezen zorgde dit voor weinig plezier, het was de hoop op een waanzinnig einde dat me voort liet lezen. De verwarring en onduidelijkheid tijdens het lezen was goed gepraat wanneer het einde adembenemend zou zijn. Helaas bleef dat waanzinnige einde uit.
Ik had graag een slotwoord gelezen, of een woord van de schrijfster, waarin ze haar verhaal uitlegt, haar achtergronden bespreekt, wat haar gedreven of gevormd heeft om het verhaal te schrijven. Ik ben met een gevoel achtergebleven dat ik niets van het boek heb begrepen, maar dat ik me ook niet kan voorstellen dat er niet een heel verhaal omheen zit.
Ondanks dat ik het mooi vind dat ik over de geschiedenis van Duitsland heb gelezen, heeft de grote vage soep aan elementen me met een ontevreden gevoel achter gelaten. Al met al kan ik er nu niet meer dan 2 sterren voor geven. ** | 0neg
|
Emile Bode is journalist, publicist en televisiemaker. Hij werkt bij De Telegraaf en heeft daar al heel lang een populaire huishoudrubiek. Hij heeft ook de nodige huishoudgidsen gepubliceerd. Het boek Als de dag van toen schreef hij samen met zijn dochter Jessica Bode die ook werkzaam is voor De Telegraaf maar dan voor de Utrechtse redactie en zij helpt haar vader bij zijn huishoudrubriek. Emile Bode is geboren in 1954 en weet zich nog heel veel te herinneren van het dagelijks leven rond 1965. Zijn aandeel in het boek gaat dan ook voornamelijk over deze jaren en dan specifiek over het huishouden met hier en daar een uitstapje naar andere herinneringen uit die tijd.
Het boek heeft een heel hoog: 'Oh ja, dat is waar ook. Weet je dat nog?'-gehalte. Uiteraard geldt dat voor de lezers die de beschreven jaren hebben meegemaakt. Voor anderen is het een blik in een tijd die, alhoewel nog helemaal niet zolang geleden, bijna onvoorstelbaar primitief lijkt vergeleken met nu. Jessica Bode is geboren in 1991 en we krijgen in het boek regelmatig een inkijkje in haar (huishoudelijke) wereld van nu. Een heel brave wereld die soms wat tuttig aandoet maar dat hoort misschien bij een journaliste met een huishoudpagina.
De herinneringen van Emile Bode zijn voornamelijk privéverhalen en anekdotes en soms niet veel meer dan een opsomming van feiten en gebeurtenissen. Een groot deel gaat, zoals de titel van het boek al zegt, over het huishouden en de revolutie die daar heeft plaatsgevonden. Veel hoofdstukken doen denken aan uit de hand gelopen krantenartikelen op huishoudgebied. Een hoofdstuk van twaalf pagina’s over schoonmaakazijn bijvoorbeeld. Dochter Jessica kan er ook wat van en gaat pagina’s lang door over wasmachines, drogers en hun werking. Ze maakt er geen geheim van dat ze in haar jeugd niets hoefde te doen in het huishouden en daarom is het bijzonder dat het lijkt alsof ze er nu echt alles van weet en ook de behoefte heeft om dat tot in details te vertellen. Zowel vader als dochter noemen veelvuldig merken en bedrijven. Ongeveer een derde deel van het boek gaat over 'waar kan ik dit nog kopen' en 'hoe maak ik dit schoon'.
Er is vast en zeker een doelgroep die dit boek met plezier zal lezen. Als je je tenminste niet stoort aan de manier van schrijven van Emile Bode. De korte zinnetjes zorgen ervoor dat de herinneringen nergens een boeiend en vloeiend verhaal worden en geven af en toe het gevoel dat je een kinderboek aan het lezen bent. Een voorbeeld: "Er werd aan tafel niets gedronken. Daarvoor en daarna hadden wij onze monden al onder de koude kraan gehouden. Voor mijn gevoel hingen onze monden altijd onder de koude keukenkraan. Als frisdrank kregen we sterk verdunde ranja."
Wie zijn geheugen wil opfrissen of graag een blik werpt op de jaren rond 1965 waarin de wereld zo snel en sterk veranderde zal dit boek zeker waarderen. Ook voor liefhebbers van huishoudelijke tips en trucs en soms uitvoerige beschrijvingen van huis en huishouden van toen en van nu is dit een prima boek. Alhoewel ik jong was in dezelfde tijd als Emile Bode sprak dit boek mij niet aan. Dat heeft niets te maken met het niet leuk vinden van de herinneringen maar alles met de schrijfstijl en de zeer gedetailleerde huishoudelijke wetenswaardigheden. Het lezen van dit boek deed mij denken aan ouderwetse verjaardagen waarbij je soms de pech had naast een oude tante te zitten die maar doorpraat en doorpraat en waaraan geen ontsnappen mogelijk is. Dat ontsnappen kan hier gelukkig wel. Gewoon stoppen met lezen. | 0neg
|
Dit boek gaat over Leila, een meisje dat bevriend raakt met een kat Tess als haar moeder plotseling verdwijnt. Om te ontsnappen van het Kwaad dat de wereld dreigt over te nemen, besluit Leila te vluchten. Tijdens haar reis raakt ze bevriend met huurmoordenaar Orvan. Ook leert ze onderweg dat zij meer is dan een gewoon meisje; Leila is de nieuwe Hogepriesteres. Ze moet zo snel mogelijk naar de Elfenkoningin Dania toe gaan om de wereld te redden van het Kwaad. Het Kwaad van de Afgrond kan namelijk alleen door de nieuwe Hogepriesteres Leilla in bedwang gehouden worden.
