INSTRUCTION
stringlengths 5
142
| RESPONSE
stringlengths 241
43.8k
| SOURCE
stringclasses 8
values | METADATA
stringlengths 57
621
|
---|---|---|---|
Vagisil gebruiken | Vagisil is een commerciële receptvrije crème die je plaatselijk gebruikt, om jeuk bij de vagina te verhelpen. Het is beschikbaar in gewone sterkte en maximale sterkte. Vagisil is makkelijk in het gebruik, maar er zijn een paar dingen waar je op moet letten als je het toepast.
1. **Gebruik zo weinig mogelijk van de crème.** Als je te veel Vagisil gebruikt, dan kan je last krijgen van ernstige bijwerkingen, dus gebruik er slechts een klein beetje van. De hoeveelheid Vagisilcrème die je gebruikt moet ongeveer zo lang zijn als je vingertop (ongeveer 2-3 cm lang).
2. **Breng Vagisil alleen aan bij de buitenkant van je vagina.** Breng Vagisil niet aan in je vagina. Gebruik het alleen op de delen van je vagina die zich aan de buitenkant van je lichaam bevinden, zoals je schaamlippen en je vulva. Gebruik je vinger om de crème op de buitenkant van je vagina aan te brengen, zodat je jeuk verholpen wordt.
Breng Vagisil niet aan op grote delen van je lichaam. Het aanbrengen van Vagisil op grote delen van je lichaam kan leiden tot ernstige bijwerkingen, dus gebruik het alleen op de delen van je vagina waar het nodig is. Als een klein beetje Vagisil niet genoeg is voor de jeuk omdat de jeuk een groot deel van je vagina beslaat, bel dan je huisarts of gynaecoloog.
3. **Geef de huid de tijd om de Vagisilcrème te absorberen.** Het product zorgt ervoor dat de zenuwen die de jeuk veroorzaken geblokkeerd raken. Hierdoor wordt de jeuk voor korte tijd verholpen. Houd in gedachten dat het een paar minuten kan duren voordat het medicijn werkt, dus probeer geduldig te zijn.
4. **Breng de crème drie tot vier keer per dag aan.** Gebruik Vagisil niet meer dan vier keer per dag. Als je na het gebruik van Vagisil nog steeds last hebt van dezelfde symptomen, neem dan contact op met je huisarts of gynaecoloog. Misschien heb je een recept nodig voor een sterkere medicatie.
5. **Neem onmiddellijk contact op met je huisarts of het ziekenhuis als er ernstige bijwerkingen optreden.** De actieve stof in Vagisil (benzocaïne) kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, maar alleen als Vagisil in de mond gebruikt wordt; maar neem toch onmiddellijk contact op met de huisarts of het ziekenhuis als je last hebt van de volgende symptomen:
Een licht gevoel in je hoofd
Een snel kloppend hart
Kortademigheid
Blauwe, grijze of bleke lippen, vingernagels of huid
6. **Let op signalen die erop kunnen wijzen dat er sprake is van een allergische reactie.** Benzocaïne kan namelijk plaatselijk bij sommige mensen een allergische reactie veroorzaken. Stop met het gebruiken van Vagisil en neem contact op met je huisarts als je het volgende opmerkt:
Ernstig prikken, brandend gevoel of overgevoeligheid
Opgezette of rode huid, of warme plek
Pus
Blaren
7. **Let op veelvoorkomende bijwerkingen.** Sommige bijwerkingen zijn normaal, dus raak niet in paniek als je merkt dat je last hebt van een paar milde bijwerkingen die je hebt gekregen hebt door Vagisil. De meest voorkomende bijwerkingen van Vagisil zijn:
Een beetje last van een brandend of jeukerig gevoel
Een beetje rode of overgevoelige huid
Witte, droge schilfers op de plek waar je de Vagisil aangebracht hebt
8. **Neem contact op met je huisarts als de symptomen niet weggaan.** Vagisil is alleen geschikt voor tijdelijk gebruik op de korte termijn. Als je symptomen langer dan zeven dagen duren en niet weg lijken te gaan, bel dan je huisarts of gynaecoloog.
Vagisil is niet bedoeld om jeuk die veroorzaakt wordt door een infectie te verhelpen. Als je signalen van een infectie bemerkt, zoals abnormale vaginale afscheiding, een bepaalde geur, of open plekken bij je vagina, neem dan contact op met een arts, in plaats van Vagisil gebruiken. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Vagisil-gebruiken", "language": "nl"} |
Een dwerghamster tam maken | Van de verschillende soorten dwerghamsters (Russische Campbelli dwerghamster, Siberische winterwitte hamster, Roborovski dwerghamster) is de Russische Campbelli dwerghamster de populairste. Welke soort dwerghamster je ook hebt, ze kunnen allemaal op dezelfde manier tam worden gemaakt. Het tam maken van je dwerghamster door hem vast te houden zorgt ervoor dat hij vriendelijker wordt tegen jou, je familie en je vrienden.
1. **Laat je dwerghamster wennen aan zijn nieuwe omgeving.** Dwerghamsters zien er schattig en aaibaar uit, en daarom wil je je dwerghamster misschien meteen vasthouden. Wanneer je hem echter thuisbrengt, kan hij wel wat tijd gebruiken om aan zijn kooi te wennen. Geef hem een dag of wat de tijd om zijn omgeving te verkennen en te leren waar de spullen in zijn kooi staan. Hoe meer hij zich op zijn gemak voelt in zijn kooi, hoe makkelijker het zal zijn om hem tam te maken.
Gedurende deze tijd zal je dwerghamster ook je bezigheden en bewegingen in huis beginnen te kennen.
2. **Breng wat tijd in alle rust door met je dwerghamster.** Besteed, terwijl je dwerghamster zich aan jou en zijn kooi aanpast, tijd in de buurt van zijn kooi zonder enige vorm van contact met hem. Ga bijvoorbeeld bij zijn kooi zitten en kijk tv of lees een boek. Hij moet zich op zijn gemak voelen bij jouw kalme en rustige aanwezigheid voordat je hem tam begint te maken.
3. **Praat tegen je dwerghamster.** Zodra je dwerghamster een paar dagen gesetteld is, begin je tegen hem te praten zodat hij aan je stem kan wennen. Als je een Russische dwerghamster hebt, is het erg belangrijk om tegen hem te praten, aangezien hij niet goed kan zien. Als hij je stem kent, zal hij je minder snel bijten bij het oppakken. Ook al heb je geen Russische dwerghamster, je hamster zal het geluid van je stem graag horen.
Als je tegen hem praat, doe dat dan met een rustige en zachte stem.
4. **Kies een goed moment om je dwerghamster tam te maken.** Hamsters zijn nachtdieren, wat betekent dat ze 's nachts actief zijn. Kies een tijdstip later op de dag, zoals na het avondeten, wanneer de kans het grootst is dat hij wakker is. Als je merkt dat hij net wakker is, geef hem dan ongeveer 15 minuten de tijd om wakker te worden voordat je hem vastpakt.
Maak je dwerghamster niet wakker als hij slaapt. Hij zou kunnen schrikken, denken dat je een bedreiging bent, en je proberen te bijten. Wacht tot hij uit zichzelf wakker wordt.
5. **Was je handen.** Was eerst je handen voordat je je dwerghamster aanraakt om alle etensgeuren te verwijderen. Als je hamster voedsel op je handen ruikt, zal hij denken dat je handen voedsel zijn en eraan knabbelen. Was je handen met ongeparfumeerde zeep.
6. **Laat je handen in de kooi van je dwerghamster zakken.** Maak een kommetje met je handen en laat ze langzaam in de kooi zakken. Praat tegen hem terwijl je je handen laat zakken, zodat hij weet dat je er bent en geen bedreiging voor hem vormt. Maak geen plotselinge bewegingen of harde geluiden als je je handen in zijn kooi doet – daar kan hij van schrikken.
Als je dwerghamster niet meteen naar je handen loopt, overweeg dan om wat lekkers in je handen te stoppen om hem naar je toe te lokken.
Als een traktatie niet werkt, probeer dan met een schepje of een grote opscheplepel. Houd het voorwerp op de vloer van de kooi en laat hem erop lopen (schep hem niet op). Nadat je hem uit de kooi hebt getild, leg je hem op je handen.
7. **Til je dwerghamster op en laat hem je verkennen.** Als je dwerghamster lekker in je handen ligt, til hem dan langzaam naar je toe. Als je kunt, draai hem dan in je handen zodat hij naar je toe kijkt. Door hem naar je toe te laten kijken, zal hij zich minder verward en bang voelen.
Laat hem op je kruipen als je hem uit de kooi hebt gekregen. Door je te verkennen zal je dwerghamster zich meer op zijn gemak voelen bij jou. Wees zo stil als je kunt terwijl hij op je klimt en kruipt.
Ga zitten of liggen zodat hij makkelijker op je kan kruipen.
8. **Houd je dwerghamster elke dag vast.** Het tam maken van je dwerghamster vereist dagelijkse oefening. Houd hem een paar keer per dag vijf minuten per keer vast. Met dagelijkse oefening zal je dwerghamster tammer en gemakkelijker in de omgang worden.
Houd hem elke dag op dezelfde tijd vast. Op die manier weet hij wanneer hij je kan verwachten.
9. **Leer het verschil tussen bijten en knabbelen.** Je dwerghamster kan aan je handen bijten of knabbelen wanneer je hem tam maakt. Een dwerghamster bijt als hij zich bedreigd of bang voelt. Hij kan ook bijten als hij zich verveelt in zijn kooi of zich niet zo lekker voelt. Knabbelen is de manier waarop een dwerghamster dingen in zijn omgeving uittest en verkent.
Een beet van een dwerghamster veroorzaakt geen bloeding, maar hij kan je wel laten schrikken. Een knabbeltje voelt lichter aan dan een beet.
10. **Reageer goed als je dwerghamster je bijt.** Blaas in zijn gezicht als je dwerghamster je bijt. Dit pufje lucht is vervelend voor hem, maar het kan geen kwaad. Op deze manier begrijpt hij dat hij je niet meer moet bijten. Zelfs als je schrikt van de beet, laat hem nooit vallen – de val kan hem verwonden.
Door meer speeltjes in zijn kooi te zetten, zoals lege rollen toiletpapier of keukenrol, kan hij zich minder vervelen en mogelijk stoppen met het bijten.
Als het bijten niet stopt met extra speelgoed of blazen in zijn gezicht, ga dan met hem naar de dierenarts voor een controle.
11. **Steek je hand niet in de kooi van je dwerghamster.** Russische dwerghamsters kunnen erg territoriaal zijn. Een Russische dwerghamster kan sterk reageren op je hand in zijn kooi en proberen erin te bijten, vooral als hij niet weet dat je in de buurt bent. Wees uiterst voorzichtig als je je handen in zijn kooi steekt.
Je hand ziet er enorm uit vergeleken met zijn kleine lichaam. Hij zal je hand zien als een bedreiging voor zijn territorium. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-dwerghamster-tam-maken", "language": "nl"} |
Van motten afkomen | Motten zijn een veelvoorkomend probleem in huis. Zo kruipen ze graag in je voorraadkast waar ze granen, meel en noten opvreten. Daarnaast houden ze van kledingkasten, waar ze worden aangetrokken tot wol, zijde en andere stoffen. Om van motten af te komen volg je het beste een tweeledige aanpak. Eerst pak je het dringende mottenprobleem aan en maak je alle plekken goed schoon. Vervolgens neem je een aantal preventieve maatregelen zodat de motten niet terugkomen.
1. **Herken de signalen.** Heb je een of twee motten rond zien fladderen maar weet je niet zeker of je last hebt van een mottenplaag, let dan op deze signalen:
Kleine gaatjes in je truien of andere kledingstukken. Als je gaatjes in een van je truien vindt, dan zijn er waarschijnlijk nog meer kledingstukken aangetast. Controleer al je kleding die gemaakt is van wol, veren, bont en zijde.
Kleding die er stoffig uitziet, verkleurd is, of muf ruikt.
Webben in de hoeken van je kast of op je kleding.
2. **Zet mottenvallen neer.** Om direct het mottenprobleem in je kledingkast aan te pakken, vang je de motten met mottenvallen die feromonen bevatten. Deze vallen lokken de motten met een speciale lokstof en doden ze met een kleefstof waardoor ze direct vast blijven zitten en niet meer weg kunnen vliegen.
Je kunt je eigen mottenvallen maken met vliegenpapier en visolie, dat motten aantrekt. Stip een beetje visolie op een stuk vliegenpapier en hang dit in je kast.
Vallen die speciaal gemaakt zijn om muizen in te vangen, werken ook goed voor motten.
3. **Was je kleding.** Het is belangrijk dat je elk kledingstuk wast zodat alle motteneitjes kapot gaan.
Was al je kledingstukken volgens de wasvoorschriften. Droog ze vervolgens in een wasdroger, wanneer dit mogelijk is. Kledingstukken die niet in de droger mogen kun je een paar dagen in de vriezer leggen om de eitjes te doden.
Was alle linnengoed, handdoeken en alle andere dingen uit je kast die van stof gemaakt zijn.
Haal koffers, tassen en alle andere opbergmiddelen uit je kast en was deze ook.
4. **Maak je kledingkast goed schoon.** Nu je alles uit je kast hebt gehaald, is het belangrijk dat je de kast van boven tot onder helemaal schoonmaakt. Zo dood je alle motteneitjes die nog achtergebleven zijn in je kast.
Gebruik sop of een mengsel van schoonmaakazijn en water om de wanden en de bodem van de kast schoon te maken. Dompel een schuursponsje onder in het mengsel en schrob de wanden van de kast om alle motteneitjes weg te halen. Maak vooral goed schoon in hoeken en kieren.
Stofzuig je kast goed schoon. Gebruik een stofzuiger met een hoge zuigkracht om de vloer van de kast goed schoon te maken. Nu je toch bezig bent is het ook goed om je slaapkamer helemaal te stofzuigen. De motten zouden namelijk ook hier eitjes gelegd kunnen hebben.
5. **Borstel alle kledingstukken gemaakt van wol, bont of veren nadat je ze gedragen hebt.** Motteneitjes komen vaak je huis binnen in kleding die je buitenshuis gedragen hebt.
6. **Houd je kleding schoon.** Motten worden aangetrokken door wol, maar komen nog veel sneller je kledingkast binnen als je etensvlekken op je kleding hebt of restjes van andere dingen die ze graag eten. Zorg ervoor dat je je kleding wast voordat je het in je kast hangt. Laat wollen kledingstukken chemisch reinigen bij een stomerij voordat je ze ophangt.
7. **Bewaar je kleding op de juiste manier.** Kledingstukken die je niet vaak draagt, zoals wollen winterkleding, kun je het beste luchtdicht bewaren.
Bescherm wollen jassen en truien met plastic zakken.
Berg je winterkleding op in plastic opbergzakken, kunststof bakken of luchtdichte metalen opbergdozen.
8. **Zorg ervoor dat je kast een koele en goed geventileerde plek is.** Motten worden namelijk aangetrokken tot warme en vochtige plekken. Het is dus belangrijk dat je je kast goed ventileert en de temperatuur laag houdt, zodat motten niet op het idee komen om zich daar te gaan nestelen.
9. **Laat je kleding regelmatig even luchten.** Hang je wollen kledingstukken even in de zon. Doe dit vooral wanneer je ze in het begin van de herfst of winter uit de kast haalt nadat ze het hele jaar opgeborgen zijn geweest.
10. **Gebruik cederhout in je kast.** Cederhout stoot motten namelijk af. Het is dus een goed idee om al je wollen kledingstukken op kleerhangers van cederhout op te hangen.
Je kunt ook blokjes of balletjes van cederhout kopen die je in je kast kunt leggen of ophangen. Daarnaast kun je een klein zakje met snippers cederhout vullen en deze ophangen.
Stop voorwerpen met de geur van cederhout in de zakken van al je wollen kledingstukken als extra bescherming.
11. **Probeer mottenballen of een natuurlijk alternatief daarvoor.** Het plaatsen van mottenballen in je kast is een doeltreffende manier om motten te doden. Het nadeel is wel dat de chemische stoffen waaruit mottenballen zijn gemaakt, giftig voor mensen zijn. Daarnaast geven mottenballen een sterke geur af die in je kast en in je kleding blijft hangen. Probeer deze alternatieve middelen eens:
Zakjes met gedroogde rozemarijn, tijm, kruidnagel, lavendel of laurierblaadjes. Vul een stoffen zakje met deze ingrediënten, knoop het vast met een touwtje en hang het op in je kast.
Je kunt ook etherische oliën gemaakt van deze kruiden in je kast of op je kleding sprenkelen om motten goed weg te houden.
12. **Heb je last van een hardnekkige mottenplaag, bel dan een professionele ongediertebestrijder.** Kleine mottenplagen kun je doorgaans bestrijden met de simpele oplossingen die hierboven zijn beschreven. Komen de motten toch steeds terug, dan leggen ze hun eitjes waarschijnlijk op plekken waar je met een stofzuiger of een schuurspons niet bij kunt komen. Bel een professionele ongediertebestrijder om de plek te ontsmetten en de motteneitjes te doden.
13. **Herken de signalen.** Motten laten uitwerpselen, webben en andere afvalproducten achter. Als je de volgende zaken herkent, heb je waarschijnlijk te maken met een mottenplaag:
Etenswaren die aan elkaar vastgeplakt zitten of enigszins plakkerig lijken te zijn. Dit kan veroorzaakt worden door uitwerpselen van motten.
Etenswaren die muf of vreemd ruiken, ook al zijn ze goed opgeborgen en nog niet voorbij de houdbaarheidsdatum.
Kleine webben rondom dozen of zakken in je voorraadkast of keukenkastjes.
Wanneer je rupsen of volwassen motten in je voorraadkast vindt, moet je zeker actie gaan ondernemen.
14. **Gooi al het aangetaste eten weg.** Probeer het niet nog te redden. Het is namelijk absoluut niet gezond om door motten aangetast eten op te eten. Gooi de volgende etenswaren weg:
Etenswaren in grootverpakkingen, zoals meel, noten en rijst, moet je direct weggooien. Motten eten deze zaken op en leggen er hun eitjes in.
Motten kunnen door kartonnen dozen heen eten. Als je kleine gaatjes ziet in verpakkingen, gooi deze dan weg.
Motten kunnen op de kleinste plekjes komen. Alle verpakkingen die je al geopend hebt kun je waarschijnlijk beter weggooien, zelfs een zakje met chocola of nootjes.
Gooi de etenswaren weg in een dichte vuilniszak en laat de zak niet in je huis staan.
15. **Vang de motten.** Heb je nog steeds last van motten, ook al heb je alle etenswaren weggegooid, zet dan vallen neer met een lokstof die feromonen bevat. Deze vallen zijn voorzien van een kleefstof waardoor motten direct vast blijven zitten en niet meer weg kunnen vliegen. Heb je alle motten in je keuken gevangen, gooi de vallen dan weg in een dichte doos of zak.
16. **Maak de keuken goed schoon.** Nu je alle motten gedood hebt is het tijd om je keuken van boven tot onder helemaal schoon te maken. Concentreer je daarbij vooral op je voorraadkast en je keukenkastjes zodat je ook alle achtergebleven motteneitjes doodt.
Gebruik sop of een mengsel van schoonmaakazijn en water als schoonmaakmiddel. Je kunt ook een sterker chemisch schoonmaakmiddel gebruiken.
Dompel een schuursponsje onder in het mengsel en maak de voorraadkast, de keukenkastjes en alle andere hoekjes en kieren in je keuken goed schoon. Zorg ervoor dat je alle oppervlakken goed schrobt, zodat je alle motteneitjes verwijdert.
17. **Bel een professionele ongediertebestrijder.** Komen de motten terug ondanks de maatregelen die je hebt genomen, dan kan het zijn dat ze hun eitjes in de muren leggen of op andere plekken waar je met een spons niet bij kunt komen. Maak een afspraak met een ongediertebestrijder. Deze zal zwaardere middelen inzetten om van het probleem af te komen.
18. **Onderzoek al je etenswaren.** Motten komen vaak je huis binnen in etenswaren die al zijn aangetast. Etenswaren in grootverpakkingen, zoals meel, havermout of noten kunnen al motteneitjes bevatten voordat je ze koopt. Zelfs etenswaren die luchtdicht verpakt zijn kunnen motteneitjes bevatten.
19. **Plaats alle etenswaren in de vriezer nadat je ze hebt gekocht.** Dat betekent niet dat je geen etenswaren in grootverpakkingen meer kunt kopen. Plaats deze gewoon in de vriezer zodat als er motteneitjes in de verpakking zitten, deze direct gedood worden. Maak wat plaats vrij in je vriezer en bewaar het eten daar drie of vier dagen voordat je het in je voorraadkast zet.
20. **Bewaar je eten in luchtdichte opbergdozen.** De beste preventieve maatregel tegen motten is waarschijnlijk het goed opbergen van al je eten.
Kies voor glazen of kunststof opbergdozen om etenswaren als havermout, meel en noten op te bergen. Zorg ervoor dat de deksels goed sluiten.
Zet geopende verpakkingen van lang houdbare etenswaren niet terug in je voorraadkast of keukenkastje, maar doe de overgebleven restjes in luchtdichte opbergdozen. Motten kunnen namelijk door karton en dunne lagen plastic heen eten.
21. **Regel de temperatuur en de vochtigheid in je keuken.** Motten gedijen namelijk erg goed in warme en vochtige omgevingen. Als je keuken dus vaak warm of benauwd is, is de kans groter dat je motten krijgt.
Houd ramen en deuren gesloten wanneer je de airco aan hebt staan.
Zorg ervoor dat de voorraadkast en alle andere plekken waar je etenswaren bewaart goed geventileerd zijn.
22. **Sluit kieren en scheuren af.** Voor een mot zijn er veel goede verstopplekken te vinden in een keuken. Doe je best om alle plekken die je niet regelmatig schoon kunt maken goed af te sluiten, zoals scheuren in de muur van je voorraadkast, openingen tussen planken en de muur, of kieren waar je keukenkastjes aan de muur vastgemaakt zijn. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Van-motten-afkomen", "language": "nl"} |
Niet het slachtoffer worden van hekserij | Sommige mensen denken dat vloeken, beheksingen en andere soorten zwarte magie echte, ernstige bedreigingen zijn die een gevaar kunnen vormen voor hun spirituele en fysieke welzijn. Er is geen hard, overtuigend bewijs dat toverij echt is, maar het kan nog steeds erg eng zijn om erover na te denken – vooral als je vermoedt dat iemand negatieve energie je kant op gestuurd heeft. Om je zorgen weg te nemen hebben we een lijst gemaakt van enkele van de meest gemelde tekenen van zwarte magie, evenals enkele alternatieve oorzaken van deze symptomen. We beschrijven zelfs enkele manieren waarop je jezelf kunt reinigen en beschermen om wat gemoedsrust te krijgen.
1. **Hoofdpijn.** Volgens veel slachtoffers van zwarte magie kregen ze tijdens hun dag op willekeurige momenten last van hoofdpijn zonder dat er een oorzaak voor leek te zijn. Ze schrijven deze hoofdpijn toe aan een vloek die iemand over hen uitgesproken heeft.
hoofdpijn is een veelvoorkomende klacht en wordt in verband gebracht met een hoop verschillende ziekten en aandoeningen. Er zijn een hoop factoren die hoofdpijn kunnen veroorzaken, waaronder stress, veranderingen in je slaapschema of voedingspatroon, weersveranderingen, lawaai en een verkeerde houding.
2. **Nachtmerries.** Volgens sommige mensen krijg je door zwarte magie vreselijke dromen. In deze dromen kun je achtervolgd worden door zwarte honden, slangen, schorpioenen en andere wezens.
veel mensen krijgen last van regelmatige nachtmerries als ze een hoop stress of angst ervaren. Nachtmerries worden ook in verband gebracht met traumatische gebeurtenissen, een slecht slaapschema, bepaalde medicijnen en bepaalde medische aandoeningen. Sommige mensen krijgen ook nachtmerries na het kijken naar een enge film of het lezen van een eng boek net voor het slapengaan.
De kans is groot dat vreemde en willekeurige symbolen in je dromen te maken hebben met een ander aspect van je leven in plaats van zwarte magie. Oefen met het interpreteren van je dromen om beter te leren begrijpen waar deze symbolen voor staan.
3. **Pijn in het lichaam.** Sommige spiritueel ingestelde mensen brengen willekeurige pijn in het lichaam in verband met de gevolgen van zwarte magie. Volgens hen zullen artsen niets vinden als ze je onderzoeken en je volledig gezond verklaren, ook al heb je pijn.
pijn in het lichaam komt erg veel voor en kan in verband gebracht worden met vrijwel ieder medisch probleem of aandoening die er bestaat. Buikpijn kan bijvoorbeeld duiden op spijsverteringsproblemen, diarree, voedselvergiftiging, menstruatiekramp of een blaasontsteking. Rugpijn kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door artritis, beschadigde tussenwervelschijven, een overbelaste spier of pees, of osteoporose. Statistisch gezien is er waarschijnlijk een medische oorzaak voor de symptomen die je ervaart.
4. **Loomheid.** Volgens sommige mensen kun je door zwarte magie slaperig worden en zul je zo in slaap vallen als je in bed gaat liggen, ongeacht het tijdstip. Je schijnt er ook duizelig van te kunnen worden.
vermoeidheid is een symptoom van vrijwel iedere ziekte en aandoening die er bestaat – bloedarmoede, het chronischevermoeidheidssyndroom, diabetes, inflammatoire darmziekte, slaapapneu en stress zijn slechts enkele mogelijkheden op een lange lijst van oorzaken. Slaperigheid kan ook veroorzaakt worden door bepaalde leefstijlfactoren als een jetlag, slechte eetgewoonten, bepaalde medicijnen en te weinig beweging.
5. **Veranderingen in toewijding.** In sommige culturen kunnen slachtoffers van zwarte magie negatieve gevoelens gaan koesteren jegens hun echtgenoot of partner. Men kan tevens toewijding en gehoorzaamheid tonen aan een bepaalde persoon (die niet per se zijn of haar partner is).
relaties kunnen om verschillende niet-magische redenen verkeerd aflopen. Communicatieproblemen kunnen een enorme kloof veroorzaken in een ooit liefdevolle relatie, en kunnen tevens vertrouwensproblemen, verschillen in prioriteit en compatibiliteitsproblemen veroorzaken. Ontrouw komt ook veel voor in relaties – 2 op de 5 getrouwde mensen gaan vreemd.
Vreemdgaan is tegenwoordig helaas iets wat vaak voorkomt, maar het is vrijwel altijd een teken van een probleem of een onvervulde behoefte in een bestaande relatie. Bovennatuurlijke krachten hebben hier niets mee te maken.
6. **Psychische problemen.** Bepaalde mensen denken dat klachten als angst, depressiviteit en zelfmoordgedachten in verband kunnen worden gebracht met zwarte magie. Je kunt je volgens hen afsluiten van je vrienden en geliefden en je erg geïsoleerd voelen.
een psychische aandoening is waarschijnlijk de boosdoener. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie krijgt 1 op 4 mensen in zijn of haar leven te maken met psychische problemen – angst en depressie zijn slechts enkele van de mogelijkheden op een lange lijst met klachten. Als je last hebt van angst, depressiviteit of andere psychische klachten, ga dan naar de huisarts en vraag om een verwijzing naar een psychiater.
Als je zelfmoordgedachten hebt, roep dan direct hulp in door bijvoorbeeld naar 113 te bellen.
7. **Pech.** Sommige spiritueel ingestelde mensen denken dat zwarte magie van invloed kan zijn op hoeveel geluk iemand heeft en op wat iemand dagelijks presteert. Het kan gewoon zijn dat je meer pech hebt dan anders, of dat je een bepaald doel nooit zal bereiken, hoe hard je het ook probeert.
het kan zijn dat je een mindset hebt waarbij je onbewust specifieke parameters creëert voor wat wel en voor wat geen geluk brengt. Deze specifieke focus laat je denken dat je een periode met veel pech doormaakt, terwijl je eigenlijk het grote geheel niet ziet.
8. **Andere eetgewoonten.** Sommige mensen denken dat zwarte magie zomaar iemands eetgewoonten kan veranderen. Het kan zijn dat je de hele tijd honger hebt, alsof je maag het eten dat je gegeten hebt direct verteert.
veranderingen in je eetlust kunnen een hoop verschillende redenen hebben, zoals stress, psychische aandoeningen, menstruatie, bepaalde medicijnen en de kwaliteit van je voedingspatroon. De kans is groot dat je eetlust beïnvloed wordt door een bepaald aspect van je levensstijl – en niet door hekserij.
9. **Bid tot een hogere macht en vraag om hulp.** Als je een bepaald geloof aanhangt of in een hogere macht gelooft, vertrouw dan op het feit dat God sterker en veel machtiger is dan welke soort zwarte magie dan ook. Bid gewoon en vraag of God je wil helpen, en vertrouw erop dat hij je zal helpen strijden tegen de kwade krachten in je leven.
Als je christelijk bent, bid dan en vertrouw erop dat Jezus je zal beschermen tegen hekserij. Je kunt een gebed opzeggen als ‘In de naam van Jezus verwerp ik alle kwade vloeken, energieën en intenties die naar me toegestuurd zijn’. Zeg ook gerust het Onzevader op.
Als je een vrome moslim bent, vertrouw dan op Allah en geloof dat hij je zal reinigen en beschermen tegen alle zwarte magie die je kant opgestuurd is. Je kunt tevens een beschermende dua opzeggen als ‘Allaahummak-fineehim bimaa shi’ta’, of ‘O Allah, bescherm me tegen hen op welke manier dan ook’.
Je kunt tevens de aartsengel Michaël om hulp vragen.
10. **Reinig jezelf met zout en steek witte kaarsen aan.** Ga in een warm zoutbad zitten om alle negatieve energie en intenties die aan je verbonden zijn te verwijderen. Sommige spiritueel ingestelde mensen raden ook aan om witte kaarsen aan te steken en hardop te zeggen dat het pure, witte licht alle negatieve energie verwijdert.
Je kunt tevens salie branden in je huis om je lichaam te reinigen van hekserij.
11. **Kies ervoor om niet te geloven in hekserij.** Volgens sommige spirituele deskundigen is hekserij slechts zo krachtig als je het toelaat. Als je bang bent dat iemand zwarte magie je richting opstuurt, zeg dan de volgende zinnen meerdere keren hardop om rust en zelfvertrouwen te krijgen:
’Hekserij is niet echt en het kan me daarom geen kwaad doen’.
’Hekserij is alleen van invloed op me als ik dat toelaat’.
’Hekserij bestaat niet, dus ik hoef me nergens zorgen over te maken’.
12. **Er is geen enkele manier om erachter te komen of iemand een heks is – je kunt het alleen te weten komen door het degene te vragen.** Wicca is net zoals ieder ander geloof of spiritueel geloofssysteem niet iets wat je kunt herkennen door gewoon naar iemand te kijken. Je zult het moeten vragen of af moeten wachten totdat iemand zelf over zijn of haar spirituele overtuigingen vertelt. Het is altijd beter om het van de persoon zelf te horen in plaats van aannames te doen.
Iemand die aan Wicca doet kan een hoop kristallen, kaarsen, kruiden en/of een altaar in huis hebben. Hij of zij kan ook unieke feestdagen vieren, zoals de lente-equinox (Ostara), de herfst-equinox (Mabon), de winterzonnewende (joelfeest) en de zomerzonnewende (Litha). De enige manier om het echter zeker te weten is om degene te vragen waar hij of zij in gelooft. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-je-het-slachtoffer-bent-van-hekserij", "language": "nl"} |
Een horizontale lijn maken in HTML | Deze wikiHow leert je hoe je een horizontale lijn in HTML maakt. Een horizontale lijn kan worden gebruikt om inhoud op je website te scheiden. De code voor het maken van een regel is vrij eenvoudig. Je kunt in-line code toevoegen in HTML 4.01 om je lijn vorm te geven. In HTML5 gebruik je CSS om je lijn vorm te geven.
1. **Open of maak een nieuw HTML-document.** HTML-documenten kunnen worden bewerkt met een teksteditor zoals Kladblok. Je kunt ook een code-editor gebruiken, zoals Adobe Dreamweaver. Gebruik de volgende stappen om een HTML-document te openen in het programma van je keuze:
Open Kladblok of een teksteditor/code-editor van je keuze.
Klik op het menu .
Klik op .
Kies een HTML-bestand.
Klik op .
2. **Selecteer het punt waar je de lijn wilt invoegen.** Scrol omlaag tot de regel waarboven je de regel wilt invoegen, en klik vervolgens op de uiterste linkerzijde van de regel om de cursor direct voor het begin van de regel te plaatsen.
3. ** Maak een lege ruimte.** Druk tweemaal op ↵ Enter om de tekst waarboven je de lijn wilt invoeren naar beneden te verplaatsen, en verplaats de cursor naar de lege ruimte.
4. **Voeg de tag "<hr>" toe.** Typ <hr> in de ruimte voor het begin van de regel. De tag maakt een horizontale lijn over de hele pagina.
5. ** Verplaats de regel voor de 'hr'-tag naar een nieuwe regel.** Druk op ↵ Enter om dit te doen. Op dit punt moet de tag op een eigen regel staan.
6. **Voeg attributen toe aan de horizontale lijn (optioneel).** Je kunt attributen toevoegen aan een horizontale lijn, zoals lengte, breedte, kleur en uitlijning. Gebruik de volgende codes na 'hr' tussen de code-haakjes. Je kunt meer dan één attribuut toevoegen door deze te scheiden met een spatie.
Typ <hr size="#"> om de dikte van de lijn te wijzigen. Vervang # door de dikte (bijv. size="10").
Typ <hr width="#"> om de breedte van de lijn te wijzigen. Vervang # door de breedte in pixels, of het percentage van de paginabreedte (bijv. width="200", of width="75%").
Typ <hr color="#"> om de kleur van de lijn te wijzigen. Vervang # door de naam van de kleur of een hexadecimale code (bijv. color="red" of color="#FF0000")
Typ <hr align="#"> om de lijn uit te lijnen. Vervang # door "right", "left" of "center" (bijv. <hr width="50%" align="center">).
7. **Sla je HTML-bestand op.** Als je een tekstbestand als een HTML-document wilt opslaan, moet je de bestandsextensie (.txt of .docx) vervangen door '.html'. Volg de volgende stappen om je HTML-document op te slaan:
Klik op het menu .
Klik op .
Typ een naam voor het bestand, naast "'Bestandsnaam'".
Typ .html aan het eind van de bestandsnaam.
Klik op .
8. **Test je HTML.** Als je je HTML-bestand wilt testen, klik dan met de rechtermuisknop op het bestand en selecteer . Selecteer vervolgens een webbrowser. Er moet een ononderbroken lijn verschijnen waar je de 'HR'-tag hebt geplaatst. De HTML-code ziet er ongeveer als volgt uit:
<!DOCTYPE html>
<html>
<body>
<h1>Dit is een kop</h1>
<hr size="6" width="50%" align="left" color="green">
<p1>Dit is alineatekst die van de kop is gescheiden door een lijn.</p1>
</body>
</html>
9. **Open of maak een nieuw HTML-document.** HTML-documenten kunnen worden bewerkt met een teksteditor zoals Kladblok. Je kunt ook een code-editor gebruiken, zoals Adobe Dreamweaver. Volg de volgende stappen om een HTML-document te openen in het programma van je keuze:
Open Kladblok, of een andere teksteditor/code-editor naar keuze.
Klik op het menu .
Klik op .
Kies een HTML-bestand.
Klik op
10. ** Voeg een kop toe aan je HTML-document.** Als je HTML-document nog geen kop heeft, gebruikt je de volgende stappen om een kop toe te voegen. De kop komt na de "<html>" tag, en voor de "<body>" tag.
Typ <head> bovenaan het document.
Druk tweemaal op ↵ Enter om twee nieuwe regels toe te voegen.
Typ </head> om de kop af te sluiten.
11. **Typ <style type="text/css"> in de kop.** De opmaak-tag komt tussen de twee kop-tags. Hiermee heb je een plek waar je CSS-code kunt invoeren om je HTML op te maken.
Je kunt ook een externe stijlpagina gebruiken. Lees "" om meer te leren over het koppelen van een extern CSS-betand aan je HTML-bestand.
12. **Typ hr {.** Dit is de CSS-tag voor het opmaken van je horizontale lijn. Plaats deze na de style-tag in de head-sectie, of in je externe CSS-bestand.
13. **Voeg CSS-stijlen toe aan je "<hr>" tag.** Deze plaats je achter de tag "hr {". Er zijn veel manieren om een horizontale lijn op te maken. Hierna volgen een paar voorbeelden.
Typ width: ##px; om de breedte in te stellen. Vervang ## door de breedte van de lijn in aantal pixels. Je kunt ook een percentage (%) aangeven in plaats van pixels (px).
Typ height: ##px; om de dikte van de lijn aan te geven. Vervang ## door het aantal pixels dat de lijn dik moet zijn.
Typ background-color: ##; om de keur van de lijn aan te geven. Vervang ## door de naam van de kleur, of door een hekje (#) gevolgd door een hexadecimale kleurcode.
Typ margin-right: ##px; om het aantal pixels vanaf de rechterkant aan te geven. Vervang ## door het aantal pixels of "auto". Typ "auto" om de lijn links uit te lijnen, of te centreren.
Typ margin-left: ##px; om het aantal pixels vanaf de linker rand aan te geven. Vervang ## door het aantal pixels of "auto". Typ "auto" om de lijn rechts uit te lijnen, of te centreren.
Typ margin-top: ##px; om een bovenmarge aan te geven voor de lijn. Vervang ## door de dikte van de lijn in pixels.
Type margin-bottom: ##px; om een ondermarge aan te geven voor de lijn. Vervang ## door de dikte van de lijn in pixels.
Typ border-width: ##px; om een rand rond de lijn te maken (optioneel). Vervang ## door de dikte van de rand in pixels.
Typ border-color: ##; om de kleur van de rand rond de lijn aan te geven (optioneel). Vervang ## door de naam van de kleur, of een hekje (#) gevolgd door een hexadecimale kleurcode.
14. **Typ } na de instellingen voor de stijl.** Hiermee sluit je de stijl-instellingen voor de <hr> tag af.
15. **Typ <hr> op een willekeurige plek in de body van je HTML-document.** Hiermee voeg je een horizontale lijn toe aan je HTML-document. Je CSS-stijlinstellingen zijn van toepassing wanneer je de <hr> tag gebruikt in je HTML. Je code zou er nu ongeveer als volgt uit moeten zien:
<!DOCTYPE html>
<html>
<head>
<style type="text/css">
hr {
width: 50%;
height: 20px;
background-color: red;
margin-right: auto;
margin-left: auto;
margin-top: 5px;
margin-bottom: 5px;
border-width: 2px;
border-color: green;
}
</style>
</head>
<body>
<h1>Dit is een kop</h1>
<hr>
<p1> Dit is een alineatekst die wordt gescheiden door een horizontale lijn</p1>
</body>
</html> | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-horizontale-lijn-maken-in-HTML", "language": "nl"} |
Eieren in een mandje maken | Eieren in een andje is een handige manier om eieren te bakken in een snee brood. Dit recept staat bekend onder veel namen, maar hoe je het ook noemt, dit is een smakelijke en leuke manier om snel je ontbijtproteïne naar binnen te werken. Zelfs kieskeurige eters zullen hiervan kunnen genieten!
Voorbereiding (Traditioneel): 3-5 minuten
Kooktijd: 5-7 minuten
Totale tijd: 10 minuten
1. **Snijd een gat in een snee brood.** In het midden van het brood snijd je een gat van ongeveer 5 cm in doorsnee. Je kunt ook met een mes een vierkant in het brood snijden.
Kies elk brood dat je lekker vindt. Wit, zoet, zuurdesem, baguette, roggebrood – alles waar jij van houdt zal er een lekkere maaltijd van maken.
Je kunt een gat maken met een glas, een kan of een uitsteekvorm. Druk ermee in de snee brood en als het goed is kun je vervolgens het uitgesneden stuk makkelijk verwijderen.
Om dit een verassing te maken voor kinderen kun je ook grappige uitsteekvormen gebruiken voor het uitsnijden van de vorm in het midden. Daarna kunnen ze ook nog het uitgesneden stuk brood gebruiken om in de eidooier te dopen.
Voor een romantisch ontbijt gebruik je een uitsteekvorm in de vorm van een hart. Heb je geen uitsteekvorm, probeer dan zelf met een mes een hart uit de snee brood te snijden.
2. **Bak het brood.** Doe boter in de koekenpan. Terwijl het boter smelt, smeer je ook nog wat boter aan beide zijden van het brood. Doe nu het brood in de pan. Bak het brood op een matig vuur tot het bruin begint te worden. Draai het brood om. Laat het brood bakken tot het goudbrein is.
Smeer ook nog wat boter op het uitgesneden stuk brood en bak dit samen met het ei voor een extra lekkernij. Vaak wordt het ook nog in de eidooier gedoopt.
Je kunt ook nog plantaardige olie, kokosolie of druivenpitolie gebruiken in plaats van boter.
3. **Doe het ei erbij.** Voor je het ei in het gat doet, leg je nog een klontje boter extra in het gat van het brood. Breek het ei boven het gat.
Wil je minder wit in het ei, scheid dan het wit van de eidooier. Doe de eidooier in het gat en voeg kleine beetjes eiwit er aan toe. Op deze manier is het ei sneller gaar.
Doe ham of bacon bij het ei, een plak kaas bovenop het brood, of voeg specerijen toe, zoals zout, peper of paprika, om te variëren.
4. **Bak het ei.** Laat het ei nog een of twee minuten extra bakken. Draai vervolgens het brood om zodat de andere kant gebakken wordt. Zorg dat het eiwit volledig gaar is. Het mag niet dun zijn of wiebelen.
Voor je het brood en het ei omdraait, til je eerst het brood op met een spatel. Zorg dat het ei vast is geworden en bruin begint te worden voor je het omdraait. Het ei zal aan het brood vastzitten wanneer het klaar is.
Als je eieren die wat minder stevig zijn lekkerder vindt, maak de kooktijd dan korter. Houd je van harde eieren, kook ze dan langer.
Doe nog wat vet op de ongebakken kant voor je het geheel omdraait, om ervoor te zorgen dat het niet vast blijft zitten.
Als je dat wilt kun je het nog op smaak brengen met zout en peper, of zelfs met paprika en andere specerijen, terwijl je het ei aan beide zijden bruint.
5. **Dien het ei op.** Doe de Eieren in een mandje op een bord. Je kunt het eten met mes en vork of als een stuk toast.
6. **Verwarm de oven voor op 200°C.** Beboter ramekins of een muffinblik, of leg er bakpapier op.
7. **Doe het brood in de ramekins.** Beboter het brood aan beide zijden en leg het in de ramekins of de muffinblik. Druk ze voorzichtig in de ramekins, waarbij de randen over elkaar worden gevouwen.
Omdat dit recept in de oven wordt gebakken en niet in de pan is het een gezondere variant met minder calorieën. Om ervoor te zorgen dat het nog minder calorieën bevat en gezonder gebruik je volkorenbrood dat minder vet is.
Om het nog lichter te maken doe je geen boter op het brood. Je legt het zo in de ramekins.
Een andere variatie is het snijden van een gat in een stokbrood, in plaats van het brood in ramekins te doen. Het bakken van eieren in een stokbrood is geen gezonde, caloriearme keuze.
8. **Bak de eieren.** Breek een ei in elke ramekin of muffinvorm. Plaats het in de oven en bak ze ongeveer 20 minuten, of tot het eiwit vast is geworden. Wil je graag hardere eiwitten, bak de eieren dan langer.
9. **Haal ze uit de oven.** Nadat de ramekins of het muffinblik zijn afgekoeld haal je uit de oven en leg je de broodjes op borden. Maak de broodjes los met een mes als het is vastgekleefd.
Bestrooi ze met zout, peper, paprika of knoflook naar smaak. Andere opties voor beleg zijn kaas, bacon of ham, tomaten of avocado.
10. **Sauté de groenten.** Snijd de verse spruitjes doormidden of in kleine stukjes. Rasp of snijd een zoete aardappel (bataat) in kleine plakjes. Sauteer de groenten in kokosolie, ongeveer 3-5 minuten.
Doe er smaakmakers bij, indien gewenst. Zout, peper, knoflook, komijn, paprika, kerriepoeder, chilipoeder of wat je maar lekker vindt.
Voor de koohydraatarme versie gebruik je groente in plaats van brood. Kies twee groenten met verschillende voedingswaarde. Neem bijvoorbeeld spruitjes, zoete aardappel, boerenkool, broccoli, bloemkool, spinazie of andere, favoriete groenten.
11. **Bereid de eieren.** Zet het vuur laag en maak kuiltjes in de groente voor de eieren. Breek een ei of twee in de kuiltjes. Bedek de pan en laat ze gaar worden. De eieren worden gestoomd, in ongeveer 5 minuten. Houd de eieren in de gaten tot ze zo gegaard zijn als je prefereert.
12. **Dien het op.** Gebruik een spatel om het ei en de groente uit de pan te halen en doe het op een bord. Strooi er naar wens kruiden en specerijen overheen.
Je kunt tijdens het koken ook een beetje geraspte kaas of bacon door de groenten roeren, of het er overheen leggen. Doe je dit, zorg er dan wel voor dat de kaas en bacon van goede, biologische kwaliteit is en zonder nitraat. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Eieren-in-een-mandje-maken", "language": "nl"} |
Een lagerstroemia snoeien | Lagerstroemia zijn struiken of kleine bomen die in de zomer grote bloemen produceren. Ze onderscheiden zich door hun meervoudige stammen en gevlekte, afbladderende bast. Ze hebben de voorkeur voor hoge temperaturen en doen het daarom goed in zuidelijke regionen. Lagerstroemia bloeien op nieuw hout, dus is het belangrijk ze te snoeien. Ze gedijen echter het beste door een lichte, natuurlijke wijze van snoeien. De volgende stappen helpen je bij het snoeien van je lagerstroemia.
1. **Verzamel snoeigereedschap.** Om een volgroeide lagerstroemia te snoeien heb je een aantal verschillende snoeigereedschappen nodig. Verzamel de volgende benodigdheden in je garage of in een tuincentrum voor je begint:
Een snoeischaar om kleine twijgen en dunne takken te snoeien.
Een takkenschaar, die wordt gebruikt om dikkere takken bovenin de struik te snoeien.
Een stokzaag, die nog dikkere takken doorzaagt.
Een snoeizaag, voor de dikste takken die je moet snoeien.
2. **Wacht tot het juiste seizoen om een lagerstroemia te snoeien.** Voor de mooiste bloemen in de zomer kun je hem het beste snoeien aan het einde van de winter of in de vroege lente. Snoeien voordat er bladeren aan de boom groeien is bovendien aangeraden, omdat je dan een beter zicht hebt om welke takken gesnoeid moeten worden. Je kunt bloemen verwijderen wanneer ze in de zomer zijn verwelkt om een tweede bloeiperiode te stimuleren.
3. **Bepaal welke vorm en formaat je wilt dat de lagerstroemia krijgt.** Om een lagerstroemia gezond en mooi te houden, zou je bij het snoeien moeten zorgen voor een opening in het midden van de boom, zodat daar eenvoudiger lucht door kan stromen. Snoei niet te drastisch door de stammen te dicht bij de grond weg te snoeien. Als je deze richtlijnen in je achterhoofd houdt, kun je je lagerstroemia snoeien in de vorm en het formaat die passen bij je tuin.
Lagerstroemia groeien ongeveer 30-40 cm. per seizoen, dus snoei ze op basis van de gewenste hoogte van de boom. Wil je bijvoorbeeld dat je boom een kleine 2 meter hoog wordt, snoei hem dan terug tot ergens tussen de 120 en 170 cm.
Onthoud dat verschillende nieuwe takken zullen ontstaan in de gesnoeide gebieden.
4. **Snoei eerst de kleine takken onderaan de boom.** Deze worden 'uitlopers' genoemd. Snoei je ze niet, dan geven deze uitlopers je lagerstroemia een struikachtige uitstraling. Uitlopers kunnen losgetrokken worden zodra ze beginnen te groeien of worden gesnoeid met een snoeischaar. Laat de grote, gezonde, dikke takken zitten zodat die groter en sterker kunnen groeien.
5. **Snoei zijtakken weg.** Snoei alle takken weg die aan de zijkant van de stam tot ongeveer halverwege groeien. Dit wordt ook wel opsnoeien genoemd en zorgt ervoor dat de boom een aantrekkelijke vorm behoudt.
Bij jongere bomen waarvan je de vorm wilt bepalen, snoei je de kleine takken vanaf de grond op en laat je daarbij de 3-5 sterkste takken zitten.
Verwijder kleinere takken die horizontaal of naar het binnenste van de boom groeien.
6. **Snoei dode en kruisende takken weg.** Je kunt een snoeischaar gebruiken voor kleine, dunne takken waar je zo bij kunt, een takkenschaar voor takken die meer dan 12 mm. dik zijn of een stokzaag voor dikkere of langere takken. Snoei takken die met een kromming groeien of die afwijken van de vorm die je wilt bereiken weg.
7. **Snoei lange of gebogen takken terug tot het punt waarop ze meer dan 12 mm.** in diameter zijn. Takken die te dun zijn zullen nog steeds bloeien, maar zullen het gewicht van de bloeiende bloemen niet kunnen dragen en daarom gaan hangen of afbreken.
Als je een tak terugsnoeit tot aan de stam, snoei hem dan gelijk met de stam in plaats van een stompje achter te laten.
Gebruik een takkenschaar voor lager groeiende takken of een stokzaag voor de hoger groeiende takken waar je niet bij kunt.
Het is niet nodig zaaddozen weg te snoeien. Deze hebben geen effect op de bloei.
8. **Doe een stap terug en kijk naar hoe de lagerstroemia groeit.** Sterk inperken (de methode hierboven) zorgt voor een rijke bloei, maar de vorm van de boom lijdt eronder. Dit komt omdat lagerstroemia bast vormen over elke plek waar een tak verwijderd is om deze zo te repareren. Houd daarom in je achterhoofd dat wat je achterlaat tijdens het snoeien elk jaar groter zal worden, zowel in omtrek als in lengte.
Kijk eens naar afbeeldingen van lagerstroemia van honderd jaar geleden en je zult zien hoe mooi deze bomen eruitzagen door licht te snoeien.
9. **Probeer de takken zo te snoeien dat de boom groter kan groeien, zonder dat er takken groeien lager dan een meter.**
10. **Snoei de uiteindes van de takken in V-vorm.**
11. **Verwijder alle kleine takken die onderaan groeien.** Verwijder ze allemaal volledig vanaf de stronk. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-lagerstroemia-snoeien", "language": "nl"} |
Nijnagels snel laten genezen | Nijnagels ontstaan wanneer de huid langs de zijkanten van je vingernagels en in de buurt van je nagelriemen begint te schilferen en scheurt. Meestal wordt dit veroorzaakt door een droge huid en ontstaan er pijnlijke, vervelende wondjes. Gelukkig zijn er enkele dingen die je kunt doen om je nijnagels te behandelen en ze sneller te laten genezen. Met behulp van enkele eenvoudige nagelverzorgingsproducten en eerstehulpmiddelen zouden je handen binnen enkele dagen genezen moeten zijn. Zorg dat je de basisrichtlijnen voor wondverzorging opvolgt om je nijnagels schoon te houden en een nog pijnlijkere infectie te voorkomen.
1. **Plak een pleister op de nijnagel totdat je hem af kunt knippen.** Wikkel een kleine pleister strak om je vinger om de nijnagel te bedekken als je hem niet direct af kunt knippen. Zo voorkom je dat de nijnagel nog verder losscheurt totdat je thuis bent of op een andere plek bent waar je de nijnagel op de juiste manier kunt behandelen.
Als je gescheurde huid bloedt, oefen dan ongeveer tien minuten druk uit met een schoon en droog vel keukenpapier of een doek en plak dan een pleister op de plek.
2. **Was je handen met warm water en zeep om de plek in kwestie schoon te maken.** Maak je handen nat onder de warme kraan en smeer ze grondig in met zeep. Spoel je handen af totdat alle zeepresten verdwenen zijn.
Een nijnagel is eigenlijk gewoon een wond, en het is dus belangrijk om de plek schoon te houden om een infectie te voorkomen.
Het warme water maakt je huid ook zachter en zorgt ervoor dat je de nijnagel gemakkelijker kunt behandelen.
3. **Droog je handen grondig af met een schone handdoek.** Je handen moeten droog zijn, zodat je zalf aan kunt brengen en een pleister kunt plakken na het verwijderen van de nijnagel. Wees voorzichtig, zodat de nijnagel niet nog verder losscheurt.
Als je geen schone handdoek hebt, gebruik dan vellen keukenpapier of schud het water van je handen en laat ze aan de lucht drogen. Gebruik geen vieze handdoek, want dan kunnen er vuildeeltjes en bacteriën in je gescheurde huid terechtkomen.
4. **Steriliseer een nagelriemknipper met ontsmettingsalcohol of een ander ontsmettend middel.** Doe de nagelriemknipper in een klein bakje. Giet genoeg ontsmettingsalcohol, isopropylalcohol of waterstofperoxide in het bakje om de nagelriemknipper te bedekken. Laat hem dan ten minste tien seconden in het middel weken. Haal de nagelriemknipper uit de vloeistof en veeg hem droog met een schone handdoek.
Als je geen nagelriemknipper hebt, dan kun je ook een nagelschaartje of een nagelknipper gebruiken.
Als je geen ontsmettende vloeistof in huis hebt, dan kun je je hulpmiddel schoonmaken met warm water en zeep.
5. **Gebruik een schone nagelriemknipper om de ruwe huid in de buurt van je nagelriemen af te knippen.** Knip voorzichtig de losse en ruwe stukken dode huid af, zodat ze niet ergens achter blijven haken en nog verder losscheuren. Laat de zachte, gevoeligere, levende huid die zich dichter bij je nagels en nagelriemen bevindt met rust.
Als de nijnagel zich aan je dominante hand bevindt en het lastig voor je is om hem af te knippen met je niet-dominante hand, vraag dan iemand om hem voor je af te knippen.
6. **Breng een antibacteriële zalf op je nijnagel aan.** Knijp een klodder antibacteriële zalf op een schone vingertop. Smeer de zalf voorzichtig op de nijnagel totdat hij er volledig mee bedekt is.
De zalf houdt de nijnagel vochtig, zodat hij sneller geneest en je geen infectie krijgt terwijl de wond geneest.
7. **Bedek de nijnagel met een pleister om hem te beschermen.** Wikkel voorzichtig een kleine pleister rondom je vinger om je nijnagel te bedekken. Zo blijft de nijnagel nergens achter haken en scheurt de huid niet verder los terwijl hij geneest.
De pleister voorkomt ook dat er vuildeeltjes en bacteriën in de wond terechtkomen, zodat hij niet geïnfecteerd raakt en het genezingsproces niet verhinderd wordt.
8. **Breng iedere dag nieuwe zalf en een nieuwe pleister aan totdat je nijnagel genezen is.** Haal de pleister voorzichtig van je vinger en was je handen met warm water en zeep om de nijnagel schoon te maken. Droog je handen vervolgens af met een schone handdoek. Bedek de nijnagel weer met een laagje zalf en wikkel een nieuwe pleister om de plek.
De nijnagel zou in vijf tot zeven dagen genezen moeten zijn, als je hem maar iedere dag op deze manier verzorgt.
9. **Smeer je handen twee tot drie keer per dag in met een vochtinbrengend middel om het ontstaan van nieuwe nijnagels te voorkomen.** Breng na het wassen van je handen of meerdere keren per dag ongeparfumeerde lotion op je handen aan om te voorkomen dat je nagelriemen uitdrogen. Doe voor het slapengaan een druppel nagelriemolie op iedere vinger op de plek waar je nagelriem overgaat in je nagel om de huid ‘s nachts gehydrateerd te houden.
Nijnagels worden veroorzaakt door een droge huid, dus als je je huid goed hydrateert nadat je nijnagel genezen is, is de kans kleiner dat er een nieuwe nijnagel ontstaat. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Nijnagels-snel-laten-genezen", "language": "nl"} |
Een hyperlink invoegen | Webpagina's zijn met elkaar verbonden via een netwerk van links. Links worden gebruikt in berichten op sociale media, webpagina's, e-mails en documenten. Je kunt hyperlinks in je tekst invoegen. Eenmaal geklikt, zullen de links de lezer doorverwijzen naar een webpagina of een online document. Deze wikiHow leert je hoe je links kunt invoegen in e-mailberichten, blogs, documenten en je HTML-code.
1. **Open een webpagina waarnaar je wilt linken.** Open een webbrowser naar keuze en voer het adres van de website waarnaar je wilt linken in de adresbalk bovenaan in. Je kunt ook zoeken naar de naam van de website of een artikeltitel met behulp van een zoekmachine, zoals Google. Klik op de webpagina wanneer je die in de zoekresultaten ziet.
Sommige e-mail- en blog-apps hebben ook de optie om een e-mailadres als link te plaatsen.
2. **Kopieer het webadres.** Het webadres staat in de adresbalk bovenaan de pagina. Gebruik de volgende stappen om het webadres te kopiëren.
Klik of tik op het adres in de adresbalk om het te markeren.
Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde webadres, of tik en houd het vast op mobiele apparaten.
Klik of tik op in het pop-upmenu.
3. **Navigeer naar je e-mail of blog.** Als je een mobiele telefoon of tablet gebruikt, tik je op de app die je gebruikt om e-mails te verzenden of blogs te plaatsen. Als je op een desktopcomputer zit, open je een nieuw webbrowservenster of -tabblad en navigeer je naar de website van je e-mail- of blogdienst.
Om een nieuw tabblad in je webbrowser te openen, tik je op het plus (+) pictogram naast de tabbladen boven aan de pagina.
4. **Start je e-mail of blogbericht.** Het pictogram om een nieuwe e-mail of blog te starten verschilt per app. Zoek naar een pictogram dat zegt , , of een afbeelding die lijkt op een plusteken (+), of potlood en papier.
5. **Klik waar je de link wilt laten verschijnen.** Links kunnen aan het eind van een blog of e-mail verschijnen, of in het midden van een zin als verwijzing.
Je kunt ook een woord of zin markeren die je wilt omzetten in een link.
6. **Klik of tik op Link of op het pictogram dat op een ketting lijkt.** In de meeste apps heeft de knop om een link toe te voegen een pictogram dat op een ketting lijkt. Dit toont een pop-upvenster waarmee je een link kunt maken.
7. **Plak de link in het veld met de tekst 'URL'.** Zoek naar het veld met de tekst URL en gebruik de volgende stappen om de URL in het veld te plakken.
Klik of tik op het webadres of de e-mailoptie (indien beschikbaar)
Klik met rechts of houd het URL-veld ingedrukt.
Klik of tik op .
8. **Voer de tekst in.** De schermtekst is een woord of zin die in plaats van het webadres voor de link verschijnt. Dit kan een beschrijving zijn, de titel van de pagina waarnaar je linkt, of als deel van een zin. Het kan ook een eenvoudige instructie zijn zoals 'Klik hier'.
Laat dit veld leeg als je het webadres als URL-tekst wilt gebruiken.
9. **Bevestig de link.** Om de link op te slaan klik je op de knop die zegt Ok, of iets dergelijks. Dit voegt de link toe aan je email of blogtekst.
Om de link te verwijderen, klik je er met de rechtermuisknop op of houd je de link ingedrukt. Tik vervolgens op , of op het pictogram dat op een potlood lijkt.
10. **Publiceer of stuur je e-mail.** Maak je e-mail of blogbericht af. Als je klaar bent, klik je op de knop om je blogbericht te publiceren of de e-mail te verzenden.
11. **Navigeer naar een webpagina waarnaar je wilt linken op je website of in je e-mail.** Open een webbrowser naar keuze en voer het adres van de website waarnaar je wilt linken in de adresbalk in of zoek naar de naam van de website of de titel van het artikel met behulp van een zoekmachine, zoals Google. Klik op de webpagina wanneer je deze in de zoekresultaten ziet.
Je kunt ook een e-mailadres als link plaatsen.
12. **Kopieer het webadres.** Het webadres staat in de adresbalk bovenaan de pagina. Gebruik de volgende stappen om het webadres naar je klembord te kopiëren.
Klik op het adres in de adresbalk om het te selecteren.
Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde webadres.
Klik op Kopiëren in het pop-upmenu.
13. **Open je tekstverwerkingsprogramma.** Je kunt hyperlinks invoegen in een verscheidenheid aan tekstverwerkingsprogramma's, waaronder Word, Google Documenten en LibreOffice, en andere office apps zoals Excel en PowerPoint.
14. **Plaats je cursor waar je een hyperlink wilt invoegen.** Hyperlinks kunnen aan het eind van een document of in het midden van een zin worden geplaatst.
Als alternatief kun je de tekst markeren die je in een hyperlink wilt veranderen.
15. **Klik op het menu Invoegen.** Het staat in de menubalk bovenaan de app. Dit geeft een vervolgkeuzemenu weer.
16. **Klik op Link of Hyperlink.** Het staat in het menu onder 'Invoegen'. Dit opent een venster dat je kunt gebruiken om een hyperlink te maken.
Als alternatief kun je klikken op het pictogram dat op een kettinglink lijkt in de werkbalk bovenaan de pagina.
17. **Plak je gekopieerde URL in het Adres-veld of URL-veld.** Zorg ervoor dat je het webadres waarnaar je wilt linken naar je klembord hebt gekopieerd. Doorloop de volgende stappen om de link in het veld met 'URL' of 'webadres' te plakken.
Klik met rechts op het URL-veld.
Klik op .
18. **Voer de tekst in voor de hyperlink.** Dit is de tekst die verschijnt in plaats van het webadres. Klik op het veld met de tekst 'Tekst' of 'Weer te geven tekst' en typ de tekst die je voor de hyperlink wilt weergeven. De tekst kan een deel van een zin zijn, de titel van de pagina, een beschrijving van de pagina waarnaar je linkt, of een eenvoudige instructie zoals 'Klik hier'.
19. **Pas de link toe.** Om de link toe te passen, klik je op de knop , , of iets dergelijks.
20. **Open een webpagina waarnaar je wilt linken.** Open een webbrowser naar keuze en voer het adres van de website waarnaar je wilt linken in de adresbalk in, of zoek naar de naam van de website of de titel van het artikel met behulp van je favoriete zoekmachine, zoals Startpage of Google. Klik op de webpagina wanneer je die in de zoekresultaten ziet.
21. **Kopieer het webadres.** Het webadres staat in de adresbalk bovenaan de pagina. Doorloop de volgende stappen om het webadres naar je klembord te kopiëren.
Klik op het adres in de adresbalk om het te markeren.
Rechtsklik op het gemarkeerde webadres.
Klik in het menu op Kopiëren.
22. **Ga naar je HTML-code.** Dit kan een HTML-document zijn op je webserver of lokale harde schijf. Het kan ook een bulletinboard of blogpost zijn die HTML toestaat.
Op prikborden en blogs moet je misschien op de 'HTML'-knop klikken boven het veld waarin je je tekst invoert, om over te schakelen naar de HTML-modus.
23. **Klik op de plaats waar je de hyperlink wilt hebben.** Een hyperlink kan aan het eind van de tekst komen te staan, maar ook middenin een zin, als verwijzing.
24. **Typ <a href= op de regel.** Dit is het eerste deel van je openingstag voor hyperlinks in HTML.
25. **Plak het URL-adres tussen aanhalingstekens (' ').** Typ een aanhalingsteken en klik dan met de rechtermuisknop en klik op om het webadres dat je hebt gekopieerd te plakken. Voeg nog een aanhalingsteken toe aan het eind van de URL.
26. **Typ > na het laatste aanhalingsteken.** Dit sluit de openingstag van de HTML-code. Tot nu toe zou je HTML-tag er ongeveer zo uit moeten zien:<a href='http://www.example1.net'>. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-hyperlink-invoegen", "language": "nl"} |
Een broek naaien | De volgende naaitips helpen de beginnende naaister bij het maken van een elastische taillebroek. Het maken van je eigen broek is leuk en stelt je in staat om gemakkelijk de lengte en pasvorm van je broek aan te passen, en een aangepaste garderobe samen te stellen die je niet in de winkel kunt vinden. Met een beetje oefening kun je in 1-2 uur een broek in elkaar zetten. De volgende instructies kunnen ook worden aangepast om een korte broek te maken.
1. **Kies een basis naaipatroon voor een broek met een elastische taille.** Kijk voor het trefwoord 'pull-on-pants' en een patroon zonder ritsen of zakken. Ideale patronen zijn te vinden in de afdelingen Broek en Rokken, Slaapmode en Heren/Unisex van de meeste kledingcatalogi.
2. **Kies een stof voor je broek.** Het patroon wordt geleverd met aanbevelingen voor het soort en de hoeveelheid stof die je nodig hebt. Winkelmedewerkers willen altijd graag aanbevelingen doen.
Kies een stof die gemakkelijk te bewerken is voor dit project. Stoffen zonder veel rek zijn makkelijker te verwerken dan gebreide stoffen. Een schattig flanellen of katoenen print zou een goede keuze zijn voor een broek.
Let op de wasvoorschriften voor de stof die je kiest -- deze vind je aan het uiteinde van de rol stof.
3. **Koop de stof en het naaigerei nodig om je project te voltooien.** Deze zullen ook op de patroon-enveloppe worden vermeld. Je hebt meestal 2,5-3 meter stof nodig, afhankelijk van de breedte van de stof.
Koop een klosje garen dat overeenkomt met of past bij je stof. Zoek naar een variëteit die gemarkeerd is met 'all purpose' of 'sew-all'.
Koop een pakket van 3/4-inch elastiek voor de tailleband.
4. **Was de stof op voorhand.** Het is belangrijk om de stof voor te wassen voordat je begint te knippen en te naaien, om eventuele krimp te beperken en stijfsels en overtollige kleurstof te verwijderen. Zorg ervoor dat je de nieuwe stof apart van andere kledingstukken voorwast, om vlekken op je kleding te voorkomen!
Maak voor het wassen met de naaimachine een snelle rechte steek, ongeveer 1 cm van elke kniprand van de stof, om te voorkomen dat loszittende stof ontrafelt.
Was en droog de stof volgens de wasvoorschriften. Voor katoenen stoffen, inclusief flanel, was je de stof in de machine in warm water met je normale wasmiddel en droog je de stof op hoge stand in de wasdroger (als je die hebt).
5. **Leg alles klaar om de broei te gaan naaien terwijl de stof wordt gewassen.** Als je je materialen klaar hebt en je naaimachine is ingesteld en klaar om mee te werken, dan zal het in elkaar zetten van de broek een stuk makkelijker worden!
Lees de patrooninstructies die zijn meegeleverd.
Rijg je naaimachine in en laad de klos met garen die je wilt gebruiken.
Zet je strijkplank neer of maak een strijkoppervlak klaar. Je kunt ook snel even meerdere lagen handdoeken op de vloer of op tafel leggen om op te strijken.
Bereid een oppervlak voor om het patroon en de stof uit te snijden. Vergeet niet dat een schaar houten oppervlakken kan beschadigen, dus gebruik een vel karton of tafelkleed om je eettafel te beschermen.
6. **Knip het patroon uit.** Je broekspatroon moet bestaan uit een 'voor' en 'achter' beenstuk. Knip de patroondelen zorgvuldig uit en volg de lijnen voor de gewenste maat.
Als het vloeipapier van het patroon zwaar gekreukt of gerimpeld is, dan kun je het met een droog strijkijzer op een lage stand strijken, om het glad te maken voordat je gaat knippen.
Ruitvormige of driehoekige lipjes op de rand van het patroon zullen later worden gebruikt om stukken stof bij elkaar te passen. Let op dat je ze er niet afknipt.
7. **Strijk de stof zodat deze plat op het oppervlak ligt.**
8. **Spreid de stof uit op het oppervlak en plaats de patroondelen erop, volgens de aanwijzingen op het patroon.** De meeste patronen zullen je instrueren om de stof doormidden te vouwen voordat je gaat knippen. Op deze manier knip je uiteindelijk twee stukken stof in één keer uit, één voor het rechterbeen en één voor het linkerbeen.
9. **Speld het patroonpapier op de stof met rechte spelden, elk op 8-10 cm van elkaar, of zo vaak als nodig is om het patroon goed vast te maken.** Als je dubbele lagen stof hebt, zorg er dan voor dat de spelden volledig door beide lagen gaan.
10. **Knip de stofdelen uit met een scherpe schaar.** Knip beide lagen stof tegelijkertijd door en zorg ervoor dat je ruitvormige of inkepingen knipt waar ze op het patroonpapier zijn aangegeven.
11. **Verwijder de spelden van de geknipte stukken.** Je moet eindigen met vier stukken stof: twee 'voorkanten' en twee 'achterkanten', één voor elke broekspijp.
12. **Knip een stuk elastiek voor de tailleband.** Gebruik een meetlint om je taille op te meten en knip dan een stuk elastiek van 1,8 cm af dat 2,5 cm langer is dan deze lengte.
13. **Pas de stukken bij elkaar en speld ze aan elkaar vast.** Zoek een voor- en een achterstuk bij elkaar aan en plaats die met de goede kanten naar elkaar toe. De 'goede' kant van de stof is de kant die je ziet als de broek wordt gedragen.
Lijn de randen en alle inkepingen uit en speld de binnen- en buitennaden op elkaar.
Speld beide pijpen volledig vast voordat je begint met naaien, om er zeker van te zijn dat alles goed op elkaar ligt. Je moet eindigen met twee binnenstebuiten gekeerde pijpen die een spiegelbeeld van elkaar zijn.
14. **Naai elke broekspijp met een rechte steek, ongeveer 1 cm van de rand van de stof.** Naai eerst de buitenste naad van elke broekspijp. Naai vervolgens de binnenste naden van elke broekspijp. Je kunt ook de ene broekspijp volledig naaien en dan de andere doen.
15. **Verwijder de spelden en strijk alle naden open met je strijkijzer.** Dit is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de twee benen soepel kunnen worden samengevoegd, en dat je geen lastige plooien en kronkels in de naden maakt.
16. **Maak de twee broekspijpen aan elkaar vast.** Begin door de ene genaaide broekspijp met de goede kant naar buiten te draaien en steek deze broekspijp in de andere, zodat de goede kanten van de stof elkaar raken. Speld nu de kruisnaad van de twee broekspijpen op elkaar en zorg ervoor dat alle naden en inkepingen op één lijn liggen (de kruisnaad zal er als een 'U' uitzien).
17. **Naai de kruisnaad met een rechte steek.** Voor extra duurzaamheid kun je ook een zware steek gebruiken, of een tweede rij stiksels op 3 mm afstand van de eerste.
18. **Keer de broek binnenstebuiten en druk de kruisnaad open.** Je bent bijna klaar met je broek!
19. **Creëer een tunnel aan de bovenkant van de broek voor het elastiek.** Vouw de bovenkant van de broek 6-7 mm naar beneden en strijk het, en vouw nogmaals 3 cm naar beneden en druk het geheel opnieuw aan. Naai 3 mm van de onderkant van de tunnel helemaal rond de broek, en laat een ruimte van ongeveer 5 cm over om het elastiek in te brengen.
20. **Werk het elastiek in de tunnel.** Bevestig een grote veiligheidsspeld aan een uiteinde van het elastiek en gebruik dit om het elastiek in de tunnel te rijgen die je aan de bovenkant van de broek hebt gemaakt. Je kunt voor deze taak ook een lange haarspeld gebruiken.
Stik de uiteinden van het elastiek aan elkaar met een zigzagsteek. Zorg ervoor dat het elastiek niet gedraaid zit!
Maak de tailleband af door de opening die je voor het elastiek heeft laten zitten dicht te naaien.
21. **Omzoom de broek.** Probeer eerst de broek om te beslissen hoe lang je hem wilt hebben. Een assistent kan in dit stadium echt van pas komen! Markeer de gewenste lengte van de broek met spelden of een uitwasbaar stofpotlood.
Als de onafgewerkte broek meer dan een centimeter langer is dan je zou willen, knip dan het overtollige materiaal aan de onderkant weg.
Vouw de onderkant van elke broekspijp 6-7 mm om en strijk het glad, en vouw nogmaals 1,8-2 cm om en strijk opnieuw. Speld de zomen en naai 1,3 cm vanaf de onderkant van de broek (die nog steeds binnenstebuiten is gekeerd!).
22. **Draag je nieuwe broek met trots!** Zorg ervoor dat je alle spelden verwijdert en de broek met de goede kant naar buiten draait, voordat je hem aantrekt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-broek-naaien", "language": "nl"} |
Op mannen reageren op Tinder | Nu dat je naar rechts hebt geswiped en wat matches hebt, krijg je waarschijnlijk veel berichtjes binnen. De manier waarop je reageert zal gebaseerd zijn op of je interesse in hem hebt, een afspraak wilt maken, of hulp nodig hebt om hem te vertellen, "Nee bedankt!" Dit is best simpel, en je zult vast wat goede matches vinden!
1. **Stuur een korte reactie als hij een kort berichtje stuurt.** Als je verlegen bent maar interesse wilt tonen, reageer dan met iets simpels om het gesprek in leven te houden. Je kunt een zwaaiende emoji toevoegen als je vriendelijker wilt lijken. Deze reactie zal je ten minste laten opvallen.
Reageer met iets als, "Hé Erik! Het is leuk om je te ontmoeten." Op deze manier weet hij minstens dat je zijn berichtje binnen hebt gekregen en dat het aan hem zal liggen om het gesprek vooruit te helpen.
2. **Stel een simpele vraag om het gesprek op gang te houden.** Als je het gesprek een bepaalde richting op wilt sturen, reageer dan met een simpele vraag. Vermijd in het begin vragen die te persoonlijk zijn, en probeer iets meer over hem te weten te komen.
Je kunt bijvoorbeeld schrijven, "Hoe gaat het?" Dit is simpel maar zal het gesprek op gang brengen.
Je kunt ook proberen, "Wat doe je?" Dit geeft hem de kans om je te vertellen over waar hij mee bezig is geweest.
Een gerichtere vraag die je kunt stellen is bijvoorbeeld, "Hoe was je weekend?" Door dit te beantwoorden krijgt hij de kans om te vertellen over activiteiten die hij leuk of interessant vindt.
3. **Maak een opmerking over zijn profiel om iets over hem waar je interesse in hebt ter sprake te brengen.** Directe opmerkingen over zijn inleiding helpen de man om beter te begrijpen waarom je interesse in hem hebt en geven het gesprek een richting om op te gaan.
Bijvoorbeeld, "Ik zag dat je meedoet aan triatlons. Wauw, hoe lang doe je dat al?" Dit opent de deur voor meer discussies over beide van jullie interesses.
Nog een opmerking zou kunnen zijn, "Ik las in je inleiding dat je vier zussen hebt! Je hebt dus vast veel tijd rond vrouwen doorgebracht." Dit geeft hem de kans om meer te delen over zijn familie.
4. **Vertel hem iets nieuws over jezelf om hem iets anders te geven om over te praten.** Als jullie een interesse gemeen hebben uit zijn inleiding kun je dat met hem delen om het gesprek verder op gang te helpen. Wees eerlijk en houd het bij je echte interesses. Vertel alleen dingen waar je je gemakkelijk bij voelt.
Als jullie allebei van sport houden, probeer dan iets als, "Ik kan me voorstellen dat je net zoals ik moe bent door naar al die overtime en strafschoppen te kijken tijdens de voetbalwedstrijd gisteren. Kun je geloven dat we gewonnen hebben?" Dit opent de deur om gedeelde interesses te bespreken.
Vertel hem dat jullie een gemeenschappelijk interesse hebben door een detail over jezelf te delen, "Ik train ook voor een halve marathon. Dit zal m'n zesde worden. Hoe lang ren je al en welke afstanden heb je geprobeerd?"
5. **Reageer met een flirterige opmerking om te laten zien dat je interesse hebt.** Toon interesse door lichtjes te flirten nadat jullie al een tijdje hebben gepraat. Plaag hem lichtjes door iets grappigs te zeggen of vertel hem dat je het echt leuk vind om met hem te praten.
Je kunt proberen, "Ik vind het fijn om met je te praten. Je lijkt me echt grappig en lief."
Uit aan hem, "Ik kan niet geloven hoe makkelijk ik het vind om met je te praten. Het voelt alsof we elkaar al veel langer kennen."
6. **Stuur een GIF als je denkt dat het het gesprek aan zou drijven.** Dit kan het gevoel van het gesprek opstellen of ten minste een reactie uit hem halen. Foto's zijn een leuke manier om je reactie simpel te houden maar om ook anders te zijn tegenover de andere reacties die hij misschien binnen krijgt.
De GIF die je uitkiest kan grappig, nostalgisch, of maf zijn. Deze afbeeldingen kunnen gebruikt worden om het gesprek aan te drijven of om iets te delen over je persoonlijkheid.
7. **Vraag naar één van zijn foto's om meer details over hem te leren.** Dit zal laten zien dat je tijd hebt genomen om naar zijn foto's te kijken en dat je interesse hebt om wat details te krijgen. Wees niet bang om hem complimentjes te geven.
Je kunt opmerken, "Hé, ik vind die foto van je bij de waterval echt mooi. Waar heb je die genomen?"
Merk op, "Je ziet er heel blij uit in die foto waarin je op het strand zit. Welk strand bezocht je toen?"
8. **Reageer met een vraag die uit het niets komt als het gesprek langzaam gaat of ophoudt.** Dit kan laten zien dat je speels en avontuurlijk bent en dat je spontaan kunt zijn. Het kan hem wat inzicht geven over je persoonlijkheid en kan een nieuwe kant van je laten zien.
Je kunt uit het niets vragen, "Ben je ooit gaan wildwatervaren? Want dat heb ik altijd al willen doen." Dit kan random lijken, maar kan leuk zijn en meer gespreksstof naar boven brengen.
9. **Stuur hem een grapje als je hem wilt laten weten dat je een grappige kant hebt.** Als het gesprek ophoudt, breek het ijs dan met humor. Laat hem een flirterige, maffe, of grappige kant van jezelf zien maar doel erop dat je een lach of glimlach uit hem krijgt.
Een voorbeeld van een flauwe, maar grappige mop zou kunnen zijn, "Er loopt een 0 over straat, komt hij een 8 tegen en zegt hij 'Zeg, zit je riem niet een beetje te strak?'"
10. **Vraag naar zijn bedoelingen om zijn interesse in te schatten.** Als je interesse hebt in het voortzetten van het gesprek zul je op gegeven moment misschien willen weten waar hij naar op zoek is. Je zult het misschien willen weten voor je je nummer aan hem geeft als hij alleen maar interesse heeft in een one-night-stand.
Probeer iets speels als, "Ik wil wel afspreken. Plezier of een toekomst?" Je kunt proberen om het licht te houden en nog steeds een idee te krijgen van wat hij zoekt.
Als je serieuzer wilt zijn, probeer dan, "Dus ik geniet van onze gesprekken, maar ik vraag me af naar wat voor soort verbinding je op zoek bent?"
11. **Geef hem je telefoonnummer en stel voor om af te spreken na het telefoongesprek.** Als je interesse hebt in een afspraak in het echt, bied je telefoonnummer dan aan en spreek over een afspraak. Op deze manier kun je zijn interesse verder inschatten door naar zijn stem te luisteren.
Je kunt zeggen. "Ik vind het echt leuk om je te leren kennen, hier is mijn nummer. Bel me eens zodat we een tijd en plek om af te spreken kunnen plannen." Dit voorbeeld laat hem weten dat je interesse hebt om verder te gaan maar dat je het samen in wilt plannen.
Als je eerst wilt praten en het dan over een afspraak wilt hebben, probeer dan te reageren met, "Hier is m'n nummer. Bel me eens, ik wil graag praten. Misschien kunnen we zelfs een keer afspreken."
12. **Biedt een nonchalante, veilige afspreeklocatie met vrienden aan voor jullie eerste afspraak in het echt.** Laat hem weten dat je interesse hebt en graag meer wilt praten met koffie of een drankje. Kies om veilig te zijn een locatie in het openbaar uit waar er andere mensen bij zullen zijn, inclusief een aantal vrienden.
Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen, "Mijn vrienden en ik gaan later drankjes halen, ik zou het leuk vinden als je langskwam zodat we elkaar kunnen ontmoeten."
Vertel hem over een openbare gelegenheid waar je bij zult zijn, "Er is vanavond in de stad een kijkfeestje voor de wereldkampioenschap. Ik zal er zijn met wat vrienden. Waarom kom jij ook niet?"
13. **Suggereer een traditionele date als je klaar bent om alleen bij hem te zijn.** Als je een romantischere setting wilt dan drankjes met vrienden, probeer dan een 'echte date' voor te stellen. Je kunt voorstellen om naar een etentje te gaan, een picnic in het park, een museum, een sportwedstrijd of een andere activiteit die te maken heeft met een gedeelde interesse. Dit kan nog steeds een openbare plek zijn voor de veiligheid, maar wel iets wat jullie met z'n tweetjes kunnen doen.
Biedt iets aan als, "Er is een geweldig park bij de rivier in de stad, wat als ik een picnic voor de lunch in elkaar zet, jij een toetje meeneemt en we daarna gaan kayaken?"
Voor een romantischere setting kun je voorstellen, "Er is een nieuw restaurant in de stad die ik heel graag uit wil proberen. Zullen we daar dit weekend afspreken voor een etentje?"
14. **Vertel hem dat je geen interesse hebt als je niet verder wilt gaan.** Ghosting is voor niemand leuk! Wees direct en eerlijk. Als je al een tijdje met deze man praat, laat hem dan weten dat je geen interesse hebt en dat het tijd is om verder te gaan. Als je het leuk vond om te praten, bedank hem dan voor de leuke gesprekken, maar laat hem weten dat het niet verder zal gaan.
Probeer hem te vertellen, "Ik vond het leuk om met je te praten maar ik denk niet dat we genoeg gemeen hebben. Ik wil je tijd niet meer verspillen en ik wens je alle succes."
15. **Leg uit als hij je liet afknappen.** Soms zul je duidelijk moeten reageren op een man die een ongepaste of afknappende opmerking heeft gemaakt. Wees klaar met een reactie als hij ergens mee begint waar je geen interesse in hebt.
Reageer met, "Ik heb geen interesse in iets als wat jij voor hebt gesteld. Succes met het vinden van een ander die daar wel interesse in heeft."
16. **Stop met reageren als hij je niets geeft om op te reageren of als hij ongewenste, ongepaste berichten stuurt.** Als hij je negeert of blijft proberen om je aandacht te trekken nadat je het duidelijk hebt gemaakt dat je er klaar mee bent, stop dan met reageren. Uiteindelijk zal het duidelijk voor hem worden.
Als hij kleinerende opmerkingen heeft gemaakt of het duidelijk heeft gemaakt dat hij je niet kan accepteren voor wie je bent, stop dan met reageren en ga verder. Hij is je tijd niet waard.
Je hebt geen verplichting om te reageren op de berichtjes die je krijgt. Als ze afknappend voor je zijn, reageer dan niet. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Op-mannen-reageren-op-Tinder", "language": "nl"} |
Een vriendschapsarmband maken | Een vriendschapsbandje maken is een leuk en makkelijk knutselproject waarbij je met felle kleuren een draagbaar stukje kunst maakt. Deze armbandjes zijn meestal van draad gemaakt en je geeft ze aan een vriend als teken van jullie vriendschap. Je kunt de bandjes natuurlijk ook gewoon zelf dragen, of verkopen om wat bij te verdienen.
1. **Kies je materialen.** Er zijn allerlei soorten draad die je kunt gebruiken om vriendschapsbandjes te maken. De meest populaire soorten zijn borduurgaren, knutseldraad, perlé-garen en breigaren. Je kunt dit vinden bij een hobby- of handwerkwinkel.
: Dit is het makkelijkst om mee te werken, want het is katoen dat uit 6 draden bestaat, het geeft mooie knoopjes, heeft een beetje glans en is verkrijgbaar in heel veel kleuren.
: Dit is een goedkopere optie dan borduurgaren, en het breekt wat sneller. Het is meestal gedraaid en wordt in pakketjes verkocht en niet als losse draden.
: Dit lijkt op borduurgaren. Het is van katoen gemaakt en gedraaid.
: Normaal breigaren, vooral als het van katoen of een ander dun materiaal is, is het beste. Al krijg je hiermee vaak wel wat minder nette, bobbelige armbandjes.
2. **Kies je patroon uit.** Er bestaan allerlei patronen, van heel simpel tot erg ingewikkeld. Sommige patronen gebruiken eenvoudige knooptechnieken, terwijl andere juist heel moeilijke technieken gebruiken en verschillende materialen vereisen. Zoek online maar eens naar een patroon dat bij jouw wensen past.
Als je eenmaal weet hoe je vriendschapsbandjes moet maken kun je je eigen patronen gaan ontwikkelen en experimenteren met verschillende kleurcombinaties.
3. **Kies de kleuren.** Je kunt vriendschapsbandjes maken met elke kleurcombinatie die je maar wilt. Om een patroon te krijgen moet je een bepaald aantal draden van een bepaalde kleur gebruiken.
Voor een eenvoudig bandje met een 2-kleurig streeppatroon kies je 2 kleuren. Voor een ingewikkelder patroon zoals een regenboog heb je 6 kleuren nodig.
4. **Knip 6 stukken draad af.** Voor dit bandje heb je 6 stukken draad van gelijke lengte nodig. Als je een patroon met 2 kleuren maakt heb je dus 3 draden van elke kleur nodig.
De draden moeten 60 tot 75 cm lang zijn.
5. **Knoop de draden aan elkaar.** Leg alle draden naast elkaar en zorg dat ze bovenaan gelijk liggen. Maak een knoop bovenin en laat ongeveer 3 cm draad loshangen bovenaan.
6. **Zet de draden vast.** Gebruik een stukje tape of een veiligheidsspeld om de draden ergens aan vast te maken. Je kunt de veiligheidsspeld dan bijvoorbeeld weer vastzetten aan je broek, ter hoogte van je knie.
Je kunt de knoop ook met tape vastmaken aan de tafel of de vloer. Tape trek je wel makkelijk weer los, afhankelijk van hoe hard je aan de draden trekt als je aan het knopen bent.
7. **Spreid de draden uit.** Om beter bij te kunnen houden met welke draad je bezig bent moet je ze uitspreiden zodat ze als een waaier voor je liggen.
8. **Maak de eerste rij voorwaartse knopen.** Gebruik de meest linkse draad om een voorwaartse knoop om de draad ernaast te maken. Leg twee knopen en trek ze goed aan.
Om een voorwaartse knoop te leggen maak je twee knopen in een draad. Neem de meest linkse draad (Draad #1) en kruis die over de draad rechts ervan (Draad #2). Haal Draad #1 onder Draad #2 door en haal hem door het gat dat tussen de twee draden ontstaat om een steek of een knoop te maken. Gebruik dezelfde Draad #1 nogmaals om een knoop in Draad #2 te maken. Trek het strak langs de voorkant van Draad #2, naar rechts, en dan is je eerste voorwaartse knoop klaar.
Maak nu met Draad #1 voorwaartse knopen om de rest van de draden (onthou: 2 knopen in elke draad). Als je klaar bent met deze rij is Draad #1 helemaal aan de rechterkant.
Om een achterwaartse knoop te maken, die ervoor zorgt dat de knoop naar de andere kant wijst, maak je de knopen andersom, dus kruis je de rechterdraad over de linkerdraad, er onderlangs en er doorheen. Onthou dat je ook hierbij 2 knopen moet leggen.
9. **Blijf zo doorgaan met voorwaartse knopen.** Neem de draad die nu helemaal links ligt en maak een voorwaartse knoop in de draad die er direct rechts van ligt, op dezelfde manier als hoe je de eerste rij hebt gedaan. Blijf hiermee doorgaan totdat je de laatste paar centimeter van je draden over hebt.
Als je bandje begint te draaien, strijk het dan of gebruik een paperclip om het recht te houden. Schuif de paperclip steeds wat verder op terwijl je doorgaat.
10. **Probeer het bandje.** Als je aan het einde van de draden komt, sla het bandje dan een keer om je pols om te zien of het past. Als het al makkelijk om je pols heen kan, kun je al stoppen en het overtollige draad afknippen.
11. **Maak het bandje af.** Neem alle draden samen en leg een knoop in het uiteinde. Knip de draadjes af zodat ze allemaal gelijk zijn.
Je kunt er aan het einde ook een lus in maken zodat je de andere kant er door kunt halen om je armbandje vast te zetten als je hem omdoet.
12. **Knip een weefgetouw uit.** Knip een cirkel uit een stukje karton, ongeveer 7-8 cm in diameter. Knip een gaatje in het midden met de diameter van een potlood.
Knip 32 inkepingen rondom het weefgetouw. Zorg dat ze gelijkmatig verdeeld zijn.
Sommige pakketjes bevatten al een kant-en-klaar weefgetouw waar patronen op voorgedrukt zijn.
13. **Markeer je kleurpatroon op het weefgetouw.** Om een patroon in je armbandje te krijgen moet je op het weefgetouw aangeven waar welke kleuren moeten komen. Er zijn allerlei patronen online te vinden om bijvoorbeeld een regenboog, hartjes of streepjes te maken.
Om een patroon met 2 kleuren strepen te krijgen: zet bij 2 inkepingen Kleur 2, sla 2 inkepingen over en schrijf bij de volgende 2 weer Kleur 1, sla 2 inkepingen over, enz. Markeer 2 inkepingen met Kleur 2, sla er 2 over, markeer de volgende 2 weer met Kleur 2, enzovoorts, tot je het hele weefgetouw rond bent.
Bij het eerste paar van Kleur 1 zet je bij de meest rechtse inkeping een pijltje. Dat is je beginpunt.
