text
stringlengths
4
22.7k
label
class label
2 classes
Hoewel ik de eerste twee delen uit deze triologie met redelijk plezier gelezen had keek ik niet enorm uit naar het derde deel uit de serie. De verhaallijnen werden steeds vager, het werd steeds onduidelijker waar de schrijver met de karakters heen wilde en een uitdieping van de personages zat er na twee boeken ook nog niet echt in.. De Doodskuur begint wanneer Thomas en de andere jongens en meiden uit de 'Scorch' heeft gehaald en terug heeft gebracht naar de hoofdkwartier van WICKED. WICKED wil Thomas en de anderen hun geheugen terug geven om zo de laatste puzzelstukjes op te kunnen lossen en de blauwdruk voor een vaccin te vinden. Thomas weet echter niet of hij dit zo ziet zitten... Hoewel het een vrij dun boek is en er veel gebeurd wil dit boek mij niet echt grijpen. Misschien juist wel omdat er zo veel gebeurd in weinig tijd is er geen ruimte om dingen uit te diepen of verder op in te gaan. Zo ook de emoties van Thomas. Thomas worstelt duidelijk met veel verschillende gedachten en emoties, maar omdat er weinig tijd is om deze te beschrijven en het boek vanuit een vertellend perspectief geschreven is, is het soms moeilijk te volgen waarom hij bepaalde gedachtes heeft en zijn zijn emoties soms moeilijk te begrijpen. Gedurende het gehele boek blijft het onduidelijk waar het heen gaat, er zit geen duidelijke lijn in het verhaal en het einde is wat abrupt en afgezaagd. Ik heb lang getwijfeld of ik dit boek twee of drie sterren zou geven maar kwam uiteindelijk niet verder dan twee sterren omdat naar mijn gevoel het einde veel beter uitgewerkt had kunnen worden.
0neg
Janine Vitafiel is moleculair biologe met een bijzondere hobby. Ze verzamelt sperma van verkrachters. Ze werkt zo hard en komt zo weinig buiten dat haar baas haar adviseert een hond te nemen om nog iets van een natuurlijk ritme in haar leven te krijgen. In plaats hiervan gaat ze hardlopen, geeft zich op voor de marathon van New York en wordt ingeloot. Als ze vrij vraagt krijgt ze gelijk drie maanden en bij vertrek naar New York blijkt dat ze die tijd werkeloos zal zijn. Verplichte pauze tussen tijdelijke contracten. Deze drie maanden beschrijft Simone van Saarloos (1990) in haar debuutroman De vrouw die. In New York verkent Janine de stad in een strak stramien, maar ze is losgeslagen zonder haar werk en zoekt een manier om de aandacht weer op zich te richten. Deze vindt ze in een zelfbedacht project. Follow your organ komt erop neer dat iedereen zijn eigen organen zou moeten kunnen klonen. Ook koopt ze een blauwe burqa die ze stiekem mee wil nemen tijdens de marathon en halverwege wil aantrekken om aandacht te vragen voor haar goede doel. Creatieterrorisme noemt ze dit zelf. Ze ziet zichzelf al gearresteerd worden en geniet bij voorbaat van het martelaarschap. Het verhaal dat Van Saarloos vertelt zit vol onverwachte wendingen, maar uiteindelijk heeft het te weinig plot en zijn de karakters ongeloofwaardig. Bovendien staat het boordevol aforismen, die ook nog eens vaak zo ingewikkeld opgeschreven zijn dat sommige zinnen meerdere keren gelezen moeten worden. En dan nog. “Even funest als het ontbreken van een gelijke die je bestaan legitimeert, is de opdringerige aanwezigheid van een exact evenbeeld. Dan verpulvert de drang om te evenaren en stokt alle beweging.” Van Saarloos heeft het over de maakbaarheid van leven, klonen, wat een mens tot mens maakt. Maar dit doet ze te veel in pamflet stijl en te weinig als roman. Soms zijn het mooie observaties, hoewel het vaak onduidelijk is van wie ze afkomstig zijn, Janine of Van Saarloos? Op weg naar een feestje, zwetend in de metro. “Er is altijd winst als je ongemak als investering ziet.” Over ruilbibliotheekjes in tuinen van rijke buurten: “In een wijk waar men veel heeft, dient delen ter decoratie.” De verhaallijn zelf is chronologisch, met terugblikken naar Janines werk in Nederland en haar jeugd. Haar moeder leeft nog, haar vader is dood en Janine krijgt een relatie met een kunstenaar die zijn eigen (nep)sperma in potjes in een koelkast tentoonstelt. Maar ze heeft ook seks met anderen, waaronder vermomd als man met een homofiele biker en een komkommer. Zo zitten er meer zijsprongen in het verhaal met een volledig onduidelijke functie. Zijn ze symbolisch? Zijn ze wel echt gebeurd, of alleen in Janines hoofd? Het is niet te volgen en niet goed genoeg geschreven om boeiend te zijn. Het lijkt alsof Van Saarloos zichzelf voorbijgelopen heeft in haar wens een roman te schrijven. Dit is een marathon in fictie, waar ze als schrijfster beter is in de kortere afstand.
0neg
Hij heeft een leven achter de rug dat maar weinigen van ons zullen beleven. Charlie Newton is nu woonachtig in Zuid Afrika, een jaar geleden woonde hij nog in Libanon en Palestina. Saigon en Hue en zelfs Johannesburg zijn oude woonplaatsen van deze merkwaardige burger. Zo is het vergaan met de 50-jarige, in Chicago geboren Newton die vaker de internationale wetten overschreed dan hij er binnen bleef. Met recht kan hij tot rebel gekroond worden want Newton draaide zijn hand niet om voor de criminaliteit. Zelfs een carrière als piraat in het Caribische gebied heeft hij niet laten liggen. Alleszeggend zijn de typerende uitspraken over hem van een vriendin; “Charlie, je bent een klootzak” en “ook al win je de ratrace, je blijft een rat”. Met zijn thrillerdebuut Calumet City probeert hij ook op dit vlak een opvallend product af te leveren. Patti Black, de 38-jarige agente van de tactische politie-eenheid van Chicago, wordt naar het clubhuis van de Gangster Disciples gestuurd. Bij de inval ontdekt de brandweer een ingemetseld vrouwenlichaam, dat na identificatie van Annabelle Ganz blijkt te zijn. Op dat moment beginnen bij Patti beelden uit haar verleden terug te keren waaraan ze als stiefkind van Annabelle en Roland Ganz niet zulke beste herinneringen heeft. Met haar 15 jaar raakte ze zwanger en moest haar pasgeboren zoontje achterlaten bij een adoptiegezin. Nu wordt ze geconfronteerd met het onderzoek naar de moord op haar voormalige stiefmoeder. Chief Jesse, haar superieur, belast Patti met het onderzoek naar de moord op Annabelle Ganz. Daartoe zal ze in de onderwereld van Chinatown, het getto van Chicago, naar de dader en het motief moeten gaan zoeken. De moord op burgemeestervrouw Mary Kate McQuin op dezelfde dag, lijkt in eerste instantie niets te maken te hebben met de moord op Annabelle. Voor Patti wordt het niet alleen een speurtocht in het heden maar ook een moeilijke zwerftocht door haar verleden. Calumet City bevat alle ingrediënten die nodig zijn voor een superspannende, zinderende thriller. Toch kruipt het verhaal niet onder je huid, en krijgt de lezer nooit het gevoel dat er verschrikkelijke dingen gebeuren en in het verleden zijn gebeurd. Dat komt volledig op het conto van Charlie Newton. In een geschreven verhaal waarin weinig structuur te vinden is, verdwaal je als lezer bijna even vaak als zijn hoofdfiguur, Patti Black, tijdens het moordonderzoek. Voortdurend gaat het verhaal ongemerkt over van het heden naar het verleden en kom je er plotseling achter dat je midden in de gedachtegang van een van de personages zit. Teveel personen komen hierbij langs die nauwelijks iets toevoegen aan de essentie van het verhaal. Bovendien geldt hetzelfde voor de vele onbelangrijke, bijna nietszeggende gebeurtenissen. Dat is jammer omdat een andere schrijfstijl de opgevoerde onderwerpen wellicht tot een strak verhaal had gesmeed waarbij je wel voortdurend het puntje van je stoel had moeten opzoeken. In het geval van Newton bleek die zelfde stoel soms een niet gemakkelijk meubelstuk te worden en dat kan niet de bedoeling zijn geweest.
0neg
Opeens wordt de wereld overspoeld door een nare Stank. In dit boek volg je 5 personen hoe die omgaan met de stank. De een vlucht juist, de ander wordt herboren. En hoe zal de wereld veranderen door de Stank. Dit boek oogt als een gedachte experiment. Er is geen duidelijke verhaallijn. Eerder frases van wat de personen ondervinden. Er is ook geen duidelijke doel in het verhaal te vinden. Het gebeurt, men ondervind het en dan.... Na het lezen van het boek zat ik vol vragen over de personages, van het hoe en de wat, Het verhaal lijkt niet af. Ik heb zelf het gevoel dat het een schrijfoefening is geweest. Jammer want er had zoveel in het verhaal kunnen zitten en dat komt er nu niet uit.
0neg
De boodschap in het boek is sterk en de emoties zijn goed uitgedrukt en neergezet. Maar over het algemeen vond ik het te langdradig en de gedachten van JJ vond ik overdreven. Hij was heel onzeker en bang haal je uit zijn gedachtes maar in het echt en in gezelschap komt hij totaal niet zo over. Ook vind ik het allemaal vergezocht, het einde zo abrupt en de ontmoeting op het einde vond ik onduidelijk. Je kon er niet meteen uithalen dat hij hem weer opzocht en dus moest ik nog even terug lezen of ik iets had gemist maar het was niet eerder benoemd. Het was een heel kort stukje en voor mijn gevoel een té open einde.
0neg
Ik kocht het boek vooral doordat de cover me erg aansprak. Het verhaal was leuk en ook best origineel. Toch kon het me niet echt bekoren. Had het gevoel dat het meer bij klas 1,2 en 3 van de middelbare school past. Het blijft voor mij bij het eerste deel.
0neg
Het is een goed boek met een goed verhaal. Er komen wel spannende stukjes in voor maar bij een triller wil ik spanning van begin tot eind. Dat vond ik hier niet echt in terug en dat is erg jammer. Het is een verhaal waar ik me in kan vinden.
0neg
Het "literaire" gehalte van deze literaire thriller (een benaming die bij veel thrillerlezers inmiddels meer argwaan zal wekken dan enthousiasme) lijkt vooral te slaan op de structuur van het boek, en niet op de inhoud. Landay schetst een interessante setting (Boston jaren '60, dat prikkelt de nieuwsgierigheid wel), schetst een interessante plot (de jacht op de wurger) en voegt daar wat schetsen van het privéleven van hoofdpersonen en bijpersonen aan toe. Biefstuk met frites en een salade, heerlijk bereid. Maar dan pakt hij de blender en gooit het hele zootje er zo in om te eindigen met een smakeloze pap.
0neg
Ik kan helaas niet de mening delen van de anderen: ik vond er werkelijk niks aan! Ik vond het op sommige stukken langdradig, ik vond het niet vlot lezen en het hele verhaal vond ik werkelijk nergens op slaan... Het was in mijn ogen zo vergezocht en onrealistisch! Het enige wat ik positief vond aan het boek is dat je wel een goed beeld krijgt van het leven in Japan. Jammer, maar helaas...
0neg
Natuurlijk mag een uitgever een beetje overdrijven in zijn flaptekst, maar de hierboven gesuggereerde spanning is werkelijk nergens in het verhaal terug te vinden. Het kraken van coderingen is namelijk geen spannende bezigheid. Het is oersaai. Het is wiskunde. Daarom begint het verhaal ook als de Enigma-code al gekraakt is. Het lijkt erop dat Harris aanvankelijk geen idee had over hoe van het verhaal een thriller te maken, want de eerste helft van het boek is gevuld met een beschrijving van decoderingscentrum Bletcheley Park, een aantal van haar bewoners en hun werkzaamheden. Geen spanning in te ontdekken. Hoofdpersoon Tom Jericho, een ietwat vaag personage, wordt na zijn korte verlof teruggehaald om de door de Duitsers gewijzigde codering opnieuw te kraken, maar helaas wordt hij vrijwel direct door de grote baas buitenspel gezet. Om toch wat om handen te hebben, gaat hij op zoek naar zijn vriendin Claire (nou ja, meer een one-night-stand), die van de aardbodem verdwenen lijkt te zijn. Omdat Jericho’s meesterbrein niet gemist kan worden, blijft hij bezig met de decodering, maar eigenlijk spendeert hij al zijn tijd aan de speurtocht naar Claire. Ook al heeft de flaptekst reeds verraden dat Claire een Duitse spion is, voor Jericho, maar ook voor de lezer (!), is dit nog grotendeels “in nevelen gehuld”. Eigenlijk heeft Harris met Enigma een “speurtocht naar een onbereikbare liefde” geschreven. Een liefdesroman. Het proces van kraken van coderingen in oorlogstijd wordt er met de haren bijgesleept. De laatste 30 pagina’s vormen het verrassende deel van het boek, want alle door Harris flink rondgestrooide puzzelstukjes vallen op onverwachte wijze in elkaar. Dit einde redt het boek van een droevige 1-ster beoordeling. Jammer, Harris kan beter. Veel beter.
0neg
Verbeecks tweede historische thriller speelt opnieuw in de begijnhof van Lier, met grootjuffrouw Amandine en juffrouw Catharina in de hoofdrollen. Van het eerste boek krijgt de lezer mee dat er destijds een moord is gepleegd en dat Amandine als enige weet wie de dader is. Catharina werd in het eerste boek verkracht. Aan het begin van Spreeuwenjong blijkt ze daardoor zwanger te zijn en wil ze de vrucht aborteren, maar daarvoor is de foetus al te groot. Er blijft niets anders over dan proberen te verbergen dat ze zwanger is. Catharina is niet de enige met geheimen. Zo herbergt de begijnhof een vrouw met boulimia die zichzelf verwondt zodat de andere begijnen dit aanzien voor stigmata. Ze wil mensen uit haar huis weren, omdat ze een ander persoon verstopt. Een aanstaande bruidegom deelt liever zijn bed met zijn Engelse secretaris dan met zijn bruid die nog in de begijnhof woont. Al deze draadjes komen op een nacht samen als een huis in de begijnhof afbrandt en daar later een lijk wordt gevonden met een mes in de rug. Verbeeck heeft jeugdboeken geschreven en dat is te merken aan Spreeuwenjong. De personages worden simpel neergezet en het plot is van dik hout zaagt men planken. Verbeeck heeft een intrige bedacht dat zeer doorzichtig is. Je merkt als lezer gelijk welk feit wanneer bekend moet worden, welk personage wanneer een andere moet ontmoeten en welke informatie dan uitgewisseld moet worden. En dat gaat in grote vaart: zodra een broodnodige scene geweest is, wordt direct overgestapt op de volgende. Alles is ondergeschikt aan het plot dat gevolgd moet worden. Als het plot dat waard zou zijn, zou dat nog minder erg zijn. Helaas ontbreekt de spanning in dit boek. Het plot is op zijn best een aardige poging om een verhaal te vertellen, maar niet overtuigend genoeg om van een goed boek te spreken. Dit wordt nog eens bevestigd door het slordige en onbevredigende einde waarin een aantal zaken wordt afgeraffeld. Een pluspunt van het boek is dat Verbeeck allerlei historische termen in het boek verweeft en die zo’n context geeft, dat ze ze niet hoeft uit te leggen aan de lezer, ook al heeft die nog nooit van die termen gehoord. Alleen is dit niet voldoende om ‘literaire thriller’ op de voorkant te zetten; een term die onderhand zijn waarde heeft verloren.
0neg
Het boek is verdeeld in 3 delen. Het eerste deel vraagt veel geduld van de lezer, het verhaal komt traag op gang. In het tweede en derde deel zit hier en daar wel spanning. De algemene indruk is een boek dat niet erg boeiend is, trage verhaallijn.
0neg
Zoals hoofdpersoon Erica zelf zegt: “Waarom nu? Na zestig jaar?” En gelijk heeft ze. De gebeurtenissen in dit boek zijn nogal onwaarschijnlijk. Erica probeert te achterhalen wat er met haar moeder gebeurd is tijdens de Tweede Wereldoorlog; er moet een verband zijn met moorden die in het hier en nu plaatsvinden. Behalve met die verhaallijn is Läckberg weer flink bezig met de lusten en lasten van het moederschap. Verhoudingsgewijs (hoe groot is Fjällbacka nou helemaal?) is er sprake van een extreem grote hoeveelheid zwangerschappen, bevallingen en jonge gezinnetjes. Ook de vaders krijgen volop aandacht. Natuurlijk, er zijn best een paar aardige scènes, en de afwikkeling krijgt een voldoende, maar dit boek haalt het niet bij de vorige in de serie. En wat zijn er ongelooflijk veel bladzijden nodig om een niet al te sterk verhaal te vertellen. Gelukkig schijnen de volgende delen beter te zijn.
0neg
Bloedheet krijgt je het van de namen die in het begin van het verhaal op je worden afgevuurd. Mies van Rossum verzorgt katten tijdens de vakantie van de baasjes. Zo ook bij Joop, waar ze ontdekt dat de brave dokter zich bezighoudt met kinderporno. Mooie gelegenheid om hem te chanteren en zo haar droomhuis bij elkaar te sparen. Maar Joop heeft een relatie met Fleur die in haar jeugd haar ouders doodschoot en tijdens haar internering kennis maakte met de lesbische Ans bij wie ze nu in huis woont. Fleur blijkt zwanger van de dokter en Ans heeft een oogje op Gonnie, Joops vrouw. Eerst worden er dode katten gevonden, dan het lichaam van Mies en vervolgens dat van Joop. Een raadsel voor Britt van Dijk van de Almeerse recherche, die bij haar onderzoek wordt geholpen door Ronnie, rechercheur in opleiding. Als een aantal verdachten – iedereen heeft wel een motief – in een ruimte bijeen is, wordt opgemerkt dat het wel een klucht lijkt. Dat is het verhaal ook; zeker geen literaire thriller. Eerder een politieroman vol clichés, of liever, een politieklucht.
0neg
De Gedichten van de broer van Roos is een zeer vermakelijk boekje, voor mensen die van flauwe woordgrappen en leuke taalvondsten houden. Tim Hofman geeft tijdens de vele mediamomenten aan dat hij gedichten schrijft omdat hij veel van taal houdt en het leuk vindt om dit op papier te zetten. Verder geen pretenties. Dit blijkt ook wel uit deze bundel; eenvoudige rijmelarij wordt afgewisseld met vergezochte taalcombinaties waar hij tijdens het schrijven waarschijnlijk de grootste lol aan heeft beleefd. Tijdens het lezen komt dit echter vaak wat vermoeiend over. Bijvoorbeeld het gedicht ‘Flits’ op pagina 19 kan ik niet lezen zonder mij te ergeren aan de woordkeuze. Prima voor in een dagboek van een meisje van 15 of in een dichtschriftje van een 28-jarige tv-presentator, maar mij als lezer doet het niet zoveel. ---- Ik zit verdrietig en nietig naakt naar naakte plaatsjes starend zielig met mezelf parend in een hoekje, ruikend aan je broekje zie ik met zaad bezaaide resten jij en ik gescheurd uit fotoboekjes.---- Mocht Hofman ooit de ambitie hebben om zijn tv-carrière op te geven en zijn centen te gaan verdienen met de dichtkunst, dan kan ik hem aanraden zich te richten op de light-verse. Met ‘Bijzonder Hypochonder’ (huisarts afgebeld, heb me ziek gemeld) en ‘Nico Dijkshoorn (fictie)’ (het schijnt dat lampen, rijmt op tampon.) krijgt hij toch wel een glimlach op mijn gezicht. Naast de gedichten die vooral op de taal gericht zijn, zijn er enkele visuele gedichten opgenomen waarvan zeker ‘Eenzaam, twee samen’ de moeite waarde is. Twee losse gedichten die naast elkaar weergegeven staan en samen als een derde gedicht te lezen zijn. Knap bedacht, maar dat is nou net ook mijn beeld bij deze dichtbundel: het leest allemaal niet natuurlijk, het is allemaal té bedacht. Al met al een aardig vermakelijk boekje, dat waarschijnlijk nooit zou zijn uitgegeven als het niet door Tim Hofman op papier was gezet.