Het idee van het verhaal heeft veel potentie, een leuk verhaal met eindelijk weer een vrouwelijke heldin. Het verhaal wisselt echter vaak van perspectief. In een hoofdstuk kan het perspectief zelfs meerdere keren veranderen. Dit kan een leuk effect geven, maar in dit boek krijg je hierdoor vaak dezelfde informatie opnieuw te horen en heeft het zeker geen toegevoegde waarde.
Verder is dit boek vooral een lang, eenzijdig verhaal over de tocht van Leila naar de Elfenkoningin, de reis van Orvan en van nog een heleboel andere wezens. Het is een langdurige tocht die nergens op uit lijkt te komen. Er is weinig diepgang en er zijn geen echte cliffhangers. Er is weinig spanning in het boek, wat een pil van meer dan 500 pagina's toch moeilijk leesbaar maakt.
Het boek zit vol draken, eenogige octopussen, mordels en elfen. Helaas krijg je geen goede beschrijving van al deze mythische wezens, en hebben ze niet echt een eigen karakter. Zo zien ze er eigenlijk alleen anders uit dan 'mensen', maar verder weet je er niet zo veel over. De wereld waarin Leila leeft had veel beter beschreven kunnen worden. Door de geringe details en beschrijvingen kan je je niet goed inleven in de personages en hun wereld ook niet begrijpen.
Al met al was dit een boek met een leuk idee en veel potentie, maar naar mijn mening is het niet goed uitgewerkt. Een goed begin voor een fantasy-schrijver, maar er is veel plek voor verbetering en meer diepgang. | 0neg
|
Het boekje was snel uit, dat wel maar echt boeiend vond ik het niet. De opzet daarentegen is wel leuk: zo dun en toch zoveel hoofdstukken, origineel! Ik ben niet zo'n fan van romans maar mijn oog viel hierop en ik zag het als een aardig tussendoortje, meer niet. | 0neg
|
Megan Abbott heeft aan de University of Michigan gestudeerd en vervolgens aan New York University (NYU) een academische graad behaald in de Engelse en Amerikaanse literatuur. Zij heeft als docent gewerkt, onder andere aan de NYU, en schrijft artikelen voor magazines en tijdschriften. Daarnaast blogt ze samen met collega-auteur Sara Gran. Abbott is met haar boeken al meerdere keren in de prijzen gevallen.
Gelet op de palmares van Megan Abbott en de boekbeschrijving op de cover mag de lezer het een en ander verwachten van De koorts: uitbraak van een virus dat leerlingen van een middelbare school besmet, een door vervuiling fluorescerend meer, een omstreden vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV), kleine stad, geheimen, ingrediënten te over voor een spannend boek.
De hoofdrollen zijn weggelegd voor Tom Nash en zijn tienerkinderen, te weten dochter Deenie en zoon Eli. Deenies vriendin Lise valt neer en raakt in coma, zij is bevangen door een mysterieus virus. Een zorgwekkende situatie, vooral wanneer er meer meisjes ziek worden. Iedereen zoekt naar verklaringen, geen daarvan lijkt bevredigend. Onder de tienermeisjes leidt dit tot hysterie, beschadigde vriendschappen en vertrouwensbreuken. Wat is er precies met Lise aan de hand, wie is het volgende slachtoffer?
De koorts leest vlot en prettig weg, zoals dat heet. Het verhaal is overzichtelijk opgebouwd en wordt verteld vanuit verschillende perspectieven, waarin Deenie en haar vader Tom het leeuwenaandeel hebben. De gebeurtenissen en bespiegelingen kabbelen voort, terwijl onderhuids de spanning op de loer ligt. Maar niet heus. Er komt geen klapper die van deze ‘novel’, zoals op de originele cover vermeld staat, op slag een ‘thriller’ maakt, de genreaanduiding door de Nederlandse uitgever. De koorts is licht mysterieus, herbergt een minimaal crime-aspect, maar wordt nergens spannend.
De plot is goed, echter te mager. De aangekondigde geheimen zijn geheim gebleven, want dat wat je een geheim zou kunnen noemen is niet werkelijk geheim. Verdenkingen die uiteindelijk niet meer ter zake doen worden gelaten voor wat ze zijn. Vanwege de actualiteit en het wereldwijde belang van de betreffende thema’s is dat onbevredigend. De lezer hoeft geen panklare antwoorden op gezondheids- en milieuvraagstukken te krijgen, maar een auteur die zulke grote thema’s opvoert dient deze op zijn minst enigszins uit te werken.
De koorts lijkt geschreven om te waarschuwen: ‘Hoedt u voor tienermeisjes.’ | 0neg
|
Ik mocht het boek buzzzen waar ik weer blij mee was,ik heb me echt door het boek moeten worstelen,en dat Tess Gerritsen dit boek aanbeveeld geloof ik dus niks van,in het begin veel namen maar het verhaal blijft heel matig ,nee Alex Kava is niet mijn auteur,ik was zwaar teleurgesteld geen Alex voor mij meer.. | 0neg
|
Het boek handelt over de Tempeliers. Het begint het eerste hoofdstuk ook in dat oude tijdsgewricht. Het is echter een thriller die zich in het heden afspeelt. Ik vindt het thema ongeloofwaardig. Dit genre heeft vast een naam. Zoiets als fantasy fakehistorical ofzo.
Het is niet echt wat mij aanspreekt en toch blijft het op het randje van spannend genoeg om het uit te lezen.
Hou je van fantasy like zal het zeker goed gaan. | 0neg
|
Met de titel is de toon gezet voor het boek. Haar eerste boek leek goed te zijn. Niet gelezen. Sorry, dit boek is zeer zwak. Veel personages. Politie van New York, de baas van een kuisbedrijf dat na een moord alles komt opruimen, FBI van Chicago en New York, een radiopresentator. Te veel van het goede.
Moorden in Chicago en in new York. er nog boven op. De strijd tussen de FBI en de lokale politie maakt de zaak niet gemakkelijk.