14. **Maak je draden klaar.** Kies de kleuren die je wilt gebruiken. Knip 16 draden van ongeveer 50 cm lang. Leg ze naast elkaar en leg er een knoop in, maar laat ongeveer 3 cm boven de knoop loshangen.
15. **Leg je draad klaar op het weefgetouw.** Doe je hele bosje draad door het gaatje in het midden van het weefgetouw. Er zijn 16 inkepingen waar een kleur bij staat. Leg de juiste kleur draad in de juiste inkepingen, zodat alle draadjes vastzitten.
16. **Begin je draadjes te weven.** Pak de draad die zit in de inkeping met het pijltje erbij. Haal hem onder het weefgetouw door en stop hem in de inkeping net rechts naast de inkeping recht tegenover je startpunt.
Er zijn nu 3 draden aan de onderkant van je weefgetouw. Neem hiervan de meest linkse draad en beweeg die over de eerste lege inkeping aan de linkerkant van de draad die je net hebt verplaatst.
17. **Draai de schijf en ga door met weven.** Draai de schijf stapsgewijs naar links zodat je weer een paar draden aan de bovenkant hebt liggen. Herhaal de vorige stap door de meest rechtse draad te pakken en die naar onderen te brengen. Neem de meest linkse draad van onderen en leg die weer links van de bovenste draad.
Weef op deze manier door tot je de laatste centimeters van je draden hebt bereikt.
18. **Probeer het bandje.** Als je aan het einde van de draden komt, sla het bandje dan een keer om je pols om te zien of het past. Als het al makkelijk om je pols heen kan, kun je al stoppen en het overtollige draad afknippen.
19. **Maak het armbandje af.** Zet je werkstukje vast met een stevige knoop. Hou aan het einde nog een lus van een paar centimeter over. Doe het bandje om je pols en steek de knoop door de lus.
20. **Kies kraaltjes uit om aan je armbandje toe te voegen.** Er zijn allerlei kraaltjes die je kunt gebruiken om een vriendschapsbandje te versieren, zoals minikraaltjes van glas, van plastic, van nepedelsteen, enzovoorts. Ze kunnen variëren in kleur en afmeting en het kan je bandje extra mooi maken.
De glazen kraaltjes zijn heel erg klein. Kraaltjes van plastic zijn meestal iets groter, die worden vaak door kinderen gebruikt om kettingen te rijgen. Nepedelstenen zijn nog groter en zijn geslepen in allerlei vormen zodat ze het licht reflecteren zoals een echte edelsteen.
De kleine glazen kraaltjes kun je het beste gebruiken als je borduurgaren hebt gebruikt, maar het is erg moeilijk om ze op de draad te rijgen.
21. **Maak de kraaltjes vast aan de armband.** Om de kraaltjes aan de randjes van het bandje vast te maken moet je minimaal 3 rijen van je patroon afmaken. Doe dan een kraaltje aan de twee buitenste draden. Ga weer 3 rijen verder met je patroon en doe dan weer een kraaltje aan de buitenste draden. Blijf dit herhalen tot je aan het einde bent.
Je kunt ook kraaltjes in het midden van je bandje vastmaken. Om dit te doen maak je 3 rijen van je patroon af. Knoop dan 2 draden van de volgende rij. Rijg het kraaltje aan de middelste 2 draden. Maak het patroon dan weer 3 rijen verder af en voeg nogmaals een kraaltje toe aan de middelste 2 rijen. Herhaal dit tot je aan het einde van de armband bent.
22. **Voeg een kraaltje toe aan het einde van de armband.** Neem een grotere kraal en haal alle draden daar doorheen als je patroon af is. Maak daaronder een knoop in de draden. Je kunt deze grote kraal gebruiken als haakje om het bandje aan je pols vast te knopen.
23. **Hang bedeltjes aan je armband.** Bedeltjes zijn wat grotere voorwerpjes die aan een klein metalen ringetje vastzitten. Je kunt een draad door dat ringetje rijgen zodat het bedeltje aan je armband vastzit. Bedenk waar het bedeltje moet komen en rijg het op dat punt aan een draadje. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-vriendschapsarmband-maken", "language": "nl"} |
Je krabben als je jeuk hebt onder je gips | Als je jeuk onder je gips hebt kan de jeuk ondraaglijk voelen, maar gelukkig zijn er manieren om de jeuk te verzachten en zelfs om jeuk te voorkomen. Door voorwerpen in het gipsverband te steken en het materiaal te beschadigen kunnen je symptomen verergeren. Gelukkig zijn er een hoop andere manieren om veilig van die vervelende jeuk af te komen.
1. **Blaas met een föhn koele lucht onder het gips.** Zorg dat je de föhn instelt op een koude stand, want door warme of hete lucht kunnen je symptomen verergeren en kun je je huid verbranden. Blaas de lucht tussen het gips en je huid.
2. **Maak trillingen door op je gipsverband te kloppen of tikken.** Je gipsverband laten trillen kan helpen om je jeuk te verlichten, of je nu een houten lepel of je hand gebruikt. Trillingen maken door op het gips te kloppen is veiliger dan voorwerpen onder het gips te steken om van de jeuk af te komen.
3. **Masseer de blote huid in de buurt van het gipsverband.** Door de huid in de buurt van de jeukende plek te masseren kun je enige verlichting krijgen. Wees voorzichtig en zorg dat je pijnlijke plekken vermijdt wanneer je je blote huid in de buurt van het gips masseert. Door je huid aan te raken en te masseren leid je je aandacht af van de plek die jeukt.
Door je huid te masseren stimuleer je tevens de bloedcirculatie in dat deel van het verband, zodat het genezingsproces versneld wordt.
4. **Koel je gipsverband snel af met een ijszak.** Door een waterdichte ijszak om je gipsverband te wikkelen kun je de jeuk verzachten door middel van koelte. Denk erover om in plaats van een ijszak een ongeopende zak diepvriesgroenten te gebruiken. Zorg er echter wel voor dat de condensatie op de zak niet in het verband lekt.
5. **Bespreek medicijnen met je arts.** Denk erover om een vrij verkrijgbaar antihistaminicum te gebruiken of een receptplichtig medicijn van je arts. Je kunt orale geneesmiddelen gebruiken om jeuk te verzachten als andere methoden niet werken. Dit helpt om de reactie van je lichaam op de irriterende stof te onderdrukken.
6. **Gebruik geen hulpmiddelen die infecties kunnen veroorzaken of in je gipsverband vast kunnen blijven zitten.** Steek geen voorwerpen in je gips om van de jeuk af te komen. Door met een voorwerp aan je huid te krabben kan je huid kapotgaan of kun je een infectie krijgen. Het kan zijn dat je dan nog vaker naar je arts moet of een nieuw gipsverband moet hebben omdat er voorwerpen in het verband vastzitten. Het gaat hier om voorwerpen als:
Eetstokjes
Potloden en ander schrijfgerei
IJzeren kledinghangers
7. **Gebruik zo weinig mogelijk poeder en lotion.** Poeders en lotions kunnen de hoeveelheid zweet op je huid verminderen, maar mogen alleen buiten het verband aangebracht worden zodat de huid schoon en zacht blijft. Poeder in een gipsverband kan aankoeken en zweren veroorzaken. Het is normaal als je gips naar zweet ruikt. Als er echter een ongewone of vieze geur uit het verband komt, neem dan contact op met je arts.
8. **Trek en scheur niet aan de voering van het gipsverband.** Het jeukende, kriebelende gevoel kan je gek maken, maar door de voering van watten te beschadigen of het gipsverband losser te maken kun je het probleem verergeren. Bij sommige gipsverbanden wordt een voering van watten gebruikt om de huid tegen de zaag te beschermen wanneer het verband weggehaald wordt. Als de beschermende voering niet op zijn plek zit kunnen er krassen op de huid komen wanneer het verband verwijderd wordt.
9. **Houd je verband uit de buurt van water.** Het is belangrijk om je gipsverband uit de buurt van water te houden en van alle dingen waardoor het verband vochtig wordt. Soms zal je huid echter nat worden doordat je zweet, maar er zijn manieren waarop je kunt voorkomen dat je gips nat of te vochtig wordt:
Steek je arm of been uit het bad wanneer je in bad gaat. Als je je verband tijdens het nemen van een bad met plastic wilt bedekken, gebruik dan ducttape en bedek het gips met meerdere lagen gipsverband. Een andere optie is om een speciale gipshoes te gebruiken.
Loop of sta niet in water als je gips om je been hebt.
Bedek de schoen om je loopgips voordat je in de regen of sneeuw gaat lopen. Haal de schoen alleen om je gips weg wanneer je in bad gaat en gaat slapen.
10. **Zorg dat je minder of zo weinig mogelijk zweet.** Blijf zo weinig mogelijk op warme en zonnige plekken, want dan zul je meer gaan zweten. Als je stevig wilt sporten, doe dit dan op een plek met airconditioning om zo weinig mogelijk te zweten en te voorkomen dat het vocht in je gips jeuk veroorzaakt.
11. **Zorg dat er geen vuil, modder en zand in je gipsverband komt.** Alle korrelige materialen die in je gipsverband terechtkomen kunnen meer irritatie veroorzaken en kunnen de jeuk verergeren. Je kunt je gips het beste schoon en droog houden.
Gebruik een vochtige doek en schuurpoeder om vuile plekken op het gipsverband schoon te maken. Zorg ervoor dat je alle korreltjes gips en ander materiaal van de randen van het gipsverband strijkt, maar dat je niet aan de voering komt of deze verplaatst. Breek geen randen van het gipsverband af en knip ze niet af.
12. **Roep medische hulp in wanneer er sprake is van ernstigere problemen.** Het kan frustrerend zijn om jeuk onder je gips te hebben, maar dit is een veelvoorkomend probleem. Let op de volgende mogelijke complicaties met je gipsverband:
Drukwonden omdat je gipsverband te strak zit of niet goed past.
Onaangename en vreemde geuren veroorzaakt door schimmel nadat je gipsverband en huid lange tijd nat zijn geweest.
Compartimentsyndroom, met symptomen als een verdoofd gevoel in het lichaamsdeel in kwestie, een koude of bleke huid met een blauwe tint, pijn en zwellingen die erger worden en een brandend of prikkend gevoel.
Je krijgt koorts of huidproblemen langs de randen van het gipsverband.
Het verband knapt, barst of krijgt zachte plekken.
Het verband wordt erg vies.
Je voelt blaren en zweren ontstaan binnenin het verband. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-krabben-als-je-jeuk-hebt-onder-je-gips", "language": "nl"} |
Voorkomen dat stof gaat rafelen | Leren hoe je kunt voorkomen dat stof gaat rafelen kan je veel tijd, ergernis en geld besparen. Of je nu midden in een quiltproject zit of je favoriete kledingstuk probeert te redden, een rafelige rand kan er lelijk uitzien. Er zijn verschillende methoden die je zullen helpen de randen van de stof te behouden en rafelen te voorkomen.
1. **Gebruik plakband voor een snelle oplossing.** Leg de stof op een hard en plat oppervlak met de achterkant naar boven. Leg het plakband langs de bovenkant van de rand, met de rand van de stof horizontaal voor je uit. Bedek ongeveer 1,5 cm van de rand met het plakband. Laat het overtollig plakband de stof losjes op het werkoppervlak bevestigen. Knip een nieuwe en strakke lijn door de afgeplakte stof, net waar de rand begint te rafelen.
Laat het plakband op de rand zitten om te voorkomen dat het gaat rafelen.
Plakband is doorzichtig. Kies een mat plakband in plaats van eentje met een glanzende afwerking, omdat het minder opvalt.
Deze methode zal niet lang meegaan als de stof wordt gewassen, maar het is wel handig bij het knippen van rechte randen in moeilijk hanteerbare stoffen. Ook handig voor kussens of andere projecten waarbij de naden verborgen zijn en nauwelijks worden gewassen.
2. **Lijm de randen met textiellijm, zoomplakband of secondelijm.** Koop een van deze lijmen bij een hobbywinkel of online. Plaats kleine klodders lijm langs de rand van de stof. Gebruik een wattenstaafje of tandenstoker om de lijm gelijkmatig te verdelen. Gebruik niet te veel lijm, want dit kan donkere vlekken achterlaten op de stof als hij eenmaal is opgedroogd.
Gebruik hetzelfde proces om de lijm aan te brengen, maar vouw dan de met lijm bedekte rand van de stof om, en druk hem naar beneden om een zoom te maken.
3. **Knip een nieuwe rand met een kartelschaar.** Een kartelschaar ziet eruit als een schaar met tanden en je kunt hem in alle handwerkwinkels of online vinden. Knip een nieuwe rand op de stof op dezelfde manier als dat je hem zou knippen met een gewone schaar. In plaats van in een rechte snede, knipt de schaar echter in een gekarteld patroon. Deze snede voorkomt dat de randen gaan rafelen.
Dit is een populaire methode op beginnersniveau om rafelende randen aan te pakken.
Breng lijm aan op de snijrand met een wattenstaafje of tandenstoker voor extra stabiliteit.
4. **Knip en knoop de draad.** De niet-technische en ouderwetse manier om een rafelige rand aan te pakken, is door hem vast te zetten met naald en draad. Knip om te beginnen een stuk draad af van ongeveer 50 cm lang. Maak een knoop aan het ene uiteinde door het uiteinde om je wijsvinger te wikkelen, duw het kortere uiteinde vervolgens door de lus en trek het erdoor.
5. **Rijg de draad door de naald.** Neem het niet geknoopte uiteinde van de draad en pak het tussen je duim en wijsvinger. Maak een lus rond de naald en schuif de kleine lus over de kop van de naald om een strakke kleine lus te creëren. Maak de lus tussen je vingers plat en steek hem dan door het oog van de naald totdat de lus aan de andere kant naar buiten steekt. Pak de lus met je vingers vast en trek hem erdoor totdat de staart erdoor komt.
Je moet misschien een nieuw uiteinde van de draad afknippen als het een beetje versleten en slap is, aangezien het werken met een zacht stuk draad moeilijk is.
Trek de staart erdoor zodat hij ongeveer 7 tot 10 cm lang is.
6. **Steek de naald van achteren naar voren om een overhandse steek te maken.** Houd de stof met de goede kant naar boven. Begin aan de achterkant van de stof en steek de naald zo dicht mogelijk bij de rand. Duw de naald door de stof naar voren en trek de draad erdoor totdat de knoop haakt.
Trek niet te strak, anders komt de rand er verkreukeld uit te zien.
Blijf dicht bij de rand, ongeveer 3 mm of minder is ideaal.
7. **Herhaal de steek om de rand af te werken.** Plaats de naald weer op de achterkant van de stof, naast de plek waar je hem hebt gestoken voor de eerste steek. Ga verder en herhaal dezelfde steek over de lengte van de rand, waarbij je de naald altijd van achteren naar voren insteekt.
Zet de steken voor een strakkere steek dichter bij elkaar of verder uit elkaar voor een lossere steek.
8. **Bind de draad af na de laatste steek.** Ga naar de achterkant van de stof. Rijg de naald onder de laatste steek en trek de draad eronder totdat zich een kleine lus vormt. Trek de naald door de lus en trek om een knoop te maken. Herhaal dit om een tweede knoop te maken voor meer vastigheid.
Knip de draad af om de rand af te werken en laat aan het einde niet meer dan een 3 mm lang restje over.
9. **Zet de rand vast met een overlocker.** De meest professionele manier om een rand af te werken is met een gespecialiseerde naaimachine, de overlocker genaamd. Deze naai-gadget maakt gebruik van vier draden en twee naalden. Rijg de overlocker in en voer de naad onder de voet door hem door de machinenaalden te bewegen, zoals je zou doen met een gewone naaimachine.
Denk er aan dat je eventuele spelden uit de stof haalt voordat je hem door de overlocker voert.
Een overlocker naait, snijdt en werkt een naad tegelijkertijd af. Het kan je daarom tijd besparen.
Een overlocker is een gespecialiseerde machine die niet alle basisfuncties van een gewone naaimachine kan vervangen. Ze kosten een paar honderd euro, maar als je veel afwerkingswerk doet, is dit dan misschien een goede keuze voor je.
10. **Maak een zigzagsteek op je naaimachine.** Zet je naaimachine in de zigzagstand door de draaiknop of het digitale display aan de zijkant te gebruiken. Leg de stof onder de opgeheven voet van je naaimachine. Zet de voet omlaag en voer de stof door de machine. Houd de stofrand op één lijn met het midden van de voet.
Raadpleeg de handleiding van je machine voor meer details als je niet zeker weet hoe je hem op een zigzagsteek moet instellen.
Voeg een paar achteruitsteken toe aan het begin en einde om de draad te knopen.
11. **Gebruik een overlockvoet op je naaimachine om een overlock-steek na te bootsen.** Verwijder de gewone naaivoet van je machine en bevestig de overlockvoet op zijn plaats. Stel je machine in op de overlock-steek. Lijn de stof uit met de binnenkant van de voet. Voer de stof zoals gewoonlijk door de machine.
Door een overlockvoet aan je naaimachine te bevestigen, kun je een steek maken die veel lijkt op de steek die een overlocker maakt.
Gebruik een zigzaginstelling met de overlockvoet om een vergelijkbaar afwerkingseffect te bereiken als er geen overlock-instelling op je machine zit.
Raadpleeg de handleiding van je naaimachine voor meer details over het uitschakelen van de voet. Het is meestal een kwestie van het uit en weer aanzetten en vereist geen gereedschap. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Voorkomen-dat-stof-gaat-rafelen", "language": "nl"} |
Tekenen en inkleuren in Photoshop 6 | Adobe PhotoShop™ is een heel wat meer geavanceerd programma voor het bewerken van afbeeldingen dan wat er meestal mee wordt geleverd bij een besturingssysteem; om het effectief te kunnen gebruiken zal je moeten leren ermee om te gaan. Kennis hebben van meerdere manieren om gebruik te maken van kleur, schetsen, opvullen, uitlijnen en schaduw aanbrengen (welke allemaal hieronder worden behandeld) zal ervoor zorgen dat je artwork iets is om trots op te zijn en te laten zien.
1. **Open een nieuw document door te klikken op 'FILE' > 'NEW' en stel de afmetingen in.**
2. **Stel de breedte en de hoogte in, in dit geval 500x500 pixels, maar je kunt elke afmeting kiezen die je wil.**
3. **Maak een nieuwe laag.** Heb je een canvas naar wens gemaakt, maak dan een nieuwe laag aan. Klik daarvoor eerst op 'Layer' > 'New Layer.' Geef de laag een naam. Noem het in dit geval 'white'
4. **Vul de nieuwe laag met wit.**
5. **Maak een nieuwe laag.** Schets nu wat je wil gaan tekenen. Klik op de kleuren en kies er een uit.
6. **Kies een penseel en pas de instellingen aan naar wens
**
7. **Teken.** Maak je niet druk over net werken, teken maar een eind weg! Hier zie je een voorbeeld van een schets.
8. **Maak de lijntekening.** Nu je de schets hebt gemaakt zul je de lijnen aan moeten geven om de tekening duidelijker te maken. Maak een nieuwe laag. Klik op de Pen tool, en klik daarna op 'Freeform pen tool'
9. **Werk een van je lijnen uit.** Omdat de Pen tool lijnen afrondt kan het zijn dat je wat je net hebt getekend zult moeten verwijderen en overnieuw tekenen (niet de hele tekening, alleen de lijn die niet gelukt is)
10. **Je hebt nu een lijn.** Nu zal je aan moeten geven hoe de penseelstreek eruit gaat zien. Rechtsklik op de lijn en klik dan op 'Stroke Path' (Pad omlijnen).
11. **Stel de Paintbrush of het Pencil in
**
12. **Als het goed is heb je nu dit.**
13. **Verwijder de ruwe schets.** Verwijder de oude lijn door het volgende te doen. Rechtsklik en selecteer Delete path.
14. **Herhaal dit voor de rest van de tekening.** We zien nu het volgende:
15. **Maak de tekening schoon.** Je wilt de lelijke blauwe lijnen niet terugzien, of wel? Doe het volgende:
16. **Je hebt nu dit.**
17. **Kijk naar de lijnen.** Sommige zijn dik en niet goed gevormd. Wat we moeten doen is gebruik maken van Taper.
18. **Selecteer het gum en taper de lijnen door de randen uit te gummen.**
19. **Doe dit ook met de rest van de lijnen.**
20. **Voeg er wat kleur aan toe.**
21. **Ga naar het kleurenpalet en kies een kleur naar wens.** Maak een nieuwe laag. Nu kun je gaan inkleuren!
22. **Verplaats de laag met de lijntekening boven de laag waar de kleuren moeten komen.**
23. **Ga verder met het toevoegen van kleur (zorg er wel voor dat je nog steeds in de kleurlaag bent).**
24. **Gebruik de Magic wand (Toverstaf).** Alle lijnen zijn nu verdwenen, of niet? Dat kun je gemakkelijk weer bijwerken. Klik op het gereedschap 'Magic wand'
25. **Klik op de laag met de lijntekening en gebruik de toverstaf om op het canvas te klikken.** Dit hoort er te gebeuren:
26. **Ga naar beneden, naar de kleurlaag en druk op Delete (op je toetsenbord) en de extra inkleuring is verdwenen'
**
27. **Klik opCtrl+D.** Okay. Herhaal dit tot alle inkleuring klaar is.
28. **Maak een nieuwe laag, en dek alle niet afgesloten gebieden af, zoals de handen en de torso (tijdelijk).**
29. **Keer terug naar je kleurlaag.** Selecteer een gebied dat je wilt inkleuren met het toverstafje, en kleur het in. De magic wand staat niet toe dat je buiten de lijntjes kleurt, dus zal je een gebied moeten selecteren dat je wilt inkleuren.
30. **Verwijder de afgedekte laag en je zou iets als het volgende over moeten houden.** Het is ook een goed idee om de laag met de lijntekening weer boven de kleurlaag te plaatsen, zodat de lijnen niet onderbroken worden.
31. **Maak een nieuwe laag.** Klik op de airbrush en stel deze in op 10% opacity/transparantie, en kies een kleur die donkerder is de oorspronkelijke kleur. Waar je verwacht dat er schaduw is, breng je de donkere kleur aan met de.
32. **Ga zo verder met het lichaam.**
33. **Kies nu een kleur die lichter is dan de originele kleur en waar je licht verwacht, geef je dat aan!** Voeg details toe zoals de ogen.
34. **Het eindresultaat
** | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Tekenen-en-inkleuren-in-Photoshop-6", "language": "nl"} |
Op natuurlijke wijze van oedeem afkomen | Oedeem is een vorm van zwelling veroorzaakt door een ophoping van overtollig vocht in de weefsels in je lichaam. Deze aandoening treedt meestal op in de enkels, voeten, benen, armen en handen. Oedeem kan het resultaat zijn van een tijdelijke aandoening als zwangerschap of optreden na een verwonding. Het kan tevens veroorzaakt worden door een hartziekte, nierziekte of leverziekte, of een bijwerking van een medicijn zijn. Je kunt last krijgen van perifeer of lokaal oedeem, wat betekent dat je enkels, voeten, benen, armen of handen opgezwollen zijn, of van gegeneraliseerd oedeem, wat betekent dat het weefsel rondom inwendige organen als de longen opzwelt.
1. **Let op veelvoorkomende symptomen.** Perifeer oedeem wordt gekenmerkt door opgezwollen enkels, voeten, armen en handen. Door het opzwellen kan je huid uitrekken en gaan glanzen.
Als je met een vinger op het opgezwollen gedeelte drukt en je het kuiltje een tijd blijft zien, dan heb je wellicht last van indrukbaar oedeem. Dit type oedeem treedt meestal op nadat je lange tijd achter elkaar hebt gezeten.
2. **Weet wat je risicofactoren voor perifeer oedeem zijn.** Mild of matig oedeem kan een hoop verschillende oorzaken hebben, waaronder:
Lange tijd achter elkaar stil blijven zitten zonder te bewegen of sporten
Het eten van erg zoute voedingsmiddelen
Veranderingen in de hormoonspiegel (zoals een opgeblazen gevoel voorafgaand aan de menstruatie en schommelingen in de oestrogeenspiegel)
Zwangerschap
Het hebben van een postoperatieve verwonding aan het lymfestelsel en de lymfeklieren (dit komt vaak voor na een operatie om een tumor bij borstkanker te verwijderen)
Het gebruiken van bepaalde medicijnen, waaronder steroïden, medicijnen tegen een hoge bloeddruk, medicijnen tegen diabetes en NSAID’s (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen)
3. **Weet welke onderliggende medische oorzaken er zijn.** Naast bovenstaande risicofactoren kan oedeem veroorzaakt worden door verschillende systeemziekten. Laat je door een arts onderzoeken op de volgende aandoeningen:
Hartfalen
Leverziekten
Nierziekten of het nefrotisch syndroom (een aandoening aan de nieren waarbij er sprake is van een lage hoeveelheid albumine, een belangrijke proteïne, in het bloed)
Veneuze insufficiëntie, zoals spataderen, waarbij de aderen het bloed niet goed door je lichaam kunnen laten stromen
Lymfatische insufficiëntie of schade (die veroorzaakt kan worden door chemotherapie, een operatie of een andere verwonding)
4. **Zorg dat je minder zout binnenkrijgt.** Een te grote hoeveelheid zout zorgt dat er meer water naar de weefsels stroomt, dus je kunt oedeem voorkomen door minder zout te eten. Je kunt advies vragen aan een voedingsdeskundige of diëtist om een zoutarm dieet te volgen, maar er zijn ook enkele algemene tips die je op kunt volgen om minder zout binnen te krijgen.
Strooi geen tafelzout op je eten. Het kan een tijdje duren voordat je gewend bent aan de minder zoute smaak, maar wellicht merk je dat je de smaak van de voedingsmiddelen zelf lekkerder gaat vinden. Je kunt tevens andere kruiden en specerijen toevoegen als dille, kerrie, peper, komijn of tijm om voor wat variatie in de smaak te zorgen.
Zorg dat je minder bewerkt voedsel eet, zoals verpakt voedsel, diepvriesvoedsel en voedsel in blik (waaronder soep) dat je in de winkel koopt.
Eet volwaardige voedingsmiddelen die je zelf klaarmaakt. Als je je eten zelf klaarmaakt weet je zeker dat er geen extra zout aan toegevoegd is. Een goede aanpak is om alleen de schappen langs de buitenrand van de supermarkt bij langs te gaan en niet de schappen in het midden. Langs de buitenrand van de supermarkt vind je meestal alle groente, fruit, vlees, vis, zuivel en bulkproducten (zoals bonen, peulvruchten, volkorengranen en noten).
Bekijk het schap met biologisch voedsel in de supermarkt. Soms kun je daar gezonde varianten van bewerkt voedsel vinden. Bekijk de verpakking van alle bewerkte voedingsmiddelen om te zien hoeveel zout ze bevatten.
5. **Zorg voor een beter uitgebalanceerd voedingspatroon.** De beste manier om ervoor te zorgen dat je alle voedingsstoffen, vitaminen en mineralen binnenkrijgt is om verschillende vruchten en groenten te eten. Deze voedingsmiddelen bevatten van nature weinig zout en allerlei soorten gezonde voedingsstoffen.
Eet verschillende soorten fruit en groente, zoals asperge, peterselie, bieten, druiven, groene bonen, groene groenten, pompoen, ananas, ui, prei en knoflook.
Groenten met diepe, volle kleuren bevatten vaak de meeste voedingsstoffen.
Als je oedeem hebt kan het goed zijn om voedingsmiddelen met antioxidanten te eten, zoals bosbessen, frambozen, kersen, tomaten, pompoen en paprika’s.
6. **Eet minder vlees.** Zorg dat je zo weinig mogelijk vlees eet. Sommige vleessoorten, zoals gerookt vlees, vleeswaren en rood vlees, bevatten veel zout. Als je heel veel vet binnenkrijgt kan het tevens zijn dat je lever en galblaas minder goed werken en dat je eten minder goed verteerd wordt. Dit kan je oedeem verergeren.
7. **Drink veel water.** Het klinkt misschien tegenstrijdig om meer water te drinken als je vocht vasthoudt, maar dit is de beste manier om je lichaam schoon te spoelen. Zorg dat je per dag 6 tot 8 glazen water met een inhoud van 250 ml drinkt.
Als je arts je diuretica (plaspillen) voorgeschreven heeft, vraag hem of haar dan hoeveel water je per dag moet drinken.
8. **Vermijd alcohol, cafeïne en tabak.** Deze producten kunnen perifeer oedeem erger maken en je algehele gezondheid verslechteren. Alcohol en cafeïne zorgen ervoor dat je uitdroogt. Als je dus alcoholische en cafeïnehoudende dranken drinkt, zorg dan dat je extra water drinkt om het effect ervan tegen te gaan.
9. **Zorg dat je genoeg en de juiste beweging krijgt.** Het is vrij bekend dat oedeem veroorzaakt kan worden door niet genoeg bewegen en sporten. Veel mensen weten niet dat je ook last van oedeem kunt krijgen als je te veel sport. Het is belangrijk om je arts te vragen hoe vaak je het beste kunt sporten en welke sporten het geschiktst voor je zijn.
Als je niet gewend bent om je fysiek erg in te spannen, zorg dan dat je je trainingen geleidelijk aan opbouwt. Als je herstellende bent van een operatie of aandoening, wees dan voorzichtig en werk samen met een arts of fysiotherapeut om het sporten langzaamaan op te bouwen.
10. **Probeer niet te veel te zitten.** Te veel stil blijven zitten is één van de hoofdoorzaken van oedeem. Door rond te lopen rekken je beenspieren zich uit en trekken ze zich samen, waardoor je aderen gemasseerd ofwel gestimuleerd worden en ze bloed omhoog kunnen duwen naar je hart en longen toe. Door lange perioden achter elkaar te zitten hoopt dat bloed zich op in je handen en voeten.
11. **Houd je voeten omhoog als je lang achter elkaar zit of je ontspant.** Als je toch lange tijd achter elkaar moet blijven zitten, probeer je benen dan omhoog te houden om te voorkomen dat het bloed zich ophoopt. Leg je voeten op je bureau, een stoel of een poef. Je kunt tevens enkele kussens opstapelen om je voeten comfortabel neer te kunnen leggen.
12. **Ga om het uur een stukje lopen.** Als je toch lange tijd moet blijven zitten helpt het om elk uur even 5 minuten te gaan lopen. Loop door de kamer heen, ga je waterfles bijvullen of loop buiten even een blokje om. Je zult je er beter door gaan voelen, je beter kunnen concentreren en je oedeem vermindert.
Veel mensen merken dat ze ‘s avonds meer last van hun oedeem hebben. Als je na een lange dag op het werk op de bank aan het uitrusten bent, probeer dan nog steeds om een of twee keer per uur even een rondje te lopen.
13. **Steek je handen omhoog.** Omdat perifeer oedeem meestal in de handen en polsen optreedt probeer je je armen en handen om de 30 tot 60 minuten hoog boven je hoofd te houden. Door de zwaartekracht zal het vocht dan uit je handen lopen.
Wellicht helpt het om je handen voorzichtig te schudden of rond te draaien terwijl je ze boven je hoofd houdt.
14. **Draag compressiekousen.** Compressiekousen of steunkousen zijn strakke, elastische kousen die een gelijkmatige druk op je onderbenen en enkels uitoefenen om ophopingen van vocht te voorkomen. Je kunt ze online kopen bij webshops in medische hulpmiddelen, evenals bij sommige drogisterijen.
Veel mensen vinden het lastig om de kousen aan te trekken omdat ze zo strak zijn. De beste manier om ze aan te trekken is om de kousen tot aan je enkels naar beneden te rollen. Steek je voeten er dan in en rol de kousen omhoog over je enkels en kuiten.
Veel artsen en fysiotherapeuten raden aan om tijdens het sporten compressiekleding te dragen. Vraag je arts wat hij of zij aanraadt.
Sommige compressiekledingstukken moeten speciaal op maat gemaakt worden. Sommige vrouwen dragen na een operatie aan de borsten bijvoorbeeld op maat gemaakte compressiekleding om de armen.
Sommige compressiekleding heeft een luchtpomp die af en toe druk uit oefent door samen te trekken.
15. **Praat met je arts.** Natuurlijke middelen zijn vaak erg veilig, maar vraag altijd advies aan je arts voordat je jezelf met natuurlijke middelen probeert te behandelen.
16. **Drink vochtafdrijvende thee.** Dergelijke thee heeft een vochtafdrijvende werking, wat betekent dat je lichaam meer urine aanmaakt en het overtollige vocht uit je lichaam wordt afgevoerd. Houd rekening met allergieën voor planten en vraag advies aan je arts of apotheker over wisselwerkingen tussen dergelijke theesoorten en andere medicijnen die je gebruikt. Drink 3 of 4 koppen thee per dag en voeg als je dat wilt honing, stevia of citroen toe om de thee op smaak te brengen.
: zorg ervoor dat je paardenbloembladthee koopt en geen thee gemaakt van de wortels van de paardenbloem, want die helpt niet tegen oedeem.
: maak je eigen thee door 1 theelepel gedroogde zaadjes in 250 ml heet water te doen.
: deze thee helpt ook om je te ontspannen en te slapen.
: dit kan een goede vervanging voor koffie zijn.
: maak je eigen thee door 1 theelepel venkelzaadjes of -bladeren aan 250 ml water toe te voegen. Venkel is tevens goed voor de spijsvertering en verfrist de adem.
: dit is een vochtafdrijvende thee die helpt bij de spijsvertering.
: dit is een vochtafdrijvende thee die vitaminen en mineralen bevat.
17. **Neem antioxidanten.** Antioxidanten kunnen op een indirecte manier je oedeem verminderen omdat ze de aderen sterker maken. Naast het eten van voedingsmiddelen die antioxidanten bevatten kun je proberen om een voedingssupplement te nemen, zoals druivenpitextract (2 keer per dag 360 mg) of blauwe bosbessen (3 keer per dag 80 mg).
18. **Onderga een acupunctuurbehandeling.** Bij acupunctuur, een behandelmethode uit de traditionele Chinese geneeskunde, worden er naalden op bepaalde plekken in het lichaam gestoken. Bij de traditionele Chinese geneeskunde gaat het erom dat het lichaam in balans wordt gebracht en wordt oedeem als een teken van onbalans gezien. Acupunctuur brengt het lichaam weer in balans, zodat de vloeistoffen allemaal goed blijven stromen en je van je oedeem afkomt.
Om een gecertificeerde acupuncturist te vinden kun je hier zoeken op de website van de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging.
19. **Kies voor massagetherapie.** Massagetherapie kan helpen om je bloedsomloop te stimuleren en het vocht uit je weefsels te laten stromen, terug naar de bloedbaan en het lymfestelsel. Een lymfemassage, ook wel manuele lymfedrainage genoemd, is een soort massage dat het lymfestelsel en het immuunsysteem ondersteunt.
Je arts kan je wellicht doorverwijzen naar iemand die gespecialiseerd is in manuele lymfedrainage.
Als je een massagetherapeut gevonden hebt, kijk dan of hij of zijn een opleiding gedaan heeft en gecertificeerd is.
20. **Geef jezelf een watermassage.** Natuurgenezers raden vaak een watermassage aan om de lymfestroom te stimuleren, waardoor oedeem kan verminderen. De lymfevaten en lymfatische kleppen trekken dan samen en verwijden zich weer, waardoor het vocht naar je hart toe en uit je handen en voeten geduwd wordt. Je kunt dit zelf thuis doen met een losse douchekop.
Begin door koud water op je voeten te spuiten. Maak eerst je ene voet nat en vervolgens de andere, waarbij je de straal water bij je beide benen omhoog beweegt naar je hart toe.
Spuit vervolgens koud water op je handen. Wanneer je handen nat zijn spuit je het koude water van je hand langs je arm naar je hart toe. Doe dit vervolgens bij je andere hand en arm.
Draai de warme kraan open. Maak het water zo heet mogelijk als je kunt verdragen zonder dat je jezelf verbrandt.
Spuit weer water op je voeten en ga met de straal bij je benen omhoog. Spuit daarna nog eens water op je handen en ga bij je armen omhoog.
Schakel weer over op koud water en behandel je voeten, benen, armen en handen op dezelfde manier als hierboven beschreven is om de behandeling af te ronden.
21. **Probeer droog borstelen.** Dit is een andere behandelmethode uit de traditionele Chinese geneeskunde die je lymfestelsel stimuleert. Je kunt dit zelf thuis doen met een zachte borstel met een lang handvat of een zachte, pluizige katoenen handdoek.
Zorg dat je huid en de borstel (of handdoek) helemaal droog zijn voordat je met deze behandeling begint.
Borstel steeds met lange streken in de richting van je hard. Wrijf of schrob niet met de borstel over je huid.
Borstel van je handen bij je armen omhoog naar je schouders toe.
Borstel bij je rug omhoog, van de onderkant van je ruggengraat naar je schouders toe.
Borstel bij je nek naar beneden, van je haarlijn naar je schouders toe.
Borstel bij je borst omhoog naar je keel toe.
Borstel van je navel naar het midden van je borst toe.
Borstel om je borsten heen omhoog naar je oksels toe.
Borstel bij je benen omhoog, waarbij je met je voeten begint. Borstel vervolgens van je enkels naar je knieën en behandel zowel de voor- als de achterkant. Borstel dan van je knieën naar je kruist toe en behandel zowel de voor- als de achterkant.
Borstel van je kruis naar je navel toe.
Deze behandelmethode zou ongeveer 5 minuten in beslag moeten nemen. Neem na afloop een warme douche of bad en spoel je daarna af met koud water. Borstel je huid een of twee keer per dag op deze manier.
22. **Let op de symptomen.** Gegeneraliseerd oedeem kan gekenmerkt worden door zwellingen in de buikholte (ascites). Door longoedeem kan je last krijgen van kortademigheid, moeite met ademen en pijn op de borst.
23. **Roep medische hulp in.** Gegeneraliseerd oedeem is een ernstige medische aandoening. Probeer niet om een gegeneraliseerd oedeem zelf thuis te behandelen. Laat je door een arts onderzoeken en volg zijn of haar aanwijzingen op voor het behandelen van de aandoening.
24. **Behandel gegeneraliseerd oedeem onder toezicht van een arts.** Om gegeneraliseerd oedeem te behandelen kan het zijn dat je medicijnen als diuretica, ACE-remmers, bètablokkers of corticosteroïden moet gebruiken. Ga naar een arts voordat je voor een behandeling kiest. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Op-natuurlijke-wijze-van-oedeem-afkomen", "language": "nl"} |
Omgaan met iemand die jaloers is | Omgaan met iemand die jaloers is, kan heel lastig zijn, vooral als je de relatie met die persoon goed wilt houden, of wanneer hij/zij belangrijk is in je leven, zoals een familielid of een collega. Als je manieren aanleert om met een jaloers persoon om te gaan, kun je de relatie misschien gezond houden. Als je partner jaloers gedrag vertoont, kun je de problemen proberen op te lossen zodat je op een goede manier met de vertrouwenskwestie kunt omgaan.
1. **Wees niet bang als iemand in je omgeving negatieve dingen zegt of zich negatief gedraagt.** Door jaloezie denken of zeggen mensen soms negatieve dingen die niet kloppen over zichzelf en over de relaties die ze hebben. Iemand die jaloers is vat de dingen die jij zegt en doet misschien persoonlijk op, ook al bedoel jij dat helemaal niet zo. Als je bijvoorbeeld uit bent, en jij bent moe en wilt naar bed omdat je een drukke dag hebt gehad, heeft je vriend misschien het idee dat je het saai vindt met hem.
Reageer niet defensief op zijn negativiteit. Wees in plaats daarvan eerlijk over wat er aan de hand is. Zeg bijvoorbeeld: "Ik gaap niet door jou. Ik vind het leuk om met je uit te gaan. Maar ik ben moe omdat ik vanochtend om zes uur op moest voor die vergadering".
2. **Let op of de ander alleen maar de goede dingen en niet de minder leuke kanten van jouw leven ziet.** Sommige mensen zijn jaloers omdat ze het lastig vinden om de complexiteit van het leven van anderen te begrijpen. Dat komt omdat ze te veel bezig zijn met hun eigen onzekerheden.
Als je merkt dat iemand heel vaak zegt dat jij het zo goed hebt, en daar boos om lijkt te zijn, herinner hem/haar er dan aan dat er nog veel meer speelt in je leven waar hij/zij niets van weet.
Je kunt het perspectief van de jaloerse persoon misschien niet veranderen, maar je kunt wel wat meer vertellen over de moeilijkheden of uitdagingen die jij in je leven hebt. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: "Toen Piet en ik laatst op vakantie waren, kregen we zo'n erge ruzie dat ik bijna had besloten om na een dag weer naar huis te gaan".
3. **Vraag je af of je vriend(in) of partner zich bedreigd of onzeker voelt in de relatie.** Sommige mensen zijn jaloers omdat ze bang zijn dat de ander hen zal verlaten. Dan zien ze alle andere mensen als een bedreiging.
Je vriend(in) of partner zegt misschien hoe geweldig je relatie met iemand anders is, omdat hij/zij niet het gevoel heeft zo close met jou te zijn, waardoor hij/zij jaloers is. Helaas voelt hij/zij zich bedreigd door de goede relatie die jij hebt, ook al voel je iets heel anders voor hem, of vergelijk je die twee relaties zelf niet eens.
4. **Weet dat sociale media het probleem kunnen verergeren.** Op sociale media zoals Facebook, Instagram en Twitter lijkt het leven van anderen altijd perfect. Mensen zetten er alleen foto's en verhaaltjes op van hun beste momenten, en laten alle angsten en problemen achterwege. Sommige mensen worden hier heel jaloers van. Deze verstoorde kijk op de zaken zorgt dat die mensen denken dat ze je kennen, terwijl dat niet zo is.
Overweeg om de privacy-instellingen op je sociale media aan te passen, als dat een probleem voor je is.
5. **Leer hoe en wanneer je afstand van de jaloerse persoon moet nemen.** Als je weet waardoor de ander jaloers op je is, kun je de situatie misschien verbeteren door je gedrag te veranderen.
Als de persoon jaloers wordt als ze hoort dat je een nieuw vriendje hebt, praat dan niet over hem als zij erbij is. Laat haar ook geen foto's zien van jou en je vriendje. Zorg dat je niet afspreekt met haar als je vriendje erbij is.
Let wel op dat het beter is om een manier te vinden om het probleem op te lossen zodat ze je nieuwe relatie wel goedkeurt, in plaats van je voor haar te moeten verstoppen.
Soms is het beter om de ander wat meer ruimte te geven. Als je hem/haar ziet, hou het gesprek dan kort en dwaal niet af. Je kunt iets positiefs zeggen en dan weer verder gaan. Als het bijvoorbeeld een collega is, kun je zeggen: "Ik hoorde dat je dat project heel goed hebt afgerond. Goed zeg!"
6. **Vertel de persoon hoe je je voelt.** Als je het tegen een jaloerse vriend(in) hebt, gebruik dan "ik-boodschappen" om je gevoelens met hem/haar te delen. Begin door te zeggen: "Ik voel me…" en omschrijf dan hoe je je voelt in relatie tot een specifiek ding dat de ander heeft gedaan of gezegd.
Je kunt bijvoorbeeld zeggen: "Ik voel me ongemakkelijk als jij gemene dingen zegt over mijn andere vrienden, want dan lijkt het alsof ik geen andere vrienden mag hebben van jou".
Die "ik-boodschap" mag niet worden gevolgd door of veranderd in iets wat niet met jouw eigen gevoelens te maken heeft. Je moet bijvoorbeeld niet zeggen: "Ik denk dat jij…" of "Door jou voel ik me…". Dat soort dingen maakt dat jij niet verantwoordelijk bent voor je eigen gevoel. "Jij maakt dat ik me ongemakkelijk voel" is bijvoorbeeld niet specifiek. Daarnaast leg je de schuld van jouw gevoelens dan bij een ander.
Hier zijn wat woorden die je kunt gebruiken om je gevoelens over te brengen: onder druk gezet, bezorgd, nerveus, bang, verward, boos, onzeker, leeg, geïrriteerd, enz.
7. **Omschrijf het gedrag wat je niet prettig vindt.** Praat alleen over het gedrag dat je kunt zien, en niet over de motieven waarvan jij denkt dat ze achter het gedrag zitten. Dit is de beste manier om met dit soort problemen om te gaan, omdat je je gevoelens dan nauwkeurig kunt uitdrukken zonder de ander te beschuldigen.
Als je vriend(in) bijvoorbeeld zegt dat jij zijn/haar beste vriend(in) bent, maar op zo'n manier dat jij je verplicht voelt om het terug te zeggen, kun je zeggen: "Ik voel me onder druk gezet om te zeggen dat jij mijn beste vriend(in) bent, als je meerdere keren op een avond zegt dat ik jouw beste vriend(in) ben". Zeg niet: "Jij probeert me te dwingen om te zeggen dat je mijn beste vriend bent".
Vermijd het om etiketten te plakken, te generaliseren, te dreigen, te moraliseren, ultimatums te stellen, iemands gedachten te lezen of aannames te doen wanneer je over het gedrag van de ander praat. Zeg bijvoorbeeld niet: "Ik voel me ongemakkelijk als jij me probeert te dwingen te zeggen dat ik je mijn beste vriend moet noemen". Dit is gedachtelezen, en het betekent dat jij aanneemt dat je weet wat er in het hoofd van de ander omgaat.
Als je over iemands gedrag praat in termen van een specifiek voorval, voelt de ander zich minder snel boos of schuldig, dan wanneer je met beschuldigende uitingen komt, iets wat veel gebeurt bij ruzies.
8. **Leg uit wat zijn/haar daden jou doen, of zeg wat jij denkt dat die daden betekenen.** Geef redenen voor waarom je je zo voelt. Je moet het hebben over je eigen begrip, herinneringen, gevoelens, verwachtingen, enz. wat betreft de vriendschap of relatie, met betrekking tot het jaloerse gedrag.
Je kunt je gevoelens proberen uit te leggen door te zeggen: "Ik ben altijd bang als je me vraagt of ik met mijn andere vriendinnen uitga, omdat ik dan verwacht dat je boos wordt als ik "ja" zeg".
Je kunt ook praten over hoe je de betekenis van wat hij/zij heeft gedaan interpreteert. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: "Ik ben bezorgd als je me weer vraagt of ik met mijn andere vrienden uitga in plaats van met jou, omdat het me het gevoel geeft dat jij onzeker bent over onze vriendschap".
Geef de ander niet de schuld voor jouw gevoelens. Zeg bijvoorbeeld niet: "Ik voel met onder druk gezet om je terug te sms'en, omdat je zo'n jaloers persoon bent".
9. **Maak onderscheid tussen misbruik en jaloezie.** Hieronder zijn wat waarschuwingstekens die erop kunnen wijzen dat je wordt misbruikt. Als de ander jou probeert te isoleren, macht over je uitoefent, of tekenen van extreme jaloezie vertoont, moet je hulp zoeken.
De ander weigert om je alleen uit te laten gaan, omdat hij/zij bang is dat je iemand anders zult ontmoeten.
De ander kleineert je vrienden of familie, omdat hij/zij je volledige aandacht wil.
De ander houdt de hele tijd in de gaten wat je aan het doen bent.
De ander stelt heel veel vragen over wat je doet of gedaan hebt.
De ander controleert je telefoon, internetgeschiedenis, e-mails, enz.
Als je niet zeker weet of jij of iemand die je kent het slachtoffer is van misbruik, bel dan met Veilig Thuis op 0800-2000 (gratis en 24/7 bereikbaar). Deze hulplijn is vertrouwelijk en kan je helpen bepalen of je wordt misbruikt.
10. **Vraag je partner of hij/zij met je wil komen praten.** Vraag eerst waar en wanneer het gesprek kan plaatsvinden. Als het kan, stel dan een rustige plek voor, waar je vrijuit kunt praten zonder afleiding. Ga ergens zitten waar je elkaar kunt aankijken.
Zorg dat alle afleiding zoals de tv, telefoons, laptops, enz. op stil staan en uit het zicht zijn.
11. **Wees eerlijk tegen je partner over je gevoelens.** Nogmaals, praat met "ik-boodschappen". Vertel welk gedrag je stoort, en hoe je je voelt.
Hoewel je "ik-boodschappen" moet overbrengen als je specifieke voorvallen van jaloers gedrag bespreekt, kun je wel praten over het moment dat je deze patronen ging opmerken, en wat je denkt dat deze patronen betekenen voor jullie relatie. Je zou kunnen zeggen: "Omdat mijn ex-vriend ook altijd jaloers was, voelde ik me meteen gestrest en gealarmeerd toen ik dat sms'je van je kreeg waarin je vroeg met wie ik had afgesproken".
12. **Richt je op het duidelijk maken van jouw kant van het verhaal.** Als je omschrijft hoe je je voelt, praat dan over waarom je je zo voelt in termen van jouw herinneringen, verwachtingen, begrip, hoop en interpretaties van de situatie. Gebruik zinnen als "Ik stelde me zo voor…", "Ik begrijp dat…" of "Ik wil graag…" om duidelijk te maken aan je partner wat er met je aan de hand is.
Bijvoorbeeld: "Ik wil graag dat je me laat weten wanneer je langskomt, omdat het lijkt alsof je me niet vertrouwt als je zomaar onverwacht binnenvalt". Geef je partner niet de schuld voor je gevoelens. Zeg bijvoorbeeld niet: "Ik voel me verstikt omdat jij zo jaloers bent".
13. **Probeer de vertrouwensproblemen samen op te lossen.** Dat betekent dat beiden een actieve rol moeten spelen in het opbouwen van vertrouwen binnen de relatie. Neem een specifiek probleem en splits het op. Elke partner moet uitleggen hoe hij/zij graag zou willen dat de ander reageert. Achteraf kun je taakjes bedenken die elke partner kan doen om de situatie te verbeteren en om positief te blijven.
Een actieve oplossing zou kunnen zijn om te zeggen: "Ik zal een paar seconden oogcontact met je maken als ik met een ander meisje praat, om je te laten weten dat ik van je hou". Doe geen grote, onrealistische verzoeken. Het is bijvoorbeeld geen gezonde oplossing om te zeggen: "Ik wil niet dat je met andere meisjes praat". Een oplossing moet praktisch en uitvoerbaar zijn.
14. **Werk aan je communicatieve vaardigheden als stel.** Als je praat over jaloezie of andere problemen in je relatie, probeer dan wat eenvoudige technieken om respect en compassie in je communicatie in te bouwen.
Maak korte zinnen en leef mee met de gevoelens van de ander. Erken wat hij/zij zegt en reageer op een manier die laat zien dat je begrijpt wat hij/zij heeft gezegd.
Je kunt mededogen tonen door te zeggen: "Ik waardeer het dat je zo eerlijk bent en dat je je gevoelens met je deelt. Ik weet dat je het moeilijk vindt om hierover te praten".
Je kunt je begrip tonen door te herhalen wat de ander heeft gezegd. Als hij/zij bijvoorbeeld zegt dat hij/zij bang en jaloers is als je met je ex praat, kun je antwoorden met: "Ik begrijp dat je zegt dat je het niet prettig vindt dat ik nog vrienden ben met mijn ex, en ik vraag me af wat ik kan doen om je minder onzeker te maken". | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Omgaan-met-iemand-die-jaloers-is", "language": "nl"} |
Vreemdgaan vergeven | Als je echtgenoot of partner is vreemdgegaan, voel je je verdrietig, overweldigd en onzeker over hoe je nu verder moet. Als je de relatie wilt behouden, is het tijd om in contact met je gevoelens te komen, de band die jullie hebben proberen te herstellen en naar de toekomst te kijken. Het is nooit makkelijk om iemand die is vreemdgegaan te vergeven, maar de volgende stappen kunnen je er doorheen helpen.
1. **Bepaal of je het vreemdgaan moet vergeven.** Dit is de belangrijkste stap. Voordat je gaat proberen om de relatie te laten slagen, moet je bepalen of het het waard is. Hoe veel je ook van de ander houdt, je moet weten dat het vergeven van ontrouw één van de moeilijkste en emotioneel zwaarste dingen is die je ooit zult doen. Maar als je echt wilt dat het goed komt, zijn dit een aantal goede redenen om het vreemdgaan te vergeven:
Als het een moment van verstandsverbijstering was. Misschien hadden jullie flinke ruzie, misschien was er alcohol in het spel, of misschien heeft hij/zij iemand ontmoet die echt heel, heel bijzonder was… voor eventjes. Hoewel het nooit goede redenen zijn om vreemd te gaan, kun je er -- als het echt maar eenmalig was -- misschien overheen stappen.
Als de ander echt heel veel spijt heeft. Dit is een belangrijke. Heeft de ander er heel veel spijt van, is hij/zij depressief en emotioneel, en doet hij/zij er alles aan om je te laten zien hoe kapot hij/zij er van is en dat het nooit meer zal gebeuren?
Als je het gevoel hebt dat je zomaar opgeeft als je er niet uit probeer te komen. Als je weet dat jullie iets heel bijzonders hebben en dat ermee stoppen voelt als opgeven, dan moet je proberen vol te houden om te zien of het nog goed kan komen.
Als je al een lange, gezonde, geweldige relatie hebt samen. Misschien voelt je relatie nu niet zo geweldig, nadat je partner is vreemdgegaan, maar als het normaal gesproken een heel stabiele, fijne relatie is, is het misschien de moeite waard om die te redden.
Vergeef het niet als het vreemdgaan een terugkerend probleem is. Als je partner al vaker is vreemdgegaan, is het tijd om de stekker eruit te trekken. Ook al heb je een huis samen, of kinderen, of een heel leven samen, dan nog is het het gewoon niet waard. Wat als dit de enige keer is dat je erachter bent gekomen, terwijl je hem/haar er al een paar keer eerder van hebt verdacht? Dan had je het toen misschien ook al bij het rechte eind.
Vergeef iemand die aan het begin van de relatie al vreemdgaat niet. Als je iemand net hebt leren kennen en hij/zij gaat nu al vreemd, dan is de basis van de relatie niet stabiel genoeg. Wees blij dat het meteen is gebeurd, dan is het nog niet zo moeilijk om het los te laten.
Vergeef vreemdgaan niet als als het een teken is van een slechte relatie. Als je denkt dat het vreemdgaan is gebeurd omdat jullie uit elkaar gegroeid zijn, je niet meer tot elkaar aangetrokken voelen of omdat het gewoon niet meer werkt, zie dit dan als een reden om er helemaal mee te stoppen.
2. **Neem de tijd om af te koelen.** Hoe graag je er ook over wilt praten, wilt schreeuwen of de ander pijn wilt doen, doe het niet meteen nadat je erachter bent gekomen. Als je een klap hebt gekregen toen je het te weten kwam, neem dan een stapje terug en haal diep adem. Als je erachter bent gekomen, maar je partner weet dat nog niet, denk dan goed na wat je tegen hem/haar gaat zeggen.
Dit is een moeilijke stap. Je hebt misschien het gevoel dat je het beter zo snel mogelijk gezegd kunt hebben, maar dat is niet zo. Als je te vlug bent met een gesprek of met ruzie maken kan het alleen maar erger worden.
Ga even een wandeling maken, ga sporten, of ga gewoon een potje janken in je kamer. Doe wat je moet doen om je emoties in te tomen zodat je wat beter rationeel kunt nadenken.
Dit kan zelfs betekenen dat je een paar weken bij je partner vandaan gaat. Als je samenwoont is dat misschien heel moeilijk, maar als je weg moet, probeer dan even bij vrienden of familie te logeren, of zelfs in een hotel als dat nodig is.
3. **Geef jezelf niet de schuld.** Dit klinkt als een dooddoener, maar het is een van de moeilijkste onderdelen van het proces. Denk niet dat de ander is vreemdgegaan omdat jij niet aantrekkelijk genoeg bent, omdat je niet goed genoeg kunt praten, of omdat je het te druk hebt gehad met je werk of met de kinderen.
De ander is vreemdgegaan en dat is zijn of haar fout, en jij hebt niets gedaan waardoor dat is gebeurd (behalve als jij eerst vreemd bent gegaan, maar dan is het een ander verhaal).
Geef jezelf nooit de schuld van het vreemdgaan van je partner, maar denk wel na over dingen die jij gedaan kunt hebben die hebben bijgedragen aan het verslechteren van jullie relatie.
Laat je partner jou ook nooit de schuld geven. Als dat gebeurt, pak dan je spullen en vertrek.
4. **Maak de balans op van je relatie.** Als je weer een beetje bij je positieven bent gekomen, moet je nadenken over de relatie met de persoon die je bedrogen heeft. Hoe voel je je door de ander? Kun je je een toekomst met hem/haar voorstellen? Was het een goede relatie, of ben je gewoon bang om het los te laten? Hier zijn wat vragen die je jezelf kunt stellen:
Wat is er zo bijzonder aan je relatie? Wil je hem/haar vergeven omdat jullie echt zo'n geweldige relatie hebben, of omdat je bang bent om alleen te zijn? Als je niet kunt bedenken wat er nou zo fijn is aan de relatie, moet je misschien verder gaan zonder hem/haar.
Hoe is het verloop van de relatie? Ging alles heel lang goed, en ging het plotseling mis, of gaat het al heel lang steeds slechter? Probeer redenen te bedenken waardoor de relatie zich op een bepaalde manier heeft ontwikkeld.
Kun je bedenken waarom de relatie aanleiding was voor je partner om vreemd te gaan? Onthou, dit is iets anders dan jezelf de schuld geven. Probeer te bedenken door welke problemen in de relatie de ander is vreemdgegaan, of dat nu het feit is dat hij/zij jaloers is omdat jij meer ervaring met seks hebt of omdat jullie al sinds de middelbare school bij elkaar zijn en hij/zij het idee heeft dat hij/zij nog iets heeft gemist.
5. **Zorg dat de ander ook van plan is om er helemaal voor te gaan.** Als je hebt besloten dat je de ander wilt vergeven omdat de relatie het waard is om te redden, moet je zeker weten dat de ander er ook zo over denkt, voordat je er maanden -- of zelfs jaren -- hard aan gaat werken.
Zorg dat de ander echt spijt heeft. Er is een verschil tussen sorry zeggen en echt spijt hebben.
Zorg dat hij/zij niet alleen spijt heeft, maar ook belooft om samen met jou verder te willen.
6. **Bevestig je gevoelens.** Het is belangrijk dat je partner jouw gevoelens erkent. Hij of zij kan wel spijt hebben, maar dat is iets anders dan begrijpen door wat voor pijn en verwarring jij heengaat. Vertel de ander hoe je je echt voelt, en zorg dat hij/zij weet wat er door je hoofd gaat.
Je partner moet volkomen begrijpen dat hij/zij je iets verschrikkelijks heeft aangedaan voordat jullie verder kunnen. Hij/zij zal het ook zwaar hebben, vooral als hij/zij een relatie heeft moeten beëindigen, maar het is belangrijk dat jouw gevoelens begrepen worden.
7. **Praat er eerlijk over.** Hou een eerlijk gesprek over wat er is gebeurd als je verder wilt. Plan een dag dat je samen gaat zitten om te praten over wat er is gebeurd. Je hebt er misschien al ruzie over gehad en tegen elkaar geschreeuwd, maar dit is anders omdat je het nu op een rationele manier gaat bespreken. Dit kun je doen:
Vraag je partner wat er is gebeurd. Je hoeft niet alle details te weten over wat je partner met die andere man of vrouw heeft gedaan. Vraag alleen om de feiten. Hoe vaak hebben ze elkaar gezien en wanneer was het precies?
Vraag wat hij/zij voor die ander voelt. Het beste antwoord is: "Ik voel helemaal niets voor hem/haar". Het slechtste antwoord: "Ik weet het niet". Je partner mag absoluut geen gevoelens (meer) voor die ander hebben. Let goed op wat hij/zij echt voelt.
Vraag hem/haar of dit al eens eerder is gebeurd. Hoewel er ook iets voor te zeggen is om geen oude koeien uit de sloot te halen, moet je zo veel mogelijk informatie proberen te verzamelen om een goede keuze te kunnen maken.
Vraag hoe hij/zij over jullie relatie denkt. Zoek uit waarom hij/zij is vreemdgegaan en hoe hij/zij over jullie samen denkt.
Vertel hem/haar hoe jij je voelt. Hoewel je inmiddels al wel zult hebben laten zien hoe je je voelt, moet je duidelijk vertellen hoe jij er tegenaan kijkt als hij/zij je zijn/haar kant van het verhaal heeft verteld.
Bespreek wat je kunt doen om het weer goed te maken. Je kunt het heel zakelijk doen en aantekeningen maken. Wat is er nodig om de relatie beter te maken, zodat de ander niet nog eens vreemdgaat? Moet je meer tijd samen spenderen, eerlijker tegen elkaar zijn, of hele nieuwe omgangsvormen binnen de relatie proberen te vinden? Moeten jullie misschien in relatietherapie of met vrienden over het probleem praten, of proberen jullie er liever samen uit te komen?
Stel regels op. Als degene met wie je partner is vreemdgegaan een collega is, moet hij/zij dan van baan verwisselen? Veel relatietherapeuten vinden van wel. Moet hij/zij ieder uur verantwoording afleggen waar hij/zij is? Dat ziet hij/zij misschien als een vernedering, maar herinner hem/haar eraan dat jij vooral degene bent die zich vernederd voelt.
8. **Probeer open te communiceren.** Als je eenmaal een eerlijk gesprek hebt gehad over wat er is gebeurd, kun je proberen om open en eerlijke communicatie deel van jullie dagelijks leven te laten zijn. Wees eerlijk en open tegenover elkaar, en neem de tijd om te horen wat de ander nu echt heeft te zeggen. Hier zijn wat manieren om een open communicatie tot stand te brengen:
Maak elke week tijd vrij om te praten. Wees open over wat er goed gaat binnen de relatie en aan welke dingen jullie moeten werken. Dit moet niet te geforceerd voelen, maar het is een noodzakelijke stap.
Laat elkaar weten hoe je je voelt. Hoewel je misschien wat meer gesloten bent geworden toen je merkte dat je werd bedrogen, moet je nu proberen om over zowel positieve als negatieve emoties te praten.
Wees niet passief-agressief. Als je boos bent, vertel dat dan gewoon op het juiste moment.
9. **Werk eraan om je relatie te verbeteren.** Behalve als het vreemdgaan echt een eenmalige misser was en verder alles perfect is tussen jullie, zul je aan de relatie moeten werken. Er zijn allerlei dingen die je kunt doen om een betere band op te bouwen en een frisse start te maken. Hier zijn wat dingen die je kunt proberen:
Ga samen een nieuwe hobby doen. Doe iets wat jullie allebei nog nooit hebben gedaan, of het nu rotsklimmen is of pottenbakken.
Probeer om meer interesses te delen. Misschien zijn jullie uit elkaar gegroeid omdat jullie het gevoel hebben dat je geen raakvlakken meer hebt en niets meer hebt om over te praten. Maak een plan om elke maand hetzelfde boek te lezen, of kijk samen een nieuwe serie. Het kan al veel schelen als je zelfs maar een paar kleine interesses deelt.
Leer om compromis te sluiten. Laat de ander niet altijd zijn/haar zin krijgen, en weet dat jij ook niet altijd je zin kunt hebben, ook al ben jij degene die is bedrogen.
Ga samen op vakantie. Door iets heel nieuws te doen samen kun je de relatie wat opfrissen. Hoewel vakantie geen goede langetermijnoplossing is, kan het je helpen om wat afstand te nemen van het vreemdgaan. Doe dit alleen als je al genoeg tijd hebt gehad om na te denken over je gevoelens en als je het gevoel hebt dat je langere tijd alleen met je partner door wilt brengen.
Stop met je partner de schuld geven. Dit lijkt misschien onmogelijk, maar als je echt wilt dat de relatie gered wordt, kun je niet de hele tijd blijven zeggen dat je partner je heeft bedrogen. Je kunt het er wel over hebben als je een gesprek hebt over je gevoelens, maar steeds terloops noemen dat de ander is vreemdgegaan maakt het alleen maar erger.
Zorg dat je partner niet voor je gaat kruipen. Hoewel je misschien wel geniet van alle complimentjes, bloemen en schoudermassages, moet je proberen om elkaar gelijkwaardig te behandelen. Ook al heeft je partner echt spijt, hij kan niet de hele relatie voor jou door het stof blijven gaan om zijn/haar liefde aan jou te bewijzen. Dat is te vermoeiend.
10. **Wees niet geobsedeerd door de andere man of vrouw.** Daardoor kun je jezelf helemaal gek maken en je relatie verwoesten. Als je de andere man of vrouw kent, of als je hem/haar per ongeluk hebt ontmoet, probeer dan verder om contact te vermijden. Het is heel normaal dat dat onmogelijk lijkt, maar zeg jezelf dat je je op je eigen relatie moet concentreren, niet op wat een buitenstaander met zijn/haar leven doet.
Vergelijk jezelf niet met de andere man of vrouw. Zorg dat hij/zij jou niet slecht of inadequaat laat voelen. Je kent zijn/haar situatie niet. Misschien is hij/zij echt verliefd geworden op jouw partner, of misschien wist hij/zij niet eens dat je partner een relatie had. Denk er verder gewoon niet over na.
Ga die andere man of vrouw niet volgen op Facebook of andere sociale media. Ga zijn/haar profiel niet doorspitten, of zoeken wat die ander dan wel heeft wat jij niet hebt.
Ga de andere man of vrouw niet in het echt stalken.
Praat niet met je partner over die andere man of vrouw. Richt je op je relatie en blijf niet hangen in het verleden.
Als je echt door die ander bent geobsedeerd, praat er dan over met een vriend(in), maar meer ook niet.
11. **Als je je partner nog steeds niet kunt vergeven, laat het dan los.** Als je alles hebt geprobeerd maar je blijft boos en je kunt geen manier vinden waarop je verder kunt met deze relatie, dan moet je er een punt achter zetten. Als je je partner niet meer aan kunt kijken, laat staan aan kunt raken, of als je paranoïde bent elke keer dat hij/zij alleen de deur uit is of contact heeft met iemand van de andere sekse, dan is het tijd om er mee op te houden.
Het is veel beter om de relatie te beëindigen dan om jezelf te forceren vast te houden aan iets dat niet gaat werken. Misschien krijg je een steeds grotere hekel aan je partner, en ga je hem/haar pijn doen door zelf vreemd te gaan, of groei je zo uit elkaar dat communicatie helemaal onmogelijk wordt.
Onthou dat het gewoon te laat kan zijn, ook al doet je partner zo zijn/haar best om de relatie te redden. Je hoeft echt niet bij hem/haar te blijven als het voor jou niet goed voelt.
Je mag trots zijn op jezelf dat je hebt geprobeerd om de relatie te redden, ook al is het niet gelukt. Het was toch heel moedig van je. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Vreemdgaan-vergeven", "language": "nl"} |
Jongleren met drie ballen | Jongleren is een eeuwenoude vorm van entertainment. De eerste vermelding die van de kunst bekend is, stamt uit Egyptische hiërogliefen van duizenden jaren geleden. Veel mensen denken dat jongleren makkelijk is, maar als je het nog nooit gedaan hebt, is het best lastig onder de knie te krijgen. Toch moet je het met wat aanwijzingen en een dosis oefening prima kunnen leren. Lees ons stappenplan en binnen de kortste keren jongleer je met drie ballen (en leer je nog wat leuke trucjes!).
1. **Koop goede ballen.** De ideale ballen om te jongleren zijn ballen die niet te licht en niet te groot zijn. Als je nog nooit eerder gejongleerd hebt, kun je het beste kleine ballen met een zandvulling gebruiken. Zorg dat je ballen koopt die goed in je handpalm passen.
Ballen met pitten zijn ook handig om te leren jongleren. Doordat ze niet stuiteren of wegrollen als je ze laat vallen, kun je je goed op het oefenen concentreren en hoef je niet constant achter de bal aan te rennen.
Je kunt ook zelf oefenballen maken van tennisballen of ballonnen.
2. **Zoek een goede plek uit om te oefenen.** Als je net begint met jongleren, zul je de ballen vaak laten vallen. Ga dus niet vlakbij glazen beeldjes of andere breekbare objecten staan en zorg dat je de ruimte hebt om te bewegen. Een goede plek om te oefenen is bijvoorbeeld in de tuin.
Zorg dat je comfortabel staat, met je voeten ongeveer 30 centimeter uit elkaar. Het is handig om in het begin vlakbij een tafel te gaan staan. Zo hoef je niet steeds te bukken om ballen die je laat vallen op te rapen.
3. **Begin met één bal.** Gooi één bal met een klein boogje van de ene naar de andere hand. Zorg dat je de bal niet te hoog gooit. Zoals je ziet maakt de bal geen cirkel, maar een boog.
Een veelgemaakte beginnersfout is om de bal te hoog in de lucht te gooien. Het is dan ook belangrijk om erop te letten dat de bal niet hoger dan je hoofd komt. Gooi echter ook niet te laag; dan heb je straks te weinig tijd om je handen te bewegen.
Gaat het gooien van één bal je eenmaal goed af, begin je armen dan in een ronde beweging naar binnen te bewegen. Zo wen je alvast aan de beweging die je maakt als je met drie ballen jongleert. Probeer de bal niet rond te gooien; deze beweging geldt alleen voor je handen.
4. **Ga verder met twee ballen.** Houd in iedere hand een bal. Gooi de eerste bal van je linker naar je rechter hand.
Terwijl de eerste bal door de lucht vliegt, gooi je de tweede naar je linker hand. Houd je handbewegingen open en maak dus geen vuisten van je handen.
5. **Gooi de tweede bal in de lucht als de eerste zijn maximale hoogte bereikt heeft.** Het enige verschil met het jongleren met drie ballen is nu dat je dezelfde beweging nog eens maakt. Je bent er dus al bijna!
Blijf deze beweging oefenen. Als je dit eenmaal onder de knie hebt, maakt dat de volgende stap alleen maar makkelijker. Bekijk het wikiHow artikel over jongleren met twee ballen als je wat extra hulp nodig hebt.
6. **Ga nu verder met drie ballen.** Houd twee ballen in je rechterhand en de derde bal in je linkerhand. Ben je linkshandig, dan geldt voor jou het tegenovergestelde. Ga alleen over tot deze stap als je het jongleren met twee ballen onder de knie hebt.
Weet je nog hoe je de tweede bal gooide terwijl de eerste door de lucht vloog? Het enige verschil tussen het jongeren met twee en met drie ballen is dat je de derde bal nu gooit terwijl de tweede door de lucht vliegt. Het komt dus eigenlijk op hetzelfde neer. Klaar? Go!
7. **Begin met je rechterhand en gooi bal 1 (blauw) richting je linker hand.** Let erop dat je de ballen niet te hoog in de lucht gooit.
8. **Gooi bal 2 (rood) naar je rechter hand terwijl bal 1 (blauw) bijna in je linkerhand geland is.** Als de eerste bal zijn maximale hoogte bereikt hebt, heb je hier ongeveer een seconde voor. Tijd zat!
9. **Als bal 2 (rood) bijna in je rechterhand ligt, gooi je bal 3 (groen) van rechts naar links.** Vang allebei de ballen. Hier wordt het moeilijk -- je moet nu vangen en gooien tegelijk --, maar blijf het proberen!
Het is handig om de bal in je rechterhand ietsje richting je vingers te rollen voordat je hem gooit. Zo kun je deze bal iets lager gooien, zodat hij niet in botsing komt met de bal die al door de lucht vliegt.
10. **Herhaal de stappen van het jongleren met drie ballen zo vaak als nodig is.** Blijf oefenen tot je aan de beweging gewend raakt en de ballen als vanzelf door je handen rollen. Maak je niet druk over eventuele bewegingen die je maakt; als je blijft oefenen, kun je binnen de kortste keren ook jongleren met je beide voeten stevig op de grond.
Daag jezelf uit om zo lang mogelijk achter elkaar te jongleren. Hoe meer je oefent, hoe sneller je dit goed kunt en het lijkt alsof de ballen constant in beweging zijn.
Blijf oefenen! De enige manier om te leren jongleren is door te blijven oefenen. Hoe vaker je dit doet, hoe minder je ballen zult laten vallen en hoe sneller je het zult kunnen.
11. **Probeer theatraal te leren jongleren.** Om te leren jongleren, bewoog je je armen in cirkels naar binnen. Je kunt het echter ook omdraaien en je armen in cirkels naar buiten bewegen. Dit werkt hetzelfde als het normale jongleren, maar ziet er net iets theatraler uit omdat de ballen nu grotere bogen maken.
Begin om dit te leren met één bal. Voer het aantal op tot je met drie ballen jongleert. Sommige mensen noemen dit ook wel "buitenom jongleren".
12. **Experimenteer met verschillende handbewegingen.** Nu je de normale en theatrale manier van jongleren eenmaal onder de knie hebt, kun je proberen je ballen op een andere manier te leren vangen. Als je dit goed kunt, ziet het er bijna magisch uit.
Vang grijpend. Hierbij draai je je handen met de palmen richting het publiek als je een bal vangt, waardoor je handen er als klauwen uitzien. Vervolgens draai je je hand vliegensvlug weer om zodat je de bal weer de lucht in kunt gooien. Begin met één bal om het vangen en gooien onder de knie te krijgen.
Probeer de ballen met de rug van je hand te vangen. Dit kun je af en toe tussendoor, maar ook aan het einde van een jongleersessie doen. Blijf jezelf uitdagen. Kun je de ballen bijvoorbeeld op je hoofd laten landen?
13. **Doe de "douche" truc.** Als je met twee ballen jongleert, gooi je er één horizontaal. Doe dit nu ook, maar dan met drie ballen. Je gebruikt nu één hand om de ballen te gooien en de andere om ze te vangen.
Voor dit trucje zul je de ballen iets hoger moeten gooien. Er vliegen nu steeds twee ballen tegelijk door de lucht, waardoor je meer tijd en hoogte nodig hebt om de nodige bewegingen te maken.
14. **Gooi in een driehoekje.** Bij deze truc wordt één bal constant horizontaal van de ene naar de andere hand gegooid. De tweede bal blijft constant in je rechterhand en de derde bal constant in je linker. Als alle drie de ballen in de lucht zijn, ziet het eruit alsof ze een driehoek vormen.
Houd twee ballen in je rechterhand. Gooi met je linkerhand een bal in de lucht en gooi zodra je dit doet de tweede bal van je rechter naar je linkerhand. Als je die bal eenmaal gevangen hebt, gooi je de tweede bal in je rechterhand en de bal in je linkerhand omhoog en vang je de horizontale bal als je rechterhand vrij is. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Jongleren-met-drie-ballen", "language": "nl"} |
Iemands Snapchatprofiel bekijken | Een Snapchatprofiel is heel simpel; het bevat niet meer dan de gebruikersnaam en de profielfoto van de eigenaar. De enige profielen die je kunt bekijken zijn die van je vrienden, die van de mensen die jou hebben toegevoegd en van de mensen die jou een chatbericht hebben gestuurd. Om de profielen van andere gebruikers te kunnen bekijken moet je de Snapchat-app gebruiken. Snapchat heeft ook de optie verwijderd waarmee je de beste vrienden van je contactpersonen kon zien. Op dit moment kun je alleen de profielen van je eigen beste vrienden bekijken. In dit artikel lees je hoe je in Snapchat het verkorte profiel van een andere gebruiker kunt bekijken.
1. **Open Snapchat.** Het is een geel icoontje met als logo een plaatje van een geest erop.
Voer als je nog niet bent ingelogd, je gebruikersnaam en je wachtwoord in.
2. **Veeg over een willekeurige plek op het scherm omlaag.** Zo open je je gebruikersscherm.
3. **Tik op Mijn vrienden.** Je vindt hem bijna helemaal aan de onderkant van het scherm, onder je Snapchatfoto.
4. **Tik op de naam van een van je vrienden.** Kies de naam van een vriend van wie je het profiel wilt bekijken. Je zult een heel eenvoudig profiel zijn met niet meer dan hun naam, gebruikersnaam, sterrenbeeld (als de persoon de datum van zijn of haar verjaardag heeft ingevuld), de Snapscore (het aantal verstuurde en ontvangen Snaps) en zijn of haar profielfoto.
Als iemand die niet in je lijst met vrienden staat je een Snap of een bericht heeft gestuurd, kun je zijn of haar profiel bekijken door op de naam van de persoon in je chatlijst te tikken en even vast te houden.
Op sommige profielen zie je een emoji die aangeeft hoe vaak ze met jou of met anderen Snappen:
⭐️ - Deze gebruiker heeft de afgelopen 24 uur een gereproduceerde Snap gekregen.
💛 – Met deze gebruiker ben je beste vrienden (jullie sturen elkaar het grootste aantal Snaps).
❤ - Jullie zijn twee weken onafgebroken beste vrienden geweest.
💕 – Jullie zijn twee maanden lang beste vrienden geweest.
😊 – Je bent goed bevriend met deze persoon (jullie hebben elkaar veel Snaps gestuurd), maar jullie zijn geen beste vrienden.
🔥 – Met deze persoon ben je op een zogenaamde Snapstreak, wat wil zeggen dat jullie elkaar iedere dag Snaps sturen en elkaar altijd antwoorden.
👑 – Dit is een gecontroleerde gebruiker, een beroemdheid, of een andere bekende persoon die Snapchat gebruikt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Iemands-Snapchatprofiel-bekijken", "language": "nl"} |
Stoppen met negatief denken | Negatief denken is niet iets wat alleen maar gereserveerd is voor bepaalde mensen of bepaalde situaties—iedereen wordt in zijn leven weleens geplaagd door negatieve gedachten. In feite is het hebben van negatieve gedachten een normaal fenomeen en ongeveer 80% van de gedachten die we hebben gaan op een bepaalde manier wel over iets negatiefs. Al kunnen er heel veel verschillende redenen zijn om negatief te denken, je kunt leren die negatieve gedachten aan te pakken en ervoor zorgen dat ze geleidelijk aan verdwijnen.
1. **Houd een gedachtendagboek bij.** Het is belangrijk dat je een dagboek bijhoudt zodat je kunt zien wanneer die negatieve gedachten precies de kop opduiken, onder wat voor omstandigheden, en hoe je er op het moment zelf op reageert. Vaak raak je zo gewend aan je negatieve gedachten dat ze als het ware ‘automatisch’ zijn geworden, of reflexen uit gewoonte. Door even de tijd te nemen om de gedachte in je dagboek te noteren zul je een begin maken met het creëren van de afstand die je nodig hebt om die gedachten te veranderen.
Als je een negatieve gedachte hebt, schrijft hem dan op. Schrijf ook op wat er gebeurde toen die gedachte in je hoofd opkwam. Wat was je aan het doen? Wie was of waren er op dat moment bij je? Waar was je? Was er iets gebeurd dat aanleiding zou kunnen zijn geweest voor deze gedachte?
Noteer je reacties op het moment. Waar deed je, wat dacht je of wat zei je als reactie op die gedachte?
Neem even de tijd om hierover na te denken. Vraag jezelf af in hoeverre je in deze gedachten over jezelf gelooft en wat je voelt op het moment dat je ze hebt.
2. **Probeer te zien wanneer je negatief over jezelf bent.** Negatieve gedachten kunnen over andere mensen gaan, maar vaak gaan ze over onszelf. Negatieve dingen over onszelf waar we in geloven kunnen tot uitdrukking komen in negatieve beoordelingen van onszelf. Deze negatieve beoordelingen van onszelf kunnen eruitzien als stellingen van het type ‘Ik zou eigenlijk...,’ zoals: ‘Ik zou hier beter in moeten zijn.’ Ze kunnen zich ook voordoen in de vorm van negatieve etiketten die we op onszelf plakken, zoals: ‘Ik ben nergens goed voor’ of: ‘Ik ben saai.’ Op een negatieve manier generaliseren komt ook vaak voor, zoals: ‘Ik verpest altijd alles.’ Deze gedachten suggereren dat je in negatieve ideeën over jezelf bent gaan geloven en ze als feiten ziet.
Maak aantekeningen in je dagboek wanneer je dit soort gedachten hebt.
Probeer tijdens het opschrijven van je gedachten wat ruimte te scheppen tussen jezelf en de gedachte. Schrijf liever: ‘De gedachte dat ik een nietsnut ben kwam bij me op,’ in plaats van simpelweg te herhalen: ‘Ik ben een nietsnut.’ Op die manier zul je makkelijker leren begrijpen dat deze gedachten geen feiten zijn.
3. **Probeer bepaalde vormen van probleemgedrag te herkennen.** Negatieve gedachten, met name wanneer die gedachten over onszelf gaan, hebben vaak negatief gedrag tot gevolg. Let bij het registreren van je gedachten op het gedrag dat je meestal als reactie op die gedachten vertoont. Een paar veel voorkomende gedragsvormen die niet erg behulpzaam zijn, zijn:
Het uit de weg gaan van de mensen van wie je houdt, je vrienden en sociale situaties
Overcompenseren (je doet bijvoorbeeld extreme dingen om iedereen maar gelukkig te maken omdat je zo graag wilt dat ze je accepteren)
Dingen verwaarlozen (zoals niet studeren voor een proefwerk omdat je denkt dat je te ‘dom’ bent en het toch niet gaat halen)
Passief zijn in plaats van assertief (niet op een duidelijke manier je werkelijke gedachten en gevoelens uiten)
4. **Lees je dagboek door.** Kijk of je patronen kunt ontdekken die dingen onthullen waar je steevast in gelooft. Als je bijvoorbeeld vaak gedachten zien in de trant van: ‘Ik zou betere cijfers moeten halen voor proefwerken’ of ‘Iedereen denkt dat ik waardeloos ben,’ dan kan het zijn dat je diep van binnen in een negatief kernidee over jezelf bent gaan geloven over je vermogen om te presteren, zoals: ‘Ik ben dom.’ Je staat jezelf toe op starre en onredelijke manieren over jezelf te denken.
Deze negatieve basisideeën over jezelf waar jij in gelooft kunnen veel schade aanrichten. Omdat ze zo diep van binnen zitten, is het belangrijk dat je ze begrijpt, in plaats van alleen maar bezig te zijn met het veranderen van die negatieve gedachten zelf. Je alleen maar focussen op het veranderen van negatieve gedachten is een beetje als het plakken van een pleister op een schotwond: je zult er de kern van het probleem niet mee aanpakken.
Als je bijvoorbeeld diep van binnen gelooft dat je ’waardeloos’ bent, zul je waarschijnlijk een heleboel negatieve gedachten hebben die gerelateerd zijn aan dat geloof, zoals ‘Ik ben saai’, ‘Ik verdien het niet dat er iemand van mij houdt’, of ‘Ik zou een beter mens moeten zijn’.
Je zult waarschijnlijk ook negatieve gedragsvormen zien die met dit geloof te maken hebben, zoals het onmogelijke doen om een vriend een plezier te doen omdat je diep van binnen denkt dat jij die vriendschap eigenlijk niet waard bent. Om je gedachten en je gedragsvormen te veranderen zul je dat geloof moeten aanpakken.
5. **Stel jezelf een paar lastige vragen.** Wanneer je eenmaal een tijdje lang je gedachten hebt bijgehouden in je dagboek is het een goed idee er eens voor te gaan zitten om jezelf af te vragen welk nutteloze regels, aannames en patronen je in je manier van denken kunt ontdekken. Stel jezelf vragen als:
Wat zijn de normen die ik mezelf heb opgelegd? Wat vind ik acceptabel en wat kan echt niet?
Zijn de normen die ik mezelf opleg anders dan de normen die ik voor anderen opleg? Zo ja, op welke manier?
Wat verwacht ik van mezelf in verschillende situaties? Hoe verwacht ik bijvoorbeeld van mezelf dat ik me gedraag als ik op school ben, op mijn werk, met vrienden, in mijn vrije tijd, etc.?
Wanneer voel ik me het minst op mijn gemak of het meest onzeker?
In welke situaties ben ik het strengst voor mezelf?
Wanneer verwacht ik negativiteit?
Wat heeft mijn familie me geleerd over verwachtingen en over wat ik wel en niet moet doen?
Voel ik me in bepaalde situaties onzekerder dan in andere?
6. **Wees vastbesloten als het gaat om wat je denkt en gelooft.** Besluit dat je een actieve rol gaat spelen in het bepalen van je eigen gedachten. Je kunt de dingen waar je aan denkt onder controle houden. Dat betekent dat je er iedere dag moeite voor moet doen om bewust gedachten of stellingen in je gedachten te programmeren, en dat je leert mindful te zijn en meer in het hier en nu te leven. Vergeet niet dat jij een bijzonder, uniek persoon bent die liefde en respect verdient – zowel van anderen als van jezelf. De eerste stap in het afkomen van negatieve gedachten is met jezelf af te spreken dat je dat gaat doen.
Vaak werkt het goed om een bepaalde gedachte of nutteloze ‘regel’ te kiezen die je graag zou willen veranderen, in plaats van in één keer alle negatieve gedachten overboord te gooien.
Je zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om eerst de negatieve gedachten over de vraag of jij liefde en vriendschap verdient, te veranderen.
7. **Vergeet niet dat gedachten alleen maar gedachten zijn.** Die negatieve gedachten die door je hoofd spoken zijn geen feiten. Ze zijn het resultaat van negatieve kernideeën over jezelf waar je in de loop van je leven in bent gaan geloven. Door jezelf eraan te herinneren dat je gedachten geen feiten zijn, en dat je gedachten niet bepalen wie jij bent, zul je makkelijker kunnen stoppen met op een nutteloze manier negatief te denken.
In plaats van te denken: ‘Ik ben dom’ kun je bijvoorbeeld beter zeggen: ‘Ik heb de gedachte dat ik dom ben.’ Zeg in plaats van: ‘Ik ga het proefwerk verpesten’ liever: ‘Ik heb de gedachte dat ik het proefwerk ga verpesten.’ Het verschil is subtiel maar belangrijk in het opnieuw trainen van je bewustzijn en het verdrijven van negatieve gedachten.
8. **Probeer erachter te komen wat het is dat die negatieve gedachten bij je oproept.** Het is lastig te bepalen waarom we precies negatieve gedachten hebben, maar er bestaan verschillende veronderstellingen voor wat betreft de reden van het krijgen van negatieve gedachten. Volgens sommige onderzoekers zijn negatieve gedachten een bijproduct van de evolutie waarin we continu onze omgeving scannen op gevaar of op zoek zijn naar ruimte voor verbetering of dingen die gerepareerd of opgelost moeten worden. Soms zijn negatieve gedachten het gevolg van angst of zorgen, waarbij je de hele tijd denkt aan alles wat er mis zou kunnen gaan of wat gevaarlijk of vernederend zou kunnen zijn of angst op zou kunnen roepen. Daarnaast kan het ook zijn dat je negatief denken of pessimisme op jongere leeftijd hebt aangeleerd via je ouders of andere familieleden. Negatief denken wordt ook in verband gebracht met depressie en men denkt dat negatief denken tot depressie leidt terwijl depressie weer aanzet tot negatief denken; een vicieuze cirkel dus. Tenslotte kan negatief denken voortkomen uit trauma’s of ervaringen uit het verleden die ervoor zorgen dat je last hebt van schaamte en twijfel.
Probeer te bedenken of er in je leven problematische omstandigheden of situaties zijn die er de oorzaak van zouden kunnen zijn dat je geen goed gevoel hebt over jezelf. Voor veel mensen zijn typische aanleidingen voor negatieve gedachten bijvoorbeeld vergaderingen op hun werk, spreekbeurten op school, problemen in de relaties met andere mensen, zowel thuis als op hun werk, en belangrijke levensingrijpende gebeurtenissen, zoals uit huis gaan, van baan veranderen, of een relatie die uitgaat.
Het schrijven in je dagboek zal je helpen deze opwekkers van negatieve gedachten te herkennen.
9. **Wees je bewust van de verschillende soorten negatieve gedachten die er bestaan.** Voor velen van ons kunnen negatieve gedachten en ideeën zo normaal worden dat we simpelweg aannemen dat ze op een realistische manier de werkelijkheid weergeven. Probeer je bewust te worden van bepaalde sleutelpatronen in je denken die schadelijk zijn; dit kan je helpen je gedrag beter te begrijpen. Hieronder hebben we een aantal soorten negatief denken voor je op een rijtje gezet; therapeuten noemen dit ‘cognitieve stoornissen’:
Alles-of-niks oftewel binair denken
Mentaal filteren
Te snel negatieve conclusies trekken
Positieve gedachten omzetten in negatieve gedachten
Emotioneel redeneren
Negatief over jezelf praten
Overdreven generaliseren
10. **Probeer informele cognitieve gedragstherapie.** Cognitieve gedragstherapie, oftewel CGT, is een effectieve methode om je gedachten te veranderen. Om een begin te maken met het veranderen van je gedachten moet je je bewust worden van je gedachten op het moment dat ze in je hoofd opkomen. Betrap jezelf erop als je weer eens negatief denkt en probeer te bedenken om welk soort negatieve gedachte het gaat. Je kunt het zelfs in je dagboek opschrijven. Je kunt zelfs in je dagboek opschrijven op welk moment je voor het eerst hebt geleerd je gedachten te veranderen om het proces voor jezelf wat duidelijker te krijgen.
Begin wanneer je eenmaal hebt vastgesteld welk soort negatieve gedachte(n) bij je opkomt voor jezelf te toetsen hoe reëel de gedachte is. Je kunt op zoek gaan naar dingen die het tegendeel bewijzen. Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Ik verpest altijd alles’, probeer dan drie gelegenheden te bedenken waarbij je iets wel goed hebt gedaan. Let ook op de dingen die je goed doet terwijl je CGT beoefent, als bewijs tegen de beperkende gedachten. Je kunt ook met de gedachte experimenteren om na te gaan of hij klopt. Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Ik ga vast en zeker flauwvallen als ik probeer een toespraak te houden voor publiek’, stel deze gedachte dan op de proef door een proeftoespraak te houden ten overstaan van een aantal mensen om voor jezelf te bewijzen dat je heus niet flauw zult vallen. Je zou ook een enquête kunnen houden om je gedachten op de proef te stellen. Vraag anderen wat zij denken van de gedachte die je hebt gehad om na te gaan of zij hem op dezelfde manier interpreteren als jij.