0neg
Nadat ik echt moest stoppen in Fallen van Lauren Kate omdat ik er letterlijk van in slaap viel, was ik toch maar wel begonnen aan dit tweeluik. Het verhaal sprak me meer aan en ik kon maar niet begrijpen waarom iedereen Lauren Kate haar boeken zo geweldig vond. Het eerste deel van deze serie (Teardrop) was dan ook niet zo heel slecht. Ik gaf het drie sterren omdat er ondanks de aparte en relatief saaie schrijfstijl van Kate toch geweldige scènes in het boek zitten. Ik kwam al met moeite door dat deel heen maar het einde vond ik toch goed genoeg om het volgende boek te pakken. In dit deel gebeurd er hetzelfde als in het eerste boek. Dat wil zeggen echt helemaal niks. Alle spannende dingen die er gebeuren (tot waar ik gelezen heb dan want ik ben GESTOPT MET LEZEN na 150 bladzijdes), gebeuren heel langzaam waardoor het toch een beetje vlak blijft. De wereld volgens Lauren Kate is niet erg uitgebreid. Ineens is er allemaal rare magie en dit wordt niet echt uitgelegd. Nu snap ik wel dat de hoofdpersoon Eureka er eigenlijk ook helemaal niks van snapt maar ik vind dat sommige woorden zoals 'De vulling' te lang niet wordt beschreven. Het wordt een soort irritant en ik begon me er aan te ergeren. Dus al met al heb ik dit boek helemaal niet uitgelezen. De schrijfstijl is gewoon echt saai en de personages zijn heel vlak en stereotiep. Ik merkte gewoon dat ik door aan het lezen was zodat ik in een ander boek zou kunnen beginnen.
0neg
BBC-medewerker Martin Davies heeft weer een parodie op Sherlock Holmes geschreven. Anders dan in de boeken van Arthur Conan Doyle, de bedenker van Holmes, laat Davies hospita Mrs. Hudson raadsels oplossen. In het tweede deel in deze reeks gaat het om de voorgenomen diefstal van een uiterst kostbaar juweel: de roos van Malabar! Deze edelsteen is geschonken door de maharadja van Majoudh aan de Britse Kroon, onder voorwaarde dat hij eerst tentoongesteld wordt in het Blenheim hotel. In het ernaast gelegen theater treedt tegelijkertijd de goochelaar Salamanzar op, die ervan verdacht wordt achter een aantal geheimzinnige diefstallen op het Europese vasteland te zitten. Deze detective speelt zich geheel rond de kerst af. Dat geeft meteen een goede sfeer aan het boek mee, met de sneeuw die Londen teistert en de gezelligheid die men binnenshuis opzoekt. Mrs. Hudson is druk met het maken van allerlei lekkernijen. Ondertussen probeert ze ook de verdwijning van een man uit Ealing op te lossen. Een van de pluspunten van dit boek is, naast de goede sfeer, de verrassende vragen die Mrs. Hudson weet te stellen aan betrokkenen. Die vragen lijken uit de lucht gegrepen, maar blijken later relevant te zijn. Daarmee vervult Mrs. Hudson de rol die Sherlock Holmes in de verhalen van Conan Doyle had.
0neg
Zelf heb ik Mies Bouman niet of nauwelijks op de televisie gezien. Natuurlijk wel herhalingen van de actie "open het Dorp". maar nooit 1 van de 8. Ik kende de Mies Bouman dus eigenlijk nauwelijks. Maar wat een vervelende dame komt er uit de columns naar voren. Gedateerd, natuurlijk, maar dan had wellicht iemand moeten aangeven dat deze columns echt niet meer de moeite van het uitgeven waard zijn. De columns zijn te verdelen in twee soorten. DE ene is "gewone mensen kunnen maar niet geloven dat ik zo vreselijk gewoon ben gebleven. Die denken dat ik minstens iedere dag zalm eet, terwijl ik echt gewoon een balletje gehakt maak, ondanks mijn beroemdheid". En de andere categorie gaat erover dat als je beroemd bent, het dan wel heel lastig is, bij de groenteman en de bijenkorf. Want de mensen willen een foto, handtekening of vallen zelfs flauw, van Mies Bouman in het wild. Er is een column over de dood van Willem Ruis, en zelfs daarin presteert ze het om het vooral over zich zelf te hebben. "ik doe maar niet mee aan de herdenkingsbijeenkomst, want voor je het weet maakt men een foto van mij, of wordt ik verkeerd geciteerd". Destijds in de libelle...oh nee, het was de margriet, was het mogelijk best aardig. Maar inmiddels is het echt niet meer te pruimen. Gauw vergeten dus maar!
0neg
Dit is een boek dat niet aan iedereen besteed zal zijn. David Peace woont al jarenlang in Tokyo en bedacht daar deze historische roman die zich afspeelt vanaf dat dag dat Japan capituleert (in 1945). Het decor dat hij daarmee oproept, is dat van een verscheurd, chaotisch land waarin rechercheur Minami het hoofd boven water probeert te houden. Hij is de ik-persoon in dit Oosters drama waarin hij met zijn collega's jacht maakt op de man die verantwoordelijk is voor de dood van weerloze vrouwen. Zij trachtten zich door middel van prostitutie in het naoorlogse Japan te overleven. Het is een tijdperk waarin iedereen voor zichzelf op komt, niemand een ander vertrouwt en de dood overal rondwaart. Niets is wat het lijkt. Toch zal de liefhebber van de politieroman teleurgesteld zijn in de verwachting een nieuwe Mankell of Indridason ontdekt te hebben. Hier geen mooie staaltjes politiewerk. De dader wordt ruim voor je halverwege het verhaal bent, in de kladden gegrepen en dan komt het alleen nog aan op de bewijslast. Bij Peace draait alles om de hoofdpersoon. Andere personages in dit drama worden - omdat ze gezien worden door de ogen van ik-persoon Minami - vrijwel nooit beschreven. Er zijn alleen namen van collega's en alleen uit de dialogen kun je je een beeld van hen vormen. Pas op pagina 137 wordt voor het eerst iemand qua uiterlijk beschreven en dan gaat het nog om een onbelangrijk bijpersonage wiens naam we nooit zullen weten. Minami is een getraumatiseerd man die in gedachten, zichzelf in begrepen, vervloekt. Hij leeft op slaapmiddelen en zijn liefde voor zijn minnares. Wat vooral in dit boek opvalt, is de experimentele stijl van Peace. Om daar een voorbeeld van te geven: "Ik heb jeuk door toedoen van zwartkoppige luizen. Ik krab. Gari-gari. Ik sta op van de lage tafel. Ik heb jeuk. Ik krab. Gari-gari. Ik loop naar de gootsteen. Ik heb jeuk. Gari-gari. Ik kam mijn haar. Ik heb jeuk. Ik krab. Gari-gari..." En zo gaat het nog een tijdje door. Die formule "Ik heb jeuk. Ik krab. Gari-gari", zal honderden malen in het boek herhaald worden. Maar ook andere zinsneden worden tot vervelens toe gerepeteerd. Oppervlakkig bezien kan het lijken dat Peace een zwak auteur is. Het is in elk geval om stapelgek van te worden. Maar dat lijkt ook de opzet van Peace, die ons door de ogen van de dolgedraaide Minami naar de werkelijkheid laat kijken. Tokyo zero is een matig spannend boek dat hooguit interessant is door het historische beeld dat geschetst wordt van een Japan in chaos en wat dat met iemand doet. De uitvoerigheid waarmee de handelingen van Minami beschreven worden en de eindeloze herhalingen, maken van dit boek geen makkelijk verhaal. Daar komt nog bij dat andere personages nauwelijks uit de verf komen. Zelfs een origami-figuurtje heeft meer dimensie dan de personen in dit boek. Er is hooguit sprake van een dubbele bodem bij een aantal van hen (er is dus niets wat lijkt). Minami zelf maakt nauwelijks een ontwikkeling door waardoor de roman te vlak blijft. Enfin, je moet ervan houden en ik kan mezelf daartoe niet rekenen.
0neg
Soort van biografie van Theo Heeft en zijn Yab Yum, hoe hij als kind de hongerwinter heeft meegemaakt, al snel heeft leren werken, maar ook door zijn werk zijn moeder en in het verlengde daarvan heel zijn familie ten schande maakte. Hij is de ontdekker van het concept van luxe-bordeel, waar de man in het maatpak terecht kon, discreet. Alles was er duur, niet enkel de omkadering en de entourage, maar ook de drank en het eten. Wie smeuïge verhalen verwacht en namen van mensen die er kwamen, moet dit boek niet lezen, want die namen komen er niet en ook die verhalen niet. Het is een beetje een teleurstellend boek dat het moet hebben van het ego van Theo Heuft.
0neg
Vol verwachting begon ik aan Vuurstorm van Pyper: een razend spannend verhaal met literaire pretenties, vier sterren in VN en op deze site juichende recensies. Dat viel fors tegen! Wat een gekunstelde boel! Regel 1 voor thrillers: het moet spannend zijn! Nergens werd ik gepakt door het verhaal en nooit werd de spanning - ondanks de onvoorstelbare ontberingen - echt tastbaar. En dan die zogenaamde literaire zinnen! Alsof literair staat voor gedachten en zinnen waar geen eind aan komt en waar je geen touw aan vast kunt knopen! Neem een voorbeeld aan iemand als Jeannette Winterson die in een paar woorden een hele wereld kan schetsen. Helaas: dikke tegenvaller!
0neg
Aangezien het soms fijn is om tussendoor een dun boekje te lezen, besloot ik enige tijd geleden om te beginnen in “De Spion” van Paulo Coelho. Ik had net een aantal dikke pillen gelezen en had geen zin om mij meteen weer te binden aan een boek van drie- of vierhonderd pagina’s. Het bescheiden formaat, het onderwerp en het redelijke aantal van 175 pagina’s spraken mij wel aan. In het verleden heb ik wel vaker iets gelezen van Coelho, van wie over de hele wereld al meer dan 200 miljoen boeken zijn verkocht. De uitgever noemt hem graag de meest gelezen auteur ter wereld en de magische fabel “De Alchemist” heeft de Braziliaan wereldberoemd gemaakt. Op zich hebben zijn boeken nooit een blijvende indruk op mij gemaakt. “Elf minuten” en “De duivel en het meisje” konden mij wel licht bekoren, maar van “De vijfde berg” en “Veronika besluit te sterven” heb ik de charme nooit kunnen ontdekken. Ook van “De Alchemist” kan ik niet zeggen dat het nou een hoogtepunt in mijn leven als boekenverslinder is geweest. Hoewel ik de aantrekkingskracht van het verhaal op heel veel mensen wel degelijk kan begrijpen. Het gegeven van “De spion” sprak mij echter wel aan. Het verhaal van de Nederlandse Mata Hari, vermeend dubbelspion, exotische danseres en al met al een zeer mysterieuze vrouw. Geboren in Leeuwarden en uiteindelijk bijna honderd jaar geleden vanwege vermeend hoogverraad geëxecuteerd in Frankrijk. Veel meer wist ik eigenlijk niet. Coelho doet met “De spion” een poging om het leven van Margaretha Zelle, zoals haar echte naam was, volledig in beeld te brengen en gebruikte daarvoor ware feiten en eigen interpretaties. Hoewel het nog altijd onduidelijk is of Mata Hari inderdaad een spion was of slechts het slachtoffer van een ingewikkeld complot, is het verhaal op zich natuurlijk goed genoeg voor tientallen romans en documentaires. Het is echter de vraag of dit boek van Coelho iets weet toe te voegen aan alles wat er al bekend was over haar. Zijn poging daartoe wist mij in ieder geval slechts moeizaam te bekoren. Uiteindelijk heb ik langer over deze dunne roman gedaan dan ik doorgaans nodig heb voor een boek van twee of drie keer zoveel pagina’s. ik kwam er maar nauwelijks doorheen, maar vond het onaanvaardbaar om er halverwege mee te stoppen. “Altijd je bord leegeten”, zei mijn moeder vroeger altijd. Voor boeken geldt dat principe mijns inziens ook. Als je er aan begint moet je het ook uitlezen, ongeacht de kwaliteit. Nou mag je van Coelho natuurlijk niet zeggen dat hij slecht kan schrijven, maar het boek wist bij mij nergens ook maar een vonkje van enthousiasme op te wekken. Het was alsof ik met volgelopen lieslaarzen door een modderig riviertje aan het worstelen was met de elementen. Ik kwam nauwelijks vooruit, zag nergens een lichtpuntje en had op een gegeven moment geen enkel idee meer hoe ik ooit nog aan de overkant moest komen. Het ging, als het ware, allemaal zo traag als dikke stront. Het werd op een gegeven moment zo erg dat ik overwoog om de wijze woorden van mijn moeder in de wind te slaan en het boek gewoon maar aan de kant te leggen. Op zijn eigen manier probeerde Coelho allerlei verborgen wijsheden in de tekst te verstoppen en ontbraken ook de religieuze voetnoten niet. Het stoorde mij bij het lezen enorm en soms had ik het idee dat hij niet alleen het verhaal van Mata Hari aan het vertellen was maar ook zijn eigen boodschap wilde uitdragen. Al met al was “De spion” voor mij geen succes. De liefhebbers van Coelho zullen het mij niet in dank afnemen. Ik kan er echter niets aan doen. Mijn interesse voor Mata Hari blijft bestaan en volgend jaar gaan er ongetwijfeld nog meer boeken over haar verschijnen. Hopelijk betere dan deze mijns inziens mislukte poging van Paulo Coelho.
0neg
De eerste 200 bladzijdes zijn niet door Harlan Coben geschreven! Daarna neemt hij het stokje over, en probeert er nog iets van te maken. Helaas, de laatste 50 pagina zijn duidelijke de beste. Ik ben een heel groot fan van Harlan, maar dit keer slaat hij de plank echt mis.
0neg
Herman Brusselmans (1957) heeft een indrukwekkend oeuvre van zo’n 65 boeken op zijn naam staan, iets dat hij zelf overigens niet nalaat meermaals te vermelden in zijn roman Poppy en Eddie en Manon. Brusselmans is vooral bekend vanwege zichzelf, zijn persoon, altijd en overal, Herman Brusselmans. Zo veel boeken als hij schrijft, zo vaak is hij op tv te aanschouwen. Daarin is hij ook vooral Herman Brusselmans, je weet wat je kan verwachten als je hem als studiogast ziet of een boek van hem leest. Recht voor zijn raap uitspraken, cynisme, confronterend, met platte, schunnige teksten. Brusselmans zegt wat hij denkt. In het boek volgen we een ik-persoon. De auteur voert naast de ik-persoon een veelheid aan personages en verhalen op, waar Poppy, Eddie en Manon (zoals de titel enigszins deed vermoeden) de meeste zendtijd krijgen. Poppy is de gewezen vrouw van de ik-persoon, die nu een strijd op leven en dood levert tegen kanker. Eddie is de hond van de ex-vrouw en de ik-persoon, die ook een ziekte onder de leden heeft. Beide personen betekenen veel voor de ik-persoon en hij mist ze wel degelijk, ook al zegt hij dat niet met zoveel woorden en is de relatie voorgoed voorbij. Dan is er nog de (fictieve) persoon, hij noemt haar voor het gemak Manon, die een verlangen in het huidige leven van de ik-persoon vertegenwoordigt waarvan hij zich afvraagt wanneer ze de door Poppy achtergelaten leegte komt invullen. De heer Brusselmans lijkt de ik-persoon te vertegenwoordigen, tevens de schrijver van deze roman. De hoofdpersoon volgen we in een tocht langs kroegen, lezingen en andersoortige avonturen, onderwijl hij Poppy en Eddie veelvuldig mist en overal hoopt zijn Manon tegen te komen. Dit beschrijft hij in een hak-op-de-tak-schrijfstijl. Brusselmans is hier zo bedreven in dat hij niet alleen de lezer constant van verhaal naar verhaal en van onderwerp naar onderwerp slingert en daardoor deze lezer vaak in verbijstering en verbouwereerd achterlaat, maar zichzelf even vaak. Zo lijkt het althans. Het verschil ligt erin dat de auteur inmiddels gewend is aan deze manier van verhalen. Het geheel is een ongecontroleerd spuien van woorden. Zinnen waarbij hij bij het opschrijven ervan door een enkel woord dusdanig van het initieel begonnen verhaal afgeleid wordt dat hij op basis van dat enkele woord weer een compleet ander verhaal opschrijft. Zo lukt het hem om een verhaal over Sensodyne over te laten gaan in een verhaal over de middeleeuwen, wat weer in verband wordt gebracht met kogelvissen. Het lijkt een vorm van Gilles de la Tourette op papier. Schrijnend voorbeeld hiervan is “vertel mij de naam van Manon. Zeg mij hoe ik in brand gestoken zuurkool kan onderscheiden van boterbloemen in een mijnschacht.” Een enkele keer zo’n zin gebruiken die werkelijk als “een tang op varken slaat” (om een bekend tv criticus te citeren) zou wellicht nog grappig kunnen zijn. Het feit dat Brusselmans dit 544 pagina’s volhoudt is enkel een verspilling van papier en van kostbare tijd van de lezer. De roman wordt op de achterflap beschreven als: “Niemand anders dan Herman Brusselmans had deze roman kunnen schrijven, en daar mogen we heel blij om zijn.” Daar mogen we inderdaad heel blij om zijn. Het boek is een martelgang, een grote brij van willekeurige woorden en zinnen die een vleugje van een relevante relatie met elkaar lijken te hebben. Het is hard werken om te selecteren wat wel op te pikken en wat het ene oor in het andere oor uit te laten transporteren. Brusselmans geeft ergens in het boek aan dat veel mensen hem niet begrijpen. Door dit boek zijn daar wel een heleboel mensen bijgekomen. Kogelvis. Iglo. Viagra.
0neg
Dit boek gaat over de Kabbala, over ideeën van de schrijver m.b.t. het Christendom, veel meer over seks dan nodig, over de behoeften van verschillende 17e eeuwse vorsten aan goud, over belangrijke genootschappen (Royal Society, vrij metselaars) en over verschillende politici en wetenschappers uit die tijd zoals Locke, Boyle, Robert Hooke, Fatio de Duillier, Christopher Wren (architect), de graaf van St. Germain, Jean Le Clerc en natuurlijk over Newton zelf. Het boek heeft de nodige elementen van de “Da Vinci Code” maar de ideeën van de auteur m.b.t. de Kabbala, vrije seks en theologie (ongeveer in deze volgorde) zijn wel erg prominent aanwezig en suggereren, althans bij mij, dat we hier niet te maken hebben met een verantwoord boek over de historische Newton maar met een soort detective waarbij de schrijver historisch materiaal min of meer naar believen gebruikt om de context in te vullen. Met name de uitgebreide erotische, soms bijna pornografische schilderingen en de theologische beschouwingen over het Nieuwe Testament zijn storend enerzijds omdat ze van het niveau van een esoterisch damesblaadje zijn, anderzijds omdat ze ongewild de aandacht afleiden van de verhaallijn. Hetzelfde geldt voor de sterke benadrukking van de homofiele relaties die Newton met meerdere vrienden gehad zou hebben. Deze zijn geheel ontsproten aan de fantasie van de schrijver (zie bv. https://www.quora.com/Was-Isaac-Newton-possibly-gay). Tenslotte zijn een aantal gebeurtenissen in het boek zo onwaarschijnlijk dat ook een meest welwillende lezer zich geweld moet aandoen om verder te gaan. Ik heb het boek gekocht en gelezen omdat ik geïnteresseerd was in de historische Newton en de indrukwekkende literatuurlijst die achter in het boek is opgenomen suggereerde voor mij dat het hier om een gedegen historisch werk ging. Quod non.