Om als lezer U gedachten erbij te houden, niet gemakkelijk.
Soms is het totaal niet meer overzichtelijk.
Sorry, ik had er meer van verwacht. | 0neg
|
Nummer 76: Hij schreef te weinig boeken. Hoe ironisch de titel van de vermaarde – en door sommigen gehekelde – schrijver Herman Brusselmans (1957) ook is, de inhoud zal het tegenovergestelde bewijzen. De vrijpostige schrijver staat erom bekend in zijn boeken zijn medemens op de meest vunzige, brutale en grove manier belachelijk te maken en te krenken met een grote dosis (zelf)spot. Brusselmans heeft zijn pen nu wederom in dezelfde inkt gedoopt en medeschrijvers (o.a. Lize Spit) en mensen met een ziekte krijgen ervanlangs. Nieuw zijn de ellenlange passages, de ziekelijk lange woordenstroom aan woorden over de kwaaltjes van het ouderdom en het gebrek aan zinnige bezigheden en inspiratie.
‘Brusselmans heeft een nieuwe vriendin’. ‘Brusselmans toont zijn nieuwe vriendin’. ‘Herman Brusselmans vindt liefde bij 24-jarige studente.’ Omstreeks september 2016 was de nieuwe relatie van Brusselmans wereldnieuws. De schrijver – op zijn hoede na een eerdere relatie met een 25-jarige – zei liever niets los te willen laten over zijn nieuwe aanwinst in de liefde (‘Mijn nieuwe vriendin zit evenmin op de media-aandacht te wachten’). Daar is de schrijver duidelijk op teruggekomen. Zijn nieuwe, jonge vriendin Lena – ze is 34 lentes jonger dan Brusselmans – wordt min of meer opgevoerd als Brusselmans grote muze in Hij schreef te weinig boeken. Niet alleen op liefdesgebied krijgt Brusselmans te maken met concurrenten die hem onzeker maken, maar ook in het literaire circuit moet hij zich staande houden tegenover jonge zielen. In Hij schreef te weinig boeken legt de schrijver zijn ziel bloot en daar moet zijn rock-‘n-roll imago voor inboeten. De Vlaamse auteur klinkt als een verbeten oude man. Zo is de precisering van details in zijn seksleven (incl. beantwoording op de vraag of hij is klaargekomen) niet alleen TMI (Too Much Information) voor de lezer, maar het komt nogal sneu over.
Uiteraard komt de lezer niet alleen te weten hoe vaak de schrijver aan zijn trekken komt, maar is er ook ruimte voor andere vrouwen. Zo gaat Brusselmans regelmatig eten bij zijn ex-vrouw Tania, met wie hij er een goede vriendschap op nahoudt. Data en tijden zijn daarnaast een relatief begrip. Brusselmans lijkt op chronologische wijze zijn dagen te beschrijven, maar de lezer raakt totaal verward doordat de realiteit wordt aangevuld met ogenschijnlijk fictieve gebeurtenissen en beschrijvingen. Het is daardoor een hele kunst om de 832 bladzijden – waarin woorden aaneen gebreid zijn in Quentin Tarentino snelheid – te lezen, zonder dat je als lezer ook maar één pauze wordt gegund. Het feit dat Brusselmans de letters zo gemakkelijk uit zijn mouw schudt, verdient enkel en alleen complimenten. De auteur mag zijn pagina’s dan tot de nok toe vullen met een grote hoeveelheid aan woorden, het is verrassend hoe vlot zijn boek leest en hoe scherp iedere dialoog is geschreven: rake woorden worden als pingpongballetjes heen en weer gekaatst.
Ondanks het vlotte leestempo, de rake dialogen en het ongelooflijke schrijftalent dat van de pagina’s afstraalt, moet je als lezer wel héél gemotiveerd zijn om deze kiloknaller (het boek weegt maar liefst 1 kilo) te willen lezen. Het grote probleem met dit boek is dat er geen echt verhaal in zit. Het algemene opbouwschema, waarin een conflictkwestie leidt tot een climax en langzame verbetering van het probleem, is losgelaten en er wordt niets tegenover gezet. Het is een te lang relaas van een schrijver die alle kenmerken van een writer’s block vertoont en op zeikerige toon over het leven praat. Het is te hopen dat Brusselmans zich minder op zijn verafgoding richt en nadenkt over de zinvolheid die hij zijn eerdere boeken meegaf, voordat hij zijn tachtigste roman voltooit. | 0neg
|
Misschien is het gewoon mijn genre niet, maar ik vond het nogal eentonig om te lezen wat Eleanor at, hoe ze naar huis liep of bij welke winkel ze het liefst haar boodschappen deed. Ik ben dan ook verbaasd dat dit boek zoveel sterren kreeg. Het was ook een wat deprimerend boek. Ik heb het bijna opzij gelegd, had ik dat maar gedaan want ik had er naar mijn mening niets aan gemist. Jammer want de recensies waren veelbelovend. | 0neg
|
Ik dacht eerst dat het alleen aan mij lag. Er blijven namelijk maar boeken van haar in de winkel verschijnen. Maar ik ben blijkbaar niet de enige die dit tenenkromend slecht vond. Het boek mist spanning, plot, karakters en zelfs was er geen humor te ontdekken. | 0neg
|
De thrillers van Esther Verhoef vind ik meestal fijn om te lezen en ook " Tegenlichtopname" vond ik mooi. Dit boek leest makkelijk, maar is erg oppervlakkig. De modewereld interesseert me ook niet. Al met al een matig boek. | 0neg
|
Niet een sterk verhaal. Vond het ondanks de spanning een beetje kinderachtig | 0neg
|
Al sinds zijn vroege jeugd houdt Sergej Koeznetsov (Moskou, 1966) erg van boeken. Door het vele lezen voelde hij zich soms schuldig tegenover al die schrijvers van mooie verhalen en wist geen betere manier om die schuld in te lossen dan de huidige generatie eveneens van boeken te voorzien. De kortere versie hiervan is volgens Koeznetsov dat hij schrijft omdat hij het leuk vindt. Hij studeerde scheikunde, maar werd film- en muziekcriticus, schreef diverse boeken en vertaalde enkele boeken van Stephen King. Met zijn eigen werk hoopt hij te bereiken dat de wereld anders gaat aankijken tegen het verleden van de Sovjet Unie.