Je kunt ook proberen bepaalde woorden die de gedachte negatief maken, te vervangen. Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Ik had dat niet bij mijn vriend moeten doen’ zou je in plaats daarvan kunnen zeggen: ‘Het zou beter zijn gelopen als ik dat niet bij mijn vriend gedaan had’ of: ‘Het maakt me verdrietig dat ik mijn vriend dat heb aangedaan en ik zal proberen het in de toekomst nooit meer te doen.’
Na verloop van tijd zullen deze oefeningen uit de CGT je kunnen helpen e gedachten aan te passen om realistischer, positiever en pro-actiever te worden, in plaats van negatief te zijn en jezelf naar beneden te halen.
11. **Maak een einde aan alles-of-niks gedachten.** Dit soort gedachten krijg je als je het idee hebt dat er in het leven en alles wat je doet maar twee wegen bestaan. Alles is of goed of slecht, of positief of negatief, etc. Je staat jezelf niet toe om flexibel te zijn of om de dingen op een andere manier te interpreteren.
Als je bijvoorbeeld een bepaalde promotie niet krijgt maar uitdrukkelijk wordt aangemoedigd om de eerstvolgende keer dat er weer een vacature is opnieuw te solliciteren, kan het zijn dat je voor jezelf volhoudt dat je totaal waardeloos bent en nergens goed voor bent omdat je die baan niet gekregen hebt. Voor jou is alles ofwel goed ofwel slecht, en er zit niks tussenin.
Geef jezelf om iets te doen aan deze manier van denken de opdracht om aan situaties te denken op een schaal van 0 tot 10. Bedenk dat het heel onwaarschijnlijk is dat je bepaalde dingen met een 0 of met een 10 beoordeelt. Je zou bijvoorbeeld tegen jezelf kunnen zeggen: ‘Mijn werkervaring voor deze baan was ongeveer een 6 waard. Dat geeft aan dat de ervaring niet zo goed bij de functie paste. Het betekent niet dat ik bij geen enkele andere functie zal passen.’
12. **Probeer niet te filteren.** Als je filtert zie je alleen de negatieve kant van de dingen en filter je alle andere aspecten eruit. Dit leidt vaak tot verstoorde persoonlijkheden of situaties. Het kan ook zijn dat je de negatieve kant van de dingen veel te veel opblaast.
Als je werkgever bijvoorbeeld een opmerking heeft gemaakt over een typefout in een rapport, dan kan het zijn dat je je alleen nog maar daarop focust en alle goede dingen die ze over het rapport heeft gezegd vergeet.
Probeer situaties die negatief zouden kunnen zijn, zoals kritiek, in plaats van een aanval te zien als een kans om te groeien. Je zou tegen jezelf kunnen zeggen: ‘Mijn werkgever was echt heel blij met mijn werk, en uit het feit dat ze me op die typefout wees blijkt dat ze gelooft in mijn vermogen om fouten te verbeteren. Dat is een sterk punt. Ik weet ook dat ik de volgende keer de tekst beter zal moeten controleren op fouten.’
Je kunt ook proberen voor ieder negatief punt dat je tegenkomt, één positief punt te vinden. Dit zal je dwingen de dingen vanuit een breder perspectief te zien.
Ook kan het zijn dat je positieve gebeurtenissen afdoet als onbelangrijk, door bijvoorbeeld tegen jezelf te zeggen: ‘Ik heb gewoon geluk gehad’ of ‘Dat is alleen maar gebeurd omdat mijn baas/leraar me aardig vindt.’ Dit is ook een vorm van foutief denken. Als je ergens echt hard voor gewerkt hebt, erken dan de inspanning die je geleverd hebt.
13. **Probeer geen overhaaste conclusies te trekken.** Als je te snel je conclusies trekt ga je uit van het ergste zonder dat daar eigenlijk een reden voor is. Je hebt de ander niet gevraagd om je meer informatie of opheldering te geven. Je bent gewoon ergens van uitgegaan en op basis daarvan heb je je conclusie getrokken.
Een voorbeeld hiervan is: ‘Mijn vriendin heeft niet gereageerd op de uitnodiging die ik haar net een half uur geleden gestuurd heb, dus ze zal wel een hekel aan me hebben.’
Vraag jezelf af welk bewijs je hebt voor deze veronderstelling. Geef jezelf de opdracht een lijst op te stellen met feiten die deze veronderstelling ondersteunen, net alsof je een detective bent. Wat weet je nu eigenlijk zeker in verband met deze situatie? Wat heb je nog meer nodig om een evenwichtig oordeel te vormen?
14. **Pas op met gevoelsmatig redeneren.** Je concludeert automatisch dat hoe je je voelt een weerspiegeling is van een groter feit. Je gaat ervan uit dat je gedachten waar zijn en kloppen, zonder dat je ook maar enig vraagteken bij die gedachten plaatst.
Bijvoorbeeld: ‘Ik voel me totaal mislukt, dus moet ik wel totaal mislukt zijn.’
Stel jezelf in plaats daarvan een aantal vragen om meer bewijs te krijgen voor dit gevoel. Wat denken andere mensen van je? Wat suggereren je prestaties op school en op je werk over je? Wat voor bewijs kun je vinden om het gevoel dat je hebt te ondersteunen of te ontkrachten? Onthoud dat gedachten geen feiten zijn, ook niet als ze voelen als de waarheid.
15. **Probeer niet te veel te generaliseren.** Als je overmatig generaliseert ga je ervan uit dat een slechte ervaring automatisch garandeert dat je in de toekomst nog meer slechte ervaringen zult hebben. Je baseert je veronderstellingen op een beperkte hoeveelheid bewijs en gebruikt woorden als altijd of nooit.
Als je eerste afspraakje met iemand bijvoorbeeld niet zo gaat als je gehoopt had, denk je misschien: ‘Ik ga nooit iemand vinden die van me houdt.’
Elimineer die woorden als ‘altijd’ en ‘nooit.’ Gebruik in plaats daarvan meer beperkende woorden, zoals: ‘Deze specifieke date was niet zo’n succes.’
Ga op zoek naar bewijs om na te gaan of deze gedachte wel klopt. Bepaalt één afspraakje bijvoorbeeld werkelijk de rest van je liefdesleven? Hoe groot is die kans eigenlijk?
16. **Erken alle gedachten die je hebt, inclusief de negatieve gedachten.** Negatieve gedachten zijn net als andere gedachten. Ze komen in je hoofd op. Ze bestaan. Erkennen dat je nutteloze gedachten hebt betekent niet dat je accepteert dat ze ‘juist’ of waar zijn. Het betekent dat je het in de gaten hebt wanneer je een gedachte hebt waar je niets aan hebt en dat je erkent dat je die gedachte hebt gehad, zonder jezelf daarvoor te veroordelen.
Proberen negatieve gedachten onder controle te houden of te onderdrukken, door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Ik ga niet meer negatief denken!’ kan ze in feite erger maken. Het is net zoiets als tegen jezelf zeggen dat je niet aan paarse olifanten mag denken – en vervolgens is dat meteen het enige wat je voor je ziet.
Meerdere studies hebben aangetoond dat het erkennen van negatieve gedachten je beter kan helpen er overheen te komen, dan ertegen vechten.
Wanneer bijvoorbeeld de gedachte in je opkomt dat je onaantrekkelijk bent, merk dat dan op door iets tegen jezelf te zeggen als: ‘Ik heb de gedachte dat ik onaantrekkelijk ben.’ Je accepteert daarmee niet dat dit waar of correct is; je erkent alleen maar dat de gedachte bestaat.
17. **Leer aan mindfulness te doen.** Mindfulness is een techniek die je aanmoedigt te leren je gevoelens te observeren zonder daarbij hevige emoties te ervaren. Het principe van mindfulness is dat je de negatieve gedachten moet erkennen en ervaren, voordat je er afstand van kunt nemen. Mindfulness is niet makkelijk want het houdt in dat je je bewust moet worden van die negatieve zelfpraat die vaak gepaard gaat met schaamte, zoals jezelf afwijzen, jezelf met anderen vergelijken, etc. De taak bestaat er alleen uit dat je het bestaan van die schaamte erkent en herkent zonder gevangen te raken in die gevoelens die de kop opsteken, en zonder toe te laten dat die gevoelens je in hun macht krijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat therapie en technieken op basis van mindfulness je kunnen helpen jezelf te leren accepteren en negatieve gevoelens en gedachten helpen verminderen.
Ga op zoek naar een rustig plekje om mindfulness te beoefenen. Ga in een gemakkelijke houding zitten en concentreer je op je ademhaling. Tel het aantal keren dat je in- en uitademt. Hierbij is het onvermijdelijk dat je gedachten afdwalen. Wanneer dit gebeurt, straf jezelf dan niet maar merk op wat je voelt. Vorm er geen oordeel over: wees je er simpelweg bewust van. Probeer je aandacht opnieuwe op je ademhaling te richten; dat is namelijk het echte werk als het gaat om mindfulness.
Door je gedachten te erkennen maar door ze te decentraliseren en ervoor te zorgen dat ze geen controle over je krijgen, leer je in feite om te gaan met negatieve gevoelens zonder ze daadwerkelijk te veranderen. Met andere woorden, je verandert de relatie die je hebt met je gedachten en je gevoelen. Sommige mensen hebben ontdekt dat wanneer je dit doet, de inhoud van je gedachten en gevoelens uiteindelijk ook verandert (en wel in positieve zin).
18. **Pas op voor gedachten met ‘moeten.** ’ Gedachten waarin je iets moet of zou moeten of juist niet moet, wijzen vaak op een regel of veronderstelling die we onszelf hebben aangepraat en die niet behulpzaam is. Misschien denk je bijvoorbeeld: ‘Ik moet niet om hulp vragen want dat zou een teken van zwakte zijn,’ of je denkt misschien: ‘Ik zou veel extraverter moeten zijn.’ Als je merkt dat je in dit soort bewoordingen over jezelf denkt, sta er dan even bij stil en stel jezelf een aantal vragen over deze gedachten:
Wat voor invloed heeft deze gedachte op mijn leven? Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Ik moet toch echt spontaner worden anders zal ik nooit vrienden maken,’ schaam je je er misschien voor wanneer je uitnodigingen op sociaal gebied niet accepteert. Misschien dwing je jezelf ertoe om met vrienden uit te gaan, ook als je moe bent of eigenlijk wel wat tijd voor jezelf kunt gebruiken. Hierdoor zou je in de problemen kunnen raken.
Wat is de oorsprong van deze gedachte? Gedachten komen vaak voort uit regels die we voor onszelf hebben opgesteld. Misschien was je familie buitengewoon extravert en hebben ze je altijd aangemoedigd om een druk sociaal leven te leiden, terwijl jij eigenlijk meer introvert bent. Hierdoor ben jij misschien gaan geloven dat er iets ‘verkeerd’ is aan het hebben van een rustiger karakter, wat zou kunnen leiden tot een negatief kerngeloof over jezelf zoals: ‘Ik ben niet goed genoeg zoals ik ben.’
Is dit een redelijke gedachte? Vaak komt het door de negatieve basisideeën die we over onszelf hebben, die gebaseerd zijn op manieren van denken die veel te strak en inflexibel zijn, dat we onredelijke eisen aan onszelf stellen. Als je bijvoorbeeld introvert bent, dan is het waarschijnlijk niet redelijk dat je van jezelf verwacht dat je de hele tijd spontaan en sociaal bent. Waarschijnlijk heb je echt tijd voor jezelf nodig om energie bij te laden. Je bent waarschijnlijk niet eens prettig gezelschap als je die tijd voor jezelf die je zo hard nodig hebt, niet krijgt.
Wat levert deze gedachte me op? Vraag jezelf af of deze gedachte of deze overtuiging je iets oplevert. Heb je er iets aan?
19. **Ga op zoek naar flexibele alternatieven.** Probeer in plaats van de oude, strakke regels voor jezelf, alternatieven te vinden die flexibeler zijn. Vaak is het vervangen van absolute bewoordingen door termen als ‘soms’, ‘het zou leuk zijn als,’ ‘Ik zou graag,’ etc., een goede eerste stap in de richting van het opstellen van verwachtingen voor jezelf die redelijker zijn.
In plaats van bijvoorbeeld te zeggen: ‘Ik moet spontaner worden anders ga ik nooit vrienden maken, kun je je taalgebruik nuanceren door meer flexibele woorden te gebruiken: ‘Ik zal zo nu en dan een uitnodiging van vrienden aannemen, want vriendschap is belangrijk voor me. En soms zal ik tijd voor mezelf nemen, wat ik ben zelf ook belangrijk. Het zou leuk zijn als mijn vrienden mijn introverte karakter begrijpen, maar als dat niet zo is, dan zal ik verder voor mezelf zorgen.’
20. **Probeer een evenwichtiger beeld van jezelf te krijgen.** De negatieve ideeën die we over onszelf hebben zijn vaak extreem en generaliserend. Ze zeggen: ‘Ik ben een mislukkeling’ of ‘Ik ben nergens goed voor.’ In deze gedachten is geen plaats voor een ‘grijs gebied’ of voor een balans. Probeer op zoek te gaan naar een meer uitgebalanceerde versie van deze oordelen over jezelf.
Als je bijvoorbeeld vaak gelooft dat je ‘een mislukkeling’ bent omdat je fouten maakt, probeer dan eens iets over jezelf te zeggen wat meer gematigd is: ‘Ik ben in aardig wat dingen goed, middelmatig in aardig wat andere dingen, en in een paar dingen ben ik niet zo goed – net als iedereen.’ Je zegt daarmee niet dat je perfect bent, want dat zou ook niet kloppen. Je erkent dat je, net als ieder mens op aarde, je sterke punten hebt, maar ook gebieden waarbinnen nog ruimte is voor verbetering.
Als je jezelf regelmatig totaliseert, door dingen te zeggen als: ‘Ik ben nergens goed voor’ of ‘Ik ben saai’, probeer deze stellingen dan anders te verwoorden om het bestaan van het ‘grijze gebied’ te erkennen: ‘Soms maak ik fouten.’ Merk daarbij op dat deze stelling niet iets is wat jij bent, het is iets wat je doet. Jij bent zelf niet je fouten of je nutteloze gedachten.
21. **Wees vergevingsgezind voor jezelf.** Als je het gevoel hebt dat je het risico loopt te gaan herkauwen, dat wil zeggen dat je maar in een kringetje blijft ronddraaien waarbinnen je ‘vast’ komt te zitten in een nutteloos gedachtenpatroon, wees dan aardig voor jezelf met wat zelfmedelijden en vriendelijkheid. In plaats van dat je jezelf streng toespreekt en vervalt in het gebruik van negatieve zelfpraat (zoals: ‘Ik ben stom en waardeloos’), kun je jezelf beter behandelen op de manier waarop je een vriend of familielid zou behandelen. Hiervoor zul je eerst zorgvuldig je gedrag moeten observeren en zul je in staat moeten zijn afstand te nemen en je te realiseren dat je het niet toe zou staan dat een vriend of vriendin op een dergelijke destructieve manier over zichzelf zou denken. Op basis van onderzoek wordt gesuggereerd dat zelfmedelijden een heleboel voordelen heeft, waaronder geestelijk welzijn, een grotere tevredenheid met het leven en een verminderde neiging tot zelfkritiek.
Geef jezelf echt iedere dag positieve bevestiging. Dit werkt om je gevoel van eigenwaarde te herstellen en de vergevingsgezindheid die je voor jezelf toont, te vergroten. Reserveer dagelijks tijd om hardop bevestigingen uit te spreken, op te schrijven of te denken. Een paar voorbeelden hiervan zijn: ‘Ik ben een goed mens. Ik verdien het beste, ook al heb ik in het verleden een aantal twijfelachtige dingen gedaan’; ‘Ik maak fouten en daar leer ik van’; ‘Ik heb de wereld een heleboel te bieden. Ik ben van waarde voor mezelf en voor anderen.’
Je kunt vergevingsgezindheid oefenen terwijl je in je dagboek schrijft. Wees bij het registreren van je negatieve gedachten een beetje aardig voor jezelf. Als je bijvoorbeeld de volgende negatieve gedachte hebt gehad: ‘Ik ben zo dom en ik ga dat proefwerk morgen vast en zeker niet halen,’ kijk daar dan eens op een aardige manier naar. Herinner jezelf eraan dat je jezelf niet moet totaliseren. Herinner jezelf er nog eens aan dat iedereen fouten maakt. Plan wat je kunt doen om vergelijkbare fouten in de toekomst te vermijden. Je zou iets kunnen schrijven als: ‘Ik voel me op dit moment dom omdat ik niet genoeg gestudeerd heb voor dit proefwerk. Iedereen maakt fouten. Ik wou dat ik meer gestudeerd had, maar ik kan daar nu niks meer aan veranderen. De volgende keer ga ik meer studeren en begin ik niet pas een dag van tevoren. Ik kan mijn leraar of docent om hulp vragen, en ik kan deze ervaring gebruiken om ervan te leren en verder te groeien.’
22. **Concentreer je op het positieve.** Denk aan de goede dingen. De kans is groot dat je jezelf niet genoeg beloont voor wat je in je leven gedaan hebt. Probeer indruk op jezelf te maken, in plaats van op anderen. Neem even de tijd om na te denken over en terug te kijken op alles wat je in het verleden al bereikt hebt, van je allerkleinste overwinningen tot de allergrootste; dit zal je niet alleen bewuster maken van de dingen die je bereikt hebt, maar kan je ook helpen je plek in de wereld te leren waarderen en de waarde te bepalen die jij aan de mensen om je heen toevoegt. Pak er als je wilt een schrift of je dagboek bij en stel een kookwekker in op 10 tot 20 minuten. Maak binnen die tijd een lijst van alles wat je bereikt hebt en breid de lijst uit zodra je meer hebt om toe te voegen!
Op deze manier ben je bezig je eigen fan te worden. Moedig jezelf op een positieve manier aan en geef jezelf complimenten voor de dingen die je doet. Zo kan het je bijvoorbeeld opvallen dat je, ook al krijg je op dit moment niet zo veel lichaamsbeweging als je misschien zou willen, je de afgelopen weken wel steeds één keer vaker naar de sportschool bent geweest.
23. **Gebruik positieve en hoopvolle taal en stellingen.** Wees optimistisch en vermijd de zogenaamde zelfvervullende voorspelling van het pessimisme. Als je negatieve dingen verwacht, dan gebeuren ze vaak ook. Als je bijvoorbeeld verwacht dat een presentatie slecht zal gaan, dan is de kans groot dat het inderdaad niks wordt. Wees in plaats daarvan positief. Zeg tegen jezelf: ‘Het is dan wel een uitdaging, maar ik kan dit praatje aan.’
24. **Zorg dat anderen niet langer invloed op je hebben.** Als je negatieve gedachten in je hoofd hebt, dan kan het zijn dat er mensen in je omgeving zijn die datzelfde idee aanmoedigen door negatieve dingen over je te zeggen, en dat kunnen zelfs goede vrienden of familieleden zijn. Om je niet langer te schamen en verder te komen, zul je het contact met ‘giftige’ mensen die ervoor zorgen dat je je rot gaat voelen, in plaats van je een oppepper te geven, zo veel mogelijk moeten vermijden.
Zie de negatieve stellingen van anderen als gewichtjes van 5 kilo. Die gewichtjes halen je naar beneden en daardoor wordt het moeilijker om jezelf weer omhoog te halen. Bevrijd jezelf van die last en bedenk dat mensen niet kunnen bepalen wie jij bent als persoon. Alleen jij kunt bepalen wie je bent.
Het kan ook nuttig zijn om eens na te denken over die mensen die je een slecht gevoel over jezelf geven. Je kunt niet ieders gedrag controleren; wat je wel kunt controleren is de manier waarop jij erop reageert en in hoeverre je toelaat dat hun gedrag van invloed op je is. Als iemand anders op een onterechte manier grof, gemeen, afkeurend of respectloos tegen je doet, begrijp dan dat diegene zijn of haar eigen emotionele problemen of dilemma’s heeft, waardoor hij of zij negatief tegen jou doet. Maar als deze persoon jouw gebrek aan zelfvertrouwen vergroot, kun je beter afstand nemen of situaties waarin die persoon aanwezig is, uit de weg gaan, vooral als hij of zij negatief reageert als jij een opmerking maakt over zijn of haar gedrag.
25. **Omring jezelf met positieve sociale steun.** Bijna alle menselijke wezens hebben baat bij sociale en emotionele steun, of die nou afkomstig is van familieleden, vrienden, collega’s en andere sociale netwerken. We hebben er veel aan om met anderen te praten en samen strategieën te bedenken voor onze problemen en andere dingen waar we mee zitten. Gek genoeg zorgt sociale steun er in feite voor dat we zelf beter met onze problemen om kunnen gaan omdat sociale steun ons zelfvertrouwen vergroot.
Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat er een relatie bestaat tussen het waarnemen van een sociaal vangnet en ons zelfvertrouwen; dus wanneer mensen denken dat ze terug kunnen vallen op een sociaal vangnet, nemen hun zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde toe. Als je je dus gesteund voelt door de mensen om je heen voel je je als het goed is beter over jezelf en zul je beter in staat zijn om te gaan met negatieve gevoelens en stress.
Zorg dat je snapt dat wanneer het aankomt op een sociaal vangnet, er niet één systeem is wat voor iedereen werkt. Sommige mensen hebben liever een paar heel goede vrienden bij wie ze altijd terechtkunnen, terwijl anderen liever een bredere sociale kring hebben en ook steun zoeken bij hun buren, in de kerk of binnen hun religieuze gemeenschap.
Een sociaal vangnet kan in ons moderne tijdperk ook nieuwe vormen aannemen. Als jij je niet op je gemak voelt wanneer je een echt persoonlijk gesprek met iemand voert kun je er ook voor kiezen om contact te houden met vrienden en familie, of om nieuwe mensen te leren kennen, via sociale media, videogesprekken en e-mail.
26. **Bied aan andere mensen te helpen.** Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die vrijwilligerswerk doen meestal meer zelfvertrouwen hebben dan mensen die dat niet doen. Je verwacht in eerste instantie misschien niet dat je door anderen te helpen een beter gevoel over jezelf zult krijgen, maar de wetenschap toont inderdaad aan dat de gevoelens van sociale verbondenheid die gepaard gaan met het doen van vrijwilligerswerk of het helpen van anderen ons een positiever gevoel over onszelf geven.
Als extra voordeel maakt anderen helpen jou ook gelukkiger! En daarbij zul je bovendien een echt verschil maken in iemands leven. Je zult niet alleen gelukkiger worden, maar daarnaast ook iemand anders gelukkig maken.
Als je erop uitgaat zul je heel veel kansen tegenkomen om met andere mensen in contact te komen en iets bij te dragen. Zo zou je vrijwilligerswerk kunnen gaan doen in een weeshuis of opvangcentrum voor daklozen. Bied je in de zomervakantie aan als trainer bij een sportelftal voor kinderen. Spring bij als een vriend of vriendin hulp nodig heeft en kook een reeks maaltijden voor hem of haar om in te vriezen. Doe vrijwilligerswerk bij een plaatselijke dierenkliniek.
27. **Maak een afspraak met een professional in de geestelijke gezondheidszorg.** Als je er moeite mee hebt om je negatieve manier van denken te veranderen of kwijt te raken en/of het gevoel hebt dat je negatieve gedachten ervoor zorgen dat je overdag mentaal en/of lichamelijk niet goed kunt functioneren, kun je het beste een afspraak maken met een decaan, een psycholoog, of een andere professional in de geestelijke gezondheidszorg. In het bijzonder cognitieve gedragstherapie is bijzonder behulpzaam bij het veranderen van je manier van denken. Dit is een van de vormen van therapie waar het meeste onderzoek naar gedaan is en er zijn duidelijke bewijzen dat het inderdaad effectief is.
Vaak kan een therapeut je helpen nuttige strategieën te ontwikkelen om je zelfbeeld te verbeteren. Bedenk dat een mens soms gewoon niet alles alleen kan oplossen. Daarnaast is aangetoond dat therapie een aanzienlijk effect heeft op het verbeteren van iemands zelfvertrouwen en de kwaliteit van zijn of haar leven.
Bovendien kan een therapeut je helpen om te gaan met eventuele andere psychische problemen waar je mee te maken hebt en die de oorzaak of het resultaat zijn van je schaamte en gebrek aan zelfvertrouwen, waaronder depressie en angst.
Wees je ervan bewust dat vragen om hulp een teken van kracht is en niet een teken van persoonlijk falen of zwakheid. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Stoppen-met-negatief-denken", "language": "nl"} |
Er aantrekkelijk uitzien (Meisjes) | Als je je als tienermeisje druk maakt over je uiterlijk, is dat normaal. Maar maak je geen zorgen, mooi zijn is slechts een kwestie van je beste eigenschappen naar voren brengen. Om er aantrekkelijk uit te zien, begin je bij de basis: ontwikkel een dagelijkse routine om je huid, haar, glimlach en hele lijf gezond te houden, en straal zelfvertrouwen uit met je houding en lichaamstaal. Als je wilt, kun je ook je natuurlijke schoonheid naar voren brengen met een beetje make-up, een leuk kapsel en kleding die jouw figuur flatteert.
1. **Besteed elke ochtend en avond vijf minuten aan je huid.** Consistentie is de sleutel tot het behouden van een mooie huid, dus verplicht jezelf om daar een paar minuten per dag aan te besteden. Dit is hoe je het makkelijk doet:
Was je gezicht in de douche. Bespaar ’s ochtends tijd door je huidverzorging te combineren met het douchen. Was je gezicht even snel terwijl je je haar natmaakt.
Als je te moe bent om heel je huid te verzorgen voordat je naar bed gaat, houd dan een stapeltje make-up remover tissues op je nachtkastje.
Probeer dag en nacht je gezicht te hydrateren. Vergeet niet de normale plekken waar snel rimpels komen: de buitenkant van je ogen en rond je mond.
2. **Douche elke dag.** Even snel afspoelen voordat je je dag begint, laat je er een beetje mooier uitzien, ruiken en voelen, wat er verder ook gebeurt. Probeer een routine op te zetten die niet meer dan vijf of 10 minuten duurt.
Was regelmatig je haar. Je hoeft niet elke keer dat je een douche neemt, je haar te wassen - sterker nog, mensen met grover haar zouden om de dag hun haar moeten wassen of zelfs om elke drie dagen. Wees consistent, ongeacht wat voor jou werkt. Je hoofdhuid maakt routinematig vet aan voor je haar, dus maak je leven makkelijker door hetzelfde schema aan te houden.
Knip en maak je nagels één of twee keer per week schoon. Je nagels zijn het zachtst en het makkelijkst bewerkbaar wanneer je net uit de douche komt, dus dat is een goed moment om ze even snel te knippen. Je hebt dan schone, representatieve vingers en tenen zonder dat je een volledige mani- of pedicure hoeft te doen.
Behandel lichaamshaar. Scheer jezelf in de douche, en epileer zodra je de douche uitkomt. De vuistregel is om je oksels elke dag te scheren, je benen om de dag, en je wenkbrauwen een keer per week te epileren.
Doe wat deodorant op zodra je klaar bent met douchen. Dit is ook een goed moment om een luchtje op te spuiten, of dat nu een parfum is of een lichte bodyspray. (Maar wees een beetje zuinig en zorg ervoor dat je niet te veel opspuit!)
3. **Laat een mooie lach zien.** Wat er verder ook gebeurt, je glimlach is een van je beste eigenschappen. Dit is hoe je een stralende glimlach houdt:
Poets je tanden twee keer per dag, en flos elke avond. Als je toch bezig bent, vergeet niet om voorzichtig je tong te poetsen - er kunnen een hoop bacteriën zitten die een slechte adem veroorzaken.
Gebruik ’s avonds een mondspoeling, en houd kauwgom of pepermunt bij de hand om ervoor te zorgen dat je een fijne en aantrekkelijke mond hebt.
Bestrijd schrale lippen. Als je vaak geschilferde en droge lippen hebt, ben je waarschijnlijk uitgedroogd - drink vaker water en je zult het verschil merken. Als dat niet helpt, houd dan overdag wat lippenbalsem bij je.
4. **Houd je lichaam gezond.** Je hoeft geen dunne lat te zijn om er aantrekkelijk uit te zien, maar het is het waard om je lichaam fit en gezond te houden. Niet alleen doe je er je voordeel mee wanneer je ouder wordt, ook zorgen de endorfines die tijdens het sporten vrijkomen ervoor dat je je zelfverzekerd en mooi voelt.
Doe aan sport. Beweging hoeft niet eentonig te zijn. Als alleen al de gedachte aan een fitnessschool je doet huiveren, overweeg dan om op een sport te gaan of een actieve hobby te zoeken. Basketbal, tennis, volleybal en zwemmen zijn goede opties.
Sport met een vriend(in). Door er iets sociaals van te maken, blijf je het volhouden om te trainen. Je zult waarschijnlijk minder snel een smoes bedenken om niet te rennen wanneer je je vriend(in) moet afzeggen. Bovendien heb je iemand om samen mee te klagen terwijl je traint.
Probeer over het algemeen actief te blijven. Neem de trap in plaats van de lift, of parkeer iets verder van de ingang van de supermarkt. Het lijkt niet veel, maar zelfs kleine toenames in je beweging zijn uiteindelijk te zien in je figuur.
5. **Breng je natuurlijke schoonheid naar voren met make-up.** In meerdere culturen gebruiken vrouwen make-up om zich mooier te maken. Maar, onthoud dat je geen make-up hóeft aan te brengen om er aantrekkelijk uit te zien - het is gewoon een hulpmiddel dat je kunt gebruiken als je zou willen. Je kunt ook verschillende soorten make-up dragen, afhankelijk van je situatie en hoe prettig je je erover voelt.
Probeer een natuurlijke look. Je kunt net genoeg make-up dragen om kleine gebreken te maskeren om er als de beste versie van jezelf uit te zien. Gebruik een heldere of licht getinte lipgloss of lippenbalsem, en een lichte poeder om je huidskleur er egaal uit te laten zien.
Houd het casual. Je kunt make-up gebruiken voor heel je gezicht zonder het zwaar aan te zetten, of heel de routine overslaan en gewoon voor een felle lipstick gaan of voor de smokey eye look. Als je dagelijks make-up gebruikt, overweeg dan om een basis look te nemen die je kunt aanpassen afhankelijk van wat je nodig hebt.
Maak een glamour avondlook. Voor een speciaal avondje uit, probeer 15 of 20 minuten te reserveren voor een volledige make-up look. Gebruik concealer, een basis en finishing poeder, blush, oog make-up en een lippenstift of lipgloss. Vergeet niet de 'lips-or-eyes-regel': kies één van de twee om te accentueren. Het is te opzichtig en overdreven om beiden te doen.
6. **Style je haar.** Zoals de meeste mensen heb je waarschijnlijk een paar haarstijlen om op terug te vallen voor een alledaagse look. Maar dit betekent niet dat je niet af en toe iets nieuws kunt proberen! Een klein beetje meer moeite doen voor je kapsel laat je er mooier uitzien en je voelen als een supermodel.
Probeer eens wat nieuws. Als je normaal gesproken je haar in een paardenstaart draagt, probeer eens een halve paardenstaart of maak krullen in je haar met een krultang. Als lang en los jouw voorkeur heeft, probeer eens een paardenstaart met meer textuur of een trendy visgraatvlecht.
Overweeg een nieuw kapsel. Als je niet blij bent met je haar of je zit in de put, misschien heb je dan gewoon een nieuw kapsel of haarkleur nodig. Kijk online of blader door magazines om te kijken wat voor stijl je mooi vindt, en maak een afspraak bij de kapper. Vergeet niet dat het de taak van je kapper is om mensen goed te laten voelen over hoe ze eruitzien, en hij of zij zal dolblij zijn om advies te geven als je niet zeker weet wat je wilt.
Knip gespleten haarpunten af en fris je haarkleur op. Zelfs wanneer je helemaal tevreden bent met je huidige look, zorg ervoor dat je het bijhoudt. Knip gespleten haarpunten elke zes tot acht weken af, en werk uitgroei tegelijkertijd bij.
7. **Draag kleding die jouw lichaam flatteert.** Wat geweldig staat bij jouw beste vriendin, staat misschien niet zo goed bij jou, en dat heeft niets te maken met hoe aantrekkelijk je bent. Weten welke kleren jou goed staan, zorgt ervoor dat je er mooier uitziet (zelfs wanneer je zelf niet bent veranderd!).
Wees je bewust van je lichaamsvorm. Je kunt je maat opnemen, of je kunt gewoon in de spiegel kijken om het op het oog in te schatten. De meest voorkomende types zijn:
Peer: bredere heupen, kleinere taille en boezem. Accentueer je taille en je schouders.
Appel: bredere boezem en taille, dunnere benen. Trek aandacht naar je dunne benen en heupen.
Zandloper: bredere boezem en heupen, kleinere taille. Maak gebruik van je klassieke rondingen en kleine taille.
Banaan: kleine boezem, taille en heupen. Maak gebruik van je slanke figuur door je taille te accentueren met een riem of kort jasje.
Vergeet niet: lichte kleuren accentueren, donkere kleuren kleden af. Als je bijvoorbeeld je taille mooi vindt, maar niet je heupen, draag dan een donkere broek en een licht shirt.
8. **Verzorg je huid extra goed.** Dagelijks je huid schoonmaken geeft je een sterke basis voor een mooie huid, maar om te zorgen dat je een gave huid houdt, kun je een aantal speciale behandelingen nemen.
Scrub. Meng een zachte scrub een keer per week met je huidreiniger en masseer voorzichtig over je gezicht. Spoel als gebruikelijk af.
Verwijder mee-eters. Koop een aantal reinigende neusstrips bij de drogist, of ga naar een schoonheidsspecialiste voor een professionele behandeling.
Trakteer jezelf op een mini gezichtsbehandeling. Bij de drogist kun je gezichtsmaskers halen, of je kunt er zelf een maken van perziken en havermout.
9. **Oefen een goede houding.** Je uitstraling vertelt andere mensen veel over hoe je je voelt, dus zorg ervoor dat je zelfvertrouwen overbrengt.
Houd je hoofd hoog. Kijk niet naar de grond.
Ontspan je schouders en houd ze naar achteren.
Sta met je voeten op heupbreedte.
Verdeel je gewicht over beide voeten.
10. **Loop met waardigheid.** Wist je dat schoonheidskoninginnen uren besteden aan het opnieuw leren lopen? Het klinkt raar, maar ze oefenen om te lopen op een manier die elegant en luchtig overkomt. In plaats van zoveel tijd te besteden aan ‘miss training’, volg deze snelle tips:
Sleep niet met je voeten. Vermijd met je voeten schuiven of ze alleen op te tillen tot de minimale hoogte die nodig is om te kunnen lopen.
Wieg lichtjes met je heupen. Een overdreven gedraai kan rugpijn veroorzaken, eveneens een onnatuurlijke houding van je bekken. Laat je heupen in plaats daarvan zwaaien op de beweging van het lopen.
Probeer niet te veel op en neer te deinzen. Oefen met lopen dat je hoofd op dezelfde hoogte houdt, zelfs wanneer de rest van je lichaam in beweging is.
11. **Lach!** Het enige wat je nog mooier maakt dan alle andere tips bezit je al: je parelwitte tanden. Houd je glimlach paraat, en zoek reden om te lachen. Niet alleen laat dat je gelukkiger voelen, maar je vrolijkt ook iedereen om je heen ermee op.
Als je het lastig vindt om regelmatig te glimlachen, probeer dan aan je favoriete grap te denken of aan iets anders dat je blij maakt, zoals een huisdier of familielid. Laat je daardoor inspireren wanneer je even snel een glimlach tevoorschijn moet toveren.
Houd het gepast. Glimlachen wanneer iemand hallo tegen je zegt is goed; glimlachen wanneer je vriend(in) praat over het verlies van zijn oma is niet zo goed. Analyseer de situatie voordat je automatisch glimlacht. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Er-aantrekkelijk-uitzien-(Meisjes)", "language": "nl"} |
Sieraden maken van Polymeerklei | Polymeerklei is boetseermateriaal dat veel wordt gebruikt zowel door hobbyisten als kunstenaars. Het is zacht en kan gemakkelijk geboetseerd worden tot verschillende vormen. Wat zo leuk is aan polymeerklei is dat ze hard wordt wanneer je haar bakt, ook al is de klei normaal zacht en gemakkelijk te bewerken. Omdat polymeerklei zo veelzijdig is kun je haar gebruiken om verschillende soorten sieraden van te maken. Hier zijn enkele sieraden die je met polymeerklei kunt maken.
1. **Verzamel al je benodigdheden.** Je hebt verschillende kleuren polymeerklei nodig, een tandenstoker, een bakplaat (die je alleen voor polymeerklei zult gebruiken en niet om eten op klaar te maken), een touwtje en een naald waar je het touwtje doorheen kunt halen.
Polymeerklei kun je kopen bij alle hobbyzaken en is ook gemakkelijk op het internet te vinden.
2. **Kneed de polymeerklei.** Polymeerklei moet je eerst een beetje kneden en opwarmen voordat je er gemakkelijk mee kunt boetseren. Haal een klein stukje los van de eerste kleur klei die je wilt gebruiken. Het stukje moet ongeveer zo groot zijn als een knikker. Rol de klei in je handen, maak er een bolletje van en kneed de klei.
Als de klei erg hard is, snijd deze dan in kleine stukken met behulp van een mes. Leg de stukken op een snijplank en voeg een druppel minerale olie toe. Kneed nu alle stukken klei weer aan elkaar. Door de minerale olie zou de klei zachter en kneedbaarder moeten worden.
3. **Prik met de tandenstoker een gat precies in het midden van het bolletje polymeerklei.** Zorg wel dat het bolletje rond blijft en dat het gat dat je met de tandenstoker maakt groot genoeg is om later de naald door te kunnen steken.
Polymeerklei zet niet echt uit en krimpt ook niet wanneer je de klei bakt, maar de gaatjes in kralen krimpen vaak een klein beetje. Dit betekent dat je de gaatjes in je kralen iets groter dan je naald moet maken.
4. **Leg de kraal op de bakplaat.** Onthoud dat je de bakplaat die je nu gebruikt om polymeerklei op te bakken later niet voor het bakken van voedsel mag gebruiken.
5. **Herhaal deze stappen voor alle kleuren klei die je hebt.** Probeer alle kralen even groot te maken, zodat ze er allemaal hetzelfde uitzien.
6. **Maak gemarmerde kralen.** Wanneer je geoefend hebt met het maken van kralen van een enkele kleur, kun je proberen om verschillende kleuren door elkaar te mengen om een gemarmerd effect te creëren. Pak gewoon kleine stukken klei in verschillende kleuren en kneed ze door elkaar. Kneed de stukken echter niet te lang of de kleuren zullen volledig door elkaar gemengd worden en een nieuwe effen kleur maken.
De instructies voor het bakken kunnen per merk polymeerklei verschillen, dus je kunt het beste alleen kleuren polymeerklei van hetzelfde merk met elkaar combineren.
7. **Maak een kraal met twee meerkleurige zijden.** Rol alle kleuren op tot een lange, dunne worst van ongeveer een halve centimeter dik en tien centimeter lang. Druk alle gekleurde worsten tegen elkaar aan zodat je een lange worst krijgt. Rol deze grotere worst nog een beetje meer uit om ervoor te zorgen dat deze helemaal rond is. Snijd er dan stukjes af ter grootte van een knikker en rol ze op tot kralen. De uiteindelijke kralen zouden twee meerkleurige zijden moeten hebben.
Met behulp van deze techniek kun je verschillende patronen en dessins maken. Probeer dunne, ronde plakjes van de meerkleurige worst te snijden en de platte zijden op het oppervlak van een effen kraal (gemaakt volgens bovenstaande stappen) te plakken. Wanneer het oppervlak bedekt is maak je dit glad door de kraal lichtjes in je handen te rollen.
8. **Volg de instructies voor het bakken op de verpakking van de klei.** Zorg ervoor dat je de instructies nauwgezet opvolgt, want je kunt je kralen beschadigen als je deze te lang of te kort bakt.
Welk merk klei je ook gebruikt, je keuken zal er tijdens het bakken een beetje naar gaan ruiken. Deze dampen zijn niet goed voor je. Zorg ervoor dat je enkele ramen openzet of de afzuigkap inschakelt om de ruimte te ventileren.
9. **Haal de kralen uit de oven en laat ze afkoelen voordat je er een halsketting van maakt.** De kralen moeten volledig afgekoeld zijn voordat je ze aanraakt. Wanneer ze nog warm zijn zullen ze niet volledig hard zijn, en als je ze dan aanraakt kun je het oppervlak beschadigen.
10. **Maak je halsketting.** Pak je naald en doe het touwtje dat je uitgekozen hebt erdoorheen. Rijg vervolgens de kralen aan het touwtje en volg het kleurenpatroon dat je wilt maken. Wanneer je alle kralen aan het touwtje geregen hebt, haal je de naald los en knoop je de uiteinden van het touwtje aan elkaar. Zorg ervoor dat de ketting groot genoeg is om over je hoofd te passen.
11. **Draag je fonkelnieuwe halsketting.**
12. **Koop verschillende kleuren polymeerklei.** Houd bij het kiezen van kleuren de knutselwerkjes die je wilt maken in gedachten. Polymeerklei kun je erg goed mengen, dus houd er rekening mee dat je kleuren met elkaar kunt combineren.
Er zijn verschillende merken polymeerklei waar je uit kunt kiezen. Het is wellicht een goed idee om meer dan één merk klei te kopen om te zien welk merk je het beste bevalt. Sommige merken klei zijn zachter dan andere merken. Vergeet echter niet dat de bakinstructies per merk klei kunnen verschillen en het dus geen goed idee is om verschillende merken met elkaar te combineren.
Je kunt ook zelf thuis je eigen polymeerklei maken.
13. **Kies wat accessoires voor het maken van sieraden.** Je zult moeten bedenken wat voor soort hangers je wilt maken. Als je een hanger aan een halsketting of verschillende oorhangers wilt maken, dan zul je ovenbestendige tussenstukjes of ringetjes moeten kopen. Dit zijn in feite stukken ijzerdraad die je voor het bakken in de klei kunt steken en die bestand zijn tegen de hitte van de oven. Een dergelijk stuk ijzerdraad heeft een lus die uit de hanger steekt, zodat je de hanger aan het touwtje van een halsketting of aan het ijzerdraad van een oorbel vast kunt maken.
Bij alle hobbyzaken kun je een hoop verschillende onderdelen en accessoires voor het maken van sieraden vinden.
14. **Combineer en meng kleuren.** Kies je favoriete kleuren uit en meng ze net genoeg door elkaar zodat er een gemarmerd effect ontstaat.
Je kunt tevens kleuren volledig door elkaar mengen om een compleet nieuwe kleur te maken. Het is wellicht leuk om alleen rode, gele en blauwe polymeerklei te kopen en te proberen om zelf andere kleuren te maken door de soorten klei door elkaar te mengen.
15. **Boetseer met je polymeerklei.** Je kunt hangers, figuurtjes of kralen boetseren door alleen je vingers te gebruiken. Begin met eenvoudige vormen en voeg bovenop kleine stukken klei toe om een patroon te maken.
Maak unieke vormen. Je kunt in feite alles van polymeerklei maken wat je maar wilt. Probeer om met verschillende kleuren een abstracte vorm te maken of een piepkleine versie van je favoriete dier. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Probeer om een vierkant of cirkel van polymeerklei te bedekken met kleine rondjes van andere kleuren polymeerklei. Wanneer het oppervlak volledig bedekt is maak je dit voorzichtig glad of laat je de textuur zoals deze is.
Als je geen ideeën meer hebt kun je op het internet inspiratie opdoen. Er zijn een hoop verschillende websites waarop je ideeën kunt vinden om mee te beginnen.
16. **Voeg de metalen accessoires voor het bakken aan de geboetseerde sieraden toe.** Sommige accessoires moet je met het sieraad mee bakken. Zorg ervoor dat alles wat je in de oven stopt ook echt ovenbestendig is.
17. **Leg de geboetseerde sieraden op een met folie bedekte bakplaat.** Zo bescherm je niet alleen de bakplaat maar ook de achterkant van de sieraden.
18. **Bak de sieraden van polymeerklei volgens de instructies op de verpakking.** De meeste soorten klei moeten 20 tot 25 minuten lang op een temperatuur van 135 graden Celsius gebakken worden.
19. **Laat de geboetseerde sieraden volledig afkoelen.** Je kunt ze indien nodig lichtjes opschuren met erg fijn schuurpapier. Als je een halsketting maakt, haal dan een touwtje of ketting door de ijzeren ring van je hanger. Als je oorbellen maakt, maak dan de draadjes voor de oorbellen gewoon vast aan de lussen die uit de hangers steken. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Sieraden-maken-van-Polymeerklei", "language": "nl"} |
Een ontstoken tepelpiercing behandelen | Zelfs met de beste zorg kan een tepelpiercing geïnfecteerd raken, wat roodheid, pijn en zwelling veroorzaakt. Omgaan met een infectie kan frustrerend en eng zijn, maar de symptomen kunnen wel worden behandeld. Het beste is om je arts te raadplegen als je een infectie vermoedt, maar je kunt ook thuisbehandelingen gebruiken om de symptomen aan te pakken. Als de infectie echter niet binnen een week begint te verbeteren of als het erger wordt, moet je een arts raadplegen. Zorg daarbij ook goed voor de piercing, zodat er geen nieuwe infectie optreedt.
1. **Was je handen met water en zeep voordat je de piercing behandelt.** Door je handen schoon te houden, voorkom je dat je per ongeluk vuil en bacteriën in de piercing brengt. Was je handen grondig met zeep en warm water voordat je de tepelpiercing aanraakt.
Droog je handen af met een schone handdoek of met keukenpapier.
2. **Houd de piercing in, zodat de afscheiding eruit kan drainen.** Wanneer je de piercing verwijdert, zal de huid beginnen met dichten. Dit kan afscheiding en pus onder je huid vasthouden, wat een abces kan veroorzaken. Dit maakt je infectie erger en moeilijker te behandelen. Laat de piercing in je tepel totdat de infectie geneest of je arts je vraagt het te verwijderen.
Als je een slechte reactie hebt op de gekozen piercing, kan je arts aanbevelen de piercing te veranderen. Op deze manier blijft de piercing open zodat deze kan drainen. Als je arts dit aanbeveelt, ga dan terug naar de piercer om de tepelring te laten vervangen.
3. **Reinig de tepelpiercing** Was je handen met zeep en warm water. Bevochtig vervolgens je tepel met warm water en reinig het gebied voorzichtig met een milde en geurvrije zeep. Spoel de zeep weg met warm water en volg daarna met een zoutoplossing. Dep ten slotte het gebied droog met een schone en droge handdoek.
Je kunt een zoutoplossing zonder recept kopen, of je kunt er zelf een maken door één theelepel (5 g) zout toe te voegen aan 240 ml gezuiverd water.
De beste tijd om de piercing schoon te maken en te verzorgen is na het douchen.
4. **Gebruik een warm kompres gedurende 15 tot 30 minuten voor ontsteking en drainage.** Week een schone doek in warm water en leg hem dan op je tepel. Laat het kompres 15 tot 30 minuten op zijn plaats voordat je het verwijdert. Dep ten slotte je tepel droog.
Je kunt elke 2 tot 3 uur een warm kompres gebruiken als je dat wilt.
Doe het doek na gebruik in de was. Gebruik telkens wanneer je een kompres gebruikt een nieuwe en schone doek.
Vermijd het gebruik van wattenbollen voor dit doel of voor het reinigen van de piercing, omdat de vezels in de piercing kunnen blijven haken en de infectie verergeren.
5. **Breng een koud kompres aan gedurende 15 tot 30 minuten om pijn en zwelling te verminderen.** Vul een ijspak met ijs en water. Bedek je tepel met een handdoek om het tegen de kou te beschermen. Plaats vervolgens het ijspak op de handdoek, direct boven je tepel. Houd het ijspak 15 tot 30 minuten op zijn plaats. Controleer je huid om de paar minuten om ervoor te zorgen dat het niet te koud wordt.
Je kunt het koude kompres zo nodig elke 2 tot 3 uur gebruiken.
Als je ongemak ervaart, verwijder dan het koude kompres en laat je huid weer op kamertemperatuur komen.
Plaats altijd een handdoek of een kledingstuk tussen het ijs en je huid. Je zou anders per ongeluk je huid kunnen beschadigen met het ijs.
6. **Doe de piercing tweemaal daags 5 tot 15 minuten in een zeezoutbadje.** Voeg gezuiverd water toe aan een klein glas, zoals een borrelglas. Voeg vervolgens een snufje zeezout toe en roer om het goed op te lossen. Buig voorover en plaats je tepel in het borrelglas. Druk de rand van het glas tegen je huid om een afdichting te maken. Wacht 5 tot 15 minuten om de zoutbehandeling te laten werken en spoel daarna af met warm water.
Doe zeezoutbaden twee keer per dag en gedurende ongeveer drie dagen. Als de infectie niet verbetert, ga dan naar je arts voor meer behandelmethodes.
Gebruik alleen zeezout voor het zoutbad. Gebruik nooit keukenzout dat jodium bevat.
7. **Draag losse kleding terwijl je tepel geneest.** Helaas kan het door de wrijving van strakke kleding langer duren voordat de infectie geneest. Bovendien houden strakke kleding zweet en bacteriën vast die de infectie kunnen verergeren. Om deze problemen te voorkomen, draag losse shirts terwijl de tepelpiercing geneest.
Als je meestal een beha draagt, probeer dan in plaats daarvan een hemdje te gebruiken, want beha's kunnen heel strak zitten over de tepelpiercing. Als je absoluut een beha moet dragen, kies dan voor een beha met zachte en ademende cups die niet te strak zitten.
8. **Vermijd het gebruik van vrij verkrijgbare antibioticacrèmes.** Hoewel antibioticacrèmes geweldig zijn voor het behandelen van kleine snijwonden, werken ze niet zo goed bij diepe infecties. Deze crèmes vormen een dunne laag op je huid, waarmee de wond wordt afgesloten. Dit betekent dat je wond niet kan drainen, dus de infectie zit gevangen in je wond.
Overleg met je arts voordat je medicatie op je tepel doet, inclusief vrij verkrijgbare middelen.
9. **Gebruik geen alcohol en waterstofperoxide; deze middelen zijn te hard.** Hoewel je de wonden meestal kunt behandelen met ontsmettingsalcohol en waterstofperoxide, kan het gebruik ervan op de tepelpiercing het genezingsproces vertragen. Deze producten kunnen je huid irriteren, wat genezing voorkomt en nieuwe symptomen kan veroorzaken. Hou het bij je zeezoutbadje om irritatie te minimaliseren.
10. **Ga naar je arts als de symptomen na een week thuisbehandeling niet verbeteren.** Het beste is om je arts te raadplegen zodra je een infectie vermoedt. Medische zorg is echter noodzakelijk als de infectie niet verbetert of erger wordt. Als het niet wordt behandeld, kan de infectie ernstig worden. Je kunt ook de volgende ernstige symptomen ervaren:
Zwelling en roodheid rond de piercing die erger wordt of toeneemt.
Toenemende pijn of gevoeligheid.
Een ernstig kloppend of brandend gevoel.
Warme huid rond de piercing.
Een vieze geur uit de piercing.
Uitslag rond de piercing.
Gele of groene afscheiding.
Pijn in je lichaam.
Vermoeidheid
Koorts.
11. **Ga onmiddellijk naar je arts voor een kleine bloedcyste of abces.** Een bloedcyste ontstaat wanneer bloed zich onder de huid verzamelt. Ook ontwikkelt zich een abces wanneer de afscheiding of pus van de tepelpiercing zich onder de huid ophoopt, in plaats van eruit te lekken. Zowel een cyste als een abces zullen een harde bult onder je huid veroorzaken. Je arts zal je bevestigen of je een cyste of abces hebt en vervolgens beslissen welke behandeling het beste voor je is.
Je arts kan je aanbevelen een warm kompres te gebruiken om de cyste of het abces te verzachten, zodat het vanzelf kan wegdrainen. Dit is waarschijnlijker als de cyste of het abces klein is en net is gevormd.
Als de cyste of het abces groot of gedeeltelijk verhard is, kan je arts besluiten om het te drainen, wat ongemak kan veroorzaken. Na het verdoven van het gebied, zal je arts een kleine incisie maken over de knobbel, zodat de vloeistoffen worden afgevoerd. Je zult dan waarschijnlijk een antibioticum krijgen, om de wond te helpen genezen.
12. **Vraag je arts als je een antibioticum nodig hebt.** Het is waarschijnlijk dat je arts zal aanbevelen om eerst thuisbehandelingen te proberen. Als je symptomen echter niet verbeteren, kan je arts een antibioticum voorschrijven om de infectie te behandelen. Neem je antibioticum zoals voorgeschreven en voltooi het hele recept, zelfs als je je beter voelt.
Als je te vroeg stopt met het innemen van de medicatie, kan de infectie terugkeren en zelfs sterker dan voorheen.
Je arts zal waarschijnlijk een antibioticacrème voorschrijven voor een kleine infectie. Het is echter mogelijk dat je een oraal antibioticum nodig hebt bij een ernstige infectie.
13. **Kom niet met je handen aan de piercing.** Als je de piercing aanraakt, worden vuil, ziektekiemen en bacteriën overgedragen naar dat gebied, wat een infectie kan veroorzaken. Het beste is om de piercing niet aan te raken, behalve wanneer je de piercing schoonmaakt of verzorgt. Moet je de piercing aanraken, was dan je handen gedurende minstens 30 seconden met zeep en warm water.
Laat niemand anders de piercing aanraken.
Als je de piercing moet aanraken tijdens het schoonmaken of verzorgen, was en droog dan altijd eerst je handen.
14. **Reinig de piercing twee keer per dag en na het sporten.** Na het wassen van je handen, maak je je tepel nat en gebruik je een zachte, geurvrije reiniger om de tepelpiercing te wassen. Spoel de piercing af met warm water en reinig het vervolgens met de zoute spoeling, voordat je het gebied droogt met een handdoek.
Was de piercing altijd als je zweet. Zweet en bacteriën kunnen een infectie veroorzaken of verergeren.
15. **Vertel je seksuele partner(s) om de piercing niet te likken of aan te raken terwijl deze geneest.** Speeksel uit de mond van je partner of bacteriën uit zijn of haar handen kunnen een infectie veroorzaken of verergeren. Het is belangrijk dat je partner de piercing op geen enkele manier hanteert, totdat deze volledig is genezen. Terwijl het geneest, is het misschien het beste om seksueel contact te vermijden.
Je zou kunnen zeggen: 'Mijn piercing is nog steeds aan het genezen, dus laat het alsjeblieft met rust.'
16. **Blijf weg uit waterwegen, zwembaden, bubbelbaden en baden totdat de piercing helemaal is genezen.** Water in zwembaden, bubbelbaden, baden en waterwegen bevat meestal bacteriën en ziektekiemen die de piercing kunnen infecteren. Het beste is om uit het water te blijven totdat de piercing volledig is genezen. Houd het ondertussen bij korte douches om schoon te blijven.
17. **Vermijd het gebruik van lotions, crèmes en andere producten rond de piercing.** Producten voor persoonlijke verzorging kunnen bacteriën bevatten die een infectie kunnen veroorzaken. Ook bevatten deze producten vaak geuren, die de piercing kunnen irriteren. Gebruik geen de volgende producten:
Bodylotion of crème
Bodybutter
Zonnebrandcrème
Zeep of douchegel met geuren
Zelfbruiner | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-ontstoken-tepelpiercing-behandelen", "language": "nl"} |
Onschuldige grappen uithalen | Er is niets leuker dan een grap uithalen met een vriend, broer, zus of huisgenoot. Je kunt bijvoorbeeld een grap uithalen met je vrienden door hun auto te beplakken met plaknotities of te knoeien met hun zeep. Of bereid een culinaire nachtmerrie met Oreo's van tandpasta voor je slachtoffers. Als je een grap wilt uithalen met een broer, zus of huisgenoot, tape dan een uitgeknipt silhouet van een spin aan de binnenkant van een lampenkap of strooi zout op hun tandenborstel.
1. **Kies iemand om een grap mee uit te halen.** Kies iemand die je goed kent en een vergelijkbaar gevoel voor humor heeft, zoals een ouder, leraar, een broer of zus, of een goede vriend. Haal geen grappen uit met iemand die je niet zo goed kent. Ze kunnen je grap verkeerd opvatten en denken dat je ze aan het pesten bent:
Een ouder die gestrest en afgeleid is
De nieuwe leerling op je school
Iemand met wie je niet goed overweg kunt
2. **Brainstorm ideeën.** Pak pen en papier. Kies een comfortabele, rustige plek om na te denken. Vervolgens schrijf je elke idee op dat in je hoofd komt. Maak je geen zorgen over de vraag of het idee goed is of slecht. Concentreer je in plaats daarvan op het opschrijven van zo veel mogelijk ideeën.
3. **Schuif minder goede en eventuele gevaarlijke ideeën aan de kant.** Je grap mag geen mensen kwetsen of in gevaar brengen. Is dat het geval, dan is het niet langer een 'onschuldig' grap. Enkele voorbeelden van gevaarlijke of kwetsende situaties:
Iemands bezittingen kapot maken
Het gebruik van scherpe objecten of vuur
Iemand boos maken door hem of haar te laten schrikken
Iemand in gevaar brengen (voor verstikking of hyperventilatie) door opsluiting
4. **Kies je beste idee.** De beste grap is grappig, onschuldig en realistisch om uit te voeren. Bovendien moet de grap groot genoeg zijn om verrassend te zijn, maar niet zo groot dat het verdacht wordt. Kies ideeën als volgt:
Haal een grap uit met de persoon in diens 'comfortzone', zodat ze niets vermoeden
Zorg dat je niet te veel hoeft voor te bereiden
Zorg dat de grap leuk is voor de persoon en jezelf
5. **Plan je uitvoering.** Nu je de perfecte grap hebt bedacht, moet je een plan maken. Maak een zorgvuldig plan op papier. Herlees je plan meerdere malen, en visualiseer het verloop terwijl je leest. Dit helpt bij het opmerken van essentiële fouten in je plan. Bijvoorbeeld:
Als je plan een heleboel ballonnen omvat, zorg er dan voor dat je tijd hebt om die te kopen.
Als je vriend zich niet goed voelt, kan hij of zij zich ziek melden en kun je de grap niet uitvoeren.
Als je grap iets is met water en het is buiten koud, dan kan het water bevriezen.
6. **Plaats een bordje met de tekst 'stemactivering' naast een toestel.** Deze grap werkt vooral goed als je met vrienden werkt. Neem een broodrooster of ander gangbaar toestel mee naar je werk en plaats deze in de pauzekamer. Maak vervolgens een klein bordje waarmee wordt aangegeven dat dit hoogwaardige broodrooster met je stem kan worden geactiveerd. Breng de rest van je dag door met lachen als je hoort hoe mensen schreeuwen tegen een broodrooster.
Als je je vrienden wilt aanmoedigen om het broodrooster te gebruiken, leg er dan een paar sneetjes brood naast en vertel hen dat ze er gebruik van kunnen maken.
Andere voorbeelden van kleine apparaten zijn koffiezetapparaten, kookplaten en Keurigs.
7. **Bedek de auto van je vriend(in) met plaknotities.** Ga naar een kantoorwinkel en koop zo veel plaknotities als je kunt dragen. Vervolgens bedek je de auto van een vriend(in) met een laag kleverige plaknotities, met inbegrip van de ramen. Je vriend zal honderden kleverige plaknotities moeten verwijderen, voordat hij of zijn de auto weer kan gebruiken.
Gebruik gekleurde plaknotities voor een verscheidenheid aan patronen en ontwerpen. Bijvoorbeeld: gebruik groene, witte en bruine om een Shrek-auto te maken.
Plaknotities kleven het best aan net schoongemaakte auto's.
8. **Vervang desinfecterende lotion met glijmiddel.** Deze streek is uitstekend voor vrienden die altijd een fles desinfecterende lotion in hun tas, of op hun bureau hebben staan. Koop allereerst een fles helder glijmiddel van een apotheek of supermarkt. Vervolgens leeg je de fles desinfecterende lotion en vul je die met het glijmiddel. Wanneer je vriend diens desinfecterende lotion probeert te gebruiken, krijgt hij of zij in plaats daarvan vettige en slijmerige handen.
Bewaar het ontsmettingsmiddel in een kopje of koop voordat je deze grap doet een nieuwe fles. De ander kan boos worden als die zelf meer van de lotion moet kopen.
9. **Doe iets grappig op de post.** Er zijn veel bedrijven die postdiensten leveren voor grappen. Je kunt je vriend een doosje met glitter sturen, een aubergine, insecten, etc. Zoek online naar de service die het beste past bij je doeleinden.
Indien mogelijk, stuur het pakket dan naar je werkplek of school zodat je kunt zien hoe de vriend of vriendin het openmaakt.
10. **Maak een advertentie voor een wedstrijd in Chewbacca-gebrul.** Maak een Chewbacca-brulwedstrijd en plaats het telefoonnummer van je vriend(in) onderaan. Plaats vervolgens de flyers in je buurt. Als je geluk hebt, ontvangt je vriend tientallen Chewbacca-voicemails.
Doe dit niet met het telefoonnummer van iemands werk. Diens voicemail kan verstopt raken waardoor ze belangrijke oproepen missen.
11. **Maak 'snoep-appels'.** Maak eerst een batch klassieke snoep-appelcoating. Verwijder vervolgens de papierachtige lagen van een paar kleine en middelgrote uien. Duw een satéprikker in elke ui om een handvat te maken. Doop elk ui in de snoepcoating en leg ze op een vel vetvrij papier om te drogen. De ui zal perfect lijken op een heerlijke rode snoep-appel.
Zodra ze zijn afgekoeld, bied je terloops je vrienden een 'snoep-appel' aan en let je op hun reactie als ze in de ui bijten.
Zorg ervoor dat je deze grap niet uithaalt met iemand die allergisch is voor uien.
12. **Maak walgelijk kaasachtige 'sinaasappelsap'.** Koop een doosje gedroogde macaroni met kaas en een klein flesje sinaasappelsap. Drink of giet de sinaasappelsap in een andere fles. Giet vervolgens het kaaspoeder van de macaroni in je lege fles. Voeg water toe en schroef het deksel er weer op. Schud de fles tot er geen kruimeltjes kaas meer in de vloeistof drijven.
Zodra de fles klaar is bied je het aan een vriend aan en kijk je toe hoe ze kokhalsen van het drinken.
Koel de fles totdat je klaar bent om die te gebruiken. Een warme fles sinaasappelsap kan verdacht overkomen.
13. **Maak tandpasta-Oreo's.** Koop Oreo's en een tube tandpasta. Vervolgens trek je zorgvuldig elk koekje uit elkaar schraap je de vulling eruit. Knijp een klodder tandpasta op een van de cookies en druk die samen. Wanneer je vriend een koekje eet, krijgen ze een walgelijk muntige verrassing.
Leg de koekjes op een bord. Vervolgens bied je vrienden een koekje aan en kijk je hoe ze kokhalzen van het eten ervan.
Als je vrienden achterdochtig zijn, laat dan een bord bewerkte Oreo's staan om hen te verleiden. Misschien zie je niet dat ze het eten, maar je zult er later wel over horen.
14. **Doe zout op tandenborstels.** Strooi zout over de tandenborstels van je kamergenoot of broer/zus. De volgende keer dat ze hun tanden poetsen, proeft hun tandpasta zout en walgelijk.
Gebruik fijn zeezout of keukenzout. Anders kunnen ze de zoutkorrels op hun tandenborstel zien en de boel niet vertrouwen.
15. **Plaats een 'insect' op een lampenkap.** Deze streek is leuk om uit te halen bij mensen die bang zijn voor grote insecten. Maak eerst een print van een grote kakkerlak of een ander walgelijk insect. Vervolgens knip je die uit en plak je hem aan de binnenkant van een lampenkap. Wanneer je kamergenoot of broer/zus de lamp aandoen, zien ze het angstaanjagende silhouet van het grote insect en geloven ze dat het gaat om een echt exemplaar in de lampenkap.
Ga online op zoek naar afbeeldingen van grote insecten om af te drukken.
Gebruik doorzichtig plakband om de uitgeknipte afbeelding op de lampenkap te plakken.
16. **Maak nutteloze zeep.** Zoek een fles heldere nagellak en een droog stuk zeep. Verf verschillende lagen van de nagellak op de zeep, en laat dit tussen elke laag drogen. Vervolgens plaats je de zeep in de douche of naast de gootsteen. Wanneer je broer, zus of kamergenoot de zeep probeert te gebruiken, zal de zeep helemaal niet gaan schuimen.
Breng minstens vier lagen nagellak aan. Hoe meer lagen je toepast, hoe beter deze grap zal werken.
17. **Wikkel het bed van huisgenoten in plastic.** Koop meerdere dozen doorzichtige plasticfolie bij de supermarkt. Wikkel vervolgens het bed van je broer, zus of kamergenoot strak in lagen plastic, door de rol plastic rond het hele bed te wikkelen. Wanneer ze naar bed gaan, zullen ze enkele minuten moeten besteden om eerst de plasticfolie te verwijderen.
Probeer een paar lange stukken te gebruiken in plaats van veel kleinere stukken. Hierdoor wordt de verpakking moeilijker te verwijderen.
Je kunt elk kussen en deken afzonderlijk inpakken of alles samen omwikkelen in een strakke verpakking. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Onschuldige-grappen-uithalen", "language": "nl"} |
Een dubbele Franse vlecht maken | Dubbele Franse vlechten zijn een leuke en schattige haarstijl die ook nog eens bijzonder praktisch is. Of je nu een elegante stijl wilt, je haar naar achteren wilt houden tijdens een work-out, of gewoon zin hebt in wat verandering, dubbele Franse vlechten zijn de stijl voor jou. Je kunt Franse vlechten aanbrengen in haar dat langer is dan tot aan de kin, maar deze stijl werkt het best bij haar dat in ieder geval tot op schouderlengte komt. Wil je deze leuke haarstijl proberen, dan heb je twee opties. Je kunt twee afzonderlijke vlechten maken, of twee vlechten onderaan combinerenren om een grote vlecht te maken.
1. **Verdeel je haar langs het midden van je hoofd.** Gebruik een kam om een glad middenstuk te maken. Je kunt de tanden van de kam of de steel gebruiken als die er is. Doe dit rustig, zodat het stuk recht is. Kam elke kant tot die glad is.
Je kunt de steel van een rattenstaarkam gebruiken om het stuk netjes te maken.
Je haar is gemakkelijker om te vlechten als het nog wat vochtig is, maar door haar kun je ook wel vlechten.
2. **Knoop een kant van het deel met een haarbandje.** Wikkel een bandje voor een paardenstaart of een scrunchie rond het haar aan een kant. Hiermee houd je dat haardeel gescheiden, zodat je niet per ongeluk haar van die kant meeneemt terwijl je werkt aan de andere vlecht.
Je kunt ook een haarclip gebruiken als je dat liever doet.
3. **Verdeel een lok haar van 1,5 cm vlakbij je haarlijn in drie delen.** Begin je vlecht zo dichtbij de haarlijn als je kunt. Je hoeft niet al je haar in je hand te houden wanneer je begint. Neem gewoon kleine delen dichtbij je hoofdhuid. Het resterende haar neem je mee terwijl je vlecht.
Probeer de drie delen een gelijke grootte te geven, om ervoor te zorgen dat de vlecht er meer uniform uitziet.
Heb je dikker haar, dan kun je wellicht beter beginnen met wat meer haar voor de drie delen. Het vergt enige oefening om de beste manier te leren om je eigen haar te vlechten.
Tijdens het vlechten kunnen je armen moe worden. Als dat gebeurt kun je je haar vasthouden met je ene hand en de andere even rust gunnen. Wissel vervolgens van hand en rust de andere arm. Blijf doorgaan want je nieuw stijl is het waard!
4. **Creëer een linker, middelste en rechter deel.** Op deze manier kun je bijhouden welk deel van je haar je moet gaan vlechten. Tijdens het vlechten wijzigen de delen van positie.
5. **Weef om te beginnen het linker deel over het middelste deel.** Pas het middelste deel zo aan dat die nu links is. Trek het haar strak om de vlecht stevig te maken en te voorkomen dat haar los gaat zitten.
6. **Weef het rechter deel over het middelste deel, om verder te gaan met de vlecht.** Pas het eerste deel zo aan dat dit het nieuwe rechter deel wordt. Zorg dat je haar strak is aangetrokken.
7. **Doe meer haar bij het linker deel, en kruis het dan met het middelste deel.** Stel je haar bij en trek het strak aan. Hoeveel haar je elke keer toevoegt is afhankelijk van de dikte van je haar.
Heb je dik haar, dan kun je betere grotere lokken haar pakken, zodat je al het haar meenemen in de vlecht voor je de nek bereikt.
Heb je dun haar, dan hoef je minder haar per keer te pakken.
Elke keer dat je haar vastpakt, moet je ervoor zorgen dat alle drie de delen gelijke grootte houden, zodat de vlecht netjes blijft.
Zorg dat je je haar de hele tijd strak blijft trekken tijdens het vlechten.
8. **Doe meer haar bij het rechter deel voor je die kruist met het middelste deel.** Dit is het patroon dat je dat je gaat gebruiken om je vlecht af te ronden. Herhaal het weven aan de linkerkant en dan aan de rechterkant, het haar meepakkend terwijl je vlecht.
Vlechten is hard werken! Je zult wellicht af en toe je armen even moeten laten rusten terwijl je vlecht. Zorg er gewoon voor dat je de vlecht niet loslaat.
9. **Ga door met het vlechten tot je bij de onderkant van je haar bent gekomen.** Aan het eind van de vlecht hoor je drie delen over te houden, zoals bij een gewone vlecht. Ga door met het weven van je haar als bij een standaard vlecht.
10. **Gebruik een elastiek om de vlecht vast te maken.** Wikkel het haarbandje om je haar vlakbij de onderzijde van de vlecht, ongeveer 2,5 tot 5 cm vanaf het uiteinde.
Je kunt je haar afbinden op elk punt van je vlecht. Je kunt bijvoorbeeld de vlecht afbinden net onder de nek, afhankelijk van de lengte van je haar.
Heb je gekruld haar met veel structuur dat niet snel los zal gaan zitten, dan heb je geen elastiek nodig (het is dus optioneel).
Voor je begint aan de tweede vlecht, laat je je armen even een paar minuten rusten.
11. **Vlecht de andere kant van het haar.** Volg hetzelfde proces aan de andere kant van je hoofd om nog een Franse vlecht te maken. Wanneer je klaar bent, hoor je twee Franse vlechten te hebben, een aan elke kant.
Als je wilt kun je de uiteinden van de vlechten instoppen onder de tegenoverliggende vlecht om een haarkroon te maken. Je moet de vlechten dan vastmaken met een paar haarspelden.
12. **Begin met twee afzonderlijke vlechten, maar klem of bind ze vast net onder je nek.** Je begint met de dubbele vlecht alsof je twee afzonderlijke vlechten maakt. Je moet echter stoppen met vlechten als je een paar keer weven onder de nek bent aangekomen, zodat je ze daar kunt combineren. Wanneer je klaar bent met het vlechten aan de eerste kant, maak je die vast met een klem of een haarbandje terwijl je de andere vlecht.
Kies een strakke klem of haarbandje om de vlecht vast te maken. Als de klem te los rond je haar hangt, dan zal de vlecht losraken.
De nek is in dit geval de basis van je hoofd, vlakbij de schedel.
13. **Maak een lus met je wijsvinger onder het de rechter deel van je rechter vlecht.** Dit is het deel dat het verst verwijderd is van de zijkant van je hoofd. Maak de lus dichtbij de onderste vlecht, ongeveer daar waar je de twee vlechten wilt combineren.
14. **Maak een lus met dezelfde vinger onder het rechter deel van de linker vlecht.** Je hoort nu beide vlechten om dezelfde vinger te hebben. Maak een lus aan de linker vlecht, dichtbij hetzelfde stuk van het geweven deel als je bij de rechter vlecht hebt gedaan. Dit wordt het nieuwe rechterdeel voor de rest van de vlecht.
15. **Maak een lus met je duim onder de linker delen van elke vlecht.** Begin bij de linker vlecht. Maak je lus op dezelfde in hetzelfde stuk van het geweven gedeelte als de lus die je aan de rechterkant hebt gemaakt. Dit wordt het nieuwe linker deel voor de rest van de vlecht.
16. **Verwijder de haarbandjes of klemmen/clips, die de nieuwe delen op hun plek houden.** De twee rechter delen worden een deel, en de twee linker delen worden een deel, en de middelste delen worden een vlecht. Zorg dat je je haar strak houdt, zodat je vlecht niet los gaat zitten.
Trek met je vrije hand geweven haar weg onder het stuk waar je twee vlechten combineert.
Als alternatief kun je de nieuwe delen maken door het linker deel en de middelste delen van je linker vlecht te combineren, evenals het rechter deel van je linker vlecht met het linker deel van je rechter vlecht, en het middelste deel en de rechter delen van je rechter vlecht. Sommige mensen vinden deze methode gemakkelijker, hoewel het er wellicht niet zo strak uit gaat zien, daar waar de vlechten bij elkaar komen.
17. **Maak je vlecht door de drie overgebleven strengen te weven.** Begin met het kruisen van de rechterkant over het middelste deel, en dit dan te herhalen aan de linkerkant. Ga door met weven tot je bij de onderkant van je haar bent gekomen, en maak je vlecht dan vast met een bandje of elastiek. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-dubbele-Franse-vlecht-maken", "language": "nl"} |
Je slaapkamer op de juiste manier inrichten | Je slaapkamer is misschien wel de belangrijkste kamer in je huis. Het is de plek waar je slaapt, dus het is belangrijk dat je je er goed kunt ontspannen. Daarnaast wil je je slaapkamer natuurlijk op een praktische manier inrichten zodat je er bij je dagelijkse routine gemakkelijk doorheen kunt lopen. Het is niet moeilijk om je kamer prachtig in te richten zonder concessies te hoeven doen wat betreft je persoonlijke stijl. Hier zijn enkele tips die je kunt gebruiken om de meubels in je slaapkamer op een aantrekkelijke en functionele manier neer te kunnen zetten.
1. **Bekijk de indeling van de kamer.** Voordat je nieuwe meubels koopt of je meubels in de slaapkamer probeert neer te zetten is het belangrijk om te weten hoe de slaapkamer ingedeeld is. De plaatsing van de ramen en de afmetingen van de muren zijn van invloed op de manier waarop je je meubels neerzet. Houd bij het bekijken van de indeling rekening met de volgende dingen:
De afmetingen van de muren. Gebruik een rolmaat om de muren exact op te meten.
De plekken waar de stopcontacten en telefoonaansluitingen zich bevinden. De stopcontacten heb je nodig om je wekker, lampen, televisie en andere apparaten op aan te sluiten.
De plek waar de kabelaansluiting zich bevindt. Je zult de televisie neer moeten zetten op de plek waar zich de kabelaansluiting of satellietaansluiting bevindt, of nieuwe gaten moeten boren en de kabels moeten verleggen (dit kun je het beste overlaten aan je tv-aanbieder of een andere getrainde professional).
De plekken waar zich de ramen bevinden. Kijk in welke muren er ramen zitten, op welke hoogte ze zich bevinden en hoeveel ramen er zijn.
Kasten en andere deuren. Kijk in welke muren er deuren zitten, waar de kast zich bevindt en in welke muren geen deuren en ramen zitten.
2. **Meet de meubels op.** Stel vast welke meubels je in je slaapkamer neer wilt zetten. Meet die meubels op en vergelijk de afmetingen met de afmetingen van je slaapkamer. Voordat je zware meubels in je slaapkamer neerzet is het belangrijk om vast te stellen of je meubels wel in de kamer passen.
3. **Houd rekening met de slaapkamerdeur.** Houd rekening met het gedeelte rondom de slaapkamerdeur wanneer je de inrichting van je slaapkamer plant. Zorg dat deze plek nergens door geblokkeerd wordt. Plan niet om meubels zo neer te zetten dat ze de slaapkamerdeur blokkeren. Zorg ervoor dat de deur genoeg ruimte heeft om helemaal open te kunnen gaan.
4. **Maak een lijstje van de manieren waarop je je slaapkamer wilt gaan gebruiken.** Slapen is een voor de hand liggende activiteit, maar veel mensen brengen meer tijd in hun slaapkamer door dan alleen ‘s nachts. Ben je van plan om te televisiekijken of een boek te lezen in je slaapkamer? Kleed je je hier aan, breng je je make-up hier aan en breng je je haar hier in model? Is de slaapkamer bedoeld voor een of twee mensen? Is het je eigen slaapkamer of een logeerkamer? Deze dingen bepalen welke meubels je nodig hebt.
5. **Richt de kamer in met meubels in de juiste grootte.** Houd rekening met hoeveel leefruimte je hebt. Woon je in een klein appartement met een kleine slaapkamer of heb je een ruim huis met een grote, open kamer? Grote slaapkamermeubels zijn waarschijnlijk niet praktisch in een klein appartement, terwijl een klein bed en bureau wellicht raar lijken in een grotere ruimte. Stem de meubels af op de grootte van de kamer en zorg dat ze in de ruimte passen die je hebt.
6. **Wees trouw aan je persoonlijke stijl.** Sommige mensen houden van een moderne, minimalistische inrichting, terwijl anderen liever een vollere, knussere inrichting hebben. Sommige mensen houden van kale muren, terwijl anderen het liefst veel foto’s en afbeeldingen ophangen. Vergeet niet dat je slaapkamer jouw plek is. Je wilt de ruimte natuurlijk functioneel inrichten, maar ook een afspiegeling laten zijn van je persoonlijkheid en smaak en zorgen voor comfort.
7. **Begin met het bed.** Het bed is over het algemeen het belangrijkste meubelstuk in een slaapkamer, wat betekent dat het het belangrijkste meubelstuk is om op de juiste plaats neer te zetten. Een populaire plek voor het bed is in het midden van de muur tegenover deur, zodat het bed het middelpunt van de kamer wordt. Een andere goede keus is om je bed langs de langste muur in de slaapkamer neer te zetten.
Als je geen ruimte hebt om het bed in het midden van de muur tegenover de deur neer te zetten of zich daar ramen en deuren bevinden, dan kun je het bed op een andere plek langs één van de muren neerzetten. Je kunt het hoofdeinde ook in één van de hoeken zetten zodat het bed schuin staat, maar op die manier neemt het bed een hoop ruimte in.
Je kunt het bed tevens tussen twee ramen neerzetten, als je een muur hebt met twee ramen erin. Het is wellicht beter om het bed niet onder het raam zelf te zetten, vooral als je je ramen vaak openlaat tijdens de warmere maanden. Daardoor kan het zijn dat je last hebt van een onaangename tocht.
Laat genoeg ruimte om het bed over zodat je gemakkelijk in en uit het bed kunt stappen. Als jij de enige bent die in het bed slaapt, dan kun je het bed tegen een muur zetten. Als je samen met een ander in het bed slaapt, dan is het belangrijk om aan beide zijden van het bed genoeg ruimte over te laten zodat jullie beiden gemakkelijk in en uit het bed kunnen stappen.
Probeer het natuurlijke licht niet tegen te houden met het hoofdeinde.
8. **Denk vervolgens na over de ladekast.** Voor veel mensen is de ladekast na het bed het grootste meubelstuk in de slaapkamer. Zet de ladekast direct tegenover het bed neer zodat de kamer in balans is. Kies voor een lage, brede ladekast als je veel ruimte langs de muren hebt.
Als je televisie wilt kunnen kijken kun je je televisie op de ladekast neerzetten. De televisie moet zich tegenover het bed bevinden als je van plan bent om in bed een hoop televisie te kijken. Door de televisie op de ladekast neet te zetten heb je er geen extra tafel voor nodig. Als je geen televisie wilt kijken maar veel leest, gebruik de ladekast dan als boekenplank.
Als je weinig ruimte hebt, kies dan voor een hoge, verticale ladekast in plaats van een brede ladekast. Je maakt zo gebruik van de hoogte en de kast neemt een minder groot deel van de muur in.
Je kunt ervoor kiezen om je ladekast onder een raam neer te zetten om zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare ruimte.
Als je kledingkast groot genoeg is of je een kleine kamer hebt, dan kun je de ladekast ook in de kledingkast neerzetten.
9. **Zet nachtkastjes naast het bed.** Nadat je de twee grootste meubelstukken neer hebt gezet kun je de kamer opvullen met kleinere meubels. Nachtkastjes zijn vooral belangrijk. Je kunt er wekkers, lampen, boeken, afstandsbedieningen, mobiele telefoons, glazen water en andere dingen op neerzetten of leggen die je wellicht nodig hebt wanneer je in bed ligt. Zet de nachtkastjes aan beide zijden van het bed (of alleen een nachtkastje aan de ene kant als het bed langs de muur staat). Koop een nachtkastje dat net zo hoog is als je matras.
Nachtkastjes zijn te koop in verschillende vormen, formaten en kleuren. Bedenk waar je je nachtkastje voor wilt gebruiken. Heb je planken nodig? Laden? Alleen een klein tafeltje? Kies een nachtkastje uit dat aan je behoeften voldoet.
10. **Stel vast of je ruimte hebt voor meer meubels.** Nadat je bovenstaande meubelstukken neer hebt gezet kijk je of je plek hebt voor andere meubels. Bedenk ook welke andere dingen je nodig hebt in je slaapkamer. Heb je een bureau nodig om aan te werken? Wil je een stoel om in te lezen en je in te ontspannen? Rond het inrichten van je slaapkamer af met het neerzetten van meubels die aan je behoeften voldoen.
Zet een bureau met een stoel in de kamer neer. Je kunt een plat bureau kopen dat je langs een lege muur of onder een raam neer kunt zetten, of voor een hoekbureau kiezen dat precies in een hoek past en niet in de weg staat.
Zet een poef aan de voet van het bed om een extra zitplaats te hebben, of zet een kleine leunstoel in de kamer waar bezoekers in kunnen zitten of waar je zelf in kunt gaan zitten om je te ontspannen.
Zorg dat je een spiegel in je slaapkamer hebt. De spiegel kan onderdeel van een kaptafel zijn, op het bureau neergezet worden of aan de muur gehangen worden.
Zet boekenkasten neer. Als je planken nodig hebt voor boeken, foto’s en andere spullen, zet dan een boekenkast tegen een lege muur.
Maak een plek om te zitten. In een kleine kamer kun je iets eenvoudigs als een krukje of bankje neerzetten. In een grote slaapkamer kun je een stoel of bank neerzetten om op te kunnen zitten.
11. **Plaats lampen op verschillende plekken in je slaapkamer.** Je hebt geen felle lampen nodig wanneer je je probeert te ontspannen, dus denk erover om lampen neer te zetten op plekken waar je leest, televisiekijkt of je ontspant. Je kunt lampen aan het plafond of aan de muur ophangen of voor staande lampen kiezen.
12. **Denk erover om multifunctionele meubelstukken te gebruiken.** Als je een kleine slaapkamer hebt, denk er dan over om multifunctionele meubelstukken te kopen die ruimte besparen. Probeer een hoogslaper met een bureau eronder, of een bed met opbergruimte eronder als je geen ruimte voor een ladekast hebt.
13. **Zorg voor ruimte rondom je meubels.** Maak de kamer niet zo vol dat je niet genoeg ruimte hebt om door de kamer of naar andere kamers te kunnen lopen. Houd ten minste 60 centimeter tussen de randen van het bed en de muur en andere meubels. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-slaapkamer-op-de-juiste-manier-inrichten", "language": "nl"} |
Bepalen of een avocado rijp is | Een rijpe avocado heeft een gladde structuur en een nootachtige smaak, maar een onrijpe avocado is onaantrekkelijk. Ook kan het bewaren van een onrijpe maar aangesneden avocado een hele toer zijn. Om missers te voorkomen volgen hier een paar trucjes die je kunt gebruiken om te bepalen of een avocado rijp is, voor je de vrucht opent.
1. **Ga na wanneer de avocado is geoogst.** De diverse variëteiten worden tijdens verschillende periodes in het seizoen geoogst. Als je avocado's uitkiest in september en de keus hebt tussen een variëteit geoogst in de vroege herfst en één die geoogst is in de late herfst, dan is het waarschijnlijker dat de variëteit geoogst in de vroege herfst rijper is.
Bacon avocado's zijn meestal verkrijgbaar vanaf de late herfst tot in de lente en kunnen beschouwd worden als een midwinter variëteit.
Fuerte avocado's worden ook geoogst van eind herfst tot de lente.
Gwen avocado's worden meestal geoogst tijdens de herfst en de winter.
Hass en Lamb Hass avocado's worden het hele jaar door geoogst.
Pinkerton avocado's zijn beschikbaar vanaf begin winter tot aan de lente.
Reed avocado's zijn beschikbaar gedurende de zomer en begin van de herfst.
Zutano avocado's rijpen tussen het begin van september tot aan het begin van de winter.
2. **Let op de grootte en de vorm.** Voor een avocado rijp kan worden zal die eerste moeten ontwikkelen. Binnen elke variëteit zal een volgroeide avocado vallen binnen een bepaalde bereik qua grootte en vorm.
Bacon avocado's zijn gemiddeld van grootte, 170 tot 340 g. Ze zijn ovaal.
Fuerte avocado's zijn gemiddeld tot groot wanneer ze volgroeid zijn, 140 tot 400 g. Ze zijn langwerpiger van vorm dan bacon avocado's maar nog steeds peervormig.
Gwen avocado's kunnen gemiddeld tot groot zijn, 170 tot 425 g. Het zijn plompe, dikke ovalen.
Hass avocado's kunnen gemiddeld tot groot van omvang zijn, 140 tot 340 g. Deze zijn ook ovaal.
Lamb Hass avocado's zijn groot, 330 tot 500 g. Ze zijn peervormig en symmetrisch.
Pinkerton avocado's zijn lang en peervormig. Ze wegen tussen de 225 en 500 g.
Reed avocado's zijn gemiddeld tot klein, en wegen tussen de 225 en 500 g. Het is de rondste variëteit die verkrijgbaar is.
Zutano avocado's zijn gemiddeld tot groot van omvang, meest 170 en 400 g. Ze zijn slank en peervormig.
3. **Onderzoek de kleur.** De kleur van de buitenste schil is donker bij de variëteiten, maar elke variëteit is op een subtiele manier anders.
Bacon avocado's en Fuerte avocado's hebben een gladde, dunne en groene schil.
Gwen avocado's hebben een doffe, plooibare en bobbelige groene schil wanneer ze rijp zijn.
Hass avocado's en Lamb Hass avocado's hebben de meest apart kleur. Een rijpe Hass avocado zal een donkergroene tot paarse kleur hebben wanneer die rijp is. Een zwarte avocado echter is waarschijnlijk overrijp, net als een felgroene avocado waarschijnlijk nog niet rijp genoeg is.
Evenals Hass avocado's zullen Pinkerton avocado's dieper worden van kleur tijdens het rijpen. Een rijpe Pinkerton avocado zal meestal diepgroen zijn.
Reed avocado's behouden hun felgroene kleur, zelfs wanneer ze rijp zijn. De schil is meestal dik met lichte bobbels.
Zutano avocado's hebben een dunne, geelgroene schil wanneer ze rijp zijn.
4. **Vermijd avocado's met donkere vlekken.** Donkere vlekken kunnen een teken zijn van kneuzingen of overrijpe plekken.
Over het algemeen zal je kiezen voor een vrucht met een effen kleur en textuur. Elke avocado die in beide opzichten onregelmatig is, is niet meer goed of is beschadigd. Hoe dan ook, de vrucht is kwalitatief minder van geworden.
5. **Houd de avocado in de palm van je hand.** Pak de avocado niet vast met je vingertoppen. In plaats daarvan hoor je de vrucht in de palm van je hand te houden.
Als je op de vrucht drukt met je vingertoppen of dim, dan kan je de avocado kneuzen. Een onrijpe avocado is lastig om te kneuzen, maar dat geldt niet voor een rijpe avocado. Door het vast te houden in je handpalm verdeel je de druk en verminder je het risico op beurse plekken.
6. **Knijp zacht in het fruit.** Gebruik je handpalm en de basis van je vingers om lichte, gelijkmatige druk uit te oefenen op de avocado.
Wanneer de avocado direct meegeeft aan een minimale druk, dan is die rijp. De schil hoort iets 'mee te geven' maar mag niet ingedrukt blijven.
Als de avocado papperig aanvoelt, dan is deze overrijp.
Voelt de avocado stevig aan, dan is de vrucht nog niet rijp.
7. **Knijp op verschillende plekken.** Draai de vrucht een kwart en knijp nogmaals zachtjes met de palm van je hand en de basis van je vingers.
Het kan zijn dat de eerste plek waar je knijpt gekneusd is, waardoor het lijkt alsof de vrucht rijp is of overrijp. Om er zeker van te zijn dat dit niet het geval is, knijp je op verschillende plekken in de avocado en vergelijk je de stevigheid van het fruit. Een rijpe avocado zonder beurse plekken zal overal even zacht zijn.
8. **Schud de avocado lichtjes.** Houd de avocado bij je oor en schud de vrucht lichtjes om te bepalen of het ergens aan de binnenkant ratelt.
Als het vruchtvlees zacht is en je maakt je zorgen dat de avocado overrijp is in plaats van nauwelijks rijp, dan is het schudden van de avocado een goede manier om dit te controleren zonder de vrucht open te snijden.
De pit zal loskomen van het vruchtvlees als de vrucht overrijp is geworden. Het resultaat is dat er een ratelend geluid te horen is als je de avocado schudt. De kans is dan groot dat de vrucht overrijp is.
9. **Trek de stam uit de vrucht.** Houd de stam tussen duim en wijsvinger en trek hem er snel uit. Bij een rijpe avocado zal je geen moeite hebben bij het uittrekken van de stam.