0neg
In Meedogenloos volgen we drie verhaallijnen. India is een jong meisje uit Amerika dat in Belgïe in de prostitutie is beland. De ouders van Mandy en Lisa hadden belangrijk bewijsmateriaal en zijn daarom vermoord. De vader heeft het bewijsmateriaal nog net aan de zussen kunnen geven, maar daardoor moesten zij wel op vlucht slaan. Tot slot is er het verhaal van journalist Tim. Hij onderzoekt een aantal zaken van kindermishandeling. Meedogenloos is een buitengewoon grove en harde thriller. Grof door het taalgebruik waarmee het boek doorspekt is, maar dit heeft geen toegevoegde waarde. Zonder dit was de boodschap ook overgekomen. Daarnaast worden uitdrukkingen van ongeloof of boosheid steevast uitgedrukt met uitingen als ‘Jezus…’ of ‘Godverdomme’. Het verhaal is bikkelhard door het thema van kinderprostitutie en de jonge zussen die weeskinderen zijn geworden en moeten vluchten. Dat het een hard boek is door de thema’s is spijtig voor de tere zieltjes die het boek beginnen te lezen zonder te weten waar ze aan beginnen, maar het is vooral spijtig dat het beladen thema van kinderprostitutie voor het gevoel wordt gebruikt als onderhoudend onderwerp. Het boek had een oproep kunnen zijn voor meer aandacht voor dit thema, maar door de matige uitwerking is het slechts wrang vermaak en komt er geen boodschap uit voort. De dunnetjes uitgewerkte romance tussen Tim en Suzanne die door het verhaal verweven zit, doet de ernst van het onderwerp tekort. Er zijn genoeg voorbeelden van boeken waarbij een thema via een thriller bijvoorbeeld zorgt voor een nieuw perspectief op een bestaand thema en de lezer aan het denken weet te zetten en hopelijk de discussie over het onderwerp op de maatschappelijke agenda kan zetten. Het speelt ook mee dat het een dun boek is met korte hoofdstukken. Dit komt de leessnelheid zeker ten goede, maar de sneltreinvaart waarmee het verhaal wordt verteld, doet het serieuze onderwerp geen eer aan en zorgt ervoor dat personages oppervlakkig blijven. De angst van India en de dreiging die er continu is voor Mandy en Lisa komen aardig uit de verf, maar verder blijft het aan de oppervlakte. Wat er nu echt omgaat in de drie meiden, wat ze voelen en denken, het blijft veelal gissen. Het is ook lastig om je te vereenzelvigen met de personages in het verhaal. Zo is zelfs de man die India uit de prostitutie wil halen eigenlijk net zo fout omdat hij eerst van haar diensten gebruikmaakte. Hij kwam weliswaar tot inkeer, maar door zijn eerdere handelen kun je als lezer geen sympathie voor hem opbrengen. Meedogenloos is een buitenbeentje tussen de vele thrillers die continu verschijnen. De onderwerpkeuze is niet alledaags, maar verder weet het boek zich niet positief te onderscheiden. De matige uitwerking van het verhaal, het enigszins open einde en de pessimistische sfeer in het boek zorgen uiteindelijk voor een wrange nasmaak.
0neg
Ik heb duidelijk minder genoten van dit boek dat mijn voorgaande lezers. Het verhaal sleepte me geen moment mee en ik had echt moeite er door heen te komen. Vond het gedrag van Vera meteen al vreemd. Het einde was nogal voorspelbaar. Ongelooflijk dat Louise het niet meteen doorheeft. Kortom: voor mij geen topper. Opvallend: als e-boek formaat heeft het 200 blz...
0neg
Veel aandacht gaat in dit boek naar psychologische kenschetsen van de diverse personages, maar deze schetsen komen niet echt samen in een intens, spankrachtig, laat staan spannend verhaal. Het krijgt bovendien een beetje een verveeld einde mee. Teleurstellend, vond ik.
0neg
Na de drie dikke pillen uit de ‘Hof van doorns en rozen’-trilogie moeten fans het na een jaar wachten nu met een dunnere, iets meer dan 200 pagina’s tellende novelle doen. Zij kunnen zich met Hof van ijs en sterren wederom onderdompelen in de wereld van Prythian en haar bewoners, onder wie natuurlijk het droomkoppel Feyre en Rhysand. Na de oorlog tegen de koning van Hybern en de verwoesting van Velaris waarmee de trilogie afsloot, proberen Edelvrouwe van het Nachthof Feyre en haar inner circle de stad weer op te bouwen en hulp te bieden aan alle bewoners die erdoor zijn getroffen. Gelukkig is er ook afleiding; het verhaal start een week voor de Winterzonnewende, de kortste dag van het jaar. Feyre bereidt zich voor op het feest dat doet denken aan Kerstmis: de versieringen van dennentakken en de jacht op passende cadeaus ontbreken niet. Zelfs rondwervelende sneeuwvlokken doen een duit in het zakje. Toch kan de Edelvrouwe de gruwelijkheden uit het verleden niet loslaten, vooral niet nu ze merkt wat de ontwikkelingen met haar familieleden hebben gedaan. Sarah J. Maas begon al tijdens het schrijven van Hof van vleugels en verwoesting, deel drie in de trilogie, aan deze novelle. In een brief aan haar lezers vertelt zij: ‘De blik in de toekomst die het schrijven van Hof van ijs en sterren mij bood hielp me ervoor te zorgen dat het einde van Hof van vleugels en verwoesting precies zo werd als ik wilde. En stiekem wilde ik gewoon meer tijd met mijn personages doorbrengen (en ze lol zien maken en dat dan niet, zeg maar, middenin een verschrikkelijke oorlog).’ Lol hebben de personages zeker in Hof van ijs en sterren. Maas geeft hen een welverdiende pauze na de heftige ontwikkelingen uit de serie. Maar dat is ook direct het probleem met deze novelle: vergeleken met de eerste drie boeken is het simpelweg saai. Tweehonderd pagina’s zouden voldoende moeten zijn voor meer substantie, maar die ontbreekt. Wat dit verhaal mist is diepgang. Terwijl de personages zich in met name deel twee en drie van de trilogie op een mooie manier ontwikkelden, zien we in Hof van ijs en sterren slechts een week uit het leven van Feyre, Rhysand, Cassian, Azriel en Morrigan. Zelfs Tamlin komt aan bod. Dat biedt niet veel ruimte voor actie, zoals we gewend zijn uit de eerdere boeken, maar wél voor verdieping van de karakters. En Maas doet absoluut een dappere poging, door afwisselend voor het ik-perspectief van Feyre en Rhysand te kiezen en bovendien Cassian, Mor en Nesta aan het woord laat vanuit een derde persoonsperspectief. Maar helaas, juist door die afwisseling tussen de personages is tweehonderd pagina’s aan de krappe kant om daarmee te kunnen overtuigen. Elk moment dat het verhaal even de diepte in lijkt te gaan – door bijvoorbeeld Morrigans worsteling met zichzelf én haar vader aan te stippen, een tipje van de sluier op te lichten van Cassians verleden of een blik te gunnen op Nesta’s trauma – keert Maas al gauw weer terug naar de shopsessies voor Zonnewendecadeaus, beschrijvingen van maaltijden die genuttigd worden en – natuurlijk – de woeste seksuele aantrekkingskracht tussen Feyre en Rhysand, die ook in deze novelle niet onderbelicht blijft. Dat laatste begint bovendien al gauw te irriteren: het verlangen tussen de metgezellen en de verwijzingen daarnaar komen elke paar pagina’s tot vervelens toe terug. Maas heeft laten weten dat een nieuwe trilogie over Prythian zal schrijven. Deze novelle zou het gat overbruggen dat bestaat tussen de eerste trilogie en de nieuwe spin-off-serie. Welk personage daarin centraal staat en wanneer het eerste boek verwacht wordt, is nog niet bekend. Hof van ijs en sterren doet vermoeden dat zus Nesta een goede kans maakt – zij is de meest getroebleerde van het gezelschap en lijkt daarmee meteen het meest interessante personage om over te lezen. Voor de eerste roman in deze spin-off-serie verschijnt kan er niet geoordeeld worden over het belang van Hof van ijs en sterren. Maar, ontdaan van alle fluff bevat de novelle misschien enkele tientallen pagina’s met belangrijke informatie die aan de basis van de nieuwe reeks zou kunnen liggen en daar hoogstwaarschijnlijk eenvoudig in te passen zou zijn. Dat is de indruk die achterblijft zodra de novelle dichtgeslagen wordt. Had Maas het bij een persoonlijk schrijfprojectje moeten houden om haar trilogie af te kunnen ronden? Daarover moet de lezer uiteindelijk zelf oordelen. De conclusie ligt uiteindelijk in de antwoorden op drie simpele vragen: Is de novelle sfeervol? Ja! Onderhoudend? Redelijk. Onmisbaar? Nee. Vooralsnog vormt Hof van ijs en sterren een brug zonder bestemming.
0neg
Een verzameling. Korte stukjes die verder geen samenhang hebben.. sommige nog best vlot en leuk geschreven, andere geen doorkomen aan.
0neg
Seppe wil zijn oma graag verrassen omdat zij hem heeft opgevoed na de scheiding van zijn ouders. Hij zou graag haar biografie schrijven en gaat op zoek naar achtergrondinfo. Daar stuit hij op nogal merkwaardige feiten die begaan zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na halfweg het boek gelezen te hebben was ik nog niet veel wijzer geworden waar het zou eindigen. Het vorige boek van de schrijver (uit de hoogte) was beter te lezen met een zeker spanningsveld naar het eind toe. Dit boek kabbelt maar wat aan. In tegenstelling tot veel lovende recensies kan het mij onvoldoende overtuigen.
0neg
Een verhaal van twee prinsessen gaat, hoe kan het ook anders, over twee prinsessen. Het is echter geen kinderboek, maar een fantasy boek voor volwassenen waarbij geweld niet geschuwd wordt. Mama Arria woont samen met Velira van 9 jaar en Amarillis van 10 jaar, in een klein hutje in een bos. Mama Arria is niet de biologische moeder van de twee meiden, maar voedt hen wel als zodanig op. Het is winter, guur en het stormt behoorlijk. Bij het haardvuur vertelt Mama Arria, niet voor de eerste keer, het verhaal van de twee prinsessen. De meisjes vragen zich af of zij die twee prinsessen zijn over wie hun moeder hen vertelt. Jaren later breekt er oorlog uit en de meisjes slaan noodgedwongen op de vlucht. Zij leren meer over zichzelf; wie ze zijn en over hun gaven. Tot dan wist het verhaal mij te boeien. Echter, nadat de meisjes hadden ontdekt wie en wat zij waren, deed de herhaling zijn intrede. Het verhaal werd een opsomming van telkens weer een gevecht, dat weliswaar elke keer iets anders verliep dan t vorige maar toch niet zo héél anders. Het werd te voorspelbaar en verveelde op den duur. Door de manier van schrijven - veel herhalingen, regelmatig vrij lange zinnen - miste ik bezieling en werd het nergens echt spannend.
0neg
Deze serie vond ik vanaf het begin al niet zo sterk, maar dan hou je nog hoop dat het gaandeweg beter wordt. Helaas. De magie wordt willekeurig links en rechts ingezet om plotwendingen te 'fabriceren'. Het verhaal is slapjes en de karakters komen niet uit de verf. Jammer, daar had meer in gezeten.
0neg
Voor de nieuwsgierige mens is niets zo erg als een ramp waarbij het onduidelijk is hoe die heeft kunnen gebeuren. Vanuit dat idee ontstond Morgenvroeg in New York, waarin een vliegtuigramp aanleiding is voor een zoektocht naar antwoorden. Op 28 oktober 1949 crasht het nieuwe Air France-vliegtuig de Constellation door een samenloop van omstandigheden. Wat een bijzondere eerste vlucht moest zijn, wordt een complete ramp waarbij alle inzittenden overlijden. De crash krijgt nogal wat media-aandacht, aangezien er relatief veel bekenden in het vliegtuig zaten, zoals bokskampioen Marcel Cerdan. Het is nog de tijd van voor de zwarte doos, dus achterhalen wat er fout ging, is een hele operatie an sich. In Morgenvroeg in New York geeft Adrien Bosc enkele inzittenden van het waargebeurde vliegtuigongeluk een stem door hun verhaal te vertellen. Het zijn stuk voor stuk intrigerende verhalen, die samen een bijzondere combinatie vormen. Het herinnert de lezer eraan dat achter elk gezicht een verhaal schuilgaat als je bereid bent te luisteren. Verhalen van de passagiers wisselen zich af met een reconstructie van de vlucht. Adrien Bosc schrijft op een bijzonder getalenteerde manier openingszinnen waarbij je in één klap alles over een personage en zijn leven te weten komt. Het is fascinerend hoe hij die levens met zo weinig woorden reconstrueert. Al na enkele zinnen ben je betrokken bij de levens van de slachtoffers van de vliegtuigramp. Iedere reconstructie is als een kort verhaal dat nog niet af is en juist dat maakt het zo treffend. Steeds meer begin je als lezer de impact van de crash te voelen, wetende dat zulke betekenisvolle levens in één klap zijn verschroeid tot een dampende massa vlees en metaal. Het boek zweeft in het grijze gebied van fictie en non-fictie. Hoewel op het omslag prijkt dat het een roman is, doet het eerder aan als een journalistieke zoektocht. Dat het meer feit dan fictie is, blijkt uit een hoofdstuk midden in het boek waarin Bosc ineens in de ik-vorm vertelt hoe hij tijdens zijn research in contact kwam met de kleinzoon van een van de slachtoffers. Enig nut lijkt dit niet te hebben, al maken de persoonlijke stukken het inzichtelijk hoe zijn interesse voor het ongeluk ontstond. ‘Uit mijn voorliefde voor toevalligheden en mijn fascinatie voor mensen die in de vergetelheid zijn geraakt ontstond dit boek,’ aldus Bosc. Die fascinatie neemt echter de overhand. De lezer wordt begraven onder een berg ongewilde details en er worden verhalen verteld die in deze roman niet bijdragen aan de al zwakke plot. Door zo sterk vast te houden aan de realiteit is de potentie van een steengoede roman verloren gegaan. Adrien Bosc had in Morgenvroeg in New York meer van zijn talent meer mogen laten zien. 2,5 ster Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant (juni) en op www.alexhoogendoorn.nl
0neg
Nog steeds koop ik iedere nieuwe Baantjer omdat ik daar nu eenmaal ooit mee begonnen ben. Alleen de twijfel begint nu toch wel toe te slaan. De enige shock in dit boek was dat een bekend figuur uit andere delen (kunsternaar Karstens) wordt vermoord. Ik hoop dat Baantjer in de toekomstige boeken wat meer nieuwe zaken naar voren laat komen. Dat duurt vast nog enkele boeken want zover ik begrepen heb liggen er al enkele nieuwe boeken kant en klaar. Conclusie: kan dus veel beter maar voor een snelle hap best te doen.
0neg
De carrière van de jonge journaliste Solveig Berg lijkt al in de dop ontspoort, Door een incident is het vertrouwen in haar geheel verdwenen en wordt ze in het wereldje gezien als een paria. Ze geeft echter niet op en probeert via haar blog Stockholm Confidential weer een voet tussen de deur te krijgen,. Dit is redelijk vruchteloos en ze aast op een belangrijk en aansprekend verhaal. Als ze getuige is van het vinden van het lichaam van Jennifer Leone, de muze van de bekende fotograaf en uitgever van een glamourblad Lennie Lee, ziet ze dat als een kans haar intrede te maken in die glamourwereld en ruikt ze een schandeleus verhaal. Maar dit is allemaal niet zonder gevaar. Lindberg creëert een omgeving en inkijk in de glamoureuze modewereld. Waar de levensstandaard voor de geslaagden redelijk decadent is, maar waar afgunst, haat en nijd, machtsmisbruik en schandelijk handelen, seks en drugs aan de orde van de dag zijn. Helaas blijft het wel allemaal heel vluchtig, zoutloos en afstandelijk. De dialogen zijn matig. De uitwerking van de karakters Solveig en Lennie kan er nog mee door maar verder is oppervlakkig het adagium. Het taalgebruik is toegankelijk en de snelheid is door het gebruik van korte hoofdstukken aangenaam Het lijkt soms wel of alles wat het stempel Scandinavië draagt goed is, maar dat wordt door Hanna Lindberg (nog) niet bevestigd met Stockholm Confidential. Begin van de maand is in Zweden het tweede deel verschenen met Solveig Berg in de hoofdrol, Wordt dat aan of afhaken. Hanna Lindberg (1981, Stockholm,Zwe) is een voormalige journaliste, werkte als recensent van restaurants en is tegenwoordig full-time schrijfster, Ze woont met haar man in drie kinderen in Stockholm.
0neg
Vidar Sundstol (1963) is een Noorse auteur die vanaf 2005 niets anders doet dan schrijven. De doden is na Land van dromen het tweede deel uit zijn Minnesota-trilogie. Het verhaal speelt zich af aan de noordkust van Lake Superior, op de grens van de VS en Canada, een streek waar Sundstol zelf een tijd gewoond heeft. Lance Hansen is een ranger, een boswachter met politietaken. Zijn voorouders komen uit Noorwegen, zoals dat bij meer inwoners uit het gebied het geval is. Aan de oever van het meer treft Lance naast een tentje een vermoorde Noorse toerist aan, naakt en met ingeslagen schedel, en naast de tent diens vriend met wie de Noor een kanotocht maakte. De moord, de eerste in de streek, beroert de kleine gemeenschap. Hansen, die amateurhistoricus is en thuis het archief heeft staan van de ledenloze heemkundevereniging, herinnert zich dat er in 1892 nog een moord in het gebied heeft plaatsgevonden. Een medicijnman en indiaan van de Ojibway-stam is onder mysterieuze omstandigheden verdwenen. Terwijl de FBI de moord op de Noorse toerist onderzoekt, duikt Lance in het verleden en doet een aantal schokkende ontdekkingen. Allereerst heeft zijn familie Ojibway bloed –- op de honkbalknuppel waarmee de schedel van de Noorse toerist is ingeslagen zijn Ojibway-bloedsporen aangetroffen (het bloed van de Ojibway bevat een uniek en daardoor traceerbaar gen) –- maar de meest verontrustende ontdekking is dat Lance' broer Andy een valse verklaring heeft afgelegd en dat Andy'’s honkbalknuppel weg is. Lance raakt in gewetensnood. Hij verdenkt zijn broer van de moord op de Noor, maar twijfelt of hij zijn eigen broer kan aangeven. In De doden gaan Lance en Andy samen op jacht. Nadat ze een bok hebben gemist, spreken ze af om nog een tweede keer de bossen in te gaan. Sundstol slaagt er goed in om het gebrek aan contact dat altijd tussen beide broers heeft bestaan te beschrijven. Twee mannen, elk gevangen in hun eigen wereld. Het feit dat Lance Andy niet durft aan te spreken op diens alibi voor de moord op de Noorse toerist zorgt voor de nodige spanning. Het decor van De doden wordt gevormd door eindeloze bossen waar het sneeuwt, ijzelt, waait, stormt, kortom waar het zo bar en boos is, dat Lance, de verteller, bevangen raakt door allerlei waanbeelden. Dat levert bij tijd en wijle beklemmende scènes op, maar het is niet voldoende om het boek te dragen. Daarvoor gebeurt er gewoon te weinig. Onderdeel van Lances waanbeelden is het verhaal van de in 1892 verdwenen medicijnman, een verhaal dat in de ik-vorm en in cursief verteld wordt door een van Lance' voorouders die in dat jaar te voet door de streek op weg was. De cursieve hoofdstukken zijn langdradig en bulken van de herhalingen, alsof het Sundstol moeite kostte om zijn tweede boek enige volume te geven. De doden is daarom een teleurstellend tweede deel van een trilogie die zo veelbelovend begon. De 174 pagina'’s leveren materiaal voor een paar hoofdstukken, maar niet voor een heel boek.
0neg
Tussendoor las ik dit boekje met kortverhalen van Esther Verhoef. Wat mij betreft was dit een tegenvaller. Als dit mijn eerste kennismaking met deze auteur zou zijn dan haakte ik af. Gelukkig weet ik wel beter en ken ik al een echt pareltje van haar. Enkel de twee eerste verhalen (Worst case scenario en nouveau riche) slagen erin om me te boeien. Er zit spanning in het verhaal en ik herken de auteur haar stijl. Hierbij was ik ontgoocheld dat ik al aan het einde van het verhaal was gekomen.