In Vlinderhuid maken we kennis met de drieëntwintigjarige Ksenia. Ze is ondanks haar jonge leeftijd al hoofdredacteur van een online krant en heeft zodoende haar professionele leven aardig voor elkaar. In de privésfeer gaat het wat minder goed met haar. Ksenia is alleenstaand en omdat zij een liefhebber is van zware BDSM, kan zij geen enkele relatie in stand houden. Om toch aan haar trekken te komen neemt ze genoegen met softe seks – vanilleseks – maar voelt zich daar allesbehalve gelukkig bij, wat zich uit in zelfmutilatie. Dan duikt er in Moskou een seriemoordenaar op die zijn vrouwelijke slachtoffers zwaar verminkt. Ksenia besluit een website op te zetten om de moordenaar in de val te laten lopen, maar wanneer zij eindelijk contact met hem krijgt, dreigt ze verstrikt te raken in hun wederzijdse obsessie voor elkaar en komt haar leven ernstig in gevaar.
De flaptekst van het boek belooft veel: een spannend verhaal, waarin via social media jacht wordt gemaakt op een nietsontziende moordenaar; een nagelbijtend kat-en-muisspel, waarbij je op het puntje van je stoel zit. Helaas is dat allemaal in het verhaal niet terug te vinden. Het contact tussen Ksenia en de moordenaar komt pas ver na de helft tot stand, en tot die tijd moeten we het doen met de gruwelijkheden die in enkele hoofdstukken vanuit de dader beschreven worden, opgetekend in dichtvorm waaruit moet blijken dat hij ernstig gestoord is, maar die amper een spannend effect opleveren. En ook nadat Ksenia en de moordenaar met elkaar in contact zijn gekomen, wordt het verhaal nergens spannend. Het blijft allemaal vrij oppervlakkig en de meeste aandacht wordt geschonken aan het seksleven van Ksenia, zowel in het heden als in het verleden; hoe zij daar zelf mee omgaat en hoe haar omgeving er tegenover staat. De échte spanning manifesteert zich pas in het allerlaatste hoofdstuk en dan is het ook in een paar pagina’s gebeurd. Om tot daar te komen moet je je als lezer nog wel worstelen door een aantal hoofdstukken die bijna uit een encyclopedie komen en op anekdotische wijze informatie geven over dingen die wel met het verhaal te maken hebben, maar waar veel te uitgebreid op wordt ingegaan.
Daarnaast is er een regelmatige wisseling tussen het perspectief van de verteller. Het stuitert van de derde persoon naar de eerste persoon, en zelfs naar de tweede persoon, en niet zelden binnen één hoofdstuk. Dat leest heel lastig en de vraag rijst waarom Koeznetsov daarvoor gekozen heeft, aangezien het geen enkele toegevoegde waarde heeft en alleen maar gefronste wenkbrauwen oplevert.
Verwacht je van Vlinderhuid een spannend boek over een gruwelijke seriemoordenaar en de obsessieve jacht om hem te grijpen, dan kom je waarschijnlijk bedrogen uit. Het boek laat zich het best lezen als een redelijk interessant verhaal over een nogal in zichzelf gekeerde vrouw die worstelt met haar seksuele voorkeur en over de manier waarop zij en haar omgeving daarmee omgaan. | 0neg
|
Mogelijk lees ik het verhaal later nog, maar vind er weinig aan.
De vorige boeken van Peter James lazen vlot, waren echt spannend.
Ben een echte fan van de vorige boeken, maar dit verhaal schiet
niet op, pffffff | 0neg
|
Dit tweede deel van een zogenaamde trilogie werd met tromgeroffel aangekondigd als een spannende thriller
Het verhaal in een notendop: Anna, een gehuwde moeder van een dochter, beleeft op hotel een avontuurtje van één nacht met de jongere Erik
denkt ze. Erik denkt daar echter anders over en start meteen een stalking-offensief. Hij bedreigt Anna en haar familie en gaat tot het uiterste om Anna voor zich te winnen.
Hans Koppel, oorspronkelijk auteur van kinderboeken, heeft me aangenaam verrast met zijn eerste thriller Ze komt nooit meer terug. Ik keek dus echt uit naar het tweede deel
Met uitzondering van het allereerste hoofdstukje en de laatste paginas is Je bent nu van mij geen thriller maar eerder een stalking-romannetje. Het verhaal kabbelt eindeloos verder zonder de aandacht van deze lezer vast te houden.
De schrijfstijl is zelfs te eenvoudig om dit boek als Young Adult te bestempelen
Tijdens het lezen kreeg ik de indruk, dat het verhaal snel-snel in elkaar werd geknutseld. De plot was reeds na 50 paginas voorspelbaar. Met uitzondering van enkele terugkerende namen is er geen verwijzing naar, of vervolg van het eerste deel van de trilogie.
Zelfs als tussendoortje kan ik moeilijk met dit boek hoog oplopen, jammer maar helaas. Een magere 2 sterren is hiervan dus het resultaat. Het derde deel, dat nog moet verschijnen, zal opnieuw van hoog niveau moeten zijn om me te overtuigen deze auteur te blijven volgen! | 0neg
|
Mark Billingham schreef eerder zeven thrillers met de inspecteur Tom Thorne in de hoofdrol, waarvan de eerste vijf in vertaling verschenen. In het duister is zijn eerste thriller zonder vaste hoofdpersoon, alhoewel Thorne toch heel kort nog even zijn opwachting mag maken.