Is de avocado nog onrijp, dan kan het zijn dat je niet in staat bent om de stam te verwijderen zonder te snijden. Gebruik geen mes of ander gereedschap om de stam af te knippen. Als je de stam niet met je vingers weg kunt halen, dan is de avocado nog niet rijp en klaar om te eten.
10. **Controleer de kleur onder de stam.** Als de stam er makkelijk af te draaien is, let dan op het kenmerkende groene vruchtvlees van een avocado dat eronder ligt.
Als de avocado lichtgeel of bruin van kleur is, dan is het vruchtvlees nog niet rijp. Als de avocado onder de stam donkerbruin is, dan is de avocado misschien al overrijp.
11. **Borstel beide zijden van de avocado in met citroensap.** Gebruik hiervoor een gebaksborstel en doe ongeveer 1 eetlepel (15 ml) citroensap op het vruchtvlees dat je kunt zien.
Wanneer je de avocado open maakt, dan breek je de cellulaire wanden van het vruchtvlees open en zet je het oxidatieproces op gang. De beste manier om oxidatie te vertragen is door het aanbrengen van een zuur op het vruchtvlees.
12. **Plaats de helften weer tegen elkaar.** Leg de helften weer zo precies als mogelijk tegen elkaar.
Een andere manier om oxidatie tegen te gaan is door het minimaliseren van de hoeveelheid vruchtvlees wat bloot ligt. Door beide helften tegen elkaar te leggen bedek je het vruchtvlees van beide zijden zo veel als mogelijk.
13. **Wikkel de avocado strak in plastic folie.** Wikkel meerdere lagen plastic folie ronde de avocado om deze luchtdicht in te pakken. De luchtdichte verpakking vermindert de hoeveelheid zuurstof waaraan het vruchtvlees wordt blootgesteld. Hierdoor wordt het oxidatieproces vertraagd.
Je kunt ook een luchtdichte plastic doos gebruiken, of een vacuüm afgesloten plastic zak.
14. **Maak avocadofrietjes.** Snijd je onrijpe avocado in dunne plakjes van 0,5 cm. Spreid ze uit op een bakplaat en bak ze 20 minuten op 200 °C. Laat de frietjes afkoelen en dompel ze in ketchup voor een heerlijke, gezonde snack.
Je kunt ze ook in paneermeel deppen voordat je ze bakt voor extra knapperigheid.
15. **Koel de vrucht tot hij rijp geworden is.** Omdat de avocado al open is gesneden, zal je deze in een koelkast moeten bewaren om te voorkomen dat de vrucht verrot tijdens het rijpen.
De avocado zou binnen een paar dagen rijp moeten zijn. Als de vrucht zicht of bruin wordt, dan kan het zijn dat je het weg moet gooien. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Bepalen-of-een-avocado-rijp-is", "language": "nl"} |
Mensen lastigvallen in een lift | Een lift is een van de beste plaatsen om grapjes uit te halen. Het is gemakkelijk om mensen lastig te vallen wanneer je samen in zo’n kleine ruimte staat. Je moet ervoor zorgen dat je grapjes niet veel tijd vergen en duidelijk zijn, want mensen staan gewoonlijk niet langer dan een minuut in de lift. Wanneer je mensen in een lift lastigvalt moet je proberen om je grapjes een beetje luchtig te houden in plaats van echt tergend. Het is de bedoeling dat de mensen een tof verhaal hebben om te vertellen wanneer ze uit de lift stappen.
1. **Druk op alle knopjes.** Wanneer je de lift binnenstapt moet je op het knopje voor elke verdieping drukken. Zo zal iedereen langer in de lift moeten staan. Als je nog een stapje verder wilt gaan dan kun je verbaasd in naar de mensen kijken telkens als er op een verdieping niemand uit de lift stapt.
Zeg ‘ik heb alles onder controle’ wanneer iemand de lift binnenstapt en druk dan op alle knopjes.
Je kunt ook op alle knopjes drukken wanneer je de verdieping bereikt waar jij uit de lift zal stappen.
Wanneer iemand je vraagt waarom je op alle knopjes hebt gedrukt, moet je gewoon eerlijk antwoorden: ‘Het is maar een grapje!’.
2. **Maak een rinkelend geluid aan elke verdieping.** Telkens de lift op een nieuwe verdieping stopt, moet je heel luid ‘ding!’ zeggen. Je kunt ook telkens op een andere toonhoogte ‘ding’ zeggen wanneer je een nieuwe verdieping bereikt.
Als je dat wilt kun je ook andere geluiden maken, zoals een vogel die tsjirpt of het geluid van een explosie telkens wanneer iemand op een knopje drukt.
Je kunt ook een sleutelhanger dragen die een vervelend lawaai maakt, zoals een rubberen eend of een kleine luidspreker. Activeer de sleutelhanger bij elke verdieping.
3. **Praat tegen je reflectie in de spiegel.** Veel liften hebben spiegels aan de wanden. Het is vaak hilarisch om voortdurend commentaar te geven tegen jezelf terwijl je samen met andere mensen in de lift staat.
Je kunt bijvoorbeeld naar jezelf kijken, je een beetje draaien zodat je steeds een andere hoek krijgt, en heel luid zeggen: ‘Oké, oké, nu hebben we het ergens over!!’.
Je kunt ook voortdurend je shirt gladtrekken of je haar in model brengen terwijl je praat over hoe je er het best uitziet.
Ga in de hoek van de lift staan met je gezicht naar de muur. Zeg de hele tijd niets.
4. **Dans op de muziek van de lift.** Veel liften laten muziek horen op de achtergrond, vooral zachte rock of smooth jazz. Wanneer je in zo’n lift staat kun je beginnen te dansen. Begin eerst met gewoon je hoofd en je voet heen en weer te bewegen en begin daarna met je hele lichaam te swingen. Eis steeds meer ruimte op om te dansen tot iedereen je aanstaart.
Het is de bedoeling om mensen lastig te vallen, maar je moet wel proberen te vermijden dat je andere mensen aanraakt of tegen ze aan botst. Dit zou problemen kunnen veroorzaken.
Maak je geen zorgen over het dansje. Je kunt ook een dansje doen dat helemaal niet past op de muziek, zoals de kippendans op klassieke muziek.
5. **Kondig elke verdieping aan.** Maak bij elke verdieping een luide aankondiging van het nummer van de verdieping. Zeg zoiets in de aard van ‘Iedereen voor de tiende verdieping moet er nu uit! Haast en spoed is soms wel goed!’.
Je kunt ook doen alsof je de mensen in de lift leidt door te zeggen ‘Iedereen aan boord!’.
Je kunt je eigen stem gebruiken of een stem imiteren die lijkt op een standaard ingesproken boodschap.
6. **Roep dat je een dier kwijt bent.** Wanneer de lift van beneden naar boven gaat en de deuren net dicht zijn, moet je uitroepen dat je jouw tarantula/slang/schorpioen ergens in de lift kwijt bent.
De meeste mensen zullen dit waarschijnlijk wel als een grapje interpreteren. Als er iemand echter op het punt staat om in paniek uit te breken, dan moet je die persoon geruststellen en zeggen dat het maar een grapje was.
Als je je zorgen maakt over mogelijke paniek dan kun je ook voor een fictief dier kiezen zoals een eenhoorn of een Pokemon.
7. **Voeg iets toe aan het interieur van de lift.** Probeer wel om het veilig te houden. Doe dit in een hoek en niet vlak voor de deur. Je kunt bijvoorbeeld een legostad bouwen in het midden van de lift. Als het een grote lift is dan kun je een Twistermat op de vloer leggen en vragen aan de mensen of ze zin hebben om te spelen.
Als je echt wilt dat er interactie met andere mensen ontstaan, dan moet je voor iets simpels kiezen, zoals vragen of ze dominostenen omver willen werpen.
Als je een vriend hebt met gevoel voor humor dan kun je hem of haar vragen om samen met jou op de grond te zitten en te schaken of te dammen.
8. **Praat met mensen.** Groet mensen met een handdruk en vraag hen dan om jou kapitein te noemen. Wanneer er veel mensen zijn dan kun je zeggen: ‘Jullie vragen je waarschijnlijk af waarom ik iedereen hier vandaag heb samengeroepen.’. Als alternatief kun je ook voor een van de volgende ideeën kiezen:
Houd een lezing over een willekeurig onderwerp, zoals het paargedrag van ganzen.
Doe alsof je de leider bent van een vreemde sekte, zoals de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster.
Rol met je ogen en zeg met een demonische stem: ‘Ik heb een geschikt lichaam nodig!’. Kijk berekenend in het rond.
9. **Blijf drukken op de knop om de deuren te openen of blijf voor de deursensor staan.** Hierdoor zullen de andere mensen lang moeten wachten voordat de lift in beweging komt. Weet dat dit niet altijd zal lukken. Bij sommige liften sluiten de deuren op een bepaald ogenblik automatisch.
Je kunt ook staan zodat je voet of je rugzak de deur blokkeert. Wanneer iemand er een opmerking over maakt moet je verbaasd reageren alsof je van niets wist.
10. **Zing steeds hetzelfde liedje.** Luidruchtig zijn is een van de beste manieren om mensen lastig te vallen. Een liedje zingen is een uitgelezen manier om mensen op de zenuwen te werken want bepaalde liedjes zijn moeilijk om weer uit je hoofd te krijgen. Zing steeds hetzelfde liedje om de andere mensen nijdig te maken.
Je kunt er ook voor kiezen om een populair liedje te kiezen maar de woorden door elkaar te halen. In plaats van ‘A, B, C…’ kan je bijvoorbeeld ‘G, Z, T…’ zingen.
Je kunt ook een populair liedje zingen met de verkeerde melodie.
11. **Speel luide muziek.** Gebruik je telefoon of een draagbare radio om luide en repetitieve muziek te spelen. Je kunt zelfs meezingen om nog extra vervelend te doen of dansen alsof je in een club staat.
Wanneer je zingt is het beter om dit vals en uit de maat te doen. De hoge noten kun je extra vals laten klinken.
Kies een liedje dat heel vaak wordt gespeeld; dit verandert echter elk jaar.
12. **Bespeel een muziekinstrument op een bijzonder slechte manier.** Breng een instrument mee in de lift, zoals een gitaar of een accordeon. Begin te spelen en kies willekeurige noten en akkoorden zonder echt een liedje te spelen. Het zal nog vervelender zijn wanneer het instrument bijzonder luid of niet gestemd is.
Je kunt ook een vervelend instrument bespelen, zoals de kazoo.
Je kunt ook 'Hot Cross Buns' via een recorder laten afspelen. De meeste mensen hebben hier slechte herinneringen aan door de middelbare school.
Heb je geen instrument? Geen probleem. Je kunt ook neuriën. Het is zelfs nog beter als je dit een beetje vals kunt. Kies een vervelend liedje, zoals 'It's a Small World'.
13. **Lees hardop voor jezelf.** Breng een boek mee in de lift en begin luid voor te lezen. Doe alsof je niet merkt dat de andere mensen je aanstaren en probeer je te gedragen alsof dit volkomen normaal is.
Jeugdboeken zijn hier zeer geschikt voor, vooral boeken voor de allerkleinsten.
Je kunt ook uit handleidingen voorlezen of het etiket van bijvoorbeeld een fles shampoo.
Probeer zo serieus mogelijk te blijven wanneer je instructies voorleest, alsof de conditioner 1 of 2 minuten lang in je haar laten een zeer ernstige zaak is.
14. **Schraap je keel elke paar seconden.** Dit is wel niet zo’n luid geluid, maar het geluid van iemand die voortdurend de keel schraapt kan zeer vervelend zijn. Schraap je keel wanneer je in de lift stapt. Blijf dit doen tot je weer uitstapt.
Je kunt ook boeren, hoesten of snuiven. Uiteindelijk zullen al deze zaken zeer vervelend worden.
15. **Gedraag je niet als een klier.** Er is een dunne grens tussen luchtige grapjes maken en je als een klier gedragen. Probeer de dag van de andere mensen een beetje op te beuren in plaats van hen op stang te jagen. Begin rustig en wanneer je ziet dat de andere mensen zich vermaken kun je een beetje verder gaan met je grap. Stop ermee wanneer je ziet dat de mensen geïrriteerd zijn.
Vergeet niet dat er een dunne grens is tussen grappig zijn en mensen echt lastigvallen. Stop ermee wanneer je ziet dat mensen boos worden of zich ongemakkelijk beginnen te voelen.
Stop wanneer iemand je vriendelijk vraagt om met iets op te houden en excuseer je. Wacht tot deze persoon uitgestapt is voordat je weer verder doet.
16. **Staar mensen aan.** Mensen aanstaren in een lift is bijzonder griezelig omdat iedereen zo dicht opeen staat. Kijk niet weg wanneer iemand merkt dat je staat te staren. Maak in plaats daarvan je ogen zo groot mogelijk en hou je hoofd een beetje schuin om nog vreemder over te komen.
Wanneer er slechts een iemand anders in de lift staat dan kan je op zijn of haar schouder tikken en doen alsof het iemand anders was.
Als je griezelig wilt zijn moet je een stap achteruit zetten, je ogen groot laten worden en uitroepen: ‘Jij bent een van hen!’.
17. **Doe alsof je een denkbeeldige vriend hebt.** Houd een eenzijdige dialoog met een denkbeeldige vriend. Pauzeer elke paar seconden alsof je naar zijn of haar antwoord luistert en doe alsof jij weer op die vragen of opmerkingen reageert.
Houd de deur open en doe alsof je op een vriend wacht. Doe na enkele seconden alsof je jouw denkbeeldige vriend groet en zeg: ‘Kom binnen Jonathan, waar heb je zo lang gezeten?’.
Leg je arm rond een denkbeeldig iemand. Wanneer iemand dichtbij komt moet je uitroepen: ‘Je hebt mijn bubbelvriendje doorprikt!’.
Doe alsof je een denkbeeldig huisdier hebt. Doe je zak open en fluister: ‘Krijg je voldoende lucht daarbinnen?’. Je kunt het dier ook een naam geven.
18. **Doe alsof je een buitenaards wezen bent.** Doe alsof je iedereen in de lift observeert als onderdeel van een buitenaardse studie. Mompel af en toe tegen jezelf ‘interessant, die mensen’ terwijl je notities maakt in een kladblok.
Doe alsof je in een bandrecorder praat en zeg iets in de aard van: ‘Dag 34. Nu in een kleine vierkante doos die ze een lift noemen. Dit is wel een extreem trage manier voor mensen om zich te verplaatsen.’.
Je kunt ook mensen interviewen. Vraag waarom ze twee broeken dragen: een broek vanbuiten en een geheime broek vanbinnen.
Rol jezelf op tot een bal in de hoek van de lift en mompel vreemde zaken tegen jezelf zoals ‘Ze zijn op komst!’ of ‘Jij bent de volgende, jij bent de volgende!’.
19. **Blijf in beweging.** In plaats van stil staan te wachten tot de lift je verdieping bereikt, moet je voortdurend bewegen. Blijf enkele seconden op een plaats staan, schud dan je hoofd en ga naar de andere kant van de lift. Blijf bewegen alsof je de beste plaats zoekt om te staan.
Je kunt ook oefeningen uitvoeren, zoals Tai Chi of yoga.
Je kunt je ook bewegen met dezelfde regelmaat als de lift.
Doe alsof je jeuk hebt. Hoe meer plaatsen die jeuken, hoe beter.
20. **Geef mensen schouderklopjes.** Sta achter iemand en geef die persoon een schouderklopje. Wanneer ze omkijken moet je hen met een vragende blik aanstaren. Wanneer ze zich weer omdraaien moet je enkele seconden wachten en dan weer hetzelfde doen.
Dit werkt het best wanneer er meerdere mensen in de lift staan.
Wanneer jij en de andere persoon de enige mensen in de lift zijn, dan kan je zeggen: ‘Wat? Dat was ik niet!’ Weet wel dat dit mensen erg boos kan maken.
21. **Vertel aan het einde van de rit dat het maar een grapje was.** Wanneer je de andere mensen niet informeert dat het een grapje was, kunnen ze je vreemd gedrag als eng interpreteren. Dit geldt vooral wanneer je mensen aanstaart of schouderklopjes geeft. Zeg na afloop iets in de aard van: ‘Ik wil gewoon dat jullie weten dat ik jullie slechts voor de gek hield. Geniet nog van jullie dag!’ | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Mensen-lastigvallen-in-een-lift", "language": "nl"} |
Er ziek uitzien | Of je nu probeert om een dag vrij van school of een dag vrij van werk te krijgen, je schoonouders wil vermijden of de rol van een zieke moet spelen in een toneelstuk, doen alsof je ziek bent is makkelijker dan je denkt. Als het er niet overtuigend uitziet, zal je het moeilijk hebben om iemand van je onechte ziekte te overtuigen. Door je uiterlijk te veranderen, je houding en stem aan te passen, en te weten welke symptomen je moet imiteren voor verschillende ziektes, kun je er overtuigend ziek uitzien voor anderen en wat tijd voor jezelf nemen zonder dat je eronder hoeft te lijden.
1. **Kies één ziekte en blijf daarbij.** Mensen doen vaak een zware verkoudheid of griep na omdat je meestal die ziektes eerder hebt gehad en je makkelijk de symptomen kunt voorwenden. Het nadoen van een migraine, diarree of buikpijn is ook een goede optie omdat je niet te diep hoeft in te gaan op je symptomen — niemand wil tenslotte teveel details over je toiletgang horen.
Het belangrijkste is om symptomen niet door elkaar te halen. Als je een migraine wilt veinzen, moet je niet klagen over je buik en als je net doet alsof je diarree hebt, moet je niet gaan niezen.
2. **Denk terug aan hoe je eruit ziet als je ziek bent en doe je gezichtsuitdrukkingen na.** Je wilt nooit lachen of blijdschap tonen als je doel is om er ziek uit te zien, omdat mensen zich kunnen afvragen of je echt slecht voelt of niet.
Vraag je af hoe je je voelde en hoe je deed toen je voor de laatste keer echt ziek was om je toneelspel geloofwaardiger te maken.
3. **Gebruik concealer of witte bloem om je huid bleker te maken.** Een beetje groene concealer kan je huid wat ziekelijker maken, terwijl een beetje witte bloem je bleek en misselijk kan laten lijken.
Concealer make-up is effectiever, maar een beetje witte bloem werkt ook als je geen make-up hebt.
4. **Draag wijde kleding en wikkel jezelf in dekens.** Het maakt niet uit welke ziekte ze hebben, maar zieke mensen houden ervan om warm te blijven en omringd te zijn door vele lagen. Wikkel jezelf in dekens of warme kleren zowel de avond ervoor als de dag van de nepziekte.
Je kunt rillen of een beetje trillen om symptomen van kou te imiteren, zelfs onder de dekens, omdat zieke mensen het vaak warm en koud tegelijk hebben.
5. **Gedraag je langzaam en ongecoördineerd, bots tegen dingen en langzaam.** Bijna iedere ziekte brengt een vermindering van de coördinatie met zich mee. Of je nu net doet of je migraine hebt of een stevige verkoudheid, je moet langzamer op dingen reageren en doen alsof je je niet bewust bent van je omgeving.
6. **Snuif, hoest en klaag vaak over je nepsymptomen.** Om het toneelspel helemaal goed te doen, moet je zo ziek gedragen als je kunt. Als je net wilt doen of je verkouden bent of griep hebt, moet je minstens iedere paar minuten snuiven en hoesten, terwijl je bij andere problemen moet zorgen dat je klaagt over je nepsymptomen en over je buik of voorhoofd wrijft, afhankelijk van wat voor ziekte je wilt nadoen.
7. **Doe koorts of griep na door een hoest, verstopping en vermoeidheid na te doen.** Adem alleen door je mond, wat kan duiden op verstopte sinussen en praat en reageer langzamer. Je kunt een lichte hoest en scherpe snuiven nadoen om overtuigender te lijken.
Het is moeilijk om net te doen alsof je een loopneus hebt, maar je kunt je ogen waterig laten lijken bewust langer dan normaal niet te knipperen, waardoor je ogen op een natuurlijke manier iets gaan tranen. Doe dit voor het maximale effect net voordat je met mensen praat.
8. **Doe een migraine na door lichten, geluiden en mensen te vermijden.** Migraines hebben geen symptomen die je kunt zien, dus anderen moeten afgaan op je verhaal om je symptomen te begrijpen. Doe net alsof je gevoelig bent voor licht en geluid en ga naar een donkere, rustige kamer als dat mogelijk is.
Veelvoorkomende symptomen van migraine zijn duizeligheid, harde reacties op licht en geluid, evenwichtsverlies en enorme hoofdpijn, vooral in de slapen en het achterhoofd.
9. **Imiteer buikproblemen door misselijk te doen en vaak naar de wc te gaan.** Wrijf een paar keer over je buik de avond ervoor en klaag dat je je niet helemaal goed voelt voordat je wat vroeger naar bed gaat zonder je eten helemaal op te eten. Doe net alsof je diarree hebt door veel op de wc te zitten en krampen na te doen.
Je kunt net doen alsof je moet overgeven door verstikkende keelgeluiden te maken en dan een glas water leeg te gooien in de wc. Trek door en neem een paar seconden om schoon te maken en ga dan de wc uit. Daarna ga je op de bank liggen en eet je niks.
’s Nachts blijf je vaak naar de wc gaan, maar zorg dat je een ventilator aanzet zodat mensen niet achterdochtig worden als ze geen geluiden uit de badkamer horen.
Gebruik veel luchtverfrisser om de ‘stank’ te verbloemen en blijf de dag erna plotseling naar de wc rennen.
10. **Laad geen verdenking op jezelf door je symptomen te overdrijven.** Zieke mensen onderschatten hun symptomen over het algemeen, en hoesten alleen als ze moeten en doen alleen misselijk als ze een golf van misselijkheid voelen. Oefen al je nepsymptomen voor de spiegel en overtuig eerst jezelf voordat je anderen probeert te overtuigen van je ziekte.
Het is ontzettend makkelijk te herkennen of een nies echt is of nep. Vermijd om net te doen alsof je niest, maar als je denkt dat het je overtuigender maakt, kietel je de onderkant van je neus met een veertje of iets dergelijks om een niesreflex op te wekken.
11. **Praat over je ‘symptomen’ de dag voordat je vrij wilt nemen.** De avond ervoor ga je langzamerhand tekenen van ziekte vertonen. Praat over hoe je je licht in je hoofd voelt, eet niet al je eten op en overweeg eerder naar bed te gaan dan normaal – hoewel je dan nog niet hoeft te gaan slapen.
Je doel is om bij andere mensen het idee in te prenten dat je je niet goed voelt in plaats van letterlijk te zeggen, ‘Ik voel me ziek’. Dit helpt om je symptomen overtuigender te laten lijken voor anderen omdat je zelf niet hebt gezegd dat je misschien ziek bent.
12. **Laat gedurende een paar uur langzamerhand symptomen van je gekozen ziekte zien.** Niemand wordt plotseling ziek. De symptomen groeien langzaam tot ze de getroffen persoon overweldigen. Begin langzaam, met wat lichte hoestjes of snuiven als je een verkoudheid of griep wilt nadoen, of gedraag je lamlendig en reageer langzamer als je misselijkheid wilt nadoen.
13. **Blijf laat op om jezelf wallen onder je ogen te geven.** De meeste mensen die erg ziek zijn hebben moeite met slapen (tenzij ze veel slaapverwekkende medicijnen hebben). Blijf een paar uur langer op dan normaal om jezelf duidelijke wallen onder je ogen te geven.
Dit kan voor anderen een lichamelijke aanwijzing zijn dat je moeite hebt gehad om te slapen, terwijl je in feite op bent gebleven en je goed hebt vermaakt.
Je kunt ook een beetje oogschaduw gebruiken om het effect af te maken, maar zorg dat je niet overdrijft omdat als iemand merkt dat je oogschaduw op hebt en niet echt moe bent, is je spel over.
14. **Maak geen plannen en doe niet sociaal, alsof je ziek bent.** Het voornaamste waardoor mensen betrapt worden op net doen alsof ze ziek zijn is dat ze betrapt worden tijdens iets leuks of spannends in plaats van thuis te blijven om te herstellen.
Neem een dag vrij van sociale media, annuleer plannen die je had met vrienden en blijf de hele dag thuis. Je wilt niet dat iemand achter je list komt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Er-ziek-uitzien", "language": "nl"} |
Een zesdelige rok knippen | Het kan moeilijk zijn om een zesdelige rok te vinden die perfect past. Gelukkig kun je een rok meten en knippen die strak om je heupen zit tot aan je knieën voordat aan de onderkant wijd uitloopt. Door je eigen rok te maken heb je ook in de hand hoe lang je hem wilt hebben. Zodra je handig bent in het knippen van een zesdelige rok, kun je wat gaan spelen met verschillende stoffen en patronen!
1. **Meet je taille op** Ga rechtop staan en adem normaal voordat je een meetlint om je taille wikkelt. Als je niet zeker weet waar je taille is, voel je boven je heupen en onder je ribben om hem te vinden. Dan schrijf je de maat op.
Zorg dat het meetlint plat rond je taille ligt. Als hij gedraaid is krijg je een foute meting.
De taille is waar de bovenkant van de zesdelige rok zal zitten.
2. **Wikkel het meetlint rond je heupen en schrijf de meting op.** Verplaats het meetlint naar beneden zodat hij rond het breedste deel van je heupen zit. Het is belangrijk om de afmeting van het breedste deel op te schrijven, anders past je rok niet goed.
Houd je voeten bij elkaar als je je heupen meet, anders staan ze te ver uit elkaar.
3. **Meet van de taille naar de knieën.** Omdat de zesdelige rok aan de onderkant uiteen loopt, moet je meten van de taille naar de knieën. Meet van de bovenkant van de taille tot het midden van je knieschijven en schrijf deze meting op.
4. **Bepaal hoe lang je wilt dat de hele rok wordt.** Vervolgens houd je het meetlint bij je taille en meet je de totale afstand tot de grond. Als je je rok korter wilt hebben, schrijf je gewoon je gewenste lengte op.
5. **Deel de taille- en heupmetingen door 4.** Je moet de taille- en heupmetingen aanpassen om de breedte van je rok te vinden. Neem iedere meting en deel die door 4. Schrijf dan de nieuwe meting op.
Als de taille bijvoorbeeld 61 cm was, is het nu 15 cm. Als je heupen 86 cm waren, is de nieuwe meting 22 cm.
6. **Trek 7,5 cm af van de meting van de taille tot de knie.** Om gemakkelijk te bewegen in je zesdelige rok, moet je ook de meting van de taille tot de knie aanpassen. Trek er 7,5 cm vanaf en schrijf de nieuwe meting op.
Als je oorspronkelijke meting bijvoorbeeld 48 cm was, trek je er 7,5 cm vanaf en krijg je 40,5 cm.
7. **Spreid patroonpapier uit op een plat oppervlak en leg er een meetlat naast.** Rol patroonpapier uit op een tafel en knip het zodat het even lang is als je rok zal zijn. Als je lengtemeting bijvoorbeeld 86 cm is, moet het patroonpapier tenminste 86 cm lang zijn. Leg dan de meetlat langs de lange kant van het papier.
Als je geen patroonpapier hebt, gebruik je lichtgewicht slagerspapier.
Je gebruikt de meetlat om je metingen aan de zijkant van het patroonpapier te zetten.
8. **Maak een markering op 1,3 cm van de bovenkant van het papier.** Je gaat het patroon voor de rok direct op het papier maken, dus de bovenkant van het papier is de bovenkant van de rok. Markeer op 1,3 cm van de bovenkant, wat de naadtoeslag van de taille is.
Als het je helpt om de lijnen uit elkaar te houden kun je Taille bovenaan het papier zetten.
9. **Markeer de heupmeting op het papier.** Neem je aangepaste heupmeting en meet deze afstand naar beneden vanaf de markering voor de taille die je hebt gemaakt. Meet bijvoorbeeld 22 cm vanaf de bovenste markering en maak een nieuwe die Heuplijn heet.
10. **Maak een markering voor de knielijn.** Gebruik je aangepaste knielijn en meet vanaf de markering voor de taille. Je moet bijvoorbeeld 41 cm vanaf de taille naar beneden meten om de knielijn te vinden.
Denk eraan om Knielijn te schrijven naast de markering zodat je niet vergeet voor welke meting de markering is.
11. **Maak een markering voor de totale lengte van de rok op je papier.** Pak de meting die je hebt genomen voor de lengte van de rok van de taille naar de onderkant. Meet deze afstand af van de bovenste taillemarkering en maak een nieuwe markering aan de onderkant.
Je kunt deze markering Lengte noemen.
12. **Zet een horizontale lijn van iedere markering over het patroonpapier heen.** Leg een meetlat of liniaal bij iedere markering die je hebt gemaakt en gebruik een potlood of pen om een lange horizontale lijn te trekken bij iedere markering.
Om dit makkelijker te maken kun je een vierkantliniaal gebruiken.
13. **Maak een markering bij de kwartmetingen voor de taille en heuplijn.** Leg een liniaal evenwijdig aan de horizontale lijn die je net voor iedere meting hebt getekend. Dan maak je een markering op de kwartmeting voor de taille en de heup.
Als de aangepaste taillemeting bijvoorbeeld 15 cm was, maak je een markering op de horizontale lijn op dit punt. Je aangepaste heuplijnmeting kan dan 22 cm zijn.
14. **Markeer de knielijn en lengtelijn.** Om je rok de ruimte te geven om in te bewegen, trek je 5 cm af van je aangepaste knielijn en meet je dit punt op de horizontale lijn. Dan doe je een paar centimeter bij de horizontale lengtelijn om je rok zijn uitlopende vorm te geven.
Je kunt bijvoorbeeld 7,5 cm toevoegen als je wilt dat de rok zichtbaar uitloopt.
15. **Verbind alle markeringen die je hebt gemaakt met een liniaal of patroonliniaal.** Leg een liniaal langs de lengte- en kniemarkeringen die je net hebt gemaakt en trek een rechte, diagonale lijn om ze te verbinden. Om soepele rondingen op je patroon te maken gebruik je een patroonliniaal om van de knielijnmarkering via de heuplijnmarkering naar de taillelijnmarkering te tekenen.
Je kunt de ronde patroonliniaal bij de meeste handwerkwinkels kopen.
Je moet nu een ronding zien van de taille naar de knie en een diagonale lijn uitlopend naar de lengtelijn.
16. **Noem dit stuk de voorkant en maak een achterkant.** Om je patroon duidelijk te houden zodra je het uitgeknipt hebt, schrijf je Voorkant op de onderste kant van het stuk. Dan teken je een ander stuk met dezelfde afmetingen, maar maak de rondingen en de uitloop naar het midden van je patroonpapier.
17. **Teken een figuurnaad in het midden van de taillelijn.** Zoek het midden van je taillelijnmeting en teken een driehoekige figuurnaad zodat de punt dichter bij de heuplijn is. De grootte van de figuurnaad mag je zelf weten, maar gewoonlijk wil je bij:
Small: een figuurnaad van 7,5 cm
Medium: een figuurnaad van 10 cm
Large: een figuurnaad van 12,5 cm
Extra-large: een figuurnaad van 15 cm
18. **Knip beide panelen uit.** Neem een scherpe schaar en knip voorzichtig het voorste paneel uit, beginnend bij de onderkant en langs de diagonale lijn omhoog. Knip dan rond de ronding naar de bovenkant van het papier. Je moet ook het achterste paneel uitknippen.
Omdat je het patroon op de vouw uitknipt worden deze 2 panelen eigenlijk 4 panelen van de zesdelige rok.
19. **Knip ieder paneel verticaal door de helft en knip de figuurnaden uit.** Begin onderaan het paneel en knip een rechte lijn door het midden zodat je naar de figuurnaad toe knipt. Als je bij het onderste punt van de figuurnaad komt, knip je een V om de figuurnaad er helemaal uit te halen. Herhaal dit voor het andere paneel.
Als je patroonpapier langer was dan de lengte die je wilt voor je rok, knip je de rest van het papier aan de onderkant af.
20. **Zet namen op de 4 stukken.** Het is makkelijk om de stukken van je patroon door elkaar te halen, dus schrijf op ieder stuk om ze uit elkaar te houden. Noem ze bijvoorbeeld:
Middenachter
Zijkant achter
Zijkant voor
Middenvoor
21. **Voeg een diagonale uitloop van 7,5 cm toe aan de onderkant van ieder stuk.** Plak een 7,5 cm breed stuk patroonpapier op ieder paneel. Het patroonpapier moet verbonden zijn van de knielijn tot de lengtelijn. Dan teken je een diagonale lijn van de onderkant van de verlengde lengtelijn tot het punt van de knielijn.
Je kunt nu het resterende papier afknippen van de zijkant van iedere uitloop.
22. **Vouw je stof en leg een paneel langs de vouw.** Spreid de stof voor je rok uit op het werkblad en vouw het om zodat de verkeerde kant van de stof omhoog ligt. Dan leg je 1 van de panelen op de stof zodat de rechte lijn op de vouw ligt.
Je kan de breedte van de stof aanpassen zodra je het patroonstuk erop hebt gelegd.
Je doet dit voor ieder patroonstuk dat je hebt gemaakt.
23. **Trek de stof over langs het patroonpaneel.** Neem een stuk kleermakerskrijt en teken op de stof zodat je de contour van het paneel kan overtekenen en het verwijderen. Doe dit voor ieder paneel dat je maakt.
Als de stof veel verschuift, kun je de zijkanten vastspelden zodat je patroon niet beweegt als je tekent.
24. **Teken een naadtoeslag van 1,3 cm rond de lijn die je hebt getekend.** Nu moet je ruimte toevoegen voor een naadtoeslag, dus gebruik je het kleermakerskrijt om een identiek patroon te tekenen dat 1,3 cm ligt van de contour die je net gemaakt hebt.
Als je de onderkant van de rok wilt omzomen, doe je er een naadtoeslag van 2,5 cm bij.
25. **Knip langs de lijnen van de naadtoeslag om de stukken voor je rok te maken.** Haal de papieren patronen van de stof af en knip voorzichtig langs de lijnen van de naadtoeslag. Onthoud dat je niet langs de vouw moet knippen. In plaats daarvan open je de gevouwen stof om het hele stuk te zien. Nu kun je de stukken vastspelden om je rok te naaien.
Omdat dit een groot naaiproject is, moet je een naaimachine gebruiken om de panelen aan elkaar te naaien. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-zesdelige-rok-knippen", "language": "nl"} |
Een vierkant van Punnett maken | Een Punnett-vierkant simuleert twee organismen die zich seksueel reproduceren, waarbij slechts één van de vele genen wordt onderzocht die worden doorgegeven. Het ingevulde vierkant toont alle mogelijke manieren waarop de nakomelingen dit gen kunnen erven en wat de kansen zijn voor elk resultaat. Het maken van Punnett-vierkanten is een goede manier om de fundamentele concepten van de genetica te leren begrijpen.
1. **Teken een vierkant van 2x2 vakjes.** Teken een vierkant en verdeel dit in vier kleinere vierkanten. Laat ruimte over boven het vierkant doos en links ervan, zodat je bijschriften kunt plaatsen.
Bekijk de achtergrondinformatie hieronder als je moeite hebt met het begrijpen van een van de stappen die hierna volgen.
2. **Benoem de betrokken allelen.** Elk Punnett-vierkantje beschrijft hoe variaties van een gen (allel) kan worden geërfd als twee organismen zich seksueel voortplanten. Kies een letter om de allelen weer te geven. Schrijf het dominante allel met een hoofdletter, en het recessieve allel met dezelfde letter, maar dan klein. Het maakt niet uit welke letter je kiest.
Noem bijvoorbeeld het dominante gen voor een zwarte vacht 'F', en het recessieve gen voor een gele vacht 'f'.
Als je niet weet welk gen dominant is, gebruik dan verschillende letters voor de twee allelen.
3. **Controleer de genotypen van de ouders.** Vervolgens moeten we weten welk genotype elke ouder heeft voor die eigenschap. Elke ouder heeft twee allelen (soms dezelfde) voor de eigenschap, net als elk seksueel organisme, dus hun genotype zal twee letters lang zijn. Soms weet je al precies wat dit genotype is. Andere keren moet je erachter zien te komen aan de hand van andere gegevens:
'Heterozygoot' betekent dat het twee verschillende allelen heeft (Ff).
'Homozygoot (dominant)' betekent dat het twee exemplaren heeft van het dominante allel (FF).
'Homozygoot (recessief)' betekent dat het twee exemplaren van het recessieve allel (ff) heeft. Elke ouder die de recessieve eigenschap (met gele vacht) laat zien behoort tot deze categorie.
4. **Label de rijen met het genotype van één van de ouders.** Kies één van de ouders – standaard is dit het vrouwtje (moeder), maar beide is goed. Label de eerste rij van het raster met één van de allelen van die ouder. Label de tweede rij van het raster met het tweede allel.
Bijvoorbeeld: een vrouwelijke beer is heterozygoot voor de vachtkleur (Ff). Schrijf een F links van de eerste rij, en een f links van de tweede rij.
5. **Label de kolommen met het genotype van de andere ouder.** Schrijf het genotype van de tweede ouder voor dezelfde eigenschap als de labels voor de kolommen. Dit is meestal die van de man, of vader.
Bijvoorbeeld: een mannelijke beer is homozygoot recessief (ff). Schrijf een f boven elk van de twee kolommen.
6. **Laat elk vakje overerven van zijn rij en kolom.** De rest van het vierkant van Punnett is eenvoudig. Begin in het eerste vakje. Kijk naar de linker letter en de letter erboven. Schrijf beide letters in het lege vak. Herhaal dit voor de overige drie vakjes. Als je beide soorten allelen hebt, is het gebruikelijk om eerst het dominante allel in te vullen (schrijf Ff, niet fF).
In ons voorbeeld, erft de linkerbovenhoek F van de moeder en f van de vader, om Ff. te maken.
Het bovenste vakje rechts erft een F van de moeder en f van de vader, om Ff te maken.
Het onderste vakje links erft een f van beide ouders, om ff te maken.
Het onderste vakje rechts erft een f van beide ouders, om ff te maken.
7. **Interpreteer het Punnett-vierkant.** Het vierkant van Punnett toont ons de waarschijnlijkheid van het creëren van nakomelingen met bepaalde allelen. Er zijn vier verschillende manieren waarop de allelen van de ouders kunnen worden gecombineerd, en alle vier zijn ze even waarschijnlijk. Dit betekent dat de combinatie in elk vakje een kans van 25% heeft om voor te komen. Als meer dan één vakje hetzelfde resultaat heeft, tel deze 25% kansen dan bij elkaar op om de totale kans te bepalen.
In ons voorbeeld hebben we twee vakjes met Ff (heterozygoot). 25% + 25% = 50%, dus elke nakomeling heeft een kans van 50% om de allelcombinatie Ff te erven.
De andere twee vakjes zijn elk ff (homozygoot recessief). Elk kind heeft een kans van 50% op het erven van ff-genen.
8. **Beschrijf het fenotype.** Vaak ben je meer geïnteresseerd in de werkelijke eigenschappen van de kinderen, niet alleen in wat hun genen zijn. Dit is gemakkelijk te bepalen in de meest gewone situaties, waar een vierkant van Punnett meestal voor wordt gebruikt. Tel de kans van elk vierkantje met één of meer dominante allelen bij elkaar op, om de kans te bepalen dat de nakomelingen de dominante eigenschap hebben. Tel de kans van elk vierkant met twee recessieve allelen bij elkaar op voor de kans dat de nakomelingen de recessieve eigenschap uitdrukken.
In dit voorbeeld zijn er twee vierkanten met minstens één F, dus elk nageslacht heeft een kans van 50% op een zwarte vacht. Er zijn twee vierkanten met ff, dus elk nageslacht heeft een kans van 50% op een gele vacht.
Lees het probleem zorgvuldig door voor meer informatie over het fenotype. Veel genen zijn complexer dan dit voorbeeld. Een bepaalde soort bloem kan bijvoorbeeld rood zijn als hij de RR allelen heeft, wit als hij rr heeft, of roze als hij Rr heeft. In dergelijke gevallen wordt het dominante allel dan een genoemd.
9. **Bekijk nogmaals wat genen, allelen en eigenschappen zijn.** Een gen is een stukje 'genetische code' dat een eigenschap in een levend organisme bepaalt -- bijvoorbeeld de kleur van de ogen. De kleur van de ogen kan echter blauw of bruin zijn, of verschillende andere kleuren hebben. Deze variaties van hetzelfde gen worden genoemd.
10. **Begrijp het genotype en fenotype.** Al je genen samen vormen je 'genotype': de volledige lengte van het DNA dat beschrijft hoe jij 'gebouwd' moet worden. Je eigenlijke lichaam en gedrag zijn je : wat er van je terecht is gekomen, deels door genen, maar ook door voeding, mogelijke verwondingen en andere levenservaringen.
11. **Leer over overerving van genen.** Bij het seksueel reproduceren van organismen, inclusief mensen, geeft elke ouder één gen door voor elke eigenschap. Het kind houdt de genen van beide ouders bij zich. Voor elke eigenschap kan het kind twee exemplaren van hetzelfde allel hebben, of twee verschillende allelen.
Een organisme met twee exemplaren van hetzelfde allel is voor dat gen.
Een organisme met twee verschillende allelen is voor dat gen.
12. **Begrijp dominante en recessieve genen.** De eenvoudigste genen hebben twee allelen: één dominant en één recessief. De dominante variatie verschijnt zelfs als er ook een recessief allel aanwezig is. Een bioloog zou zeggen dat het dominante allel 'uitgedrukt wordt in het fenotype'.
Een organisme met één dominant allel en één recessief allel is . Deze organismen worden ook wel van het recessieve allel genoemd, omdat ze het allel hebben, maar de eigenschap niet tonen.
Een organisme met twee dominante allelen is .
Een organisme met twee recessieve allelen is .
Twee allelen van hetzelfde gen die zich kunnen combineren om drie verschillende kleuren te maken, worden genoemd. Een voorbeeld hiervan zijn paarden met een lichte crèmekleur, waar cc-paarden rood zijn, Cc-paarden een gouden tint hebben en CC-paarden licht crèmekleurig zijn.
13. **Weet waarom Punnett-vierkanten nuttig zijn.** Het eindresultaat van een Punnett-vierkant is een waarschijnlijkheid. Een kans van 25% op rood haar betekent niet dat precies 25% van de kinderen rood haar heeft; het is slechts een schatting. Maar zelfs een ruwe voorspelling kan in sommige situaties informatief zijn:
Iemand die een veredelingsproject uitvoert (meestal het ontwikkelen van nieuwe plantenrassen) wil weten welk veredelingspaar de beste kans geeft op goede resultaten, of dat een bepaald veredelingspaar de moeite waard is.
Iemand met een ernstige genetische aandoening, of een drager van een allel voor een genetische aandoening, wil weten welke kans er is dat hij de aandoening doorgeeft aan zijn kinderen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-vierkant-van-Punnett-maken", "language": "nl"} |
Een drainerende wond verzorgen | Als je een open wond hebt, of een wond die aan het genezen is, kunnen er verschillende soorten drainage oftewel afscheiding optreden. Afscheidingen als een heldere vloeistof, gele afscheiding en afscheiding met sporen van bloed komen vaak voor en ontstaan door het vocht en de eiwitten die zich tussen de weefsels en spieren bevinden. De afscheiding verandert van kleur afhankelijk van het soort ontsteking en de ernst ervan.
1. **Leer hoe je normale afscheiding uit een wond kunt herkennen.** Bij de behandeling van een wond waar vocht uitkomt is het belangrijk dat je weet hoe normale afscheiding er ongeveer uit ziet. Er bestaan verschillende soorten normale afscheiding, waaronder:
’’Serumafscheiding:’’ Dit type afscheiding kan eruitzien als een heldere kleurloze of een licht gelige vloeistof. Dit soort drainage wordt niet genoeg geproduceerd dat het een verband kan doordrenken.
’’Serumbloed:’’ Dit type afscheiding is meestal dus en dun en waterig en bestaat uit bloed en serum. Omdat het hierbij om een relatief kleine hoeveelheid bloed gaat, is dit type afscheiding vaak rozeachtig van kleur.
2. **Leer abnormale wonddrainage te herkennen.** Het is natuurlijk nuttig om te weten wat normaal is, maar het is ook belangrijk om te weten waar je op moet letten als de wond ontstoken is. Soorten abnormale afscheiding die uit een wond kunnen komen zijn onder andere:
’’Bloederige afscheiding:’’ Dit type afscheiding bevat relatief veel bloed en zal helderrood van kleur zijn.
’’Purulente afscheiding:’’ Dit type afscheiding wordt meestal pus genoemd. De kleur van pus kan variëren van groen, geel, wit of grijs, tot roze of bruin. Pus ruikt meestal erg onaangenaam.
3. **Was je handen goed voordat je een wond gaat behandelen, en ook daarna.** Door je handen te wassen verklein je de hoeveelheid bacteriën waaraan je wond wordt blootgesteld. Goed je handen wassen doe je als volgt:
Maak je handen nat met warm of koud water.
Zeep je handen helemaal in.
Wrijf je ingezeepte handen een halve minuut lang tegen elkaar aan om vuil en bacteriën te verwijderen.
Spoel je handen af onder stromend water.
Droog je handen af met een schone handdoek.
4. **Trek een paar schone handschoenen aan.** In principe kun je door je handen goed te wassen voorkomen dat de wond geïnfecteerd raakt, maar toch kunnen water en zeep nog bacteriën op je handen achterlaten. Door handschoenen te dragen creëer je een extra barrière tussen de wond en eventuele bacteriën.
Trek de handschoenen nadat je de natte wond behandeld uit.
5. **Maak de wond schoon met een antiseptische oplossing.** Het schoonmaken van een drainerende wond met waterstofperoxide of povidon-jodium helpt bij het verwijderen van oude, dode huidcellen en wondrestjes. Bovendien bevatten antiseptische oplossingen kiemdodende bestanddelen die bevorderlijk kunnen zijn voor de genezing van de wond.
Een wond waar vocht uitkomt moet je iedere dag minstens één keer schoonmaken, of steeds als het verband dat over de wond zit vies of nat is geworden.
Je moet de wond voordat je hem met een antiseptische oplossing gaat reinigen, altijd eerst goed onder stromend water schoonspoelen.
Giet voor het reinigen van de wond met waterstofperoxide of povidon-jodium de oplossing op een watje of gaasje en strijk er voorzichtig mee over de wond. Maak de wond schoon in een cirkelvormige beweging. Begin in het midden van de wond en werk voorzichtig naar de randen toe.
6. **Breng een antibacteriële zalf aan.** Deze zalf bestrijdt bacteriën en zorgt er tegelijkertijd voor dat je huid meer vocht vast kan houden. Antibacteriële zalven die veel gebruikt worden zijn bijvoorbeeld:
Bacitracine (Neosporin). Breng dit drie keer per dag aan op de wond.
2% Mupirocine (Bactroban). Breng dit drie keer per dag aan op de wond, oftewel om de acht uur.
7. **Dek de wond af met een gaasverband.** Dek de wond af voordat de zalf die je erop hebt gedaan is opgedroogd. Je moet de wond vochtig houden, omdat de genezende huid als hij te droog is, af zal breken.
Leg een stukje schoon gaas over de wond en plak de randen van het gaas af met medische tape. Of gebruik gaasverband dat met een kleeflaagje op het verband geleverd wordt, zoals bij sommige grotere soorten het geval is.
8. **Vervang het verband als het nat wordt.** Houd het verband droog en schoon om te voorkomen dat de wond gaat ontsteken. Als je merkt dat het verband vochtig is geworden, vervang het dan door een nieuw stuk verband.
Als het verband doorweekt is geraakt moet je het zo snel mogelijk vervangen om te voorkomen dat er bacteriën in de wondafscheiding terecht kunnen komen en zich op die manier kunnen verspreiden.
9. **Zorg dat je weet wanneer je met je wond naar de dokter moet.** Je moet de hoeveelheid en het soort afscheiding goed in de gaten houden. Normaal gesproken produceert een wond niet meer dan een kleine tot middelgrote hoeveelheid afscheiding.
Als je verband op je wond meerdere keren per dag doorweekt raakt, wil dat zeggen dat er sprake is van abnormale afscheiding.
In dat geval moet je zo snel mogelijk de huisarts bellen of naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gaan. Een wond die overmatig bloedt kan namelijk dodelijk zijn, als gevolg van de hoeveelheid bloed die je erdoor kunt verliezen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-drainerende-wond-verzorgen", "language": "nl"} |
Oude foto's fotograferen | Heb je thuis oude foto's die je graag wil delen met vrienden en familie? Of ben je op zoek naar een manier om een aantal van die dozen vol ongeorganiseerde foto's op te ruimen? Als je meer leert over de verschillende manieren waarop je oude foto's kunt fotograferen, kun je beslissen hoe je die aandenkens kunt digitaliseren, zodat je er gemakkelijk toegang toe hebt en ze met anderen kunt delen!
1. **Gebruik de Notities-app als je een iPhone met iOS 11 hebt.** Open de app en maak een nieuwe notitie. Tik op de zwarte '+' knop boven het toetsenbord. Kies 'Documenten scannen'. Volg de aanwijzingen op het scherm, en je kunt vervolgens foto's gemakkelijk naar je telefoon scannen!
De app toont een geel vak en je hoeft dan alleen maar het document uitlijnen binnen het gele vak. Als het uitgelijnd is, druk je op de cameraknop om een foto te nemen. De app corrigeert automatisch voor eventueel kantelen.
Je kunt meerdere scans achter elkaar maken. Nadat je op 'Scannen houden' hebt getikt, keert de app terug naar de scanpagina, zodat je verder kunt werken.
Tik eenmaal op 'Opslaan' als je klaar bent, om terug te keren naar de hoofdpagina met documenten.
Je kunt foto's vanuit de app bewerken door op de gescande afbeelding te klikken. Je kunt bijsnijden en de kleur en oriëntatie wijzigen, en je kunt de foto direct delen vanuit de Notities-app.
2. **Gebruik de app PhotoScan voor zowel Android- als iOS-telefoons.** Download de app, die gratis is voor alle gebruikers. Zodra het is gedownload, ben je klaar om de app te openen en te beginnen met scannen!
Met de app open, richt je de camera op de foto die je wilt vastleggen. De app zal vier stippen over de foto plaatsen en je de opdracht geven om de camera enkele ogenblikken boven elke stip te houden. Dit zal niet meer dan twee minuten duren.
De app detecteert automatisch de randen van de foto, zodat je niets hoeft bij te snijden.
De app verwijdert automatisch alle schitteringen, zodat je zonder veel voorwerk kunt beginnen met fotograferen.
De app combineert de foto's van elke vergrote cirkel en maakt er één foto van, zonder schittering.
3. **Gebruik andere scan-apps als je PhotoScan of Notities niet kunt gebruiken.** Deze andere apps bieden vergelijkbare diensten, zoals automatisch bijsnijden, bewerkingsmogelijkheden en perspectiefcorrectie. Als je een iPhone met een ouder besturingssysteem hebt, kunnen deze opties van pas komen!
Enkele apps om te bekijken zijn Photomyne, TurboScan of Shoebox. Sommige van deze apps kosten geld (€2 tot €5), dus bekijk hun functies zorgvuldig om er zeker van te zijn dat ze aan je behoeften voldoen, voordat je er een kiest.
Als je eenmaal een app hebt gekozen, download je deze in de app-store van je telefoon en volg je de handleiding die je krijgt als je de app voor het eerst opent. De meeste apps geven stap-voor-stap instructies over hoe je foto's maakt en aanpast.
4. **Gebruik een statief om stabiliteit te garanderen tijdens het fotograferen.** Het nemen van foto's uit de vrije hand kan resulteren in wazige beelden vanwege trillende handen. Plaats je camera ondersteboven tussen de poten van het statief. Gebruik een waterpas bovenop de camera, om ervoor te zorgen dat de lens parallel staat ten opzichte van de foto.
Als je een statief koopt, zoek er dan een waarvan de middelste stang kan worden omgedraaid. Zo krijg je dat omgekeerde camerastandpunt.
Zet het statief ofwel op de grond of op een stevige tafel. Het doel is om zoveel mogelijk cameratrilling te minimaliseren.
5. **Leg een groot vel wit posterboard onder het statief.** Je kunt ook een groot stuk papier gebruiken. Dit zorgt voor een schone achtergrond voor je foto. Vermijd het gebruik van donker hout of zwart papier onder je foto - dit kan het moeilijker maken om later de randen te zien wanneer je foto's bijsnijdt.
6. **Zet de flitser uit op je camera en controleer de verlichting van de kamer.** De meeste digitale camera's hebben goede hulpmiddelen om slechte verlichting tegen te gaan, maar het is nog steeds een goed idee om niet in een donkere kamer te fotograferen. Het gebruik van lampen, overhead verlichting, of natuurlijke verlichting zal je helpen om de beste kwaliteit foto's te verkrijgen.
Flitslicht geeft je gemaakte foto een schittering.
Doe lampen aan of gebruik natuurlijk licht om de kamer te verlichten.
7. **Kies het juiste diafragma afhankelijk van de verlichting in je kamer.** Een kleiner diafragma is goed voor een lichte kamer, terwijl een groter diafragma je camera zal helpen meer helderheid vast te leggen in een schemerige kamer. Dit is dezelfde reden waarom je pupillen verwijden wanneer het donker begint te worden - je wilt zo veel mogelijk licht opvangen.
Vaak zal je digitale camera deze instellingen voor je automatiseren, maar wees niet bang om ze handmatig te wijzigen, om de verschillende resultaten te zien. Je zult verbaasd zijn over het kwaliteitsverschil van de ene diafragmaopening ten opzicht van de andere!
8. **Stel je filmsnelheid in op de laagst mogelijke instelling.** Dit is je 'ISO' en de minimuminstelling op de meeste camera's is 100. Dit vermindert de korreligheid van een foto. Hoe hoger de ISO, hoe helderder het beeld, dus door het laag te houden, maak je meer van je foto's bruikbaar.
9. **Kies een lage sluitertijd om onscherpte te verminderen.** De sluitertijd is de tijd dat de sluiter van je camera open staat. Hoe langer een sluiter er over doet om een beeld vast te leggen, hoe waziger de foto zal zijn. Aangezien je foto's maakt van stilstaande beelden, kun je gerust een langere sluitertijd kiezen.
Probeer een paar verschillende instellingen als je je belichting eenmaal hebt ingesteld. Op die manier kun je bepalen welke ISO-instelling het beste is voor de kwaliteit die je zoekt.
10. **Gebruik een afstandsbediening of de zelfontspanneroptie op je camera.** Dit helpt om je handen weg te houden van de camera zelf, wat het risico op schudden zal verminderen. Zodra je de instellingen op je camera hebt waar je ze wilt en je tafel hebt opgezet, kun je gaan fotograferen!
11. **Maak een paar foto's en controleer dan de kwaliteit.** Kijk naar je foto's en pas ze aan als dat nodig is. Als je dit doet als je begint met foto's maken, hoef je niet honderden foto's opnieuw te maken als je erachter komt dat je iets verkeerd hebt ingesteld!
12. **Kies een automatische scanner voor een grote hoeveelheid foto's.** Als je honderden of duizenden foto's moet scannen, zal een scanner met automatische invoer je veel tijd besparen.
Zodra je scanner is ingeschakeld en op je computer is aangesloten, kun je de instructies volgen en de ene foto na de andere in de scanner invoeren, zonder tussen de foto's te pauzeren.
Als je voor deze optie kiest, helpt het om je foto's van tevoren op volgorde te zetten. De foto's worden opgeslagen in de volgorde waarin ze worden gescand, dus als je de tijd neemt om ze van tevoren te ordenen, bespaar je meer tijd als het scannen klaar is.
13. **Kies een flatbed-scanner als je een optimale kwaliteit belangrijk vindt.** Op die manier kun je de instellingen voor elke foto afzonderlijk aanpassen, als je dat wilt. Deze scanners hebben meestal automatische randdetectie.
Leg maximaal vier foto's tegelijk op de glasplaat om te scannen.
De meeste scanners hebben een knop waarop je kunt drukken om aan te geven dat de foto's klaar zijn om te worden gescand. Druk op deze knop en zie hoe je foto's worden geüpload naar je computer!
14. **Gebruik als dpi (dots per inch) 300 tot 600.** 300 is het minimum en 600 dpi levert genoeg pixels om de foto te vergroten, maar ook om de kwaliteit te behouden. Dit is een geweldige truc zodat je in de toekomst grotere afdrukken van foto's kunt maken!
15. **Gebruik glasreiniger om vlekken op je gescande foto's te voorkomen.** Gebruik de reiniger samen met een pluisvrije of microvezeldoek voor het beste resultaat. Zorg ervoor dat het glas volledig droog is, voordat je foto's gaat scannen.
16. **Ga naar een plaatselijke fotowinkel om plaatselijke bedrijven te steunen.** Bel ze op of ga persoonlijk langs, om te vragen wat hun digitaliseringsmogelijkheden zijn. Vraag naar de prijs en de doorlooptijd om je foto's terug te krijgen. Misschien willen ze dat je je foto's van tevoren ordent, wat goed is om te weten, want dat kost tijd om voor te bereiden.
17. **Stuur je foto's weg om ze door iemand anders te laten digitaliseren.** Er zijn veel online bedrijven die gespecialiseerd zijn in het digitaliseren van alles van oude foto's tot video's tot dia's! Zoek online naar recensies en kies een bedrijf dat tientallen goede beoordelingen en recensies heeft.
DiJiFi, Legacybox, iMemories, of EverPresent zijn goed beoordeelde bedrijven om eens te bekijken.
Als je je foto's inpakt om ze op de post te doen, doe ze dan in plastic zakken voordat je ze in een doos doet. Zo blijven ze droog als de doos tijdens het vervoer nat wordt. Dit kan je ook helpen de foto's te ordenen voordat je ze verstuurt.
Gebruik een stevige doos voor het verzenden. Je wilt niet dat deze wordt geplet en je uiteindelijk verbogen of beschadigde foto's overhoudt!
18. **Huur een persoonlijke assistent voor meer controle en personalisatie.** Als de gedachte om je foto's te organiseren en te digitaliseren overweldigend lijkt en je spanning oplevert, kan een investering in een persoonlijke assistent je helpen die zorgen te verlichten.
De National Association of Professional Organizers (NAPO) onderhoudt een ethische code en een curriculum voor Certified Professional Organizers (CPO's). Zoek naar iemand die gecertificeerd is door de NAPO, wanneer je beslist wie je wilt inhuren. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Oude-foto%27s-fotograferen", "language": "nl"} |
Een open sollicitatiebrief schrijven | Een open sollicitatiebrief wordt het meest gebruikt in zakelijke communicatie. Hij dient om contact op te nemen, om informatie op te vragen of om je diensten aan te bieden. In het algemeen schrijf je dit soort brieven aan mensen die je niet persoonlijk kent, waardoor het wat lastig is om de toon en stijl te bepalen. Maar je kunt wel een aantal manieren leren om je brief beknopt, leesbaar en effectief te houden en je de introductie te geven die je wilt.
1. **Adresseer je brief indien mogelijk aan een specifiek persoon.** Sollicitatiebrieven moeten, waar mogelijk, worden gericht aan de persoon die hem zal lezen. Als je je wilt inschrijven bij een algemeen uitzendbureau of een recruitment bedrijf en je weet niet zeker wie je moet aanspreken, kun je ook ‘Geachte heer of mevrouw’ gebruiken of de brief aan de HR-manager sturen.
Begin je brief met het vermelden van je positie, titel of rol en leg uit waarom je de brief schrijft. Je hoeft je naam hier meestal niet te vermelden, omdat die in de handtekening wordt opgenomen.
2. **Geef duidelijk je doel aan.** In een sollicitatiebrief moet je zo vroeg mogelijk je reden voor het schrijven kenbaar maken. Wat wil je? Waarom schrijf je deze brief? Als deze zaken niet duidelijk zijn voor een werknemer of een bedrijf, is de kans groter dat je brief in de prullenbak belandt dan dat je een interview krijgt.
Kom direct ter zake: "Ik schrijf deze brief vandaag om te informeren naar vacatures voor een controller" of "Ik schrijf deze brief om u op de hoogte te brengen van een nieuwe dienst die onlangs door mijn bedrijf is onthuld" zijn perfect effectieve en doelgerichte uitspraken. Dit soort zinnen moet je in het begin van de brief zetten.
3. **Hanteer een passende toon of stijl voor de brief.** Bij het schrijven van een open sollicitatiebrief is het goed om een consistente, competente stijl te hebben die niet te ver afdwaalt naar een informele, stijve of technische stijl. Voor een sollicitatiebrief moet je toon professioneel zijn, maar niet koud of gerobotiseerd. Het is belangrijk om een element van menselijke warmte in de brief te hebben, terwijl de algemene inhoud professioneel blijft.
Een veelgemaakte fout die onervaren schrijvers maken is het vermijden van samenvoegingen, waardoor de brief uiteindelijk klinkt alsof hij vertaald is in plaats van geschreven. Gebruik gewoon samenvoegingen. Hierdoor klinkt de brief niet alleen conversationeel, maar ook professioneel. Laat de brief jou vertegenwoordigen.
Gebruik geen woorden uit het woordenboek in plaats van woorden die je normaal gesproken gebruikt om slimmer te klinken. Dit is geen masterscriptie, maar een sollicitatiebrief. Gebruik de juiste woorden en wees beknopt.
4. **Breng een persoonlijke band tot stand.** Leg uit hoe je de functie, de opportuniteit of het bedrijf hebt leren kennen en beschrijf je connectie ermee. Bij het lezen van een sollicitatiebrief moet de werkgever of HR-coördinator duidelijk weten wie je bent, waarom je de baan wilt, en of je goed bij de functie past of niet. Als deze connectie krachtig genoeg is, krijg je een gesprek en heb je een kans om de baan te krijgen.
Als je een connectie hebt met iemand die bij het bedrijf werkt, als je bent doorverwezen of als je iemand kent die een subsidie van deze instelling heeft gekregen voor zijn of haar werk, is het goed om daar in de introductie wat over te zeggen. Hiermee stel je iemand op de hoogte of fris je iemands geheugen op ("Oh, dit is waar Jan me over vertelde!”).
5. **Verbind je kwalificaties aan de functie.** Als je uitlegt wat je kwalificaties, competentie en vaardigheden zijn die je geschikt maken voor bepaalde banen of projecten, is het belangrijk om die verbanden duidelijk te maken in een paar zinnen en uit te leggen hoe je ervaring met andere projecten in verband staat met dit nieuwe project. Of dat nu gaat om een nieuwe functie, een transfer of een geheel nieuwe baan.
Beschrijf een deel van de ervaring die je hebt in het veld of de industrie waar je in de brief naar verwijst. Als je de sollicitatiebrief aan iemand specifiek richt, is deze gericht op een bepaald vakgebied of industrie. Het is dan handig om specifieke vaardigheden en ervaring op te nemen om de brief effectief te maken.
Een baan willen is niet hetzelfde als er voor in aanmerking komen. Als je in de inleiding schrijft dat je geïnteresseerd bent in een gesprek voor de baan omdat je een uitstekende match bent, hoef je jezelf niet vijftig keer te herhalen. Schrijven dat je deze baan ‘echt nodig hebt’ maakt je niet aantrekkelijker.
6. **Wees zo specifiek mogelijk.** Stel een tijd voor waarop je elkaar persoonlijk kunt ontmoeten of geef aan wat je precies wilt dat er gebeurt als reactie op je brief. Als je je kwalificaties verder wilt bespreken in een gesprek, zeg dat dan. Als je de klus goed wilt klaren, zeg het maar. Leer alles over het wervingsproces,of het sollicitatieproces en vraag vervolgens naar de volgende stap in het proces.
Richt de sollicitatiebrief op een specifiek functieniveau. Deze functie hoeft niet expliciet vermeld te worden, maar houd er wel rekening mee wat voor soort resultaat je nastreeft om de brief relevant te houden.
7. **Vermeld geen informatie die ook op je cv staat.** Het is een slecht idee om je diploma's, je prijzen en naamsvermelding in een sollicitatiebrief op te nemen. Het herhalen van informatie die snel kan worden bekeken op je cv is een verspilling van ruimte in de brief. Geef geen informatie die sneller en makkelijker elders kan worden verzameld. Je schrijft om jezelf te verkopen en om je voet tussen de deur te krijgen.
8. **Schrijf om een interview te krijgen.** Het is onwaarschijnlijk dat je ooit een baan krijgt puur door de brief alleen. Het schrijven van de brief geeft je een voet tussen de deur en een kans om te bewijzen dat jij de persoon of de werknemer bent die de lezer van de brief nodig heeft. Daarom is het goed om direct ter zake te komen, je kwalificaties en connecties wat betreft de functie te benadrukken en te proberen naar de volgende fase in het proces te komen. Of dat nu een interview is of een andere stap in het proces.
Herhaal de belangrijkste informatie in de conclusie. Vlak voordat je de brief afsluit met een gepaste begroeting, is het een goed idee om kort te herhalen wat je wilt.
9. **Lees je brief een aantal keer opnieuw.** Na het schrijven van de eerste versie is het absoluut noodzakelijk om je brief opnieuw te lezen en te controleren op fouten. Alle goede schrijvers weten dat een tekst pas klaar is als het is herzien. Als je eenmaal je brief hebt geschreven, heb je het harde werk gedaan, maar reserveer nog wel genoeg tijd om het op te schonen en te verbeteren.
Reviseren is meer dan het verbeteren van je spelfouten. Bekijk goed je brief opnieuw en zorg ervoor dat de onderwerpen en werkwoorden allemaal met elkaar overeenstemmen, dat je doel duidelijk is en dat je brief bereikt wat hij moet bereiken.
Zodra je de tekst zo goed mogelijk hebt, begin dan met het proeflezen, zet de puntjes op de i en check op last-minute dingen, waaronder het verbeteren van typefouten, spelfouten en het opmaken van je brief.
10. **Houd het simpel en beknopt.** Sollicitatiebrieven mogen in het algemeen niet langer zijn dan één pagina, of tussen de 300 en 400 woorden. Wat de reden ook is, waarschijnlijk wordt je brief gelezen door iemand die op een bepaalde dag veel papierwerk heeft en geen zin heeft in een overdreven lange sollicitatiebrief. Het zou zonde zijn als je harde werk in de prullenbak belandt, dus is het belangrijk om het kort te houden. Focus alleen op het communiceren van de belangrijkste informatie in je brief.
11. **Maak de brief op de juiste manier op.** Brieven moeten goed gepositioneerd zijn op de pagina, met een duidelijke inleiding, alinea's en een beknopte conclusie. Als je een enkele paragraaf zonder contactinformatie of begroeting inlevert, krijg je de baan niet.
Voeg een cv toe aan de sollicitatiebrief. Als eerste komt de sollicitatiebrief, daarna je cv.
Geef de juiste contactgegevens. Als je de laatste bewerking van je sollicitatiebrief doorloopt, zorg er dan voor dat de belangrijke contactgegevens zijn opgenomen. Deze staan meestal in de rechterbovenhoek van de koptekst. Vermeld je e-mailadres, telefoonnummer en andere nodige contactgegevens.
12. **Bedenk of je een nawoord wilt toevoegen.** Sommige docenten en communicatiespecialisten uit het bedrijfsleven raden aan om de meest relevante of urgente informatie in een postscript (PS) of nawoord aan de brief toe te voegen. De reden dat dit vaak goed werkt heeft te maken met de manier waarop mensen communicatie in de vorm van een brief verwerken. In plaats van belangrijke informatie in de conclusie op te nemen, kan een postscript effectiever zijn. Hoewel sommige mensen dit er informeel vinden uitzien, kan het een effectieve manier zijn om de belangrijke informatie te benadrukken en je brief te laten opvallen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-open-sollicitatiebrief-schrijven", "language": "nl"} |
Een rooster maken | Met de hectische levensstijl die de meerderheid van de mensen tegenwoordig leidt, is het belangrijk om te weten hoe je goed je tijd kunt plannen. Tijd is iets dat je niet kunt kopen, maar wel iets dat velen onder ons op verschillende momenten ineffectief gebruiken of verkwisten. Een goed doordacht rooster of tijdschema kan je in principe helpen om de controle over je dag te krijgen, van uur tot uur. Het is ook een geweldige manier om je helpen bij het bereiken van de doelen die je in je leven hebt gesteld, zowel de grote als de kleine.
1. **Maak een lijst van wat je dagelijks moet doen.** Maak je geen zorgen of het wel of niet geordend is. Dit gaat alleen maar over brainstormen, niet over een takenlijst. Neem een uur of zo en noteer alles wat je elke dag moet doen (en alles wat je niet doet, maar wel zou moeten doen).
Lukt het niet om aan alles te denken, neem overdag dan een klein notitieboekje met je mee en noteer de activiteiten die je gedurende de dag doet.
2. **Noteer de grote en de kleine taken.** Wanneer je begint, mag je geen enkele activiteit als te klein beschouwen. Als het is iets wat je moet doen, dan is het iets wat je moet doen. Wanneer je voor de eerste keer een tijdschema maakt, is het beter om alles erin op te nemen en indien nodig de lijst later te bewerken.
Als je 's ochtends en 's avonds met je hond moet wandelen, noteer dit dan.
3. **Stel jezelf vragen met betrekking tot je activiteiten.** Welke taken moet je doen om ervoor te zorgen dat je goed eet? Welke taken moet je elke dag doen om naar je werk te kunnen gaan? Wat moet je doen om ervoor te zorgen dat je dochter wordt opgehaald van school?
Je zult waarschijnlijk versteld staan hoeveel kleine taken je moet doen om aan je grotere verantwoordelijkheden te voldoen. Maar schijnt licht aan het eind van de tunnel. Een tijdschema zal je helpen om die aspecten aan te wijzen die niet veel opleveren en die je mogelijk uiteindelijk kunt wegwerken.
4. **Analyseer je lijst.** Als je vindt dat je weinig of geen tijd beschikbaar hebt om naar eigen inzicht te besteden, beoordeel je taken dan opnieuw om te zien of ze absoluut noodzakelijk zijn. Je ontdekt mogelijk dat sommige verantwoordelijkheden op een efficiëntere wijze kunnen worden aangepakt of gedelegeerd.
Merk je dat je vaker in de keuken staat dan je zou willen, vraag dan aan een buur of hij of zij kooktaken wil delen. Ga samen na welke gerechten jullie graag eten en kook die dan afwisselend één of twee dagen per week.
5. **Open Microsoft Excel of een soortgelijk spreadsheetprogramma.** Maak een kolom met tijden aan de linkerkant van de pagina, en een rij met dagen van de week bovenaan.
6. **Koppel tijden aan taken.** Begin met de activiteiten die op een bepaalde moment van de dag moeten worden gedaan. Gebaseerd op je bovenstaande beoordeling deel je taken in afhankelijk van de tijd die er naar jou idee voor nodig is. Ook moet je jezelf meerdere malen op een dag een pauze geven.
7. **Organiseer activiteiten in grotere tijdblokken.** Tijdblokken van een uur zijn over het algemeen groot genoeg. Voor sommige taken kan het echter even duren voor je in de juiste flow bent gekomen, zodat je 90 minuten of zelfs blokken van twee uur moet inroosteren. Vergeet niet om ook taken in te plannen van 30 minuten. Wees voorzichtig met de neiging om te weinig tijd uit te trekken voor taken.
Voor grotere blokken tijd kun je cellen in Excel samenvoegen.
8. **Houd het flexibel.** Het is moeilijk te voorspellen hoe lang elke activiteit zal duren. Dus zorg ervoor dat je planning gemakkelijk in een bepaalde richting is om te buigen wanneer dit nodig is. Je kunt ook een kleine tijdbuffer aanhouden voor onverwachte vertragingen.
Trap ook niet in de val om je ontspanningstijd te gebruiken als 'bufferzone'. Tijd voor ontspanning moet niet worden gezien als een luxe; het is net zo belangrijk als elke andere activiteit.
9. **Print je werkblad.** Het is over het algemeen nuttig om meerdere exemplaren van je rooster af te drukken -- één voor op je koelkast, één in je slaapkamer en één in de badkamer. Onderstreep of markeer belangrijke activiteiten.
10. **Geef de verschillende gebieden kleurcodes.** Gebruik een andere kleurcode voor de afzonderlijke gebieden in je leven. Je kunt geel gebruiken voor je werk, rood voor trainen, blauw voor school, enzovoort. Op deze manier krijg je een goed gevoel voor hoe je dag is gepland, enkel door er een blik op te werpen. Als er een heleboel blauw is, bijvoorbeeld, dan weet je dat je op dit moment overladen bent met schoolwerk.
11. **Beoordeel hoeveel energie je 's ochtends hebt.** De vaardigheden van de meeste mensen op het gebied van kritisch denken en creativiteit zijn 's ochtends het sterkst. De neiging bestaat echter dat dit daalt naarmate de dag vordert. Als je dit herkent bij jezelf, verschuif je 'grote denkactiviteiten', zoals schrijven, dan bijvoorbeeld naar de ochtend.
Het kan ook zijn dat je je beste creatieve werk 's nachts doet. Geen van beide momenten is verkeerd. Het heeft alles te maken met het samenstellen van een effectief tijdschema dat past bij jou en je behoeften.
12. **Ga na hoeveel energie je 's middags hebt.** Als je net als de meeste mensen bent zal je energie in de loop van de middag enigszins afnemen. Zo ja, dan is dit een goed moment om de saaie, routinematige taken te doen. Dingen waarbij je in principe niet te veel hoeft na te denken. Gebruik deze tijd eventueel voor het maken van afspraken, boodschappen, het beantwoorden van korte e-mails, etc.
13. **Beoordeel hoeveel energie je 's avonds nog hebt.** Veel mensen gebruiken de avonden voor de planning en voorbereiding van de volgende dag. Taken ter voorbereiding zijn bijvoorbeeld tijd lunchpakketten maken, je kleding klaarleggen, opruimen en spullen uitzoeken die weg kunnen.
14. **Begin met het vormen van de gewoonten die je nodig hebt om je doelen te verwezenlijken.** Reserveer 30 minuten per dag om aan die roman te schrijven, je garage op te ruimen of te leren tuinieren. Door elke dag een beetje dichterbij je doel te komen, zal je goede gewoonten kunnen ontwikkelen om je vorderingen te handhaven. Dit is het geval omdat je op de automatische piloot draait. In wezen zal alles wat je regelmatig doet, goed of slecht, uiteindelijk een gewoonte worden.
15. **Experimenteer met het tijdschema.** Hoe voelt het? Heb je je activiteiten op logische tijden ingeroosterd? Wil je dingen aanpassen? Verander alles dat per geval niet werkt. Je hoeft niet te wachten tot het einde van de week of maand. Pas kleine dingen aan, beetje bij beetje en om de paar dagen, totdat het werkbaar voor je is. Je zult waarschijnlijk ook elke maand grote en kleine veranderingen moeten aanbrengen, want het enige dat zeker is in het leven, is verandering. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-rooster-maken", "language": "nl"} |
Microfiber schoonmaken | Microvezel is een materiaal dat wordt gemaakt van extreem dunne kunstvezels. Het wordt gebruikt voor het maken van stoffen die een groot absorptievermogen hebben, zoals afwas en schoonmaakdoekjes, handdoeken en dergelijke. Zoals je hieronder kunt lezen is het makkelijk schoon te houden.
1. **Was het apart van kleding en linnengoed.** Schoonmaakdoeken reinigen is een extra vies karwij en je wilt dit vuil niet in je kleren krijgen.
2. **Behandel de vlekken.** Deze stap is naar keuze––als je het niet erg vindt dat er een vlek zit in een schoonmaakdoek, kun je deze stap overslaan.
3. **Was in heet water.** Heet water kan de meeste viezigheid verwijderen. Ook je wasmachine zal het waarderen dat je het extra vuil direct ook de wasmachine uit kookt.
4. **Hang aan de waslijn om te drogen.** Deze doekjes kunnen in de wasdroger gedroogd worden, maar waarom zou je daar energie aan verspillen als ze aan de lucht snel drogen. Waarom zou je een heel drogerprogramma verspillen om alleen maar microvezeldoekjes te drogen.
5. **Maak alle doekjes nat.** Smeer een pasta van natriumbicarbonaat en een beetje water over elk doekje. Laat een half uurtje intrekken. De natriumbicarbonaat haalt geurtjes weg en begint met het reinigen van de doekjes.
6. **Vul een teil of de gootsteen met warm zeepwater.** Doop de doekjes in het water en was ze rustig tussen je handen. Verwijder alle natriumbicarbonaat en het vuil dat meekomt.
7. **Spoelen.** Gebruik koud of warm water om te spoelen, maar net wat je voorkeur heeft.
8. **Druppel een paar druppels citroensap over elk doekje na het spoelen voor een frisse geur.**
9. **Hang aan de lijn te drogen.** Ze zullen weer heerlijk fris en mooi schoon zijn.
10. **Doe alle vieze, vette, etc.** microvezeldoekjes in een emmer heet sop. Gebruik je reguliere afwasmiddel als zeep.
11. **Laat een nacht weken.**
12. **Giet de volgende dag af en spoel de doekjes uit.**
13. **Doe alle doekjes in de wasmachine.** Was deze doekjes apart, om afgeven aan andere items te voorkomen. Voeg iets meer wasmiddel toe dan normaal (maar niet te veel, dat kan je wasmachine beschadigen). Draai een kookwas.
14. **Haal uit de machine en laat op een rek drogen.**
15. **Bij handdoeken die gebruikt worden om je lichaam af te drogen kun je dezelfde wasmethode gebruiken als hierboven wordt beschreven voor de microvezeldoekjes (machine- of handwas).** Als je de handdoeken in de machine wilt wassen met kleding, doe ze dan in een waszakje voor lingerie om de handdoeken apart te houden van de rest van de was. Dit voorkomt dat de handdoeken vol pluizen van de kleding komen te zitten.
16. **Bij handdoeken die heel erg vies zijn, gebruik je de methode voor het reinigen van erg vieze microvezeldoekjes die hierboven staat beschreven.**
17. **Zie How to clean a microfiber upholstered sofa.** | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Microfiber-schoonmaken", "language": "nl"} |
Een scenario schrijven in Word | Het is niet nodig om honderden euro's neer te leggen voor software om een scenario of script te schrijven, wanneer je het krachtigste programma dat er is al hebt: Microsoft Word! Het produceren van een professioneel scenario kan op diverse manieren worden gedaan in MS Word. Of je nu macro's gebruikt (kleine programma's die je toetsaanslagen opnemen en later herhalende taken automatiseren) of gewoon wat aangepaste stijl en opmaakopties voor jezelf maakt, je tv-, film- of theaterscript zal in een mum van tijd klaar zijn.
1. **Open een nieuw document.** Open MS Word en selecteer 'Bestand' in de linkerbovenhoek van het hoofdmenu. Kies dan voor Nieuw. Dit geeft je de keuze in welke stijl en opmaak je het document wilt laten maken.
2. **Zoek een scenario-sjabloon.** Typ in de zoekbalk het woord 'screenplay' of 'scenario'. Op dit moment biedt Microsoft één scenario-sjabloon voor MS Word 2013/2016. Dubbelklik erop nadat de zoekopdracht is voltooid. Dit zal het als een scenario opgemaakte document opstarten.
In MS Word 2010 zijn de stappen in wezen hetzelfde. Open een nieuw document, selecteer vervolgens sjablonen en zoek in Microsoft Office Online. Kies een van de twee beschikbare documenten en download deze.
3. **Pas het scenario-sjabloon naar wens aan.** Er zijn geen harde en snelle regels voor de stijl waarin scenario's worden geproduceerd, maar er zijn wel algemene richtlijnen, woordenschat en gemeenschappelijke kenmerken. Neem contact op met de specifieke studio waarvoor je schrijft, om erachter te komen hoe je je specifieke document moet opmaken. Denk na over hoe je de marges, de lettergrootte, de lettertypes en de regelafstand wellicht moet aanpassen.
4. **Maak je eigen sjabloon.** Als je al eerder een scenario hebt geschreven of er een hebt opgeslagen op schijf, open die dan in MS Word. Klik in Word 2013/2016 op Bestand > Opslaan als > Computer. Typ een naam voor je sjabloon in het vak met de bestandsnaam. Vervolgens selecteer je Word-sjabloon in het uitklapmenu 'Opslaan als type' net onder het vakje met de bestandsnaam. Als het document macro's bevat, selecteer je Word-sjabloon met ingeschakelde macro's. Klik op 'Opslaan'.
Als je de locatie wilt wijzigen waar je sjabloon wordt opgeslagen, klik dan op Bestand > Opties > Opslaan en typ het pad in naar de map die je wilt gebruiken als standaardlocatie voor persoonlijke sjablonen.
5. **Overweeg het gebruik van stijl en opmaakpatronen om een scenario op te maken.** Als je niet tevreden bent met de door Word geleverde sjabloonopmaak, kun je de stijl en opmaak van je document aanpassen om nieuwe opmaakpatronen te maken. Deze patronen kunnen opnieuw gebruikt worden als je ze opslaat, of je kunt een nieuw sjabloon maken op basis van een document dat deze opmaak- en stijlregels hanteert. Je kunt de opmaak beschouwen als het maken van je eigen sjabloon.
6. **Selecteer een regel tekst.** De tekst kan een karakternaam zijn, een stukje dialoog, of een aantal toneelaanwijzingen. Selecteer de tekstregel door met de linkermuisknop op de linker rand van de tekstregel te klikken.
Als alternatief kun je de tekst markeren door met de linkermuisknop rechts of links van de aan te passen tekstregel te klikken.
Het is ook nog mogelijk tekst te markeren door de cursor binnen de tekst die je hebt geschreven te plaatsen en de Shift-toets tegelijkertijd met een pijltjestoets ingedrukt te houden, om de tekst die je wilt opmaken te markeren. Om tekst links van de plaats waar je cursor staat te markeren, houd je de Shift-toets en de pijl naar links ingedrukt. Om tekst rechts van de plaats waar je cursor staat te markeren, houd je de Shift-toets en de pijl naar rechts ingedrukt.
Als je meerdere regels tekst hebt, kun je deze in één keer selecteren en de gewenste opmaakwijzigingen op alle gemarkeerde regels toepassen.
7. **Open de groep 'Stijlen en opmaak'.** Klik op het woord 'Opmaak' in de menubalk terwijl je tekst gemarkeerd is. Het uitklapmenu toont verschillende opties. Klik op de woorden 'Stijlen en opmaak'. Dit opent het deelvenster 'Stijlen en opmaak'.
Je kunt het deelvenster 'Stijlen en opmaak' ook openen door op de knop 'Stijlen en opmaak' op de werkbalk te klikken. Klik op de knop 'Stijlen en opmaak' naast het vervolgkeuzemenu voor scripttekens, om het deelvenster te openen. De knop bevindt zich uiterst links op de werkbalk. Het bevat twee letters 'A's, elk van een andere kleur, waarbij de ene boven en de andere links van de andere staat.
8. **Selecteer tekst met een vergelijkbare opmaak.** Klik met de rechtermuisknop op de tekst die je in eerste instantie hebt geselecteerd. Er wordt een keuzemenu geopend met een aantal opties. De onderste optie luidt 'Selecteer tekst met vergelijkbare opmaak'. Klik op deze optie met de linkermuisknop. Alle tekst met opmaak die vergelijkbaar is met de tekst die je oorspronkelijk hebt gemarkeerd, wordt gemarkeerd.
Dus, als je bijvoorbeeld alle karakternamen in een bepaald lettertype en grootte precies boven een regel tekst hebt gecentreerd, kun je een enkele instantie van een karakternaam markeren en vervolgens de optie 'Selecteer tekst met vergelijkbare opmaak' gebruiken om alle karakternamen in je script in één keer aan te passen.
9. **Selecteer de gewenste opmaak.** Nadat je alle tekst die je een bepaalde stijl wilt toewijzen hebt geselecteerd, kies je een stijl in het rechterdeelvenster. Het deelvenster 'Stijlen en opmaak' moet nog steeds open zijn aan de rechterkant van het scherm. Kies de stijlindeling waarin je de gemarkeerde tekst wilt wijzigen, door er met de linkermuisknop op te klikken.
10. **Creëer een nieuwe stijl.** Als je gemarkeerde tekst niet overeenkomt met een bestaande stijl, dan kun je de opmaak en stijl binnen de gemarkeerde tekst een naam geven door te klikken op de knop bovenin het venster met de tekst 'Nieuwe stijl'. Je kunt dan een naam toewijzen, de tekst links of rechts uitlijnen, een lettertype kiezen en naar wens andere aanpassingen doen.
11. **Denk er eens over na waarom je een bepaalde scène wilt opzetten.** Typisch in een scenario is de koptekst van de hoofdscène (ook wel 'slug line' genoemd) de reeks woorden die de inhoud die volgt in grote lijnen aanduidt. Zo kunnen scènetitels bijvoorbeeld iets zijn als: 'INT. KANTOOR - DAG' (interieur kantoor gedurende de dag). Dit helpt de lezer van het scenario zich te oriënteren op de scène.
Scènetitels moeten, net als in het bovenstaande voorbeeld, allemaal in hoofdletters staan, twee regels naar beneden vanaf de laatste regel van de dialoog of de beschrijving in de vorige scène.
12. **Bereid je voor om de macro op te nemen.** Een macro is een opeenvolging van opgeslagen commando's die onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd door ze toe te wijzen aan een enkele toetsaanslag. Om je macro voor te bereiden, stel je de marges in. Formatteer de paginamarges door te klikken op het tabblad Pagina-indeling, vervolgens Marges en vervolgens Aangepaste marges. De boven-, onder- en rechtermarges moeten worden ingesteld op 2,5 cm. De linkermarge moet worden ingesteld op 3,8 cm. Stel het lettertype in op Courier New, 12 punts. Deze opmaak is standaard voor scenario's. Als je met een andere indeling wilt werken, stel dan je marges overeenkomstig in.
In Word 2007, bereid je je voor om de macro op te nemen door je marges in te stellen. Formatteer de paginamarges door op het tabblad Pagina-indeling te klikken en stel vervolgens de marges en het lettertype in op de hierboven vermelde waarden. Open vervolgens het tabblad Ontwikkelaars. Geef het tabblad Ontwikkelaars weer door de knop Office te openen (de knop linksboven), Word-opties (onderaan), onder Populair vink je 'Tabblad Ontwikkelaars op het lint weergeven' aan.
13. **Klik op Beeld > Macro's > Macro opnemen.** Typ een naam voor de macro. Aangezien deze macro bedoeld is voor het instellen van scènes, is het een logische keuze om hem de naam 'Scènetitel' te geven. Zorg ervoor dat je 'Alle documenten' hebt geselecteerd onderaan het uitklapmenu met de tekst 'Macro opslaan in'.
In Word 2007 klik je op 'Macro opnemen'. Deze knop bevindt zich aan de linkerkant van het tabblad Ontwikkelaars. Sla de macro op in Document 1 (in plaats van Normaal, zodat je het kunt opslaan als een apart scenario-sjabloon). Geef de macro de naam 'Scène' of 'Titel'. Klik op het icoontje van het toetsenbord om de macro toe te wijzen aan een sneltoets. Je kunt vervolgens op de toets van het toetsenbord drukken die je aan de macro wilt toewijzen. Je kunt bijvoorbeeld F2 toewijzen aan de macro. In het vak 'Druk op de nieuwe sneltoets' druk je op F2 om deze toe te wijzen. Klik op 'Toewijzen' en vervolgens op 'Sluiten'.
14. **Klik op het pictogram van het toetsenbord.** Wijs vervolgens de macro toe aan F2 (of aan welke knop je deze ook wilt toewijzen) met behulp van het klikbare vakje 'Druk op de nieuwe sneltoets'. Klik op 'Toewijzen' of druk op Enter en klik vervolgens op 'Sluiten'.
15. **Zoek het icoontje van een taperecorder naast je muisaanwijzer.** Druk twee keer op Enter op je toetsenbord om twee regels over te slaan. Ga terug naar het tabblad Indeling (het tabblad Pagina-indeling in Word 2007) en zet beide inspring-afstanden terug naar 0. Open het tabblad Start. Klik op de rechter benedenhoek van de groep 'Lettertype' om het dialoogvenster ervan te openen. Vink vervolgens in het deel 'Effecten' het vakje 'Hoofdletters' aan en klik op OK.
16. **Rond de macro af.** Klik nogmaals op het tabblad Beeld. Klik op Macro's > Opname stoppen. F2 (je gekozen sneltoets) zal nu twee regels overslaan op de pagina en tekst in hoofdletters plaatsen, zodat je klaar bent om een scènetitel in te voeren.
In Word 2007 keer je terug naar het tabblad Ontwikkelaars. Klik op Opname stoppen. F2 (je sneltoets) slaat nu twee regels over en zet de tekst in hoofdletters.
17. **Bedenk waarom je een macro wilt maken voor de beschrijving.** De beschrijving in een scenario biedt meer info dan alleen maar een scènetitel. Het kan details bieden over het type verlichting, de weersomstandigheden of andere beschrijvingen van de fysieke locatie van de scène en zijn karakters. Beschrijving bevindt zich twee regels onder de scènetitel in een standaard zinsformaat, met de eerste letter met een hoofdletter en een punt aan het einde. Bijvoorbeeld: onder een scènetitel als 'INT. KANTOOR - DAG' lezen we misschien beschrijvende info zoals 'Het venster is open en de lichten flikkeren aan en uit.'
18. **Open het tabblad Indeling (tabblad Pagina-indeling in Word 2007) en stel je marges in.** Klik in de rechterbenedenhoek van de groep Alinea op het kleine icoontje dat het dialoogvenster opent. Houd een marge aan van 2,5 cm voor tekst en 3,8 cm na tekst, onder het deel Inspringen.