0neg
Sophie Hannah geniet grote bekendheid als schrijfster van romans, poëzie en psychologische thrillers. Ze heeft verschillende prijzen gewonnen en haar psychologische thrillers zijn in vele talen vertaald. Ook werden twee ervan bewerkt voor televisie en uitgezonden onder de titel ‘Case Sensitive’. Louise Beeston woont met haar man Stuart aan de Weldon Road nummer 17 in Cambridge. Op nummer 19 woont Justin Clay, die de gewoonte heeft om in de weekends met een aantal vrienden feest te vieren en daarbij enorme geluidsoverlast te veroorzaken. Louise wordt er gek van. In haar gevecht tegen haar buurman ondervindt Louise weinig steun van echtgenoot Stuart en ook de politie is niet bepaald genegen om in te grijpen. Een andere gebeurtenis heeft eveneens grote invloed op de gemoedstoestand van Louise. Haar zoon Joseph heeft een plek gewonnen in het prestigieuze jongenskoor van het Saviour College. Voorwaarde voor toelating is dat Joseph leerling van de kostschool moet worden, en zeer tegen de zin van Louise verlaat hij het ouderlijk huis. Louise ervaart dit alsof Joseph van haar is afgenomen. De problemen met haar buurman worden ondertussen alleen maar groter. Het overlast veroorzakende repertoire wordt uitgebreid met klassieke muziek en het gezang van een jongenskoor dat heel veel lijkt op dat van het koor waar Joseph lid van is. Om aan deze kwelling te ontsnappen kopen de Beestons een riant onderkomen op het platteland, maar ook daar wordt Louise geconfronteerd met muziek van het jongenskoor. “Muziek die alleen zij kan horen, gezongen door een koor dat alleen zij kan zien”. De thrillers van Sophie Hannah zijn beroemd om hun psychologische diepgang en de vele totaal onverwachte plotwendingen. Het was voor haar dan ook een enorme uitdaging en een risico om, op verzoek van haar uitgever, een novelle te schrijven in een heel ander genre, namelijk een verhaal over geesten en mysteries en dan ook nog een die bol zou staan van de spanning. Het eindresultaat is een novelle onder de titel Een duister koor, die is geschreven in een aangename stijl die makkelijk leest. Het verhaal wordt verteld door Louise Beeston. Zij is een vrouw die met bijna iedereen in haar omgeving problemen heeft. Haar buurman Justin terroriseert haar met luide muziek, haar man Stuart leeft niet met haar mee, de politie neemt haar klachten nauwelijks serieus en de leider van het jongenskoor probeert in haar ogen de rol van Josephs opvoeder van haar over te nemen. Genoeg redenen voor Louise om zich als de verongelijkte en miskende vrouw en echtgenote te gedragen. Zij wordt daarmee een onsympathieke vrouw met wie je je als lezer maar moeilijk kunt identificeren. Echtgenoot Stuart wordt geportretteerd als een man die haar niet ondersteunt en zich eerder tegen haar keert en door de kibbelpartijen en ruzies die daarvan het gevolg zijn, vraag je je af waarom de twee nog bij elkaar zijn. Van geesten ontbreekt ieder spoor en van spanning is totaal geen sprake. Ook de opbouw van een spanningsboog naar het einde van het verhaal toe ontbreekt. Pas als het verhaal bijna voorbij is en je je begint af te vragen wat de bedoeling ervan is, komen de geesten tevoorschijn, maar ook dan wordt dit verhaal nergens spannend en eng. De verontrustende sfeer die je koude rillingen zou moeten bezorgen, is er niet en dat is toch een voorwaarde voor een overtuigend griezelverhaal. Een ander probleem met het boek is de geloofwaardigheid. Natuurlijk is het zo dat de geloofwaardigheid van een verhaal dat handelt over bovennatuurlijke fenomenen valt of staat met de vraag of je daar als lezer enig geloof aan hecht of niet. Dat is heel persoonlijk. Er is echter ook een ander soort geloofwaardigheid en die gaat over de vraag of het aannemelijk is dat bepaalde gebeurtenissen uit het verhaal in werkelijkheid zouden kunnen plaatsvinden. Is het aannemelijk dat jonge kinderen op een openbare speelplaats in absolute stilte spelen? Zo zijn er meer zaken in Een duister koor die het verhaal soms ongeloofwaardig maken. Een duister koor is geschreven, zoals Sophie Hannah in het dankwoord zegt, met het idee dat het een heel eng verhaal moest worden. Daarin is Sophie Hannah niet geslaagd. Het verhaal heeft onsympathieke personages, het ontbreekt aan spanning en het is nergens “creepy”. Het is wat het is, een novelle over een irritante vrouw die het geluk voor het grijpen heeft maar het links en rechts laat passeren.
0neg
2 Bewakers zijn belast met de beveiliging van een flatgebouw, waar nadat de bewoners grotendeels zijn weggegaan, zo goed als niets meer te doen valt behalve de ontvangst van een leverancier. Ik heb geen idee wat Terrin met dit boek voor ogen heeft of het een bepaalde psychologische inslag moet hebben ik kon het niet ontdekken, volslagen onzinnig boekje wat mij betreft.
0neg
Dodelijke gok is een verhaal dat verzandt in ongetwijfeld goede bedoelingen. Er is geen touw aan vast te knopen, veel te veel personages die meespelen en te veel verhaallijnen. Alle clichés zijn aanwezig en worden dan ook zonder enige gêne uitgemolken. Als je denkt dat het allemaal draait om een casino, zoals de flaptekst suggereert, kom je bedrogen uit. Uiteindelijk gaat hem om aggregaten voor Irak; volgt u het nog...? Maar voordat je daar achter komt, moet je je eerst heenworstelen door meer dan driehonderd bladzijden, bevolkt door schimmige figuren die geen van allen zuiver op de graat zijn en allemaal er iets mee te maken hebben. Gelukkig heb ik dit boek geleend bij de bieb. Had ik het gekocht had ik waarschijnlijk mijn geld teruggeëist. Voor de rest leest het vlot weg en voor wie niet al te kritisch is, is het een leuk boek voor tussendoor, maar wat mij betreft is dit absoluut geen hoogvlieger.
0neg
Al bij de eerste pagina's ergerde ik me aan de schrijfstijl, en ik moest me echt door het boek heen worstelen en heb vaak overwogen of ik niet gewoon een ander boek zou lezen. Het plot is goed uitgedacht, en verrassend, maar alles gaat te snel en soepel en alles is net wat te toevallig. Alles is volgens de regeltjes, de karakters, die geen overigens zich niet ontwikkelen gedurende het hele boek, en de schrijfstijl, waaraan je duidelijk kan zien dat het een debuut is. Het lijkt net of Van Beek het gevoel wilde geven van Magnus van Arjen Lubach, maar daar verschrikkelijk in gefaald is.
0neg
Met hooggespannen verwachtingen begon ik aan Sporen op het ijs. In dit debuut van de Zweedse Lars Ramble, lees je het verhaal van een dubbele moord in de winter van 1965. Het verhaal spring regelmatig van de ene tijd naar de andere, wat niet storend is. Het verhaal is origineel en de goed omschreven omgeving maakt het tot een echte Scandinavische thriller. Een minpunt van dit boek waren de vele moeilijke Zweedse namen en de spanning die ontbrak. Ik denk dat dit de reden is dat ik het boek lastig te lezen vond. Ik kwam niet echt goed in het verhaal.
0neg
Het is een thriller die wel wat lijkt op die van Karin Slaughter. Even gruwelijk namelijk, wel spannend. De uitwerking van de vele details was trouwens hier en daar inconsequent, vind ik; en alle verschillende lijnen geven wat onduidelijkheid steeds in het boek. Dit soort thrillers..niet echt iets voor mij. Te gruwelijk. Hoe bedenk je het, komt in me op.
0neg
Zo bijzonder als Doopvont van de duivel was, zo doordeweeks is Vaarwel Ladybird. Van de magie van een betoverend schilderij naar het in misdaadland alledaagse verhaal van een zus die niet gelooft in de zelfmoord van haar broer. Toch is Vaarwel Ladybird allesbehalve een mislukking. Dat is vooral te danken aan Platova's zin voor humor. De dertigjarige kaasmaakster Nastja stelt bij aankomst in Sint-Petersburg vast dat haar broer Kirill dood is. Ze moet zich nu helemaal alleen zien aan te passen aan de grote stad. Op een normale dag babbelt ze alleen met haar geit Sosiko, en nu wordt ze geconfronteerd met de verliefde politiestagiair Patsjoek, met enkele stuntelige amateur-detectives en een opgetutte mannenverslindster. Dus besluit Nastja zich om te vormen tot een vamp om de vermeende zelfmoord op te helderen. Ze trekt haar broers leren jack en schoenen aan, doet voor de eerste keer make-up op en gaat op pad. Geleidelijk komen zij en Patsjoek, elk apart, tot een deel van de oplossing. Nastja doet dingen die ze een maand eerder nooit gedaan zou hebben, en komt zo tot inzicht over haar armzalige leven. De scène waarin Nastja zich voor een sollicitatie aanbiedt als schoonmaakster, maar wordt aangenomen als privé-detective is hilarisch. Gedurfd, maar zeer geslaagd, is dat Platova dezelfde scène twee keer neerschrijft, vanuit verschillende oogpunten. Humor, sterke personages en een verhaal vol misverstanden zijn de sterke punten van Vaarwel Ladybird. Dat het woord 'mislukking' überhaupt opduikt in deze bespreking, is vooral te wijten aan de ontknoping. Die kan je eufemistisch uit de lucht gegrepen noemen, maar verdient met enige slechte wil ook het etiket 'ongeloofwaardig'. Platova kan beter dan dit.
0neg
Na zijn ijzersterke debuut "Ik reis alleen" was mijn verwachting van deel 2: "de doodsvogel" waarschijnlijk te hoog . Het viel mij enorm tegen, echte spanning was er -mijns inziens- niet. Mia werd in dit boek geheel ongeloofwaardig, ook de andere personages bleven oppervlakkig en houden dezelfde problemen: drankmisbruik, gokverslaving, overmatig roken.... Al met al heb ik het uitgelezen maar niet van harte. Jamner dat iemand met zo'n sterk debuut dat niet kan vasthouden.
0neg
Het verhaal begint in de gevangenis waar Ash voor de zoveelste keer compleet word doorgelaten door een paar andere criminelen. Zijn gezondheid gaat steeds sneller achteruit en alles begint hem steeds minder te interesseren. Tijdens zijn evaluatiegesprek ziet hij de kans dat hij wordt vrij gelaten dan ook erg somber in. Totdat hij Dr. Alice McDonald hoort vragen om zijn vrijlating voor een speciale zaak. De Poppenspeler zou weer hebben toegeslagen. Er is namelijk weer een lijk opgedoken met een plastic pop in haar buikholte vastgenaaid. Een paar jaar geleden had Ash hem bijna te pakken. Dat moment zal hij nooit meer vergeten. Bijna had hij hem te grazen, maar ondanks alle moeite, al zijn doorzettingsvermogen, is hij weten te ontsnappen. Ash heeft het zichzelf nooit vergeven. Terwijl Dr.Alice McDonald er alles aan doet om de vrijlating van Ash te realiseren, denkt Ash aan heel iets anders. Hij zou namelijk dolgraag wraak willen nemen op de persoon die verantwoordelijk is voor zijn opsluiting in de gevangenis. Dat gaat natuurlijk niet zo simpel wanneer hij constant door Dr. Alice McDonald in de gaten word gehouden. Wanneer ze beginnen met het onderzoek naar de Poppenspeler, besluiten Ash en Alice alle oude dossiers eens na te pluizen. Misschien hebben ze iets over het hoofd gezien? Alice probeert dan ook heel nauwkeurig alles na te lopen wat er al aan onderzoek naar de Poppenspeler is geweest. Dit blijkt echter lastiger dan gedacht. Er blijken namelijk heel wat bewijs stukken te zijn verdwenen. Op een gegeven moment kunnen ze zelfs het lijk dat in het mortuarium lag niet meer vinden. Hoe moeten ze op deze manier ooit deze case oplossen? Ondertussen wordt Ash regelmatig lastig gevallen door de criminelen die hem ook in de gevangenis lastig vielen. Ze laten hem maar al te duidelijk weten dat hij moet oppassen, want ze houden hem in de gaten. Lukt het Ash en Alice om de zaak van de Poppenspeler voor eens en voor altijd op te lossen? En krijgt Ash zijn kans om wraak te nemen? Het begin van het verhaal leest rommelig. Ik had moeite om in het verhaal te komen omdat het een wirwar van gevoelens waren. Het verhaal begint al vrij snel met de mishandelingen van de andere criminelen tegen Ash en de reden waarom lees je pas een stukje verder op. Het boek werkt heel erg naar de meest spannende momenten op het einde toe. Hoewel de gebeurtenissen rondom de Poppenspeler erg luguber zijn en ook zo worden beschreven, merk je niets van de spanning of angst wat zijn slachtoffers zouden hebben gevoeld. Dit vond ik persoonlijk erg jammer. Het verhaal werd daardoor pas spannend op het moment dat ze dichter bij de dader begonnen te komen en een tweetal personen verdwenen waren. Ook vond ik de relatie tussen Ash en Alice erg verwarrend. Het ene moment is Alice een volwassen en intelligente vrouw, en op het ander moment komt ze op mij over als een erg jong en onervaren persoon. Dit maakte de gesprekken tussen Ash en Alice erg apart. Ik twijfelde steeds of er meer tussen de twee speelde dan alleen maar collega’s, waar het soms ook op een vader, dochter relatie leek. Al met al vond ik het een redelijk leuk boek ook al kwamen er meer detective elementen in voor dan thriller wat ik toch enigszins teleurstellend vond.
0neg
Een boek klein van stuk met een opvallend zwarte kaft. Vanuit die kaft kijken hondenogen je zielig aan. Trouwe hondenogen die staan voor een hechte vriendschap? Hoe dan ook verraadt de zwarte kaft dat het debuut van Christophe Bell een niet al te vrolijk karakter heeft. Met intense mijmeringen vertelt de hoofdpersonage met veel emotie over zijn vriend die veel te jong het leven moest laten na een noodlottig ongeluk. De verteller blijft alleen achter. Getraumatiseerd neemt hij je mee in gevoelens van verwarring en verdriet en zijn marteling hiermee om te gaan. Niet bestaande uit een chronologisch verhaal, maar juist uit los gecomponeerde hoofdstukken is het duidelijk dat dit een boek is dat niet iedere lezer zal aanspreken. De verteller is zeer zwaarmoedig en de inhoud van het boek is ook niet licht verteerbaar. Hoewel het verhaal opgebouwd is uit prachtige poëtische zinnen die met zorg samengesteld zijn, zal net niet een eenieder raken en zal het niet iedereen die ontspanning geven die lezen kan geven.
0neg
Vond het boek langdradig. Vele keren op het punt gestaan om het weg te leggen. Uiteindelijk toch uitgelezen maar met veel moeite. Vind dit boek alle commotie niet waard.
0neg
Dit boek wordt aangekondigd als de terugkeer van Vincke en Verstuyft, maar blijkt de zoveelste marketingstunt. De twee flikken in dit boek hadden evengoed Janssens en Peeters kunnen heten. Dat moet Geeraerts ook geweten hebben, want om toch nog enige band met zijn illustere duo te scheppen, last hij her en der totaal niet ter zake doende verwijzingen in. Overigens, Geeraerts slaagt er in om in een vrij dun boek nog een hoop ballast op te nemen. De scènes waarin gegeten en gedronken wordt zijn meer legio dan in de doorsnee soap; dat Geeraerts een voorkeur heeft voor licht rood getinte politici en dweept met Mitterrand, zullen we ook geweten hebben (maar doet verder niets terzake in heel dit verhaal). Het meest ergerlijke is nog dat de ooit zo gedocumenteerde en verhaaltechnisch zo correcte Geeraerts ons nu toch wel een erg onwaarschijnlijk verhaaltje opdist! Welke Franse flic haalt het in godsnaam in zijn hoofd om twee buitenstaanders mee te nemen op getuigenverhoren en bij een lopend onderzoek te betrekken? Er zijn wellicht minder in het oog springende procedurefouten… Als de drie op leeftijd komende would-be boyscouts dan nog in hun blote flikker in het zwembad springen en de vrouw van Vincke hun jongeheer op het oog gaat taxeren… dan hebben we het wel gehad. En zo staat het boek bol van faits-divers die op zich niet zouden storen als er ook nog een verhaal was, maar het blijft bij dergelijke nietszeggende platitudes. Het verhaal zelf mist spanning en overleeft op de schrijfstijl van Geeraerts. Het is erg om te moeten zeggen, maar Geeraerts heeft het niet meer. De rek is er af en de laatste boeken worden meer en meer stuiptrekkingen van een auteur op retour… Spijtig… heel spijtig.
0neg
Vond dit boek heel erg tegen vallen. De spanning was ver te zoeken. Vond het ook raar in elkaar zitten er gebeurt allerlei rare dingen bij de Grace voor River er woont en toch blijkt dat River de heks te zijn? Snap er niet veel van. Ik denk niet dat ik deel 2 ga lezen. http://infoboeken.blogspot.be/2016/12/laure-eve.html
0neg
Ik heb nog nooit zoveel moeite gehad om te beginnen met een recensie. Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen en wat ik erover moet vertellen. Het boek: Een stad, een meisje en de duivel van Svealena Kutschke begint prachtig met een stamboom en een oude kaart. De stamboom heb ik overgeschreven en naast me gehouden als ik ging lezen. Hierdoor heb ik geen last van tijdsprongen. Er waren hoofdstukken die zo omschreven waren, dat het wel leek of het ging om zoveel mogelijk mooie zinnen erin kwijt te kunnen. Maar deze mooie zinnen/alinea’s brachten ook wel verwarring, omdat het soms niet helemaal duidelijk was wat er nu mee bedoeld werd. Wat de schrijver precies wil vertellen. Je hoopt op het einde dat alles samenvalt maar helaas blijft dit achterwege. Het is zeker geen boek om even tussendoor te lezen. Er wordt veel gedronken en gerookt, waardoor mensen in andere sferen kwamen en het lijkt wel of het boek ook zo geschreven is. Alsof het met rook omrand is, vaag en duister. Maar daartegenover waren er ook stukken die heel plezierig overkwamen en me nieuwsgierig maakten. Ik heb heel lang getwijfeld, juist ook om de mooie stukken of ik het twee of drie sterren zou geven, of te wel een voldoende of een onvoldoende. Het is jammer genoeg toch een onvoldoende geworden omdat er teveel vaag blijft en het mij niet duidelijk is wat de schrijver Svealena Kutschke met het boek wil vertellen.
0neg
Door de titel van het boek, en het lezen van de achterkant, begon ik vol goede moed te lezen. Helaas, het verhaal gaat steeds een andere kant op. Ik had moeite om mijn aandacht erbij te houden, hier heb ik niet vaak last van bij het lezen van een boek.
0neg
Ik dacht dat dit het boek van haar zelf was maar had het mis, dit wordt verteld door mensen die haar al die verdwenen jaren gevolgd hebben, journalisten enz enz, eigenlijk is het best wel saai en langdradig, toch heb ik het helemaal uitgelezen omdat er ook wel stukken in zitten dat je denkt van hmm hoe zit dat en waarom verteld ze daar niets over? OP dit moment ga ik haar echte boek lezen maar vrees dat ik het door dit boek met andere ogen ga lezen. Ik kan nu niet zeggen van yes ga dit boek lezen maar ook niet helemaal dat je het niet moet doen, beetje twijfel gevalletje. Het is niet echt heel super.
0neg
Drie personen worden beschreven in dit boek met daaromheen bij figuren. In een toekomstige wereld die ook een beetje op fantasie gebaseerd is leven deze mensen hun leven.Uiteindelijk treffen ze elkaar maar dat is in eerste instantie niet helemaal duidelijk. net zoals ik vond dat heel veel niet duidelijk was in dit boek. Ok ik moet toegeven, ik las dit boek voor de challenge categorie lees iets wat je anders nooit leest.Het is dus ook niet helemaal eerlijk een grieprecensie te schrijven over iets wat je genre niet is. Maar verder... Ik vond het niet heel veel. In het begin was het werkelijk doorworstelen omdat ik er echt niks van begreep. Vliegende oogballen en virtuele futiliteiten passeren de revue. Heel onwerkelijk en daar heb ik moeite mee. Als je dan bij het gebouw gedeelte aankomt word het beter omdat je dan een beetje de essentie van het verhaal doorkrijgt. Vanaf daar was het dus te doen. Maar meer ook niet. Kortom een boek waarvan je zegt : Het was te doen!
0neg
Meestal is het boek beter. Dít boek is echter niet veel meer dan het scenario van een documentaire waarin niemand echt tot leven komt. Een bijzonder gedetailleerde documentaire, dat wel. Twee sterren is daarom misschien te weinig, maar drie toch écht te veel. Aan het verhaal ligt het niet, dat is best aangrijpend en zelfs mooi te noemen, maar stilistisch is Sonny boy niet veel soeps. Ronduit ergerlijk zijn de vele met 'maar' of 'want' beginnende zinnen en de vertelstijl is kaal, zakelijk en dodelijk voor de - in ieder geval mijn - concentratie. Afgeraffeld, bijna: Van der Zijl lijkt haast te hebben, hink-stap-springt zich, onderwijl hier en daar brief- of dagboekfragmenten rondstrooiend, een weg door de jaren, met een overdaad aan obligate geschiedenislessen - om de schijn van literatuur op te houden? - die de ongetwijfeld interessante personages naar de achtergrond duwen. Alsof niet de geschiedenis een rol in het verhaal speelt, maar het verhaal losjes aan de geschiedenis hangt. Uit het nawoord blijkt - tenzij ik het verkeerd heb begrepen; die verdomde concentratie! - dat het toch echt andersom had moeten zijn. Pas bij het lezen van dat nawoord wordt wel duidelijk dat het klopt wat ik al meer en meer begon te vermoeden: het is mijn eigen schuld, ik had het niet als een roman moeten lezen maar, inderdaad, als een afstandelijke documentaire, een nauwgezette reconstructie. Hoe dan ook: deze keer wint de film het glansrijk.