Het boek begint met een urban mythe, oftewel een broodje aap. ’s Avonds laat rijdt een vrouw door Londen als ze opeens een tegenligger ziet die zijn lichten niet ontstoken heeft. Ze seint naar de auto, waarop die haar passeert, omkeert en de achtervolging inzet. Als ze wordt beschoten, rijdt ze in paniek tegen een bushalte aan. Een politieagent die op de bus stond te wachten overleeft dit niet.
De politieagent laat een hoogzwangere vrouw, Helen, achter die over twee weken is uitgeteld. Direct na de dood van haar man ontdekt ze dat hij geheimen voor haar had. Omdat ze zelf ook bij de politie werkt, heeft ze gemakkelijk toegang tot degenen die haar kunnen helpen bij het vinden van antwoorden. In de dagen na het ongeluk lijkt er een (jeugd)bendeoorlog uit te barsten die gerelateerd is aan het ongeval. Ondertussen begint Helen zich af te vragen of er werkelijk sprake was van een ongeval.
Billingham heeft een goede titel gekozen voor zijn boek. Hij laat de lezer namelijk lang in het duister waar hij met het verhaal naartoe wil. Na het ongeval worden de levens gevolgd van diverse betrokken personages, zoals de genoemde Helen, een jongen die gedwongen wordt om zich steeds verder omhoog te werken in een jeugdbende en een onderwereldfiguur die nauwe banden had met de omgekomen politieman. De karaktertekening van al deze personages is goed gedaan. Het verhaal zelf is wat minder geslaagd. Billingham heeft wat teveel toeval nodig om verschillende personages met elkaar in contact te laten komen en de plot is te gekunsteld. Het grootste deel van het boek worden de belevenissen van de personages gevolgd. Dan volgt opeens een geforceerde overgang naar wat onthullingen die teveel uit de lucht komen vallen, waarna Billingham de lezer weer in het duister laat tasten.
Wat mij betreft is dit niet Billinghams meest geslaagde boek tot nu toe. De uitgeverij had er beter aan gedaan om deel zes uit de Thornereeks in vertaling uit te brengen. | 0neg
|
Zo verschrikkelijk spannend als 50/50 moorden was, zo ongelofelijk saai was dit boek. Wollige beschrijvingen, een onsamenhangend verhaal en vooral niet spannend. Na het lezen van het boek heb je nog veel te veel vragen. Nee, dit boek kan je zeker laten zitten wat mij betreft. | 0neg
|
Het boek was vlot om te lezen. Alleen is het niet wat ik verwacht had. Ik had gedacht aan iets groters, meer actie. Dit ik wel jammer vind aangezien het idee erachter zeer goed is. | 0neg
|
Erg spannend boek maar wel heel erg zweverig. Niet mijn type boek, al moet ik wel toegeven dat als je er eenmaal in begonnen bent je ook wilt weten hoe het afloopt.. | 0neg
|
Boek gekregen via de BUZZZ, dus ik moest het lezen, anders had ik het beslist al weggelegd. Ik kon er moeilijk inkomen. De transcripties van gesprekken zijn niet prettig om te lezen en ook verwarrend en onduidelijk. Het geheel komt moeizaam op gang. Rond pagina 100 begint het verhaal wel interessanter te worden, maar het blijft met ups en downs. De krantenartikelen en stukken uit de roman van Helen Yardley zijn goed geschreven en passen goed in het verhaal. Toch is het verhaal niet echt spannend. Er is alleen de vraag wie is/zijn de moordenaar(s). En ook dat is vrij al snel duidelijk. Wat mij betreft geen helaas geen aanrader! | 0neg
|
Met dank aan Xander Uitgevers voor dit recensie-exemplaar.
In ‘Harde leugen’ gaat het Erica’s bedrijf voor de wind. Het is zelfs tijd om personeel aan te nemen en uit te kijken naar een geschikt pand. Het pand is dankzij Fiona, de zus van Blake, vlug gevonden en al is Blake het niet eens met de keuze, Erica drijft hier haar zin door.
Het team wordt uitgebreid met Risa, knap en tot in de puntjes verzorgd, die de verkoop voor haar rekening moet nemen en in het team van Sid zijn Chris en James als versterking aangenomen. Om Risa wat in te werken is Alli, de beste vriendin van Erica, overgekomen.
Alles loopt op rolletjes en ook tussen Erica en Blake gaat het steeds beter. Erica durft ‘te vertrouwen’ en probeert de demonen uit haar verleden los te laten. Dit is helaas buiten Mark gerekend die ze weer tegenkomt op een feest van Daniel.
‘Mark was geen geest meer, hij was echt geworden’
Alle herinneringen komen terug boven en bovendien heeft Mark haar laten weten dat hij haar nog steeds wil. Als Blake dit hoort neemt hij direct een bodyguard in dienst, Erica mag geen minuut alleen zijn. Dan wordt Mark dood aangetroffen. En of dit nog niet alles is, wordt Erica door Daniel gedwongen om te breken met Blake. Kan zij dit en wil Blake dit?
‘Blake was weg. Ik had hem uiteindelijk verloren’.
Net als in ‘Harde liefde’ gebeurt ook nu weer heel veel. En ik val in herhaling als ik zeg dat dit allemaal beter uitgewerkt had kunnen worden, te meer omdat er nog drie delen volgen.