In Word 2007 geef je het tabblad Ontwikkelaar weer. Klik op de knop Office linksboven, ga dan naar Word-opties (onderaan) en vink onder Populair het tabblad 'Tabblad Ontwikkelaars op het lint weergeven' aan.
19. **Klik op Beeld > Macro's > Macro opnemen.** Typ een naam voor de macro. Aangezien deze macro bestemd is voor de beschrijving, is het een logische keuze om de naam 'Beschrijving' aan deze macro toe te kennen. Zorg ervoor dat je 'Alle documenten' hebt geselecteerd onderaan het uitklapmenu 'Macro opslaan in.'
20. **Klik op het pictogram van het toetsenbord en wijs de macro toe aan F3 (of aan welke knop je deze ook wilt toewijzen) met behulp van het klikbare vakje 'Druk op nieuwe sneltoets'.** Klik op 'Toewijzen' of druk op Enter en klik dan op 'Sluiten'.
In Word 2007 klik je op 'Macro opnemen' aan de linkerkant van het lint. Sla de macro op dezelfde plaats op als de andere macro die je hebt gemaakt en geef hem de naam 'Beschrijving'. Klik op het icoontje van het toetsenbord en wijs de macro toe aan F3.
21. **Zoek naar een bandrecordericoontje naast je muisaanwijzer.** Druk tweemaal op Enter op je toetsenbord om een paar regels over te slaan, ga dan naar het tabblad Indeling (Pagina-indeling in Word 2007) en zet beide inspring-afstanden op 0. Klik vervolgens op het tabblad Start. Selecteer in de rechterbenedenhoek van het lettertypegedeelte het kleine pictogram om het dialoogvenster ervan te openen. Kijk onder het deel Effecten en deselecteer vervolgens 'Hoofdletters'. Klik op OK.
In woord 2007 keer je, na het uitschakelen van de hoofdletters, terug naar het tabblad Ontwikkelaar en drukt je op Opname stoppen voordat je verder gaat met de rest van de bovenstaande aanwijzingen.
22. **Klik opnieuw op het tabblad Beeld.** Klik op Macro's > Opname stoppen. F3 zal nu twee regels onderaan de pagina overslaan en tekst wordt in kleine letters weergegeven. Als je de macro niet aan de F3-toets toewijst, zal F3 niet nuttig zijn als sneltoets voor het instellen van beschrijvende passages in je scenario.
In Word 2007 keer je terug naar het tabblad Ontwikkelaars en druk je op 'Opname stoppen' in plaats van te klikken op Macro's > Opname stoppen.
23. **Maak een macro voor karakternamen.** Tekens en hun dialoog of acties volgen meestal de inleiding en beschrijvende info die een scène neerzet. Ze moeten worden gecentreerd en in hoofdletters op de pagina staan met de dialoog die volgt op de regels eronder.
Om een macro te maken die je voorbereidt op het invoeren van karakternamen na het schrijven van de scènebeschrijving, herhaal je dezelfde stappen als bij het maken van een macro voor de beschrijving in MS Word 2013/2016, met enkele wijzigingen:
a) Nadat je tijdens de macro-opname Inspringen weer op 0 hebt gezet, druk je 22 keer op de spatiebalk en selecteer je vervolgens 'Hoofdletters'
b) Noem de macro 'Karakter' en wijs hem toe aan F4. Zorg ervoor dat je als eerste tijdens de opname twee regels overslaat.
Na het indrukken van 'Opname stoppen' zal F4 twee regels naar beneden overslaan (waardoor de cursor op de juiste positie van de karakternaam komt te staan) en tekst in hoofdletters plaatsen.
Om een dialoogmacro voor Word 2007 te maken, volg je de aanwijzingen voor de Beschrijving-macro in Word 2007, maar voer je de parameters in die in de bovenstaande substappen zijn beschreven.
24. **Open het tabblad Indeling (Pagina-indeling in Word 2007) om je marges in te stellen.** In de rechterbenedenhoek van de paragraafsectie staat een klein pictogram. Klik erop en er wordt een dialoogvenster geopend. Geef tekst een marge van 2,5 cm ervoor en 3,8 erna, onder het deel 'Inspringen'.
In Word 2007 open je het tabblad Ontwikkelaars. Linksboven in het venster van Word bevindt zich (afhankelijk van de versie) een veelkleurige knop die bekend staat als de Office-knop. Klik erop en ga naar Word-opties (onderaan). Onder Populair, vink je 'Tabblad Ontwikkelaars op het lint weergeven' aan.
25. **Klik op Beeld > Macro's > Macro opnemen.** Typ een naam voor de macro. Aangezien deze macro voor de dialoog is, is het een logische keuze om de macro 'Dialoog' te noemen. Zorg ervoor dat je 'Alle documenten' hebt geselecteerd onderaan het uitklapmenu met de tekst 'Macro opslaan in'.
Klik op het pictogram van het toetsenbord en wijs de macro toe aan F5. Klik op 'Toewijzen' of druk op Enter en klik dan op 'Sluiten'.
In Word 2007 klik je op 'Macro opnemen'. De knop om de macro op te nemen bevindt zich aan de linkerkant van het lint. Sla de Macro op dezelfde plaats op als de andere macro die je hebt gemaakt en noem hem 'Beschrijving'. Klik op het icoontje van het toetsenbord en wijs de macro een knop naar keuze toe. Je kunt bijvoorbeeld F5 gebruiken. Klik in het vakje 'Druk op nieuwe sneltoets' en druk vervolgens op F5 om deze macro aan F5 toe te wijzen.
26. **Zoek een taperecorder-icoontje naast je muis.** Druk eenmaal op Enter op je toetsenbord om een regel over te slaan, ga dan naar het tabblad 'Pagina-indeling' en zet beide inspringwaarden op 0. Klik vervolgens op het tabblad 'Start'. Klik in de rechterbenedenhoek van de Lettertype-groep op het kleine icoontje dat het dialoogvenster opent. Kijk onder het deel Effecten en selecteer vervolgens 'Hoofdletters'. Klik op OK.
Klik opnieuw op het tabblad Beeld. Klik op Macro's > Opname stoppen. F5 slaat nu een regel over, gebruikt kleine letters en bereidt je voor op het typen van een dialoog.
In Word 2007 klik je op 'Opname stoppen' in het tabblad 'Ontwikkelaars'. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-scenario-schrijven-in-Word", "language": "nl"} |
De grootte van een vector bepalen | De grootte van een vector "v" is gelijk aan de lengte, weergegeven door een |v| (de absolute waarde van v). Een eenvoudige formule zal je leren hoe je de grootte van een willekeurige vector kunt berekenen. Andere bewerkingen die je kunt leren zijn het optellen en aftrekken van vectoren, het bepalen van de hoek tussen twee vectoren en het vinden van het kruis- of vectorproduct.
1. **Schrijf de vector als numerieke waarde.** Elke vector kan als numerieke waarde worden genoteerd in het Cartesiaanse coördinatensysteem, door een geordend paar v = <x, y>, zoals v = <3, -5>. Dit kun je gebruiken om de grootte/ magnitude van de vector te vinden.
2. **Gebruik de formule voor het bepalen van de vectorgrootte.** De formule is |v| = sqrt(x^2 + y^2). Voer de waarden van de vector in deze formule in.
Voorbeeld: |v| = sqrt[3^2 + (-5)^2] = sqrt (9 + 25) = sqrt(34) = 5.831.
Maak je niet druk als je antwoord niet een geheel getal is. De vectorgrootte kan ook een decimaal getal zijn. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/De-grootte-van-een-vector-bepalen", "language": "nl"} |
Moeilijke tijden doorstaan | Veranderingen in het leven kunnen je uit balans brengen en je een onzeker gevoel geven over wat je volgende stap kan zijn. Of het nu gaat om het omgaan met financiële problemen, omgaan met de dood, of proberen om te herstellen na een scheiding; het is niet altijd gemakkelijk om uit te vinden wat je volgende stap zal zijn. Maar er zijn echter dingen die je kunt doen om je stress te verminderen, zelfs als het leven een onverwachte wending neemt.
1. **Aanvaard je emoties.** Misschien wil je wel de pijnlijke gevoelens die de situatie met zich meebrengt negeren, of doen alsof je gevoelens niet bestaan. Begrijp dat je door het wegduwen van emoties, je meer negatieve emoties creëert. Het is beter om je gevoelens te accepteren en ze door te maken. Probeer gevoelens niet weg te rationaliseren. De enige manier om je gevoelens te verwerken is door ze te ondergaan.
Als je bijvoorbeeld je baan verliest, dan is het oké om toe te geven dat je boos bent, overstuur, angstig en wraakzuchtig.
Reserveer elke dag 15 minuten om je emoties te ondergaan. Laat je gedachten zich er niet mee bemoeien, maar ga gewoon zitten en voel wat je voelt.
Je kunt je gedachten en gevoelens bijhouden in een dagboek.
Wees niet bang om te huilen. Huilen zorgt ervoor dat je lichaam wordt ontdaan van gifstoffen, en het helpt om te ontspannen, een beter humeur te krijgen, en om te gaan met pijnlijke omstandigheden.
2. **Pas je manier van denken aan.** Probeer de situatie te beschouwen als een gelegenheid om te groeien en jezelf te verbeteren. Je kunt jezelf er bijvoorbeeld aan herinneren hoe sterk en veerkrachtig je bent tijdens moeilijke tijden. Wanneer je de dingen vanuit dit perspectief beschouwt, dan kun je er een stuk sterker van worden.
Als het je niet lukt om toegelaten te worden tot de universiteit waar je wilt gaan studeren, dan is je wereld niet ingestort en heb je nog steeds alle kans op een carrière. Onthoud dat je opties hebt en dat er positieve dingen voort kunnen komen uit de situatie.
Probeer je zorgen in perspectief te plaatsen. Vraag jezelf af: “Zijn deze zorgen nu echt zo vreselijk in het grote geheel?” Als je je zorgen maakt over iets dat in de toekomst zou kunnen gebeuren, vraag jezelf dan af: “Hoe waarschijnlijk is het dat dit echt zal gebeuren?”
Merk je dat je je vaker zorgen gaat maken, kies dan een “zorgentijd” uit. Kies aan het begin van elke dag 15 minuten op een bepaald tijdstip, dat je je zorgen mag maken over je problemen. Als de gedachten aan die zorgen zich proberen op te dringen buiten de aangegeven “zorgentijd,” herinner jezelf er dan aan dat het daar nog niet de tijd voor is.
3. **Zie de werkelijkheid onder ogen.** Vaak geeft het leven je maar een bepaalde optie, terwijl je graag een totaal andere optie zou willen hebben. Hoe groter de afstand tussen dat wat je hebt en dat wat je wilt, hoe groter de pijn die je wellicht ervaart. Begrijp dat de werkelijkheid die je wilde niet is uitgekomen, en dat je nu moet leven in een andere werkelijkheid.
In plaats van het verafschuwen van je situatie, zal je moeten accepteren dat je je moet aanpassen aan de situatie. Als je bijvoorbeeld de financiële middelen ontbeert, blijf dan niet doorgaan met het uitgeven van geld zoals je dat gewend was. Begrijp dat je bestedingspatroon zal moeten veranderen.
4. **Leer accepteren.** Over veel dingen in het leven heb je geen controle, van het verkeer op de snelweg tot je prikkelbare baas. In plaats van je over dit soort dingen op te winden en geïrriteerd te raken kun je beter even diep ademhalen en proberen te accepteren dat je over bepaalde dingen geen controle kunt uitoefenen. Hoewel je de situatie niet kunt controleren, kun je wel je reactie controleren.
Je kunt acceptatie oefenen door te mediteren. Schrijf een lijst op met alle dingen waar je geen controle over hebt. Sluit vervolgens je ogen en vertraag je ademhaling, tot je in een meditatieve toestand bent geraakt. Stel je voor dat je de lijst overdraagt aan een hogere macht en dat je vervolgens die dingen laat gaan.
5. **Toon dankbaarheid.** Zelfs onder de slechtst denkbare omstandigheden kan het hebben van een dankbare houding het hoognodige perspectief bieden waarmee je je ervaringswereld zich uitbreidt tot voorbij je huidige pijn. Ook al heb je het gevoel dat je veel kwijt bent geraakt, neem dan toch even de tijd om stil te staan bij wat je wel hebt, vooral de immateriële zaken, zoals vriendschap, fysieke vermogens of plezierig weer.
Maak elke dag tijd vrij om na te denken over dat waar je dankbaar voor bent: voor je hond, je kinderen, een mooie zonsondergang, een plezierige wandeling, of een broodnodig telefoongesprek met je zus. Neem even de tijd om je dankbaarheid voor deze dingen uit te drukken.
Denk aan de moeilijkste momenten in je leven en denk er vervolgens aan dat je hier bent, en je met succes door die situaties en moeilijke tijden heen hebt geworsteld. Je bent in staat geweest om dat in het verleden uit te kunnen houden, en dat kun je nu ook.
6. **Wees veerkrachtig.** Veerkracht is je overgeven aan het proces van het aanpassen aan veranderingen, hetzij tijdelijke, levenslange, of crisissituaties. Kijk naar het grote plaatje en beschouw moeilijkheden niet als oneindig. Ze zullen ophouden te bestaan en je zal je er doorheen slaan.
Veerkracht ontwikkelt zich niet wanneer stress uit het leven wordt gehaald, maar juist als je bloot wordt gesteld aan stress en voldoende tijd en tools hebt om te herstellen.
Je kunt bijvoorbeeld je been breken en een hele tijd niet in staat zijn om te lopen. Veerkracht betekent dat je manieren vindt om je aan de nieuwe situatie aan te passen – zoals uitblinken in fysiotherapie om sterker te worden, en goed worden met een rolstoel of krukken – wetend dat jij als persoon zult zegevieren, zelfs als je mogelijkheden veranderen.
Denk na over moeilijkheden uit het verleden en wat je ermee hebt gewonnen. Sommige mensen geven aan dat ze meer vertrouwen hebben in hun vaardigheden of meer waardering hebben voor het leven. Weet dat er waarschijnlijk wel een aantal lessen te leren zijn door deze ervaring.
7. **Oefen je spiritualiteit.** Veel mensen vinden spiritualiteit nuttig bij het omgaan met moeilijke gebeurtenissen. Sommige positieve spirituele copingmethoden zijn het oproepen van de hulp van een hogere macht, spirituele vergeving, de situatie in een nieuw kader plaatsen vanuit een betekenisvol welwillend raamwerk, en mediteren over positieve dingen.
8. **Het oplossen van problemen.** Hoewel veel problemen tijd en genezing vergen, kunnen sommige problemen worden opgelost met slechts weinig inspanning en weldoordachte consideratie. Denk na over de problemen waar je mee te maken hebt en die wellicht een oplossing hebben. Hierbij horen o.a. werk, financiën, gezin, vriendschappen, romantische relaties en studiestress. Schrijf zoveel oplossingen op als je kunt bedenken voor elk punt van de lijst. Het maakt niet uit of een bepaalde oplossing wel realistisch is of niet, schrijf ze gewoon allemaal op. Het is verbazingwekkend welke oplossingen daadwerkelijk nuttig zijn, dus schuif geen ervan aan de kant, tijdens die eerste brainstormsessie.
Als je bijvoorbeeld elke keer vlak voor het naar bed gaan ruzie aan het maken bent met je partner over de financiën, en daardoor boos naar bed gaat, begin er dan mee om deze discussies naar de ochtend te verplaatsen, zodat jullie voldoende tijd hebben om alle problemen door te spreken.
Weet je eenmaal wat de oplossingen zijn, zorg er dan voor dat je een specifiek uitvoerbaar plan maakt om verder te kunnen gaan. Dit zal waarschijnlijk vereisen dat je specifieke doelen stelt en vaststelt wat de actiestappen zijn die je moet nemen om deze doelen te bereiken.
Kijk op wikiHow voor meer informatie over het stellen en bereiken van doelen.
9. **Vraag om ondersteuning.** Wees niet bang om anderen te vragen om hulp of advies. Wordt het je allemaal te veel of weet je niet wat je aan een bepaald probleem moet doen, dan zijn er veel mensen die bereid zijn om je te helpen. Of je het nu hebt over problemen met familie, vrienden of een therapeut, het kan bevrijdend werken om in een gesprek met iemand anders tot uitdrukking te brengen wat er aan de hand is. Probeer niet om het allemaal alleen te doen. Proberen het leven te leven zonder ondersteuning maakt de worsteling alleen maar zwaarder en zorgt ervoor dat het leven vreselijker aanvoelt.
Laat trots je niet in de weg zitten om te vragen om hulp. Niemand weet alles en je kunt later altijd nog een wederdienst bewijzen.
Praten over je problemen met iemand anders kan je een uniek perspectief geven waar je zelf wellicht nog niet aan had gedacht.
Wanneer je met iemand gaat praten, laat die persoon dan weten wat je wilt. Wil je feedback, vraag dan om ideeën en gevoelens over de situatie. Wil je gewoon alleen maar je verhaal kwijt, maak dat dan duidelijk. Soms wil iemand met de beste bedoelingen je feedback geven om je een oplossing te bieden voor het probleem, terwijl je alleen maar even wilt ventileren.
10. **Maak van de zorg voor jezelf een prioriteit.** Ondanks alle tegenslagen zal het grootste deel van je leven door moeten gaan, waaronder het zorgen voor je kinderen of 40 uur steken in je baan. Terwijl je bezig bent met je door deze moeilijke tijd te worstelen, moet je ervoor zorgen dat je de tijd neemt om voor je lichaam en gevoelsleven te zorgen. Het kan zomaar gebeuren dat je je uiterste best doet om tegemoet te komen aan de noden van andere mensen, maar neem ook de tijd om aan je eigen behoeften toe te komen. Zorg dat je gezond eet, voldoende slaap krijgt, regelmatig traint en bewust plezier creëert in je leven. Zoek dingen waar je plezier aan beleeft en ga ermee aan de slag.
Trakteer je lichaam op een massage.
Maak tijd voor het bijhouden van een dagboek en druk je gedachten en emoties uit.
Neem 20 minuten per dag om te mediteren of doe een power-nap.
Maak een wandeling of een trektocht, als je geen tijd hebt of je de energie ontbeert om naar de sportschool te gaan.
Lachen vermindert stress. Kijk naar grappige video’s of rare filmpjes over dieren om lekker te blijven lachen.
Positief blijven helpt altijd. Zoek altijd naar de zonnige kant in alles.
11. **Neem een pauze.** Is het leven je allemaal wel eens te veel, neem dan even een pauze. Een pauze kan veel vormen aannemen: vakantie, een weekend weg, of zelfs een lange wandeling. Een pauze nemen kan zelfs betekenen dat je wat afleiding zoekt, zoals door te gaan lezen, een film kijken of naar de sportschool gaan.
Zoek uit welke afleidingen helpen bij het omgaan met de problemen (en dus niet wegrennen van je problemen). Zoek activiteiten waar je van geniet en doe die! Dit kan ook betekenen dat je een trektocht maakt, gaat paardrijden of een dagboek bijhouden.
12. **Volg therapie.** Soms kan het bijzonder nuttig zijn om met een professionele therapeut te praten wanneer je het moeilijk hebt. Een therapeut is iemand die er voor je is om je te ondersteunen en vragen te stellen die bedoeld zijn om je te helpen bij het verkrijgen van een ander gezichtspunt. Een therapeut kan je helpen bij het achterhalen van de oorzaak van je problemen en helpen bij het verwerken van je emotionele worstelingen, en je helpen bij het creëren van veranderingen in je leven.
Therapie helpt je bij zelfonderzoek en het onderzoeken van je situatie op een manier die groei bevordert.
Een therapeut kan in diverse situaties je van dienst zijn. Als je te maken krijgt met stress op het werk, relatieproblemen, of moeite hebt ergens mee om te gaan, dan kan een therapeut je helpen.
13. **Help anderen.** Wanneer je te maken hebt met een crisis, dan wordt veel van je aandacht op jezelf gericht en de toestand waarin jij je bevindt, wat je uiteindelijk uit kan putten. Maak wat tijd vrij om vrijwilligerswerk te doen en anderen te helpen, om zodoende je aandacht op andere mensen te richten. Je kunt je eigen geluk vergroten door anderen te helpen.
Bied aan om vrienden te helpen bij klusjes.
Ga als vrijwilliger werken in een dierenasiel, en helpt in de steek gelaten dieren.
Werk eens per week als vrijwilliger met kinderen of ouderen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Moeilijke-tijden-doorstaan", "language": "nl"} |
Een app op je startscherm plaatsen op een iPhone | Safari is een browserapp die standaard geïnstalleerd is op iPhones en iPads. Het kan echter zijn dat je per ongeluk het icoon van de Safari-app verborgen hebt of verwijderd van je startscherm. Als het Safari-icoon niet meer op je beginscherm staat, maak je dan geen zorgen. In dit artikel laten we je de beste manieren zien om de Safari-app te vinden op je apparaat en hem weer op het beginscherm te plaatsen.
1. **Veeg naar links totdat je bij je appbibliotheek komt.** Als je iOS 14 of nieuwer gebruikt, dan kan het zijn dat de Safari-app verborgen is in je appbibliotheek. Ontgrendel om de app weer te geven je telefoon en veeg naar links op je beginscherm totdat je bij de appbibliotheek komt.
2. **Zoek naar Safari met de zoekfunctie.** Bovenaan het scherm van de appbibliotheek zul je een zoekbalk zien met de tekst . Tik Safari in het vak om te zoeken naar de Safari-app.
Wanneer je met typen begint zouden er direct zoekresultaten op het scherm moeten verschijnen.
Je kunt tevens door de verschillende categorieën in de bibliotheek bladeren totdat je Safari vindt. Safari kan zich bijvoorbeeld bevinden in de categorie .
3. **Houd je vinger op het icoon van Safari.** Wanneer je Safari tussen de zoekresultaten ziet staan druk je met je vingertop op het icoon en houd je je vinger erop. Er zal een contextmenu verschijnen met verschillende opties.
4. **Kies voor Zet op beginscherm.** Als de Safari-app nog niet ergens op je beginscherm staat, dan zul je in het contextmenu de optie . Wanneer je voor deze optie kiest zal de appbibliotheek direct gesloten worden en zul je de nieuwe locatie van de app te zien krijgen op je beginscherm.
5. **Veeg naar beneden of naar rechts om de zoekfunctie te openen.** Als de Safari-app verwijderd is van het beginscherm, dan kun je hem wellicht terugvinden en weer op je beginscherm zetten met behulp van de zoekfunctie op je telefoon of tablet. Veeg om te openen naar beneden vanaf het midden van je scherm of blijf naar rechts vegen om de te openen.
Met beide opties krijg je een scherm te zien met bovenaan een zoekvak met de tekst .
6. **Tik Safari in het zoekvak.** Tik op het zoekvak met de tekst bovenaan het scherm. Tik Safari wanneer je toetsenbord verschijnt. Wanneer je met typen begint zouden er direct zoekresultaten op het scherm moeten verschijnen.
7. **Houd je vinger op het Safari-icoon.** Wanneer je tussen de zoekresultaten ziet staan druk je met je vingertop op het icoon en houd je je vinger erop zodat er een contextmenu wordt geopend.
8. **Kies voor Zet op beginscherm.** Als de Safari-app nog niet ergens op je beginscherm staat, dan zul je in het contextmenu de optie . Wanneer je voor deze optie kiest zul je de nieuwe locatie van de app te zien krijgen op je beginscherm.
9. **Open de Instellingen.** Met de opties voor ouderlijk toezicht van Apple kun je als gebruiker ingebouwde apps en functies verbergen. Als je ouderlijk toezicht ingeschakeld hebt en je Safari niet kunt vinden, controleer dan of de app op de lijst met beperkte apps staat. Open om te beginnen de .
10. **Tik op Schermtijd.** Zoek in het hoofdmenu van de naar de optie en tik erop om een nieuw menuscherm te openen.
11. **Kies voor Beperkingen.** Kies in het menu van voor . Er wordt nu een nieuw scherm geopend.
Je zult nu gevraagd worden om je toegangscode voor Schermtijd als je al beperkingen ingesteld hebt.
Als je alle beperkingen voor materiaal snel wilt uitschakelen, dan kun je het schuifje bij bovenaan het scherm verplaatsen naar de Uitpositie.
12. **Selecteer Toegestane apps.** Zoek bovenaan het menu naar de optie en tik erop. Je krijgt nu een lijst te zijn met ingebouwde apps met daarnaast schuifjes die je kunt verplaatsen om de apps toe te staan of uit te schakelen.
13. **Zet het schuifje bij Safari in de Aanpositie om de app weer te geven op je beginscherm.** Zoek naar Safari in de lijst met apps onder . Als het schuifje naast Safari wit is, dan is de app uitgeschakeld. Zet het schuifje in de om Safari in te schakelen en weer te geven op je beginscherm.
14. **Houd je vinger op een lege plek op het beginscherm.** Als je beginscherm uit meerdere pagina’s bestaat, dan kan het zijn dat de pagina met Safari erop verborgen is. Om verborgen pagina’s op je beginscherm te vinden houd je eerst je vinger op een lege plek op het beginscherm totdat de appiconen beginnen te wiebelen.
Je kunt je vinger tevens op de rij met stippen onderaan het scherm houden totdat de iconen beginnen te bewegen.
15. **Tik op de rij met stippen onderaan het scherm.** Er wordt nu een nieuw scherm geopend met daarop miniatuurafbeeldingen van alle pagina’s op je beginscherm.
16. **Tik op de cirkel onder een van de verborgen schermen.** Onder alle zichtbare pagina’s zou je een cirkel met een vinkje erin moeten zien. Als je pagina’s ziet met daaronder een lege cirkel, dan betekent dat dat de pagina en de apps op de pagina verborgen zijn. Tik om een pagina zichtbaar te maken op de cirkel eronder. Er zou nu een vinkje in de cirkel moeten verschijnen.
17. **Tik op Gereed in de rechterbovenhoek.** Wanneer je alle verborgen pagina’s zichtbaar hebt gemaakt tik je op om terug te keren naar het beginscherm.
18. **Zoek naar het Safari-icoon op de zichtbare pagina’s op je beginscherm.** Veeg door de pagina’s op je beginscherm. Als de Safari-app zich op een van de verborgen pagina’s bevond, dan zou je hem nu moeten kunnen zien.
19. **Open de Instellingen.** Als je alles geprobeerd hebt om de Safari-app terug te krijgen en het je niet gelukt is om hem weer op je beginscherm te zetten, dan werkt het wellicht om de lay-out van je beginscherm te resetten. Je kunt dit doen in de .
20. **Tik op Algemeen.** Tik in het hoofdmenu van de op . Er wordt nu een nieuw menuscherm geopend.
21. **Selecteer Zet over of stel iPhone opnieuw in.** Scrol naar beneden in het menu en tik dan op .
22. **Tik op Stel opnieuw in.** Kies onderaan het scherm voor . Er zal een menu verschijnen met meerdere opties voor het resetten van je iPhone of iPad.
23. **Kies voor Herstel beginschermindeling.** Deze optie kun je bijna onderaan het menu vinden.
24. **Tik op Herstel beginscherm om je keuze te bevestigen.** Nadat je op hebt getikt zal er een nieuw venster geopend worden waarin je je keuze moet bevestigen. Tik op om door te gaan met resetten. Als je ervoor kiest om je beginscherm niet te resetten, tik dan op .
25. **Open de Safari-app.** Als je een favoriete website hebt die je direct wilt kunnen openen vanaf je beginscherm, dan kun je een snelkoppeling naar die website op je beginscherm plaatsen. Begin door Safari te openen op je iPhone of iPad.
26. **Open de website waarvan je een bladwijzer wilt maken.** Tik op de adresbalk bovenaan het scherm, tik de URL van de website in en tik op Ga in de rechteronderhoek van het toetsenbord.
27. **Tik op de Deelknop.** Zoek midden onderaan het browservenster naar de . Tik erop om een menu te openen met verschillende deelopties.
28. **Kies voor Zet op beginscherm.** Scrol bij het -menu naar beneden totdat je de optie ziet. Tik in de rechterbovenhoek weer op om je keuze te bevestigen.
In het venster kun je als je dat wilt tevens de naam van de bladwijzer aanpassen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Safari-toevoegen-aan-je-beginscherm", "language": "nl"} |
Een auto starten | Als je net hebt leren rijden, kan het starten van een auto best een uitdaging zijn. Gelukkig is het hele proces zo ontworpen dat het gemakkelijk gaat, of je nu een automaat of een handgeschakelde auto hebt. Dit artikel loodst je er doorheen - kijk maar bij Stap 1 om te beginnen.
1. **Ga op de bestuurdersstoel zitten en doe je gordel vast.** Rij nooit zonder veiligheidsgordel!
2. **Doe de sleutel in het contact.** Het contact zit meestal vlak onder het stuur. Het ziet eruit als een rond stukje metaal, vaak met wat tekst erop, met een sleutelgat in het midden. Steek de sleutel nu helemaal in het contact.
Bij de meeste auto's moet je de sleutel gebruiken die je bij de auto gekregen hebt. Je kunt ook een kopie hiervan gebruiken, mits die goed gemaakt is.
Sommige nieuwere modellen auto's hebben geen traditionele sleutel. Er zit dan een knop op om de wagen te starten; vaak staat daar iets bij als "engine start", en het zit meestal op een opvallende plaats.
3. **Als je een automaat start, zet je de keuzehendel in "P" of in "N".** "Automaat" verwijst naar de versnellingsbak van de auto. Het betekent dat je niet zelf hoeft te schakelen, dat doet de auto automatisch.
Als de auto een automaat is, zijn er maar twee pedalen. In sommige auto's zie je een platte rubberen mat helemaal links van de pedalen; daar kun je je voet laten rusten.
Automaten hebben een beveiliging ingebouwd waardoor de auto niet kan starten als hij niet in "P" of "N" staat.
4. **Als je een handgeschakelde auto start, zet je de versnellingspook eerst in de neutrale stand of "vrij".** Bij een handgeschakelde auto heb je drie pedalen; het meest linkse pedaal is het koppelingspedaal.
Het is belangrijk dat de versnellingspook in de neutrale stand staat - dat betekent dat geen van de versnellingen wordt gebruikt - voordat je gaat starten. Als de auto in een versnelling staat, of kracht van de motor via de versnellingsbak overdraagt op de wielen, zal de auto vooruit willen en dan afslaan. Je kunt de versnellingsbak ook beschadigen als je in een versnelling start zonder het koppelingspedaal in te trappen.
Je kunt controleren of de auto in de vrij staat door lichtjes aan de pook te wiebelen; als deze makkelijk beweegt staat de koppeling niet in een versnelling. Als de pook vastzit staat hij in een versnelling. Terwijl je het koppelingspedaal intrapt kun je de pook uit de versnelling halen voordat je de auto start.
5. **Draai de sleutel om zodat de auto start.** Je moet de sleutel twee stappen met de klok mee omdraaien tot je voelt dat je weerstand krijgt. Gebruik dezelfde hand die je hebt gebruikt om de sleutel in het contact te steken en zorg dat je hem er niet uittrekt terwijl je draait.
Laat de sleutel weer los net nadat je het ontstekingspunt hebt geraakt. Als je de sleutel te ver omgedraaid houdt terwijl de motor al is gestart zul je een heel lelijk schrapend geluid horen dat uit de startmotor komt, doordat de versnellingen langs elkaar schrapen. Dit is natuurlijk niet goed voor een auto.
De eerste stap van het contactslot is bedoeld om de radio en andere elektrische apparaten alvast van stroom te voorzien. De tweede stap is de "Aan"-stand, waar de sleutel weer naar teruggaat als de motor eenmaal is gestart.
6. **Als de motor niet start, probeer dan deze trucs in onderstaande volgorde.** Soms zal een auto die prima werkt toch niet willen starten. Geen zorgen; het is niet het einde van de wereld.
Als de sleutel niet voorbij de eerste of tweede stap wil gaan en het stuur zit vast, is het stuurslot in werking. Een stuurslot is een beveiliging om ervoor te zorgen dat een auto niet zomaar vanzelf kan starten. Bij deze auto's moet je het stuur even heen en weer bewegen of schudden totdat je de sleutel kunt omdraaien.
Als de auto niet wil starten probeer dan eens om stevig op je rem- of koppelingspedaal te trappen, terwijl je de sleutel omdraait. Sommige nieuwere auto's hebben iets ingebouwd waardoor ze niet onverwacht weg kunnen rijden als de motor aan staat.
Probeer de sleutel eens de andere kant op te draaien. Sommige oudere auto's werken wellicht niet hetzelfde als de nieuwere.
7. **Wees voorzichtig als je de auto in zijn versnelling zet.** Sommige handgeschakelde auto's hebben een beveiliging in de koppeling die de startmotor onderbreekt als de koppeling niet helemaal is ingetrapt; dat betekent dat je de koppeling ingetrapt moet houden om de auto te kunnen starten.
Als de motor loopt, laat het koppelingspedaal dan zomaar los als de motor in een versnelling staat, want dan zal de auto vooruitschieten en afslaan. Dit kun je voorkomen door de auto in de neutrale stand te zetten voor je hem start (zie hierboven).
8. **Kijk goed in je spiegels zodat je geen mensen, auto's of andere objecten raakt, en rij voorzichtig.** Zorg dat je de verkeersregels gehoorzaamt en rij defensief.
9. **Weet dat auto's om verschillende redenen kunnen weigeren te starten.** Kijk in de handleiding van je auto en ga naar een garage als dat mogelijk is. Als je echt ergens heen moet of als je niet eens meer naar de garage kunt rijden, moet je het proberen zelf op te lossen.
10. **Leer hoe je de auto bij extreme kou moet starten.** Als de auto niet wil starten en het is erg koud buiten, moet je misschien wat brandstof oppompen. Of je dat doet of niet is afhankelijk van of je auto een motor heeft met "benzine-inspuiting" of met een carburateur.
Als de auto van voor 1990 is heeft deze waarschijnlijk een carburateur. Een carburateur is een mechanisch onderdeel dat zuurstof en brandstof vermengt en het dan doorgeeft aan de motor. Bij deze auto's kun je het gaspedaal een paar keer intrappen om de brandstof op te pompen voordat je start. Daardoor komt er al een klein beetje brandstof in de motor. Elke keer dat je het gaspedaal intrapt zal er wat meer brandstof in de motor worden gespoten.
Wees voorzichtig als je brandstof in een koude motor pompt. Door te veel brandstof op te pompen kun je de motor "verzuipen", waardoor er te veel vloeistof en te weinig lucht in zit om goed te kunnen ontbranden, want vloeibare brandstof brandt niet gemakkelijk (zie de tip over een "verzopen" motor).
Als de motor is verzopen, druk het gaspedaal dan volledig tot de bodem in en blijf de auto starten. Door het pedaal helemaal in te trappen kan er extra lucht in de motor komen, om het teveel aan brandstof op te drogen. Misschien moet je de sleutel veel langer vasthouden dan normaal voordat de auto start. Als hij start laat dan het gaspedaal los.
11. **Als de auto niet wil starten, moet de accu misschien vervangen of opgeladen worden.** Meestal is de accu leeg als een auto niet wil starten. Om je auto weer rijdend te krijgen moet je de accu opladen met startkabels. Je kunt de accu ook vervangen door een nieuwe.
12. **Als de auto klikkende geluiden maakt maar niet wil starten, moet de dynamo misschien vervangen worden.** Bij een garage kunnen ze een eenvoudige test uitvoeren om te zien of je dynamo vervangen moet worden.
13. **Als de accu en dynamo goed zijn, maar de auto wil nog steeds niet starten, kan de startmotor het begeven hebben.** Dit kun je bij een garage laten vervangen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-auto-starten", "language": "nl"} |
Een aloë vera‐plant snoeien | Gezonde aloë vera-planten groeien uitbundig en vormen nieuwe bladeren, bloesems en zelfs nieuwe planten. Daarom hebben deze planten regelmatig aandacht nodig. Aloë vera-planten vereisen dat je op een meer delicate wijze snoeit dan bij andere planten, maar de volgende snoeimethoden zullen helpen om je plant te onderhouden. Door beschadigde en overtollige delen te verwijderen kan je de gezondheid en groei van de plant stimuleren, zodat deze een trots onderdeel van je kamer wordt.
1. **Kies goed snijgereedschap.** Je zal iets nodig hebben dat door kleine bladstengels en wortels heen kan snijden, zoals een keukenmes. Een schaar kan ook worden gebruikt en als je een grote plant een tijdje niet onder handen hebt genomen, dan kan een snoeischaar nodig zijn.
Steriliseer keukenmessen voordat je ze gebruikt. Dit kan door ontsmettingsalcohol op het lemmet te wrijven en dan te laten drogen.
2. **Snoei beschadigde bladeren.** Neem eerst de beschadigde bladeren onder handen. Beweeg de takken en bladeren voorzichtig als dit nodig is om bladeren te vinden die opgedroogd, bruin of dood zijn. Ongezonde bladeren die sterk verkleurd zijn mogen ook worden verwijderd. Gebruik je mes of schaar om ze aan de stengel los te snijden.
Doe dit voorzichtig zodat je niet per ongeluk gezonde bladeren afbreekt.
Ongedierte of ziekten op de bladeren kunnen de hele plant besmetten, dus deze bladeren moeten worden verwijderd.
Slechte belichting, te weinig water of te veel water kunnen de oorzaak zijn van afstervende bladeren.
3. **Snijd overtollige buitenbladeren weg.** Gebruik je mes of schaar om voldoende gezonde bladeren te verwijderen zodat de plant in de pot past. Breng het snijwerktuig bij de basis van de stengel en snijd er vlotjes door. Deze bladeren zijn de oudste en bevatten de meeste aloë vera gel.
De gel kent vele medicinale gebruiken. Als je deze bladeren wenst te gebruiken, snijd dan de doornige uiteinden van de bladeren en bewaar de bladeren in de koelkast tot je de gel eruit wilt halen.
Vermijd om in de nabijheid van de hoofdstengel bladeren af te snijden. Deze bladeren zijn jong en noodzakelijk om oude bladeren te vervangen.
4. **Verwijder oude stengels en bloesems.** Snijd deze weg aan de stengel op dezelfde manier als bij de bladeren. Eenmaal de bloemen van de plant in bloei staan, zullen er binnenkort zaadjes afvallen. Terwijl ze sterven gebruiken ze voedingsstoffen die de plant zou kunnen gebruiken om nieuwe gezonde bladeren te vormen. Omdat bloemen slechts zelden voorkomen bij aloë vera-planten die binnen worden gekweekt, is het onwaarschijnlijk dat je bloesems onder handen zal moeten nemen.
Dode bloemen trekken insecten aan en kunnen in de pot vallen, waardoor ze water absorberen en voor een puinhoop zorgen.
5. **Verwijder scheuten.** Deze nieuwe aangroei zuigt de energie van de plant op en zorgt voor te weinig ruimte in de pot. Meestal kan je de scheuten uit de grond trekken zonder de plant te beschadigen. Gebruik je snoeigereedschap om de scheuten van de plant te verwijderen.
Sommige scheuten kunnen begraven en verstrikt geraken onder de grond, dus je zal de plant uit de pot moeten nemen, voorzichtig het vuil van de wortelbal verwijderen en de wortels ontwarren.
Scheuten zijn nieuwe aloë vera-planten, dus je kan elk afzonderlijk in verse aarde planten om een nieuwe plant te kweken. Let ze enkele dagen drogen voordat je ze verplant en zorg ervoor dat je een speciaal grondmengsel gebruikt dat bedoeld is voor cactussen en vetplanten.
6. **Haal de plant uit de pot.** Zorg ervoor dat de grond een beetje vochtig is voordat je de plant verwijdert: dit zal helpen om schade aan de wortels te voorkomen. Houd de stengel van de plant voorzichtig vast terwijl je de pot opzij kantelt. De plant zou moeten loskomen wanneer je eraan trekt. Als dit niet gebeurt, probeer dan om in de pot te knijpen of deze tegen een hard oppervlak te tikken. Neem nu ook de scheuten die je oorspronkelijk niet kon bereiken onder handen.
7. **Snoei de wortels.** Dit kan noodzakelijk zijn als je de plant moet verplanten. Schud eerst het vuil van de plant. Snoei de lange wortel en verwijder enkele zijwortels. De hoeveelheid die je overlaat moet voldoende zijn om ongeveer 2/3 van de nieuwe pot in te nemen. Dit zorgt ervoor dat de aloë vera-plant gemakkelijk te verplaatsen is, maar het zorgt ook voor een sterker wortelsysteem in de nieuwe aarde. Bewater een beetje tot de plant zich heeft aangepast.
Laat de plant enkele dagen na het snoeien van de wortels aan de lucht drogen. Dit zal verwondingen aan de wortels laten genezen doordat er korsten zullen verschijnen. Bovendien zal dit schade op lange termijn helpen te voorkomen.
Zoek naar wortelrot. Snijd alle beschadigde delen af en wees voorzichtig om geen gezonde wortels te beschadigen. Strooi indien mogelijk zwavelpoeder of houtskool op de gesnoeide delen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-alo%C3%AB-vera%E2%80%90plant-snoeien", "language": "nl"} |
'Día de los muertos' vieren (Allerzielen) | 'Día de los Muertos', ook wel bekend als de Dag van de Doden (Allerzielen), is een feestdag die in Latijns-Amerikaanse landen wordt gevierd en vooral in Mexico populair is. Deze speciale feestdag, die elk jaar op 1 en 2 november wordt gevierd, eert de levens van mensen die zijn overleden. Er wordt aangenomen dat de zielen van de doden op dit moment terugkomen om hun dierbaren te bezoeken. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is Día de los Muertos geen droevige of deprimerende tijd, maar een tijd van geluk en viering van het leven!
1. **Draag Dag van de Doden-make-up.** Veel mensen dragen graag make-up die doet denken aan een suikerschedel op de Dag van de Doden. Verf je gezicht wit en voeg dan grote gekleurde cirkels toe rond je ogen. Teken 'hechtingen' op je lippen die uit je mond steken. Verf een neus en voeg versieringen zoals bloemen of spinnenwebben toe aan je gezicht.
2. **Verkleed je voor de feestdag.** Tegenwoordig dragen veel mensen kledingstukken die zijn versierd met suikerschedels of skeletafdrukken, zoals shirts, jurken of leggings op Día de los Muertos. Je kunt ook schelpen dragen en dansen zodat het lawaai de doden 'wakker maakt', of je zelfs verkleden als de overledene.
Sommige vrouwen kleden zich ook als Calavera Catrina in lange, vloeiende en felgekleurde kanten jurken gecombineerd met bloemenkronen en suikerschedelmake-up.
Soms verkleden kinderen zich en vragen mensen op straat om een calaverita (een kleine gift van geld). In tegenstelling tot Halloween gaan ze echter niet langs de deuren.
3. **Bezoek de graven van je dierbaren.** Maak het graf schoon en versier het met ofrendas (offeranden) zoals 'cempasúchitl' (oranje goudsbloemen) of 'Flor de Muerto' ('dodenbloem'), waarvan wordt aangenomen dat ze de zielen van de doden aantrekken. Je kunt zelfs een pad maken van bloembladen vanaf het graf naar je huis om je dierbaren te helpen hun weg te vinden. Leg snuisterijen en de favoriete snoepjes van de overledene neer.
Meestal worden overleden kinderen op 1 november geëerd, terwijl dat bij overleden volwassenen op 2 november wordt gedaan.
Breng voor kinderen (los angelitos of engeltjes) speelgoed en suikerschedels mee; neem voor volwassenen flessen mee van hun favoriete alcoholische drank (tequila, mezcal, pulque).
Je kunt op elk moment van de feestdag de graven van je dierbaren bezoeken, of zelfs de hele nacht op de begraafplaats doorbrengen met eten, drinken, praten, kaarten spelen en naar muziek luisteren.
4. **Leg kussens en dekens bij je thuis neer.** Traditioneel regelen mensen die Día de los Muertos vieren een kussen en deken voor elk van hun overleden dierbaren in hun huis. Dit is zodat de geesten van de doden kunnen rusten na hun reis, aangezien men denkt dat ze gedurende deze tijd hun dierbaren bezoeken.
5. **Speel muziek af.** Luister naar live mariachi-muziek of speel de favoriete liedjes of opnames van je geliefden. Geniet van de muziek en vier het leven van de overledene. Sommige mensen houden zelfs optochten door het kerkhof en spelen muziek af, dansen en vieren terwijl ze stoppen bij de grafstenen van elk van hun dierbaren.
6. **Schrijf 'calaveras literarias'.** Calaveras literarias ('literaire schedels'), ook bekend als 'panteones', zijn korte gedichten die zijn geschreven in de vorm van grafschriften. Deze gedichten zijn satirisch of grappig en steken vaak de draak met de eigenaardigheden of gênante momenten van je dierbaren. Je kunt je gedicht zelfs illustreren met foto's van je geliefde of van Catrín en Catrina.
Traditioneel werden calaveras literarias geschreven in strofen van vier regels waarin de tweede regel rijmt op de laatste regel, of strofen van vijf regels waarin de derde regel rijmt op de laatste regel. Tegenwoordig worden veel van deze gedichten geschreven in blanke verzen en zijn ze niet langer dan één pagina.
Als je geliefde bijvoorbeeld een arme stierenvechter was, zou je een kort gedicht kunnen schrijven waarin hij worstelt of faalt tijdens een stierengevecht. Humor speelt vaak een grote rol in de calaveras literarias.
7. **Maak Dag van de Doden-maskers.** Dit is een geweldige activiteit voor kinderen op Día de los Muertos. Teken een schedel of trek een sjabloon over die je online hebt gevonden. Versier het masker in traditionele stijl of maak je eigen ontwerpen. Knip het masker uit, maak een gat aan beide kanten en bevestig een touwtje aan elk gat. Bind het masker om je hoofd en ga eropuit om het te vieren.
Maskers kunnen zowel half als volledig zijn. Traditionele ontwerpen zijn onder meer schedels en bloemen.
Versier het masker naar wens met kleurpotloden, stiften, reliëfverf, glitterlijm enz.
8. **Maak een altaar voor de overledene.** Je kunt een altaar maken voor slechts één persoon of een altaar voor meer mensen. Vul het altaar met favoriete gerechten en snuisterijen waar de mensen tijdens hun leven van genoten. Versier het met kaarsen, bloemen en een ingelijste foto van de desbetreffende persoon of personen. Breng tijd door bij het altaar en vertel liefdevolle en humoristische verhalen over de overledene.
Veel mensen kiezen ervoor om te bidden en voegen een christelijk kruis en beelden of afbeeldingen van de Heilige Maagd Maria toe aan het altaar.
Catrina-figuren (een gekostumeerd vrouwtje met een skeletgezicht) zijn populaire decoraties voor altaren.
9. **Bereid een speciaal diner voor.** Voeg een bord toe voor elke persoon wiens herinnering je wilt eren en voeg hun favoriet gerecht toe aan het diner. Nodig je familie uit om met je te vieren en verhalen te vertellen over je overleden dierbaren. Populaire aanbiedingen zijn onder meer calaveras, calabaza en tacha, atole en pan de muerto.
10. **Maak calaveras.** Calaveras zijn Mexicaanse suikerschedels. Dit is een leuke activiteit voor het hele gezin, en vooral leuk om te eten, aangezien calaveras worden aangeboden aan zowel de levenden als aan de doden. Om ze zelf te maken, meng je 5 ml meringuepoeder met 240 g kristalsuiker. Je voegt er vervolgens 5 ml water aan toe en meng je alles goed door elkaar. Doe het mengsel in een mal en laat het een nacht drogen.
Versier de calaveras met gekleurd glazuur, pailletten, veren en meer.
Je kunt de suikerschedels ook 'kant en klaar' kopen en ze dan versieren.
11. **Maak 'calabaza en tacha'.** Calabaza en tacha (gekonfijte pompoen) is een populair en traditioneel gerecht voor Día de los Muertos. Breng in een grote pan 1 kg piloncillo, 4 kaneelstokjes, 1 liter water en het sap en de schil van 1 sinaasappel aan de kook. Voeg het vruchtvlees van een pompoen van ongeveer 2 kg toe, in reepjes gesneden. Laat een uur of twee sudderen tot alles gaar is en serveer.
Piloncillo is Mexicaanse ongeraffineerde bruine suiker; ter vervanging kun je 10 g melasse mengen met 60 ml bruine suiker.
Dit recept is goed voor zes tot acht porties calabaza en tacha.
12. **Serveer 'atole'.** Atole is een warme papachtige drank gemaakt van masa. Meng hiervoor 120 ml verse masa met 60 ml heet water. Breng het over in een pan, voeg een kaneelstokje en de zaden van een vanilleboon toe en roer tot het dikker wordt. Meng 45 tot 60 ml piloncillo tot het is opgelost en haal dan van het vuur. Verwijder het kaneelstokje en het vanillestokje.
Je kunt atole zo serveren, of ervoor kiezen om 240 ml gepureerd fruit, zoals ananas of aardbeien, aan je gerecht toe te voegen voordat je het serveert.
Dit recept is goed voor vijf of zes porties atole.
13. **Meng het deeg voor 'pan de muerto'.** Pan de muerto ('dodenbrood') is een zoet eierbrood gemaakt in verschillende vormen. Dit is een traditioneel gerecht van Día de Los Muertos en is leuk om samen met heel het gezin te doen. Zo maak je het:
Roer 3,5 g actieve-droge gist en 60 ml warm water in een grote kom en laat het 10 minuten rusten.
Verwarm 60 ml zoete gecondenseerde melk en 60 g ongezouten boter op middelhoog vuur tot de boter is gesmolten.
Voeg 2,5 g anijszaadjes, 1 g zout en het mengsel van gecondenseerde melk toe aan het gistmengsel en roer om te combineren.
Voeg 2 grote eieren en 250 g bloem toe en meng goed met een houten lepel.
Voeg 300 g bloem toe, in kleine beetjes, en roer goed tot het deeg samenhecht.
14. **Kneed het deeg.** Kneed het deeg voorzichtig gedurende ongeveer vijf minuten of tot het deeg glad en elastisch is en niet meer plakt.
Doe het deeg in een grote ingevette kom en bedek het met ingevette plastic folie.
Laat het deeg gedurende één uur rijzen op een warme plaats of tot het in grootte is verdubbeld.
Bekleed een grote bakplaat met bakpapier.
15. **Vorm het deeg.** Schik het deeg in een brood of een vorm zoals een schedel of een engel.
Om een schedel te maken, verwijder je 45 g deeg en maak je er drie ballen van. Vorm het grotere deeg tot een brood.
Rol twee van de ballen in de vorm van twee lange wormen om de botten boven op het brood te maken. Drapeer de twee wormvormige deegstukken over het brood om een 'X' te vormen.
Vorm van de overgebleven bal een skeletkop en zet hem voorzichtig op de 'X'.
16. **Bak je pan de muerto.** Leg het brood op de voorbereide bakplaat en laat het ongeveer 30 minuten rijzen op een warme plaats. Verwarm de oven voor op 175 °C.
Bestrijk de bovenkant van het brood met een eimengsel dat is gemaakt van één eidooier, geklopt met 10 ml water.
Bak gedurende 20 minuten; haal dan het brood uit de oven en bestrijk het opnieuw met het eimengsel. Strooi er ongeveer 15 g kristalsuiker op.
Zet het brood terug in de oven en bak het gedurende ongeveer 20 minuten of tot het goudbruin is en hol klinkt als je erop klopt. Serveer warm of helemaal afgekoeld. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/%27D%C3%ADa-de-los-muertos%27-vieren-(Allerzielen)", "language": "nl"} |
Een tabel maken in Adobe Illustrator | Deze tutorial gaat je leren hoe je op een gemakkelijke manier een tabel in Adobe Illustrator kunt maken.
1. **Selecteer de rechthoekige selectietool in de gereedschapsbalk.**
2. **Klik en sleep in het document om een rechthoek te maken volgens de gewenste afmetingen.** (Deze rechthoek kan later een andere grootte krijgen, met behulp van het Schalen-gereedschap).
3. **Is de nieuwe, geselecteerde rechthoek geselecteerd, ga dan naar het menu 'Object', scroll naar beneden naar 'Pad' en kies 'Splitsen op raster…' uit het submenu.** Klik niet in het document buiten de rechthoek, anders is het noodzakelijke commando niet beschikbaar, en zal deze stap niet werken.
4. **Stel je tabel in.** Klik op het aankruisvakje naast 'Voorbeeld' (dit toont het resultaat van elke instelling die je wilt wijzigen), en geef vervolgens het gewenste aantal op voor rijen en kolommen. Om ervoor te zorgen dat er geen ruimte is tussen de cellen van de tabel, stel je de waarden van 'Gutter' in op '0'.
5. **De tabel wordt gemaakt.** Je kunt de kleur en lijndikte wijzigen, of tekst toevoegen in elk vak.
Klik op de rand van elke cel met het Selectie-gereedschap, om de opvulkleur of de lijnkleur aan te passen met het Stalen-palet. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-tabel-maken-in-Adobe-Illustrator", "language": "nl"} |
Voorwerpen laten vallen in Oblivion | Er zijn een heleboel voorwerpen in Oblivion. Als je houdt van verzamelen is de kans groot dat je snel het punt bereikt waarop je teveel bij je draagt. Soms is het beter om een voorwerp dat je niet nodig hebt gewoon te laten vallen. Je kunt overal voorwerpen laten vallen of ergens in doen.
1. **Open je inventaris.** Je kunt je inventaris bekijken door je Journal te openen en vervolgens naar de Inventory-pagina te gaan.
– Druk op Tab ↹ om het Journal te openen en klik vervolgens op de vuist naast je gezondheids-, magie-, en energiebalkjes.
– Druk op en gebruik vervolgens / om van pagina te wisselen totdat je de inventaris tegenkomt.
– Druk op en gebruik vervolgens / om van pagina te wisselen totdat je de inventaris tegenkomt.
2. **Laat een voorwerp op de grond vallen.** Je kunt alles wat in je inventaris zit op de grond laten vallen zodat het je niet langer ophoudt. Selecteer het voorwerp dat je wil laten vallen en druk vervolgens op Drop:
– ⇧ Shift+Klik op het voorwerp dat je wil laten vallen of sleep het uit je Inventory-scherm.
– Selecteer het voorwerp dat je wil laten vallen en druk op .
– Selecteer het voorwerp dat je wil laten vallen en druk op .
3. **Een voorwerp laten vallen en pakken.** Je kunt een voorwerp niet alleen laten vallen maar ook direct nadat je het hebt laten vallen oppakken. Het voorwerp dat je hebt laten vallen zal dan voor je blijven zweven totdat je de knop voor het pakken van dingen loslaat. Een voorwerp pakken is niet hetzelfde als het gebruiken of je ermee uitrusten, je kunt er alleen maar het voorwerp mee heen en weer bewegen.
– Klik op het voorwerp dat je wil laten vallen en vervolgens pakken en houdt de muisknop ingedrukt. Laat de linkermuisknop los om het voorwerp te laten vallen.
– Selecteer het voorwerp dat je wil laten vallen en vervolgens pakken. Druk op en houdt die ingedrukt. Laat los om het voorwerp te laten vallen.
– Selecteer het voorwerp dat je wil laten vallen en vervolgens pakken. Druk op en houdt die ingedrukt. Laat los om het voorwerp te laten vallen.
4. **Zoek iets om je spullen in te doen.** Je kunt in zowat alles dat plek heeft spullen doen, maar niet alles is veilig om je spullen in op te slaan. Er is geen logische scheidslijn tussen welke dingen veilig zijn om spullen in te stoppen en welke niet. Om een opbergplek uit te testen moet je iets met weinig waarde erin stoppen en 73 in-game uren wachten. Als het er dan nog inzit is de opbergplek veilig.
5. **Open de container.** Om een voorwerp in een container te doen moet die eerst worden geopend. Kijk naar de container en druk op de Use-knop:
- Spatiebalk
-
-
6. **Wissel tussen je inventaris en de container.** Zodra je de container geopend hebt kun je tussen de inhoud van de container en die van je persoonlijke inventaris wisselen.
– Klik op het linker icoontje van een zak om naar je inventaris te gaan, of op het rechter icoontje van een zak om naar de inhoud van de container te gaan. Je kunt ook op ⇧ Shift+←/→ drukken om tussen de twee te wisselen.
– Druk op om je inventaris te openen en op om de inhoud van de container te bekijken.
– Druk op om je inventaris te openen en op om de inhoud van de container te bekijken.
7. **Selecteer het voorwerp dat je wil verplaatsen.** Als je een voorwerp selecteert en dan versleept zal het naar de andere inventaris worden verplaatst. Als je bijvoorbeeld een voorwerp in je inventaris selecteert zal het naar de container worden verplaatst, en als je een voorwerp in de container selecteert zal het naar je inventaris worden verplaatst.
– Klik met de linkermuisknop op het voorwerp dat je wil verplaatsen, of selecteer het en druk op ↵ Enter.
– Selecteer het voorwerp dat je wil verplaatsen en druk op .
– Selecteer het voorwerp dat je wil verplaatsen en druk op .
8. **Voorkom dat je kostbare voorwerpen laat vallen.** Als je de inventaris opent zal je een Gold-kolom zien. Dit geeft de waarde van het voorwerp weer, hoewel je niet een evenredige hoeveelheid zal verdienen als je het voorwerp verkoopt aan een handelaar, behalve als je Mercantile-vaardigheid verbeterd is. Probeer deze voorwerpen te verkopen of gebruiken in plaats van ze te laten vallen.
9. **Laat voorwerpen die het meest wegen en het minst waard zijn vallen.** De Veerkolom toont het gewicht van het voorwerp. Door één enkel zwaar voorwerp te laten vallen kun je voorkomen dat je een heleboel lichtere, kostbaarder voorwerpen moet laten vallen.
10. **Sla kostbare voorwerpen op in plaats van ze te laten vallen.** Als je iets niet wil verkopen maar het ook niet langer met je mee kunt slepen, heb je een veilige plek nodig waar je jouw voorwerp kunt laten vallen en het niet verdwijnt.
Meestal kun je spullen gewoon op de grond laten vallen en hoef jij je er geen zorgen over te maken dat ze verdwijnen. Dit werkt alleen in de wereld aangegeven door de hoofdkaart (niet in ‘dungeons’), en daarnaast kunnen vijanden wapens die je hebt laten vallen oprapen.
Je kunt spullen veilig opslaan in Clams, Torn Sacks of Grain en Sacks. Alle containers in de huizen die je koopt zijn ook veilig. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Voorwerpen-laten-vallen-in-Oblivion", "language": "nl"} |
Kiemen kweken | Het laten ontkiemen van bonen, zaden en granen is een eenvoudige manier om de voedingswaarde van ze exponentieel te doen toenemen. Door alfalfa of linzen te ontkiemen nemen de sporenelementen snel toe en kun je dit gezond voedingsmiddel aan je broodje kaas toevoegen. Kiemen zijn verrassend lekker en je kunt ze thuis heel makkelijk kweken. Leer het basisproces en lees de specifieke instructies voor het kweken van kiemen van peulvruchten, granen, zaden en zelfs scheuten van bladgroenten.
1. **Selecteer het soort kiemen waarmee je wilt beginnen.** Biologische zaden, bonen en noten kun je allemaal laten ontkiemen, met dezelfde basismethode. Zorg wel dat je begint met biologische of onbespoten zaden die bedoeld zijn om eetbare kiemen van te maken. Veel zaadjes die bedoeld zijn om te planten bevatten pesticiden, schimmelwerende middelen en andere gifstoffen die je niet wilt eten. Experimenteer met allerlei zaadjes en bonen om te ontdekken wat jij het lekkerst vindt. Het vereist niet veel voorbereiding of materialen om te kunnen beginnen. Kies uit:
zoals sesam, zonnebloem, boekweit of pompoen
zoals mungbonen, linzen, kikkererwten of groene erwten
zoals gerst, maïs, tarwe, quinoa, amarant of rogge
zoals alfalfa, klaver, radijs, boerenkool, fenegriek of raap
2. **Week de zaden een nachtje in een pot met gefilterd water.** Giet er genoeg water bij zodat de zaden helemaal bedekt zijn en laat het staan. Dek de bovenkant af met kaasdoek, of iets anders dat als gaas kan dienen: een oude (schone) panty, een stukje gaas van een hor of wat dan ook wat je op de opening kunt bevestigen en waardoor je het water af kunt gieten.
Elke schone glazen pot is prima om kiemen te kweken. Een oude augurkenpot, een weckpot of een andere grote glazen bak. Als de ring nog om de weckpot heen zit, kun je dat gebruiken om het gaas op zijn plek te houden, maar anders kun je dat doen met een elastiekje.
Als je scheuten wilt ontkiemen, zoals tarwegras of erwtenscheuten, heb je ook een zaaibedje, wat potgrond en iets meer tijd nodig.
3. **Giet het twee keer per dag water af en spoel je kiemen schoon.** Je moet over het algemeen iedere soort kiemen elke ochtend en avond afspoelen, goed uit laten gieten zodat ze beter ontkiemen, zonder ze uit de pot te halen.
Als je peulvruchten ontkiemt, is het goed om ze na een paar dagen even flink in het water rond te schudden zodat de schilletjes loskomen en de kiemen kunnen gaan groeien.
4. **Zorg voor de juiste omgeving om te ontkiemen.** Je kunt het vocht op het juiste peil houden door de kiemen elke dag af te spoelen, maar je moet ook een gelijkmatige temperatuur hebben om het ontkiemen te bevorderen. Zorg dat het altijd tussen de 10 ºC en 20 ºC is.
Als het te koud is in huis, heb je misschien een verwarmingselement nodig. Als je een verwarmingselement van 8 watt (die gebruikt worden in reptielenbakken) onder je kiemen zet, ontkiemen ze zonder dat ze gekookt worden.
Sommige kiemen, zoals radijs, ontkiemen beter in het donker, maar als ze eenmaal gaan groeien moet je ze in het licht zetten om ze groen en groter te laten worden. Over het algemeen groeien de meeste kiemen prima bij daglicht en op normale kamertemperatuur.
5. **Gebruik de verse kiemen meteen.** Zodra je blij bent met de lengte van de kiemen, kun je ze gebruiken op je brood, in salades of in de soep. Je kunt ze in de koelkast ongeveer vijf dagen bewaren, maar daarna worden ze bruin en een beetje slijmerig, wat betekent dat je een nieuwe lading moet gaan ontkiemen en deze weg moet gooien.
Sommige soorten kiemen zijn eerder uitgegroeid dan andere, en ze vereisen soms ook een andere aanpak als ze eenmaal ontkiemd zijn. De ene soort kun je nog een paar dagen in de pot laten doorgroeien zodat ze zachter worden, terwijl de andere soort misschien in een zaaibedje moet worden geplant om goed te kunnen groeien. Kijk bij de specifieke delen hieronder om meer over de verschillende soorten kiemen te weten te komen.
Bij sommige kiemen moet je de schilletjes er na een paar dagen afhalen. Schud ze even rond in het water om de schilletjes los te maken en giet ze daarna goed af.
6. **Begin met een kopje zaadjes naar keuze.** Elke biologische en eetbare soort zaad kun je laten ontkiemen. Door het weken kunnen de schilletjes zich openen waardoor het ontkiemproces geactiveerd wordt, resulterend in een voedzame snack die niet anders is dan het zaadje zelf, dus het zit boordevol voedingsstoffen.
Eetbare zaadjes zoals pompoen, zonnebloem en sesam worden veel ontkiemd. Ze groeien heel snel, zijn heerlijk en hebben veel voedingswaarde.
Groentezaad zoals klaver, alfalfa, radijs, kool, fenegriek of boerenkool maken zachte, malse kiemen die vol zitten met sporenelementen. Dit soort kiemen wordt het meest gebruikt op brood, het zijn eigenlijk kleine en lichte sliertjes groenten.
7. **Week de zaadjes 4 tot 6 uur in water.** Doe de zaadjes in de pot en bedek ze met een paar centimeter water. Als de zaadjes erg stoffig of vies zijn, spoel ze dan eerst even af.
Laat het 4 uur weken op kamertemperatuur. Je kunt ze gewoon op het aanrecht laten staan. Giet het water dan af en laat de zaadjes ontkiemen.
8. **Laat de eetbare zaadjes tussen de 12 en 24 uur ontkiemen.** Nadat je het water hebt afgegoten doe je een dag lang niets. De zaadjes gaan nu actief worden, alsof ze in de grond klaar zijn om te gaan groeien, dus nu gaat het ontkiemen beginnen. Na een dag kun je ze al eten!
Haal de kiemen na een dag uit de pot en laat ze uitlekken op keukenpapier om goed droog te worden. Doe ze in een schaal of andere bak en bewaar ze in de koelkast. Je kunt ze een paar dagen goed houden en zo eten.
Sesamzaad kan bitter worden als je het langer dan zes uur laat liggen. Probeer ze meteen uit de pot te halen en laat ze goed drogen.
9. **Laat de zaadjes ongeveer 6 dagen ontkiemen.** Groentezaad heeft wat langer nodig om tot de gewenste lengte te groeien, wel vijf of zes dagen. Hoewel je ze op ieder moment van het proces kunt eten, zijn ze dan zachter en bevatten ze de meeste voedingsstoffen. Blijf ze goed afspoelen en drogen, en zet de pot steeds ondersteboven neer zodat het overtollige vocht eruit kan lopen, dan blijven de kiemen fris.
Gebruik je ogen en neus om de versheid van de groentekiemen te controleren. Ze worden bruin en gaan een beetje naar chloor ruiken als ze niet goed meer zijn.
10. **Probeer notenkiemen onmiddellijk op te eten.** Noten zoals amandelen, hazelnoten en andere vette noten worden vaak een paar uur geweekt om ze te 'activeren', waardoor ze nog meer voedingswaarde krijgen. Het voordeel van het weken van noten om meer voedingswaarde te krijgen doordat de ontkieming dan wordt geactiveerd is nog niet bewezen, maar je kunt het proberen, want het is niet moeilijk.
11. **Kies een boon of peulvrucht om te ontkiemen.** Taugé is misschien wel de bekendste en hartigste kiem. Uit peulvruchten komen dikke uitstulpingen die heel gezond en lekker zijn, vol sporenelementen en smaak. Veelgebruikte peulvruchten om te ontkiemen zijn:
Linzen, groene of bruine in het bijzonder
Kikkererwten
Mungbonen, die uitgroeien tot taugé
Groene erwten
12. **Week de peulvruchten in water.** Begin met ongeveer een half kopje gedroogde bonen (ze zwellen wat op doordat ze het water absorberen en verliezen dan hun schilletjes). Het water mag niet kokend heet zijn, maar wel warm, zoals een kopje thee dat je iets te lang hebt laten staan. Week de bonen minstens 12 uur in de glazen pot.
Zorg ervoor dat je voldoende ruimte in de pot hebt, want de peulvruchten zwellen op, en zorg dat het water enkele centimeters hoger staat dan de peulvruchten, zodat ze onder water blijven staan.
13. **Laat ze ongeveer 3 dagen ontkiemen.** Spoel de bonen twee keer per dag af en zet de pot ondersteboven in een bak om het overtollige vocht weg te laten lopen. Soms moet je de pot de eerste of tweede dag even schudden om de schilletjes te verwijderen. Je kunt er wat water bij doen en de pot zachtjes draaien of schudden om ze los te maken. Als er een paar aan blijven zitten is dat niet erg. Je kunt ze er voor het eten ook nog afhalen als dat moet.
Adzukibonen hebben ongeveer 4 dagen nodig om helemaal te ontkiemen zodat ze het lekkerst en gezondst zijn. Geef ze dus wat extra tijd.
14. **Droog de kiemen af en bewaar ze in de koelkast.** Na het ontkiemen haal je de kiemen uit de pot, droog je ze af en haal je de schilletjes die er nog aan zitten af. Je kunt ze ook laten zitten, ze zijn eetbaar, maar wel wat bitter. In de koelkast kun je ze ongeveer een week goedhouden, als je er goed op let en ze relatief droog houdt.
Taugé is heerlijk in noedelsoep of bij roerbakgerechten. Ze smaken ook heel goed in salades of op broodjes.
15. **Kies een graan om te ontkiemen.** Omdat volkorengranen niet verteerbaar zijn als ze niet verhit zijn, is het lastig om ze rauw te eten. Als je ze ontkiemt worden ze echter makkelijk verteerbaar en heel gezond. Zonder te koken of bakken kun je volkorengranen zoals rogge, gerst of maïs eten, waardoor je alle voedingswaarden behoudt.
Als je granen ontkiemt neutraliseer je het moeilijk te verteren fytinezuur, en komen vitamine en andere voedingsstoffen vrij die in rauwe granen niet aanwezig zijn. Dit maakt het ideaal te gebruiken in pap, brood en je kunt er zelfs meel van maken.
Gepelde haver, waarvan je havermoutpap maakt, kun je niet laten ontkiemen. Om granen te ontkiemen moet je de hele korrel gebruiken, rauw en biologisch. Andere soorten graan kun je alleen weken. Je kunt haver wel fermenteren met misopasta, dan heb je snel een gerecht met levende bacterieculturen.
16. **Week de hele korrels in warm water.** Graan zwelt op tot drie keer de omvang als je het weekt, dus zorg dat je voldoende ruimte in je pot hebt. Week de granen ongeveer 6 uur lang, giet het water dan goed af en laat ze 2 dagen op kamertemperatuur ontkiemen. Spoel het af en toe af en laat het goed uitlekken.
Maïs moet je iets langer laten weken, ongeveer 12 uur, voordat je het water afgiet en het laat ontkiemen.
Amarant, quinoa, en gierst zijn alkalische granen, die kun je prima ontkiemen met deze methode.
Gerst ontkiemt niet echt, maar je kunt het ontkiemingsproces wel activeren, zoals dat wordt gedaan als het wordt gebrouwen bij het maken van alcohol, door het ongeveer 12 uur te laten ontkiemen. Dit activeert het proces en zorgt dat het velletje loskomt.
17. **Oogst de kiemen.** Zodra de punt van de kiem ongeveer 6 mm lang is, is hij klaar voor gebruik. Spoel de korrels nog een laatste keer af. Leg ze op een droge handdoek en laat ze drogen. Direct gebruiken of in de koelkast bewaren.
18. **Maak meel van kiemen.** Om meel te maken van kiemen heb je een voedseldroger en een speciale maler voor granen nodig. Nadat ze zijn ontkiemd, droog je de granen ongeveer 12 uur, en vermaal je ze tot een fijn meel, waarna je het eventueel kunt zeven. Dit meel van kiemen kun je in de vriezer bewaren en net zo gebruiken als normaal meel.
19. **Kweek scheuten als je een iets ingewikkelder project aandurft.** Het proces om een kleine lading scheuten zoals tarwegras, erwtenscheuten of zonnebloemscheuten te kweken lijkt heel erg op het ontkiemen uit de vorige delen, maar je hebt er iets meer spullen voor nodig. Je kunt meerdere keren wat scheuten oogsten, waardoor het de investering waard is, vooral als je houdt van tarwegrassap of verse scheuten in je salade.
Begin met het ontkiemen zoals altijd, door de zaden, erwten of zonnebloempitten in een pot met water te weken, en ze te laten ontkiemen voordat je ze goed afspoelt en verplaatst naar een zaaibed.
De kiemen moeten ongeveer 0,5 cm hoog zijn voordat je ze naar het zaaibed verplaatst. Afhankelijk van wat je precies kweekt kan dat ongeveer 3 of 4 dagen duren.
20. **Koop wat zaaibedden.** Een pakket om scheuten te kweken bestaat meestal uit zaaibedjes om de scheuten te laten groeien met gaas of gaatjes in de bodem voor een goede afwatering. Je kunt het kopen bij het tuincentrum, of zelf maken door gaatjes te prikken in de bodem van een bak die groot genoeg is om ongeveer 1 dm2 grond te bevatten.
21. **Doe potgrond in de zaaibakjes.** Doe een flinke hoeveelheid potgrond in de zaaibedjes. Je hebt eigenlijk niet zo heel veel nodig, want de scheuten groeien toch vooral aan de oppervlakte en zullen niet zulke lange wortels ontwikkelen, maar het is beter om voldoende grond te hebben zodat het niet te snel uitdroogt.
Maak de grond goed vochtig met water, en laat kleine plasjes eerst wegzakken voordat je de scheuten in de aarde zet.
Je kunt de onderkant van de zaaibakjes ook bedekken met stukjes deken om het vocht van onderen vast te houden, en een klein beetje vermiculiet aan de aarde toevoegen.
22. **Zet de scheuten in de aarde.** Verspreid de scheuten goed over de oppervlakte van de aarde, en zorg dat ze niet op elkaar liggen, want dan kan het gaan schimmelen. Leg een deksel of een deken over de zaaibakjes heen. Duw zachtjes op de scheuten om ze in de aarde te drukken, maar doe het voorzichtig. Je hoeft ze niet echt te 'planten'.
23. **Geef ze twee keer per dag water en zet ze in de schaduw.** Besproei de scheuten twee keer per dag en hou ze goed in de gaten. Zorg dat ze genoeg water en luchtcirculatie hebben om goed te groeien, en zorg dat ze op kamertemperatuur staan. Een schuur met voldoende schaduw kan een goede plek zijn.
24. **Oogst de scheuten na ongeveer 10 dagen.** Tarwegras zal na een week al lang en stevig zijn, maar als je het nog een paar dagen langer laat staan bevatten ze nog meer voedingsstoffen. Erwtenscheuten worden voller en zullen prachtig groen worden, en zijn op hun gezondst na 10 dagen. Oogst de toppen en laat ze verder groeien, als je wilt, of plant een nieuwe lading. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Kiemen-kweken", "language": "nl"} |
Een tabel uit een pdf‐bestand kopiëren naar Excel | Heb je een pdf-bestand met een tabel die je aan je Excelsheet toe wilt voegen? Als je de gegevens in het pdf-bestand kopieert en dan in je Excelsheet plakt, dan krijg je waarschijnlijk een wirwar aan gegevens die niet te begrijpen zijn. Pdf-bestanden en Excelsheets zijn niet van hetzelfde bestandstype, dus je kunt niet gemakkelijk gegevens uitwisselen tussen beide soorten bestanden. Dit wikiHow-artikel laat je zien hoe je een tabel uit een pdf-bestand kunt kopiëren naar Excel met behulp van de importeerfunctie in Excel.
1. **Open Excel.** Je kunt een nieuw project openen of verder werken aan een opgeslagen project in Excel.
Je moet ook weten op welke plek in het pdf-bestand zich de tabel bevindt, zodat je hem gemakkelijk kunt vinden wanneer je hem gaat importeren.
2. **Selecteer de cel waar de tabel moet beginnen.** Dit wordt de linkerbovenhoek van de tabel die je vanuit het pdf-bestand kopieert.
3. **Klik op Gegevens.** Dit kun je in het menu boven de opties voor bewerken vinden naast Bestand en Controleren.
Als je een Mac gebruikt, dan kun je deze optie vinden in het horizontale menu bovenaan je scherm.
4. **Klik op Gegevens ophalen.** In Windows is dit het icoon dat zich helemaal aan de linkerkant van het menu bevindt.
Op een Mac kun je deze optie in het dropdownmenu vinden dat verschijnt wanneer je op Gegevens klikt.
5. **Klik op Uit bestand en Uit pdf.** Bij iedere selectie wordt het menu verder uitgevouwen, totdat je voor kiest. Excel opent dan je bestandsbeheerder (Finder op een Mac en de Verkenner in Windows).
6. **Zoek het pdf-bestand op en dubbelklik erop.** Je kunt ook een enkele keer op het pdf-bestand klikken om het te selecteren en vervolgens op klikken.
7. **Klik op de tabel die je vanuit het pdf-bestand naar Excel wilt kopiëren.** Het is belangrijk om te weten waar de tabel die je wilt kopiëren zich precies bevindt, want hij wordt gelabeld aan de hand van de locatie (de pagina waarop hij zich bevindt).
Als je aan de linkerkant op een tabel klikt, krijg je in het paneel rechts een voorbeeld van de tabel te zien.
8. **Klik op Laden.** Dit kun je in de rechteronderhoek vinden en zorgt ervoor dat de tabel vanuit het pdf-bestand naar je Excelsheet gekopieerd wordt.
Als je de gegevens in de tabel aan wilt passen, dan kun je dit doen nadat je op geklikt hebt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-tabel-uit-een-pdf%E2%80%90bestand-kopi%C3%ABren-naar-Excel", "language": "nl"} |
Een pdf beschermen met een wachtwoord | Dit artikel zal je leren hoe je een pdf met een wachtwoord kan vergrendelen, zodat het onmogelijk wordt om deze te openen zonder het desbetreffende wachtwoord in te voeren. Er bestaan enkele gratis online diensten om dit te doen of je kan een betaalde versie van Adobe Acrobat Pro gebruiken als je die hebt.
1. **Open de beschermpagina van SmallPDF.** Ga naar https://smallpdf.com/protect-pdf/ in je browser. SmallPDF zal het mogelijk maken om een wachtwoord voor je pdf in te stellen, waardoor het onmogelijk wordt om het bestand te openen zonder het wachtwoord.
Als je de optie om een pdf met een wachtwoord te vergrendelen wil blokkeren, probeer dan PDF2Go te gebruiken in plaats van SmallPDF.
2. **Klik op Bestand kiezen.** Dit is een link in een rood veld in het midden van de pagina. Een venster zal geopend worden.
3. **Selecteer een pdf.** Ga naar de locatie van de pdf die je met een wachtwoord wenst te vergrendelen en klik daarna op de desbetreffende pdf.
4. **Klik op Openen.** Dit staat in de rechterbenedenhoek van het venster. Je pdf zal geüpload worden naar de website van SmallPDF.
5. **Voer een wachtwoord in.** Typ het wachtwoord dat je wil gebruiken in het tekstveld ‘Je wachtwoord kiezen’ en voer daarna je wachtwoord opnieuw in in het tekstveld ‘Je wachtwoord herhalen’ daar vlak onder.
Je wachtwoorden moeten overeenkomen voordat je verder kan gaan.
6. **Klik op VERSLEUTEL PDF →.** Dit is een rode knop onder de tekstvelden voor je wachtwoord. Hierdoor zal je wachtwoord op de pdf worden toegepast.
7. **Klik op Bestand nu downloaden.** Deze knop verschijnt links van de pagina eenmaal het wachtwoord aan je pdf is toegekend. Hierdoor zal de met een wachtwoord vergrendelde pdf op je computer gedownload worden. Vanaf nu zal je het gekozen wachtwoord moeten invoeren wanneer je de pdf wenst te openen.
8. **Open de website van PDF2Go.** Ga naar https://www.pdf2go.com/protect-pdf/ in je browser. Net als SmallPDF maakt PDF2Go het mogelijk om te beletten dat je pdf geopend kan worden zonder wachtwoord; het maakt het echter ook mogelijk om bewerken van de pdf te blokkeren, zodat niemand de pdf kan bewerken zonder beide wachtwoorden te kennen.
9. **Klik op Bestand kiezen.** Dit staat bovenaan de pagina. Een venster zal geopend worden.
10. **Selecteer je pdf.** Ga naar de pdf die je met een wachtwoord wil vergrendelen en klik erop om deze te selecteren.
11. **Klik op Openen.** Dit staat in de rechterbenedenhoek van het venster. Hierdoor zal de pdf geüpload worden naar de website.
12. **Scrol naar beneden naar het onderdeel ‘Instellingen’.** Dit staat in het midden van de pagina. Van hieruit kan je je wachtwoord instellen.
13. **Voer een wachtwoord in.** Typ het wachtwoord voor je pdf in het tekstveld ‘Wachtwoord van gebruiker invoeren’ en herhaal dit wachtwoord daarna in het tekstveld ‘Wachtwoord van gebruiker herhalen’ daar vlak onder. Dit is het wachtwoord dat je zal gebruiken om je pdf te openen.
14. **Schakel PDF-toelatingen uit.** Klik op ‘Nee’ onder de koppen ‘Printen toestaan?’, ‘Kopiëren toestaan’ en ‘Aanpassen toestaan?’.
15. **Scrol naar beneden en voer een wachtwoord in om te bewerken.** Typ het gewenste wachtwoord om het bewerken van je pdf te blokkeren in de tekstvelden ‘Wachtwoord eigenaar invoeren’ en ‘Wachtwoord eigenaar herhalen’ onderaan de pagina.
16. **Klik op VERANDERINGEN OPSLAAN.** Dit is een groene knop onderaan de pagina. Hierdoor zal PDF2Go de wachtwoorden aan je pdf toekennen.
17. **Klik op Bestand downloaden.** Deze lichtgroene knop staat rechtsboven de pagina. De met een wachtwoord vergrendelde pdf zal op je computer gedownload worden. Je zal vanaf nu eerst de juiste wachtwoorden moeten invoeren wanneer je de pdf wenst te openen of te bewerken.
Je kan ook klikken op ‘ZIP-bestand downloaden’ in het midden van de pagina als je de pdf in een gecomprimeerde (gezipte) map wenst te downloaden. Dit is mogelijk je enige optie bij zeer grote pdf’s.
18. **Zorg ervoor dat je de betaalde versie van Adobe Acrobat gebruikt.** Je kan geen pdf’s bewerken (inclusief wachtwoorden aan ze toekennen) als je het gratis programma Adobe Reader gebruikt.
19. **Open je pdf in Adobe Acrobat.** Klik op ‘Bestand’ in de linkerbovenhoek, klik op ‘Openen’ in het uitschuifmenu, selecteer je pdf en klik daarna op ‘Openen’ in de rechterbenedenhoek van het venster.
20. **Klik op Bekijken.** Dit menu-item staat bovenaan het venster (Windows) of het scherm (Mac) van Adobe Acrobat. Een uitschuifmenu zal verschijnen.
21. **Selecteer Hulpmiddelen.** Dit staat in het uitschuifmenu. Een pop-out-menu met extra opties zal weergegeven worden.
22. **Selecteer Beschermen.** Dit staat in het pop-out-menu. Hierdoor zal een ander pop-out-menu verschijnen.
23. **Klik op Openen.** Dit is het laatste pop-out-menu. Hierdoor zal het venster met hulpmiddelen om te ‘Beschermen’ geopend worden.
24. **Klik op Versleutelen.** Dit staat in het midden van het venster.
25. **Klik op Versleutelen met wachtwoord.** Hierdoor zal de pagina met versleutelingsopties geopend worden.
26. **Vink het vak ‘Wachtwoord vereist om dit document te openen’ aan.** Dit staat onder de kop ‘Document openen’. Hierdoor zal het tekstveld voor het wachtwoord beschikbaar worden.
27. **Voer een wachtwoord in.** Typ het wachtwoord dat je wil gebruiken in het tekstveld ‘Wachtwoord om document te openen’.
28. **Selecteer een compatibiliteitsniveau.** Klik op ‘Compatibiliteit’ en klik daarna op de minimale versie van Adobe Acrobat waarmee je wil dat het bestand compatibel zal zijn.
29. **Vink het veld ‘Versleutel alle inhoud van het document’ aan.** Dit staat in het gedeelte ‘Opties’. Hierdoor zal voorkomen worden dat iemand bepaalde informatie uit de pdf kan halen.
30. **Klik op OK onderaan de pagina.**
31. **Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer daarnaar wordt gevraagd.** Voer het wachtwoord van het document opnieuw in en klik daarna op ‘OK’. Hierdoor zal je de veranderingen bevestigen en het wachtwoord aan de pdf toekennen. Nu zal je dit wachtwoord moeten invoeren wanneer je de pdf wenst te bekijken. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pdf-beschermen-met-een-wachtwoord", "language": "nl"} |
Je gevoelens uiten | Misschien ben je bang dat je anderen overstuur maakt of ongemakkelijk laat voelen als je je gevoelens deelt. Maar het verbergen van je eigen gevoelens kan leiden tot angsten, depressies, ontevredenheid en zelfs fysieke ongezondheid. Het kan ook problemen veroorzaken in je persoonlijke en zakelijke relaties. Als je leert hoe je je gevoelens kunt uitdrukken, word je zelfbewuster, wat leidt tot een betere mentale en fysieke gezondheid.
1. **Accepteer je gevoelens.** Voordat je iets anders kunt doen, moet je erkennen en accepteren dat je gevoelens zult hebben en dat daar niets mis mee is. Gevoelens zijn nooit goed of fout, ze zijn er gewoon.
Als je iets voelt, word dan niet boos op jezelf. Zeg liever tegen jezelf: "Zo voel ik me, en dat is prima".
2. **Herken de manier waarop je lichaam reageert op je gevoelens.** Gevoelens worden gedreven door emoties, die weer door je hersenen worden gestuurd. Let op fysieke reacties als je iets voelt. Misschien ga je zweten als je bang bent, wordt je gezicht warm als je je schaamt en gaat je hart sneller kloppen als je boos bent. Door goed te letten op je lichamelijke reacties kun je de gevoelens herkennen zodra ze opkomen.
Als je het moeilijk vindt om je op je lichaam te concentreren, probeer je dan fysiek te ontspannen door op een rustige plek te gaan zitten en diep adem te halen. Herhaal de mantra "Wat is dit voor gevoel?" om een idee te krijgen van de lichamelijke reacties die met elk gevoel gepaard gaan.
3. **Vergroot de woordenschat van gevoelens.** Het kan moeilijk zijn om onder woorden te brengen hoe je je voelt, als je de woorden die daarvoor nodig zijn niet kent. Kijk eens naar lijstjes met gevoelens op internet, om de verschillende emoties te ontdekken en de woorden te leren die gevoelens omschrijven.
Probeer woorden te leren die je gevoelens zo specifiek mogelijk kunnen omschrijven. In plaats van te zeggen dat je je "goed" voelt, wat erg algemeen is, kun je woorden gebruiken als "blij", "gelukkig", "dankbaar" of "opgetogen". In plaats van dat je je "slecht" voelt, kun je zeggen dat je je "geïrriteerd," "onzeker", "teleurgesteld" of "afgewezen" voelt.
4. **Vraag jezelf af waarom je je op een bepaalde manier voelt.** Stel jezelf een hele reeks "waarom-vragen" om tot de kern te komen van wat je voelt. Bijvoorbeeld: "Ik voel me alsof ik in huilen uit kan barsten. Waarom? Omdat ik boos ben op mijn baas. Waarom? Omdat hij me beledigd heeft. Waarom? Omdat hij me niet respecteert". Blijf doorgaan met de "waarom-vragen" tot je weet waarom je je zo voelt.
5. **Ontleed ingewikkelde emoties.** Vaak voel je meerdere emoties tegelijk. Het is belangrijk om deze emoties uit elkaar te halen zodat je ze stuk voor stuk kunt verwerken. Als bijvoorbeeld een familielid sterft na een lang ziekbed, ben je misschien verdrietig om het verlies, maar ook opgelucht dat hij/zij geen pijn meer heeft.
Ingewikkelde emoties kunnen ontstaan doordat je zowel primaire als secundaire emoties voelt. Primaire emoties zijn de eerste reactie op een situatie, en secundaire emoties zijn de directe of indirecte emoties die je voelt na de eerste reactie. Als je partner bijvoorbeeld de relatie uitmaakt, voel je je in eerste instantie misschien gekwetst, en krijg je daarna het gevoel dat je het niet waard bent om van te houden. Haal je primaire en secundaire emoties uit elkaar zodat je een vollediger beeld krijgt van je mentale processen.
6. **Gebruik "ik-boodschappen".** Als je je gevoelens uit tegenover anderen, zijn "ik-boodschappen" krachtig omdat ze de band versterken en de ander niet de schuld geven. Als je bijvoorbeeld zegt: "Door jou voel ik me___" leg je de schuld bij de ander met wie je praat. Herformuleer je boodschap en zeg: "Ik voel me ____".
“Ik-boodschappen” bestaan uit drie delen: de emotie, het gedrag en de aanleiding. Als je een "ik-boodschap" gebruikt, kun je zinnen vormen zoals dit: "Ik voel me boos als jij het met me oneens bent over mijn werk, want dat ondermijnt mijn intelligentie".
7. **Begin een gesprek over je gevoelens met anderen.** Het kan een intimiderende taak zijn om een gesprek over jouw gevoelens op gang te brengen. Als je hebt besloten dat je je gevoelens met iemand wilt delen, begin dan altijd positief en zeg iets aardigs over de ander en jullie relatie. Vertel dan hoe je je voelt door middel van "ik-boodschappen", en wees zo eerlijk mogelijk.
Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen als: "Ik vind het echt leuk om tijd met je door te brengen. Je bent zo belangrijk in mijn leven, en ik wil ons contact nog verder verdiepen. Ik vind het best eng om hierover te praten, maar ik wil eerlijk tegen je zijn. Ik voel me …."
Begin in een zakelijke omgeving het gesprek door eerlijk, direct en positief te zijn. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: "Ik heb echt waardering voor je inzet. Laten we het erover hebben hoe we jou en het bedrijf nog verder vooruit kunnen helpen".
Laat het gesprek natuurlijk verlopen en word niet boos of beledigd door de reactie van de ander.
8. **Communiceer duidelijk naar anderen toe.** Communicatie is van kritiek belang om gevoelens uit te drukken. Kies een groep mensen van wie je houdt en die je vertrouwt om je gevoelens mee te delen. Wees als je praat zo duidelijk mogelijk door je woordenschat van gevoelens en "ik-boodschappen" te gebruiken. Als je vertelt hoe je je voelt door een bepaalde situatie, beschrijf de situatie en je gevoelens dan zo nauwkeurig mogelijk. Je geliefden zullen naar je luisteren en je gevoelens bevestigen.
Geliefden kunnen je ook een nieuw perspectief op de situatie bieden, waaraan je zelf misschien niet had gedacht. Ze kunnen een waardevol klankbord zijn waardoor je je gevoelens beter kunt verwerken.
9. **Luister actief als anderen tegen je praten.** Communicatie komt van twee kanten, en je moet leren luisteren als anderen spreken, om effectief te kunnen communiceren. Als iemand tegen je praat, geef hem/haar dan je onverdeelde aandacht (leg telefoons en computers altijd weg!), reageer non-verbaal door met je hoofd te knikken en reageer op zijn/haar stellingen.