0neg
Voor de Hebban leesclub mocht ik het boek ‘Onderspit’, debuut van schrijver Per-Anton Olsson, lezen. Ik werd vooraf getriggerd door het genre ‘literaire thriller’ en de playlist op Spotify. En doordat de auteur een Scandinavisch pseudoniem had gekozen, zag ik erg uit naar het boek. Helaas kwamen deze verwachtingen niet uit. Het boek gaat over Stendert die uit gaat rusten in een B&B in de buurt van Utrecht. Daar komt hij terecht in een bont gezelschap van mensen met elk hun eigen bijzondere verhaal. En wanneer blijkt dat één van de verhalen niet klopt, gaan Stendert en medebewoonster Kat op zoek naar de waarheid en reizen ze hiervoor zelfs samen naar Zuid-Frankrijk. Het boek zit vol muziekfragmenten. Ik vind het teveel fragmenten, omdat ik elke keer hierdoor weer uit het verhaal gehaald werd. Het zijn bekende nummers die ook bij mij herinneringen oproepen. Maar uiteindelijk doorzag ik dat deze fragmenten behoorden bij de gedachtegang van Stendert. Hij had een enorme muziekkennis en zijn geheugen zit vol muziekfeitjes die hij te pas en te onpas benoemde. Hierdoor pasten de muziekfragmenten uiteindelijk wel bij het verhaal. Het boek leest in eerste instantie vlot maar ik merkte dat ik verderop me er steeds toe moest zetten om verder te lezen. Sommige stukken lazen lekker door zoals het verhaal van Bloem, maar andere delen boeiden mij minder en dan pak ik het boek ook minder makkelijk weer op. Het boek valt onder het genre literaire thriller maar ik vind dit niet kloppen. Bij een thriller verwacht ik een echt spannend boek, dit kan psychologische- of fysieke spanning zijn maar spannend is het in ieder geval. In dit boek kabbelt het verhaal door met een paar kleine spannende stukjes die uiteindelijk niet eens zijn blijven hangen. Jammer.
0neg
Voor de Hebban leesclub in feuilletonvorm mocht ik het tweede deel van De Cazaletfamilie lezen. Ik had er zin in! Lezen in feuilletonvorm had ik nog nooit gedaan en de beschrijving van het boek, een familie in de oorlog, klonk interessant. Het tweede boek was zonder het eerste boek te lezen. Daar wil ik graag anders over adviseren. Dit 2e deel is in het begin heel verwarrend als je niet het 1e deel hebt gelezen én geen stamboom van de familie naast het boek houdt. Het is geen kleine familie, de Cazalets, met alle aanhang, kinderen, personeel, vriendschappen en relaties. Het is moeilijk om overzicht te houden. Zo niet, ondoenlijk. En dat is jammer, want daardoor genoot ik minder van het verhaal. Het is een mooi verhaal, over een redelijk welgestelde familie in Engeland vlak voor het uitbreken van de oorlog. Je volgt hen gedurende twee jaar en de lezer wordt meegenomen in de gevolgen voor de oorlog voor de burgerij. Er worden voorzorgmaatregelen getroffen, later moeten er dingen op rantsoen, het wordt moeilijker om het huis te verwarmen en de spullen moeten worden gerepareerd i.p.v. vervangen. Ondertussen blijven het natuurlijk mensen, met geheimen, intriges en emoties. De Tweede Wereldoorlog wordt, voor mij als leek, goed beschreven. Qua tijdspad lijkt het behoorlijk reëel te zijn. Hoe de oorlog steeds meer verweven raakt in de levens van de Cazalets, is mooi gedaan. Waarom geef ik dan toch maar twee sterren? Ik heb deel 1 niet gelezen, en door het tempo van de leesclub, had ik ook geen tijd om dat deel nog te lezen. Hierdoor miste ik echt essentiële informatie. Ook wordt het verhaal, voor mijn smaak, vanuit te veel personages geschreven. Als lezer leer je zo veel figuren kennen, maar het blijft aan de oppervlakte omdat het er zo veel zijn. Sommige figuren hoeven niet aan bod te komen, en andere figuren mogen (nog) meer aandacht. Ten slotte zijn er erg weinig hoofdstukken en wordt er regelmatig van hak op de tak gesprongen. Hierdoor overkwam het mij nog wel eens dat ik even terug moest lezen of er een bruggetje was, of hoe het verhaal ineens een andere kant op kon gaan, en ik lees het liefste tot het einde van een hoofdstuk, wat er in dit boek voor kan zorgen dat je 150 bladzijden moet lezen in één keer. Ach, laat ik positief eindigen. Het is een onderhoudend verhaal, en liefhebbers van familieromans kunnen hun hart absoluut ophalen in dit boek. Neem dan alsjeblieft mijn tip ter harte: lees eerst deel 1 en houd de stamboom naast het boek.
0neg
wat een vreselijk saai boek . het gaat alleen maar over Lucy en haar moeder aan het ziekenbed .ik kon het boek met de weinige bladzijden niet uitlezen , zo saai . het boek " ik ben pelgrim " met 700 bladzijden las ik in twee dagen uit . Ik snap niet waar die goeie recensies vandaan komen .....?
0neg
Het verhaal begint met een proloog die je direct nieuwsgierig maakt. Op amper twee bladzijden slagen de auteurs erin om je kennis te laten maken met de belangrijkste hoofdpersonages. Je voelt onmiddellijk dat er 'meer' is. Na de proloog springt het verhaal een jaar in de tijd....... Pien Verschuur opent in de tuin van haar riante villa een yogastudio. Haar man Johan worstelt met zijn faillissement en ziet geen uitweg hoe hij dit kan oplossen. Dochter Lou zit op kamers maar komt op regelmatige tijdstippen naar huis en zoon Rick leeft zijn eigen leventje in zijn wereld. Ieder van hen kampt met individuele problemen en probeert die op te lossen. Bij de opening van Piens yogastudio duikt Edmond na een jaar afwezigheid in het dorp weer op. "Hij is dus toch gekomen. Ze was de voormalige sport- en filosofiedocent van haar dochter een paar dagen geleden tegengekomen en ze waren in gesprek geraakt" Al snel blijkt dat Edmond op zoek is naar een baan en gezien hij meer dan ervaring heeft met yoga is al vlug beklonken dat hij Pien de komende periode bijstaat met de opstart van haar studio. Dit met grote tegenzin van Johan, maar die heeft zo zijn redenen. "Edmond, die lul van een Edmond" Peter Römer kennen we ondertussen als auteur van onder andere de Baantjer-serie, maar voor zijn echtgenote Annet Hock is dit boek een debuut. Ik was dan ook erg benieuwd naar 'En nu ik!' van dit schrijversduo. De proloog begint veelbelovend. Door de vele informatie in korte tijd word je getriggerd om verder te lezen. Je voelt met die proloog ook direct aan dat Edmond een belangrijke plaats in het verhaal zal innemen. Waarom keert Edmond überhaupt terug? Stapsgewijs ontdek je als lezer de ware toedracht. Toch is het verhaal weinig verrassend en is het voor de fervente lezer vanaf een bepaalde punt enigszins voorspelbaar. Het is soms even doorbijten, ook omdat van echte spanning geen sprake is. Deze is daarvoor te karig en dat is voor een goede thriller toch elementair. Bovendien voel je dat er hier en daar hiaten zijn en dat er nog vlug een draadje toegevoegd moest worden om het verhaal te laten kloppen. Je kunt het natuurlijk ook over 'toevalligheden' hebben, maar daardoor merk je wel dat het verhaal door een duo geschreven is. Voor ondergetekende werd daardoor de vaart uit het verhaal gehaald en dat is jammer. Daartegenover staat dat Römer & Hock best een vlotte pen hebben en ze gebruiken geen ingewikkelde woorden of zinnen, waardoor het boek voor iedereen toegankelijk is. 'En nu ik!' is beeldend geschreven, maar spijtig genoeg had ik geen enkele binding met de karakters en het verhaal. Daarvoor blijft het te oppervlakkig en is er te weinig diepgang. Het verhaal heeft zeker potentie, een gezin waarvan de kinderen stilletjes aan het huis verlaten en ieder zijn problemen heeft, maar het komt niet uit de verf. De 'boodschap' komt bij mij niet echt over. Afgezien daarvan en mede omdat het beeldend geschreven is denk ik wel dat 'En nu ik!' zich uitstekend zou lenen voor een soapserie. Kopje koffie erbij na een drukke dag en even ontspannen. Voor het verhaal an sich 2,5 ster. Karin
0neg
Na De terechtstelling (erg spannend, hoewel ietsje te breed uitgesponnen) had ik nog geen andere boeken van Val Mc Dermid gelezen. Ik stapte met De kwelling midden in de Tony Hill serie. Het boek viel mij een beetje tegen. Nogal clichématig verhaal over de zoveelste seriemoordenaar van prostituées. Weten ze nu echt niets anders meer te verzinnen dan de zoveelste gruwelpervert. Om het nog wat extra op te leuken doet Val er nog een pedofiele moordenaar bij. De ontknoping is verrassend, maar tegelijkertijd zo ongeloofwaardig dat het voor mij afbreuk doet aan het verhaal. Ook qua stijl is McDermid niet de beste auteur, hoewel het allemaal wel leesbaar is. Ik laat het dus maar voor gezien, Val.
0neg
Na Genadeloze stad is Tabatha de tweede thriller die Matthew d’Ancona aflevert. Een politiek getint verhaal van een auteur die zelf ook een politieke achtergrond heeft en deze basis verder heeft ontwikkeld door werkzaamheden in de journalistiek en het schrijven van columns, bijvoorbeeld in het Britse politieke tijdschrift Prospect. De schrijfstijl van d’Ancona is het best te omschrijven als ietwat wollig waarbij de ijverige lezer regelmatig belast wordt met weinig ter zake doende tekst. Dus is een parkeermoment wenselijk om de draad van het verhaal te ontdekken en, lopende het verhaal, die ook strak vast te houden. De rechtenstudent Nick(olas) Atkins wordt stapelverliefd op de mooie en tikkeltje geheimzinnige Tabatha Bradley. Na een relatie van een jaar waarin menige politieke discussie wordt gevoerd, verdwijnt Tabatha plotseling uit het leven van Nick. Hij concludeert dat zijn oude vriendin een revolutionaire inslag en ietwat radicale denkbeelden heeft. Een belangrijke gebeurtenis in hun relatie blijkt het aanrijden van een hond te zijn die door Nick uit zijn lijden verlost moet worden omdat Tabatha dit niet kan. Wanneer Tabatha uit zijn leven is verdwenen, trouwt Nick met Emily Michaels, wordt vader van dochter Polly en verdient zijn geld als leraar Engels. In die tijd blijft hij gecodeerde boodschappen in het dagblad Californian Literary Review ontvangen van Tabatha, die zelf niet meer in beeld verschijnt. Wanneer zijn huwelijk strandt en hij probeert zijn nieuwe leven weer op de rails te krijgen, wordt hij ontvoerd door Veronica Brewer. De groepering Second Troy blijkt een terroristische organisatie te zijn waar Tabatha een belangrijke rol in speelt. De speurtocht naar haar levert een bloedig spoor op, achtergelaten op plaatsen die door haar zijn bezocht. Uiteindelijk blijkt de climax de ontcijfering te zijn van een gecodeerd protocol om in te kunnen loggen in de pc van de verdwenen Tabatha. Alleen Nick zou de code kunnen ontcijferen en toegang krijgen tot deze belangrijke informatie. d’Ancona geeft met Tabatha een klein inkijkje in de wereld van globalisme, terrorisme en radicale beeldvorming. Gebruikmakend van een verliefd blijvende Nick, misbruikt Tabatha hem door vanuit een onzichtbare positie te manipuleren en, schijnbaar, onzichtbaar te sturen. Dit plaatst het totale verhaal in een wollige sfeer omdat er teveel randverschijnselen zijn die indirect wel passen maar de spanning niet echt opvoeren. Als er al spanning is dan zijn het korte momenten die in 3 á 4 zinnen beschreven zijn en dan weer oplossen in het geheel. Te weinig om echt indruk te maken en die ook achter te laten bij de lezer. Het totaal wordt hiermee een verhaal dat bestempeld kan worden als aardig maar echt niet lang in het geheugen van de lezer een rol zal spelen.
0neg
Lekker begin, kwam snel op gang en de personages zijn leuk genoeg om de rest te willen lezen. Maar tegen het einde voelt het alsof de schrijfster het zat was en het verhaal wat afraffelde. Zo zitten er gaten in het verhaal en blijven kansen op drama onnodig liggen. Een paar voorbeelden (SPOILER ALERT): - Russels laffe reactie op Leigh die het uitmaakt. Waar blijft het drama? Dit ging veel te makkelijk. - Het feit dat Leigh bont en blauw thuiskomt na de wilde nacht met Jesse en Russel niets in de gaten heeft. Wacht, hij wilde toch dat ze op tijd thuiskwam zodat hij een avond met haar alleen had? Als dat niet was omdat hij seks met haar wilde snap ik het niet. Hoe kan hij niet gemerkt hebben dat ze zo bont en blauw was? Hier had ofwel een harde confrontatie uit moeten komen of een geestige en pijnlijk ongemakkelijke scene waarbij Leigh krampachtig probeert onzichtbaar te blijven (vrijen in het donker etc.). Er had veel meer uitgehaald kunnen worden en ik vond het ronduit raar dat er niets met dit gegeven gebeurt. - Emmy's gedachte dat ze het jammer vindt geen vrienden te hebben die meertalige zijn. Ehhh... Adriana spreekt Portugees en Spaans. Hoezo heb je geen meertalige vrienden? - Het details dat Paul een briefje voor haar had achtergelaten met zijn contactgegevens dat Emmy nooit heeft bereikt, leek erg uit de lucht gegrepen. Er is geen enkele indicatie dat er zoiets was. Er had op z'n minst een hint moeten zijn geweest anders dan dat het een slecht hotel was met onbeschoft personeel. Bijvoorbeeld een receptioniste die iets tegen haar probeert te zeggen, maar genegeerd wordt door Emmy omdat die eerder onbeschoft was geweest ofzo. Nu leek het bestaan van het briefje ter plekke erbij verzonnen. Maar genoeg gezeurd, ik vond het een vermakelijk boek en het was net wat ik nodig had om uit mijn leesdipje te komen. Verder leest het soepel en makkelijk en heeft het meer dan eens een grinnikje aan mij weten te ontlokken. Daarom toch nog twee sterren.
0neg
Ik ben er weer ingetrapt. De titel van het boek leek mij wel aan te staan. Echter, al gauw na het lezen van een paar hoofdstukken kwam ik er weer achter hoe chaotisch het werd geschreven. Kort daarna ben ik met verder lezen gestopt.
0neg
Het is natuurlijk heel persoonlijk, maar ik kon me totaal niet identificeren met de hoofdpersoon en de keuzes die ze maakte. Het kon me mede daardoor niet zo boeien en daarom ben ik, om precies te zijn, op blz 73 helaas afgehaakt....
0neg
In 1942 waren de nazi’s in Groenland op zoek naar de voorouder van de Arische mens en stuitten daarbij op een prehistorisch lijk in een gletsjer dat uit elke opening van het lichaam had gebloed. Dat lijk wordt de bron voor veel ellende. De ziektekiemen in het lijk, Gottvirus genoemd, zijn uiterst besmettelijk en kunnen nog steeds veel slachtoffers maken. Heden ten dage vormt het Gottvirus een gevaarlijk biologisch wapen waarmee nazaten van de nazi’s een doorstart willen geven aan het Duizendjarig Rijk dat Hitler voor ogen had. Brandende engel van avonturier Bear Grylls is het tweede deel in de trilogie over de voormalige SAS-militair Will Jaeger. Kennis van het eerste deel is handig, al is het maar omdat er veel onvoltooid is gebleven in Doodsvlucht. Jaeger is bijvoorbeeld nog steeds op zoek naar zijn vrouw en zoon die drie jaar geleden ontvoerd werden. In Brandende engel pakt Jaeger de avonturen direct weer op met een bevrijdingsactie van een teamlid dat in Doodsvlucht in handen van de vijand viel. Grylls zet daarmee de toon voor het boek. Het is continu actie, actie en nog eens actie en praktisch geen moment rust. Grylls heeft zo’n haast met vertellen, dat er zelfs middenin de actie grote sprongen in de tijd worden gemaakt. Jaeger weet een paar keer iemand te redden, maar hoe het degene vergaat die hij gered heeft, wordt pas veel later terloops in een enkele zin vertelt, alsof het Grylls niet meer interesseert. Waarschijnlijk is dat ook maar bijzaak, het gaat om de actie. Brandende engel leest als een spannend jongensboek, zowel qua schrijfstijl als onvolwassen dialogen. Bear Grylls die o.a. bekend is van zijn overlevingsprogramma’s op Discovery Channel weet af en toe wat van zijn expertise over te dragen. Ga bijvoorbeeld nooit plassen in een Afrikaanse rivier want de gevolgen zijn verschrikkelijk. Tegelijkertijd valt Grylls’ geschiedeniskennis wat tegen. Hij plaatst de zeppelin Hindenburg ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, terwijl die in 1937 verging, een jaar na de eerste vlucht. Zo abrupt als het boek begon, zo eindigt het ook, met een vooruitblik naar wat de lezer te wachten staat in het derde deel. De paar verhaallijnen die zijn opgebouwd, worden in een epiloog van twee pagina’s afgedaan wat de indruk versterkt dat Grylls echt geen zin heeft om een verhaal te vertellen en denkt dat een korte samenvatting volstaat voor de lezer. Over samenvattingen gesproken: de flaptekstschrijver heeft ergens een klok horen luiden en heeft daar zelf iets omheen verzonnen in plaats van op zoek te gaan naar de klepel. ‘Wat ze vinden is een prehistorisch lijk, begraven in een Arctische gletsjer; een eiland overgenomen door ontsnapte proefpersonen uit een onderzoekslaboratorium.’ Will Jaeger vindt nergens een lijk in een rotsspleet. Op het eiland zijn geen proefpersonen ontsnapt, laat staan dat ze het eiland hebben overgenomen. Daarbij kun je je afvragen of het leuk is voor de lezer om feiten prijs te geven die pas in de laatste zestig pagina’s van het boek voorkomen. De flaptekstschrijver blijft daarmee wel in de stijl van het boek: details zijn niet belangrijk, alleen maar actie, actie, actie… Te veel actie ten koste van het verhaal. Maar ook daarvoor zijn liefhebbers te vinden.
0neg
Ik mocht dit boek voor het selfpub cafe lezen en was geintrigeerd door de flaptekst. Helaas vond ik het boek tegen vallen. Na 1/3 boek te hebben gelezen had ik nog steeds geen antwoorden wat er nou precies aan de hand was en het waarom. Zelfs niet een flinter. Er worden op eva heel wat testen gedaan, maar op een heel enkele glimp in het boek na weet je niks over de testen die ze doen of de vragen die ze stellen. Het einde van het boek was het beste gedeelte, maar ook daar komen te weinig antwoorden op de vragen om te zeggen ik ga deel 2 lezen. Een goed concept die potentie heeft maar voor mij hoger gescoord had als het anders was uitgewerkt
0neg
Matig boek. Je krijgt een meisje te zien dat studeert, werkt en kotst. Meer niet. De diepgang en achtergronden van haar ziekte ontbreken. Zijdelings wordt haar moeder als factor voor de problemen genoemd.
0neg
Tja, ik vond het wat tegenvallen. Ben Moordkuil gaan lezen na het vermeende plagiaat dat Henning Mankell zou hebben gepleegd met het spannende boek geschenk Het graf, waarbij ik heb geconstateerd dat het vermeende plagiaat erg ver gezocht is. Ik heb Het graf met meer plezier gelezen dan Moordkuil. Mankell schrijft beeldender en dat vind ik een eerste vereiste van een boek. Indridason schrijft me te vlak, te statisch. Ook heb je na een tiental bladzijden door wie het lijk zou kunnen zijn (er zijn twee mogelijkheden). Dat houdt in dat bij het verhoren van getuigen die licht zouden kunnen werpen op eventuele andere slachtoffers naar je gevoel overbodig zijn. Wel erg sterk is de gezinsterreur beschreven, die zich in het verleden afspeelde. Ik ben naar verhouding erg lang met Moordkuil bezig geweest. Bepaalde gedeelten lezen als een page-turner, andere gedeelten zijn erg traag.