Het verhaal draait uiteraard om Erica en Blake, maar Wild zorgt voor zoveel zijtakken, dat ik me de vraag stel of deze allemaal een meerwaarde hebben aan het verhaal. De verschillende verhaallijnen worden niet naar behoren uitgewerkt, waardoor je als lezer met vragen blijft zitten. Bovendien zijn er stukken die erg ongeloofwaardig zijn. Daarbij denk ik vooral aan de rol die Daniel speelt. Gezien zijn status lijkt het me allemaal vergezocht en wordt het te simpel opgelost. Dit ook met de nieuwe werkneemster, Risa. Wat zij uitgespookt heeft, los je niet op met een wachtwoord te wijzigen. Daardoor heb ik moeite met het gegeven dat het om een hacker-serie gaat. Als Blake van een groot aantal zaken in die wereld op de hoogte is, zou dit euvel naar behoren opgelost moeten worden. Buiten het feit dat er in beide delen inderdaad over hacking gesproken wordt, blijft dit allemaal erg vaag. Ik heb zo een vaag vermoeden dat Wild zich niet verdiept heeft in het hacker-wereldje en niet op de hoogte is wat zich daar afspeelt.
De ‘randpersonages’ die in Erica’s bedrijf aangenomen worden, hebben voor mij geen enkele toevoegende waarde aan het verhaal. Buiten James, worden zij niet uitgewerkt, waardoor ik me afvraag waarom ze uiteindelijk opduiken in het verhaal? Exen die van tijd tot tijd ten tonele verschijnen, brengen wel leven in de brouwerij en die zijn ook vanzelfsprekend in dit genre boeken.
Dat Blake een controlefreak is, komt duidelijk over, maar dat hij dominant zou zijn, daar heb ik nog weinig van gemerkt, wat natuurlijk nog kan gebeuren in de volgende delen. Zo kom ik bij het erotische gedeelte, want daar zou het toch allemaal om moeten draaien in deze serie of zie ik het verkeerd? Ligt het nu aan de zinsbouw, het taalgebruik (of vertaling), maar ‘Hij legde aan bij mijn openingetje en duwde naar binnen’, is nu niet iets om in de mood te raken, laat staan het er warmer van te krijgen.
Verder lees ik tegenstrijdigheden in het boek. Op blz. 20 lees ik ‘zijn prachtige lichtbruine irissen’ en op blz. 79 heeft hij ineens ‘prachtige groene ogen’? Of Erica zit aan het kookeiland en enkele bladzijden verder ‘duwt ze zich van tafel af’.
Bij deel één had ik nog mijn twijfels en kreeg Wild het voordeel van die twijfel, maar dit boek voldeed zeker niet aan mijn verwachtingen. Net als in het eerste deel ontbreken ook hier de ‘feeling’ en de samenhang in het verhaal. Misschien is deze serie voor een andere doelgroep, maar voor mij spreekt dit verhaal, deze serie niet tot de verbeelding en ik haak dan ook af.
2 magere sterren voor ‘Harde leugen’. | 0neg
|
Ik vond dit geen prettig boek om te lezen. De lettertjes waren piepklein, wat ik niet prettig vind en het verhaal over twee lesbische vriendinnen die een woongroep runnen voor oudere lesbo's kon mij ook maar matig boeien.. | 0neg
|
Hoewel ik nooit wat van Heleen van Royen had gelezen wist ik wel precies wat ik van haar boeken vinden zou: dom. Soms moet je onderzoeken of een vooroordeel klopt. Soms wel, soms niet. Nu wel.
Als het nou alleen maar een verhaaltje over een privédetective was geweest... Dan had ik het waarschijnlijk nog niet met bovenmatige interesse gelezen, maar me minder geërgerd aan de amateurpsychologische ondertoon en het volstrekte gebrek aan ontwikkeling van welk personage dan ook. Een verzameling anekdotes over ontrouw is nog geen roman. | 0neg
|
Niet bepaald meeslepend geschreven, simpel taalgebruik veel "cliffhanger's" en.. ..aan het eind van een hoofdstuk, wat mij steeds meer ging storen. Nogal schrale dialogen, weinig diepgang van de personages, die in hun acties niet goed te volgen waren en een volkomen ongeloofwaardig plot. Ik heb het boek uitgelezen, wat weinig bevredigend was en heb hele stukken moeten overlezen, omdat het me zo weinig pakte en ik nooit goed in het verhaal kon komen.
Komt niet op de lijst van favoriete auteurs, zoals een hoop andere hype's van de laatste tiijd die ook niet haalden. Onterecht veel hoge waarderingen vind ik, maar dat die ook door VN is gegeven begrijp ik echt niet.
Leuk voor als je niet wilt nadenken en van eenvoudige taal en veel ....houdt. | 0neg
|
Het lukt Herman Brusselmans om precies op schema te blijven: na 32 jaar schrijverschap produceert hij zijn 64ste roman. Zeik is het eerste boek in het genre 'literaire thriller', hoewel we dat begrip ruim moeten zien. Over de zelfbenoemde koning van de Vlaamse letteren en de leegte in zijn literatuur.
Herman Brusselmans is een merk. Een merk dat hij zorgvuldig 'positioneert', zoals dat in marketingkringen heet. Twee boeken per jaar, een reeks columns in diverse media en de altijd opzienbarende optredens op radio en televisie. Zijn vaste schare bewonderaars houdt van de onderkoelde humor en de immer ernstige performance van de schrijver.
Übertrut
Die ernst vormt een belangrijk deel van het imago dat Brusselmans neerzet: hij lacht zelden of nooit. De meest fantastische absurditeiten bespreekt hij met een stalen gezicht alsof het leven hem op geen enkele wijze iets van vreugde brengt. Zo ook behandelt hij zijn productieve schrijfwerk, waardoor er een vreemde verhouding ontstaat tussen de serieuze schrijver en zijn vaak schaterlachende publiek.