Je reactie kan ook vragen om verduidelijking zijn, zoals "Ik hoorde je zeggen dat jij je zo voelt…", of reflecteren op de woorden van de spreker door iets te zeggen als "Dit lijkt heel belangrijk voor je, want…."
10. **Haal diep adem.** Voordat je emotioneel op een situatie reageert, moet je diep ademhalen. Van diep ademen is wetenschappelijk bewezen dat het je ontspant en de bloeddruk verlaagt. Als je goed ademt voordat je reageert, kun je je hoofd leegmaken en op verantwoorde wijze reageren.
Oefen diep ademen minstens drie keer per week, dan is het het meest effectief.
11. **Omring je met mensen die je vertrouwt en die positief zijn.** Als sociale wezens, passen we ons vaak aan aan de situatie. Als je met mensen bent die vaak negatief over anderen spreken, ben je zelf geneigd om mee te gaan in die negativiteit. Als je echter vooral omgaat met positieve mensen, zul je opbloeien en je gekoesterd voelen. De vrienden die je uitkiest vormen de omgeving waarin je zult slagen, of niet. Als je een groep goede vrienden hebt, kun je je ware gevoelens makkelijker bij hen uiten.
Het kan een lang proces van vallen en opstaan zijn om de juiste vrienden te kiezen. Kies vrienden die je inspireren, verheffen en energie geven.
12. **Zoek professionele hulp als je moeite hebt om je gevoelens uit te drukken.** Er is niets mis mee als je het moeilijk vindt om je gevoelens te uiten. Misschien moet je met iemand spreken die ervoor is opgeleid om over gevoelens te praten, en die je kan helpen om die van jou uit te drukken. Je hebt wellicht niet alleen persoonlijke begeleiding nodig van een professioneel hulpverlener om je gevoelens te kunnen uiten, maar ook om tot de kern van het probleem waardoor je je niet kunt uitdrukken te komen.
Wend je tot een therapeut, een betrouwbare website, een hulplijn of misschien zelfs een religieus leider om over je gevoelens te praten.
13. **Mediteer** Meditatie is een krachtig middel waarmee je je energie kunt richten en jezelf kunt kalmeren als je gespannen of angstig bent. Om te beginnen met mediteren, zoek je een rustige, fijne plek om te zitten. Begin door normaal te ademen, en haal dan diep adem door langzaam in te ademen door je neus waarbij je borstkas uitzet terwijl je longen zich vullen. Adem dan langzaam uit door je mond.
Denk, terwijl je ademt, na over elk gevoel, waar het vandaan komt en hoe je erop wilt reageren.
14. **Schrijf je gevoelens op.** Maak er een gewoonte van om je gevoelens op papier te zetten, of op je telefoon op te slaan. Als je je gevoelens tastbaar maakt, kun je ze beter ordenen en duidelijker maken. Het schrijven in een dagboek blijkt stress drastisch te verminderen, het immuunsysteem te versterken en het gevoel van algeheel welzijn te verbeteren.
Probeer 20 minuten per dag opzij te zetten om in je dagboek te schrijven. Maak je geen zorgen over grammatica of spelling. Schrijf snel zodat je onnodige gedachten voor bent. Dit is je eigen, persoonlijke reis, dus wees niet bang dat het onsamenhangend of onleesbaar is.
Schrijf eerst een goede ervaring op om je gedachten te verankeren, en ga dan verder met hoe je je voelde door die ervaring.
Probeer je gevoelens te omschrijven in termen van kleuren, het weer of muziek. Als je je bijvoorbeeld blij voelde vandaag, omschrijf dan welke kleur of wat voor soort weer je met jouw blijheid associeert.
15. **Ga bewegen.** Op dagen die ondraaglijk lijken en vol boosheid, stress of angsten zitten, moet je een manier vinden om die gevoelens te uiten. Je kunt ze niet opkroppen, want dan versterk je de negatieve emoties en kun je zelfs depressief raken of fysieke problemen krijgen.
Andere manieren om je gevoelens te uiten zijn yoga doen, jezelf een gezichtsmassage geven, of andere dingen doen die je leuk vindt.
16. **Verwen jezelf.** Als je positieve gevoelens hebt, zoals opwinding, blijheid, tevredenheid of geluk, probeer dan dat moment vast te houden en verwen jezelf door te gaan winkelen, een lekker toetje te eten of uit te gaan met vrienden.
Positieve bekrachtiging door jezelf te belonen voor deze positieve gevoelens, zorgt ervoor dat je hersenen het verband gaan leggen dat als je je goed voelt vanbinnen, er nog meer goede dingen van buitenaf zullen komen. Op die manier kun je jezelf leren om positief te denken.
17. **Visualiseer verschillende opties om je gevoelens te uiten in een bepaalde situatie.** De manier waarop je je gevoelens uit, is een keuze die alleen jij kunt maken. Je kunt negatief of positief op elke situatie reageren waar je voor komt te staan, en door alle mogelijke reacties te visualiseren kun je je ware gevoelens in een bepaalde situatie beter op een rijtje zetten.
Een goede vriend(in) verhuist bijvoorbeeld naar een andere stad, en je merkt dat je boos bent dat hij/zij weggaat. Je kunt ervoor kiezen om hem/haar te negeren, of ruzie te maken zodat het minder pijn doet als hij/zij weggaat, of je kunt proberen nog zo veel mogelijk tijd met hem/haar door te brengen nu het nog kan. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-gevoelens-uiten", "language": "nl"} |
Je leesgewoonte ontwikkelen | Lezing is niet alleen een belangrijke professionele vaardigheid. Het is ook een manier om te genieten van informatieve, creatieve en inspirerende werken van de letterkunde die onze levenservaringen verrijken. Zoals elke vaardigheid die het waard is om te leren beheersen, vergt lezen tijd en toewijding om te ontwikkelen. Het is echter een permanente bron van plezier en entertainment en een betaalbare hobby voor iedereen die een boek wil oppakken.
1. **Verbeter je leesvaardigheden** Beginnen met het oefenen van goede leesvaardigheden om te werken aan je leesgewoonte en ten volle te genieten van het lezen. Bijvoorbeeld:
Lees op inhoud. Als je leest, lees dan de kerngedachte van elke alinea, samen met ondersteunende onderbouwingen. Bij het ontwikkelen van inactieve leesvaardigheid kan het nuttig zijn om te lezen met een potlood in de hand, om notities te maken of het belangrijkste idee van elke alinea te onderstrepen.
Zoek onbekende woorden op. De Van Dale is een prachtig en grondige referentie voor het opzoeken van de definitie van onbekende woorden. Onderstreep ze of maak een lijst van onbekende woorden. Wanneer je bij een goede plek komt om even te pauzeren, keer je terug naar elk woord en zoek je de betekenis ervan op, de zin herlezend waarin het voorkomt. Dit helpt bij het contextualiseren van het woord en het gebruik ervan, voor het geval er meerdere betekenissen zijn.
Leren context waarderen. Wanneer je onbekende woorden of ideeën tegenkomt, kan de literaire, historische en sociale context van de tekst vaak aanwijzingen bieden over dat waar de schrijver of het personage het over heeft. Hiervoor kan een kleine hoeveelheid extra onderzoek nodig zijn om geïnformeerd te raken op de verschillende contextuele niveaus zoals door een tekst wordt gepresenteerd.
Probeer vertrouwd te raken met literaire technieken. Vooral als je een fan bent van romans en korte verhalen, is het belangrijk om bekend te raken met algemene literaire tactieken, om een betere lezer te worden. Door veel gebruikte gereedschappen te begrijpen, zoals metaforen, hyperbolen, parallelle structuren, personificaties en alliteratie, kan de leeservaring significant worden verrijkt.
Haast je niet. Lees om te leren en voor je plezier is nooit een sprint. In plaats daarvan is het beter om de tijd te nemen, en je vaardigheden en de ontwikkeling ervan in je eigen tempo te voeden. Raak niet ontmoedigd als je een langzame lezer bent, zeker niet in het begin. Elke dag dat je leest zal je brein de leestechnieken die het heeft geleerd nemen en weer toepassen, en vaak een stuk efficienter.
2. **Houd je leesmaterialen bij de hand.** Een basketbalspeler kan niet oefenen als hij geen bal en sportschoenen klaar heeft liggen. Lezen is hetzelfde als elke andere vaardigheid. Hieronder vind je enkele voorbeelden waarmee je altijd nieuwe lectuur in de buurt hebt:
Neem abonnementen: leesportefeuilles of gespecialiseerde tijdschriften zijn een goede manier om ervoor te zorgen dat er recente lectuur in de buurt is. Er zijn ook literaire tijdschriften, zoals De Gids of The New Yorker voor fictie en creatief schrijven.
Ga naar de bibliotheek: zelfs de kleinste stad beschikt over een bibliotheek vol met boeken om te lenen. Als je die nog niet hebt, vraag dan een bibliotheekpas aan en kijk wat je eigen bibliotheek te bieden heeft.
Schaf eventueel een e-reader aan. Bol.com en Amazon hebben e-readers en een grote selectie e-books te koop of te leen. Bibliotheken bieden ook e-books aan om te lenen.
Kijk online. Universitaire bibliotheken bieden via websites vaak de volledige teksten van auteursrechtvrije literaire werken. Bijvoorbeeld 'Project Gutenberg' momenteel gehost door Ibiblio via de Universiteit van North Carolina te Chapel Hill, bevat momenteel bijna 50.000 essays, romans, novellen en korte verhalen en voegt gemiddeld 50 nieuwe romans per week hieraan toe.
3. **Zoek manieren om het lezen met je dagelijks leven te verbinden.** Het is makkelijker om je leesvaardigheden te verbeteren als lezen een vast onderdeel wordt van je dagelijkse schema. Hieronder zijn een paar manieren om dit te doen.
Ga bij een boekenclub. Deze komen meestal wekelijks of maandelijks bij elkaar en zijn een goede manier om je te motiveren te lezen, en je ontmoet er mensen mee die ook graag goede leesgewoonten willen ontwikkelen. Boekenclubs bieden je ook de mogelijkheid om te praten over wat je hebt gelezen, en daarnaast de mogelijkheid om te praten met diverse intelligente en geïnteresseerde lezers.
Download een nieuwsverzamelaar. Er zijn verschillende gratis diensten zoals Feedly of Digg waarmee je online blogs, kranten en tijdschriften kunt volgen via een platform in je browser, en die wat je leest in mappen en lijsten kunnen ordenen, op basis van 'gelezen' tegen 'ongelezen' items.
Zoek een geschikte tijd en plaats om te lezen. Heb je een favoriete tafel in een café, of een rustig hoekje van je eigen huis waar je je graag opkrult om te ontspannen? Zoek een plek dat bevorderlijk is voor je eigen leesgewoonte. Maak tijd vrij om te genieten van je plek en neem altijd je recente leesvoer mee.
Stel dagelijkse of wekelijkse leesdoelen. Er is geen voorgeschreven snelheid om een boek of magazine te lezen; als je echter een ambitieuze lezer bent, en je hebt een leeslijst waarbij je niet kunt wachten om eraan te beginnen, dan is het stellen van redelijke leesdoelen een goede manier om te voldoen aan je ambities. Bijvoorbeeld, stel als doel dat je een uur per dag gaat lezen, of dat je een hoofdstuk leest van je huidige boek of 10 pagina's van een blad.
4. **Denk aan je hobby's en interesses.** Lezen wordt interessanter en leuker wanneer we lezen over onderwerpen die ons interesseren.
Lees blogs, boeken en tijdschriften die betrekking hebben op je eigen hobby's en interesses, om het lezen te stimuleren en het plezier dat je eraan beleeft te maximaliseren.
5. **Vraag om aanbevelingen van vrienden.** Mond tot mond reclame is vaak een nuttig instrument om onze leeskeuzes te sturen.
Praat met vrienden of vind lezers online met gemeenschappelijke belangen. Ontdek welke boeken ze mooi vonden.
Goodreads.com is een goede bron voor het verkrijgen van aanbevelingen met doordachte beschrijvingen.
Ga naar de boekhandel, als er een in je plaats is. De meeste medewerkers van een boekhandel houden van lezen en zullen hun favorieten aanbevelen. Heb je een onafhankelijke boekhandel of antiquariaat, dan is dat nog beter.
6. **Lees de klassiekers.** Een kenmerk van de goede lezer is weten wat goede literatuur is. Ervaar zelf de boeken die de westerse geschiedenis hebben gevormd, en neem daarnaast het volgende in overweging:
Het uitbreiden van die zoektocht en op zoek gaan naar boeken die klassiekers zijn in andere delen van de wereld.
Ontdek hoe elke generatie schrijvers de cruciale feiten van de geschiedenis claimt, zich eigen maakt en interpreteert en beschrijft voor de eigen generatie.
7. **Lees wat de critici zeggen.** Ze zeggen dat iedereen een criticus is en smaak relatief; trends ontwikkelen zich echter omdat bepaalde culturele uitingen voor veel mensen tegelijkertijd resoneren of relevant worden. Een aantal van de voordelen van het lezen van boekbesprekingen zijn:
Een nieuwe reeks van leesvaardigheden ontwikkelen. Het lezen van kritische beschouwingen is een ander soort vaardigheid dan het lezen van fictie of non-fictie. Ontwikkel je vaardigheden in het leren begrijpen van het doel en nut van literaire kritiek.
Zoek informatie over een boek zonder het te kopen. Recensies zijn een goede manier om te anticiperen op de mogelijke aankoop van een boek, of dit te verwerpen. Ze zijn ook een goede manier om je eigen smaak als lezer onder woorden te brengen.
Begin een onderbouwd gesprek. Misschien hebben jij en je boekenclub net een boek gelezen dat een middelmatige recensie kreeg in de De Volkskrant. Neem de recensie mee en geef de belangrijkste punten aan die de criticus noemt. Kijk wat de anderen ervan vinden. Ontwikkel je eigen mening over het boek.
8. **Maak een leeslijst.** Het is belangrijk om de boeken, tijdschriften en blogs bij te houden die je interesse aanwakkeren, zodat wanneer je klaar bent met je huidige boek, je meteen weet waar je mee verder kunt gaan. Goodreads.com is een goede plek om dit bij te houden; maar zelfs een pagina in een dagboek is een goede plek om bij te houden wat je graag in de toekomst zou willen lezen.
9. **Word vrijwilliger.** Scholen, verpleeghuizen, gevangenissen en zelfs opvanghuizen voor daklozen waarderen de diensten van vrijwilliger die mensen helpen bij het lezen bijzonder. Als vrijwilliger helpen bij het lezen is een belangrijke dienst die je verleent, omdat:
Niet elk kind thuis de ouderlijke zorg krijgt die nodig is om goede leesgewoonten op te bouwen. Voor een alleenstaande ouder met meerdere kinderen kan het moeilijk zijn om een kind dat worstelt met lezen individuele aandacht te geven. Als vrijwilliger kun je de toekomstige opleiding en professionele vooruitzichten van een kind vorm geven.
Niet elke volwassene kan lezen. Er mensen die, om wat voor reden dan ook, de volwassenheid bereiken zonder training in lezen en schrijven, wat de vooruitzichten op een baan en de mogelijkheid om zelfstandig te leven enorm inperkt. Als vrijwilliger volwassenen helpen bij het lezen biedt een positieve invloed op het leven en het gevoel van eigenwaarde van personen die dat nodig hebben.
Je kunt een leven lang leren mogelijk maken. Voor ouderen met een verslechterd zicht, is lezen mogelijk niet langer een optie. Vooral als ze eerder in het leven genoten van lezen, is iemand die langskomt en aan hen voorleest niet alleen een leerervaring. Het kameraadschap, vriendschap en een wederzijdse uitwisseling van kennis inhouden.
Sommige gemeenschappen hebben wellicht ook een vrijwilligersprogramma waar je leerboeken en ander schriftelijk luistermateriaal kunt opnemen voor mensen die blind zijn of dyslectisch.
10. **Doe mee aan een uitwisselingsprogramma voor boeken.** Kijk online, via bronnen zoals paperbackswap.com, of zoek een boekhandel of bibliotheek in je omgeving met een openbare boekenkast.
Vooral als je houdt van het lezen van populaire fictie, romans of SF, zijn openbare boekenkasten een nuttige en goedkope manier om je boekenplank te vullen.
11. **Ga naar boekenfestivals.** Wil je meer te weten komen over nieuwe auteurs en auteurs ontmoeten die je al kent? Boekfestivals zijn een geweldige kans voor beide. Zij bieden ook andere voordelen, waaronder:
Koopboeken. Uitgevers en verkopers van boeken kom naar boekfestivals en bieden vaak boeken van de auteurs die verschijnen op het festival aan met korting.
Signeersessies. Vooral als een auteur zojuist iets heeft gepubliceerd, worden ze vaak gevraagd om op boekfestivals te verschijnen om hun werk te promoten. Signeersessies laten je genieten van de letteren en je houdt er tegelijkertijd ook nog een erfstuk aan over.
Genieten ervan om voorgelezen te worden. Festivals laten vaak gastauteurs passages voorlezen uit hun recentere werk, of organiseren openbare voorleesevenementen om belangstelling te creëren voor talentvolle auteurs, of ervoor te zorgen dat ze bekender worden.
12. **Houd een leesblog bij.** Een leesblog is een goede manier om de boeken te onthouden waar je van hebt genoten, kritiek te hebben over boeken die je niet zo geweldig vond, en om bij te houden wat je al hebt gelezen. Bovendien kan een leesblog:
Je in contact brengen met andere je mensen. Maak je schrijven openbaar en laat willekeurige mensen van alle uithoeken van het internet meelezen en zelfs commentaar geven op je overpeinzingen.
Oefen het schrijven. Lezen en schrijven zijn twee kanten van dezelfde medaille. In staat zijn om goed te kunnen schrijven, en zelfs het nabootsen van schrijfstijlen die je geweldig vindt, is een goede oefening. Het vereist ook dat je je eigen redacteur wordt, opnieuw lezend wat je hebt geschreven, om de kwaliteit en precisie ervan te verzekeren.
13. **Lees lezen andere talen.** Kies naast de taal waarin je graag leest ook een nieuwe taal om te leren. Je kunt beginnen met lezen in een andere taal door:
Een woordenboek aan te schaffen in de taal van je keuze. Leen er een uit de bibliotheek of koop een nieuwe bij de boekhandel.
Begin met kinderboeken. Boeken voor jonge schoolgaande kinderen bestaan uit eenvoudige, duidelijke passages en vergen een basiswoordenschat met betrekking tot algemene, gemakkelijk vertaalbare gebeurtenissen in het leven. Door te leren lezen op dit basisniveau kun je je voorbereiden op het oppakken van meer gevorderde teksten.
Probeer een vertaling van een dichtwerk. Kies een bekende dichter in de taal die je hebt gekozen om te leren, en zoek een versie van hun boek met versies in de eigen taal naast een versie in jouw moedertaal. Lees langzaam en zorgvuldig, en vergelijk de vertaling met de originele versie. Bekijk hoe bepaalde concepten zijn vertaald in vergelijking met de taal die is gebruikt om ze te beschrijven. Dit is een effectieve manier om niet alleen een nieuwe taal te leren, maar ook een nieuwe cultuur begrijpen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-leesgewoonte-ontwikkelen", "language": "nl"} |
Een complete lichaamsmassage geven | De vaardigheid om een ontspannende complete lichaamsmassage te geven is een goede vaardigheid om te hebben. Je kunt het gebruiken om vrienden en familieleden te helpen ontspannen, om mensen te helpen met pijntjes en kwalen, of om intiem en romantisch bezig te zijn met je partner. Een fantastische complete lichaamsmassage geven is niet moeilijk, het vraagt alleen een beetje voorbereiding en kennis.
1. **Zorg ervoor dat de kamer comfortabel ingericht is.** Het is essentieel dat de kamer comfortabel ingericht is om je massage te kunnen uitvoeren. Als je partner/cliënt zich niet op zijn gemak voelt gedurende de massage, dan zal hij er minder van genieten!
Zorg ervoor dat ze ergens comfortabel kunnen liggen, zoals een bed, een zacht kleed of een echte massagetafel. Bedek het oppervlak met zachte handdoeken om ze schoon te houden en vrij van olie.
Zorg ervoor dat de kamer gezellig en warm is. Onthoud dat je partner/cliënt gedeeltelijk ontkleed zal zijn voor de duur van de massage en je wilt niet dat ze het koud hebben. Gebruik een ruimteverwarmer als dat nodig is.
Zorg ervoor dat de kamer die je gebruikt voor de massage ergens privé is, waar je niet gestoord zult worden door andere mensen, kinderen of dieren.
2. **Doe een kaars aan.** Er is iets heel ontspannend aan kaarsen, dus is het een goed idee om een paar kaarsen in de kamer aan te steken.
Dim als het mogelijk is de lichten of doe ze helemaal uit en werk bij het licht van de kaars. Je wilt de persoon die de massage ontvangt zo ontspannen laten worden dat ze aan het eind bijna in slaap zijn, dus hoe donkerder het is hoe beter!
Gebruik kaarsen met ontspannende (maar niet overheersende) geuren, zoals lavendel of sea breeze, om bij te dragen aan de totale ervaring.
3. **Speel zachte muziek.** Het spelen van ontspannende muziek kan bijdragen aan de kalme en ontspannen sfeer van de massage. Zachte klassieke muziek, of geluiden van de natuur zijn allebei goede opties.
Als het mogelijk is, probeer dan uit te zoeken welke soort muziek je partner/client mooi vindt. Onthoud dat de massage voor hun is, niet voor jou, dus je moet proberen in hun smaak te voorzien.
Speel de muziek niet te hard, het zou heel zacht op de achtergrond moeten klinken. Het moet bijdragen aan de ervaring, je niet ervandaan halen.
4. **Gebruik een massageolie.** Het is essentieel om een olie te gebruiken wanneer je een massage geeft. Het helpt je handen om gemakkelijk over de huid te glijden, zodat je niet trekt, knijpt of op een andere manier je partner/cliënt pijn doet.
Er zijn veel luxueuze (en dure) oliën te koop in de winkels, maar elke soort natuurlijk olie volstaat. Als je bijvoorbeeld zonnebloemolie of koolzaadolie in je keuken hebt, dan kun je ze gebruiken voor je massage. Jojoba en amandelolie zijn ook heel effectief en hebben een prettig aroma.
Je kunt een paar druppels etherische olie toevoegen aan je massageolie. Je moet pure (natuurlijke en onvervalste) etherische oliën gebruiken, geen chemische parfumoliën. Wees je ervan bewust dat etherische oliën in de bloedbaan kunnen komen, dus kies verstandig: opteer voor relatief zachte oliën zoals lavendel en sinaasappel. Maar als je partner/cliënt zwanger is of een serieuze medische aandoening heeft, dan moet je een gediplomeerde aromatherapeut raadplegen.
Probeer de olie en je handen licht te verwarmen voordat je de olie aanbrengt op de huid van je partner/cliënt. Koude olie en koude handen dragen niet bij aan een ontspannende massage!
5. **Zorg dat je ruim voldoende handdoeken voorhanden hebt.** Verzeker je ervan dat je ruim voldoende frisse, schone handdoeken bij de hand hebt om te gebruiken tijdens de massage.
Ten eerste zul je het oppervlak waar je op werkt met handdoeken moeten bedekken om hem te beschermen tegen de massageolie (die vlekken kan maken).
Ten tweede zul je handdoeken nodig hebben om het lichaam van je partner/cliënt mee te bedekken terwijl je aan ze werkt. Het beste is als ze tot hun ondergoed uitgekleed zijn om zo veel mogelijk huid vrij te laten als mogelijk is. Je kunt ze dan bedekken met een handdoek om hun eerbaarheid te beschermen en om ze warm te houden terwijl je aan elk lichaamsdeel werkt.
Ten derde zul je extra handdoeken nodig hebben om de overtollige olie van je handen te vegen gedurende en na de massage.
6. **Begin met de voeten.** Begin de voetzolen te masseren door beide handen rond de voet te vouwen en je duimen te gebruiken om druk uit te oefenen.
Geef vooral aandacht aan de boog van iedere voet omdat dit gebied geneigd is veel spanning op te bouwen, maar masseer ook de hiel en de bal van de voet.
Wanneer je bij de tenen aankomt, pak ze dan allemaal apart vast en geef ze een lichte ruk. Dit helpt om eventuele spanning los te laten.
Wees je ervan bewust dat niet iedereen het fijn vindt dat hun voeten aangeraakt worden, en sommige mensen zijn erg kittelig, dus vraag het aan je partner/cliënt voordat je hun voeten aanraakt!
7. **Werk je weg naar boven via de benen.** Wanneer je klaar bent met de voeten, ga dan door met de achterkant van de benen. Strijk over elk been een paar keer met lange, ontspannende bewegingen om mee te beginnen. Vanaf de kuit tot aan de bovenkant van de dij.
Oefen een lichte druk uit met beide handen, daarbij de huid zacht strekkend. Deze techniek is bekend als effleurage, en is een goede manier om rustig met de massage te beginnen.
Bedek dan het been waar je op dit moment niet aan werkt met een handdoek en richt je op het masseren van de kuit van één been. Gebruik een knedende techniek (zoals het kneden van brood) om aan de kuitspier te werken.
Werk naar boven richting de dij en herhaal de knedende techniek hier. Druk dan de muis van je hand in de huid en beweeg het heel langzaam over de dij. Je zou altijd moeten bewegen in de richting van het hart.
Bedek het been waar je nu klaar mee bent met een handdoek (om de warmte erin te houden) en herhaal de massage op het andere been.
8. **Beweeg van de onderrug naar de bovenrug.** Gebruik de effleurage techniek zoals hierboven beschreven om lange zachte strijkingen te maken, vanaf de bovenkant van de billen tot de basis van de nek.
Plaats de palmen van beide handen ieder aan een kant van de wervelkolom en werk je weg naar boven. Houd je handen parallel aan elkaar. Wanneer je de bovenkant van de rug bereikt hebt, waaier je handen dan naar buiten over de schouders, alsof je de vorm van de bovenkant van een hart aangeeft.
Ga terug naar de onderkant van de rug en gebruik een knedende beweging om de grote spieren aan beide kanten van de wervelkolom te behandelen. Deze gebieden neigen ernaar om veel spanning op te bouwen, dus zorg ervoor dat je hier wat tijd aan besteedt.
Gebruik hierna een 'drukken en loslaten' techniek om je weg naar boven te werken. Dit houdt in dat je je vingertoppen stevig in het vlees op de rug drukt, voordat je het snel loslaat. Wanneer de druk wordt losgelaten, zullen de hersenen van je partner/cliënt een stroom van aangename chemicaliën loslaten.
Wanneer je bij de bovenrug aankomt, laat je partner/cliënt dan zijn ellebogen buigen zodat hun schouderbladen uitsteken. Dit zal je een betere toegang geven tot de spier rond de rand van de schouderbladen, welke vaak veel spanning en knopen bevat.
Gebruik om aan de knopen te werken een duim of enkele vinger om herhaaldelijk te drukken en los te laten rond het probleemgebied.
9. **Doe de nek en de schouders.** Wanneer je klaar bent met de schouders, gebruik dan de druk en loslaat techniek om rond de nek te masseren, helemaal tot aan de haarlijn. Onthoud om je handen aan beide kanten van de wervelkolom te houden.
Plaats een hand op beide schouders in de klassieke massagepositie en kneed de duimen diep in de spieren van de schouders. Gebruik je vingers voor grip, maar druk ze niet in het sleutelbeen, aangezien dat pijnlijk kan zijn.
Verplaats je nu om voor het hoofd van je partner/cliënt te staan, zodat zijn schouders voor je liggen. Maak een vuist van beide handen, en wrijf met de knokkels zacht maar stevig over de bovenkant van de schouders, om eventuele spanning los te maken.
Gebruik nu je duimen om langs de bovenkant van de schouders, en omhoog langs de achterkant van de nek, te drukken en los te laten.
10. **Masseer de handen en armen.** Wanneer je klaar bent met de nek en schouders, ga dan verder met de armen, waarbij je aan één tegelijk werkt.
Houd de pols van je partner/cliënt in je linkerhand, zodat zijn hele arm opgetild wordt van het bed. Gebruik dan je rechterhand om langs de achterkant van de onderarm, langs de bovenarm en over de schouder te vegen, terugkerend aan de andere kant.
Schakel nu over naar het vasthouden van de pols in je rechterhand, en veeg dan met je linkerhand langs de onderarm en bovenarm, dan over de schouder te vegen, en terug te keren aan de andere kant.
Plaats de arm van je partner/cliënt terug op het bed, en gebruik dan je vingers en duimen om de onderarmen en bovenarmen zachtjes te kneden.
Om de handen te masseren neem je zijn hand in jouw hand en masseer je de palm met je duimen, met kleine cirkelende bewegingen. Neem dan elke vinger om de beurt en glijd langzaam van de knokkels naar de nagel. Trek stevig aan elke vinger, maar niet zo hard dat je ze kan breken!
11. **Eindig met het hoofd.** Vraag je cliënt/partner zich om te draaien zodat je kunt werken aan het hoofd en het gezicht. Geef ze de tijd als ze hun handdoek moeten herschikken.
Gebruik je duimen om de top van de schedel zachtjes te masseren. Voor extra genot kun je je nagels gebruiken om licht te krabben.
Hierna kun je de vouwen en het lelletje van elk oor masseren tussen je duim en wijsvinger. Gebruik dan je vingertoppen om zachtjes te vegen langs de contouren van de jukbeenderen en oogkas.
Leg je handen onder het hoofd van je partner/cliënt, en til het licht op van het bed. Gebruik je vingers om de kleine holletjes te vinden waar de nek overgaat in de basis van de schedel. Oefen stevige druk uit en laat dan los. Herhaal dit meerdere keren.
Leg je handen onder de kaak en duw het hoofd zachtjes omhoog om de nekspieren te strekken. Druk nu zachtjes op het midden van het voorhoofd (tussen de wenkbrauwen) met je vingertoppen en laat los. Herhaal dit gedurende 30 seconden.
Gebruik hierna je vingertoppen om de slaap zachtjes te masseren, in cirkelende bewegingen. De slaap is een belangrijk punt in de acupressuur, dus dit helpt om spanning los te laten.
12. **Werk langzaam.** Probeer nooit te haasten door de massage – het zou een luxueuze, ontspannen ervaring moeten zijn voor je partner/cliënt.
Wijd tijd aan elk individueel lichaamsdeel, waarbij je het je volle aandacht en zorg geeft, en houd je streken lang, zacht en langzaam.
13. **Houd je handen op elk moment in contact met de huid.** Je handen zouden in contact met de huid van je partner/cliënt moeten zijn gedurende de volle duur van de massage – dit houdt het momentum vloeiend en breekt geen moment de sfeer van ontspanning.
Zelfs als je een handdoek moet pakken, een slok water of meer massageolie, probeer dan toch de hele tijd een hand op de huid te houden.
14. **Communiceer.** Communicatie is de sleutel gedurende een massage. Wat goed voelt voor jou kan minder goed voelen voor de andere persoon, dus het is belangrijk om hem te vragen hoe hij zich voelt en om echt iets te doen met hun antwoorden.
Vraag hem hoe de druk voelt, waar hij wil dat je aan werkt en waar ze het meest van genieten. Probeer echter wel te praten op een lage, zachte toon om de kalme sfeer te behouden.
15. **Schenk aandacht aan knopen.** Als de persoon waar je aan werkt veel knopen heeft in de rug, dan is het een goed idee om daaraan te werken om te proberen ze los te maken.
Zorg ervoor dat je het eerst aan je partner/cliënt vraagt, omdat sommige mensen dit te pijnlijk vinden en je hun ontspannende massage niet moet bederven.
Knopen kunnen aanvoelen als grote cirkelvormige gebieden van stijfheid of kleine bobbeltjes die aanvoelen als erwten onder de huid. Probeer recht boven de knoop te komen, anders kan hij wegslippen onder je vingers.
Oefen steeds meer druk uit op de knoop en draai dan je duim of vinger om te proberen hem los te maken. Het kan zijn dat je in tegengestelde richtingen moet draaien om hem volledig los te maken.
Probeer niet teveel betrokken te raken in diep weefselwerk – dit kun je het beste overlaten aan gekwalificeerde massagetherapeuten. Houd je bij wat goed voelt voor je partner/cliënt.
16. **Vermijd de ruggengraat en botten.** Oefen nooit druk uit op de ruggengraat of andere botten. Dit zal onprettig en oncomfortabel aanvoelen voor je partner/cliënt en heeft de potentie om meer kwaad dan goed te doen.
Het zijn de spieren waar je echt aan moet werken, aangezien dit is waar de meeste spanning zich ophoopt. Houd je bij de spieren en het kan niet mis gaan! | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-complete-lichaamsmassage-geven", "language": "nl"} |
Een barbecue schoonmaken | Als je je barbecue regelmatig schoonmaakt en goed onderhoudt zul je er langer plezier van hebben. Daarnaast is het een voorwaarde om gezond en lekker eten te kunnen bereiden op een barbecue. Na elk gebruik moet een barbecue worden schoongemaakt om bacteriën en voedselresten te verwijderen. In dit artikel leggen we je in eenvoudige stappen uit hoe je een gasbarbecue, elektrische barbecue of houtskoolbarbecue schoonmaakt. Je barbecue is in een handomdraai klaar voor het aankomende barbecueseizoen!
1. **Maak de branders en slangen schoon.** Als het seizoen begint moet je de barbecue goed schoonmaken. Controleer voor het schoonmaken of de kraan op de gasfles gesloten is.
Verwijder de briketten en de roosters.
Maak de gasslangen en brander los. Maak de slangen schoon met warm water met mild schoonmaakmiddel. Reinig de slangen grondig en droog ze met een schone handdoek. Wrijf de brander schoon met een vochtige handdoek.
Veeg de gaatjes op de branders schoon met een droge handdoek. Hierna kun je elk gaatje grondig schoonmaken met een tandenstoker of een satéprikker.
2. **Maak de barbecue schoon.** Dek alle gaskleppen af met aluminiumfolie om vocht en roest te voorkomen. Maak met warm water en schoonmaakmiddel de binnen- en buitenkant van de barbecue schoon. Droog het af met een schone droge handdoek. Als je hiermee klaar bent kun je de gasslangen en branders weer bevestigen.
Verwijder aanslag met een barbecueborstel met lang handvat.
3. **Brand het vet en vuil weg.** Draai de briketten om, sluit het deksel en zet de barbecue een kwartier lang op de hoge stand. Het vet komt hierdoor los van de roosters, en daardoor zijn ze makkelijker schoon te maken.
Laat de barbecue eerst 10 à 15 minuten afkoelen voordat je de roosters en briketten verwijdert. Was de roosters in water met zeep, en verwijder vastzittend vet met de barbecueborstel. Je kunt ook staalwol gebruiken om vastzittend vuil te verwijderen.
Maak de roosters schoon met een schone, droge handdoek en plaats de briketten en roosters terug.
4. **Maak de roosters na elk gebruik schoon.** Na het barbecueën kun je de roosters schoonmaken met de barbecueborstel. Verwijder alle voedselresten.
Besteed extra aandacht aan het gebied rondom de briketten of lavastenen, want voedsel valt vaak door het rooster heen. Verwijder alle voedselresten en veeg het gebied af met een oude lap.
5. **Dek de barbecue af.** Zodra de barbecue is afgekoeld kun je de hoes erom doen om de barbecue te beschermen tegen de elementen. Bedek de gasverbindingen om te voorkomen dat insecten eraan gaan knagen.
Als je de barbecue buiten laat staan kun je de barbecue afdekken en de gasfles aangesloten laten.
Als je de barbecue binnen zet moet je de barbecue afdekken en de gasfles los koppelen. De gasfles moet buiten opgeslagen worden. Zet de fles op een plek met schaduw, uit de buurt van roosters van de verwarming, droger of gasfornuis.
6. **Verhit het barbecuerooster.** Voordat je voedsel gaat bereiden steek je het houtskool aan, plaats je het rooster in de barbecue en doe je het deksel op de barbecue. Laat de barbecue 10 à 20 minuten opwarmen.
Op deze manier smelt het vet op het rooster waardoor het makkelijk te verwijderen is.
7. **Borstel het rooster.** Maak het rooster schoon met een barbecueborstel met lang handvat, verwijder alle resten. Als je geen barbecueborstel hebt kun je het rooster ook schoonmaken met aluminiumfolie. Hou het verfrommelde folie vast met een lange tang.
Door het rooster schoon te maken verwijder je vet, plakkerige marinades, kruiden en restjes gesmolten kaas. Dit komt allemaal op het voedsel terecht als je het rooster niet schoonmaakt.
Vlees en vis blijft aan vieze roosters plakken. Bij vis wordt sowieso aanbevolen om aluminiumfolie op het rooster te leggen en daar de vis op te garen.
8. **Gebruik je oven.** Als je oven een reinigingsstand heeft kun je het borstelen en schrobben laten zitten: leg het rooster direct in je oven.
Verwijder het rooster en andere metalen gedeelten (met voedselresten) van je barbecue.
Leg de onderdelen op het ovenrooster en stel de oven in op zelfreiniging.
De oven gaat op slot en wordt opgewarmd tot ongeveer 500 °C. Hierdoor worden alle voedselresten los gebrand en je oven wordt er ook nog eens mooi schoon van!
9. **Vet je rooster in.** Als het rooster schoon is vouw je een stuk keukenpapier in vieren. Doe wat plantaardige olie of olijfolie op het keukenpapier en verspreid de olie over het rooster, eventueel gebruikmakend van een lange tang.
Door het rooster in te vetten voorkom je dat het voedsel aan het rooster blijft plakken. Je kunt ook spekvet of vet van steaks gebruiken om het rooster in te vetten, dan krijgt het bereide voedsel extra smaak.
Kijk uit dat de olie niet op het houtskool druipt. Op die plekken kan het dan veel heter worden dan op andere plekken. Bij barbecueën is het de bedoeling dat de hitte gelijkmatig verdeeld wordt om een gelijkmatige garing van het eten te garanderen.
10. **Schraap na het barbecueën de voedselresten weg en vet het rooster nogmaals in.** Maak het rooster schoon met behulp van een barbecueborstel of verfrommeld aluminiumfolie en vet het rooster weer in om het te beschermen tegen roest.
De meningen verschillen over of je een barbecuerooster moet schoonmaken met water en zeep of dat je juist wat resten moet laten zitten. Dat is afhankelijk van je voorkeuren, maar onthoud in ieder geval dat je voedsel bereidt op het rooster. Gebruik dus geen chemicaliën of bleekmiddel om het rooster mee schoon te maken, want dat kan in je voedsel terechtkomen.
Als het barbecueseizoen voorbij is is het raadzaam om je rooster in te vetten voordat je het opslaat om roestvorming te voorkomen (want daar is alleen water, ijzer en zuurstof voor nodig).
11. **Gooi het houtskool weg.** Laat houtskool 48 uur afkoelen, wikkel het vervolgens in dik aluminiumfolie en plaats het in een niet-ontvlambare bak. Dat kan bijvoorbeeld een metalen emmer of blik zijn.
Zorg dat de niet-ontvlambare bak niet in de buurt staat van ontvlambare materialen zoals brandstof, aceton, zaagsel en papier.
Als je houtskool snel moet laten afkoelen kun je het in aluminiumfolie wikkelen en onder water dompelen. Plaats het daarna in een niet-ontvlambare bak.
12. **Dek je barbecue af.** Een belangrijk onderdeel van het schoon houden van een barbecue heeft te maken met opslag. Een barbecuehoes beschermt je barbecue tegen roestvorming en de elementen--zeker als je de barbecue buiten laat staan.
Een barbecuehoes beschermt niet alleen de barbecue zelf, maar ook andere barbecuebenodigdheden, zoals tangen en borstels.
Barbecuehoezen heb je in verschillende soorten, de lichte variant is geschikt voor het warme seizoen, in de winter kun je beter een zwaardere hoes gebruiken.
Door de hoes goed af te sluiten bescherm je de barbecue en voorkom je dat er dieren en insecten in kunnen.
13. **Haal de stekker van de barbecue uit het stopcontact.** Als je klaar bent met het gebruiken van de barbecue zet je de barbecue uit en trek je de stekker uit het stopcontact. Laat de barbecue helemaal afkoelen voordat je de barbecue aanraakt.
14. **Maak het vetbakje schoon.** De meeste elektrische barbecues hebben een klein opvangschaaltje waar de overtollige sappen en vetten in worden opgevangen.
Volg de instructies in de gebruiksaanwijzing bij het verwijderen van het bakje. Gooi de inhoud in de vuilnisbak.
Doe het vetbakje in de vaatwasser (als het vaatwasserbestendig is) of was het met de hand af met warm water en afwasmiddel.
15. **Veeg de barbecue schoon.** Veeg het vet en voedselresten van de barbecue met een stuk keukenpapier. Bij sommige modellen kun je de roosters verwijderen. Deze roosters kunnen in de vaatwasser worden schoongemaakt of met de hand.
Lees de gebruiksaanwijzing van je barbecue voor specifieke instructies.
Dompel nooit de hele barbecue onder in water. De barbecue is een elektrisch apparaat, sommige elementen zijn niet tegen water bestand.
16. **Maak de barbecue schoon met een spons.** Als de roosters niet verwijderd kunnen worden kun je de roosters schoonmaken met een spons met afwasmiddel. Kijk uit met schuurmiddel, dat kan de anti-aanbaklaag beschadigen.
17. **Wrijf het na met een theedoek.** Na het wassen kun je de zeepresten en eventueel overgebleven vetresten verwijderen met een vochtige theedoek. Hierna maak je de roosters droog met keukenpapier.
18. **Maak de buitenkant van de barbecue schoon.** Druppel wat afwasmiddel op een spons en ontvet daarmee de buitenkant van de barbecue. Opspattend vet kan opbouwen op de onder- en bovenkant van de barbecue, maak dit schoon na elk gebruik.
wat betreft onderhoud en opslag van de barbecue kun je de instructies in de gebruiksaanwijzing volgen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-barbecue-schoonmaken", "language": "nl"} |
Weten of je schimmelnagels hebt | Nagelschimmel, ook bekend als onychomycosis of tinea unguium, is een veel voorkomende aandoening die zowel de vinger- als de teennagels kan aantasten, hoewel de teennagels er vatbaarder voor zijn. Het begint vaak als een witte of gele vlek onder je nagel(s) en kan ernstige schade aan de nagel(s) of andere infecties veroorzaken als het onbehandeld blijft. Door de signalen en symptomen te herkennen en de aandoening te behandelen, kun je niet alleen weten of je schimmelnagels hebt, maar ook van deze potentieel lelijke aandoening afkomen.
1. **Leer de oorzaken kennen.** Nagelschimmel wordt meestal veroorzaakt door een dermatofytische schimmel, maar de infectie kan ook voortkomen uit gisten en schimmels op je nagel. De gisten of schimmels die nagelschimmel veroorzaken kunnen je infecteren en gedijen onder de volgende omstandigheden:
Onzichtbare sneetjes op je huid of een kleine scheiding van je nagelbed.
Blootstelling aan warme, vochtige omgevingen zoals zwembaden, douches en zelfs je schoenen.
2. **Wees je bewust van je risicofactoren.** Hoewel elke persoon schimmelnagels kan krijgen, kunnen bepaalde factoren ervoor zorgen dat je vatbaarder bent voor het ontwikkelen ervan. Je risico kan hoger zijn vanwege:
Leeftijd, waardoor de doorbloeding kan verminderen en de nagelgroei kan vertragen
Geslacht, vooral mannen met een familiegeschiedenis van schimmelnagelinfecties
Locatie, met name als je in een vochtige of natte omgeving werkt of als je handen of voeten vaak nat zijn
Hevige transpiratie
Kledingkeuze, zoals het dragen van sokken en schoenen die niet goed ventileren en/of transpiratievocht absorberen
Nabijheid van iemand die schimmelnagels heeft, vooral als je samenleeft met een besmet persoon
Voetschimmel
Het hebben van een kleine huid- of nagelverwonding of huidaandoening zoals psoriasis
Diabetes, circulatieproblemen of een verzwakt immuunsysteem.
3. **Herken de symptomen.** Nagelinfecties vertonen enkele typische kenmerken waardoor je snel weet of je de aandoening hebt. Nagels die geïnfecteerd zijn met schimmels, gisten of schimmels zijn mogelijk:
Dik
Wit of verkleurd, met of zonder witte spikkels in het nagelbed
Broos, brokkelig of rafelig
Vervormd
Dof en zonder enige glans
Donker van kleur, wat het resultaat is van vuilophoping onder de nagel.
Schimmelnagels kunnen er ook voor zorgen dat de nagel loskomt van het nagelbed.
4. **Let op veranderingen aan je nagel.** Let goed op je nagels om te zien of er na verloop van tijd veranderingen optreden. Zo weet je gemakkelijker of je schimmelnagels hebt en kun je ze tijdig laten behandelen.
Let op witte en gele vlekken of strepen onder en aan de zijkanten van de nagel. Dat is een van de eerste tekenen die je kunt opmerken.
Let op veranderingen in de textuur van de nagel, zoals brosheid, verdikking of verlies van glans.
Verwijder de nagellak minstens één keer per week, zodat je je nagels kunt controleren. Nagellak kan het moeilijk maken om de symptomen van schimmelnagels goed te herkennen.
5. **Let op mogelijke pijn.** Meer gevorderde gevallen van schimmelnagels kunnen pijn en mogelijk ontsteking aan je nagels en omliggende weefsels veroorzaken. Verdikte nagels kunnen gepaard gaan met pijn, waardoor het gemakkelijker is om te weten of je een schimmelnagel hebt, in tegenstelling tot een ingegroeide teennagel of een andere aandoening. Je kunt pijn ervaren tijdens het lopen of het dragen van schoenen als je een geïnfecteerde teennagel hebt.
Voel of je pijn voelt direct op je nagel of eromheen. Je kunt zachtjes op je nagel drukken om te zien of je pijn ervaart.
Let op of de pijn niet het gevolg is van te strakke schoenen, die pijn in je teennagels kunnen veroorzaken.
6. **Detecteer geur.** Dode of afstervende weefsels die zich ophopen onder je nagel(s) of nagelafscheiding kunnen ervoor zorgen dat je nagels een geur afgeven. Het opsporen van een ongewone geur kan je helpen erachter te komen of je schimmelnagels hebt en de juiste behandeling te krijgen.
Let op een bijzonder vieze geur die kan lijken op iets dat dood is of aan het rotten.
7. **Ga naar je dokter.** Als je symptomen van schimmelnagels vertoont en niet zeker bent van de oorzaak of als huismiddeltjes niet werken bij het vermoeden van schimmelnagels, maak dan een afspraak met je arts. Je arts kan je tenen onderzoeken en eventueel tests uitvoeren om het type infectie dat je hebt te bevestigen, wat de arts kan helpen de beste behandeling voor je te regelen.
Vertel je arts hoe lang je al klachten hebt en leg uit of je ook pijn of een kwalijk riekende geur hebt opgemerkt.
Laat je arts je nagels onderzoeken, dat kan de enige test zijn die de arts nodig heeft om schimmelnagels te diagnosticeren.
De arts kan wat vuil van onder je nagel schrapen en het opsturen voor verdere tests, om te bepalen wat de oorzaak is van je infectie.
Wees ervan bewust dat sommige aandoeningen zoals psoriasis zich kunnen manifesteren als schimmelinfecties van de nagel.
8. **Neem orale antischimmelmedicijnen.** Vaak kunnen topische therapieën de schimmel niet volledig uitroeien en heb je een oraal antischimmelmiddel nodig om van de infectie af te komen. Deze geneesmiddelen, waaronder terbinafine (Lamisil) en itraconazol (Sporanox) kunnen helpen een nieuwe, infectievrije nagel te laten groeien, ter vervanging van de gebieden met schimmel.
Neem deze behandeling gedurende zes tot 12 weken. Wees ervan bewust dat het vier maanden of langer kan duren om de infectie te doden.
Begrijp dat je bijwerkingen kunt krijgen zoals huiduitslag en leverschade. Spreek met je arts over andere medische aandoeningen voordat je orale antischimmelmiddelen neemt.
9. **Knip en maak je nagels dunner.** Het knippen van je nagels en ze dunner maken kan helpen de pijn en druk op je nagels en nagelbedden te verlichten. Dit kan ook helpen om eventuele behandelingen gemakkelijker door te laten dringen en de infectie te genezen.
Maak de nagels zachter voordat je ze knipt of uitdunt. Je kunt dit doen door ureumcrème op de aangetaste nagels aan te brengen en deze af te dekken met een verband en het product er 's ochtends af te wassen. Gebruik deze procedure totdat de nagels zachter worden.
Bescherm het gebied rond de nagel met vaseline.
10. **Breng Vicks VapoRub aan.** Sommige studies hebben aangetoond dat het inwrijven van Vicks VapoRub op schimmelnagels kan helpen bij de behandeling ervan. Maak elke dag een dun laagje van het product aan om schimmelnagels te helpen doden.
Gebruik een wattenstaafje om de VapoRub op je nagel aan te brengen.
Breng het product 's avonds aan en laat het 's nachts zitten. Veeg het er 's ochtends af.
Herhaal dit proces totdat de infectie is verdwenen.
11. **Probeer kruidenremedies.** Er is enig bewijs dat alternatieve kruidenremedies kunnen helpen bij de behandeling van schimmelnagels. Twee kruidenremedies die schimmelnagels kunnen doden en op afstand kunnen houden zijn:
Snakeroot-extract, dat afkomstig is van de zonnebloemfamilie. Een maand lang elke derde dag aanbrengen, de maand daarna twee keer per week, en de derde maand een keer per week.
Tea tree-olie. Tweemaal per dag aanbrengen tot de schimmel is verdwenen.
12. **Gebruik crèmes en zalven.** Als je witte of gele vlekken op je nagels ziet, breng dan een nagelcrème of -zalf aan die vrij of op recept verkrijgbaar is. Voor ernstigere gevallen kunt je je arts een medicinale crème laten voorschrijven. Dit kan helpen om de infectie in de kiem te smoren voordat deze zich uitbreidt of ernstiger wordt.
Vijl het oppervlak van de nagel af, dompel het aangetaste gebied in water en droog het af voordat je de behandeling toepast.
Volg de instructies op de verpakking en van de arts om de infectie zo effectief mogelijk te doden.
13. **Lak je nagels met medicinale nagellak.** Je arts kan je aanraden een medicinale nagellak op je aangetaste nagels aan te brengen. Dit kan helpen de infectie te doden en te voorkomen dat de schimmel zich verspreidt. Dit moet maandenlang consequent worden gedaan om enig effect te hebben.
Breng ciclopirox (Penlac) aan op je nagels eenmaal per dag gedurende een week en verwijder en herhaal dan de nagellak.
Het duurt een jaar van dit soort behandeling om de schimmel onder controle te krijgen.
14. **Overweeg andere procedures.** Ernstige schimmelinfecties kunnen meer invasieve behandelingen vereisen. Praat met je arts over andere procedures zoals nagelverwijdering of lasertherapieën om je schimmelnagel te helpen genezen.
Je arts kan je nagel verwijderen als de schimmel bijzonder ernstig is. In dat geval kan er binnen een jaar weer een nieuwe nagel aangroeien.
Sommige studies hebben aangetoond dat laser- en lichttherapieën kunnen helpen bij de behandeling van schimmelnagels, alleen of in combinatie met andere medicatie. Wees je ervan bewust dat deze therapieën mogelijk niet door de verzekering worden gedekt en duur zijn.
15. **Schimmelnagels voorkomen.** Je kunt de verspreiding of terugkerende infectie door schimmelnagels helpen voorkomen als je stappen onderneemt om het risico op de aandoening tot een minimum te beperken. De volgende gewoonten kunnen helpen om het risico op schimmelnagels te beperken:
Houdt handen en voeten schoon en de nagels kort en droog
Draag absorberende sokken
Draag schoenen die ventilatie bevorderen
Doe oude schoenen weg
Breng antischimmelspray of -poeder aan in de binnenkant van de schoenen
Pluk niet aan de huid rond de nagels
Draag schoenen in openbare ruimtes
Verwijder nagellak en kunstnagels
Was je handen en voeten na het aanraken van een geïnfecteerde nagel
Houd je douche schoon | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-je-schimmelnagels-hebt", "language": "nl"} |
Chole masala bereiden | Chole masala (ook bekend als chana masala) is een Noord Indiaas kikkererwtengerecht. Het is gekruid, rijk aan smaak en heeft een subtiele citrussmaak. In India wordt het vaak met bathura, zacht gefrituurd brood, ook wel puri genoemd, gegeten. Je kan dit gerecht ook buiten India vinden, van Indiase restaurants in Engeland tot aan de diepvriesafdeling in een Amerikaanse supermarkt toe. Als je wilt weten hoe je je eigen chole maakt, ga dan naar stap 1 om direct te beginnen.
1. **Laat een kopje kikkererwten minstens 6 uur weken in koud water, het liefst een nacht.** Als je de kikkererwten 24 uur weekt krijg je het beste resultaat. Als je daar geen tijd voor hebt kun je ook een blikje kikkererwten gebruiken. Je gerecht zal dan echter wel wat minder smaakvol worden.
2. **Kook de kikkererwten in een snelkookpan.** Nadat je de kikkererwten, ook wel chana genoemd, hebt geweekt kun je ze afgieten en spoelen met water voordat je ze in de snelkookpan doet. Zorg dat ze net onder water staan. Doe er 1 el. zout en 2 laurierbladeren bij en kook de chana 20 minuten totdat ze een beetje zacht zijn; de kikkererwten zullen nog zachter worden nadat je ze gebakken hebt. Je kan ook een zware braadpan gebruiken als je geen snelkookpan hebt.
3. **Verhit de 3 el.** ghee (geklaarde boter) in een braadpan en doe er de 2 aardappels die je in blokjes hebt gesneden bij. Bak de aardappels totdat ze zacht zijn. Dit duurt ongeveer 10 minuten. Als de aardappels klaar zijn haal je ze uit de pan. Je laat de ghee in de pan zitten.
4. **Bak 2 el.** gehakt korianderblad (dhania), 1 el. komijn (jeera powder) en 2 el. chilipoeder een paar seconden in dezelfde pan.
5. **Voeg dan de gekookte kikkererwten toe en bak deze 5 minuten.** Roer ondertussen in de pan. Zet de pan op een middellaag vuur.
6. **Voeg 1 el.** chole of chana masala toe, 1 el. mango poeder en een halve tl. gemalen zwarte peper. Bak dit 2 minuten mee en roer alles goed.
7. **Voeg de in blokjes gesneden aardappels en tomaat toe en bak deze 2 minuten mee.** Als je klaar bent haal je de pan van het vuur en doe je het mengsel op een bord.
8. **Doe de garnering erbij.** Je legt de schijfjes tomaat om de chole masala heen, de chili peper leg je op de chole masala en het gehakte korianderblad strooi je erover heen.
9. **Dien het gerecht op.** Je kan dit smakelijke gerecht opdienen met bhaturas (puri), gerst of rijst. Je kan er ook zure room op doen en een beetje citroensap.
10. **Overweeg eens om andere variaties van chole te maken door andere kruiden en groenten te gebruiken waarbij je het recept grofweg aanhoudt.** Probeer onderstaande variaties eens uit:
Methi chole. In dit gerecht zit gepureerde ui of tomaat, fenegriekblad, kardemom en kaneel.
Palak chole. Hierin zit spinazie, oftewel palak.
Chole met kokosnoot. Dit smakelijke gerecht dankt zijn unieke smaak aan de geraspte kokosnoot die eraan toe wordt gevoegd. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Chole-masala-bereiden", "language": "nl"} |
Je vriendje vertellen dat het je spijt | Iemand vertellen dat het je spijt — en het daadwerkelijk menen— kan een van de moeilijkste momenten zijn van een relatie. Het is ook een van de meest kritieke momenten. Als je bijvoorbeeld een vriendje hebt die je niet kwijt wilt, dan zal je op een gegeven moment op een oprechte, specifieke, onvoorwaardelijke, niet egoïstische manier je verontschuldigingen moeten aanbieden. En als je een vriendje hebt, dan werken de technieken zoals hier besproken voor zowat iedereen.
1. **Geef naar jezelf toe dat je verkeerd zat.** Een onoprechte verontschuldiging is meestal meer moeite dan helemaal geen verontschuldiging. Als je jezelf er niet van kunt overtuigen dat je verkeerd zat, dan zal je de ander waarschijnlijk ook niet kunnen overtuigen.
Denk terug aan je kindertijd. Wanneer je werd gedwongen om een halfslachtige verontschuldiging te bieden aan je broer vanwege een kleine overtreding, gaf het jou of hem dan een beter gevoel?
Als je jezelf er niet toe kunt brengen om in te zien (en te zeggen) dat je iets verkeerd hebt gedaan, dan moet je wellicht bereid zijn om de relatie te verliezen. Dat kan de juiste keuze zijn, maar wees duidelijk over de mogelijke gevolgen terwijl je beslist of je je kunt en gaat verontschuldigen.
2. **Overweeg de impact van je overtreding.** De aloude wijsheid om jezelf in andermans schoenen te plaatsen is hier van toepassing. Denk goed na over hoe de impact van je acties voor je vriendje en waarom een verontschuldiging op zijn plek is. Dit helpt om oprecht en effectief spijt te betuigen.
Bijvoorbeeld: een schijnbaar onschuldige en nonchalante reactie van jouw kant over hoe beroerd het basketbalteam van je plaats is dit jaar, is waarschijnlijk wat ingrijpender als je je bedenkt dat je vriendje in de basis zit van het team.
Terwijl vaak wordt gezegd dat je 'van een mug geen olifant moet maken', is dit nu juist een situatie waarin je dat wel moet doen. Zwicht niet voor onze natuurlijke neiging om de ernst van onze eigen acties te bagatelliseren; concentreer je in plaats daarvan op de echte pijn die je hebt veroorzaakt.
3. **Vergeef jezelf.** Als je iets verkeerd hebt gedaan en je weet dit, dan kunnen je schuldgevoelens in de weg gaan zitten van het bieden van een oprechte verontschuldiging naar de benadeelde partij (je vriendje, bijvoorbeeld). Het accepteren en loslaten van je fouten, zal je in staat stellen om je energie te richten op de behoeften van je partner.
Je merkt wellicht dat het doen van enkele zelfbevestigingsoefeningen (het herhalen van een mantra, yoga, het opschrijven van je gedachten) voordat je je gaat verontschuldigen, helpt bij het afkomen van een deel van de schuldgevoelens, die er anders voor kunnen zorgen dat je defensief wordt terwijl je je probeert te verontschuldigen.
Als je het niet kunt loslaten, je fouten niet kunt accepteren en om verder te kijken, dan is de kans groot dat je vriend dit ook niet zal kunnen doen.
4. **Plan je verontschuldiging.** Terwijl een directe verontschuldiging wel zo netjes is wanneer je per ongeluk op de teen van je vriendje stapt of je drankje op hem morst, kunnen meer serieuze excuses het beste worden gedaan door voorbereiding en zelfs met enige oefening.
Om ervoor te zorgen dat je de drie onderdelen — spijt, verantwoordelijkheid en remedie — toepast die de meeste goede excuses bevatten, is het beter om na te denken over wat je wilt zeggen. Oefen voor een spiegel of vraag een vriend(in) om je te helpen.
Persoonlijke excuses zijn meestal het beste, maar geschreven excuses kunnen een optie zijn, als je vriendje je niet wil zien (bijv. omdat je bent vergeten om hem op te halen van het vliegveld), of als je weet dat je verontschuldiging op die manier veel beter overkomt.
Terwijl je normaal gesproken beter kunt wachten met je verontschuldigingen, om die precies goed te krijgen, is het soms beter om je preventief te verontschuldigen voordat hij uiting geeft aan zijn gekwetste gevoelens. Bijvoorbeeld: als je weet dat hij boos zal zijn omdat je zijn verjaardag bent vergeten, dan kun je je daarop voorbereiden met een goede 'spijtbetuiging', voordat hij de kans heeft te geven zijn teleurstelling te laten blijken.
5. **Neem je verantwoordelijkheid.** Welke vorm je verontschuldiging ook aanneemt, maak het kristalhelder dat je de verantwoordelijke partij bent en hij degene is die is geschaad. Probeer de schuld niet te bagatelliseren, rechtvaardigen, of de schuld te delen.
Zelfs als de ander ook enig schuld draagt, blijft dit jouw verontschuldiging, dus moet je gericht zijn op wat jij verkeerd hebt gedaan. Richt je niet op een verontschuldiging van de ander waarvan jij vindt dat je er recht op hebt (in ieder geval niet nu), maar op die welke jij moet geven.
Gebruik zinnen die volgen op de formulering 'Ik... je', waarbij je de details invult van dat wat je hebt gedaan waardoor de ander gekwetst is, en wat je gaat doen om de schade te herstellen, of herhaling te voorkomen.
6. **Zeg wat hij moet horen.** Als je ooit teleurgesteld bent door de 'excuses' die veel politici en beroemdheden met veel gemak lijken te geven maar onecht overkomen, dan komt dit mogelijk door het ergerlijke ontbreken van daadwerkelijke schuldgevoelens en wroeging bij de zich verontschuldigende partij.
Vaker wel dan niet, is het beter om specifiek 'Het spijt me' en 'Ik zat verkeerd' te zeggen. Dergelijke eenvoudige zinnen kunnen ongelooflijk moeilijk zijn om te produceren, maar ze vormen het fundament van een goede verontschuldiging.
Er een reden bij geven — waarbij je duidelijk aangeeft waarom het jouw fout is — is ook een goed idee.
Vergelijk het volgende: 'Mijn fout. Mijn vrienden en ik hadden zo veel plezier dat ik totaal de tijd ben vergeten en niet meer aan je optreden heb gedacht' met 'Het spijt me dat ik het optreden van je band heb gemist. Het was verkeerd om daar niet mijn eerste prioriteit voor vanavond van te maken, omdat ik weet dat het belangrijk voor mij was om daar te zijn en je aan te moedigen.'
7. **Respecteer zijn gevoelens.** Je mag hopen dat hij je goed voorbereide verontschuldiging onmiddellijk accepteert en je meteen vergeeft, maar gekwetste gevoelens genezen vaak niet zo snel. Hoewel je verbaal misbruik niet hoeft te accepteren (en zeker elke andere vorm niet), is het goed om hem wel enige speelruimte te geven om zijn frustraties of teleurstelling te uiten.
Het kan moeilijk zijn om je excuses aan te bieden, en het is moeilijk voor veel mensen om die te accepteren. Sommige kunnen de verontschuldiging gebruiken als excuus om je op te zadelen met een heleboel gekwetste gevoelens. Of hij kan dichtklappen en niets meer zeggen, proberen je te negeren, of niet naar je willen luisteren. Focus op dat waar je macht over hebt, en luisteren geduldig als hij wat wil zeggen.
Eis niet om vergiffenis en verwacht die ook niet (ten minste niet meteen). In plaats van dit van hem te verwachten door te zeggen 'Vergeef me, alstublieft', zeg je 'Ik hoop dat je mij op een gegeven moment kunt vergeven.'
8. **Spreek duidelijk, direct en oprecht.** Zoals aangegeven door de vorige stappen in dit artikel, zijn de beste verontschuldigingen goed doordacht, ter zake, en expliciet over je schuld, berouw en toewijding om de ontstane wond te genezen.
Overweeg de volgende voorbeelden van verontschuldigingen, die gebruikmaken van de drie onderdelen van een verontschuldiging: spijt, verantwoordelijkheid en remedie.
'Het spijt me; ik realiseer me dat ik door te laat te zijn ervoor heb gezorgd dat we het eerste deel van de film hebben gemist. Volgende keer is de film voor mijn rekening.'
'Het spijt me. Ik weet dat het moeilijk voor je is om mensen te vertrouwen, en mijn leugen heeft dit niet eenvoudiger voor je gemaakt. Ik had niet moeten liegen, ongeacht hoe bang ik was voor je reactie. Ik beloof om van nu af aan eerlijk tegen je te zijn.'
' Het spijt me dat ik zo tegen je tekeer ben gegaan. Ik had me zo niet tegenover je uit moet laten. Ik zal eraan werken om je te laten weten wanneer ik iets niet leuk vindt, in plaats van het op te kroppen en vervolgens op een gegeven moment te ontploffen.'
9. **Houd je aan je beloften.** Als je een remedie met je verontschuldiging aangeboden hebt, dan moet je bereid zijn om je daaraan te houden. Beschouw je verontschuldiging als onvolledig totdat je dit laatste deel hebt afgerond.
Als je heb beloofd om niet meer te laat te komen, veranderen je routines dan merkbaar, zodat je op tijd kunt zijn. Een herkenbare gedragsverandering is een goed teken van oprechtheid.
Elke keer dat je dezelfde verontschuldiging weer moet maken, wordt het minder geloofwaardig en minder aanvaardbaar. Misschien kan je je neiging om kwetsende dingen te zeggen als je gestrest bent niet volledig veranderen, maar een aantoonbare inspanning om te veranderen zal de volgende verontschuldiging meer kans geven om te worden aanvaard.
10. **Gebruik de kracht van aanraking.** Een verontschuldiging gecombineerd met het vasthouden van elkaars hand of een hand op de schouder van de ander, gevolgd door een knuffel, kan zelfs nog effectiever zijn. Aanraking drukt intimiteit (je kent en begrijpt hem) en oprechtheid (je meent echt wat je zegt) uit.
Vertrouw natuurlijk op je eigen oordeel. Als je iemand echt pijn hebt gedaan, dan kan die persoon terugdeinzen voor je aanraking. Probeer contact niet te forceren wanneer dat niet gewenst is. Maar je kunt wel eens verrast zijn hoe vaak zelfs de meest stoïcijnse vriend een knuffel waardeert wanneer zijn gevoelens zijn gekwetst.
11. **Laat je verontschuldiging gepaard gaan met een zorgzame daad.** Een goede verontschuldiging toont aan dat je de andere persoon goed kent, en iets doen waarvan je weet dat het gewaardeerd zal worden kan dit alleen nog maar meer versterken.
Schrijf een gedicht of lied over hem. Maak een schilderij of maak een fotocollage van gelukkige tijden die jullie hebben gedeeld. Maak zijn favoriete maaltijd. Meld je aan als vrijwilliger om te helpen bij zijn favoriete liefdadigheidsinstelling.
Wat je doet hoeft niet noodzakelijkerwijs gerelateerd te zijn aan je fout, maar dat kan wel bijzonder effectief zijn in bepaalde gevallen. Als je zijn verjaardag bent vergeten, organiseer dan een week of twee later een verrassingsfeestje voor hem. Zet alles op alles om er zijn soort feestje van te maken.
Niet om alle vriendjes over een kam te scheren, maar bij sommigen zullen zorgzame daden van een meer fysiek karakter bijzonder welkom zijn. Als je dit niet onprettig vindt, dan is het jouw eigen beslissing. Laat je nooit dwingen om iets te doen wat je niet wilt — ongeacht of het iets fysieks is of anderszins — als onderdeel van een verontschuldiging. Verontschuldigen zijn geen uitnodiging om je te laten gebruiken.
12. **Vraag niets in ruil.** Vergeet niet om je te concentreren op je rol en wat je moet doen als onderdeel van je verontschuldiging. Je kunt niet bepalen hoe hij zal reageren, of wat hij gaat zeggen of doen.
Het enige dat je kunt doen is laten zien dat je een goede partner bent, door aan te tonen dat je kunt toegeven wanneer je iets verkeerds hebt gedaan en eraan werken om de situatie te verhelpen. Het is aan hem om zijn ware aard te laten zien in hoe hij reageert en of hij zijn aandeel in het probleem kan toegeven (als die er is).
Uit jezelf aangeboden excuses (en vergeving) zijn belangrijk voor het succes van een relatie op de lange termijn. Gedwongen excuses en eisen om vergeving vormen een wankele basis om een relatie op te bouwen.
Verwacht niet van hem dat hij een deel van de schuld op zich neemt, of je rol in dat wat er is gebeurd niet zo belangrijk is omdat je je verontschuldigingen hebt aan hebt geboden. Zorg dat je zonder voorwaarden spijt betuigt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-vriendje-vertellen-dat-het-je-spijt", "language": "nl"} |
Gegalvaniseerd staal schilderen | Vanwege het egale, gladde met zink afgewerkte oppervlak kan gegalvaniseerd staal lastig te schilderen zijn. Voordat je direct met schilderen begint is het belangrijk om het gladde oppervlak voor te bereiden, zodat er verf aan blijft hechten. Begin door het staal grondig af te nemen met een chemische ontvetter. Wanneer je daarmee klaar bent neem je het oppervlak af met witte azijn om het lichtjes te etsen en te zorgen dat er verf aan blijft hechten. Zorg dat je ouder staal schuurt met fijn schuurpapier om alle plekken met geoxideerde zink en witte roest te verwijderen. Behandel het staal vervolgens met multifunctionele grondverf voor buiten op latexbasis, en breng tot slot twee gelijkmatige lagen hoogwaardige latex voor buiten aan.
1. **Maak het staal schoon met een chemische ontvetter.** Spuit het oppervlak in met het middel en schrob het vervolgens met een schone, pluisvrije doek. Een krachtige ontvetter verwijdert vuil, stof, schimmel en andere problematische resten zonder de beschermlaag van zink aan te tasten. Behandel steeds een klein gedeelte totdat je het hele oppervlak schoongemaakt hebt.
Je kunt gewone huishoudelijke middelen als terpentine en chloorbleek gebruiken om gegalvaniseerd staal klaar te maken om geschilderd te worden.
Als je gevelbekleding, dakpanelen of andere materialen wilt schilderen die aan weersinvloeden blootgesteld zijn, zul je het staal grondig schoon moeten maken om al het biologische vuil van het buitenste oppervlak te verwijderen.
2. **Laat het oppervlak drogen.** Wanneer je klaar bent met het schoonmaken van het staal laat je het met rust totdat alle resten van de ontvetter verdampt zijn. Op die manier hoef je je geen zorgen te maken dat de ontvetter de werking van de azijn verstoort die je gaat gebruiken om het gladde staal ruw te maken.
Doe als dat mogelijk is al het voorbereidende werk en schilderwerk binnen, of werk op een heldere dag met een lage luchtvochtigheid.
3. **Schuur ouder gegalvaniseerd staal lichtjes om witte roest te verwijderen.** Als je een voorwerp behandelt dat enigszins versleten is, zie je wellicht een krijtachtig of poederachtig laagje op bepaalde delen van het oppervlak zitten. Dit laagje kun je gemakkelijk wegschuren met schuurpapier met korrelgrootte 120 of hoger en een beetje geduld. Schuur het staal met zachte, ronddraaiende bewegingen totdat het oppervlak egaal is.
Neem het oppervlak na het schuren af met een doek die je natgemaakt hebt met warm water om al het schuurstof te verwijderen.
Dit krijtachtige laagje wordt ook wel witte roest genoemd. Het ontstaat wanneer de dunne laag zink die het staal beschermt begint te slijten als gevolg van ouderdom of blootstelling aan weersinvloeden.
4. **Neem het staal af met witte azijn.** Maak een schone, droge doek nat met gedistilleerde witte azijn en wring het overtollige vocht eruit. Behandel het gegalvaniseerde staal grondig en gebruik indien nodig meer azijn. Om de verf gelijkmatig aan te kunnen brengen is het belangrijk dat je alle delen van het oppervlak met azijn behandelt.
Het zuur in de azijn zal de gladde zinklaag lichtjes etsen, waardoor hij een ruwere textuur krijgt waar verf beter aan blijft hechten.
Als je een plek overslaat, kan de verf daar vlekkerig worden en gaan schilferen.
5. **Laat de azijn 1-2 uur zijn werk doen.** De azijn heeft zo genoeg tijd om het gegalvaniseerde oppervlak aan te vreten. Hoe langer je de azijn op het oppervlak laat liggen, hoe sterker het geëtst wordt en hoe beter je verf eraan zal blijven hechten. Je kunt de azijn zelfs een nachtje laten intrekken als dat past binnen de planning van je schilderklus.
Als je weinig tijd hebt, wacht dan totdat het oppervlak droog aanvoelt voordat je grondverf en verf aanbrengt.
6. **Breng grondverf op latexbasis aan.** Strijk of spuit de grondverf op het klaargemaakte stalen oppervlak. Behandel steeds een klein gedeelte om het staal met een gelijkmatige laag verf te bedekken. Zorg dat je geen plekken overslaat en er geen plekken zijn waar weinig verf zit. Dat kan later problemen veroorzaken wanneer je het staal schildert.
Om de verf zo goed mogelijk te laten hechten en een duurzame verflaag te krijgen kies je voor multifunctionele grondverf op latexbasis die bedoeld is voor gebruik buiten.
Als het staal bedoeld is voor buiten of een bedrijfsomgeving waar het nogal wat te verduren krijgt, denk er dan over om een sterkere, hoogwaardige epoxyprimer te gebruiken. Een dergelijke grondverf blijft semipermanent aan het oppervlak hechten en is bestand tegen krassen, schilferen en afbladderen.
7. **Laat de grondverf volledig drogen.** Dit kan 2-6 uur duren, afhankelijk van het product dat je gebruikt hebt. Om te kijken of de grondverf al overschilderbaar is ga je met je vingertop over het oppervlak. Als het kleverig is, zal de verf nog wat langer moeten drogen.
Door verf aan te brengen op natte grondverf zal de verf niet blijven hechten.
8. **Kies de juiste verf.** In de meeste gevallen heb je genoeg aan gewone latexverf voor buitenshuis. Dit type verf kun je gewoon bij de bouwmarkt kopen. Breng geen alkydverf als spuitverf op gegalvaniseerd staal aan.
Voor het beste resultaat zoek je naar verf die speciaal samengesteld is om aan gegalvaniseerd staal te blijven hechten.
De lakken in alkydverf kunnen met de gladde zinklaag op gegalvaniseerd staal reageren, waardoor de verf slecht hecht en afbladdert.
9. **Breng de eerste laag verf aan.** Strijk de verf met lange, rechte streken op het oppervlak. Dep de verf met je kwast in groeven, kieren en plekken met een textuur. Controleer na afloop of je geen plekken over hebt geslagen.
Een verfroller kan handig zijn om verf aan te brengen op grote oppervlakken als gevelbekleding en dakpanelen.
10. **Laat de eerste laag verf drogen.** Het zal meestal 3-4 uur duren voordat de verf stofdroog is en je een tweede laag op het oppervlak aan kunt brengen. Raak in de tussentijd de natte verf niet aan. Daardoor kun je de verf uitvegen en kunnen er oneffenheden in de verflaag ontstaan.
Verwacht dat het langer duurt voordat de verf droog is als het warm en vochtig weer is.
11. **Breng de tweede en laatste verflaag aan.** Bij de meeste schilderklussen zijn twee lagen verf genoeg. Breng de tweede laag verf op dezelfde manier aan als de eerste laag verf. Neem de tijd om te zorgen dat de tweede laag verf geen oneffenheden heeft, want die kunnen te zien zijn wanneer de verf droog is.
Een indirecte luchtstroom van een ventilator of airconditioning kan ervoor zorgen dat de laatste verflaag sneller droogt.
Wanneer de verflaag droog is kun je het voorwerp installeren of gaan gebruiken.
12. **Zorg dat de verf tijdens het uitharden aan zo weinig mogelijk blootgesteld wordt.** De meeste soorten verf op latexbasis drogen binnen enkele uren, maar het kan enkele weken (en in sommige gevallen zelfs een maand) duren voordat de verf volledig uitgehard is. Belast het staal tot dan indien mogelijk niet, oefen er geen druk op uit en stel het niet bloot aan grote hoeveelheden regen en hevige temperatuursschommelingen. Daarna zal het staal alles aankunnen waar je het aan blootstelt.
Als je de verf goed aanbrengt, zal de verf op het gegalvaniseerde staal lang meegaan en goed bestand zijn tegen extreme omstandigheden. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Gegalvaniseerd-staal-schilderen", "language": "nl"} |
Kruiden en specerijen combineren met groenten | Kruiden en specerijen helpen de smaak van groente versterken en zijn een goede toevoeging aan een gerecht. Maar met zo veel verschillende kruiden en specerijen is het moeilijk om te bepalen waar je moet beginnen. Bereid je voor om wat te experimenteren voor een echte smaaksensatie!
1. **Combineer artisjokken met peterselie, laurierblad, koriander en paprika.** Koriander (en kerrie ook trouwens) moet voor het koken toegevoegd worden. Alle andere kruiden kunnen tijdens of achteraf toegevoegd worden. Er zijn ook heel veel andere manieren om artisjokken klaar te maken. Leer hier op wikiHow bijvoorbeeld artisjokken stomen.
Gegrilde artisjokken? Ja lekker! Risotto met artisjokken? Zeker de moeite van het proberen waard. Heb je artisjokken geprobeerd met citroenknoflookmayonaise, of gebarbecued? Als het om artisjokken gaat valt er genoeg te experimenteren.
2. **Maak asperges klaar met dille, nootmuskaat, marjolein en rozemarijn.** Dragon en bieslook passen er ook goed bij. Gebruik deze kruiden en specerijen om de botersaus smaak te geven en maak dan van je asperges een heerlijk gekruide gesauteerde schotel.
Je kunt asperges stomen, roosteren, blancheren, ga zo maar door. Wil je een bekend recept? Probeer asperges in bacon verpakt. Mmm...
3. **Combineer bietjes met koriander, peper, dille, tijm, gember, bieslook, kruidnagel en salie.** Al deze kruiden gaan goed samen met de wat ondergewaardeerde biet, en kunnen lekker gecombineerd worden in een soep, stoofpot, salade of dip. Heb je wat ideeën nodig? Kijk dan op wikiHow voor een paar andere bietenrecepten:
Rode bietensoep
Rode bieten dipsaus
Rode bietensalade
Ingemaakte rode bieten
4. **Combineer broccoli met salie, oregano, bieslook, tijm, knoflook, nootmuskaat en rozemarijn.** Je hoort het goed, broccoli. Die groente die je nooit waardeerde tot je volwassen werd. Deze veelzijdige groente kun je met veel kruiden en specerijen combineren en daarmee kruidig en hartig maken. Met deze groente kan het haast niet misgaan.
Broccoli is ook een goede groente voor vrijwel elk dieet. Als je calorieën telt, probeer dan gestoomde broccoli, ben je op je koolhydraten aan het letten? Zelfs broccoli kaassoep heeft weinig koolhydraten. En in vrijwel elk recept kun je broccoli combineren met een variëteit aan kruiden en specerijen.
5. **Probeer Brusselse spruiten eens met peterselie, rozemarijn, nootmuskaat, karwijzaad, marjolein of oregano.** Brusselse spruiten hebben een slechte reputatie, maar als je ze op de juiste manier klaarmaakt zul je je afvragen waarom je ze zoveel jaren vermeden hebt. Gebruik deze kruiden en specerijen om de sterke smaak van deze groente te verzachten.
Heb je ooit stroop met je spruitjes gegeten? Het is heerlijk! Maar als je zoekt naar een meer standaard recept, dan kun je ze ook koken, bakken, sauteren of smoren met wat kruiden.
6. **Probeer eens om groene of witte kool klaar te maken met laurierblaadjes, knoflook, citroen, marjolein, kerrie, knoflook, bieslook, nootmuskaat en peterselie.** Kool heeft een klein zetje nodig maar als je het goed aanpakt kan je deze groentesoort omtoveren tot een heerlijk fijn gerecht. Bij kool zijn kruiden noodzaak. De bovengenoemde kruiden combineren erg lekker, maar je kunt het ook simpel houden met een beetje peper en boter. Gebakken spek is ook lekker bij kool.
Dit is vooral handig als je het koolsoepdieet volgt. Dat wordt na verloop van tijd behoorlijk saai, en dan is het goed om te weten dat je het met kruiden en specerijen gemakkelijk kunt verbeteren.
7. **Wortels kun je eten met peterselie, kerrie, basilicum, salie, bieslook of tijm.** Als je het wat exotischer wilt aanpakken, dan kun je ze ook combineren met kokosnoot en kerrie, nootmuskaat, kaneel of gember.
Natuurlijk weet je dat je wortelsoep en worteltjestaart kunt maken, maar wist je ook dat je wortelpannenkoeken kunt maken? En als je geen zin hebt om de slowcooker te gebruiken dan kun je een simpel gerecht met gebakken wortel maken als aanvulling op bijna elke maaltijd.
8. **Bereid bloemkool met basilicum, gember, dille, kerrie, oregano, nootmuskaat, munt of koriander.** Bloemkool is ook heerlijk in combinatie met uien, mosterd en spek. Eigenlijk is bloemkool in de meeste combinaties lekker, het neemt namelijk heel gemakkelijk smaken op. Met een beetje olijfolie is het ook lekker met peterselie, tijm en dragon. Er is bijna geen specerij die niet past bij deze bloemkool.
Bloemkool is een uitkomst voor mensen die zetmeelrijke groenten en koolhydraten proberen te vermijden. Je kunt bloemkoolpuree maken die net zo smaakt als aardappelen, je kunt soepstengels maken met kaas en bloemkool, en je kunt zelfs gegratineerde bloemkool maken. Er zijn veel heerlijke recepten te vinden als je zoekt op wikiHow.
9. **Probeer courgette eens met basilicum, knoflook, oregano en peterselie.** Courgette is een simpele groente die simpele specerijen nodig heeft. Ze lijkt erg op bloemkool als het gaat om toepasbaarheid. Je kunt haar op heel veel verschillende manieren inpassen en ook gebruiken als vervanger voor minder gezonde ingrediënten. Kijk op wikiHow voor meer ideeën om je courgette te bereiden:
Gefrituurde courgette (zucchini) met vlees
Bootjes maken van courgette met quinoa
Gevulde courgettes
Courgettenoodles maken
Gebakken courgettereepjes
10. **Combineer komkommer eens met dille, rozemarijn, peper, mosterd, bieslook of basilicum.** Komkommer is een lichte en verfrissende groente, en dat wil je graag zo houden. Combineer het dus met lichte en verfrissende kruiden en specerijen.
Een gezond recept voor tussendoor dat je echt moet kennen is komkommersalade. Je kunt komkommer ook fruiten of ze gebruiken op een boterham met roomkaas.
11. **Combineer de aubergine eens met knoflook, munt, peterselie, salie, basilicum, kerrie, oregano en rozemarijn.** Deze groente is echt heerlijk als je haar een beetje pittiger maakt met kerrie, knoflook of sojasaus. Gebakken, gegrild, gefruit, het is allemaal even lekker.
Wat dacht je van een 'Vleesloze Vrijdag', waarop je een vegetarische lasagne maakt met aubergine? Of als dat niet helemaal jouw smaak is, probeer dan eens gevulde aubergine, aubergine met Parmezaanse kaas of auberginebeignets.
12. **Probeer sperziebonen eens te combineren met basilicum, knoflook, basilicum, nootmuskaat, peper en dille.** Sperziebonen zijn goedkoop, gemakkelijk klaar te maken, gezond en vullend. Hoe kun je daar nu niet van houden? Daarbij komt dat ze niet veel kruiden en specerijen nodig hebben om lekker te smaken. Strooi wat van de hierboven genoemde kruiden erover en jouw werk is al bijna gedaan. Probeer de volgende recepten eens:
Gefruite sperziebonen
Sperziebonen met spek
Roerbaksperziebonen
Sperziebonen met ham
13. **Bereid prei** Prei is familie van de ui en wordt soms ook gebruikt als vervanger voor ui. Als je een favoriet uienrecept hebt, of favoriete kruiden om met uien te combineren, probeer die kruiden of dat recept dan ook eens met prei. Wat ook goed werkt is alleen wat boter en knoflook. Doe er eens wat gember bij als je in een ondeugende bui bent.
Prei wordt gezien als een 'culinaire ui'. Op wikiHow staat een fantastisch artikel over verschillende manieren om prei klaar te maken als aanvulling op recepten van aardappelpreisoep en veganistische preiquiche.
14. **Maak sla klaar met basilicum, tijm, bieslook, dragon, peterselie en dille.** Sla is een belangrijk onderdeel van elk dieet. Omdat het zoveel water bevat en simpel van smaak is, kan het gemakkelijk overheerst worden, dus wees voorzichtig. Je hebt maar een snufje van de door jou gekozen kruiden nodig.
Wraps met sla zijn een heel goede manier om zetmeelrijke broodsoorten te vermijden, en een simpele salade is een goede aanvulling voor vrijwel gerecht. Voel je je uitgelaten? Wat dacht je van een boterham met pindakaas, sla en kaas?
15. **Combineer champignons met peper, gember, peterselie, komijn en tijm.** Champignons kun je gebruiken op een gerecht, als smaakmaker, of zelfs als compleet gerecht. Van zichzelf zijn champignons al erg lekker, maar hun smaak kan verbeterd worden met de juiste kruiden en specerijen. Je kunt ze gemakkelijk scherper of pittiger laten smaken, of de smaak juist verzachten voor een hartig hapje. Ook champignons nemen zo ongeveer elke smaak op, dus voel je vrij om te experimenteren.
Doe eens wat anders dan vleeswaren op brood en probeer eens een boterham met portobello. En nu je toch al champignons op brood hebt, wat dacht je dan van een bijgerechtje als knoflookchampignons of gevulde champignons? Verrassend genoeg smaken ze allemaal anders.
16. **Bak uien met paprika, selderijzout, koriander, peper, knoflook, basilicum, salie of marjolein.** Je kunt uien in vrijwel elk recept gebruiken; curry, roerbakschotels, broodjes, soepen, salades; verzin het maar, en ik weet zeker dat ze wel een uitje kunnen gebruiken. Houd rekening met de smaak van het gerecht voordat je uien kruidt. Omdat uien diverse smaken kunnen aannemen kun je er het beste voor zorgen dat ze qua smaak passen bij het gerecht dat je aan het maken bent.
Het gemakkelijkste dat je kunt doen met een nieuwe voorraad uien is ze grillen. Maar je kunt ook een uiendipsaus of uienringen maken, of uiensoep proberen.
17. **Probeer erwten te combineren met dragon, peterselie, munt, salie, nootmuskaat, basilicum en marjolein.** Erwten kun je net als uien overal aan toevoegen, maar zijn ook heerlijk op zichzelf, vooral als je ze in kruiden en specerijen kookt. Ze hebben niet veel smaak nodig om ze pikant te maken, dus voeg je smaakstoffen er met kleine beetjes tegelijk aan toe tot je de door jou gewenste smaak bereikt hebt.
Het is heerlijk om soep van spliterwten te maken. Maar je kunt je receptenboek ook wat extra pit geven met samosa’s van aardappel en erwten.
18. **Combineer aardappelen met nootmuskaat, knoflook, peper, paprika, tijm of rozemarijn.** Het is moeilijk om een aardappel te verpesten. Ze smaken prima van zichzelf. En ze smaken ook prima met diverse specerijen. Probeer eens om de kruiden in een beetje olijfolie te doen, en dat te gebruiken om je aardappelen in te bakken. En als je echt zin hebt om jezelf te verwennen, vergeet dan niet de kaas en boter!
De mogelijkheden met aardappelen zijn vrijwel eindeloos. Maar kijk eens op wikiHow voor een paar van de favoriete recepten: Simpele aardappelpuree, aardappelhoekjes, geroosterde aardappel, aardappelpannenkoekjes en aardappels met saffraan.
19. **Maak snijbieten (Swiss chard) klaar met basilicum, nootmuskaat, koriander, marjolein, salie, laurierblaadjes rozemarijn of knoflook.** Je kunt dit ook met spinazie maken. Deze gezonde groente wordt steeds populairder en past goed bij ansjovis, rundvlees, boter, kip, knoflook, citroen en olijven.
Probeer voor het avondeten morgen eens een pasta te maken met snijbiet en champignons. Je zou ook kunnen experimenteren met spinazierecepten en daar snijbiet in kunnen verwerken.
Snijbiet is een oude groente, in sommige streken wordt het ook warmoes genoemd. Als je iets ziet dat eruit ziet als snijbiet, maar het heeft een andere naam, dan is het waarschijnlijk een andere, regionale term die gebruikt wordt.
20. **Probeer tomaten te combineren met basilicum, dragon, knoflook, oregano, bieslook, dille, munt, venkel, paprika, tijm of peterselie.** Tomaten zijn ook een fantastische basis voor veel diëten. Ze zijn veelzijdig en gezond, en met de juiste kruiden kunnen ze een ware smaakexplosie veroorzaken in een maaltijd. En als ze in je eigen tuin groeien, dan is het nog bevredigender om ze te eten.
Je kent pizza en pasta, maar heb je ooit je eigen verse tomatensaus gemaakt? Het verschil is oneindig groot! Hetzelfde geldt voor tomatensoep. Wanneer die vers en zelfgemaakt is, dan smaakt hij oneindig veel beter. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Kruiden-en-specerijen-combineren-met-groenten", "language": "nl"} |
Een capuchon maken | Capuchons zijn betrekkelijk gemakkelijk te maken, zelfs zonder daar een patroon voor te gebruiken. Maar voordat je de capuchon kunt maken en bevestigen, moet je eerst bepalen op welk kledingstuk je de capuchon wilt aanbrengen. Op die manier kun je een capuchon maken die beter bij het kledingstuk past.
1. **Zoek het basiskledingstuk.** Het basiskledingstuk is het kledingstuk waar je de capuchon aan wilt bevestigen. Het kan een jas, jack, trui, shirt of een jurk zijn.
Het kledingstuk moet idealiter een halsopening hebben die comfortabel om je hals zit. Het kan een effen voorkant hebben, een voorkant met knopen of een rits.
2. **Kies een bijpassende stof.** De stof voor de capuchon moet zowel qua patroon als garensamenstelling bij het basiskledingstuk passen.
Als je een capuchon maakt voor een kledingstuk dat je aan het naaien bent, gebruik dan dezelfde stof voor zowel de capuchon als het kledingstuk.