0neg
David Cleeffs heeft een eigen bedrijf, Dixit dat communicatiediensten verleent. Denk dan aan het schrijven van speeches, het aanbieden van gespreksonderwerken aan een kapper, maar ook aan prostituees van een sexzaak. David weet veel, feitjes en weetjes en wordt nu gevraagd om 2 politie-agenten te helpen met het winnen van een quiz. Als keuzeonderwerp hebben ze terrorisme gekozen. David begint informatie te verzamelen, over het maken van bommen, criminele organisaties, aanslagen plegen en dergelijke. Uiteraard loopt alles een beetje uit de hand. Een van de agenten overlijdt en de andere verdwijnt. Hoofdverdachte: David. Hij wordt volksvijand nummer één, het leger wordt opgetrommeld, alle verloven worden ingetrokken, er heerst angst. Dit is zeker geen thriller, het is een verhaal met humor, soms flauwe humor en daar houdt het ook mee op.
0neg
Amsterdam; Stad van aankomst is een verzameling fragmenten uit de Nederlandse en buitenlandse literatuur die Amsterdam als uitgangspunt heeft; een bloemlezing in proza, met af en toe een losstaand gedicht tussendoor. ‘Net als Venetië trekt Amsterdam dag En nacht narcisten aan. Het zijn de spiegels, De diepe, zieke spiegels van de grachten, Het is het water dat je gevel rekt…’ Zo begint deze bloemlezing die is samengesteld door Eva Cossée. Het poëziefragment is van Menno Wigman, de onlangs overleden dichter. Zo op het eerste gezicht lijkt de flaptekst uitnodigend. Dit boekje zou de lezer en passant een boeiend beeld van de naoorlogse geschiedenis van onze hoofdstad geven. De lezer wordt meegenomen in en door de stad. Iedereen krijgt een stem in dit boekje: krakers, allochtonen, zelfs de dieren wordt een stem gegeven in het fragment Natura Artis Magistra van Lodewijk van Oord. De authentieke bevolking van de stad, een aantal frappante plaatsen en de typische Amsterdamse sfeer komen voorbij. Dat dan weer wel. En toch… Het is niet geslaagd. Het uiterlijk van het boekje dat 167 pagina’s telt, oogt niet smaakvol. Wanneer je het boekje leest, valt het telkens dicht. Het blijft niet gemakkelijk openliggen. Dat irriteert. De flaptekst geeft niet weer wat de inhoud daadwerkelijk behelsd. Er is geen inleidend voorwoord dat de kaders aangeeft van hetgeen de lezer gaat tegenkomen. Dit wordt node gemist. Er is dan wel weer een uitleidend nawoord. Maar die voldoet niet geheel aan de verwachtingen. Achterin het boek staat nog wel een lijst met auteursnamen met in het kort informatie over de betreffende auteur. De gedachte die opkomt, is er een van een woestijn met wel erg veel los zand. Geen focus, geen pakkende introductie bij de fragmenten, maar een bonte verzameling losse, op zichzelf staande fragmenten is wat de lezer aantreft. En zoals dat vaak gebeurt met veel los zand is er haast geen doorkomen aan voor de lezer. De vraag rijst op: wat heeft de auteur, de samensteller voor ogen gehad om dit boek het licht te doen zien? In de verhalen zelf mis is er geen duidelijk beeld dat de lezer graag voor ogen zou willen zien: de stad Amsterdam. Natuurlijk, het zijn literaire fragmenten, het soms vertroebelde beeld van de ‘big city’, is wellicht juist voor de geoefende lezer prima te ‘verteren’. Dat zou betekenen dat dit werkje voor een specifieke doelgroep is uitgegeven. Voor de minder geoefende lezer is het lastig schakelen tussen de versnipperde en versplinterde leesfragmenten. Pluspunt is dat de fragmenten afkomstig zijn van diverse hoogstaande, literaire auteurs zoals A.F.Th. Van der Heijden, Harry Mulisch en Cees Nooteboom. Ook ‘onze’ Annie M.G. Schmidt is van de partij. Tot slot eindigt het boek met een fraai gedicht van Hanny Michaelis: ‘Hoe lang zal ik dit alles niet meer zien? Maar eens kom ik terug, misschien. Misschien…’ De lezer spoedde zich naar Amsterdam om zelf te zien, te ervaren, te voelen wat de diverse auteurs voor ogen hebben gehad bij Amsterdam; Stad van aankomst.
0neg
Toen ik de beschrijving van het verhaal las werd ik nieuwsgierig naar het boek. Helaas lukt het me niet om erin te komen. Het is een aparte invalshoek en zal best mensen aanspreken maar ik heb het niet uit kunnen lezen omdat het mijn aandacht niet wist vast te houden.
0neg
In de literaire wereld zijn diverse boeken verschenen over een van de meest harde en moeilijk te genezen psychische ziekten: anorexia. In Niets om het lijf waagt Kaat De Kock zich aan de psyche van iemand met anorexia. Haar verhaal over Marie moet de young adult van dit moment een kijkje geven in de wereld van de allesvernietigende ziekte die niemand ooit begrijpt. Wanneer de lezer het boek openslaat, ontmoet hij de dan vijftienjarige Marie. De onzekere puber heeft een date met de superknappe negentienjarige Adam. Al snel ontdekt ze dat de relatie eigenlijk niet is zoals hij zou moeten zijn. Echter, Adam is knap en stoer en als hij haar vriend is, is dat geweldig. Toch knaagt er iets. Thuis heeft ze het al niet veel beter: haar ouders begrijpen haar niet en ze kan zichzelf niet zijn. Was ze maar zoals haar negentienjarige zus. Dan was het leven vast makkelijker. Wanneer blijkt dat Adam op een feestje zoent met een ander, is het leven voor Marie kapot. De opmerking van een van Adams vriendinnen zal haar verdere leven bepalen: ‘Als jij wilt geloven dat Adam een klein, dik kindje verkiest boven een vrouw als ik, dan is dat leuk voor jou.’ Marie start met zelfbeschadiging en een streng dieet. Direct in de eerste bladzijden schept De Kock, middels een verhaal vol simpel taalgebruik, helaas een clichématig beeld van het meisje met problemen. Marie wordt niet begrepen door haar ouders, haar ouders zitten haar op de nek en ze heeft een knappe vriend die eigenlijk niet goed voor haar is. Enig unieke puntje in dit beeld is de vriendin van Marie: Melissa. De Kock doorbreekt het – misschien nog steeds aanwezige – taboe op lesbische relaties: Melissa heeft een vriendin en dat is oké. Marie zelf blijkt het schoolvoorbeeld van de leerlinge die later ziek zal worden. De Kock is hierbij niet vernieuwend. Waarom geen doodnormaal meisje? Een perfectioniste? Ook het verdere verhaal berust op vooroordelen omtrent anorexia en zelfbeschadiging. Het komt misschien overeen met het verhaal van weinig meisjes die ermee in aanraking zijn gekomen, maar raakt het gros niet. De Kock creëert met Marie een meisje dat perfect voldoet aan het beeld van de anorexiapatiënt zoals dat veelvuldig aangehaald wordt: ze is onzeker over zichzelf, wil afvallen, liegt en bedriegt. Hoewel dit beeld op diverse punten klopt, schaadt het op een aantal belangrijke punten de werkelijkheid. Menig anorexiapatiënt is helemaal niet ongelukkig met zijn of haar gewicht, vindt zichzelf niet te dik en wil best wel eten, maar kan het niet. Marie lijkt vanaf de eerste bladzijde te eenzijdig belicht. Ditzelfde zie je terug in het gedrag van Marie. Ook hier bevestigt De Kock vooroordelen, in plaats van dat ze ze écht doorbreekt. Ergerlijk daarbij is de manier waarop ze Marie haar normale leven laat volgen. Impliciet schept ze daarmee het beeld dat anorexia lange tijd amper invloed heeft op het leven, terwijl de gedachtegangen vanaf moment één heel anders zijn. Kleine opmerkingen over de haaruitval van Marie, de kou, de problemen met het concentratievermogen, de duizeligheid en het gebrek aan gevoelens laten zien dat er wel degelijk problemen zijn. Echter, ze worden zo naar de achtergrond gewerkt dat ze nauwelijks écht van invloed lijken. Het lijkt bijzaak; het gewone leven gaat door. Er mag haast niet over gesproken worden, zo lijkt het. Niets om het lijf vertegenwoordigt, zo schrijft De Kock in een interview op Clavis Young Adult, het meisje dat niet terechtkomt in een eetstoorniskliniek of een ziekenhuis. Ze schrijft dat ook deze meisjes serieus genomen moeten worden en dat is een zeer sterke gedachte. Helaas komt dit onvoldoende uit de verf. Ze schetst met Marie een ander beeld en geeft, mijn inziens, bij vlagen de ernst van de situatie weinig ruimte. Tegen het einde van de roman lijkt het verhaal op te leven. De razernij van haar vriendin Melissa zet de lezer in de juiste richting en even raakt het je echt. Ook kleine uitingen van Marie raken de waarheid: ‘Maar aangezien ik mijn harde werk niet teniet wil doen, wil ik eerst een buffer creëren. Ik wil nog één kilo afvallen zodat ik toch een 3 op de weegschaal blijf houden als ik weer wat bijkom.’ Helaas krijgt juist déze kant van de stoornis te weinig aandacht. Een wonderbaarlijk slot duwt het boek terug in de hoek van het algemene ziektebeeld en creëert zo opnieuw een ergerlijk beeld: herstellen gaat niet zomaar, al doet Marie, die slechts een paar bladzijden vertelt over deze zes maanden, anders vermoeden. Waar Niets om het lijf een roman had kunnen zijn over de échte strijd van iemand met anorexia, blijft het een roman die het algemene beeld in stand houdt. De Kock geeft een aantal keer een goede voorzet, maar houdt juist díe elementen onderbelicht. Zo ontstaat helaas een verhaal dat zich nog steeds niet onderscheidt van alle andere romans.
0neg
Spijtig dat Martin Davies geen andere inspiratiebron vond dan Sherlock Holmes. De held van talloze klassiekers wordt belachelijk gemaakt door zijn eigen huishoudster. Als postume eerbetuiging aan Conan Doyle kan dat tellen. De manier waarop de huishoudster te werk gaat, komt wat geforceerd over: mrs. Hudson moet en zal het mysterie alleen oplossen. Als een echte Hercule Poirot spaart ze alle ontdekkingen op tot het einde, wanneer alle hoofdrolspelers hun verwondering over Hudsons uiteenzetting kunnen uitroepen. Vanzelf worden je verwachtingen hoog gespannen. Spijtig genoeg worden die nooit ingelost. Integendeel: de plot rammelt zo hard dat je 'm van ver hoort aankomen. Ik kan me voorstellen dat ik dit als veertienjarige een goed boek zou gevonden hebben. Nu ben ik wel wat meer gewoon.
0neg
Dit is echt met stip het slechtste boek wat ik dit jaar gelezen heb. Eerdere boeken van Helen FitzGerald konden mij wel bekoren; zwarte humor/ thriller-chicklit, heerlijk. Deze is echter totaal ongeloofwaardig en een verspilling van mijn tijd. Ik ben blij dat ik er geen geld aan uitgegeven heb!
0neg
Vrouwelijke thrillerauteurs zijn in ons taalgebied dun gezaaid, net zoals de legal thriller. Dode letter combineert beide unicums en ik was dan ook vereerd dat ik dit boek mocht recenseren. Stiekem hoopte ik op een Vlaamse schrijfster die een spannend verhaal zou kruiden met levensechte karakters. Beschikken vrouwen niet per definitie over een groot inlevingsvermogen? Bovendien is Maeren zelf advocaat, ze kent het milieu waarover ze schrijft door en door. Geef toe: ik had alle redenen om hoopvol aan het boek te beginnen. Maar... Het verhaal begint op Kerstmis. Annie Verdaele wacht met de lamsbout in de oven op haar dochter Leen. Diens lesbische relatie sprong kort geleden af en dat bracht de nodige scheidingsperikelen met zich mee. Als Leen niet komt opdagen, wordt Annie ongerust en terecht, zo blijkt: Leen ligt dood op bed. Annie belt eerst de huisarts en daarna Frieda Degraeve. Deze pas zelfstandig geworden advocate werd door Leen ingeschakeld om haar deel van de aandelen die haar ex-vriendin bewaart, op te eisen. Rondom deze belangen in bedrijven en het verleden van de dode weeft Maeren een heldere, zij het wat magere, plot. De lezer krijgt in een inkijkje in de advocatuur en in het leven van Frieda Degraeve. Die laatste moet niet alleen erg hard werken om het kantoor rendabel te houden, ze houdt er ook een moeizame relatie met een getrouwde man op na en ze wordt gestalkt door een onbekende vrouw die gevaarlijke afschrikmiddelen gebruikt. Maeren schrijft vlot en haar boek heb je in een wip gelezen. Ze wisselt haar proza af met andere informatiebronnen. Zo schotelt ze ons een fragment uit het dagboek van een buurman voor, een mailtje, iemands Curriculum vitae, een psychiatrisch rapport en krantenberichten. Op zich leuk. Alleen hebben de meeste van deze tussenvoegsels enkel maar de bedoeling je op een erg kunstmatige manier op het verkeerde been te zetten. Wat heb je er als lezer aan dat ene Stef Demaeseneer in zijn dagboek een aantal clichématige vooroordelen ten opzichte van lesbiennes opsomt tot en met “Ze heeft waarschijnlijk nog nooit een echte man gehad“ als diezelfde Stef daarna niet meer in het boek voorkomt? Wat denk je als je op pagina 183 in een CV leest over insuline en als enkele bladzijden later iemand door een overdosis van dat goedje sterft? De tussenvoegsels getuigen ook niet van inlevingsvermogen. Zou een vrouw die na twee jaar lief en leed haar vriend verlaat omdat ze hem verdenkt van moord, nu echt haar verhuismodaliteiten beschrijven? “Mijn meubels heb ik vanmorgen laten opladen (...). Mijn boeken en cd’s heb ik zelf verhuisd. Mijn pc ook.” Tja. En jammer dat in de krantenberichten van De Standaard en Het Laatste Nieuws de kenmerkende, verschillende stijl van beide dagbladen niet te herkennen is. Ik durf bijna te wedden dat Ludo Permentier, taalbewaker van De Standaard, zijn tenen kromt als hij de “aldussen” leest die Maeren zijn krant toedicht. Kortom: mijn hoop werd niet bewaarheid. Hoewel het een prettig geschreven verhaal is, beklijft het geen moment. Het blijft... dode letter. Jammer.
0neg
Hou je van Haiku,Tanka, Enso, en Zen? Geniet je van moeilijke doordachte Poezie? Hou je van een bijzonder verhaal welke aanvoelt als een sprookje, met een bijzondere afloop? Dan is dit het boek voor jou. Zeker wanneer je er de tijd voor neemt en er dieper in wilt duiken. Vind je dit allemaal te hoogdravend, dan kan je beter iets anders gaan lezen.....duidelijk niet mijn soort boek helaas. Deze Haiku vond ik trouwens de mooiste: "Als eeuwige sneeuw hoog en onveranderlijk zo ben ik uw vriend"
0neg
Ik denk niet dat dit verhaal lang bij me blijft hangen. Het is inderdaad nogal ongeloofwaardig en het einde is voorspelbaar. Het begin vond ik nog wel spannend, half in het boek is er weinig spanning meer en op het eind word het dan weer even wat spannender. Ik heb het uitgelezen vanwege het goede begin maar een hoogstandje kan ik dit boek niet noemen.
0neg
John Barnes (1957) leeft en werkt in Colorado, Verenigde Staten. Na zijn studie theaterwetenschappen gaf hij een aantal jaren les en schreef circa vijfentwintig gepubliceerde verhalen geschreven. Buiten zijn duidelijke voorkeur voor sciencefiction, kenmerken zijn verhalen zich door sociale kritiek, die in bijna al zijn plots is verweven. Ook Moeder der stormen bevat deze elementen. De eerste druk van dit boek verscheen reeds in 1995. Dertien jaar later, nu klimaat en klimaatveranderingen bijna dagelijks nieuws zijn, is het boek opnieuw uitgegeven. Een ecothriller verpakt als sceincefiction. Moeder der stormen begint in 1928. De VN, de grootste supermacht ter aarde, komt in actie tegen een illegale raketbasis in Siberië. Met minikernbommen verwoesten ze de basis, niet wetende dat ze met hun actie tevens miljarden tonnen methaangas uit de zeebodem laten ontsnappen. Een drastische toename van het broeikaseffect is het gevolg. In korte tijd warmt de aarde dramatisch op, met tropische cyclonen, orkanen en tsunami’s als gevolg. Complete landen worden verzwolgen, grote delen van de wereldbevolking bezwijken en samenlevingen raken ontwricht. Meteoroloog Diogenes Callere en zijn assistente Carla Tynan, worden in deze moeilijke tijden de naaste adviseurs van de Amerikaanse president Brittany Hardshaw. Als de vooruitzichten nog veel slechter worden, komt dit trio met een gewaagd reddingsplan. De joker in het plan is de astronaut Louie, de echtgenoot van Carla. Louie zal hiervoor de ruimte in moeten, verder dan een mens ooit geweest is! In Moeder der stormen wordt een verhaal verteld dat maar niet spannend wil worden. Het blijft bij een droge opsomming van gebeurtenissen. Op globaal niveau gebeurt er een hoop narigheid, maar de hoofdpersonen zelf hebben hier maar beperkt mee te maken. Hierdoor blijf je als lezer(-es) te veel op een afstand om er door geraakt te worden. De schrijver maakt ook de fout door op sommige zaken veel te diep in te gaan. Zo gaat o.a. zijn beschrijving van het ontstaan en het gedrag van cyclonen veel te ver. Bij andere zaken wordt echter helemaal niets verduidelijkt, waardoor je bijvoorbeeld maar moet gissen naar de geschiedenis van “de Flits” of naar de eigenschappen van een “BV”. In Moeder der stormen is ook nog een subplot verweven: “de BV-scheg moorden”. De schrijver had dit idee beter voor een nieuw boek kunnen gebruiken, want in dit verhaal heeft het totaal geen toegevoegde waarde en werkt het alleen maar verwarrend. Moeder der Stormen is een lijvig boek, met interessante sciencefiction elementen. Als je echter puur voor de ontspanning een spannend boek zoekt, raad ik je aan om door te zoeken! Ik heb het boek als ontzettend saai ervaren. De originele sciencefiction vondsten hebben daar helaas niets aan kunnen veranderen.
0neg
De zeventienjarige Emma is net gedumpt door haar vriendje. Met de hele klas gaan ze op school trip naar Griekenland, daar hoopte ze op wat afleiding. Haar leraar Chemie, meneer Vandevelde gaat ook mee. Stiekem heeft Emma wel een oogje op hem. Tijdens de trip denkt ze dat meneer Vandevelde haar misschien ook wel ziet zitten, maar ja dat mag natuurlijk niet! Zou het toch wat tussen hen kunnen worden? ''Chemie'' is een dun boekje van 134 pagina's. Het boek ziet er leuk uit, een harde kaft uitvoering dat lijkt op een schoolschrift met daarop chemische elementen in de vorm van een hart! Emma komt niet echt sympathiek over, in het boek gedraagt ze zich erg kinderachtig voor een 17 jarige, ook de andere karakters gedragen zich niet naar hun leeftijd. Veel details in het boek zijn totaal niet realistisch en dat is storend. Het thema van een verboden liefde spreekt erg aan. Het verhaal heeft ook echt potentie maar het komt er helaas niet uit!