In Zeik begeeft Brusselmans zich in de wereld van de literaire thriller. Dat gaat hem, voor wat betreft de hoofdlijnen, goed af: in 1961 wordt de moordbrigade van de politie in Gent geconfronteerd met een aantal mysterieuze moorden. Commissaris Übertrut en de inspecteurs Zeik, El Bazaz en Broekgat staan voor een moeilijke zaak. Als het team wordt uitgebreid met de vrouwelijke inspecteur Selma Compas, komt er schot in het onderzoek en is de ontknoping nabij. Einde verhaal.
Onzinverhaal
Dat de moordbrigade zich bezighoudt met zo'n complexe zaak is een rode draad waar de schrijver zich al vanaf het begin niet echt voor lijkt te interesseren. Er moet nu eenmaal een verhaal zijn, maar in Brusselmans' universum gaat het vooral om de onderlinge verstandhouding die in ontwrichtende dialogen gestalte krijgt. Het is de truc van de verwarring: als iemand een enigszins relevante opmerking maakt, weet de schrijver die direct om te zetten in een volledig ontsporend onzinverhaal. Om even verderop de draad gewoon weer op te pakken.
Inspecteur Compas: 'Ze is wreedaardig gewurgd met een touw' (...) 'Mijn broer heeft ook ooit iemand gewurgd', zei Adinda, 'maar dat telt niet mee. Het was een Duitser in de oorlog en van die rotzakken konden er niet genoeg gewurgd worden. Ze hebben m'n broer afgevoerd naar Dachau. Daar kon hij ontsnappen door achtentwintig bewakers om te kopen. Hij had veel geld, door z'n handel in exotische dieren (...)
De tweede truc – Brusselmans ten voeten uit – bestaat uit de doorlopende zoektocht naar mogelijkheden om een seksuele pointe te plaatsen. En dat het liefst op iedere pagina. De weg erheen is voor Brusselmans een eenvoudige route, want vrijwel alle gesprekken of geventileerde gedachten kunnen in een handomdraai omgetoverd worden in platvloers proza.
'De meisjes zijn niet meer wat ze vroeger waren, Pietro,' zei Zeik. 'Vroeger zouden ze je hun preut met open handen aangeboden hebben in ruil voor een stuk pizza, tegenwoordig mag je dat stuk pizza in hun reet steken en nog hebben ze de hint niet begrepen.'
Persiflage
Als laatste truc, en dat is een heel slimme, verklaart de schrijver bij aanvang van elk vraaggesprek dat we deze roman vooral als 'persiflage' moeten zien. Het is de meest effectieve manier om een recensent monddood te maken: alle kritiek en onderbouwing wordt gereduceerd tot onbegrip en onkunde. Het zij zo.
Herman Brusselmans is een fenomeen en de verkoop van zijn boeken is fenomenaal. Of zoals zijn uitgever op de achterflap nog maar eens ironisch benadrukt: 'hij is een zeer belangrijk schrijver'. Zeik daarentegen, in zijn absurdistische nietszeggendheid, is een boekje dat slechts zal functioneren als geinig verjaardagscadeau.
@8WEEKLY/André van Dijk | 0neg
|
Jakov Sremec is een Kroatische scherpschutter (de flaptekst spreekt van een Serviër) wiens zus zelfmoord pleegt nadat ze is verkracht. Jakov vlucht naar Nederland en neemt zijn intrek in een boerderij nabij Abcoude. Daar heeft hij een buurman met een dochter, Renske, die Jakov sterk doet denken aan zijn zus. Renske wordt het slachtoffer van verkrachting, nadat ze in handen is gevallen van een Marokkaanse loverboy. De daders komen er met een lichte straf vanaf, waarna bij Jakov de stoppen doorslaan. Hij besluit het recht in eigen hand te nemen en de daders één voor één neer te schieten.
De loverboy killer verschijnt onder het pseudoniem van Ryan de Wolff, maar het is vrij eenvoudig om te achterhalen welke misdaadauteur zich daarachter verschuilt: 1) de flaptekst verwijst naar een recensie van een eerder boek van de auteur, en dat is Dodelijk rendez-vous van Gerhardt Mulder 2) de site van Crimipedia (www.showroom.nl) vermeldt (praktisch) alleen boeken die door Gerhardt Mulder zijn uitgegeven en 3) het copyright van dit boek ligt in handen van Gerhardt Mulder.
De loverboy killer is net zo amateuristisch als de politie die in het boek opgevoerd wordt. De beste politiemensen hebben geen flauw benul waarom het handig is om foto’s en films te maken bij de begrafenis van een slachtoffer van een misdrijf. De aanwijzingen schreeuwen de politiemensen zo ongeveer in het gezicht waar ze het zoeken moeten, maar toch kunnen ze niet het één en ander bij elkaar op tellen. Ze weten bijvoorbeeld dat de slachtoffers allemaal betrokken waren bij dezelfde rechtszaak, maar dat zet hen niet aan het denken. En dat doen de valse aanwijzingen op de plaatsen van delict ook niet, die zijn terug te voeren naar een garage waar Renske aan gelieerd is.
Het amateuristische vind je ook terug in de schrijfstijl met wringende zinnen als ‘In mijn auto lag dit altijd om daarin aantekeningen te maken.’ Verder bevat het boek ontzettend veel taal- en zetfouten. De loverboy killer is het voorbeeld van wat er gebeurt als een auteur per se een boek wil uitgeven, zonder dat het goed geredigeerd is.