Als je een capuchon maakt voor een kant-en-klaar kledingstuk dat je al in je bezit hebt, kies dan een stof die er hetzelfde uitziet en hetzelfde aanvoelt. Als je het motief niet kunt evenaren, probeer dan tenminste één kleur van het motief te evenaren. Ook als je niet dezelfde soort stof kunt vinden, kies er dan een die qua gewicht vergelijkbaar is.
Weefsels kunnen worden gebruikt als de capuchon wordt toegevoegd aan een kledingstuk van geweven stof en als de halsopening aan de voorkant open is of een diepe v-hals heeft. Anders moet je gebreide stof gebruiken.
Je kunt hetzelfde materiaal gebruiken voor zowel de buitenkant van de capuchon als voor de voering. Als je ervoor kiest om te mixen en te matchen, dan moet je beide stoffen vergelijkbaar houden in gewicht en elasticiteit.
3. **Meet de halslijn van het basiskledingstuk.** Gebruik een meetlint om de halslijn van het basiskledingstuk zorgvuldig op te meten.
Als de halslijn aan de voorkant open gaat, begin en stop de meting bij de rand van die opening.
De onderkant van beide capuchonhelften moet de helft van de omtrek van de halslijn zijn.
Als je geen basiskledingstuk hebt om mee te werken, dan kun je de benodigde omtrek schatten door rond de omtrek van de nek van de drager te meten. Voeg dan minstens 7,5 tot 10 cm toe aan deze meting om te voorkomen dat de capuchon te strak zit.
4. **Teken de onderrand.** Trek op een groot vel blanco krantenpapier of bruin pakpapier een rechte lijn die overeenkomt met de helft van de omtrek van de halslijn.
Omdat de achterkant van een kledingstuk meestal hoger zit dan de voorkant, moet de linkerrand van deze onderlijn 2,5 cm lager zitten dan de rechterrand.
5. **Teken de voorste openingsrand.** Deze opening moet minstens even groot zijn als de afstand tussen de bovenkant van je hoofd en de voorkant van je sleutelbeen.
Gewoonlijk is de opening aan de voorkant bij kindercapuchons ongeveer 5 cm langer dan de onderrand, en 7,5 tot 12,5 cm bij capuchons voor volwassenen.
Teken deze lijn zo dat hij vanaf het linker uiteinde van de onderrand recht omhoog loopt.
6. **Maak een schatting van de boog aan de achterkant.** De boog aan de achterkant moet een relatief vlakke boven- en zijkant hebben, maar het moet wel een boog zijn in plaats van in een scherpe hoek samen te komen.
Om het eenvoudiger te maken, trek je een rechte lijn die rechts van de bovenste opening aan de voorkant loopt, en een tweede die vanaf het rechter uiteinde van de onderste rand omhoog loopt. Ga door tot deze twee lijnen elkaar snijden.
Begin binnen 7,5 cm van het snijpunt en teken lichtjes een boog naar de binnenkant van de scherpe hoek. Deze nieuwe boog wordt de definitieve omtrek van de achterste boog.
De totale lengte van deze gebogen lijn moet ongeveer overeenkomen met de afstand tussen de schouders van de drager en de bovenkant van zijn of haar voorhoofd.
7. **Voeg een naadtoeslag toe.** Teken een tweede omtrek langs de eerste, en plaats hem ongeveer 1,5 cm naar de buitenkant toe.
Je moet deze naadtoeslag toevoegen aan alle kanten van het patroon van de capuchon.
8. **Breng het ontwerp over op de stof.** Knip het patroondeel uit en speld of teken het over op de stof voor de capuchon.
Je kunt tijd besparen door de stof te vouwen en vast te spelden.
Als je dezelfde stof voor de buitenkant en de voering gaat gebruiken, vouw je de stof in vier lagen en speld je het patroondeel op de bovenste laag.
Als je verschillende stoffen gaat gebruiken voor de buitenkant en de voering, vouw je beide stukken stof dubbel zodat er twee lagen ontstaan. Stapel de ene laag op de andere en speld het patroondeel boven op de eerste laag.
9. **Knip de stukken uit.** Knip voorzichtig het afgetekende patroon uit.
Als je klaar bent, moet je vier afzonderlijke stukken stof hebben.
Bij eenzijdige stof moet je ervoor zorgen dat er twee sets van twee bij elkaar passende helften zijn. Met andere woorden, je moet de randen van twee afzonderlijke delen op elkaar kunnen laten aansluiten en de verkeerde kanten van beide delen moeten naar elkaar toe wijzen wanneer dat gebeurt.
10. **Zoek een ander kledingstuk met capuchon.** Zoek een kledingstuk met een capuchon dat goed past. Vouw de capuchon van dit kledingstuk dubbel.
Het kledingstuk moet in principe even groot zijn als het kledingstuk waaraan je de capuchon op wilt zetten. Lijn de halslijnen uit. Als de halslijnen van beide kledingstukken niet overeenkomen, dan moet je misschien de onderrand van het patroon aanpassen, zodat het overeenkomt met de halslijn van de basiskledingstuk.
11. **Teken langs de zijkant van de capuchon.** Met de linker- en rechterkant naar elkaar toegevouwen, leg je de capuchon plat op gewoon krantenpapier of bruin pakpapier. Schets met een potlood langs de voor- en achterkant van de capuchon.
Vouw de capuchon naar beneden langs de onderste naad, en teken ook langs die rand.
Als je lengte moet toevoegen of wegnemen, begin dan met de onderrand zonodig aan te passen. Na het aanpassen van de onderkant, breng je de opening aan de voorkant zover naar voren of naar achteren als nodig is om de lengte aan te passen.
12. **Voeg een naadtoeslag toe.** Schets een tweede omtrek langs de eerste omtrek, met 1,5 cm tussenruimte. Deze nieuwe ruimte wordt de naadtoeslag.
Let op, je moet langs de naadtoeslag knippen. Knip niet over de originele omtrek.
13. **Breng het patroon over op de stof.** Knip het patroondeel uit en leg het dan op de stof. Speld het vast of schets de volledige omtrek met een stofpotlood.
Vouw de stof in vier lagen en speld het patroondeel er bovenop. Als je twee verschillende stoffen gebruikt voor de buitenkant en de voering, vouw dan elk stof in twee lagen en speld ze samen met het patroondeel er bovenop.
De verkeerde kant van de stof moet naar boven liggen op de helft van de lagen en naar beneden op de andere helft.
14. **Knip de delen uit.** Knip langs alle randen van het afgetekende patroon.
Zodra je klaar bent, verwijder je de spelden en haal je de stukken uit elkaar. Je moet in totaal vier afzonderlijke stukken hebben.
15. **Naai de buitenste delen aan elkaar.** Speld beide buitendelen aan elkaar, met de verkeerde kanten naar buiten en de goede kanten naar binnen. Gebruik een naaimachine en naai met een rechte steek langs de gebogen rand van boven naar achter.
Vergeet niet een naadtoeslag van 1,5 cm te gebruiken langs de rand.
Gebruik een strijkijzer om de naadtoeslag naar één kant te strijken als je klaar bent.
16. **Naai de voeringdelen aan elkaar.** Speld beide voeringdelen aan elkaar, met de verkeerde kanten naar buiten en de goede kanten naar binnen. Naai met een rechte steek langs de gebogen rand van boven naar achteren.
Gebruik dezelfde naadtoeslag van 1,5 cm en strijk deze naar één kant van de stof als je klaar bent.
Let erop dat de voering en de buitenkant van de capuchon qua vorm en grootte overeen moeten komen.
17. **Naai de capuchon aan de voering.** Open beide delen en leg ze op elkaar met de goede kanten naar binnen en de verkeerde kanten naar buiten. Speld de delen op elkaar en naai een rechte steek langs het voorste deel van de omtrek.
De buitenrand komt overeen met de voor- en onderrand van de capuchon. Naai de voorranden aan elkaar, met een naadtoeslag van 1,5 cm, maar naai de onderrand niet dicht.
Indien gewenst, kun je ook de middenlijn van de capuchon doorstikken, maar dat is niet nodig.
18. **Draai de capuchon om.** Draai de capuchon door de onderste opening met de goede kant naar buiten toe.
Gebruik indien nodig een strijkijzer om de samengevoegde voorrand van de capuchon te strijken en plat te maken.
19. **Leg de capuchon op de halslijn.** Speld de capuchon aan de halslijn van het basiskledingstuk, waarbij de midden- en eindpunten precies op elkaar moeten aansluiten.
Het basiskledingstuk moet met de goede kant naar buiten liggen en de capuchon moet met de kant van de voering naar buiten liggen. Vouw de capuchon over en om de bovenkant van het kledingstuk, zodat de buitenkant van de capuchon op de buitenkant van het kledingstuk ligt.
Begin met het midden onderaan de capuchon te laten samenvallen met het midden achteraan van de halslijn van het kledingstuk. Vouw de zijkanten van de capuchon om, zodat de hoeken overeenkomen met het midden aan de voorkant van de halslijn.
Zodra het midden en de eindpunten zijn vastgespeld, speld je verder langs de rest van de onderrand om de capuchon gelijkmatig rond de halslijn vast te zetten.
20. **Naai langs de gedeelde naad.** Naai een rechte steek vanaf het ene eindpunt en langs de achterkant van de halslijn, en stop pas wanneer je bij het andere eindpunt bent.
Gebruik dezelfde 1,5 cm naadtoeslag als bij de andere randen van de capuchon.
Als de capuchon klaar is, moet de onderrand stevig aan de halslijn van het kledingstuk vastzitten.
21. **Naai met een zigzagsteek over de onafgewerkte rand.** Werk terug over de zichtbare onafgewerkte rand van de capuchon met een zigzagsteek.
Plaats de steek zo dicht mogelijk bij de onafgewerkte rand. De draden van deze steek moeten de rand op zijn plaats houden en voorkomen dat hij gaat rafelen als je de capuchon draagt.
22. **Pas het aan.** Het werk is nu af. Trek het kledingstuk aan en doe de capuchon over je hoofd om het uit te testen en je eigen vakwerk te bewonderen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-capuchon-maken", "language": "nl"} |
Weten of een meisje jullie relatie serieus neemt | Ben je zelf wel klaar om de volgende stap te zetten in je relatie, maar weet je niet zeker of dat ook voor je vriendin geldt? Sommige meisjes zullen al snel hun gevoelens met je delen, maar het kan ook zijn dat je partner op een subtielere manier laat blijken dat ze het serieus meent. Gelukkig zijn er een aantal veelvoorkomende dingen waar je op kunt letten om een beter idee te krijgen van wat ze voor je voelt. Hieronder vind je 12 signalen die erop wijzen dat een meisje haar relatie met jou serieus neemt.
1. **Als een meisje een serieuze relatie met je wil zal ze geen tijd verspillen door je te ghosten of hard-to-get te spelen.** Let op hoe lang het ongeveer duurt voordat ze reageert op je berichten. Hoewel je niet moet verwachten dat ze je meteen terugbelt of -appt, zal ze waarschijnlijk zo snel mogelijk antwoorden. Iemand die serieus met je is zal je niet in onzekerheid willen laten zitten omdat ze graag met je wil blijven praten.
Als ze dagen achter elkaar niet reageert of niet geïnteresseerd lijkt in het gesprek, dan wil ze jullie relatie misschien liever casual houden.
2. **Zelfs als je iets kleins terloops noemt, zal ze er aandacht aan besteden.** Kijk of ze je haar volle aandacht geeft en zich niet laat afleiden als je met haar praat. Als ze goed luistert, onthoudt ze de dingen die belangrijk voor je zijn en zal ze die in gedachten houden voor de toekomst. Let op wanneer ze het onderwerp opnieuw ter sprake brengt, of je verrast met iets waar je het een keer terloops over gehad hebt. Dat betekent namelijk dat je vaak in haar gedachten bent en dat ze belang hecht aan de dingen waar jij om geeft.
Als je bijvoorbeeld zegt dat je van ijs houdt maar niet tegen lactose kunt, zou ze je op een dag kunnen verrassen met een zuivelvrije versie van je favoriete smaak.
Een ander voorbeeld: als je haar vertelt dat je moeder in het ziekenhuis ligt, kan ze je een paar dagen later vragen hoe het met haar gaat.
Sommige mensen hebben een minder goed geheugen, dus laat je niet ontmoedigen als jouw vriendin zich misschien niet elk klein dingetje herinnert.
3. **Als ze in je geïnteresseerd is, zal ze meer over jou en je overtuigingen willen weten.** Luister in plaats van terloops over het nieuws of je werk te beginnen, goed of ze misschien ook naar je verleden of familie vraagt. Ze kan ook proberen meer te weten te komen over je doelen en wat je in de toekomst zou willen bereiken. Als je haar dingen hoort zeggen over trouwen of kinderen, kan dat zelfs een teken zijn dat ze zich wel wil settelen.
Als ze echt in je geïnteresseerd is, zal ze vaak een gesprek met je proberen te beginnen. Zorg ervoor dat jullie ook over diepgaande onderwerpen praten, zodat het niet eenzijdig aan gaat voelen als jullie bij elkaar zijn.
Het is de bedoeling dat je je bij haar zo op je gemak voelt dat je je persoonlijke standpunten en overtuigingen met haar kunt delen. Ze hoeft het niet in alles precies met je eens te zijn of overal hetzelfde over te denken, maar ze moet wel openstaan voor jouw perspectief.
4. **Ze wil jou ook gelukkig zien, dus zal ze je aanmoedigen.** Als je ergens heel enthousiast over bent, kijk dan of ze aan je zijde staat en je steunt. Let op of ze je aanspreekt met aanmoedigende woorden of peptalks, of aanbiedt om je te helpen. Iemand die je doelen belangrijk vindt wil dat je slaagt, en dus zal ze doen wat ze kan om je te helpen je dromen waar te maken.
Als je je ergens gefrustreerd over voelt, kijk dan of ze je op een positieve manier steun biedt om je zelfvertrouwen een oppepper te geven en je een goed gevoel over jezelf te geven.
5. **Houdt ze ervan om met je in dezelfde kamer te zijn, ook als jij iets anders aan het doen bent?** Als ze dichter bij je in de buurt wil zijn, zal ze manieren vinden om je te kunnen zien en tijd met je door te brengen. Zelfs als je aan het koken of aan het werk bent, of gewoon aan het relaxen, zal ze het nog steeds fijn vinden om een ruimte met je te delen.
Bedenk wel dat het prima is als je niet voortdurend met iemand in één ruimte wilt verblijven. Iedereen heeft tijd voor zichzelf nodig en ze zal dat vast en zeker respecteren als je het haar gewoon vraagt.
6. **Knuffelen en hand-in-hand lopen helpt jullie band nog verder te versterken.** Let op hoe vaak ze dichter naar je toe schuift, met je knuffelt, je hand pakt, of je omhelst. Zelfs als het niet seksueel is, wil een meisje dat in je geïnteresseerd is laten merken dat ze om je geeft, dus ze zal er waarschijnlijk geen problemen mee hebben om in het openbaar blijk te geven van haar genegenheid.
Niet voor iedereen gelden wat dit betreft dezelfde grenzen, dus het kan zijn dat jouw vriendin je liever niet aanraakt waar anderen bij zijn. Alleen als dat altijd zo is kan dat een teken zijn dat ze niet echt geïnteresseerd is in een serieuze relatie met je.
7. **'We' laat zien dat ze zich jullie toekomst samen al probeert voor te stellen.** Let tijdens informele gesprekken op of ze het meer over zichzelf heeft, of over jullie als stel. Als ze woorden als 'wij' of 'ons' gebruikt, laat dat zien dat ze aan jullie samen denkt en niet bang of terughoudend is voor wat betreft jullie relatie. Als ze daarentegen vaker de woorden 'ik' of 'mij' gebruikt als ze het over zichzelf heeft, kan dat betekenen dat ze er nog niet aan toe is om zich te binden.
Als ze bijvoorbeeld met haar vriendinnen over jullie relatie praat, zegt ze misschien: 'We hebben echt een te gek weekend gehad,' in plaats van: 'Ik heb het dit weekend heel gezellig met hem gehad.'
8. **Als ze actief op zoek is naar manieren voor jullie om dingen samen te doen, is dat een teken dat ze serieus is.** In plaats van op het laatste moment met dingen te komen, zal ze van tevoren vragen wat jij graag met haar zou willen doen. Ze kan proberen te weten te komen wanneer jij vrij hebt, zodat ze met jouw schema in gedachten een aantal dingen kan bedenken die jullie zouden kunnen gaan doen. Hoewel jullie heus niet iedere avond samen hoeven door te brengen, is het een goed teken als ze naar manieren zoekt om je vaker te zien.
Als jij bijvoorbeeld zegt dat je boodschappen moet doen, zou zij kunnen vragen of ze met je mee mag zodat jullie de ingrediënten kunnen kopen om samen te koken.
Ook kan ze, als ze echt in jullie relatie wil investeren, bereid zijn minder met haar vrienden en vriendinnen uit te gaan en meer tijd met jou door te brengen.
9. **Ze zal vragen wat jij ervan denkt, zelfs als het om kleine keuzes gaat.** Het kan om iets kleins gaan zoals wat ze aan moet trekken, of om dingen zo groot als het veranderen van baan, maar let op of ze graag jouw mening wil horen. Als dat zo is wil dat namelijk zeggen dat ze jouw mening waardeert en dat ze nadenkt over de invloed die de beslissing zal hebben op jullie als stel. Ze nog steeds heel goed zelf haar beslissingen kan nemen, maar ze geeft om je en wil graag dat jij het gevoel hebt dat je binnen jullie relatie gehoord wordt.
Pas op dat je je niet controlerend of bezitterig gaat gedragen als ze keuzes maakt waar jij je niet zo prettig bij voelt. Wees eerlijk en direct en spreek je eventuele zorgen meteen uit.
10. **Als ze weet dat ze vaak bij je thuis zal komen, kan het zijn dat ze wat spulletjes bij je bewaart.** Let op of ze je vraagt of ze wat kleren, een tandenborstel of wat douchespullen bij jou thuis mag laten. Als ze dingen bij jou achterlaat, wil dat zeggen dat ze verwacht ze dat ze vaak genoeg op bezoek zal komen om ze te gebruiken en is ze vast en zeker geïnteresseerd in de relatie.
Als je de proef op de som wilt nemen, geef haar dan een tandenborstel of iets anders kleins om bij jou thuis te bewaren. Zelfs iets heel kleins kan een groot gebaar zijn en haar laten weten dat jij het ook serieus meent met de relatie.
11. **Als ze je kennis laat maken met de mensen die dicht bij haar staan, wil dat zeggen dat je een belangrijk deel van haar leven bent.** Let op of ze voorstelt met een aantal van haar vrienden uit te gaan, of je uitnodigt voor een familiebijeenkomst. Een ontmoeting met de mensen die belangrijk zijn in haar leven tilt jullie relatie naar een hoger niveau. Zij zullen haar dan namelijk eerlijk kunnen zeggen wat ze van jou vinden. Als je na verloop van tijd nog steeds geen vrienden of familie van haar ontmoet hebt, zou je haar altijd rechtstreeks kunnen vragen of jullie een keer iets zouden kunnen afspreken.
Stel haar ook aan jouw vrienden en familie voor als je de relatie serieus neemt.
Als haar vrienden en familie ver weg wonen kan het wat lastiger zijn om ze te ontmoeten, maar ze kan in dat geval voorstellen om met ze te bellen of om een keer een videogesprek met ze te hebben.
Als ze actief vermijdt om je voor te stellen aan de mensen die dicht bij haar staan, kan dat erop wijzen dat ze jullie relatie niet als iets voor de lange termijn ziet.
12. **Sommige mensen zijn zo zelfverzekerd dat ze altijd precies zeggen wat ze voelen.** Als je partner echt serieus is, kan het zijn dat ze het een stuk makkelijker voor je maakt en uit zichzelf een gesprek met je begint over de volgende stappen binnen jullie relatie. Luister goed naar haar en laat haar uitleggen hoe ze zich voelt, zodat je een goed idee krijgt van wat ze van de relatie verwacht. Het kan zijn dat ze alleen haar eigen gevoelens kwijt wil, maar mogelijk wil ze ook graag weten wat jij precies voelt.
Als je nog steeds onzeker bent en je wilt serieus met haar verder, wees dan niet bang om er zelf eens over te beginnen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-een-meisje-jullie-relatie-serieus-neemt", "language": "nl"} |
Meubels whitewashen | Het whitewashen van meubels is een geweldige manier om een oud houten meubelstuk op te knappen, waarbij je de houtnerven blijft zien. Het met een droge kwast aanbrengen van gewone verf geeft ongeveer hetzelfde effect, maar als je wat andere methodes gebruikt kun je een meer transparant en gelijkmatig resultaat krijgen. Alle methodes kunnen worden uitgevoerd met een paar eenvoudige benodigdheden en een paar uurtjes werk.
1. **Zet het meubelstuk op een stuk afdekzeil.** Je kunt ook oude kranten gebruiken, of iets anders om de druppels op te vangen.
2. **Haal oude vernislagen er af met een chemisch afbijtmiddel (optioneel).** Als er een vernislaag op het meubelstuk zit, haal die er dan af met een afbijtmiddel, dat gaat veel sneller dan schuren:
: een chemisch afbijtmiddel is heel erg bijtend. Gebruik het alleen in een goed geventileerde ruimte en bedek je huid, ogen en mond (met een masker).
Smeer het afbijtmiddel met zo weinig mogelijk streken op het hout. Bedek het hele oppervlak, maar doe het zo snel mogelijk voor het beste resultaat.
Wacht 3-5 minuten tot het middel de vernis oplost.
Schraap de opgeloste rommel van het hout af. Staalwol is hierbij heel handig voor lastig te bereiken hoekjes.
Als je een afbijtmiddel gebruikt, sla dan de volgende stap van afspoelen met water en azijn over. Dit neutraliseert het afbijtmiddel zodat je het hout veilig verder kunt behandelen, en zodat de whitewash beter blijft zitten (je kunt ook terpentine, spiritus of een ander middel om verf te neutraliseren gebruiken).
3. **Was het meubelstuk met azijn en water.** Verdun witte azijn met gelijke delen water en maak het hout schoon. De azijnoplossing verwijdert vlekken en vuil die je whitewash oneffen kunnen maken. Door het hout op deze wijze te behandelen zorg je ook dat het de whitewash beter absorbeert.
Wacht tot het hout helemaal droog is voordat je verder gaat.
4. **Schuur het meubelstuk.** Gebruik medium tot fijn schuurpapier of een schuurmachine en ga voorzichtig over het oppervlak dat je wilt whitewashen. Daarmee maak je het hout glad en kan de whitewash er beter en gelijkmatiger aan hechten.
Als er nog een bestaande verflaag op zit moet je die er helemaal afschuren.
5. **Veeg het af met een schone doek.** Dit verwijdert het schuurstof waardoor je een schoon oppervlak krijgt om te bewerken.
6. **Koop of maak een whitewashmiddel.** Je kunt dit kant-en-klaar kopen als "beits" of "white-wash", of je kunt het zelf maken door verf met water te mengen.
Als je je eigen middel maakt, krijg je een dikke laag whitewash wanneer je een verhouding van 2:1 latex en water gebruikt, terwijl je met een verhouding 1:1 of 1:2 een veel dunner mengsel krijgt.
Je kunt ook je eigen whitewash maken door terpentine door verf op oliebasis te mengen, tot je de gewenste consistentie krijgt.
Zowel de zelfgemaakte als de gekochte producten moeten heel goed geroerd worden voor gebruik.
Elke "beits" is geschikt voor alle houtsoorten.
Koop een whitewash-beits, geen whitewash-verf. De laatste is een verf op basis van krijt en kalk, dat droogt heel langzaam en bedekt de houtnerf volledig.
7. **Breng de whitewash aan op het meubelstuk.** Gebruik een verfkwast, roller of schone doek om het middel met lange streken op het oppervlak aan te brengen. Omdat het mengsel sneller droogt dan normale verf, is het beter om kleine delen tegelijk te behandelen, en niet het hele meubelstuk in eens te willen doen.
Breng bij eikenhout en ander hout met een grove nerf en poriën de whitewash aan tegen de nerf in, zodat de contouren van het hout bedekt worden. Dit heet "beitsen".
Bij naaldhout en de meeste andere soorten hout is het beter om de whitewash met de richting van de nerf mee aan te brengen.
Het gaat het snelst als je de whitewash in lange, gelijkmatige stroken in de lengte van het oppervlak aanbrengt, waarbij je de overtollige beits in een beweging wegveegt (zie hieronder) voordat je naar de volgende strook gaat.
Gebruik een spons om de moeilijk te bereiken hoekjes te whitewashen.
8. **Poets de whitewash in het hout (optioneel).** Voordat de whitewash droog is, kun je met een schone doek het middel in de nerven en knoesten van het hout wrijven en de kwaststreken vervagen.
Dit is vooral belangrijk bij eikenhout en ander hout met grove poriën.
Je kunt deze stap overslaan als je het juist wat rommeliger wilt houden waarbij je de kwaststreken blijft zien.
9. **Veeg het stuk dat je hebt behandeld na.** Voordat de whitewash helemaal kan drogen, moet je met een schone doek alle overtollige beits van het oppervlak afvegen. Dan blijft de houtnerf beter zichtbaar door het product heen.
Je kunt hiervoor ook een droge spons gebruiken.
Als er al dikke klodders zijn opgedroogd kun je die met schuurpapier verwijderen.
10. **Voeg nog meer lagen toe indien gewenst.** Door nog mee lagen aan te brengen krijg je een dikkere laag die de houtnerf meer zal verbergen. Door dit stapsgewijze proces is het heel makkelijk om precies de juiste kleur en transparantie te krijgen die je wilt.
Meestal is een laag genoeg, vooral als je zelf je whitewash hebt gemengd op de gewenste dikte. Als je merkt dat je meer dan drie lagen aan moet brengen kun je beter een dikkere whitewash mengen.
11. **Vernis je meubelstuk (optioneel).** Nadat de laag whitewash helemaal is gedroogd kun je een transparante vernis op waterbasis aanbrengen. Dat beschermt je whitewashproject waardoor het er langer fris en nieuw uit blijft zien. De meeste soorten vernis kun je met een kwast of spons aanbrengen.
Gebruik een transparante vernis op waterbasis. Een vernis op oliebasis geeft je meubelstuk een gele tint die de witte kleur verpest.
Breng de vernis aan in lange, gelijkmatige streken.
12. **Bereid het hout voor.** Net als wanneer je gaat whitewashen, moet je je oppervlak goed schuren en schoonmaken voordat je het gaat behandelen. Onthou dat je iets onder je meubelstuk legt zodat je geen verf op de vloer knoeit.
Omdat je nu verf in plaats van beits gaat gebruiken, hoef je oude vernislagen er niet per se af te halen, behalve als het afgebladderd is. Als dat het geval is, bekijk dan hierboven de instructies voor het afbijten met een chemisch middel, of schuur het grondig kaal.
13. **Doop je kwast heel lichtjes in de verf.** Gebruik onverdunde verf. Het doel is om maar net genoeg verf aan je kwast te hebben. Poets het af aan een doek als er te veel verf aan zit.
Als je geen balans kunt vinden tussen voldoende en te veel verf, doop je kwast dan in wat water en schud het goed uit (niet op het hout) voordat je gaat beginnen..
14. **Beweeg je kwast lichtjes en snel over het hout.** Als je de kwast even stilhoudt tijdens het verven of als je bij de aanzet te veel druk zet, krijg je oneffen stukjes in je verf. Probeer zo snel en zo licht mogelijk te bewegen.
Wees vooral voorzichtig bij het verven van de hoekjes. Je gaat gemakkelijk wat langzamer als je aan de randjes komt, waardoor je onregelmatigheden krijgt.
Als je de kwaststreken minder wilt laten opvallen, maak je streken dan zo lang mogelijk, maar blijf even snel en licht bewegen.
15. **Vervaag oneffen plekjes met een doekje of spons.** Beweeg nog steeds snel en licht, en laat te dikke of oneffen plekken overlopen in de rest zodat het er gelijkmatiger uitziet.
16. **Breng vernis aan.** Een of twee laagjes vernis op waterbasis beschermen je meubelstuk zonder dat het de kleur aantast. Wacht tot de verf helemaal droog is voordat je de vernis aanbrengt.
17. **Schuur het meubelstuk en maak het schoon.** Doe dit bij alle houten en metalen meubels. Laat het helemaal drogen voordat je verder gaat.
Schuur houten meubels heel voorzichtig. In tegenstelling tot bij whitewashbeits wil je de houtnerf nu (grotendeels) verbergen en het meubelstuk helemaal wit maken. Als je eikenhout of naaldhout te heftig schuurt kunnen de tannines door de verf lekken waardoor het gelig wordt.
Je hoeft oude vernislagen er niet af te halen als ze niet zijn afgebladderd. Als het wel moet, bekijk dan hierboven de instructies voor het afbijten met een chemisch middel, of schuur het grondig kaal.
18. **Breng een laag primer aan.** Laat deze laag goed drogen voordat je verder gaat.
Gebruik een speciale primer als het een glanzend oppervlak is.
Gebruik een speciale primer als het oppervlak al een keer gebeitst is.
Probeer een primer op waterbasis te gebruiken als de verf die je gaat gebruiken op waterbasis is, en een primer op oliebasis als je verf op oliebasis is. Het mengen van deze twee soorten gaat meestal wel goed, maar niet altijd.
19. **Schuur het met fijn schuurpapier.** Als je tussen de lagen primer schuurt, of in elk geval na de laatste laag primer, verwijder je overtollige primer die bobbelig is opgedroogd.
20. **Breng meerdere laagjes primer aan.** Elke laag primer moet heel dun worden aangebracht, dus breng er minstens twee aan voor je gaat verven. Laat elke laag goed drogen voordat je de volgende aanbrengt.
De primer hoeft niet dekkend te zijn. Dat is de taak van de verf.
21. **Breng meerdere dunne laagjes verf aan.** Gebruik een schone kwast om de verf aan te brengen en laat elk laagje goed drogen voordat je verder gaat met de volgende. Als je minstens twee dunne laagjes aanbrengt krijg je een glad en duurzaam resultaat.
Verf met een roller of gebruik lange, gelijkmatige kwaststreken om een effen laag verf op een groot oppervlak aan te brengen.
Voor metalen meubels met veel bochtjes of details is het beter om een smal penseel uit een hobbywinkel te gebruiken.
22. **Breng vernis aan.** 24 uur na het laatste laagje verf kun je vernis aanbrengen om je verf te beschermen.
Als je geen vernis aanbrengt, raak het dan de eerste weken zo min mogelijk aan tot de verf helemaal is uitgehard. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Meubels-whitewashen", "language": "nl"} |
Een gradensymbool maken | Het gradensymbool - º - is gemakkelijk toe te voegen aan de teksten die je schrijft, zowel offline als online. Omdat dit symbool veel voorkomt en wordt gebruikt voor recepten, wiskunde, weerberichten, etc., is het handig om te weten hoe je dit kunt invoegen.
1. **Gebruik het commando Symbols.** Dit commando werkt in Excel, FrontPage, OneNote, Outlook, PowerPoint, Publisher, Word en Visio.
Ga naar het Insert-menu (Invoegen).
Klik op Symbol.
Scroll naar beneden, naar het gradensymbool - º - en dubbelklik erop. Het wordt nu ingevoegd op de plek van de cursor.
2. **Gebruik de Windows Character Map (Speciale tekens).** Maak je gebruik van Microsoft Windows XP, ga dan naar Start, All Programs, Accessories, System Tools en vervolgens Character Map.
Gebruik je Windows 2000, ga dan naar Start, Programs, Accessories, System Tools, Character Map.
Scroll tot je het gradensymbool hebt gevonden. Klik op Select en daarna op Copy. Klik vervolgens op Paste (Plakken) om het symbool in te voegen.
3. **Voeg het gradensymbool in met behulp van het toetsenbord.** Deze methode werkt in Excel, FrontPage, InfoPath, OneNote, Outlook, PowerPoint, Project, Publisher, Word en Visio.
Druk op NUMLOCK op je toetsenbord indien vereist. (Zorg dat NUMLOCK op AAN staat)
Houd ALT ingedrukt (op sommige toetsenborden werkt dit alleen met de linker ALT-knop) en toets 0176 in op het numerieke toetsenbord. Dit werkt alleen als je het numerieke toetsenbord gebruikt.
4. **Gebruik AutoCorrect (Autocorrectie) om een gradensymbool te maken.** Deze methode werkt met Word 2002 en hoger. Het is een vooraf ingestelde AutoCorrect (Autocorrectie) sneltoets om het gradensymbool snel in te kunnen voegen.
Druk op CTRL+@, en daarna op de spatiebalk. Het symbool zou nu moeten verschijnen.
Als je versie van Word dit niet toestaat, dan kun je AutoCorrect (Autocorrectie) nog steeds gebruiken om het gradensymbool te definiëren naar je eigen voorkeuren:
Ga naar het menu Insert (Invoegen).
Klik op Symbol (Symbool) en daarna op het tabblad Symbols (Symbolen).
Selecteer het gradensymbool.
Klik op AutoCorrect (Autocorrectie).
Je ziet het gradensymbool nu in het vak With (Door).
Typ het teken of woord dat je wilt associëren met het gradensymbool in het vakje Replace (Vervang). Een gemakkelijke is "gradensym".
Klik op Add (Toevoegen), en daarna op OK.
Gebruik dit woord of teken in Word in je tekst en het gradensymbool zal verschijnen (mits Autocorrectie is ingeschakeld).
5. **Gebruik het toetsenbord.** Tik op de toets Option en daarna op de nul (0). Het symbool zal in je tekst verschijnen als - º -. Klaar.
6. **Gebruik hiervoor de hierboven aangegeven methoden voor Microsoft Office producten.** Dit geldt niet voor het gebruiken van de karaktercodes. In veel gevallen zullen de sneltoetsen ook op de Mac hetzelfde werken, als je gebruik maakt van Microsoft Office. Gewoon proberen.
7. **Je kunt ook een gradensymbool maken door gebruik te maken van superscript in combinatie met de letter 'o'.**
8. **Wil je bijvoorbeeld 60 graden aangeven, schijf dan eerst 60o.** Selecteer de "o".
9. **Selecteer Font (Lettertype).** Na het selecteren van het laatste karakter, klik je erop met de rechtermuisknop en selecteer je 'Font' (Lettertype).
10. **Vink Superscript aan.** Klik op OK.
11. **Nu zie je dat het laatste karakter, de 'o' nu wordt weergegeven als een gradensymbool.**
12. **Druk op NumLock.** Gebruik de ALT-toets (op sommige toetsenborden werkt dit alleen maar met de linker Alt) en het numerieke toetsenbord om de uitgebreide ASCII code, 248 in te toetsen.
13. **Gebruik de Insert Symbol functie zoals hierboven beschreven onder "Microsoft Office Producten".** Gewoon kopiëren en plakken.
14. **Gebruik de Character Map (Speciale tekens).** In Windows XP: Start, Programs, Accessories, System Tools, Character Map.
Klik op het gradensymbool, Select, Copy.
Ga terug naar Gmail of een ander e-mail programma, en houd CTRL-V ingedrukt, waarna het symbool in de e-mail wordt geplakt.
15. **Voor Mac gebruikers:** Gebruik gewoon dezelfde methode met het toetsenbord zoals hierboven beschreven. Plaats de cursor daar waar het gradensymbool moet komen, druk op Option en een nul (0), waarna het symbool wordt ingevoegd. Merk op dat het type browser waar je gebruik van maakt effect heeft op deze mogelijkheid. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-gradensymbool-maken", "language": "nl"} |
Snaps spelen | Heb je de film 'PS I Love You' met Hilary Swank gezien, en vond je het spel 'Snaps' dat haar personage speelt leuk? Of misschien heb je Snaps wel op kamp gespeeld en ben je vergeten hoe het ook al weer ging. Snaps is een zeer eenvoudig spel om te leren en zorgt voor uren speelplezier met vrienden en familie.
1. **Ken de basisregels van Snaps.** Het spel Snaps is een vrij eenvoudig concept dat niets anders vereist dan twee personen of meer, de mogelijkheid om met je vingers te knippen, en wat creatief denken.
Het basisidee van Snaps is het spellen van de letters van een woord met een omschrijving, of het knippen van je vingers.
Om Snaps te kunnen spelen heb je ten minste twee spelers nodig. De 'snapper' is de persoon die een woord kiest en vervolgens letters knipt met zijn vingers. De 'ontvanger' is de persoon die luistert naar de snapper en het woord probeert te raden.
Voor de medeklinkers geef je een zin of omschrijving waarin het eerste woord begint met dezelfde letter die je wilt spellen. Bijvoorbeeld, als je kiest voor 'George Washington', is je eerste letter een 'G'. De geeft de ontvanger een aanwijzing door te beginnen met een zin als 'Ga je gang'. Hierdoor weet de ontvanger dat de voornaam van de persoon of de aanwijzing 'G' is.
Voor de klinkers knip je met je vingers -- vandaar de naam van het spel. Elke klinker komt overeen met een bepaald aantal keren knippen. 'A' is in een keer knippen, 'E' is twee keer knippen, 'I' drie keer, 'O' vier keer en 'U' vijf keer knippen. Voor de tweede letter van 'George Washington', knip je dus twee keer duidelijk met je vingers.
Er is geen aanwijzing voor een spatie tussen woorden.
2. **Kies de naam van een persoon om te raden.** Aangezien het idee van Snaps is om de naam van iemand te raden, kies je er een die voor iedereen gemakkelijk te raden is, zoals een politicus of beroemdheid.
Je kunt bijvoorbeeld 'Hillary Clinton' of 'Britney Spears' kiezen.
Kies geen moeilijke namen, of namen die met lastige letters beginnen. Bijvoorbeeld, de naam Xavier zal moeilijk te gebruiken zijn vanwege de 'x'. Het is niet gemakkelijk om daar een aanwijzing mee te vormen.
3. **Beslis of je de ontvanger hints geeft voor de exacte naam of voor een verwijzing naar de naam.** Je hoeft niet per se hints te geven voor de exacte naam van de persoon. Om het een beetje moeilijker maken kun je de ontvanger een aanwijzing geven voor de naam van de persoon.
Als je bijvoorbeeld wilt dat de ontvanger 'George Washington' raadt, dan kun je de aanwijzing 'Eerste president' knippen met je vingers. Voor 'Marlon Brando' kan dit iets zijn als 'The Godfather'.
4. **Verzin goed omschrijvingen voor medeklinkers en een duidelijke aanwijzing voor de naam, indien nodig.** Zodra je een naam hebt verzonnen, moet je eerst weten hoe je de naam correct spelt en kijk je daarna naar de medeklinkers. Als je hebt besloten om een aanwijzing te gebruiken in plaats van de directe naam, dan moet je een duidelijke aanwijzing construeren voor de ontvanger.
Bijvoorbeeld, voor de naam 'George Washington', moet je korte omschrijvingen geven als aanwijzing voor de ander over elke medeklinker in de naam, of aanwijzing. Je kunt 'Goede kranten' gebruiken voor de 'R'. Als je besluit om 'Eerste president' te gebruiken als je aanwijzing, dan zou je 'Partij' kunnen gebruiken als je omschrijving voor de letter 'P'.
5. **Geef de ontvanger een aanwijzing over het woord dat je gaat knippen met je vingers.** Voordat je het woord gaat spellen met omschrijvingen en knippen van je vingers, geef je de ontvanger een aanwijzing over de aard van het woord met een eenvoudige zin.
Als je van de naam van een persoon gebruikmaakt, zeg dan: 'Snaps de naam van het spel'. Hierdoor weet je ontvanger dat je de naam van een persoon gaat spellen.
Als je de ontvanger een aanwijzing geeft over de persoon, zoals 'Rocky' voor Sylvester Stallone of 'the Godfather' voor Marlon Brando, zeg dan: 'Snaps de naam van het spel'. Hierdoor weet de ontvanger dat je een aanwijzing voor de naam gaat spellen.
6. **Geef de eerste letter aan de ontvanger.** Nadat je de ontvanger duidelijk hebt gemaakt dat je een naam of een aanwijzing geeft, geef dan de eerste letter van het woord met een omschrijving of door te knippen met je vingers.
De meeste namen beginnen met een medeklinker, zodat je waarschijnlijk met een omschrijving zult beginnen. Dus, voor 'Sylvester Stallone' kun je beginnen met de instructie 'Super duper' om de ontvanger te laten weten dat de eerste letter een 's' is.
7. **Geef de tweede letter.** Wanneer de ontvanger de eerste letter heeft bedacht, ga je verder met de tweede letter van je naam of de aanwijzing. Doe dit alleen wanneer de ontvanger klaar is om verder te gaan, en je een nieuwe omschrijving of klinker hebt bedacht, afhankelijk van de tweede letter.
Tweede letters zijn vaak klinkers, zodat je bij de volgende aanwijzing waarschijnlijk een aantal keren zult knippen met je vingers. Bij 'Al Pacino' zal je duidelijk één keer knippen om aan te geven dat de volgende letter een 'a' is.
Vergeet niet om duidelijk te knippen zodat je ontvanger elke afzonderlijke knip van je vingers kan horen.
8. **Volg hetzelfde patroon voor de rest van de letters.** Gebruik hetzelfde patroon van knippen en omschrijvingen, totdat je klaar bent met het spellen van de naam of de aanwijzing.
Als er letters zijn die de ontvanger niet heeft meegekregen, keer dan terug en geef de omschrijvingen of het aantal knippen met de vingers opnieuw.
9. **Raad de naam van de persoon of de aanwijzing.** Laat de ontvanger raden wie de persoon is zodra je klaar bent met het spellen van de naam of de aanwijzing. Als de speler het niet weet, kun je hem helpen, of speel je nog een rondje Snaps voor het oplossen van de naam.
Als je hebt besloten om een aanwijzing te gebruiken voor de naam, laat de ontvanger dan eerst de aanwijzing raden, en daarna pas de naam.
10. **Let op de eerste regel die de andere speler je geeft.** Let op wat de 'snapper' zegt voordat hij gaat knippen met zijn vingers of omschrijvingen geeft. Dit helpt om te achterhalen of hij een naam bedoelt of een aanwijzing over een naam.
Als de snapper de directe naam van een persoon gebruikt, dan zegt hij 'Snaps de naam van het spel'.
Als de snapper zegt 'Snaps de naam van het spel', dan weet je dat hij een aanwijzing spelt over een persoon.
11. **Luister goed naar de eerste instructie of de reeks vingerknippen.** De snapper zal je een aanwijzing geven of de eerste letter van de naam of aanwijzing vingerknippen. Zorg ervoor dat je goed hiernaar luistert, zodat je het spel goed begint.
Bijvoorbeeld, als de snapper 'Benjamin Netanyahu' als naam heeft gekozen, dan zal hij eerst een omschrijving geven als, 'Bereid zijn' om je te laten weten dat de eerste letter van de naam of aanwijzing de 'B' is.
Als hij de naam 'Iggy Pop' heeft gekozen, dan zal hij eerst driemaal met zijn vingers knippen om aan te geven dat de eerste letter een 'I' is.
12. **Volg dit patroon totdat de snapper klaar is met de hele naam of aanwijzing.** Luister naar omschrijvingen van de snapper en het vingerknippen, totdat hij zegt dat hij klaar is, zodat je met succes de naam of de aanwijzing kunt oplossen.
Het is gemakkelijker om elke letter te onthouden door deze op te schrijven.
13. **Raad de naam of de aanwijzing voor de naam.** Zodra de snapper klaar is met het spellen van de naam of de aanwijzing, probeer dan te raden wat het is. Als je het niet weet, vraag dan aan de snapper om iets te verduidelijken, of speel nog een rondje om de naam te raden.
Als de snapper heeft besloten om een aanwijzing te gebruiken, raad dan eerst de aanwijzing en daarna de naam. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Snaps-spelen", "language": "nl"} |
Een pasgeboren baby laten boeren | Of je nu voor je eerste of vijfde kindje zorgt, het kan heel verwarrend zijn om te begrijpen wat prettig, veilig en gezond voor je kleintje is. Je baby voeden is een speciaal en intiem moment, maar het kan lastig zijn als je baby veel lucht heeft ingeslikt of niet kan drinken. Soms voelt je baby zich na een boertje een stuk beter omdat de lucht er dan uit is. Laat je pasgeboren baby boeren door de tekens dat dat nodig is te herkennen en door een positie te vinden die voor jou en de baby het beste werkt.
1. **Laat je pasgeboren baby boeren tijdens de voeding.** Als de baby boert raakt hij de lucht kwijt die hij tijdens het drinken heeft ingeslikt.
Probeer bij flesvoeding de baby na iedere 60 tot 90 ml te laten boeren.
Laat de baby bij borstvoeding boeren als je van borst wisselt.
2. **Stop en laat je baby boeren als hij onrustig wordt tijdens de voeding.** Als je baby begint te huilen of niet meer wil drinken, moet er misschien geboerd worden.
3. **Laat je baby na de voeding boeren.**
4. **Til je baby op en probeer om hem te laten boeren als hij 's nachts wakker wordt om te drinken.** Als hij niet wil drinken maar wel onrustig is, kan hij misschien last hebben van lucht en dan kan een boertje helpen.
5. **Hou de baby tegen je borst of je schouder.** Laat de kin van de baby op je schouder rusten, terwijl jij hem met je ene hand ondersteunt en met de ander helpt om te boeren.
Ga rechtop zitten of staan als je de baby in deze positie wilt laten boeren. Het kan ook in een schommelstoel.
6. **Klop zachtjes op de rug van je baby.** Je hoeft niet hard op de rug van je pasgeboren baby te slaan. Zelfs wrijven kan het boertje waar jullie allebei op wachten al teweegbrengen.
7. **Zet je baby op je schoot of op je knie.** Jij moet het hoofdje, nek en rug ondersteunen omdat de baby nog te jong is om dat zelf te kunnen.
Neem de kin van je baby in de palm van je ene hand, en laat de hiel van die hand op de borst van de baby rusten. Met je andere hand klop je zachtjes op de rug van de baby tot hij boert.
Kijk goed hoe je je hand houdt. Zorg dat je de baby niet bij de keel pakt, of dat je het ademhalen bemoeilijkt.
8. **Leg je baby op zijn buik.** Je kunt hem op je schoot leggen en zachtjes op zijn rug kloppen.
Hou het hoofdje van de baby hoger dan zijn borst, dan lukt het boeren het makkelijkst.
9. **Probeer verschillende houdingen als het niet lukt.** | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pasgeboren-baby-laten-boeren", "language": "nl"} |
Een speurtocht opzetten | Speurtochten zijn een leuke en makkelijke manier om tijd met je kinderen, vrienden of familie door te brengen. Een speurtocht kant ook leuk zijn om samen met collega's te doen als teambuildingsactiviteit. Het competitieve element in speurtochten moedigt teams aan om samen te werken of individuen om creatief en vindingrijk te zijn in het zoeken naar oplossingen. Als je een speurtocht opzet, zorg er dan voor dat de raadsels en aanwijzingen voor alle deelnemers leuk en uitdagend zijn en dat je hierbij niemand buitensluit. Houd er ook rekening mee dat de speurtocht voor alle deelnemers veilig is. Als de speurtocht een bepaald thema heeft, zoek dan naar passende accessoires. Je kunt het zo gek niet bedenken! Neem bijvoorbeeld eens een kijkje in die oude verkleedkist op zolder of ga zelf op speurtocht in de plaatselijke kringloopwinkel.
1. **Kies een thema.** Thema's kunnen een speurtocht leuker maken. Vooral als je een thema kiest dat overeenkomt met de interesses van de deelnemers. Stel dat je zoontje bijvoorbeeld gek is van piraten, dan is een speurtocht met piratenthema een leuk idee voor hem en zijn klasgenootjes.
Andere mogelijke thema's zijn: Disneyprinsessen, dinosaurussen, het oude Egypte, jungle, Indiana Jones, carnaval, kamperen, feeën, mysteries, huidige gebeurtenissen, televisieprogramma's of videogames.
2. **Bedenk aanwijzingen.** Je kunt online naar aanwijzingen zoeken of erover brainstormen. De aanwijzingen helpen de deelnemers om te bepalen waar de volgende locatie van de speurtocht is. Houd er rekening mee dat de aanwijzingen leuk moeten zijn voor de deelnemers. Voor volwassen spelers kun je bijvoorbeeld (ingewikkelde) raadsels bedenken. Terwijl voor kinderen rijmpjes beter werken. Voor hele jonge kinderen kun je het beste plaatjes of foto's gebruiken als aanwijzing.
Bepaal het aantal aanwijzingen aan de hand van hoeveel tijd er is voor de speurtocht en hoeveel deelnemers er zijn. Houd bij het bedenken van de aanwijzingen het thema van de speurtocht in je achterhoofd. Als de speurtocht bijvoorbeeld een dinosaurusthema heeft, relateer dan bij iedere aanwijzing aan een andere dinosaurus.
Een voorbeeld van een raadsel is: 'Morgen komt na vandaag. Waar is dit niet zo?' Het antwoord is: in het woordenboek. De volgende aanwijzing is dan te vinden in het woordenboek in de boekenkast.
Een voorbeeld van aanwijzingen die elkaar opvolgen is: Aanwijzing 1: Als je maag begint te knorren, kun je hier iets te eten scoren'. Aanwijzing 2 plaats je dan in de keuken. Aanwijzing 2: Hoera, je hebt de tweede aanwijzing gevonden! Voor aanwijzing 3 moet je eerst nog iets aandoen voordat je je schoenen aantrekt. Aanwijzing 3 verstop je in de sokkenla.
3. **Kies een prijs voor de winnaar.** Een echte speurtocht eindigt natuurlijk met het vinden van de schat! Kies een aantal verschillende prijzen in het thema van je speurtocht. Houd er rekening mee dat sommige deelnemers misschien een voedselallergie hebben als de prijs bestaat uit snoep of snacks. Verstop de prijs van tevoren zodat de deelnemers niet per ongeluk kunnen zien waar je dit doet. Je kunt er eventueel een echte schatkist van maken door een schoenendoos of oude speelgoedkoffer te decoreren.
Voor de prijzen kun je bijvoorbeeld denken aan snoep, pennen, speelgoed, muntgeld, sieraden of voetbalplaatjes. Of een wat serieuzere prijs zoals een weekeindje weg of een vakantie. Als je besluit een schatkist te maken om de prijzen in te doen, kun je eventueel de deelnemers vragen om te helpen met decoreren. Je kunt er ook voor kiezen om niet een hoofdprijs te hebben voor de winnaar, maar een kleinere prijs voor alle deelnemers. Als je niet teveel geld wilt uitgeven, kun je simpele papieren zakjes vullen met prijzen.
4. **Verstop je aanwijzingen.** Begin met het verstoppen van de aanwijzingen in huis, op kantoor of buiten als het weer dat toelaat. Zorg ervoor dat de deelnemers niet zien waar je de aanwijzingen verstopt. Houd er rekening mee dat alle deelnemers de aanwijzingen kunnen vinden. Verstop deze dus niet te hoog als de deelnemers kinderen zijn. Verspreid de aanwijzingen goed en kies locaties die de deelnemers niet makkelijk met elkaar verwarren. Het zou zonde zijn als iemand per ongeluk de verkeerde aanwijzing vindt.
Terwijl je de aanwijzingen verstopt, kunnen de deelnemers even iets drinken. Of je kunt de aanwijzingen van tevoren al verstoppen als de deelnemers er nog niet zijn. Als de deelnemers kinderen zijn, zorg dan dat er iemand op ze let. Je wilt natuurlijk niet dat een van de kinderen stiekem komt gluren terwijl je de aanwijzingen verstopt.
5. **Begin met de speurtocht.** Verzamel de deelnemers en leg de regels aan iedereen uit. Zorg ervoor dat de deelnemers weten waar ze wel en niet mogen komen. Zo voorkom je dat iemand zomaar je slaapkamer binnenloopt als je dat niet wilt. En nog belangrijker is het om te voorkomen dat kinderen de voordeur uit zouden lopen, de straat op. Deel een grote groep op in teams en zorg dat ieder team gelijk verdeeld is wat betreft aantallen en kennis. Voorkom bijvoorbeeld dat het ene team bestaat uit alle kinderen die hard kunnen rennen en het andere team uit alle kinderen die goed kunnen lezen.
Laat de deelnemers zich eventueel verkleden als de speurtocht een thema heeft. Zorg ervoor dat iedere speler evenveel inbreng heeft tijdens de speurtocht. Bijvoorbeeld door te zorgen dat ieder teamlid om de beurt een gevonden aanwijzing hardop voorleest. Houd ook in de gaten dat de deelnemers goed met elkaar overleggen en samenwerken. Het is niet leuk als er binnen een team een iemand is die alle aanwijzingen in zijn eentje probeert op te lossen en alle antwoorden geeft. Als er iemand gepest wordt tijdens de speurtocht is dat al helemaal niet leuk natuurlijk. Mocht dat gebeuren, grijp dan in.
Moedig de deelnemers aan en geef geen antwoorden cadeau!
6. **Zoek online naar ideeën voor je speurtocht.** Als je er alleen met brainstormen niet uitkomt, kun je het internet raadplegen. Er zijn veel verschillende voorbeelden te vinden van leuke en interessante speurtochten. Je kunt op internet ook zoeken naar speurtochten die aansluiten op bepaalde interesses. Bijvoorbeeld robots, piraten of dieren.
7. **Creëer een fotospeurtocht.** Laat deelnemers alleen of in een team op zoek gaan naar bepaalde voorwerpen en hier foto's van maken met een camera of telefoon. Maak een lijst met de voorwerpen die de deelnemers moeten vinden. Wie als eerste alle voorwerpen heeft gefotografeerd, wint de speurtocht. In plaats van voorwerpen kun je de deelnemers ook foto's laten nemen van bepaalde locaties.
Je kunt collega's van verschillende afdelingen bijvoorbeeld in de stad laten zoeken naar bekende herkenningspunten. Jonge kinderen kun je foto's laten maken van bepaalde meubels of vormen in huis. Je kunt er ook voor kiezen om activiteiten te combineren met het maken van foto's. Laat het team bijvoorbeeld een menselijke piramide maken en dat op de foto zetten.
Je kunt kiezen voor een puntensysteem waarbij foto's die moeilijker te maken zijn, meer punten waard zijn dan foto's die makkelijk te maken zijn. Geef ook een tijdslimiet aan de speurtocht. Wie aan het einde van de speurtocht de meeste punten heeft verzameld, is de winnaar.
8. **Organiseer een schattentocht.** Stel een lijst op met 'schatten' waarnaar gezocht moet worden. Zorg ervoor dat je duidelijk aangeeft binnen welk gebied de deelnemers of teams mogen zoeken. Geef iedereen een kopie van de lijst. Maak ook duidelijk dat er onderling niet van elkaar gestolen mag worden en geef aan hoe lang iedereen de tijd heeft om te zoeken.
Het eerste team dat alles op de lijst vindt, wint de speurtocht. Je kunt op de lijst voorwerpen zetten als een oud tijdschrift, het kleinste of grootste stuk fruit in huis, grappige plaatjes of foto's, een persoon met een bepaald uniform zoals een brandweerman of wat je verder ook maar kunt bedenken.
9. **Organiseer een speurtocht met een kaart.** Maak een kaart van je huis, je tuin of je buurt. Houd er rekening mee dat de afstand die afgelegd moet worden, goed bij de leeftijd van de deelnemers past. Zet een groot kruis, X op iedere locatie waar een aanwijzing is te vinden. Je kunt er ook voor kiezen om alleen een X te zetten op de plek waar de speurtocht begint. Van daaruit kun je de deelnemers dan naar aanwijzingen laten zoeken om zo uiteindelijk bij de schat uit te komen.
De eerste aanwijzing kan bijvoorbeeld zijn: 'Doe veertig stappen richting het oosten en draai naar links. Doe daarna twee stappen vooruit en zoek hier in het gras naar de tweede hint'.
Je kunt op het internet handige hulpmiddelen vinden om je eigen kaart te maken.
10. **Spreek tot de verbeelding van kleine kinderen.** Creëer een speurtocht voor jonge kinderen door hun inlevingsvermogen te combineren met grote duidelijke afbeeldingen. Begeleid de kinderen van aanwijzing naar aanwijzing. Je kunt er ook voor kiezen om aan iedere gevonden aanwijzing een prijs te koppelen. Bij een grotere groep is het handig om alle deelnemers naar een centrale plek terug te laten keren om hun prijs in ontvangst te nemen nadat er een aanwijzing is gevonden.
Je kunt eventueel verschillende aanwijzingen maken voor de verschillende teams. Of zelfs verschillende aanwijzingen voor alle spelers als het om een kleine groep deelnemers gaat. Voor kinderen is het leuk als zij na afloop van de speurtocht hun eigen ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen.
Zorg ervoor dat iedereen die meedoet, iets in kan brengen tijdens het spel. Vooral kleine kinderen zullen zich snel buitengesloten voelen als ze het idee hebben niet echt mee te doen met het spel. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-speurtocht-opzetten", "language": "nl"} |
Een kus beschrijven | Er zijn evenveel manieren om een kus te beschrijven als er sneeuwvlokken in een storm zijn. Maar als je een effectieve en goed geschreven kus wilt creëren, is het belangrijk om de setting te bepalen en een opbouw te creëren, evenals een sterke beschrijving van de kus zelf, om ervoor te zorgen dat de kus emotionele weerklank heeft voor je lezer of luisteraar.
1. **Kies wie er gaat kussen.** Misschien heb je twee personages die al een lange tijd om elkaar heen draaien, of twee personages die zich plotseling realiseren dat ze gevoelens voor elkaar hebben. Hoe dan ook, het is belangrijk om te bepalen welke twee personages in je verhaal elkaar gaan zoenen, zodat je het gezichtspunt van het verhaal naar hen kunt verleggen.
Houd in gedachten dat het niet noodzakelijkerwijs twee mensen hoeven te zijn die elkaar kussen, want het kunnen ook meerdere personages zijn die elkaar kussen of één persoon die zichzelf in de spiegel kust. In elk geval is het een goed idee om de personages in de kusscène aan te geven.
2. **Bepaal in welke omgeving de kus zal plaatsvinden.** De setting voor de kus is belangrijk, omdat de setting de stemming van de kus zal bepalen. Bij het schrijven is stemming een literair element dat bepaalde gevoelens of stemmingen oproept bij je publiek door middel van woorden en beschrijvingen. Zie het als de sfeer waarin je personages zich bewegen of waarin ze zoenen.
Door de setting van de kus te bepalen, kun je veel impliciete betekenis creëren. De setting zal je helpen een bepaalde stemming of sfeer neer te zetten, en je kunt je publiek een bepaalde stemming laten zien, in plaats van het te vertellen.
Een kus op een donkere lege parkeerplaats heeft bijvoorbeeld een heel andere stemming of sfeer dan een kus op een feestje. In de ene sfeer is het intiemer en in de andere is het opener.
3. **Bedenk hoe de kus gaat plaatsvinden.** Zullen je personages alleen zijn of omringd door anderen? Zal één personage in de scène agressiever zijn of meer naar een kus verlangen? Zullen beide personages weten dat de kus eraan komt of zullen ze er compleet door verrast worden?
Dit is een goed moment om ook na te denken over hoe je personages in de scène gepositioneerd zullen worden. Misschien staat de ene persoon naast de andere in een kamer. Of misschien gaan beide personages naast elkaar zitten.
Denk na over de fysieke aanwezigheid van je personages en hoe ze zich gaan bewegen in de kusscène.
4. **Bedenk waarom de kus plaatsvindt.** Dit is echt een kans voor je om na te denken over de beweegredenen van je personages en waarom ze elkaar uiteindelijk zouden kussen. Als ze elkaar het hele verhaal haten, maar plotseling eindigen in een diepe, sensuele kus, kan dit niet erg geloofwaardig zijn voor de lezer.
Evalueer opnieuw hoe en waarom je dit punt in het verhaal hebt bereikt waar de personages in een kusscène zitten. Heb je hun relatie in de beginfase van het verhaal goed opgebouwd, zodat een kus tussen hen logisch is? En als je voor het verrassingselement gaat, vraag je dan af of je genoeg karakterdetails hebt gecreëerd, zodat de kus de lezers op het verkeerde been zet, maar ze niet uit het verhaal zal halen.
5. **Bouw voort op bestaande conflicten tussen de personages.** Hoewel het verleidelijk kan zijn om twee personages gewoon samen in een afgesloten kamer of donkere grot te gooien, waar ze uiteindelijk hun toevlucht zullen nemen tot een kus, is een effectievere techniek om conflicten uit het verleden of lopende conflicten tussen de personages te gebruiken, om een overtuigende opbouw naar de kus te creëren.
Dit kan een voorbije liefde zijn die opnieuw opduikt in het leven van een personage of een eerdere scène waarin een personage een ander personage iets ziet doen dat ze aantrekkelijk of meeslepend vinden. Onthoud dat een kus meestal een indicatie van verlangen is, dus zorg ervoor dat je personages naar elkaar verlangen, al is het maar voor even, om de kus geloofwaardig te laten lijken.
Verwaarloos niet al het harde werk dat je in het opbouwen van je personages hebt gestoken. Gebruik in plaats daarvan karakterisering in je voordeel en bouw voort op eerdere conflicten of scènes om opbouw te creëren.
6. **Plaats beide personages dicht bij elkaar.** Nu je hebt vastgesteld hoe een conflict uit het verleden ertoe heeft geleid dat beide personages overwegen elkaar te zoenen, is het belangrijk om beide personages binnen zoenafstand te plaatsen.
Je kunt dit doen door twee personages per ongeluk tegen elkaar te laten botsen, of door een personage te laten plannen om een ander personage tegen het lijf te lopen. Er zijn vele manieren waarop je je personages fysiek kunt verplaatsen, zodat ze in een omgeving en stemming zijn die geschikt voelt voor een kus, maar het punt is om ze dicht bij elkaar te krijgen.
Focus op de lichaamsbewegingen van je personages. Een snelle, snelle beweging naar elkaar toe duidt waarschijnlijk op een intens verlangen, en een langzamere, meer moeizame beweging naar elkaar toe duidt waarschijnlijk op een meer onvaste of onzekere passie tussen de personages.
7. **Laat een personage iets nieuws of interessants opmerken aan een ander personage.** Omdat je nu je personages op kusafstand hebt, hebben ze de kans om kleine details op te merken in het gezicht of de nek van de persoon. Je personages zien elkaar nu op een nieuwe, intieme manier, dus geef dit weer door fysieke beschrijvingen op te nemen van iets dat nog niet eerder is opgemerkt.
Je personage zou bijvoorbeeld kunnen opmerken dat het andere personage een groene vlek in de ogen heeft, een sproet op de neus, of een kleine moedervlek in de nek.
8. **Gebruik alle vijf de zintuigen.** In plaats van een heleboel bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken om de kus te beschrijven, concentreer je in plaats daarvan op hoe de kus de zicht-, geluids-, reuk-, tast- en smaakzin van je personage beïnvloedt. Dit maakt de beschrijvingen specifiek voor het gezichtspunt van je personage en zorgt ervoor dat je alle sensuele aspecten van de kus op een rake wijze beschrijft.
Zicht is waarschijnlijk een van de makkelijkste zintuigen om te beschrijven; schrijf gewoon op wat het personage ziet tijdens de kus.
Geluid kan achtergrondgeluid betekenen, zoals muziek op een feestje of de luide, opgewonden hartslag van het personage. Afhankelijk van de duur van de kus, kun je ook zacht gekreun of andere geluiden van genot (of walging) toevoegen, als dat past bij je personage.
Geur kan zijn wat je personage ruikt in de lucht of op de andere persoon als ze hem kussen, zoals parfum, eau de cologne, of een natuurlijke geur.
Aanraking is een zeer belangrijk aspect bij het beschrijven van een kus. Focus op tactiele details zoals hoe de huid van het personage aanvoelt en hoe zijn of haar lippen aanvoelen.
Smaak kan breed of heel specifiek zijn bij het beschrijven van een kus. Als je een kus als zoet omschrijft, betekent dit dat hij lekker was, en als je een kus als zuur of bitter omschrijft, betekent dit dat hij misschien helemaal niet lekker was.
9. **Gebruik lichaamstaal.** Denk na over hoe je personages hun lichaam bewegen als ze kussen. Lichaamstaal zal je publiek ook laten weten hoe de personages emotioneel reageren op de kus. Een fysieke reactie zoals het wegtrekken of wegduwen van de kus zal een andere emotie impliceren dan een fysieke reactie zoals vallen of toegeven aan de kus. De makkelijkste manier om lichaamstaal te gebruiken in de scène is door je te richten op de bewegingen van specifieke lichaamsdelen:
Lippen: misschien wel het belangrijkste fysieke detail in een kusscène -- focus op de structuur van de lippen van het personage of hoe ze aanvoelen tegen de lippen van het ander personage.
Tong: een ander zeer belangrijk fysiek detail in een kusscène dat kan wijzen op agressief verlangen (veel tong) of onzeker, zacht verlangen (geen tong). Denk na over wat voor soort kus je probeert over te brengen en voeg dienovereenkomstig wel of geen tongbeschrijvingen toe.
Hoofd: de meeste mensen buigen hun hoofd naar één kant als ze zoenen. Natuurlijk, als je voor een wat ongemakkelijkere kus gaat, kan het nuttig zijn om de personen elkaar even tegen het voorhoofd te laten stoten.
Ogen: zijn de ogen van je personages open of gesloten? Open ogen duiden meestal op een verbaasde reactie of een afstandelijke reactie. Denk na over de emoties van je personages en beslis van daaruit.
Neuzen: houd in gedachten dat, hoewel je personages hun hoofd kunnen kantelen wanneer ze kussen, hun neuzen waarschijnlijk nog steeds tegen elkaar of tegen de zijkant van hun gezicht zullen stoten.
Handen en armen: tijdens de kus kunnen de handen van een personage in de lucht zijn (wat meestal wijst op een onwelkome of verraste kus) of rond het lichaam van het personage zijn geslagen (wat meestal wijst op een aangename kus). Ze kunnen ook hun vingers door het haar van een personage halen, de achterkant van het hoofd vasthouden, over de onderrug wrijven, etc.
10. **Bespreek hoe de kus eindigt.** Je personages kunnen niet eeuwig blijven vrijen! Op de een of andere manier moet een personage of moeten beide personages zich van elkaar losmaken, of onderbroken worden en gedwongen worden zich van elkaar los te maken.
Als de kus vroeg in je verhaal plaatsvindt, zal je waarschijnlijk een ander conflict moeten laten ontstaan om de kus te compliceren en genoeg spanning te creëren, om je publiek geïnteresseerd te houden.
Als de kus zich tegen het einde van je verhaal afspeelt, denk dan na over hoe je personages zich na de kus zouden kunnen voelen en hoe de kus hun gevoelens ten opzichte van een andere personage beïnvloedt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-kus-beschrijven", "language": "nl"} |
kWh berekenen | De meeste huishoudelijk apparaten hebben een etiket met het elektrisch vermogen op de achterzijde of de onderkant. Dit etiket vermeldt het maximale vermogen van het apparaat. Om het totale energieverbruik van het apparaat te kunnen schatten, zal je dit om moeten zetten naar kilowattuur, of kWh.
1. **Zoek het vermorgen op het etiket van het apparaat.** De meeste apparaten met een hoog vermogen hebben een energielabel op de achterkant of de onderkant. Daar vind je het vermogen, vaak aangegeven in Watt ('W'). Dit is meestal het maximale vermogen waaronder het apparaat werkt, wat veel hoger kan zijn dan het daadwerkelijke gemiddelde vermogen. De onderstaande stappen leveren een ruwe schatting op van het aantal kWh, afgeleid van dit getal, maar het daadwerkelijke kWh-verbruik is meestal lager.
Op sommige apparaten wordt een vermogensbereik aangegeven, zoals '200–300W'. Het is wellicht accurater om dan het gemiddelde van dit bereik te kiezen (in dit voorbeeld dus 250W).
2. **Vermenigvuldig het vermogen met het aantal uren verbruik per dag.** Het vermogen meet het vermogen, of het energieverbruik over tijd. Door te vermenigvuldigen met een eenheid van tijd, krijg je een antwoord in termen van energie, hetgeen van belang is voor je energierekening.
Een grote raamventilator van 250 watt draait gemiddeld 5 uur per dag. Het aantal watturen per dag is gelijk aan (250 watt) x (5 uur/dag)=.
Voor airconditioning en verwarming maak je afzonderlijke berekeningen per seizoen.
Een koelkast trekt slechts ongeveer ⅓ van de tijd vermogen, of ongeveer 8 uur per dag wanneer de koelkast altijd aan is.
3. **Deel het resultaat door 1000.** Een kilowatt is gelijk aan 1000 watt, dus converteer je met deze stap je antwoord van wattuur naar kilowattuur.
Je hebt berekend dat de ventilator 1250 wattuur energie per dag verbruikt. (1250 wattuur/dag) ÷ (1000 watt / 1 kilowatt)=.
4. **Vermenigvuldig je antwoord met het aantal dagen dat je meet.** Nu weet je hoeveel kilowattuur (kWh) het apparaat elke dag verbruikt. Om het aantal kWh per maand of per jaar uit te rekenen, vermenigvuldig je gewoon met het aantal dagen van die periode.
In de loop van een maand van 30 dagen, verbruikt je ventilator (1,25 kWh/dag) x (30 dagen/maand)=.
Als de ventilator een jaar lang elke dag draait, dan verbruikt het (1,25 kWh/dag) x (365 dagen/jaar)=.
5. **Vermenigvuldig dit met de prijs voor elektriciteit per kWh.** Je elektriciteitsrekening geeft de kosten aan per kilowattuur. Vermenigvuldig dit getal met het aantal kWh voor het bedrag dat je naar verwachting zult moeten betalen.
Indien energie 17 cent/kWh kost, zal het draaien van de ventilator (0,17 euro/kWh) x (456,25 kWh/jaar)= gaan kosten (afgerond op centen).
Vergeet niet dat een schatting op basis van het weergegeven vermogen een maximum is. In werkelijkheid kan het zijn dat je rekening veel lager uitvalt.
Wil je weten wat dit zou gaan kosten in een andere omgeving dan waar je woont, zoek dan online voor een overzicht van de elektriciteitskosten. Voor locaties in de VS kun je beginnen met de EIA-website.
6. **Zoek de stroomsterkte (ampère) voor je apparaat.** Sommige etiketten op apparaten geven het wattage niet aan. In een dergelijk geval zoek je naar de waarde voor ampère of 'A'.
Het kan zijn dat op de opladers voor laptops en telefoons twee waarden voor de stroomsterkte worden gegeven. Neem in dat geval de waarde Input.
7. **Zoek het voltage in jouw regio.** In de Verenigde Staten en een paar andere landen, is het standaardvoltage in huishoudens 120V. In de EU en de meeste andere landen in de rest van de wereld, valt het voltage tussen 220V en 240V.
In de VS kunnen sommige grote apparaten zoals wasmachines aangesloten worden op speciale circuits van 240V. Controleer het voltage op het label van het apparaat om dit te weten te komen. (Het label geeft je niet meer dan het aanbevolen voltage, maar je mag ervan uitgaan dat een deskundig geïnstalleerd apparaat aan deze aanbeveling voldoet.)
8. **Vermenigvuldig de stroomsterkte met het voltage.** Door de stroomsterkte te vermenigvuldigen met het voltage krijg je een antwoord in watt, of elektrisch vermogen.
Het label van een magnetron geeft 3,4 A aan en is aangesloten op een stopcontact van 230 V. Het apparaat verbruikt 3,4 A x 120 V ≈ .
9. **Vermenigvuldig dit met het gebruik per dag.** Het wattage geeft je een indicatie van de mate waarin energie wordt verbruikt wanneer het apparaat aan staat. Vermenigvuldig het wattage met het aantal uren dat het apparaat aan staat tijdens een gewone dag.
Als de magnetron een half uur in gebruik is elke dag, dan is dit 780 watt x 0,5 uur/dag=.
10. **Deel dit door 1000.** Op deze manier zet je wattuur om naar kilowattuur.
390 wattuur/dag ÷ 1000 watt/kilowatt=.
11. **Vermenigvuldig om het aantal kilowattuur over een grotere periode te vinden.** Bijvoorbeeld, als je wilt weten hoeveel kilowattuur er in rekening gebracht gaat worden in een periode van 31 dagen, vermenigvuldig je antwoord dan met 31 dagen.
0,39 kilowattuur/dag x 31 dagen=.
12. **Koop online een vermogensmeter.** Dit heet ook wel een wattagemeter of kilowattmeter, en meet het daadwerkelijke vermogen dat een apparaat verbruikt. Dit is meestal accurater dan het gebruik van de gegevens op het apparatenlabel.
Ben je bekend met hulpmiddelen voor elektriciens, dan kun je eventueel ook een multimeter gebruiken. Hiermee heb je wel toegang nodig tot de bedrading van het apparaat terwijl het is aangesloten. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, maar haal nooit iets uit elkaar tenzij je weet wat je doet.
13. **Sluit de meter aan tussen het stopcontact en het apparaat.** Steek de stekker van de vermogensmeter in het stopcontact. Sluit het apparaat aan op de vermogensmeter.
14. **Meet de kilowattuur.** Stel je meter in op het tonen van het aantal kilowattuur. Zolang de meter aangesloten blijft, berekent hij het totale aantal kilowattuur van het aangesloten apparaat.
Als je meter alleen maar wattages kan meten, dan kun je de bovenstaande methode gebruiken om het aantal kilowattuur uit te rekenen, uitgaande van deze meetwaarde.
Lees de handleiding van de meter als je niet zeker weet hoe je de instellingen ervan moet wijzigen.
15. **Gebruik het apparaat zoals je gewend bent.** Hoe langer je de meter aangesloten laat, hoe accurater de berekening zal zijn.
16. **Bepaal het maandelijkse of jaarlijkse verbruik in kilowattuur.** Het aantal kilowattuur zoals aangegeven op de meter is een lopend totaal vanaf het moment dat het apparaat is aangesloten. Je kunt dit getal vermenigvuldigen voor een schatting van het aantal kWh over een langere periode.
Bijvoorbeeld, stel dat de meter 5 dagen aan het lopen is, en je wilt weten wat de schatting is voor 30 dagen. 30 gedeeld door 5 is 6, dus vermenigvuldig het aantal kWh zoals weergegeven met 6. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/kWh-berekenen", "language": "nl"} |
Totale rente over een autolening berekenen | Er zijn verschillende onderdelen die worden gebruikt voor het berekenen van de rente op een autolening. Je moet weten wat de verschuldigde hoofdsom, de looptijd van de lening en het rentepercentage is. De meeste autoleningen worden berekend volgens een aflossingstermijn. De formule voor het berekenen van de aflossing is ingewikkeld, zelfs met een rekenmachine. Autokopers kunnen aflossingscalculators vinden op het web. Als je autolening een eenvoudige rente berekent, dan kun je de calculator gebruiken om je maandelijks afbetalingsbedrag te bepalen.
1. **Begrijp het bedrag dat je gaat lenen.** Het bedrag dat je leent heet de hoofdsom. Je hoofdsom heeft verschillende componenten.
De formule voor de hoofdsom van je autolening is (aankoopprijs) – (kortingen) – (contante aanbetaling) – (inruilwaarde). Bij de aanschaf van een auto moet je ook rekening houden met kosten en BTW. Die twee bedragen zijn meestal opgenomen in de hoofdsom.
Een korting of rabat is een vast bedrag dat de koper betaald krijgt voor de aankoop van een bepaald voertuig. Kortingen dienen als stimulans om de aankoop te doen. In de meeste gevallen zal de koper de korting gebruiken om de lening te beperken.
Een contante aanbetaling wordt betaald door de koper. Je kunt ook een eerder voertuig inruilen -- meestal de auto die je wilt vervangen. Inruil is iets wat je verkoopt als gedeeltelijke betaling voor iets nieuws. In dit geval vermindert de waarde van de auto die je inruilt de aankoopprijs van het nieuwe voertuig.
Stel je koopt een auto voor €20.000. De fabrikant biedt een korting van €2000. Je betaalt €3000 als aanbetaling en ruilt je vorige auto in voor €5000. De hoofdsom van de lening is 20.000 dollar - €2000 - 3000 dollar - €5000 = €10.000.
2. **Bepaal de looptijd van je lening.** De looptijd is de periode waarin de lening uitstaat. De meeste nieuwe autoleningen hebben een termijn van zes jaar. Hoe langer de termijn, hoe meer rente je betaalt over de hoofdsom.
3. **Bereken de rente over de verschuldigde lening.** De rentevoet wordt vermeld in je leningsovereenkomst. Voor autoleningen is de rente kortweg het jaarlijkse kostenpercentage, of de jaarrente. Je rentepercentage vermenigvuldigd met de uitstaande hoofdsom is de rente die je verschuldigd bent over een bepaalde periode.
Stel dat je hoofdsom €10.000 is. Je jaarlijkse rente is 6%. Je wilt de rente berekenen die je maandelijks verschuldigd bent.
Je maandrente, ook bekend als je maandelijkse rente, is (6/12 = 0,5%).
4. **Gebruik een aflossingscalculator.** De formule voor het aflossen van een lening is complex. De vereiste wiskunde is moeilijk om handmatig uit te voeren.
Wanneer een lening wordt afgelost, betaald de kredietnemer een vast bedrag, meestal maandelijks. Die betaling omvat de terugbetaling van zowel de hoofdsom als de rente verschuldigd over de schuld.
Naarmate de tijd vordert zal elke vaste aflossing een groter deel omvatten van de terug te betalen hoofdsom en een kleiner rentedeel.
Er zijn online veel aflossingscalculators te vinden waarin je de hoofdsom, looptijd en rente kunt invoeren. De calculator kan vervolgens de maandelijkse afbetaling tonen, op basis van de criteria die je hebt ingevoerd. Zoek online naar 'auto lening calculator'.
5. **Voer je schattingen in.** Neem aan dat de hoofdsom van je lening €10.000, de looptijd van je lening 6 jaar en de rente over je lening 6% is. Voer deze bedragen in de leningscalculator in.
6. **Neem de aflossingstermijn die wordt geproduceerd in overweging.** Het schema produceert een maandelijks bedrag van €163,74. Het schema omvat €50 rente in de eerste maandelijkse betaling. Het rentedeel van elke betaling neemt na verloop van tijd af. Bijvoorbeeld, het rentedeel in de 24e maandelijkse afbetaling is €35,93.
7. **Bepaal de totale rente over de lening.** De aflossingstermijn berekent de totale rente die je verschuldigd bent over €1932,48 gedurende de looptijd van de lening. Als je de totale rente wilt verminderen kun je een andere lening kiezen met een kortere termijn, misschien 3 jaar. Ook kun je grotere maandelijkse betalingen doen. De grotere betalingen zal het hoofdbedrag sneller kleiner maken – evenals de rente over de lening.
8. **Begrijp de berekening van de totale rente.** De overgrote meerderheid van autoleningen gebruikt enkelvoudige rente. Om het bedrag van enkelvoudige rente die je moet betalen te berekenen, zal je eerst je maandelijkse aflossing moeten berekenen met behulp van deze formule: M=P∗i(1+i)n(1+i)n−1{\displaystyle M=P*{\frac {i(1+i)^{n}}{(1+i)^{n}-1}}}
'M' vertegenwoordigt je maandelijkse betaling. Dit is wat de formule zal berekenen.
'P' staat voor je hoofdsom. Zoals eerder besproken is dit wat je betaalt voor je auto na kortingen, inruil en je aanbetaling.
'n' vertegenwoordigt het totale aantal maandelijkse betalingen gedurende de looptijd van de lening. Dus, hebt je een standaard 6-jarige lening, dan is dit 6 zes jaar x 12 maanden per jaar, oftewel 72.
i' vertegenwoordigt je rente. Dit is het gegeven rentepercentage, meestal vermeld als je jaarrente, gedeeld door 12. Dus, als je aangegeven rente 6% is, dan wordt je maandelijkse rente 6%/12 = 0,5%.
Met het oog op de berekening zal dit getal moeten worden weergegeven als een decimaal in plaats van als percentage. Je krijgt dit nummer door je maandelijkse rente te delen door 100. In het voorbeeld wordt dit 0,5%/100 = 0,005.
9. **Pas je variabelen toe op deze vergelijking.** Zelfs als je nog geen concrete voorwaarden hebt voor je lening, kun je hier schattingen gebruiken om een goed idee te krijgen van wat verschillende leningen je kunnen gaan kosten.
Bijvoorbeeld, we kunnen de eerder besproken voorwaarden gebruiken. Dat wil zeggen, een lening met een hoofdsom van €10.000, 6% jaarrente, voor een periode van 6 jaar.
Onze invoer wordt dan 10.000 voor 'P', 0,005 (de maandelijkse rente, uitgedrukt als decimaal) voor 'i' en 72 (6 jaar x 12 maanden per jaar) voor 'n'.
Onze voorbeeldvergelijking gaat er nu als volgt uitzien: M=10,000∗0.005(1+0.005)72(1+0.005)72−1{\displaystyle M=10,000*{\frac {0.005(1+0.005)^{72}}{(1+0.005)^{72}-1}}}
10. **Vereenvoudig je vergelijking.** Vanaf hier zal je gewoon de voltooide volledige vergelijking in de juiste volgorde moeten oplossen.
Begin met het oplossen van de termen binnen de haakjes. Dit betekent in dit geval gewoon 1 plus de 0,005 in beide gevallen. De vereenvoudigde vergelijking ziet er nu als volgt uit: M=10,000∗0.005(1.005)72(1.005)72−1{\displaystyle M=10,000*{\frac {0.005(1.005)^{72}}{(1.005)^{72}-1}}}
11. **Los de exponenten op.** Vervolgens moet je de termen tussen haakjes machtsverheffen tot de macht 'n' (72 in dit geval). Dit gebeurt op een rekenmachine door de waarde tussen haakjes te typen (1,005 in dit geval) en daarna op de knop van de exponenten te drukken (meestal aangeduid als 'x^y'). Je kunt deze berekening ook typen in DuckDuckGo of Google die het vervolgens voor je zal oplossen.
In ons voorbeeld, berekenen we 1,005^72 en krijg 1,432. Onze vergelijking ziet er nu als volgt uit: M=10.000∗0,005(1,432)(1,432)−1{\displaystyle M=10.000*{\frac {0,005(1,432)}{(1,432)-1}}}
12. **Nu weer vereenvoudigen.** Dit keer moet je het bovenste en onderste deel van de breuk uitwerken, respectievelijk de teller en de noemer. Om de breuk er eenvoudiger uit te laten zien reken je de vermenigvuldiging van de teller en de minsom van de noemer uit.
Na deze berekeningen ziet de voorbeeldvergelijking er als volgt uit: M=10.000∗0,00716)0,432{\displaystyle M=10.000*{\frac {0,00716)}{0,432}}}
13. **Los de breuk op.** Deel de teller door de noemer. Het resultaat is het getal dat wordt vermenigvuldigd met de hoofdsom om je maandelijkse betalingen te bepalen.
Na deze berekening wordt onze voorbeeldvergelijking: M=10.000∗0,0166{\displaystyle M=10.000*0,0166}
14. **Bereken je maandelijkse afbetaling.** Vermenigvuldig de laatste twee termen in je vergelijking met elkaar om je maandelijkse afbetaling te bepalen. In dit geval bedraagt de maandelijkse aflossing €10.000 x 0,0166 = €166/maand.
Houd er rekening mee dat dit bedrag enigszins kan variëren door afronding tijdens de berekening.
15. **Bereken je totaal betaalde rente.** Dit wordt gedaan door het aftrekken van de hoofdsom van de totale waarde van je betalingen. Om de totale waarde van je betalingen te bepalen, vermenigvuldig je het aantal betalingen 'n' met de waarde van je maandelijkse betaling 'm'. Vervolgens trek je de hoofdsom 'P' af van dit nummer. Het resultaat is je totaal betaald rente over je autolening.
In ons voorbeeld bereken je dit als volgt: 72('n') x €166('M') = €11.952 - €10.000 ('P')= €1952. Dus de totale rente die is betaald over de lening is dus €1952, en dat is ongeveer een vijfde van het totaal van de lening. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Totale-rente-over-een-autolening-berekenen", "language": "nl"} |
Jezelf laten gapen | Hoewel wetenschappers nog niet precies weten waarom we gapen, weten we dat gapen een aantal belangrijke doelen dient. Het koelt de hersenen af, voorkomt dat de oren knappen, en kan er zelfs voor zorgen dat we een band opbouwen met de mensen om ons heen. Als je jezelf wilt laten gapen, dan kan iemand anders zien gapen vaak al genoeg zijn. Ook kun je proberen om je mond wijd open te zetten, en is er nog een paar andere trucs dat je kunt proberen om makkelijker te gapen.
1. **Denk aan gapen.** Denken aan gapen kan er al voor zorgen dat het lichaam wil gaan gapen. Bereid jezelf voor om te gapen door in te beelden dat je gaapt. Kijk naar het woord "gapen', en denk eens na over hoe het voelt om heerlijk, diep te gapen.
2. **Zet je mond wijd open.** Doe net alsof je moet gapen, zelfs als je dat niet moet. Open je mond zo wijd als je kunt. De gaappositie aannemen kan al genoeg zijn om een echte gaap te triggeren.
3. **Span de spieren achterin je keel aan.** Deze spieren trekken zich op natuurlijke wijze een beetje samen als je gaapt. Deze spieren nu aanspannen kan het lichaam stimuleren om echt te gapen. Je hersenen zullen het gevoel van deze aanspanning associëren met daadwerkelijk gapen.
4. **Haal diep adem door je mond.** Net zoals je dat met een echte geeuw zou doen dien je in te ademen door je mond. Adem diep en langzaam in, en niet snel en ondiep. Een echte gaap stelt je in staat om veel lucht binnen te krijgen.
5. **Blijf in positie tot je een gaap op voelt komen.** Met je mond en keel in de juiste stellingen zal een echte gaap zich al snel aandienen. Je lichaam zal op natuurlijke wijze willen gapen als je mond open is, de spieren in je keel wat aanspant, en een goede teug adem haalt. Als je nog steeds niet kunt gapen, probeer dan de volgende methode.
6. **Trek op met familie en vrienden die gapen.** Je weet waarschijnlijk al wel dat gapen ontzettend besmettelijk is. Als je iemand ziet gapen, dan is de kans groot dat je zelf ook moet gapen. Deze neiging is zelfs nog sterker als je mensen ziet gapen die je goed kent, zoals familieleden, vrienden, of klasgenoten. Als je echt graag wilt gapen, kijk dan naar een bekende van je die aan het gapen is.
Sommige wetenschappers denken dat gapen de acties van een sociale groep helpt synchroniseren. Wellicht verklaart dat waarom 50% van de mensen gapen als ze iemand anders zien gapen, zeker als het iemand is die ze kennen.
Gapen is zo besmettelijk dat zelfs erover lezen al een gaap teweeg kan brengen.
7. **Vraag iemand die je kent om een geeuw te veinzen.** Als niemand lijkt te gapen, vraag een vriend of familielid dan om te doen alsof. Iemand de bewegingen zien maken, zelfs als hij/zij niet echt aan het gapen is, kan jouw lichaam al triggeren om te gaan gapen.
8. **Kijk om je heen om te kijken of je onbekenden kunt zien gapen.** Hoewel gapen minder besmettelijk is tussen onbekenden, is het nog steeds lichtelijk besmettelijk. Als je op een openbare plek bent waar je niemand kent, kijk dan of er iemand aan het gapen is. Hopelijk zul jij besmet raken en gaan gapen.
9. **Bekijk een video waarin mensen gapen.** Als je geen mensen in de buurt hebt om naar te kijken, zoek dan naar "yawning" op YouTube, en bekijk een video van iemand die aan het gapen is. Dit zal hetzelfde effect hebben als in levenden lijve kijken naar hoe een onbekende van je aan het gapen is. Je kunt ook een foto bekijken van iemand die gaapt.
10. **Probeer te kijken naar gapende dieren.** Zelfs tussen mens en dier is gapen besmettelijk. Als grappig experiment kun je proberen te kijken naar hoe je kat of hond gaapt, en kijken of dat effect op jou heeft. Kijk ook naar videos van andere diersoorten die gapen. Onderzoek heeft uitgewezen dat vrijwel alle dieren gapen.
11. **Ga naar een warme ruimte.** Mensen gapen vaker op warme plekken dan op koude. Wetenschappers geloven dat dat komt omdat gapen het lichaam van koelere lucht voorziet, en zo helpt de hersenen af te koelen. Onderzoek wijst uit dat mensen 's winters minder vaak gapen, en minder gapen in ruimtes die koud gehouden worden. Aan de andere kant, als je probeert te werken, maar dit mislukt omdat je steeds moet gapen, draai de verwarming dan wat lager. De geeuwen zullen al gauw wegtrekken.
12. **Maak het lekker knus.** Vaak gapen we 's morgens meer omdat onze hersenen 's nachts warmer zijn dan overdag. Gapen koelt ons af als we wakker worden. Als je jezelf wilt laten gapen, kruip dan terug je bed in, ga onder de lakens liggen, en warm jezelf een beetje op. Je zult binnen mum van tijd liggen gapen.
13. **Wind jezelf een beetje op.** Stress en angst zorgen ervoor dat de temperatuur van de hersenen stijgt. Gapen zorgt ervoor dat die temperatuur weer daalt. Daarom gapen Olympische atleten ook vaak vlak voor hun onderdeel. Parachutisten en andere durfals gapen ook vaak voor ze iets spannends gaan doen. Jezelf een beetje opwinden kan ervoor zorgen dat je moet gapen, zodat je hersenen weer af kunnen koelen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Jezelf-laten-gapen", "language": "nl"} |
Karbonades in de oven bereiden | Karbonades drogen snel uit in de oven, of onder de gril. Om dit te voorkomen kun je de karbonades marineren of paneren. Karbonades moeten niet te lang in de oven. Hieronder lees je hoe het beste karbonades kunt bereiden in de oven: gemarineerd of gepaneerd, gebraden of gegrild. Kies maar!