0neg
Nicci French bestaat uit het Brits echtpaar Nicci Gerrard en Sean French. Samen vormen ze een sterk schrijversduo dat met hun literaire thrillers al heel wat prijzen heeft gewonnen. ‘Bezeten van mij’ en ‘Onderhuids’ werden genomineerd voor de Trouw Publieksprijs 2000 en 2001. Met ‘De verborgen glimlach’ won Nicci French de Zilveren Vingerafdruk 2003, prijs voor het beste spannende boek. De bewoonde wereld is iets waar Abbie Deveraux heel erg naar verlangt tijdens het eerste deel van het boek. Abbie is een succesvolle zakenvrouw met een onstandvastige relatie. Ze is een knappe vrouw van ongeveer dertig jaar. Abbie ligt vastgebonden en geblinddoekt op een koude vloer en ze heeft absoluut geen idee hoe ze daar terechtgekomen is. Een man die ze nooit mag zien praat tegen haar en geeft haar eten, maar hij maakt haar meteen ook duidelijk dat ze zal sterven, net zoals de anderen. Je volgt Abbies gedachten: haar radeloosheid, onmacht en haar grote angst voor de dood. Uiteindelijk kan ze toch ontsnappen en dan blijkt dat de nachtmerrie nog lang niet voorbij is. Omdat ze zich niets meer kan herinneren van de dagen voor haar ontvoering denkt de politie dat ze het hele verhaal verzonnen heeft en bij gebrek aan bewijs wordt er dus ook geen onderzoek gestart naar de ontvoerder. Terwijl ze zoveel nood had aan troost en veiligheid, vreest Abbie nog steeds voor haar leven. Ze probeert te ontdekken wat ze de dagen voor haar ontvoering gedaan heeft en hoopt zo een spoor te vinden dat haar naar haar ontvoerder leidt. Ze krijgt al snel het gevoel dat hij haar weer achterna zit. Zo wordt het een hele speurtocht naar herinneringen en haar ontvoerder, en tegelijk moet ze zich telkens verstoppen want ze wil uiteraard niet dat hij haar eerst vindt. Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm. Het zijn vooral de gedachten van Abbie, waarin haar grote angst voor de dood steeds weerklinkt, die ervoor zorgen dat je helemaal opgaat in het verhaal. Je weet zelf niet meer als het hoofdpersonage en dat zorgt soms voor spannende momenten. De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde verteld, maar omdat je steeds dingen ontdekt over de verloren dagen voor haar ontvoering, lijkt het vaak een beetje op flashbacks. Je bezoekt de plaatsen waar Abbie al eens geweest is en waar ze zich dan meestal vaag terug iets van herinnert. Abbie’s constante angst wordt vaak uitgebreid beschreven en daardoor is het verteltempo heel laag en lees je dezelfde gedachten dikwijls opnieuw. Volgens mij zit er in het verhaal een boodschap over het standpunt van de vrouw. Zoals in ‘De bewoonde wereld’ is het hoofdpersonage ook in andere boeken van Nicci French vaak een vrouw. Abbie is het slachtoffer en de politie kan haar niet helpen. Uiteindelijk lost Abbie haar problemen zelf op en blijkt dat de politie gefaald heeft. Zo zijn de vrouwen vaak sterke persoonlijkheden die vechten voor hun leven. Het sterke karakter van Abbie wordt vaak benadrukt. Haar kracht om, ondanks alle tegenslagen, toch door te zetten is heel groot want ze staat er helemaal alleen voor en kan niemand vertrouwen. In het boek wordt duidelijk hoe eenzaamheid en onmacht tot waanzin kunnen leiden. Het boek had naar mijn mening niet veel inhoud. Het begint spannend maar dan komt er een langdradig middenstuk en een voorspelbaar einde. Tijdens het hele verhaal zoekt Abbie mensen op die haar de laatste dagen voor haar ontvoering mogelijk gezien kunnen hebben. Die mensen sturen haar telkens verder dus het was al snel duidelijk dat ze uiteindelijk bij de ontvoerder zou uitkomen. Het hele verhaal gaat immers over de zoektocht. Ook omdat niemand Abbie geloofde en ze iedereen er zo graag van wou overtuigen dat ze niet gek is en bescherming nodig heeft, was het wel te verwachten dat ze op het einde haar ontvoerder zelf zou vatten. De confrontatie tussen Abbie en de dader is maar heel kort en daarna lees je niets meer over hem. Een heel teleurstellend einde want Abbie vraagt zich de hele tijd af hoe en waarom ze ontvoerd is maar over de motivatie en de achtergrond van de dader kom je niets te weten. Je bent vanaf het begin wel nieuwsgierig wie de ontvoerder zou kunnen zijn en hoe hij net bij Abbie terecht kwam, maar op die vragen krijg je helaas geen antwoord. Soms werd de spanning wel even opgebouwd, maar dat bleek dan telkens niets te zijn en dat was vaak een teleurstelling. Er is wel wat doorzettingsvermogen nodig om door dit boek heen te geraken.
0neg
Voor Karin Belt is De Midlifeclub haar debuutroman. Belt (1970) is historica, werkt als stewardess en ze woont met haar man en twee kinderen in een Vinex-wijk in Eindhoven. Dit wetende worden opeens een heleboel beschrijvingen in het boek duidelijk(er). We weten nu in ieder geval waar en hoe Belt haar inspiratie voor dit verhaal opgedaan heeft. Femke is getrouwd met Peter en moeder van (in dit geval) 3 kinderen: Thirsa, Ruben en Harm. Zij is in de loop der jaren veranderd in een ‘sjofele moeke’. Nadat Rutger een affaire heeft gehad, verhuist het gezin van Maarssen naar het geboortedorp van Femke in Brabant, waar haar zus Mein een restaurant heeft. Dan komt ze er via Thijs, de nieuwe buurman, achter dat ze als twee druppels water lijkt op Hazel, een vriendin van de buren, die plotsklaps verdwenen is. Tijdens een verjaardagsfeestje van Alies, de vrouw van Thijs, doet zij Femke een voorstel. Alies, Demi, Loubna en de nu verdwenen Hazel hadden een motorclubje, de midlifeclub. Nu Hazel er niet meer is wil Alies dat Femke haar plaats inneemt. Ze gaan voor twee weken naar Frankrijk, de plek waar Hazel verdwenen is, en waar de midlifeclub normaal gesproken twee keer per jaar in een huisje van de ouders van Alies verblijft. Daar komt ieder van hen zichzelf tegen en daardoor komen ook zorgvuldig bewaarde geheimen uit het verleden naar boven. Het verhaal is eigenlijk één lange aanloop naar de nogal korte plot. De huwelijksperikelen van Femke en Rutger, de ontwikkelingen in de nieuwe vriendschappen van Femke, de voorbereidingen op de reis naar Frankrijk en het grootste deel van hun verblijf aldaar domineren het boek. Spanning is er nauwelijks; er wordt hier en daar een poging toe gedaan, maar ook niet meer dan dat. De spanning lijkt ondergeschikt aan de ‘vrouwenprobleempjes’ waar de leden van de midlifeclub mee te maken krijgen: ouder worden, het idee dat je leven tussen je vingers door glipt, niet zeker weten welke kant je uit wil met je leven en of je er wel alles uit haalt, maar ook jaloezie, vreemdgaan, onzekerheid, verlies en angst. Heel herkenbaar voor veel vrouwen tussen de pakweg 40 en 55. Alle vrouwen van de midlifeclub hebben zo hun eigen problemen en doen er alles aan om deze problemen tijdens hun twee weken durende vakantie te vergeten. Alles mag, alles kan en zo genieten ze, ieder op hun eigen manier, van dingen die ze thuis niet (kunnen) doen. Het verhaal leest vlot weg en de beschrijvingen, zeker die van de omgeving van hun huisje in Frankrijk, zijn dusdanig, dat je je er helemaal bij in kunt leven. De plot, hoe kort ook, is verrassend, want waar je als lezer door gebeurtenissen en aanwijzingen in een bepaalde richting gaat denken, pakt een en ander toch anders uit. Ondanks dit alles is De Midlifeclub niet meer dan een aardig debuut van Karin Belt en verre van een baanbrekende, originele of complexe thriller.
0neg
Wie herinnert zich niet de vuurwerkramp van zaterdag 13 mei, 2000? De zaterdag van het Eurovisie Songfestival, een buitengewoon mooie dag en... Het is al bijna 16 jaar geleden. Hele volksstammen zullen er geen enkele herinnering aan hebben. Peter de Zwaan stelt in dit boek de personages centraal. Dat doet hij wel vaker, maar in dit geval is het vaag houden van de achtergrond (de setting) niet erg prettig. Wie zich de ramp kan herinneren zal het ontbrekende zelf in kunnen vullen, de rest moet het doen met een uiterst summiere beschrijving. Bij zijn naamloze stad in zijn vroegere werk (o.a. Dietz, Coon) was het minder belangrijk, omdat er niets wàs dat herinnerd kon worden: de straatnamen en wijknamen spraken min of meer voor zich. Het was wereldbouw van grote klasse, waarbij de stad onderdeel werd van het verhaal. Hier is het eerder een haastig aangeschoten peignoir om de naaktheid van het verhaal te bedekken. Enschede... ook volgens het boek ergens aan het einde van de wereld. Weinig mensen die ik ken zijn bekend met Enschede, en behalve het station heb ik er de laatste decennia niet veel van gezien. Ook hier gaat het met de setting de mist in, er is veel "namedropping" van plaatsen en straatnamen en zelfs hele wijken, waar je als buitenstaander totaal geen beeld van hebt, hoewel dat beeld wel een rol schijnt te spelen in de karaktertekening van de personages. Het geeft mij voordurend het gevoel dat ik een insider-grap mis. Dat geldt overigens ook voor de exotischer oorden. De personages zijn eerder karikaturen. Het zijn ook vrijwel allemaal Tukkers. Hier en daar wordt er zelfs in het Twentsche dialect geschreven, wat niet altijd even makkelijk is te volgen (tip: hardop lezen en denk aan Herman Finkers). Het verhaal is vermakelijk, mede door de soepele vertelstijl van De Zwaan. Het zijn daarin eerder de details die het verhaal maken dan de plot. Dat blijkt ook uit het feit dat de plot van het misdaadverhaal niet wordt afgerond, talloze vragen blijven open. Dat maakt het verhaal meer een streekroman dan een misdaadroman, en dan een streekroman die zich eenvoudig om laat zetten tot een klucht. Qua sfeer, het soort personages en de omgeving, sluit dit boek goed aan bij De bruiloften van Annika Kommer.
0neg
Toen De club van echte lezers van Atlas De Macht aanbood om te recenseren, verheugde ik me echt op het boek. Vroeger had ik wel eens boeken gelezen over vrouwen die de macht grepen of hadden, zoals de She-devil van Fay Weldon en de Dochters van Egalia van Gerd Brantenberg, en ik was benieuwd hoe het thema door Alderman was uitgewerkt. Een grotere deceptie had het niet kunnen worden. Sommige scenes in het boek vond ik gewoon afschuwwekkend, maar ik moest door vanwege die recensie, hè. Goed, waar gaat het om: vrouwen ontdekken per ongeluk dat ze elektrische stoten kunnen geven. Welke impact dat heeft, wordt beschreven vanuit vier hoofdpersonen, de vrouwen Ally, Margot en Roxy en een man, Tunde. Belangrijke bijrollen zijn weggelegd voor Jocelyn, dochter van Margot, en Tatiana. Hun verhalen worden steeds in korte hoofdstukken beschreven. Bij de dames gaat dat nogal met zevenmijlslaarzen. In luttele bladzijden worden ze neergezet en als lezer moet je daarna maar begrijpen waarom ze vervolgens doen wat ze doen. Tundes verhaal meandert meer door het boek heen en lange tijd is eigenlijk onduidelijk wat hij in het boek doet, anders dan een mannelijke rol vervullen. Er zijn een aantal redenen waarom ik dit boek met moeite heb uitgelezen. Overall heb ik moeite met de uitwerking van de gedachte wat er zou gebeuren als de vrouwen de macht zouden grijpen. Het is niet meer dan een simpele omkering van de werkelijkheid en ik zou zelfs zeggen dat de vrouwen nogal wraakzuchtig zijn en beslist niet op een verfijnde manier. Als dit de toekomst zou zijn, zou ik beslist het verzet in gaan. Verder vind ik de personen nogal karikaturaal uitgewerkt. Ook het taalgebruik stoorde me: verleden en tegenwoordige tijd in alinea's en zinnen door elkaar gebruiken en rare frases, zoals Margot die de kracht voelt 'klotsen' (p. 93), 'Ik was een ander persoon' (p. 152) en 'een pastille van ijs die vastzit in zijn keel' (p. 236). Is er dan helemaal niks goed? Jawel. De strubbelingen van Jocelyn zullen voor menigeen invoelbaar zijn. Of het vertrouwen dat Roxy op het eind in haar soldaten stelt, dat iets over werkelijke macht zegt. Ook kon ik het boek beter plaatsen toen ik het interview met de auteur in De Volkskrant (26 januari) had gelezen. Want als je angstig en verloren bent, zou je soms maar wat graag een Ally, Margot of Roxy zijn. #DeMacht
0neg
Ik heb het boek uitgelezen in de hoop dat ik er nog iets van zou begrijpen. Helaas was dat niet zo. Het is wel een mooi boek dat moet ik toegeven en mooi geschreven.
0neg
Dodelijke stilte is de eerste en gelijk ook laatste boek van de hand van de Canadese schrijfster A.S.A. Harrison. Zij overleed plotseling in April 2013 terwijl zij aan haar tweede boek werkte. Het boek vertelt het verhaal van Jodi Brett, een psychologe, wonend in Chicago en samenwonend met de notoire vreemdganger Todd. Jodi is iemand die heel vaak haar mond houd, van structuur houd, moeilijkheden –zowel zakelijk als prive – uit de weg gaat. Todd is een eigen baas van een bouwbedrijf, die zijn hele leven al moeite heeft met trouw blijven. Hij heeft in boek ook een relatie met een vele jongere vrouw, de dochter van een vriend van hem. Het boek wordt aangeprezen door o.a. Tess Gerritsen, S.J. Watson en is in de markt gezet als een thriller. Helaas mist het boek een dosis spanning om het echt een thriller te laten zijn, een psychologische roman is een betere omschrijving. Haast tegen beter weten in, wacht je tijdens het lezen van het boek op de spanning, aangezien het opzet van et boek zich ervoor leent. In het boek wordt om en op het oogpunt van Jodi en Todd belicht en dat geeft veel herhaling in het boek, dezelfde gebeurtenissen komen aan bod. Dit haalt zeer zeker ook de snelheid uit het boek. Ik geef het boek 2 sterren, helaas, de potentie en opzet van het boek waren goed, alleen kwam het verhaal niet tot een thriller uitwerking.
0neg
Het verbaast Sam niet dat hij, samen met zijn broertje Riddle, wordt ontvoerd door zijn eigen vader. Maar dat het precies op dit moment gebeurt is een flinke tegenvaller. Hij heeft pas Emily en haar familie ontmoet, waar hij de liefde en warmte vond die hij altijd al had willen vinden. Dat ze niet kan zingen is geen probleem; ze is het liefste meisje waar hij ooit mee om is gegaan. En andersom geldt dat net zo. Emily’s wereld stort in als ze hoort dat Sam weg is. Een paar weken later gaat de telefoon en hoort ze dat Sam en Riddle van een klif zijn gevallen. Er is een geweer op de weg gevonden en waarschijnlijk zijn de jongens al twee weken dood. Ik zal er zijn begint met de aanloop van zowel Sam als Emily voor Emily’s zangoptreden in de kerk. Tevens is dit de locatie van de eerste ontmoeting tussen de twee. Gedurende het verhaal blijf je voornamelijk wisselen tussen de perspectieven van Sam en Emily, met hier en daar een uitstapje naar Sams vader, een onbekend oud vrouwtje of Riddle. Op enkele punten lijkt er sprake te zijn van een alwetende verteller, maar over het algemeen kan er gesproken worden over perspectiefwisselingen. Het is ontzettend fijn dat er sprake is van perspectiefverandering, want dit zorgt voor dramatische spanning. Sam en Riddle worden ontvoerd door hun vader en alle achterblijvers weten niet waar ze zijn en of ze überhaupt nog in leven zijn. In tegenstelling tot de achterblijvers weet de lezer alle antwoorden. Het Jan-Klaassen-effect zorgt ervoor dat de lezer niet halverwege afhaakt met lezen. In geval dat Emily de enige is die in het boek aan het woord is, dan wordt het boek ingekort, maar ontzettend langdradig. Het is echter jammer dat er geen sprake is van perspectiefdiscriminatie. De schrijfwijze tussen Sam en Emily is hetzelfde en de twee personages staan hetzelfde in het leven en kijken op precies dezelfde manier naar de wereld. Je zou denken dat Sam op ieder moment van de dag op zoek is naar etensresten en dat dit zijn blik op de omgeving typeert, maar dit is niet waar. Gelukkig is de manier waarop we in Riddles hoofd kunnen kijken wel uniek; de gedachtestromen van deze jongen met autistische kenmerken zijn soms in dichtvorm, kort en bondig. Hij is heel alert, hoewel hij er niet zo uitziet vanaf de buitenkant, en heeft een juiste kijk op het innerlijk van mensen. Riddle zorgt voor de diepere laag in het verhaal. Helaas wordt er veel gespoilerd in Ik zal er zijn. Het grootste voorbeeld hiervan zijn de anderhalve bladzijdes waarin een beer zijn belevenissen vertelt. Zodra er een witregel komt en het perspectief teruggaat naar de jongens, die langs de waterkant kamperen onder de blote hemel, is het geen verrassing dat ze wakker worden door een beer. Het perspectief van de beer is dus een gratis weggevertje. Goldberg Sloan kan voor deze aanpak gekozen hebben, omdat ze scenarioschrijver was voordat ze aan haar boekdebuut begon. Wegens haar filmachtergrond kan het voor haar heel gewoon zijn dat de beer eerst door middel van een perspectiefwisseling aangekondigd wordt, voordat hij live op het toneel verschijnt. In films zie je dit namelijk wel vaker. Bij Jaws kijk je toch ook eerst vanuit het water naar die bungelende benen langs een houten surfplank, voordat je de haai vanaf de waterkant ziet toeslaan? Wat humor betreft zijn de stukken van Riddle het leukst. Je hoeft niet bang te zijn hardop te schateren, maar een glimlachje om het lieve jongetje kan rond je lippen tevoorschijn komen. Echter probeert Goldberg Sloan de lezer aan het gieren en brullen te krijgen met ‘de gruwelijkste dag van Bobby Ellis’ leven’. Maar deze dag is helemaal niet grappig. De samenvatting van het humorniveau van die dag is dat Bobby over een bananenschil uitglijdt. Nee, het was echt niet grappig. Bovendien past Bobby helemaal niet in het plaatje van Ik zal er zijn. Het verhaal had veel sterker op papier kunnen staan als Bobby een normale vent was zonder al die aanstelleritis. Daarnaast heeft Emily vanaf het begin geen gevoelens voor de jongen gehad, dus waarom doet de jongen mee met het spel? Het niveau daalt er alleen maar van…
0neg
De informatie die over Sofia van der Sluis is te vinden, is gering. De uitgeverij geeft enkel prijs dat de auteur menig jaar in het boekenvak werkzaam was en tegenwoordig met haar gezin in Italië verblijft. De beschrijving van haar debuutroman is echter ruim bemeten en vertelt direct al dat de lezer een spannend verhaal te wachten staat waarin een onmogelijke liefde centraal staat. De drieënveertigjarige intuïtieve Margot Houtman is een zogeheten tussenvrouw. Altijd blijven steken tussen wal en schip. Weinig eigen initiatief tonend als het gaat om een drastische stap te durven zetten richting de toekomst, in een partnerkeuze, op het gebied van kinderen en een carrière. Empathische gevoelens jegens iedereen om haar heen weerhouden Margot ervan zich los te weken van de muurbloem die ze tegen wil en dank is geworden. Meegaand, meelevend en eigenlijk ook nietszeggend. In Tussenvrouw verkast Margot, zeer tegen het advies van haar reeds gesettelde vriendin Helga in, van hartje hoofdstad naar Berkenstein, een gemoedelijke Amsterdamse buitenwijk. Al snel voelt ze zich comfortabel in het gezelschap van haar buren en Margot fleurt zienderogen op. Toch is het niet allemaal pais en vree in en rondom Berkenstein. Na de moord op Scarlett Amsinga vindt diens vriend Bram van Beusekom troost bij Margot. Margot voelt zich nodig en kan haar zorgzame kant en tevens verliefde gevoelens helemaal bij Bram kwijt. Haar intuïtie blijft haar echter parten spelen en de komst van een jurei houdt haar de nachtelijke uren wakker. Deze in het wit geklede, vrouwelijke gedaante die geregeld aan haar bed verschijnt, zoekt een manier om haar dood te wreken volgens de overtuiging van Margot. De jurei, de geest van een vermoorde vrouw, krijgt volgens de Japanse mythologie pas rust als de moordenaar is opgepakt en wie is beter geschikt dan Margot om de vrouw daarbij een handje te helpen. Tussenvrouw biedt een goed gedoseerde combinatie van spanning, mystiek, romantiek, psychologische aspecten en een vlotte, bij vlagen gevatte pen. Toch vertoont het boek eveneens de klassieke kenmerken van een whodunit. Zo worden er diverse mogelijke verdachten aangewezen dan wel door de auteur naar voren geschoven, die allen eigenlijk direct al afvallen vanwege onvoldoende overtuiging in hun voorkomen. Voor de vorm — er is tenslotte een moord gepleegd — is er een naar een bandlid van The Beatles vernoemde politieman aangetrokken die nagenoeg niets bijdraagt, laat staan toevoegt en daardoor volstrekt overbodig is voor het verhaal. Blijft over Margot. En zij blijkt tegen haar eigen verwachting in haar mannetje te staan. Niet langer tussen de wal en het schip blijven hangen, maar met een fiere sprong in het diepe gedoken en daarbij haar behaaglijke comfortzone achter zich gelaten. Met voldoende overtuiging weet de auteur Margot Houtman neer te zetten, alsmede de bijfiguren in Tussenvrouw. De keuze om een hoofdpersoon zelf voor agent te laten spelen hebben we daarentegen vaker gezien en om die reden laat zich de uitkomst daarvan raden. Het geheel had wat meer body gekregen als de aandacht eveneens was uitgegaan naar de dader. Dit perspectief, dat nu ontbreekt, had zeker het nodige toe kunnen voegen. Nu wordt deze ontbrekende denkwijze in de slotfase, waarin alles tot een toch enigszins voorspelbare plot samenkomt, uitgesproken. Perspectiefwisselingen bieden de lezer de gelegenheid zich te verplaatsen in andere personages en zich ook op meer dan één hoofd- of bijrolspeler te richten; ze hadden dit boek meer lagen gegeven. Er is echter wel op gelet dat het verhaal redelijk binnen de lijnen blijft, iets wat niet overal is gelukt. De vragen die Margot zichzelf, en daarmee ook de lezer, stelt zijn talloos, net als de inname van alcoholische consumpties en het gepraat over en het staren naar vrouwelijke rondingen. In sommige gevallen relevant, in alle overige niet ter zake doend. Hoewel de plot niet verrast, overtuigt hij zeer zeker, al blijft er het nodige liggen aan losse uiteinden. Sofia van der Sluis weet niet overal de rem goed op te houden zodat de finale wat uit de bocht vliegt. Of je remt op tijd, of je geeft nog flink wat gas bij. Een compromis is nimmer de juiste keuze. Tussenvrouw beslaat nog geen tweehonderd bladzijden. Veel elementen lijken bij elkaar te zijn geharkt om het boek inhoudelijk mee aan te kleden. Helaas heeft de uitkomst te weinig om het lijf om het echt comfortabel aan te laten voelen. (Door: Diana Bokkinga)
0neg
Een geheim agent infiltreert in een organisatie van Neonazi's die als doel hebben het vierde rijk te stichten. Okee, ik heb een prima fantasie en ben ook altijd wel bereid om door de kleine onaannemelijkheden en onmogelijkheden in een verhaal heen te kijken. Maar er zijn wel grenzen en helaas gaat Robert Ludlum's 'de Daedalus Dreiging'daar pijnlijk ver doorheen. Ik ben er van overtuigd dat een goed verteller de lezer veel, erg veel kan laten geloven, als hij het maar goed genoeg vertelt. Alhoewel een wereldwijde samenzwering van machtige Neonazi's wel érg moeilijk te verkopen is, want laten we eerlijk zijn: in de praktijk gaat het om kleine groepjes zielige figuren die met vlaggetjes staan te zwaaien en beschermd moeten worden door de politie tegen een tien keer zo grote groep 'antifacisten'. (Zou het niet interessanter zijn geweest daar een verhaal over te schrijven) Dat feit is dus al erg moeilijk te rijmen met het in dit boek gepresenteerde realiteit. Een realiteit waarin de nazi's als duivelse narcistische typetjes worden neergezet, waar de fransen hun engels oorspekken met 'monsieurs' en 'mon dieus', waar Engelsen dingen als 'old chap' uit hun strot krijgen en de Duitsers natuurlijk ook hun voor buitenlanders begrijpelijke woordjes er door te gooien, zodat het maar even duidelijk is voor de lezer wat de nationaliteit van het personage is. Tel daarbij het ongeloofwaardig gebrachte gedrag van de personages en technische onmogelijkheden op en je hebt een gedrocht. Het is niet te geloven dat dit de auteur van 'The Bourne Identity' een boek dat ik meer dan 15 jaar geleden verslonden heb. Dit boek is en soort Suske en Wiske zonder humor en plaatjes, maar met een berg pretentie. Afrader!