‘Ach, fouten maken is menselijk,’ schrijft de auteur aan het eind van het boek. Dat is zo, maar je kunt het ook overdrijven. | 0neg
|
Ik vind Fatale vondst een slecht boek. Het is saai en niet spannend. Daarbij is de zogenaamde humor die de schrijfster gebruikt zeer irritant. | 0neg
|
Ik ben op de helft, maar het is niet wat ik er van verwacht had. Ik vind de schrijfstijl niet lekker vlot lopen en het pakt me op de een of andere manier gewoon niet. Ik moet hem van mezelf uitlezen, maar nee, het eind moet wel heel spectaculair zijn, tot nu toe voor mij 2 duimpjes. | 0neg
|
Een wat versnipperd allegaartje van verschillende teksten van Jan Campert en Remco Campert. De dialoog middels hun werk, die vader en zoon volgens de achterflap met elkaar aan zouden gaan, blijft beperkt tot een mooie inleiding aan het begin en de onvermijdelijke contrasten tussen het archaïsche taalgebruik van de ene Campert tegenover het opzwepende taalgebruik van de andere Campert. Durf ik te zeggen dat die eerste Campert noch een heel sterke dichter is, noch dat zijn literaire kritieken interessant zijn voor een eigentijdse lezer!? Het geforceerd poëtische dwepen met het hogere en recensies die verrassend vaak zijn terug te brengen tot 'vind ik leuk' of 'vind ik stom'. Nee, deze tijdscapsule is waarschijnlijk vooral bedoeld voor mensen die sowieso al een band hebben met (één van de beide) Camperts. | 0neg
|
Ik verwachtte een thriller, maar dat had ik dus niet moeten doen. Het een is een breedsprakerig verhaal van een advokaat die detectieve speelt maar vooral over hemzelf vertelt met veel onnodige info en gelardeerd met flauwe humor. Viel een beetje tegen. | 0neg
|
Jammer, want de boeken van Patricia Cornwell lees ik normaal gesproken zo uit,maar met dit boek heb ik veel moeite gehad. Ik kon er gewoon niet inkomen en heb tussendoor andere boeken gelezen. Het verhaal was ontzettend langdradig en de spanning was ver te zoeken. De boeken waar ik aan begin lees ik altijd uit, dus dat heb ik nu ook gedaan, maar ik hoop dat het volgende boek me weer ouderwets te pakken krijgt. | 0neg
|
Het begint als een onderhoudende doktersklucht, vol vakjargon en cynische bespiegelingen op wat er in een ziekenhuis gebeurt. Bulnes is duidelijk zelf onderdeel geweest van de medische wereld en weet op grappige wijze de humor daarvan te belichten. Helaas neemt het over de helft een onverwachte wending en gaat het zich meer de kant van de psychiatrie richten. Daar gaat het wat mij betreft dan ook fout. Zonder vakkennis en een realistisch beeld van psychiatrie in Spanje valt hij terug op een stereotiep beeld van psychiatrische patiënten en hoe daarmee omgegaan wordt. Ook de verwikkelingen rond de nalatenschap van de grootvader komen niet helemaal goed uit de verf. Jammer, want als Bulnes iets minder hooi op zijn vork genomen had dan was deze roman vast veel beter tot zijn recht gekomen. | 0neg
|
Het duurt lang voor het boek op gang komt. De eerste helft van het boek is bedoeld om de karakters voor te stellen en het begin van de reis uit te leggen. De echte spanning komt pas in de 2de helft van het boek. Hierin mis ik dan weer de opbouw van spanning. de spanning komt heel plotseling en duurt tot het eind van het boek, wat dan weer heel snel komt. Dit deel had voor mij wat langer mogen duren en beter uitgewerkt mogen worden. Ook het slot met uitleg van het waarom worden erg snel uit de doeken gedaan, voor een lezer is er weinig te ontdekken in het boek, dit wordt door de schrijver aan het eind allemaal uit de doeken gedaan en is op voorhand ook niet te raden, zoals je bij sommige andere schrijvers wel kunt.
Het boek leest wel erg vlot, ik had het binnen een dag uit. | 0neg
|
Pfeiffers uitbundige, barokke, theatrale, intellectualistische schrijfstijl levert hem veel enthousiaste lezers en recensenten op. Hij ademt woorden en zet de Nederlandse taal volledig naar zijn hand. De taalvirtuositeit van Pfeiffer is vaak duizelingwekkend.
Maar toch vond ik zelf dit spel met de taal vaak veel te omslachtig en de beelden te talrijk. Na 400 pagina’s had ik het wel gehad en dat vond ik ook wel jammer want om één of andere reden wilde ik zo graag genieten van dit boek. Ik wou het per sé goed vinden. Als een roman door iedereen zo bejubeld wordt, moet ik het wel ergens niet goed begrepen hebben, denk ik dan, want ik vond de stijl én de inhoud vaak enorm gekunsteld.
Er is zoveel te zeggen over ‘Grand Hotel Europa’ – het is immens rijk aan ideeën, meningen, theorieën. Het boek houdt je als Europeaan en als toerist een levensgrote spiegel voor en stemt meermaals tot nadenken over je eigen doen en laten.
Toch wil de schrijver zijn lezer veel te graag ook een geweten schoppen en de manier waarop hij het doet kwam voor mij te belerend en te moraliserend over. Pfeiffer laat bovendien nauwelijks ruimte aan de lezer om zelf conclusies te trekken, om zelf na te denken. Alsof hij schrik heeft dat de lezer het allemaal niet zo goed zou begrijpen, herhaalt hij zijn opvattingen over massatoerisme en over Europa meermaals en verduidelijkt alles ook nog eens met talloze voorbeelden. 'Schrijven is schrappen' is zeker niet aan Pfeiffer besteed. Voor mij mocht het boek zeker korter!
Ik voelde bovendien heel weinig sympathie voor het personage van de schrijver – te grootsprakerig, te omslachtig, te gevat… En ja, ik stoorde me ook aan de arrogantie waarmee het personage van de schrijver zich boven alles en iedereen verheven voelt.
Ben blij dat ik het gelezen heb maar ben al even blij dat het boek eindelijk uit is. | 0neg
|
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.