0neg
Ik heb veel boeken van Cornwell gelezen maar dit is het 1e boek van haar dat ik halverwege aan de kant heb gelegd. Er is niet door heen te komen en de verhaallijn boeit mij absoluut niet. Jammer want zeker is dat het ook anders kan bij Cornwell.
0neg
Ik had mijn bedenkingen al voor ik aan dit boek begon. Dat is oneerlijk, want ik wil Kim's nieuwe boek echt een eerlijke kans geven. Dat heb ik ook gedaan. En ik zeg eerlijk, het las echt prettig en ik heb vooral van het middenstuk waarbij Naomi volledig ingepakt wordt, erg genoten. Ik vind het knap hoe Kim dit uit heeft kunnen schrijven, al heeft Naomi wel een ernstig gebrek aan een ruggegraat. Inderdaad bevat dit boek erg veel seks, maar dat is niet eens wat mij het meeste tegenstond. Allereerst snap ik het nut van de drie verschillende delen niet. Ik zie werkelijk geen verdeling in het verhaal en wat mij betreft was dat een beetje overbodig. Maar het allerergste vond ik wel het einde. Zoals Sonja al zegt: dat is echt ziek. Kon je nu niks beters verzinnen, Kim? Ik heb het gehele stuk met een frons zitten lezen. Kom op mensen, dit plot is echt ongeloofwaardig! Dit boek bewijst waar ik al voor vreesde. Kim hoort in het rijtje bij Kluun, Sophie van der Stap en Maria Mosterd. Stuk voor stuk mensen die een prachtig verhaal te vertellen hadden. Helaas schijnt één bestseller ineens een reden te geven om nog een boek op de markt te brengen. In het geval van Kluun, Sophie en Maria waren dat regelrechte monsters. Kim brengt het er wat beter van af, omdat ze een ander genre aangesneden heeft en geen verhaaltje heeft geblaat over het 'terug vinden van jezelf'. Toch vind ik dit boek jammer en het vertekent het beeld wat ik van Kim had. Ademloos was zo mooi, zo gevoelig en zo tranentrekkend goed uitgewerkt! En nu dit...? Jammer...
0neg
De voorkant geeft aan " literaire thriller", in mijn beleving is dit het zeker niet. De achterkaft vermeld " psychologische misdaadroman over verwarring, verdriet en loslaten". Die beschrijving komt beter in de buurt. Hoofdpersonage Philo Bolt is een museum conservator en wordt krampachtig neergezet als een doodgewone vrouw die ontzettend vaak boodschappen doet, een keukenschoonmaaktik heeft en veel kookt, ondertussen onzeker en verward is, vaak in haar eigen wereld wegdwaald. Daarnaast wordt ze "deftige dame" genoemd door de "gewone" volksvrouw" Doris en heeft ze een belangrijke intellectuele baan met verantwoording in het museum als conservator. Dit gedeelte vind ik dus helemaal niks: Laat je hoofdpersonage nou gewoon "zijn" in plaats van haar zo neer te zetten, ik blijf totaal respectloos hier achter omdat ik de indruk heb dat het werk inhoudelijk geheel niets voorstelt en op het thuisfront ze alleen maar egocentrisch loopt te miepen. Zoveel bladzijden zijn gevuld met oeverloze handelingen die totaal niet bouwend zijn voor karakter of de misdaadverhaallijn. Dan het verhaal: het " spannende" gedeelte. Flinterdun doen we er een half jaar , zonder veel noemenswaardige relevante spanningspieken, over om tot een toch al bekende conclusie te komen. Het moordverhaal is een absoluut ondergeschoven verhaallijn, had ook over iets anders kunnen gaan of weggelaten kunnen worden - zo ongeinspireerd vind ik hem uitgewerkt. Het boek is het verhaal van Philo Bolt, een vrouw met een behoorlijke sociaal maatschappelijke status die uitgewerkt wordt als heel gewone vrouw met al haar gewone-voor iedereen bekende -onzekerheden over dagelijks leven, relatie en gezin. En passant verwerkt ze het verlies van haar zus en haar medewerkster Riita, die op een verdachte manier/moment om het leven is gekomen. De schrijfstijl is makkelijk leesbaar , inhoudelijk zou er heel veel geschrapt mogen worden en missen er veel elementen om dit een interessant en intrigerend boek te maken. De psychologische kant van Philo is krampachtig " gewoon" neergezet en is op het irritante af, absoluut geen vrouw waarbij ik een herkenning of gevoel van respect ervaar. Uitgelezen maar geen behoefte aan een tweede titel van dit schrijversduo. Voor mij des te wonderlijker dat dit boek de Schaduwprijs 2006 gewonnen heeft. Inmiddels is per mei 2012 hun vijfde titel Schuld onder schrijversnaam Tupla M verschenen.
0neg
beloftevol plot dat gekunsteld en geforceerd verteld wordt. Unni Lindell kan beter dan dit.,De Noorse Unni Lindell werd in 1957 in Oslo geboren en woont er nog steeds met haar gezin. Ze debuteerde in 1986, maar de eerste thriller van haar hand, Het dertiende sterrenbeeld, verscheen pas tien jaar later. Daarin kon de lezer kennis maken met Cato Isaksen, de rechercheur die in alle spannende boeken van de schrijfster zijn opwachting maakt. Zo ook in Boeman, het achtste boek in de reeks. In Boeman wordt een vrouw, die aan visioenen leed, dood teruggevonden onder het balkon van haar flat. Een getuigenis doet het ergste vermoeden: ze werd geduwd. Het onderzoek van Cato Isaksen en zijn team leidt naar een kampeerterrein waar een jonge, ter plaatste verblijvende, medewerkster zich ’s nachts begluurd voelt. Hoe verder het onderzoek vordert, hoe meer een kluwen van relaties onthuld wordt dat rondom een goed verborgen geheim gewikkeld zit. Omdat de schrijfstijl wat gelijkenissen vertoont met de cover en dromerig over komt, ontstaat het gevoel dat het boek niet echt vlot wegleest. Het duurt te lang vooraleer de lezer zich aangepast heeft aan de stijl: er is een enorm contrast tussen de zeer beschrijvende vertelstijl van de schrijfster en de gebalde dialogen, waaraan geen woord teveel aan besteed wordt. Het lijkt bijna alsof de personages geen normaal gesprek kunnen voeren. Maar daar tegenover staat dat Unni Lindell voor Boeman een pareltje van een plot geconstrueerd heeft, dat ze beetje bij beetje blootgeeft waardoor de lezer zich toch tot op het eind geboeid blijft afvragen waar het verhaal naartoe zal gaan. Maar net de grote moeite die de auteur zich getroost om niet teveel tegelijk en te vroeg weg te geven - en de manier waarop ze dat doet - zorgt ervoor dat het niet altijd even aangenaam lezen is. De verhaallijn van het machtsspel tussen Cato Isaksen en zijn nieuwste teamlid Marian Dahle is ongeloofwaardig, en dooft tot grote ergernis dan ook nog eens uit als een kaars in de nacht, naarmate het verhaal vordert. Meer zelfs: het gehele personage van inspecteur Dahle, en haar gedrag, is zo ongeloofwaardig dat het de integriteit van het boek aantast. Boeman is dan ook een gemiste kans: een prachtig, beloftevol plot dat gekunsteld en geforceerd verteld wordt. Unni Lindell kan beter dan dit.
0neg
Het is te merken dat dit boek geschreven is door een journalist die de ervaringen van een forensisch onderzoeker heeft gebruikt, want het boek wil nergens levendig worden (haha, het boek is doorspekt met dit soort 'humor'). De nadruk ligt in dit boek op die ervaringen waaromheen een oninteressant verhaaltje is verzonnen. Omdat dit verhaaltje nog te mager was om dit toch al dunne boek te vullen, zijn er nog wat subverhaaltjes bij verzonnen zoals een zoon die het contact met zijn vader wil herstellen en een lijkschouwer die door zijn onkunde de oorzaak is dat een onschuldige man bijna de gevangenis ingaat. Deze subverhaaltjes worden slecht afgewerkt, net als het hoofdverhaal. De climax, waarbij alle schurken één voor één het toneel betreden en stuk voor stuk zonder enige aanleiding of dwang opbiechten waarom ze wat gedaan hebben , zou op je lachspieren werken als het niet zo in- en intriest was. Wat mij betreft hoeft Jefferson Bass niet verder te gaan met de serie die hij gepland heeft.
0neg
Een successchrijver die voor de junimaand een flodderig geschenkboekje neerkwakt: Tomas Ross zet een traditie voort. De klokkenluider gaat over de dood van politicus Wouter Burger en de terreurgroep RaRa. Die groep is nooit ontmaskerd, maar Ross zou Ross niet zijn als hij dat hier niet in een handomdraai doet. Twee goedwillende amateurs krijgen daarmee voor elkaar wat politie en justitie nooit lukte. Een overtuigend en geloofwaardig boekje levert het helaas niet op. Zo komt mevrouw Burger op het spoor van de moord op haar man, mede als ze ontdekt dat de politie een foutief, vroeger overlijdenstijdstip aangeeft. Ross denkt kennelijk dat daarmee in het door journalisten en tv-stations vergeven Nederland te sjoemelen valt, ondanks dat er diverse ooggetuigen zijn die zonder verpinken het ware tijdstip weten te vertellen. Ook de plot is gemakzuchtig: Ross maakt van RaRa een organisatie die door BVD, politiek en (natuurlijk) het koningshuis in het leven geroepen is, met als doel het voortbestaan van de veiligheidsdiensten te garanderen. Dat soort complottheorieën hebben we - meestal bij misdrijven in andere landen - al zo vaak gelezen dat ik voor het openslaan van De klokkenluider vooral hoopte juist een ander en origineler idee tegen te komen. Het einde had ook wel een royale streep spannender gemogen. Tussendoor toont Ross zich allesbehalve een groot stilist: een 'literaire thriller' zoals de flap stelt, is De klokkenluider dan ook allerminst. En al evenmin een aanbeveling om andere thrillers te lezen. Volgend jaar juni kopen we maar beter geen boeken.
0neg
R.J. Hillhouse verdiende in haar studententijd in Europa wat bij met illegale praktijken. Ze smokkelde o.a. Cubaanse rum en juwelen en was betrokken bij het witwassen van geld uit de Oostbloklanden. Naar eigen zeggen heeft men in die periode tevergeefs getracht haar te rekruteren voor de geheime diensten van Oost-Duitsland en Libië. Andere bronnen beweren dat zij in dienst was van de CIA. Feit is dat zij een spannende tijd heeft beleefd en daardoor als schrijfster kan terugvallen op enkele unieke ervaringen. Haar Amerikaanse debuut in 2004, de roman Rift Zone, is dan ook een spionage thriller met in de hoofdrol een smokkelaarster. In haar tweede roman staan de oorlog in Irak en de CIA centraal. Dit boek verschijnt nu in Nederland met als titel Huurlingen. Huurlingen vertelt het verhaal van Stella Hawkins. Stella heeft onder haar schuilnaam Camille Black een succesvol bedrijf opgericht. Met haar ervaring als voormalig CIA spion geeft zij nu leiding aan een leger van huursoldaten. Zij aan zij met het Amerikaanse leger vechten haar mensen tegen de terroristen in Irak. Haar ex-verloofde Hunter Stone is, als lid van een supergeheime spionage dienst, eveneens gestationeerd in Irak. Als Hunter door de CIA wordt beschuldigd van landverraad, komen beide voormalige geliefden elkaar weer tegen. Camille, overtuigd van zijn onschuld, gaat samen haar geliefde, de strijd aan met de CIA, het Pentagon en met de Irakese verzetstrijders. Huurlingen is een fictief verhaal, aangevuld met feiten, heel veel feiten. Bijna alle hoofdstukken beginnen met een quote van een verslaggever, de datum van verschijning en bronvermelding. Dit is niet alleen heel informatief, maar ook heel irritant. Het eigenlijke verhaal, toch al fragmentarisch geschreven, wordt hierdoor moeilijker te volgen. Buiten deze opmerkingen is het boek ook niet spannend. De karakters worden zo vlak beschreven, dat het je niet veel uitmaakt wat hen overkomt. De haat-liefdeverhouding van de hoofdpersonen maakt het ook niet echt geloofwaardig. De snelheid waarmee hun haat in liefde en omgekeerd omslaat, is ongekend. Gelukkig is er toch nog een pluspunt te vermelden: het verrassende plot. Huurlingen is een boek, waarbij de non-fictie meer indrukt heeft gemaakt dan de fictie en waarbij het plot een beter verhaal verdiend zou hebben.
0neg
Ik vond dit een teleurstellend boek. Het gaat over een familie, meerdere generaties van dezelfde famile vanaf de tijd van Stalin tot de DDR na de val van de muur. Iedere generatie houdt er andere politieke overtuigingen op na. Dezelfde situaties worden door verschillende ogen bekeken om de andere overtuigingen te leren kennen. Ik had meer van dit boek verwacht.
0neg
Voor Nederland is Geschreven in bloed nummer 22 in de Lucas Davenport-reeks. Geestelijk vader John Sandford heeft wel iets met deze merkwaardige politieagent. Deel 1 verscheen in 1989, dus teruggerekend loopt deze Amerikaanse auteur bijna 1 op 1, wat betekent dat er bijna jaarlijks een nieuw avontuur op de markt verschijnt. Voor zijn romans gebruikte de schrijver eerst zijn eigen naam, John Camp. Maar nadat bleek dat zijn pseudoniem een hoger verkoopcijfer opleverde, was de keuze snel gemaakt. In Geschreven in bloed wordt Lucas Davenport op straat beroofd van 500 dollar. Kort daarna staat hij bij de misschien wel meest afschrikwekkende moordpartij uit zijn carrière. De volledige familie Brooks, man, vrouw en twee kinderen, is op beestachtige wijze om het leven gebracht. Lichamen zijn verminkt, de vrouw is verkracht en meerdere lichaamsdelen zijn met geweld van de lichamen verwijderd. Davenport zet zijn tanden in de zaak en al spoedig vallen de namen van drie Mexicanen als mogelijke daders. Woorden als drugshandel, witwaspraktijken en gouddiefstallen brengen de speurder diep in het criminele circuit. Het verhaal en de opbouw ervan kent een typische John Sandford-stijl. Davenport moet het ook hier weer opnemen tegen een stel gangsters die voor een moord niet gauw terugdeinzen. Dus ziet Lucas links en rechts van hem de nodige slachtoffers vallen. Terugvechtend tegen de onbekende vijand vreest hij ook nog corrupte collega’s in zijn eigen team te moeten ontmaskeren. Alle ingrediënten voor een heerlijke speurtocht en interessant recherchewerk lijken in meer dan voldoende mate aanwezig. Toch blijkt het ook dit keer niet John Sandford gegeven om daar een waar spektakel van te maken. Wellicht dat de door hem gebruikte systematiek weinig ruimte voor verrassingen openlaat. Bij Sandford zijn aan het begin van het verhaal dader en speurder bekend waardoor de verrassing daar niet valt te halen. Omdat het verhaal ook, meer dan normaal het geval is, tegen toevalligheden aanloopt, bekruipt je als lezer stilletjes het gevoel dat er driftig bijgestuurd moet worden naar een oplossing. Dat is jammer want het begin doet anders vermoeden dan het nauwelijks imponerende slot. Meer boeken van deze auteur hebben daar last van; het lukt Sandford maar niet om van dat image verlost te raken. Daarmee komt hij niet verder dan een middelmatige kwalificatie van zijn, in aantal, inmiddels flink aangegroeide serie. Zijn protagonist treft hierin weinig blaam want die kan niets anders dan het spel van de auteur meespelen. En dat wordt voor Lucas Davenport helaas saai en weinig vernieuwend. Jammer, het had zo anders en zoveel beter kunnen zijn.
0neg
Naar mijn mening absoluut één van de mindere company-thrillers van Finder. Het is net alsof Finder bang is om het plot, wat hij in zijn hoofd heeft zitten, te vergeten. Hij rent in een rechte lijn op de finish af. Aan het begin van het verhaal is er voldoende ruimte over om wat meer dagen op het bedrijf door te brengen, een paar complotten en intriges zouden niet misstaan. Dit geldt ook voor de tijd die ze in de hut doorbrengen.
0neg
Een zeer matige thriller. Volgens Tess Gerritsen een boek met "Adembenemende spanning, die op elke pagina hoger wordt opgevoerd!". Nou, daar klopt wat mij betreft niets van. Het enige wat je van dit werkje kunt zeggen, is dat het met vaart is geschreven. Maar spannend, echt niet. Ongeveer op eenderde van het verhaal weet je al wie verantwoordelijk is voor het gemutileerde lijk in de viskoeler, dat FBI-agente Maggie O'Dell onderzoekt, en voor de mysterieuze ziekte die op een marinevliegbasis heerst, waar haar vriend, legerarts Benjamin Platt, een vinger achter probeert te krijgen. En de orkaan die er het hele boek staat aan te komen, blijkt achteraf ook erg mee te vallen. Kortom: veel poeha om niets. Gauw vergeten.
0neg