1. **Meng de azijn, ketchup, olie en suiker.** Meng de ingrediënten in een kleine schaal met een garde. Giet het daarna in een afsluitbare plastic zak of in een glazen bord.
Gemarineerde karbonades zijn zeer geschikt om te braden of te grillen, ze blijven lekker sappig.
Hoe je karbonade zal smaken, hangt af van het soort azijn dat je gebruikt. Appel cider geeft een fruitige smaak en gaat goed samen met karbonade. Witte wijn azijn heeft een meer gecompliceerde sterke smaak. En balsamico azijn geeft een zoetzure smaak. Experimenteer met verschillende azijnen om uit te kunnen maken welke jij het lekkerst vindt.
Experimenteer met de ingrediënten voor de marinade. Over het algemeen heeft een marinade iets zuurs nodig, zoals azijn, en olie. Je kunt andere smaken toevoegen, zoals zoetstoffen of kruiden. Een andere heerlijke marinade kan bijvoorbeeld bestaan uit soja saus, knoflook en gember. Andere zuren, zoals citroensap of ananassap kun je gebruiken in plaats van azijn. Mogelijkheden te over, probeer het maar uit!
2. **Marineer de karbonades.** Leg de karbonades in de schaal of stop ze in de zak en marineer ze door ze te keren of te schudden. Zorg dat je de karbonades gelijkmatig marineert.
3. **Zet 30 tot 60 minuten in de koelkast.** Een marinade maakt karbonades mals en sappig.
Hoe langer je de karbonades laat marineren, hoe sterker van smaak ze zullen zijn. Laat de karbonades echter niet een paar uur staan, dan kunnen ze taai worden.
4. **Sla het ei door de melk.** Doe het ei in een ondiepe schaal. Roer de melk met een garde door het ei.
Gepaneerde karbonades zijn lekker als je ze braadt. Het paneer voorkomt dat de karbonades uitdrogen en beschermt tegen directe hitte.
Om het ei makkelijk te vermengen met de melk prik je eerst de dooier door.
5. **Gebruik je broodkruimels om te paneren, maak deze dan klein.** Doe de kruimels in een afsluitbare zak en ga er met een deegroller of met je handen overheen.
Ga door met rollen tot je kleine kruimels overhoudt.
Als je paneermeel gebruikt, is dit niet nodig.
Je kunt ook kiezen voor kruidenpaneermeel of zelf paneermeel maken van beschuit.
6. **Doop de karbonades in het eimengsel.** Haal de karbonades een voor een door het mengsel en zorg ervoor dat ze overal bedekt worden. Laat ze daarna even uitlekken boven de schaal om overtollig mengsel te verwijderen.
Door het ei blijft de paneer goed op de karbonades plakken.
7. **Paneer de karbonades.** Stop een voor een alle karbonades in de zak en paneer ze door te schudden.
8. **Verwarm de oven voor op 220°C.** Vet een ovenschotel in met boter of anti-aanbak spray.
Zowel gemarineerde als gepaneerde karbonades kunnen gebraden worden.
Je kunt ook aluminium folie of bakpapier gebruiken om de ovenschotel mee te bekleden.
9. **Leg de karbonades in de ovenschotel.** Leg ze in een enkele laag, verspreid over de schotel.
Indien gewenst, druppel je wat gesmolten boter over de gepaneerde karbonades. Je kunt ze ook besproeien met een boterspray, dat heeft hetzelfde effect. Door de boter worden ze lekker bruin. Dit heeft overigens met gemarineerde karbonades niet zo veel zin, het zal geen verschil maken.
10. **Braad de karbonades gedurende 20 tot 35 minuten.** Na 10 minuten draai je de karbonades zodat ze gelijkmatig garen. Braad tot de karbonades niet meer roze zijn en de sappen helder vrijkomen.
Door sommige marinades zullen de sappen een donkere tint hebben.
11. **Serveer warm.** Laat de karbonades even 3 minuten rusten voordat je ze serveert.
12. **Verwarm de gril voor.** Pak een braadpan met een intern rooster.
Gril de gemarineerde karbonades, maar doe dit niet met gepaneerde karbonades. Door de hitte zal de laag te snel uitdrogen.
Zet de grilstand op hoog.
Een pan met een intern rooster is handig omdat het vet dan onder in de pan loopt. Dit voorkomt dat de pan te heet wordt.
Bedek de pan niet met aluminium folie of vet de pan niet in met boter.
13. **Leg de karbonades in de pan.** Spreid de karbonades uit in een enkele laag.
14. **Gril de karbonades aan beide kanten gedurende 5 tot 7 minuten.** Gril 5 minuten tot de bovenkant bruin wordt.
Draai om en gril de andere kant tot deze ook bruin is.
De karbonades zijn klaar als ze van binnen niet meer roze zijn.
15. **Serveer warm.** Laat de karbonades 3 tot 5 minuten rusten voordat je ze serveert. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Karbonades-in-de-oven-bereiden", "language": "nl"} |
Er anders uitzien | Van drastische veranderingen zoals het paars verven van je haar, tot subtiele aanpassingen zoals minder make-up op doen, kan het veranderen van je uiterlijk leuk en spannend zijn, maar ook een beetje eng. Soms heb je het gevoel dat je iets wilt veranderen, maar ben je gewoon niet helemaal zeker wat dat iets is. Kijk eens naar je kapsel, garderobe, houding en andere variabelen, om te beslissen welke veranderingen je wilt doorvoeren om je uiterlijk te veranderen.
1. **Verander je haarkleur voor een nieuwe look.** Neem highlights of lowlights, verf je haar in een gekke kleur (zoals blauw, paars of roze), experimenteer met omber, ga voor [[Je-haar-in-een-perfecte-tint-blond-verven|platinablond] of ravenzwart, of elke andere kleur die je aantrekkelijk vindt en waar je enthousiast van wordt! Je kunt ook iets gebruiken als krijt en kleurensprays, om tijdelijk je haarkleur te veranderen.
Let er eens op waar je oog vaak naartoe wordt getrokken – als je het aantrekkelijk vindt, misschien is het dan iets wat je zou kunnen proberen.
Besteed aandacht aan je huid en laat dat je leiden wat betreft je haarkleur.
Je kunt ook naar een professionele salon gaan om je haar te laten doen, of dit zelf samen met een vriendin doen.
2. **Laat je haar knippen of laat extensies aanbrengen voor een permanentere verandering.** Je kunt van lange lokken naar een pixie-kapsel gaan, een pony nemen, een asymmetrische stijl proberen, extensies laten aanbrengen, of kiezen uit tientallen andere verschillende kapsels. Je zou zelfs al je haar kunnen afscheren voor een dramatische verandering! Probeer een kapsel te kiezen dat je gezicht flatteert.
Als je niets drastisch aan je haar wilt veranderen, laat je haar dan gewoon bijknippen. Zelfs als het geen merkbare verandering is, weet je dat het gebeurd is en kan dit je helpen om je 'fris' te voelen.
Als je een nieuwe, dramatische stijl wilt uitproberen, maar nog niet klaar bent voor de knipbeurt, dan kun je een week lang een pruik uitproberen, om te zien of je het effect mooi vindt.
Enkele verschillende apps waarmee je nieuwe kapsels kunt 'uitproberen' zijn Virtual Hairstyle, Hair Color Booth en NewDo.
3. **Breng je haar in een ander model om nieuwe kapsels vrijblijvend te verkennen.** Als je geen andere veranderingen wilt aanbrengen, probeer dan eens te veranderen hoe je je haar daadwerkelijk in model brengt. Je kunt je scheiding aan de andere kant leggen of je haar vlechten voor een unieke stijl. Probeer voor de verandering een half knotje, een lage paardenstaart of een top knot.
Het mooie van een nieuw kapsel is dat het niet voor altijd is! Zoek een aantal tutorials op YouTube of Pinterest op om te leren hoe je verschillende modellen kunt uitproberen.
Je kunt ook eens wat accessoires aan je haar toevoegen, zoals linten, haarklemmen, hoofdbanden of een bloemenkroon.
4. **Krijg een professionele make-over om nieuwe make-up technieken te leren.** Veel make-upsalons en beauty-winkels doen gratis make-overs -- bezoek er een en vraag de winkelmedewerker om uit te leggen hoe en waarom ze doen wat ze doen. Als je een bepaald uiterlijk in gedachten hebt, kun je de persoon zelfs vragen om je te laten zien hoe je dat voor elkaar kunt krijgen.
Je kunt de producten die gebruikt worden in je make-over kopen, of je kunt soortgelijke producten in de winkel of online vinden. Let op de kleuren die gebruikt worden, of bepaalde producten zijn ontworpen voor een specifiek huidtype en of er speciale ingrediënten zijn gebruikt.
5. **Kijk naar video's en tutorials die uitleggen hoe je nieuwe make-upstijlen kunt leren.** Misschien wil je leren hoe je de perfecte kat-eyeliner moet doen, of misschien houd je van contouring. Kijk op YouTube of andere tutorials op wikiHow voor video's om deze make-upstijlen te leren.
Iets nieuws doen met je make-up kan in het begin wat extra tijd kosten, maar met wat oefening word je beter en sneller!
6. **Begin met minder make-up voor een natuurlijker effect.** Misschien ben je op zoek naar een eenvoudigere stijl – probeer minder make-up te gebruiken door verschillende stappen uit je opmaakroutine weg te laten, zoals rouge, eyeliner of oogschaduw. Of vervang gewoon opvallende make-up (zoals donkere oogschaduw) door meer natuurlijke tinten.
Veel mensen vinden het bevrijdend om te stoppen met het dragen van make-up, al voel je je zonder misschien in het begin een beetje 'bloot'. Maak een foto van je gezicht zonder enige make-up en bestudeer het om te leren waarderen hoe je gezicht er in zijn natuurlijke staat uitziet.
7. **Zoek een 'kenmerkende' lippenstift om elke dag te dragen.** Van roze tot rood tot purper, van huidkleurig tot blauw, er zijn zoveel verschillende tinten waaruit je kunt kiezen! Zoek een kleur die je aantrekkelijk vindt en die goed samengaat met je huidskleur, en draag die elke dag om een voor jou 'typische' stijl neer te zetten.
Als je bijvoorbeeld een olijfkleurige huidskleur hebt, kies dan een roze, oranje of rode tint. Als je een roze huidskleur hebt, zoek dan naar iets met paarse tinten.
Als alternatief zou je elke dag een andere lipkleur kunnen proberen, om je creativiteit en liefde voor kleur uit te drukken!
8. **Leer hoe je je eyeliner op een andere manier kunt doen.** Kies kat-eyeliner om je ogen te verfraaien. Leer hoe je 'winged'-eyeliner kunt aanbrengen voor een dramatischer effect. Je kunt zelfs leren hoe je ontwerpen met je eyeliner kunt maken voor een echt creatieve uiting.
Je kunt ook verschillende kleuren eyeliner gebruiken, voor nog meer afwisseling. Groene en bruine eyeliners zien er geweldig uit bij hazelnootkleurige ogen, donkerbruine of donkerblauwe eyeliners versterken de blauwe ogen en paarse, tintelende en groene eyeliners maken bruine ogen echt mooi.
9. **Kies kleding die past bij je persoonlijke stijl en lichaamsvorm.** Probeer een bepaald deel van je lichaam te benadrukken door op die plek een detail te plaatsen (zoals een riem om de taille). Als je rond bent, draag dan geen kleren die je vierkant maken. Zie je bepaalde outfits of stijlen bij mensen die je bewondert? Probeer hun uiterlijk te imiteren, ook al voelt het in eerste instantie vreemd aan. Het volgen van je instincten is de beste manier om je uiterlijk op een positieve manier te veranderen.
Er zijn ook diensten beschikbaar zoals image-consultants, waarbij een professional je kledingkast en stijl gaat evalueren en aanbevelingen zal doen voor wat voor soort kleding het beste bij je past.
Als je een grotere maat hebt, zoek dan naar kleding die gemaakt is van lichte, vloeiende stoffen, zoals jersey en rayon, met zachte lijnen. Vermijd alles wat erg strak zit -- je zult er op je best uitzien in wat comfortabeler kleding.
Je hoeft niet per se te luisteren naar wat de 'experts' zeggen wat je moet doen voor je specifieke lichaamsstijl -- het belangrijkste is dat je je comfortabel voelt in je kleren en dat je tevreden bent met hoe je eruit ziet.
10. **Vind kledingstukken in neutrale tinten voor een klassieke uitstraling.** Bezoek kringloopwinkels, warenhuizen, lokale boetieks en online winkels om items te vinden die subtiel zijn. Grijzen, zwarten, crèmes en bruinen zijn goede kleuren voor bovenkanten en onderkanten. Vervolgens kun je een aantal verschillende kleuren accessoires en jassen bij elkaar verzamelen om je garderobe aan te vullen. Je hoeft niet je hele garderobe in één keer te veranderen -- je hoeft alleen maar klein te beginnen en na verloop van tijd uit te breiden.
Als je meer kleur aan je uiterlijk wilt toevoegen, kies dan voor een felgekleurde trui, een gekleurde spijkerbroek en een felgekleurde portemonnee als toevoeging aan je garderobe. Je zou ook een baseballpetje, gestileerde riem of specifieke schoenen kunnen toevoegen, afhankelijk van wat voor soort uiterlijk je gaat.
11. **Investeer in sportschoenen voor een sportiever uiterlijk.** Of als je op zoek bent naar een meer klassieke uitstraling, kies dan natuurlijk gekleurde, bruine of zwarte flats, sandalen, of schoenen, die beter binnen die stijl passen dan felgekleurde en gedessineerde exemplaren. Voor een creatievere uitstraling, kun je op zoek gaan naar felgekleurde schoenen met patronen erop, in verschillende stijlen, zoals sandalen, wiggen en hoge hakken.
Als je gaat voor een eenvoudige blik, probeer dan schoenen te vinden die passen bij de meeste van je outfits. Als je op zoek bent naar een gevarieerdere en meer creatieve uitstraling, dan kun je met schoenen je eigen stijl uitdrukken.
12. **Doe een mode-icoon na.** Wanneer je je stijl vernieuwt, kan het helpen om een icoon te kiezen als bron om uit te putten. Blader door modeblogs en tijdschriften die je leuk vindt, voor nieuwe, eigentijdse stijlen. Kies kledingstukken die die stijl weerspiegelen, zoals grote, ronde brillen, kleurrijke shirts en truien en grote sieraden.
Een paar beroemde mode-iconen zijn Iris Apfel, Coco Chanel, Christian Dior, Ralph Lauren, Vera Wang en Audrey Hepburn.
Als je geïnspireerd bent door stijl uit een bepaald decennium, verwerk dat dan in je eigen stijl! In de jaren '50 van de vorige eeuw, bijvoorbeeld, zag je veel wespentailles, wijde rokken en getailleerde truien.
13. **Probeer wat nieuwe accessoires om je outfits aan te vullen.** Besteed aandacht aan ontwerpers of mode-iconen van je voorkeur om te ontdekken wat voor soort dingen ze met hun outfits combineren. Het is helemaal oké om ze te kopiëren! Van zonnebrillen, portemonnees, portefeuilles tot riemen en sieraden, een eenvoudige verandering aanbrengen kan je voorkomen drastisch anders maken.
Het toevoegen van een eigenzinnige ketting aan een gewone outfit kan de stijl echt veranderen. Probeer het sieraad te combineren met een open halslijn zoals een V-hals, met een overhemd of een crew-neck. Vermijd echter een vierkante halslijn, want dit kan een beetje gedateerd lijken, en combineer ze niet met al te opvallende oorbellen.
14. **Koop een nieuwe bril, of je er nu wel of niet een nodig hebt.** Een nieuw montuur kan je echt een ander uiterlijk geven! Ga naar een winkel om een nieuw model uit te proberen, of laad je foto in een monturen-specifieke website om virtueel verschillende stijlen te proberen. Je kunt kiezen voor gedurfde, donkere monturen, kattenoog brilmonturen, felgekleurde of zelfs goudkleurige brillen. Wees niet bang om eens iets heel anders dan anders te proberen!
Je zou zelfs verschillende brillen kunnen kopen om met je outfits te combineren en af te wisselen.
15. **Ontwikkel een nieuw trainingsplan voor meer energie.** Oefening helpt je ook om je zelfverzekerder te voelen en stimuleert de aanmaak van endorfine. Als er specifieke dingen aan je lichaam zijn die je graag zou willen veranderen, zoals het hebben van gespierde benen of een slankere taille, zoek dan oefeningen op die specifiek betrekking hebben op dat ding. In het algemeen zal wat cardio doen en regelmatig wat trainen met gewichten genoeg moeten zijn om geleidelijke veranderingen aan te brengen in je uiterlijk, en je zult je er ook nog beter door voelen!
Stel bijvoorbeeld dat je strakker gespierde benen wilt, probeer dan verschillende soorten squats, zoals de sumo deadlift en de brede squat. Doe elke dag drie sets van 15 squats.
Sporten verhoogt ook de doorbloeding van je lichaam, waardoor je huid er beter uitziet.
Je kunt naar een sportschool gaan of thuis trainen, wat je maar het prettigst vindt en ervoor zorgt dat je daadwerkelijk in beweging komt.
16. **Begin met een nieuwe huidverzorgingsroutine.** Neem een paar minuten de tijd om na te denken en je huid te onderzoeken. Is het vet of droog? Heb je acne? Als je een vette huid hebt, zoek dan naar producten die de vetheid verminderen. Als je een droge huid hebt, zoek dan naar producten die je huid hydrateren.
In het algemeen wordt een goede huidverzorgingsroutine 's morgens en 's avonds voor het slapen gaan herhaald, waarbij je jezelf in ieder geval wast, toner gebruikt en hydrateert.
17. **Zorg dat je 7-9 uur slaap krijgt elke nacht.** Een half uur voor het slapengaan zet je je elektronica uit, was je je gezicht en begin je jezelf voor te bereiden om te gaan slapen. Slaap in een koele kamer met weinig tot geen licht. Als je wekker 's morgens afgaat, sta dan meteen op in plaats van op die sluimertoets te drukken. Voldoende slaap krijgen maakt je niet alleen meer energiek en productief, maar het zal je huid er beter doen uitzien, en je zult er zelfverzekerder uitzien als je goed uitgerust bent.
Een goede nachtrust helpt ook je stressniveau te verlagen en helpt je op een gezond gewicht te blijven -- en beide dingen kunnen je kijk op het leven en je fysieke uiterlijk echt veranderen!
Een gebrek aan slaap kan je donkere kringen onder je ogen geven, rimpels doen toenemen en je huid er vaal uit laten zien.
18. **Werk aan je eigenwaarde door positief te denken.** Als je jezelf goed behandelt en goede dingen over jezelf zegt, zelfs in je hoofd, projecteert je die houding op de mensen om je heen. Probeer elke ochtend te beginnen met een positieve mantra, zoals: 'Ik hou van, respecteer en aanbid mijn lichaam.'
Als je worstelt met constante zelftwijfel en negatieve zelfpraat, dan is het oké om professionele hulp te zoeken om tot de kern van die gevoelens te komen. Geestelijke gezondheid is net zo belangrijk voor je uiterlijk als je fysieke verschijning!
19. **Houd je schouders open en je rug recht voor een zelfverzekerde houding.** Hang niet voorover en kijk niet steeds naar de grond. Loop met je hoofd omhoog zodat je oogcontact kunt maken met anderen als je dat wilt, en laat je armen langs je zij hangen, in plaats van over elkaar geslagen voor je.
Je houding geeft anderen een beeld van hoe je over jezelf denkt -- als je op een bepaalde manier (stoutmoedig, zelfverzekerd, zeker) wilt overkomen, probeer dan ook een dergelijke houding aan te nemen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Er-anders-uitzien", "language": "nl"} |
Oude tweets bekijken op een iPhone of iPad | Dit artikel zal je leren hoe je de oude tweets van iemand kunt vinden via het Geavanceerde zoekformulier van Twitter op een iPhone of iPad. Zolang de gebruiker zijn of haar tweets niet heeft verwijderd, privé heeft gemaakt of jouw account heeft geblokkeerd, zal je makkelijk elke tweet kunnen vinden die de gebruiker tussen twee specifieke datums heeft verstuurd.
1. **Kom te weten wanneer de gebruiker Twitter begon te gebruiken.** Om de oudere tweets van iemand te vinden moet je de maand en het jaar zien te achterhalen wanneer de persoon zijn of haar account heeft gecreëerd. Dit doe je zo:
Open (het blauwe icoon met een witte vogel; staat gewoonlijk op het startscherm).
Ga naar het profiel van de gebruiker door te drukken op zijn of haar gebruikersnaam of op een foto in een tweet.
De datum staat naast ‘Gestart met’ bovenaan het profiel (onder de naam en de locatie).
Keer terug naar het startscherm eenmaal je deze datum opgeschreven of onthouden hebt.
2. **Ga naar https://www.twitter.com in Safari.** Omdat Geavanceerd zoeken op Twitter geen deel uitmaakt van de officiële app van Twitter, moet je een internetbrowser gebruiken om naar oude tweets te zoeken.
Safari is het blauwe, rode en witte icoon van een kompas dat gewoonlijk op het startscherm staat.
3. **Meld je aan op je Twitteraccount.** Als je nog niet aangemeld bent, moet je drukken op in de rechterbovenhoek, je gebruikersnaam en wachtwoord invoeren en daarna drukken op .
Een zoekpagina van Twitter zal verschijnen, maar het zal nog niet het Geavanceerde zoekformulier zijn.
4. **Veeg op de pagina omlaag om de werkbalk weer te geven.** Dit is de grijze balk met de blauwe iconen onderaan de pagina.
5. **Druk op het icoon Delen .** Dit staat bijna in het midden van de werkbalk.
6. **Veeg naar links over de onderste rij iconen en druk op Desktopsite verzoeken.** Dit staat bijna in het midden van de rij. De website zal vernieuwd worden en een wit formulier weergeven met ‘Geavanceerd zoeken’ bovenaan.
Als je iPhone een klein scherm heeft, dan moet je waarschijnlijk inzoomen om de tekst en de velden te kunnen zien.
Om in te zoomen plaats je twee vingers op het deel van het scherm dat je wilt vergroten. Spreid daarna je vingers uit elkaar. Om terug uit te zoemen knijp je twee vingers samen op het scherm.
7. **Typ de gebruikersnaam van de persoon in het vak ‘Van deze accounts’.** Dit is de eerste optie onder de kop ‘Mensen’.
Voeg het symbool ‘@’ niet toe. Als je bijvoorbeeld zoekt naar oude tweets van @wikiHow, typ dan gewoon wikihow in het veld.
Typ je eigen gebruikersnaam om naar je eigen tweets te zoeken.
8. **Voer de periode in waarvoor je de tweets wilt bekijken.** Scrol omlaag naar de kop ‘Datums’ en leg dan een begin- en einddatum vast voor je zoekopdracht. Dit doe je zo:
Druk op het eerste blanco veld naast ‘Vanaf deze datum’ om de kalender te openen. Druk op de pijl in de linkerbovenhoek van de kalender tot je de maand en het jaar bereikt hebt wanneer de gebruiker Twitter begon te gebruiken, druk op de eerste dag van die maand en druk daarna op .
Druk op het tweede blanco veld (rechts van ‘aan’), druk op de einddatum waarvoor je tweets wilt zien en druk daarna op .
9. **Verfijn je zoekopdracht (optioneel).** Als je alle tweets van een gebruiker uit de geselecteerde periode wilt bekijken, sla deze stap dan over. Anders kun je in de volgende secties zoeken om te zien of extra filters de resultaten zouden verfijnen:
: in de sectie bovenaan de pagina kun je beslissen om uitsluitend tweets te tonen die bepaalde woorden, zinnen of hashtags bevatten (of niet bevatten).
: om alleen tweets te zien die de geselecteerde gebruiker naar een andere gebruikersnaam heeft gestuurd, moet je de andere gebruikersnaam typen in het veld ‘Naar deze accounts’ (onder de kop ‘Mensen’).
: selecteer een locatie onder deze kop als je de tweets van de gebruiker wilt weergeven uit de geselecteerde periode en die werden verstuurd vanaf een specifieke locatie.
10. **Druk op Zoeken.** Dit is de roze knop in de linkerbenedenhoek van het formulier. Twitter zal nu alle tweets weergeven die de geselecteerde gebruiker tussen de door jou gespecifieerde datums heeft verstuurd.
Als je de zoekresultaten nog verder moet filteren, druk dan op een van de opties in het vak ‘Zoekfilters’ nabij de linkerbovenhoek van de pagina. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Oude-tweets-bekijken-op-een-iPhone-of-iPad", "language": "nl"} |
Trainen om een betere zwemmer te worden | Zwemmen is een aerobe training met een lage impact, die ook belangrijke spiergroepen versterkt als de schouders, rug, benen, heupen, buikspieren en bilspieren. Omdat zwemmen echter veel bewegingen en spierbewegingen vereist die doorgaans niet op het droge worden gebruikt, is voor zwemmen ook veel training en oefening nodig voordat het gemakkelijk aanvoelt. Dus met wat kennis, oefening en een positieve houding kun je geweldige resultaten uit je trainingen halen.
1. **Plan een zwemroutine.** Je hoeft niet iedere dag te trainen, maar probeer tenminste drie dagen per week vast te leggen. Bepaal welke tijd het beste werkt voor jou. Sommige mensen vinden het handig om voor hun werk te zwemmen, terwijl anderen het prettiger vinden om na hun werk te zwemmen. Het hangt gewoon af van wat je schema is.
Het zal je lichaam wat tijd kosten om een ritme te vinden tussen je slag en je ademhaling. Als je net begint, probeer dan tenminste drie tot vijf keer per week tien minuten te zwemmen. Voer het dan langzaam op naar dertig minuten of meer.
2. **Structureer je zwemsessies om meer fitheid te krijgen.** Een zwemsessie van 2 uur kan er zo uitzien:
Opwarming - 15 minuten, gewoonlijk 200 m borstcrawl en dan wat meer rustige banen, op een krachtig tempo (richt je op constante druk toepassen tijdens iedere beweging).
Benen of armen - 15 minuten. Het is een goede manier om spieren los te maken en de benen op te warmen en in een ritme te komen.
Adembeperkend - 5 minuten, gewoonlijk gedaan voor of na de hoofdkern. Adembeperkend betekent het inhouden van je adem onder spanning of tijdens training. Doe sprintjes met maar 1 of 2 keer ademen per baan, of doe vlinderslagkicks onder water tot de helft en dan vlinderslag (iedere slagen ademen) de rest van de baan. Doe niet te lang adembeperkende training als je verwacht dat je daarna de hoofdkern moet doen.
Hoofdkern - 35 minuten, een klein aantal banen op hoge intensiteit op snelle tijden, of een lagere intensiteit maar veel banen zonder rust. Een goed voorbeeld is 5 x 25 m borstcrawl iedere 40 seconden met een streeftijd van 30.
Uitzwemmen – Heel belangrijk, uitzwemmen geeft zwemmers de mogelijkheid om te herstellen en hun spieren te rekken. Je moet proberen zo veel mogelijk afstand per slag te halen (probeer 12-16 slagen in een 25 m bad).
3. **Werk aan je ademhaling.** Concentreer je op zowel uitademen als inademen. Als je niet aan het ademhalen bent, beweeg je hoofd dan niet. Het is efficiënter om je hoofd in een vaste positie te houden. Draai je hoofd alleen om adem te halen.
Veel zwemmers hebben het probleem dat ze niet onder water uitademen. Zorg ervoor dat je een beetje uitademt als je weer onder water gaat om wat lucht binnen te houden en te voorkomen dat je neus volloopt met water.
Til nooit je hoofd op als je moet ademen. Draai je hoofd altijd opzij.
Bij de borstcrawl houd je één brillenglas in het water en één erboven. Dit helpt ervoor te zorgen dat je je hoofd niet te ver draait.
Probeer iedere drie of vijf slagen te ademen, om ervoor te zorgen dat je aan beide kanten van je lichaam ademt.
Houd je adem niet in.
4. **Ontwikkel je rugslag.** De rugslag kan één van de moeilijkste slagen zijn om onder de knie te krijgen. Je hebt er sterke rug- en schouderspieren voor nodig. De sleutel tot een soepele rugcrawl ligt in je heupen. Doe een simpele oefening met een crawlbeenslag op je rug terwijl je één arm omhoog houdt. Wissel van arm na een baan en eindig met een baan normale rugcrawl.
5. **Maak je schoolslag sterker.** De schoolslag steunt op de synchronisatie van je glijmoment en je slag. Deze soepelheid komt niet vanzelf. Harder doorhalen of proberen meer water naar achteren te duwen kan zelfs het tegenovergestelde effect hebben.
Zorg ervoor dat je altijd een slag onder water doet. Pull-outs geven je een voorsprong en zijn heel belangrijk bij een sterke en snelle schoolslag.
Je armen moeten eigenlijk niet het water naar achter je duwen, maar in plaats daarvan richt je je op het vormen van een omgekeerd hart met je handen.
Breng je handen samen als je ze naar voren uitstrekt. Gebruik je ellebogen, niet je handen, om je handen naar voren te duwen.
6. **Werk aan een afzonderlijke slag per oefening.** Als je een hele dag besteedt aan één soort slag, kom je sneller in het ritme van die slag. Je kunt je zelfs op één afzonderlijke slag concentreren per week en dan de volgende week van slag wisselen.
7. **Leer een koprolkeerpunt maken.** Dit is een moeilijke handeling die je snelheid bij het banenzwemmen vergroot. Zoek de 'grote T'. De 'grote T' is de loodrechte lijn aan het eind van de baan in een wedstrijdbad. Als je hoofd over de lijn komt, breng je je kin naar je borst terwijl je nog een slag maakt. Dan maak je een vlinderslagbeenslag voor de laatste duw.
Kijk niet omhoog voordat je de koprol doet. De muur is er altijd als je maar naar de 'grote T' kijkt op de bodem van het zwembad.
Deze beweging kan een uitdaging zijn en het wordt aangeraden om iemand het voor te laten doen.
Om sneller te gaan doe je een reeks vlinderslagkicks onder water in een stroomlijnpositie. Probeer verder te komen dan de vlaggetjes boven het zwembad als je kunt.
8. **Train met techniekoefeningen.** Een manier om je zwemmen te verbeteren is door je techniek te versterken. Als je bepaalde techniekoefeningen in je trainingen opneemt, heb je daar voordeel van door je spieren en individuele onderdelen van je slag te versterken.
9. **Doe de oefening met één arm.** Splits je slag tot maar één arm per baan. Dit helpt je slag symmetrisch en evenwichtig te houden. Houd een plankje vast als je moeite hebt om recht te zwemmen. Houd je beenslag constant en smal tijdens de oefening.
10. **Gebruik de oefening beenslag op je zij.** Houd een arm voor je uitgestrekt terwijl je lichaam helemaal recht op je zij ligt. Focus op het houden van een constante beenslag. Je hoofd blijft in het water, behalve als je het roteert om te ademen. Wissel na iedere baan van arm.
11. **Doe de Tarzanoefening.** Oefen je borstcrawlslag zoals normaal, maar houd je hoofd uit het water, naar voren kijkend. Deze oefening maakt je beenslag, nek en rugspieren sterker. Oefen dit alleen over korte afstanden.
12. **Doe oefeningen in het water waarbij je op een plaats blijft.** Er zijn veel oefeningen die je in het zwembad kunt doen waarbij je geen banen hoeft te zwemmen. Soms heeft je zwembad trainingsmateriaal bedoeld voor in het water zoals waterhandschoenen, paddles of pullbuoys.
13. **Doe een sprongoefening.** Zet je benen wijd uit elkaar terwijl je rechtop staat. Trek je knieën op naar de oppervlakte. Terwijl je knieën daar zijn, doe je je handen naar beneden en trek je ze weer naar boven terwijl je benen weer naar de bodem gaan.
14. **Probeer een stamp- en duwoefening.** Zet je benen wijd uit elkaar en trek ze om de beurt op. Beeld je in dat je je knieën hoog optrekt of druiven plet. Strek je armen uit opzij en buig ze naar de bodem. Als je je benen optrekt, maak je dezelfde beweging met je armen.
15. **Oefen een schaaroefening.** Zet een been voor het andere en duw het naar beneden, met je knie in een hoek van 90 graden. Houd je armen opzij aan het wateroppervlak en duw ze dan tegen je lichaam.
Gebruik een boei voor extra spanning.
16. **Werk aan de beenslag.** Je kunt een plankje gebruiken dat je koopt of leent van het zwembad.
Houd gewoon het plankje vast en doe elke beenslag die je wilt. Er zijn veel posities om je armen te houden. Zoek welke jij het fijnste vindt.
Je kunt ook je armen in een stroomlijn houden en een beenslag doen op je rug.
17. **Werk aan je armslag.** Gebruik een pullbuoy die je kunt kopen of lenen bij het zwembad, sportschool, club, enz.
Doe de pullbuoy tussen je enkels of bovenbenen, wat je liever hebt, en zwem met je armen.
Denk eraan om je benen niet te gebruiken omdat dan de armslag minder effectief wordt.
18. **Doe bij borstcrawl de oefening waarbij je sleept met je vingertoppen.** In plaats van je hand uit het water te tillen, sleep je je vingertoppen over het oppervlak.
19. **Doe een warming-up voor je het zwembad in gaat.** Als je serieus bent met zwemmen moet je een warming-up doen buiten het zwembad (niet meer dan 30 minuten is nodig) voordat je gaat zwemmen. Rek je hamstrings, doe planks, sprintjes, push-ups, burpees en stroomlijnburpees (waarbij je een burpee doet en eindigt in een strakke stroomlijn).
20. **Maak je beenslag sterker.** Als je het niet lukt om naar het zwembad te gaan, kun je nog steeds je slag verbeteren en spieren opbouwen. Crawlbeenslag oefenen kan een goede oefening zijn voor je core. Ga op je rug liggen en houd je handen onder je billen. Til je benen iets op en begin je benen om en om te bewegen. Probeer dit voor ongeveer dertig seconden te doen, rust en herhaal.
21. **Werk aan je planks.** Planks zijn effectieve oefeningen met je eigen lichaamsgewicht die boven- en onderlichaam versterken, maar ook je schouders, armen en bilspieren. Dit is een hele goede oefening voor op de kant. Oefen deze stappen om je planks te perfectioneren:
Neem een positie in alsof je een push-up gaat doen. Zet je handen iets wijder dan schouderbreedte.
Gebruik je tenen om je voeten vast te zetten en knijp je bilspieren samen om je lichaam stabiel te houden.
Houd je hoofd in een lijn met je rug. Focus op naar beneden kijken naar één punt op de grond.
Houd deze positie ongeveer twintig seconden vast. Je moet er zeker van zijn dat je benen niets van de spanning houden. Oefen dit met intervallen die prettig voor je zijn.
22. **Doe gewichtloze oefeningen.** Je hoeft niet iedere keer naar de sportschool om te trainen. Stel jezelf in op een routine van ongeveer twintig minuten. Probeer een paar van de volgende dingen te doen in je training:
10-15 herhalingen van push-ups
20-30 herhalingen van crunches
5-10 herhalingen van pull-ups
10-15 herhalingen van goblet squats
Rust een minuut en herhaal
23. **Versterk je core.** Je core is de belangrijkste groep spieren die je zo ongeveer alles helpt te doen. Zwemmen leunt zwaar op de sterkte van je core. Oefen een paar dingen zoals deze:
De bird-dogpositie. Ga op je handen en knieën zitten en houd je wervelkolom zo plat mogelijk. Strek dan je linkerarm en rechterbeen uit. Til je ledematen niet hoger dan je wervelkolom, maar houd ze op dezelfde hoogte als je rug. Houd deze positie 3 tot 4 seconden vast en wissel dan van kant.
V-Sits. Start in zitpositie en til je benen op tot een hoek van 45 graden. Strek je armen uit naar de knieën en houd deze positie 10 tot 30 seconden vast.
Scissor crunches. Lig op je rug en strek je benen recht uit op de grond. Houd je handen naar beneden langs je zij. Til je rechterbeen recht omhoog en je linkerbeen een paar centimeter van de grond. Strek je linkerarm uit naar je rechtervoet. Houd deze positie ongeveer 10 tot 30 seconden vast en wissel dan van kant.
24. **Beoefen andere sporten buiten het zwembad.** Je cardiovasculaire systeem bezig houden als je geen tijd hebt om naar het zwembad te gaan zal je in vorm houden. Voetbal is een goede sport om je longen en spieren uit te dagen. Het vereist ook veel oog-handcoördinatie dat parallellen vertoont met de synchronisatie tussen je ademhaling en je slag.
25. **Neem een zwemtrainer.** Veel zwembaden en clubs hebben iets voor kinderen, maar niet veel hebben mogelijkheden voor volwassenen of tieners die iets willen. Zoek iemand die ervaring heeft in het werken met volwassenen. Zorg ervoor dat zijn karakter bij je past. Je hebt iemand nodig die kan luisteren en je feedback kan geven op je slagen.
26. **Ga bij een zwemgroep.** Er zijn mastersgroepen voor mensen boven de 20 die willen zwemmen. Ze variëren van echte beginners tot meer ervaren sporters.
Je plaatselijke sportschool heeft misschien ook iets dergelijks en is misschien een beter alternatief.
27. **Ga naar een sportschool met een zwembad.** Je zult merken dat veel gelegenheden bij jou in de buurt zwembaden hebben. Kijk een beetje rond en zoek er eentje die bij je prijsklasse past en een redelijk zwembad heeft.
28. **Vraag een vriend om steun.** Als je je wilt toewijden aan iets dat lichamelijk veel van je eist, is het misschien goed om iemand te hebben die je steunt. Deze persoon hoeft niet samen met je te trainen, maar fungeert alleen maar als supportsysteem als je de moed verliest.
Een vriend hebben die regelmatig mee wil gaan zwemmen is een extra bonus en een goede vriend. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Trainen-om-een-betere-zwemmer-te-worden", "language": "nl"} |
Iemand ondersteunen wanneer je niets anders te bieden hebt dan troost | Een van de ergste gevoelens ter wereld is weten dat iemand waar je van houdt pijn leidt en er niets is wat je eraan kunt doen. Wat zeg je als je daar hulpeloos staat, terwijl je dierbare het hoofd in de handen heeft begraven en worstelt met de last van het leven? Misschien lukt het niet om de pijn en de frustraties weg te nemen, maar je kunt wel je zorg en je medeleven tonen. Denk nooit dat er niet iets is wat je kunt doen – want soms kan een beetje vriendschap heel veel betekenen.
1. **Geef een knuffel, als dat oké is.** Aanraking is een universele taal, en de eerste die mensen leren gebruiken. Als een dierbare een moeilijke tijd doormaakt, bied dan je aanraking aan en geef de ander een stevige omhelzing. Dit kan eenvoudig klinken, maar voor iemand die angstig is, bang of overstuur, kan een warme aanraking kalmerend werken en zelfs de bloeddruk verlagen. Onderzoek heeft aangetoond dat als gevolg van een lagere stressrespons, je vriend(in) door een omhelzing minder vatbaar is voor ziekte.
Vraag eerst om er zeker van te zijn dat een omhelzing een geschikte manier is om je vriend te troosten. Sommige mensen houden niet van dergelijke fysieke gebaren.
Houd de ander dicht tegen je aan en wrijf over diens rug. Als de ander gaat huilen, laat diegene dan tegen je aan huilen.
2. **Moedig de ander aan om emoties uit te drukken.** Merk je dat je dierbare zijn of haar gevoelens probeert te verbergen, vertel diegene dan dat het prima is om emoties te tonen. Veel mensen voelen zich schuldig over het uitdrukken van negatieve emoties. Anderen zijn bang dat ze zullen worden veroordeeld, omdat ze zich niet “beheersen”. Vertel de ander dat je wilt dat diegene voelt wat hij of zij ook maar voelt, en dat je niet zult oordelen.
Zeg iets als "Het lijkt erop dat je op dit moment een moeilijke tijd doormaakt, en ik wil dat je weet dat ik hier ben om naar je te luisteren, als je je hart wilt luchten" of "Als je wilt huilen, gewoon doen".
Psychologen stellen met klem dat het ervaren van negatieve emoties even belangrijk is als het voelen van positieve. Negatieve gevoelens leren ons heel veel over de natuurlijke ups en downs van het leven. Daarom kan het uitdrukken van negatieve gevoelens, in tegenstelling tot het onderdrukken ervan, helpen bij het verbeteren van je geestelijke gezondheid.
3. **Bied aan om wat tijd samen door te brengen.** Misschien wil de ander de hele dag nietsdoen, kijkend naar reality TV of wat bladeren door roddelbladen. je vriend wil misschien wel praten over wat hem of haar dwarszit, of wil wellicht overal over praten, behalve dat. Misschien wil diegene wel gaan winkelen of gewoon even een dutje doen. Plan een paar uur tijd zonder afleiding, om je te richten op je vriend die verdriet heeft.
Kom niet met een specifiek doel, wees gewoon aanwezig. De ander heeft misschien helemaal nog geen zin om iets te doen of is te overstelpt door emoties om beslissingen te kunnen nemen. Maar het is slim om een paar ideeën bij de hand te hebben voor het geval de ander wel iets wil gaan doen.
4. **Neem iets opbeurends mee.** Als je weet dat een bepaald ding anders altijd een glimlach op het gezicht tovert van je vriend(in), neem dit dan mee om hem of haar op te vrolijken. Houd er rekening meer dat de ander zich hierdoor misschien niet meteen beter gaat voelen, maar diegene zal wel inzien dat je probeert om hem of haar op te vrolijken, en het gebaar waarschijnlijk wel waarderen.
Je kunt bijvoorbeeld een knusse deken meenemen voor je vriend(in) om zich onder op te krullen, een plezierige afleiding in de vorm van een doos met je favoriete dvd's (als de ander zin heeft om te kijken), of een halve liter van haar favoriete slagroomijs, om te delen terwijl ze haar hart uitstort.
5. **Wees hulpvaardig.** Als je vriend rouwt of verdriet heeft, dan heeft ze misschien niet de energie om het huis schoon te houden, boodschappen te doen of de hond mee uit wandelen te nemen. Bied aan om karweitjes af te maken of zulke boodschappen te doen, en je kunt de extra spanning voor je vriendin wat verlichten. Wees daarnaast ook praktisch en breng al het noodzakelijke mee waar je vriend en/of familie behoefte aan kan hebben gedurende die moeilijke tijd.
Of bel op en vraag, "Ik weet dat met alles dat er speelt, je waarschijnlijk geen tijd hebt gehad om boodschappen te doen of spullen voor het huishouden. Wat kan ik voor je meenemen uit de winkel?"
Spullen die op die lijst horen kunnen wegwerpborden zijn en servetten, als er ook bezoek komt, evenals zakdoekjes en kruidenthee, zoals kamille.
6. **Probeer contact te maken.** Bel de ander en laat je medeleven blijken over wat hij of zij doormaakt. Maak je niet druk als je vriend(in) niet meteen reageert. Misschien heeft de ander geen zin om te praten of is diegene drukdoende met het troosten van haar eigen kring van mensen. Je zult snel genoeg een telefoontje krijgen. In de tussentijd maak je gewoon via de voicemail duidelijk dat je de ander het beste wenst.
Je voicemail kan ongeveer klinken als "Hé, X, ik vind het vreselijk wat je is overkomen. Ik begrijp dat je het druk hebt of op dit moment liever niet wilt praten. Maar ik wou toch even bellen om je te laten weten dat ik aan je denk en er voor je ben, mocht je iets nodig hebben."
Veel mensen hebben geen idee wat ze moeten zeggen tegen een vriend in de rouw of die verdrietig is, dus kiezen ze ervoor om dan maar niets te zeggen. Ook al heb je de juiste woorden niet meteen klaar, je vriend(in) zal het waarderen dat je aan hem of haar denkt en laat zien dat hetgeen ze doormaakt van belang is.
7. **Laat weten wanneer je contact opneemt.** Wanneer iemand verdriet heeft geven mensen vaak aan, “bel me als je me nodig hebt”. De ander zal zich als een last beschouwen als hij/zij je belt, en dus niet gaan bellen. Een betere methode is om specifiek te zijn over wanneer je zult bellen, zodat de ander weet dat ze op je opbeuringen kan rekenen.
Laat een bericht achter of spreek met de ander af dat je vaak even contact op zult nemen. Zeg bijvoorbeeld iets als, “Ik bel je dinsdag na mijn werk om even te kijken hoe het met je gaat.”
8. **Oefen reflectief luisteren.** Soms hebben mensen het alleen maar een luisterend oor nodig. Schenk de ander je luisterend oor. Neem echt goed in je op wat de ander zegt – de klank van de stem, woorden en wat niet wordt gezegd. Concentreer je en laat je geest niet afdwalen. Stel vragen tijdens de stiltes die vallen, om te laten zien dat je volgt wat de ander zegt.
Is de ander klaar met praten, vat dan samen wat je hebt gehoord en geef vervolgens een verklaring waarin je duidelijk maakt dat hoewel je geen magische toverstaf hebt en alles kunt genezen, je wel hebt geluisterd en er voor de ander zal zijn. Zelfs reflecterende woorden, zoals "Ik hoor dat je verdrietig bent over___. Ik vind het vreselijk dat dit jou overkomt, maar ik hoop dat je weet dat ik er voor je ben," kunnen voor iemand veel betekenen.
9. **Stuur een pakketje om te laten zien dat je aan de ander denkt.** Het mag dan wellicht niet mogelijk zijn om even langs te gaan bij je vriend(in), maar je kunt nog steeds proberen om hem/haar op te vrolijken – of in ieder geval deze tijd makkelijker voor haar te maken – door een paar dingen te sturen die ze nodig zou kunnen hebben. Wat je stuurt is afhankelijk van de situatie en de persoon.
Als je je vriend(in) bijvoorbeeld een scheiding doormaakt, dan kun je wat lekkers sturen en sappige bladen om de ander een beetje af te leiden. Heeft diegene te maken met een overlijden, dan kun je een aantal opbeurende citaten of Bijbelverzen sturen, of een boek over het herwinnen van hoop na een verlies.
10. **Doe niet alsof je het begrijpt.** Begrijp dat ieder mens anders reageert op bepaalde situaties in het leven. Ook al heb je hetzelfde meegemaakt als een vriend(in), vermijd het dan toch om iets te zeggen als: “O, na een tijdje voelt het niet meer zo vreselijk. Toen ik dit doormaakte, heb ik___” De ander wilt niet dat zijn of haar gevoelens worden onderkend, niet gemarginaliseerd. Toon liever medeleven.
Empathie behelst ook het onderkennen van de gevoelens van pijn van de ander, door jezelf te verplaatsen in die persoon. Ook al denk je te weten hoe het is, onthoud je toch van het generaliseren van wat de ander ervaart, dit is nieuw, hard en pijnlijk voor hem of haar. Om ondersteuning te bieden en empathie, zeg je: “Ik kan zien dat je veel verdriet hebt. Ik zou wensen dat er iets was wat ik kon doen.”
11. **Houd je advies voor jezelf.** Wanneer we zien dat mensen waar we van houden pijn hebben, dan is een gewone reactie om snel een oplossing te willen vinden. In sommige gevallen zijn de enige factoren die de pijn kunnen verlichten, tijd en hoop. Ja, je voelt je misschien machteloos omdat je niet in staat bent om je vriend(in) op een praktische manier te helpen, maar je aanwezigheid zal veel meer op prijs worden gesteld dan je advies.
12. **Slik je lege clichés maar in.** In moeilijke tijden verlaten mensen zich vaak op nutteloze gemeenplaatsen die geen troost bieden, maar de zaken alleen maar erger maken. Vermijd deze niet ondersteunende, ansichtkaartreacties:
Alles gebeurt met een reden
Tijd heelt alle wonden
Het moest zo zijn
Het kon erger
Gedane zaken nemen geen keer
Hoe meer dingen veranderen, hoe meer ze hetzelfde blijven
13. **Vraag je af in hoeverre spirituele steun positief ontvangen zal worden door je vriend.** Aanbieden om te bidden voor de ander of vertellen dat diegene moet gaan bidden, vind jij misschien een goed bedoelde opmerking. Als de ander echter een atheïst is, of agnostisch, dan wordt diegenen wellicht niet getroost door religieuze praktijken. Probeer de ander op eigen terrein tegemoet te komen, en bied je aanwezigheid en troost aan, op een manier die prettig is voor de ander. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Iemand-ondersteunen-wanneer-je-niets-anders-te-bieden-hebt-dan-troost", "language": "nl"} |
Van blond naar rood haar gaan | Haarverf is doorschijnend, dus voegt het een tint toe aan de kleur die er al is -- het haalt de kleur niet weg. Dit betekent dat als je blond haar hebt, je je haar kunt verven in bijna elke kleur die je wilt, zonder het te bleken. Desondanks komt rode kleurstof niet altijd donker genoeg uit op blond haar, vooral als je begint met platinablond en de donkerrode kant op wilt gaan -- soms komt het er roze uit! Met de juiste techniek kun je echter de kleur krijgen die je wilt, zonder bang te hoeven zijn voor een slechte verfbeurt.
1. **Kies een kleur die bij je huid past.** Je kunt je haar verven in elke kleur rood die je maar wilt, maar er zijn een aantal trucs die je kunt toepassen om de kleur nog beter bij je te laten passen. Over het algemeen geldt: hoe donkerder je huid is, hoe donkerder de kleur rood die je nodig hebt.
Als je bijvoorbeeld een zeer bleke huid hebt, kies dan aardbei-blond of bleek gember. Als je een donkerdere huidskleur hebt, staat een donkerder rood, zoals kastanjebruin, je misschien beter.
2. **Stem het rood af op de ondertoon van je huid.** Net als de huid, heeft rood haar zowel warme als koele ondertonen. Als rood je niet staat, heb je misschien de verkeerde kleur rood gekozen. Bepaal in plaats daarvan de ondertoon van je huid en kies een rode kleur die daarbij past. Bijvoorbeeld:
Als je een koele ondertoon hebt, kies dan een koele kleur rood met paarse tinten. Burgundy is een goed voorbeeld.
Als je warme ondertonen hebt, probeer dan een warme rode kleur met gele tinten. Koper is een goed voorbeeld.
3. **Test de kleur tegen je huid.** Rood haar kan schril afsteken tegen een blanke huid, zeker als je voor donkerrood gaat. Zoek iets dat dezelfde kleur heeft als je je haar wilt verven, zoals een stuk stof uit de stoffenwinkel of een pruik uit een pruikenwinkel. Drapeer de doek over je hoofd of zet de pruik op en beslis of je tevreden bent met het resultaat.
Als de kleur te hard op je overkomt, overweeg dan om wat lichter te gaan.
Bij veel pruiken- en kostuumwinkels kun je pruiken passen, maar dan moet je wel eerst een pruikenkapje kopen. Deze zijn meestal tussen de €1 en €2.
Maak je geen zorgen over hoe de stijl van de pruik eruit ziet op je – concentreer je gewoon op hoe de kleur eruit ziet tegen je huidskleur.
Een alternatief hiervoor is het gebruik van een fotobewerkingsprogramma, zoals Photoshop, of een make-over programma.
4. **Koop een rode haarverf.** Je kunt een thuisverfkit gebruiken, of je kunt de kleurstof en ontwikkelaar apart kopen bij een kapsalon of een winkel met schoonheidsartikelen. Als je de kleurstof en ontwikkelaar apart koopt, moet je ook een fles kleurveilige conditioner, plastic verfhandschoenen, een plastic kom om de kleurstof in te mengen en een verfkwast kopen.
Je hebt hier geen sterke ontwikkelaar voor nodig. Een '10 volume'-ontwikkelaar werkt het beste.
5. **Geef bruine kleurstof als je lichtblond haar donkerrood wilt verven.** Dit is erg belangrijk. Als je begint met platinablond haar, zal gewone kleurstof niet donker genoeg zijn om het te bedekken; maar je een roze kapsel opleveren! Je zult je haar eerst bruin moeten verven.
Kies een gemiddeld bruine kleurstof voor het beste resultaat. Vermijd donkerbruine kleurstof, anders zal het rood niet te zien zijn.
Je moet het hele verfproces twee keer doen: één keer voor de bruine kleurstof en één keer voor de rode kleurstof.
6. **Meng de kleurstof en de ontwikkelaar in een 1:1 verhouding.** Giet voldoende '10 volume'-ontwikkelaar in een niet-metalen kom om je haar te verzadigen. Voeg een gelijke hoeveelheid kleurstof toe aan de ontwikkelaar en roer het vervolgens met een niet-metalen lepel, tot er geen strepen of kleurbanen meer te zien zin.
Als je je haar eerst bruin verft, bereid dan alleen de bruine kleurstof voor. Raak de rode kleurstof nog niet aan.
Als je een verfkit gebruikt, bereid de kleurstof dan voor volgens de instructies die erbij geleverd werden.
7. **Voeg een proteïnevuller toe als je je haar blond hebt gebleekt.** Hoewel het niet nodig is, zal dit helpen de kleur meer te egaliseren. Het zal ook helpen om de kleur te fixeren. Voor het beste resultaat kies je een rode proteïnevuller en gebruik je de op de fles aanbevolen hoeveelheid. In de meeste gevallen zal dit een halve fles zijn. Je kunt het kopen bij een kapsalon of schoonheidswinkel.
Als je haar van nature blond is, heb je misschien geen proteïnevuller nodig.
Als je je haar eerst bruin verft en dan rood, hoef je de proteïnevuller alleen aan de bruine kleurstof toe te voegen.
8. **Ontkleur je haar in plaats daarvan als het donker is en je het lichter wilt maken.** Blond haar kan variëren van heel bleek, platinablond tot heel donkerblond. Hoe lichter de kleur waarmee je begint, hoe makkelijker het voor je zal zijn om de kleur te krijgen die op de doos staat. Als je echter zeer donkerblond haar hebt dat grenst aan lichtbruin, moet je het misschien eerst ontkleuren. Haarverf is immers doorschijnend, dus het voegt alleen maar toe aan de kleur die er oorspronkelijk was.
Als je donkerblond haar hebt en dit donkerrood wilt maken, hoef je je haar niet te bleken. De donkere haarverf zal het verdoezelen.
Als je donkerblond haar hebt en je wilt een bleke, aardbeienblonde kleur, dan moet je je haar eerst bleken, anders komt de lichtere kleur niet naar voren.
Omdat je haar zo licht is, moet je waarschijnlijk niet meer dan een '10 volume' of '20 volume' blondeermiddel gebruiken. Volg de instructies op de verpakking, en laat het bleekmiddel nooit langer dan nodig inwerken.
9. **Bescherm je huid, kleding en werkoppervlak.** Bedek je werkblad met krantenpapier of plastic zakken -- het kan een goed idee zijn om ook de vloer te bedekken. Doe vervolgens een haarverfcape om of drapeer een oude handdoek om je schouders. Breng vaseline aan op de huid rond je haargrens, de achterkant van je nek en de punten van je oren. Trek tot slot een paar plastic haarverfhandschoenen aan.
10. **Borstel je haar en breng een horizontale scheiding aan ter hoogte van je oor.** Gebruik je duimen of de steel van een verfborstel om een horizontale scheiding te maken die over het achterhoofd loopt ter hoogte van je oor. Verzamel al het haar boven de scheiding in een knot en doe er een klem in zodat het niet in de weg hangt. Laat de rest van je haar los hangen.
Als je heel kort haar hebt, probeer dan een half opgestoken paardenstaart.
Als je heel dik haar hebt, maak de scheiding dan een beetje lager -- je zult in dunnere secties moeten werken.
11. **Breng de kleurstof aan, te beginnen bij de punten.** Verzamel een streng haar (van 2-5 cm) aan één kant van je hoofd. Breng de kleurstof aan in de punten en werk dan naar de haaraanzet toe -- breng indien nodig meer kleurstof aan in het midden van de streng. Werk langs de achterkant van je hoofd naar de andere kant.
Als je de kleurstof in een kommetje hebt klaargemaakt, breng je het met een kleurpenseel op je haar aan.
Als je een kit hebt gebruikt, breng je de verf aan op je haar met de applicator en verdeel je het in je haar met je vingers of een verfkwast.
12. **Laat een ander deel van je haar zakken en herhaal het proces.** Hoe dik deze strengen zijn doet er niet echt toe, zolang je je haar maar gemakkelijk met kleurstof kunt verzadigen. Wanneer je de top van je hoofd bereikt, zorg er dan voor dat je de verf aanbrengt op je haarlijn en scheiding.
Je kunt het vorige deel van het haar uit de weg draaien en vastklemmen, of je kunt het los laten hangen. Je zou het verschil moeten kunnen voelen tussen je geverfde (natte) en ongeverfde (droge) haar.
13. **Laat de kleurstof inwerken volgens de op de verpakking aanbevolen tijd.** Verzamel al je haar en draai het in een losse knot. Bedek je haar met een plastic douchemuts en wacht de tijd af die vermeld staat in de instructies die bij de verf zijn geleverd.
De douchemuts beschermt niet alleen je omgeving tegen kleurstofvlekken, maar helpt ook om het verven sneller te laten verlopen.
Het verfproces zal van merk tot merk variëren, maar duurt meestal 20 tot 25 minuten.
14. **Spoel de kleurstof uit met koel water en gebruik daarna een conditioner.** Gebruik geen shampoo, anders spoel je de kleurstof eruit. Gebruik de conditioner die bij de verfkit zat. Als je geen verfkit hebt gebruikt, gebruik dan een conditioner die geschikt is voor geverfd of gekleurd haar.
Het is een goed idee om voor deze stap de plastic handschoenen weer aan te trekken, voor het geval de kleurstof vlekken achterlaat.
Laat je haar aan de lucht drogen als dat mogelijk is. Als je een haardroger moet gebruiken, breng dan eerst een hittebeschermer aan.
Wacht minstens drie dagen voor je je haar wast met shampoo. Deze pauze van drie dagen zal de haarschubben de kans geven om te sluiten en de kleur vast te houden.
15. **Herhaal het proces met rode kleurstof als je het eerst bruin hebt geverfd.** Nadat je de bruine kleurstof hebt uitgespoeld met koel water en conditioner, laat je je haar volledig drogen. Herhaal het hele verfproces, maar dan met rode kleurstof. Laat de kleurstof zich ontwikkelen en spoel het vervolgens uit met koel water en conditioner. Laat je haar aan de lucht drogen.
Je kunt dit meteen doen nadat je je haar bruin hebt geverfd. Je hoeft geen drie dagen te wachten.
16. **Gebruik koel water bij het wassen en uitspoelen van je haar.** Het water hoeft niet ijskoud te zijn, maar het moet de koudste temperatuur zijn die je kunt verdragen. Warm of heet water zal ervoor zorgen dat de kleurstof sneller vervaagt, waardoor al je harde werk letterlijk door het afvoerputje gaat.
17. **Gebruik een kleurveilige shampoo en conditioner.** Zoek naar labels zoals 'voor geverfd haar' of 'voor gekleurd haar'. Als je zulke producten niet kunt vinden, kies dan een sulfaatvrije shampoo en conditioner. Op de meeste shampoos en conditioners staat op het etiket of ze sulfaatvrij zijn, maar controleer de ingrediëntenlijst zo goed mogelijk.
Sulfaten zijn agressieve schoonmaakmiddelen die aan veel shampoos worden toegevoegd en de kleur van je haar kunnen aantasten.
Gebruik om de 2 à 3 wasbeurten een conditioner die de kleur weergeeft in plaats van je gebruikelijke conditioner. Dit zal helpen om je kleur te revitaliseren.
18. **Was je haar niet meer dan 2-3 keer per week.** Zelfs als je koud water gebruikt, zal je haarkleur nog steeds een beetje vervagen elke keer dat je je haar wast. Was je haar in plaats daarvan niet meer dan 2-3 keer per week. Je kunt ook overwegen je haar mee te wassen op de dagen dat je je haar niet wast.
Als je haar de neiging heeft vet te worden, kun je overwegen droogshampoo te gebruiken
Co-wassen is je haar wassen met enkel conditioner.
19. **Beperk hittestyling en gebruik een hittebeschermer als je hittestyling doet.** Het gaat hierbij om haardrogers, stijltangen en krultangen. Laat je haar waar mogelijk aan de lucht drogen en probeer hittevrije manieren te vinden om je je haar steil te maken of te krullen. Beter nog, leer om te houden van je natuurlijke haartextuur! Hitte beschadigt niet alleen je haar, maar zorgt er ook voor dat haarverf sneller vervaagt.
Als je een föhn, stijltang, of een krultang moet gebruiken, breng dan eerst een goede hittebeschermer aan.
20. **Bescherm je haar tegen zonlicht en chloor.** Zonlicht zorgt ervoor dat haarkleur vervaagt, vooral als je rood haar hebt. Draag altijd een hoed, sjaal of capuchon wanneer je in de zon stapt. Nog belangrijker, laat nooit chloor op je haar komen. Als je wilt gaan zwemmen, doe dan al je haar onder een badmuts.
Als je niet graag dingen op je hoofd draagt, breng dan een uv-beschermende spray aan. Het is net als zonnebrandcrème, maar dan voor je haar.
Geverfd haar is kwetsbaar, dus zal chloorwater het verder beschadigen. Het kan ook je haarkleur veranderen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Van-blond-naar-rood-haar-gaan", "language": "nl"} |
Gevoelloosheid in voeten en tenen genezen | Gevoelloosheid in je voeten en tenen kan door veel verschillende aandoeningen veroorzaakt worden en gaat vaak gepaard met een tintelend gevoel. De gevoelloosheid kan een onschuldige oorzaak hebben, zoals een slapende voet, of een ernstigere oorzaak als diabetes of multiple sclerose. Het is belangrijk om iets aan de gevoelloosheid in je voeten en tenen te doen, omdat het er niet alleen voor kan zorgen dat je minder goed kunt lopen maar ook een symptoom van een ernstige aandoening kan zijn.
1. **Ga bewegen.** Gevoelloosheid in de voeten of tenen komt vaak voor wanneer je een lange tijd op een plaats hebt gezeten of gestaan. De beste manier om van dit soort gevoelloosheid af te komen is door circulatie in de voet te stimuleren door rond te bewegen. Probeer een korte wandeling te nemen, of zelfs gewoon je voet te bewegen terwijl je zit.
Ter aanvulling op het helpen van sporadische gevoelloosheid af te komen, kan regelmatige beweging ook helpen om gevoelloosheid te voorkomen. Probeer fysieke activiteit in te plannen in je dagelijkse programma, zelfs al is het maar een korte wandeling.
Sport of beweeg je lichaam om de bloedsomloop te stimuleren. Je kunt het beste kiezen voor sporten die minder inspannend voor je lichaam zijn, zoals fietsen, zwemmen of rennen op een loopband.
Strek goed voor je begint te trainen, draag geschikte oefenschoenen, en oefen op rechte ondergronden.
2. **Verplaats je gewicht als je zit.** Gevoelloosheid wordt vaak veroorzaakt door een bepaalde zithouding waarbij de zenuwen in je voeten afgeknepen worden. Ga niet in een kleermakerszit zitten en zit niet langere tijd met je benen over elkaar. Als je op deze manier moet of wilt zitten, steek dan af en toe je voeten omhoog.
Als je langere periodes moet zitten, dan kun je proberen om je voeten regelmatig op te tillen om de bloedstroom te verbeteren.
3. **Trek erg strakke kleding uit.** Als je een strakke broek, sokken of andere strakke kledingstukken om het onderste deel van je lichaam draagt, kan dit de bloedtoevoer naar je voeten verhinderen, waardoor gevoelloosheid ontstaat.
4. **Masseer je voet.** Door het gevoelloze deel van je voet zachtjes te masseren kun je de bloedcirculatie helpen verbeteren, waardoor je sneller van de gevoelloosheid af bent.
5. **Warm je voeten op met een elektrische deken of een hotpack.** Blootstelling aan kou kan gevoelloosheid en een tintelend gevoel veroorzaken. Warm je voeten dus op om van de gevoelloosheid af te komen.
6. **Draag de juiste schoenen.** Schoenen met hoge hakken en schoenen die de tenen samenknijpen kunnen gevoelloosheid veroorzaken. Je kunt ook last van gevoelloosheid krijgen als je schoenen draagt die te klein voor je zijn, vooral tijdens het sporten.
7. **Weet wanneer je naar je arts moet gaan.** Ga naar de spoedeisende hulp als je niet alleen last van gevoelloosheid in je voeten hebt, maar ook symptomen hebt als een gevoel van zwakte, verlamming, verlies over de controle van je blaas of darmen, of haperend spreken. Als je echter regelmatig last van gevoelloosheid hebt of als dit langer dan enkele minuten aanhoudt, dan moet je naar je arts gaan zodat je zeker weet dat er geen onderliggende oorzaken zijn.
Zoek spoedbehandeling als de ongevoeligheid van je voet vergezeld wordt van symptomen zoals zwakte, verlamming, verlies van blaascontrole of darmcontrole, of raar praten.
Zwangere vrouwen hebben vaak last van opgezwollen voeten en tenen, wat gevoelloosheid kan veroorzaken.
8. **Laat een diagnose stellen.** Chronische gevoelloosheid in de voeten en tenen wordt meestal veroorzaakt door diabetes. Het beschadigt je zenuwen en zorgt ervoor dat de bloedtoevoer naar je voeten toe slechter wordt, waardoor je last krijgt van gevoelloosheid. Gevoelloosheid is vaak een van de eerste symptomen van diabetes. Praat dus met je arts en laat je direct onderzoeken als je regelmatig last hebt van gevoelloosheid die geen andere duidelijke oorzaak lijkt te hebben.
Gevoelloosheid kan voor diabetici een ernstige zaak zijn, omdat het ervoor kan zorgen dat ze geen pijn in hun voeten voelen veroorzaakt door bijvoorbeeld hitte, prikken of blaren. Een verminderde bloedsomloop kan ook betekenen dat de voeten van iemand met diabetes een stuk minder snel genezen. Een infectie is dus een ernstige zaak. Daarom is het erg belangrijk dat je bijzonder goed voor je voeten zorgt als je diabetes hebt.
9. **Houd je diabetes onder controle.** De beste manier om problemen met je bloedcirculatie en neuropathie te voorkomen is om je bloedglucosespiegel op peil te houden. Beiden kunnen namelijk gevoelloosheid veroorzaken als je diabetes hebt. Stel samen met je arts een behandelplan op dat voor jou werkt.
Controleer je bloedsuikerwaarden regelmatig met een bloedsuikermeter en laat enkele keren per jaar je HbA1c-gehalte bepalen.
Sporten kan moeilijk voor je worden als je last hebt van gevoelloosheid in je voeten en andere symptomen van diabetes, maar doe je best om actief te blijven. Probeer om een half uur per dag te bewegen, of je nu naar de sportschool gaat of thuis de trap op en af loopt.
Zorg voor een gezond en uitgebalanceerd voedingspatroon met onder andere fruit, groenten, volkorenproducten, bonen, vis en magere zuivelproducten. Doe je best om voedingsmiddelen te vermijden die pieken in je bloedsuikerspiegel veroorzaken, zoals koekjes en frisdrank.
Neem regelmatig de medicijnen in die je arts je voorgeschreven heeft, waaronder insuline.
Roken kan de symptomen van diabetes verergeren, dus vraag je arts om hulp om te stoppen met roken.
10. **Val af.** Extra gewicht en obesitas kunnen bijdragen aan gevoelloosheid in je voeten en tenen. Vraag je arts dus om tips om gezond af te kunnen vallen om zo enkele van je symptomen te verminderen.
Afvallen kan ook helpen om je bloeddruk te verlagen, wat ook kan helpen om gevoelloosheid te verminderen. Als afvallen niet genoeg is om je bloeddruk onder controle te krijgen, overweeg dan om je arts te vragen naar medicatie.
11. **Gebruik voetproducten voor diabetici.** Compressiesokken en steunkousen helpen de bloedsomloop te stimuleren, waardoor de gevoelloosheid kan afnemen. Speciale lotions met capsaïcine kunnen er ook voor zorgen dat de gevoelloosheid weggaat.
12. **Gebruik de tips voor het omgaan met sporadische gevoelloosheid.** Als je diabetes hebt, dan kun je nog steeds iets hebben aan de methoden voor het omgaan met sporadische gevoelloosheid, zoals het bewegen, omhoog houden en masseren van je voeten, en het gebruiken van een warm kompres. Deze technieken kunnen de gevoelloosheid tijdelijk verminderen, maar onthoud dat ze de onderliggende aandoening niet genezen. Houd dus je diabetes goed onder controle en blijf je voeten ook goed verzorgen.
13. **Vraag je arts naar alternatieve behandelingen.** Uit sommige onderzoeken blijkt dat diabetici baat kunnen hebben bij ontspanningsoefeningen, neurotherapie en infraroodtherapie om gevoelloze voeten te behandelen. Deze behandelingen worden misschien niet door je zorgverzekering vergoed, maar het kan het waard zijn om er meer over te weten te komen als niets anders werkt om van je gevoelloosheid af te komen.
Je arts kan je medicijnen voorschrijven om je gevoelloosheid te behandelen, maar de kans is groot dat het om ongeregistreerde medicijnen gaat.
14. **Laat verwondingen behandelen.** Verwondingen aan de voeten, tenen, enkels, hoofd of ruggengraat kunnen gevoelloosheid veroorzaken. Een orthopeed, neuroloog of chiropractor kan wellicht je verwonding behandelen om de gevoelloosheid te laten verdwijnen.
15. **Bespreek alle medicijnen met je arts.** Medicijnen die gebruikt worden voor chemotherapie zorgen vaak voor gevoelloze ledematen. Veel andere medicijnen die voorgeschreven worden voor een hoop verschillende aandoeningen hebben hetzelfde effect. Als je nadat je begonnen bent met een nieuw medicijn last krijgt van gevoelloosheid, bespreek dit dan met je arts om te zien of de voordelen van het medicijn opwegen tegen de bijwerkingen. Het kan zijn dat er een ander medicijn is dat je kunt gebruiken om je aandoening te behandelen en dat niet dezelfde bijwerkingen heeft.
Stop nooit met je medicijnen zonder dit eerst met je arts te bespreken. Bij sommige medicijnen moet je de dosis namelijk langzaam verminderen.
16. **Neem vitaminesupplementen.** Je gevoelloosheid kan veroorzaakt worden door een tekort aan vitamine B12 of andere vitaminen. Laat je bloed onderzoeken om te kijken of je een vitaminetekort hebt. Begin met het slikken van de aanbevolen supplementen als je daadwerkelijk een tekort hebt.
17. **Neem medicijnen voor chronische aandoeningen.** Aanhoudende gevoelloosheid in de voeten en tenen kan een symptoom zijn van een aantal onderliggende aandoeningen, waaronder multiple sclerose, artritis, de ziekte van Lyme en veel andere aandoeningen. Als je medicijnen neemt om de onderliggende aandoening te behandelen, kan dit de gevoelloosheid in je voeten verminderen.
Als er geen chronische aandoening bij je is vastgesteld, dan kan het zijn dat de gevoelloosheid in je voeten en tenen het eerste teken daarvan is. Zorg ervoor dat je alle symptomen met je arts bespreekt zodat hij of zij weet welke onderzoeken er uitgevoerd moeten worden.
Als je wel een diagnose hebt maar de gevoelloosheid een nieuw symptoom is, laat dit dan tijdens je eerstvolgende afspraak aan je arts weten om erachter te komen of er nog andere medicijnen zijn die je moet nemen of andere behandelingen zijn die je moet ondergaan.
18. **Drink minder alcohol.** Overmatig alcohol drinken kan zorgen voor gevoelloze ledematen, waaronder de voeten en tenen. Door minder alcohol te drinken kun je gevoelloosheid helpen voorkomen.
19. **Behandel het symptoom.** Als je al alle noodzakelijke stappen neemt om de onderliggende oorzaak van je gevoelloze voeten aan te pakken maar de gevoelloosheid gaat niet weg, probeer dan de methoden voor het omgaan met sporadische gevoelloosheid. Deze technieken zullen je aandoening niet genezen, maar het doen van dingen als het bewegen, omhoog houden en masseren van je voeten, en het gebruiken van een warm kompres kan helpen om de symptomen tijdelijk te verlichten. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Gevoelloosheid-in-voeten-en-tenen-genezen", "language": "nl"} |
Inductie meten | Inductie is het vermogen van een spoel om te voorkomen dat er een elektrische stroom doorheen loopt. Een inductiespoel kan een stroom tegenhouden zodat een andere stroom kan vloeien. Tv's en radio's, bijvoorbeeld, gebruiken inductie om verschillende kanalen te ontvangen en erop af te stemmen. Inductie wordt meestal gemeten in eenheden millihenry of microhenry. Het meten zelf gebeurt gewoonlijk met een frequentiegenerator en een oscilloscoop, of een LCM-multimeter. Inductie kan ook worden berekend door middel van een grafiek van de spanning uitgezet te gen de stroom, die de verandering meet in de elektrische stroom die door een spoel gaat.
1. **Kies een weerstand van 100 ohm met 1% weerstand.** Weerstanden hebben gekleurde banden die je kunnen helpen ze uit elkaar te houden. Een weerstand van 100 ohm heeft een bruine, een zwarte en een bruine band. De laatste band aan het uiteinde is ook bruin, om 1% weerstand aan te geven. Als je verschillende weerstanden hebt om uit te kiezen, kies er dan een met een bekende weerstandswaarde.
Weerstanden zijn gelabeld als ze nieuw zijn, maar je kunt je gemakkelijk vergissen als ze eenmaal uit de verpakking zijn. Test de inductie altijd met een weerstand waarvan je de waarde kent, om er zeker van te zijn dat je een nauwkeurig resultaat krijgt.
2. **Verbind de inductiespoel in serie met de weerstand.** In serie betekent dat de stroom eerst door de ene component gaat en dan door de andere. Begin met het opzetten van een schakeling, door de spoel en de weerstand naast elkaar te plaatsen. Zorg ervoor dat ze één aansluitpunt hebben dat elkaar raakt. Om de schakeling af te maken, moet je ook stroomdraden aan de draden van de weerstand en de spoel bevestigen.
Je kunt stroomdraden online of bij een bouwmarkt kopen. Ze zullen meestal rood en zwart zijn, zodat je ze gemakkelijk uit elkaar kunt houden. Sluit de rode draad aan het ene uiteinde op het draad van de weerstand en de zwarte draad op het andere uiteinde van de spoel.
Als je er nog geen hebt, overweeg dan om een 'breadboard' aan te schaffen. De gaten in het bord helpen veel bij het aansluiten van de draden en componenten.
3. **Sluit een functiegenerator en een oscilloscoop aan op de schakeling.** Neem de uitgangskabels van de functiegenerator en sluit ze aan op de oscilloscoop. Zet vervolgens beide apparaten aan om er zeker van te zijn dat ze werken. Zodra ze allebei aan staan, neem je de rode uitgangskabel van de functiegenerator en sluit je die aan op de rode stroomdraad in je schakeling. Verbind de zwarte ingangskabel van de oscilloscoop met de zwarte draad in je schakeling.
Een functiegenerator is een elektrisch testapparaat dat elektrische golven door de schakeling stuurt. Hiermee kun je het signaal dat door de spoel beweegt controleren, zodat je de inductie nauwkeurig kunt berekenen.
De oscilloscoop wordt gebruikt om de signaalspanning die door de schakeling loopt te detecteren en weer te geven. Je hebt hem nodig om het signaal dat je met de functiegenerator instelt, zichtbaar te maken.
4. **Laat met de functiegenerator een stroom door de schakeling lopen.** De functiegenerator simuleert stromen die de spoel en de weerstand zouden ontvangen als ze werkelijk werden gebruikt. Gebruik de regelknop op het apparaat om de stroom te starten. Probeer de functiegenerator in te stellen op iets als 100 of 50 ohm. Zorg ervoor dat de generator is ingesteld op sinusgolven, zodat je grote golven ziet die gestaag over het scherm stromen.
Ga naar de instellingen van de generator om het golftype te veranderen. Functiegeneratoren kunnen vierkante golven, driehoekige golven en andere variëteiten maken die niet nuttig zijn voor het berekenen van inductie.
5. **Monitor de ingangsspanning en de weerstandsspanning op het scherm.** Zoek op het oscilloscoopscherm naar een paar sinusgolven. De ene zal door de functiegenerator bestuurd kunnen worden. De andere, kleinere golf komt van de plaats waar de spoel en de weerstand samenkomen. Regel de frequentie van de functiegenerator zodanig dat de op het scherm aangegeven knooppuntspanning (junction voltage) de helft bedraagt van de oorspronkelijke ingangsspanning.
Stel bijvoorbeeld de frequentie van de generator zo in dat de spanning tussen de pieken van beide golven 1 V bedraagt, wat je op de oscilloscoop zult zien. Verander het dan tot het voltage 0,5 V is.
De knooppuntspanning is het verschil tussen de sinusgolven op de oscilloscoop. Het moet de helft zijn van de oorspronkelijke spanning van de signaalgenerator.
6. **Zoek de frequentie van de stroom van de functiegenerator.** Deze zal worden weergegeven op de oscilloscoop. Controleer de getallen aan de onderkant van de uitlezing om er een te vinden in kilohertz, of kHz. Noteer dit getal, want je gaat het gebruiken in een berekening om de inductie te vinden.
Als je hertz (Hz) moet omrekenen naar kilohertz, onthoud dan dat 1 kHz = 1.000 kHz. Bijvoorbeeld: 1 Hz / 1.000 kHz = 0,001 kHz.
7. **Bereken de inductie met behulp van een wiskundige formule.** Gebruik de formule L = R x sqrt(3) / (2 x pi x f). L is de inductie, dus heb je de weerstand (R) en de frequentie (f) nodig die je eerder hebt berekend. Een andere optie is om je metingen in te typen in een inductie-calculator, zoals op https://daycounter.com/Articles/How-To-Measure-Inductance.phtml.
Begin met het vermenigvuldigen van de waarde van de weerstand met de vierkantswortel van drie. Bijvoorbeeld: 100 ohm x 1,73 = 173.
Vermenigvuldig vervolgens twee, pi, en de frequentie. Bijvoorbeeld: als de weerstand 20 kHz is, dan geldt 2 x 3,14 x 20 = 125,6.
Rond dit af door het eerste getal te delen door het tweede getal. In dit geval dus 173 / 125,6 = 1,38 mH.
Om millihenry om te zetten in microhenry (uH), vermenigvuldig je met 1000: 1,38 x 1,000 = 1378 uH.
8. **Zet de LCR-meter aan en wacht tot hij aangaat.** Een standaard LCR-meter lijkt veel op een multimeter die normaal gebruikt wordt om zaken als spanning en stroom te meten. De meeste meters zijn handheld met een afleesscherm dat nul weergeeft nadat je de aan/uit-knop hebt ingedrukt. Als de meter geen nul aangeeft, druk dan op de reset-knop om de meter op nul te zetten.
Er zijn ook grotere elektronische machines die het testproces nog eenvoudiger maken dan normaal. Die bieden vaak ruimte om de inductiespoel in te pluggen, voor een nauwkeuriger resultaat.
Multimeters kunnen niet gebruikt worden om inductie te meten. Ze hebben de mogelijkheid niet, maar gelukkig zijn er online goedkope handheld LCR-meters verkrijgbaar.
9. **Stel de LCR in om L (de inductie) te meten.** Een LCR-meter kan verschillende metingen verrichten, die op de wijzerplaat worden vermeld. L betekent inductie, dus die heb je nodig. Bij draagbare meters draai je de wijzerplaat naar de L. Als je een elektronisch apparaat gebruikt, druk je op de knoppen op het scherm om het apparaat op L te zetten.
LCR-meters hebben meerdere instellingen, dus zorg ervoor dat je de juiste gebruikt. De C-instelling is voor capaciteit en de R voor weerstand.
10. **Stel de meter in op 100 kHz bij 1 volt.** LCR-meters hebben over het algemeen verschillende testinstellingen. De laagste inductietest is meestal iets van 200 uH. Als je een tafelmodel meter instelt, is 100 kHz bij 1 volt perfect voor de meeste apparaten.
Het gebruik van de verkeerde instelling maakt de test onnauwkeuriger. De meeste LCR-meters zijn bedoeld om met een lage stroom te testen, maar je moet nog steeds voorkomen dat de stroom sterker wordt dan wat de inductiespoel aankan.
11. **Verbind de draden van de testpennen met de LCR-meter.** De meter heeft een zwarte en een rode draad, net als een multimeter. Het rode draad past in de positieve stekker, terwijl het zwarte draad in de negatieve stekker past. Raak de testpennen aan op de aansluitpunten van het apparaat dat je aan het testen bent, om er stroom doorheen te sturen.
Sommige LCR-meters hebben een poort waar je te testen componenten, zoals condensatoren en spoelen, in kunt steken. Steek de aansluitingen van het apparaat in de poorten om de component te testen.
12. **Kijk op het scherm om de inductie te bepalen.** LCR-apparaten voeren inductietests bijna ogenblikkelijk uit. Je zult zien dat de uitlezing op het scherm meteen verandert. Het zal je een getal in microhenry (uH) tonen. Zodra je de waarde hebt, kun je de meter uitzetten en het apparaat aan de kant zetten.
13. **Sluit de spoel van de spoel aan op een pulserende spanningsbron.** De gemakkelijkste manier om een pulserende stroom te krijgen is door een pulsgenerator te kopen. Deze werkt net als een gewone functiegenerator en wordt op dezelfde manier op een schakeling aangesloten. Haak het uitgangssnoer van de generator aan een rode stroomdraad die je met een sensorweerstand gaat verbinden.
Een andere manier om een puls te krijgen is door een schakeling te bouwen voor het genereren ervan. Een dergelijke schakeling kan nabijgelegen elektronica beschadigen, dus wees voorzichtig als je het gebruikt.
Pulsgeneratoren geven je meer controle over de stroom dan een zelfgebouwde schakeling, dus gebruik liever een generator, als je die bij de hand hebt.
14. **Stel de stroommonitors in met een sensorweerstand en een oscilloscoop.** Je hebt een stroomdetectieweerstand nodig om in de schakeling te plaatsen. Plaats deze achter de spoel en zorg ervoor dat de uiteinden elkaar raken, alvorens een rode stroomdraad aan te sluiten op het andere uiteinde. Voeg vervolgens de oscilloscoop toe, door de zwarte ingangsdraad aan te sluiten op een zwarte stroomdraad aan het uiteinde van de spoel.
Test de monitoren nadat alle draden zijn aangesloten. Als alles werkt, zie je beweging op het oscillatorscherm als de puls-stroom wordt aangezet.
Een stroomdetectieweerstand is een speciaal soort weerstand die een minimale hoeveelheid stroom opneemt. Het wordt ook wel een shuntweerstand genoemd en is noodzakelijk om een nauwkeurige spanningsmeting te krijgen.
15. **Stel de cyclus van de puls in op 50% of minder.** Bekijk de puls terwijl hij over het oscilloscoopscherm beweegt. De hoge punten van de golf geven aan wanneer de puls actief is. Die hoge punten moeten ongeveer even lang zijn als de lage punten. De puls-cyclus is de lengte van één volledige golf op de oscilloscoop.
De puls kan bijvoorbeeld één seconde actief zijn en dan één seconde uit. Het golfpatroon op het display zou er zeer consistent uitzien, omdat de puls slechts de helft van de tijd actief is.
16. **Lees de piekstroom en de tijd uit tussen spanningspulsen.** Controleer de oscilloscoop voor deze metingen. De piekstroom is de top van de hoogste golf die je op het scherm ziet en wordt gemeten in ampère. De tijd tussen deze toppen wordt weergegeven in microseconden. Als je beide metingen hebt, kun je de inductie berekenen.
Er gaan 1.000.000 microseconden in een seconde. Als je moet omrekenen naar seconden, deel dan het aantal microseconden door 1.000.000.
17. **Vermenigvuldig het voltage en de lengte van de pulsen.** Gebruik de formule L = V x Ton/Ipk om de inductie te berekenen. Alle benodigde waarden moeten zo van de oscilloscoop afgelezen kunnen worden. V staat voor de spanning die door de pulsen wordt geleverd, 'Ton' staat voor de tijd tussen elke puls, en lpk is de piekstroom die je eerder hebt gemeten.
Als er bijvoorbeeld elke vijf microseconden een puls van 50 volt wordt gegeven: 50 x 5 = 250 volt-microseconde.
Een andere mogelijkheid is om hiervoor een online calculator te gebruiken, zoals die op https://daycounter.com/Articles/How-To-Measure-Inductance.phtml.
18. **Deel het product door de piekstroom om de inductie te krijgen.** Raadpleeg de uitlezing van de oscilloscoop om de piekstroom te bepalen. Substitueer deze in de formule om de berekening succesvol af te ronden!
Bijvoorbeeld: 250 volt-microseconde / 5 ampère = 50 microhenry (mH).
Hoewel de wiskunde vrij eenvoudig lijkt, is het opzetten van de meting complexer dan andere methodes. Als alles eenmaal werkt, is het bepalen van de inductie een fluitje van een cent! | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Inductie-meten", "language": "nl"} |
Je oren pijnloos oprekken | Veel mensen vinden opgerekte oorlellen mooi, maar het proces van het oprekken (ook wel stretchen) kan pijn en ongemak veroorzaken. Hoewel er geen onfeilbare methode is om dit te voorkomen, zijn er bepaalde stappen die je kunt nemen om de pijn en mogelijke complicaties tijdens het oprekken tot een minimum te beperken.
1. **Trek zachtjes aan je oren.** Voordat je een methode kiest om je oren op te rekken, moet je overwegen in welke mate je dit wilt doen. Als je slechts een maatje groter bent, is de meest pijnloze optie, om je oren zachtjes op te rekken tot ze voldoende uitgerekt zijn om nieuwe oorbellen te kunnen dragen. Als je echter je oren aanzienlijk op wilt rekken, verken dan andere opties.
2. **Overweeg tapers.** Taperen is de meest voorkomende methode om je oren op te rekken. Als je het goed doet, is deze methode relatief pijnloos.
Tapers zijn taps toelopende staven. Om je oren op te rekken, neem je de eerste van een set tapers, duw je die helemaal door het gaat in je oorlel, en vervang je het door een tunnel of plug van dezelfde grootte als het brede uiteinde van de taper. Tegen de tijd dat je de laatste van de set hebt gehad, zouden je oorlellen zo groot moeten zijn als je wilt.
Draag tapers als sieraad. Dit kan er anders voor zorgen dat je oren ongelijkmatig genezen, door een ongelijkmatige gewichtsverdeling.
Sommige mensen gebruiken spiralen als tapers, omdat die langer achter elkaar kunnen werken en oprekken.
3. **Gebruik tape voor geleidelijke aanpassingen.** Als je je oren langzaam wilt oprekken, overweeg dan het gebruik van tape. Hierdoor kun je je oren geleidelijk aan oprekken, wat de pijn kan verminderen, maar in kleinere stappen dan bij tapers het geval zou zijn.
Gebruik niet-klevende tape. Wikkel deze tape om de delen van je oorbellen die in je oor komen. Verhoog dit met één of twee lagen tegelijk, totdat je je oren tot de gewenste diameter hebt opgerekt.
Was je oorbellen na het tapen om een infectie te voorkomen.
4. **Vermijd siliconen en double flared tunnels en plugs.** Gebruik geen siliconenpluggen totdat je oren volledig opgerekt en genezen zijn. Siliconen kunnen namelijk het weefsel van de oren doen scheuren en infecties veroorzaken. Double flared sieraden zijn soms groot genoeg om pijn en mogelijke permanente schade aan je oor te veroorzaken.
5. **Rek je oren niet te snel op.** Te snel willen oprekken is een van de belangrijkste oorzaken van pijn. Ongeacht de door je gekozen methode, moet je wachten tot je oren genezen zijn voordat je ze verder oprekt. Te snel oprekken kan ernstige gevolgen hebben, zoals een 'blowout', waarbij de binnenkant van een uitgerekt gat door te veel druk uit de achterkant van de piercing wordt geduwd. Dit kan resulteren in permanente misvorming en schade aan de oorlel.
Een andere complicatie van het te snel vergroten van de oorlel of tot voorbij de bloedtoevoergrens, is dat de huidranden gaan scheiden of scheuren. Een chirurgische ingreep kan dan nodig zijn om dit te corrigeren.
Het te snel vergroten van het gat verhoogt het risico op infecties.
Hoe lang je moet wachten tussen de verschillende tapers of maten varieert. Ten eerste genezen mensen niet allemaal even snel, en hangt het ook af van hoeveel je het gat oprekt -- het valt echter aan te raden om je oren ten minste een maand te laten wennen aan een maat voordat je verder gaat.
Vergroot het gat alleen in stappen van een millimeter (bijvoorbeeld van 1 mm naar 2 mm).
Sla nooit een maat over bij het oprekken. Als je niet veel pijn voelt, wordt je misschien overijverig en wil je een grotere maat overslaan, om het proces te versnellen -- dit vergroot echter de kans op blijvende schade aan je oren. Zelfs als je er zeker van bent, is het overslaan van maten een slecht idee.
6. **Stop als je pijn voelt.** Pijn bij het groter maken van het gat is een teken dat er iets mis is. Als je hevige pijn, weerstand of bloedingen ervaart bij het inbrengen van een nieuwe taper of het toevoegen van een andere laag tape, moet je stoppen. Je oor is dan dus niet volledig genezen en het groter maken van een gat in dat oor kan daardoor schade veroorzaken. Wacht nog een week voordat je toewerkt naar een grotere maat.
7. **Rek je oren op in verschillende snelheden, indien nodig.** Hoewel het er ongemakkelijk uitziet en aanvoelt, kunnen je oren in verschillende tempo's genezen. Als één oor iets langer nodig heeft, is er geen medische reden waarom je je oren niet met verschillende snelheden kunt oprekken. In feite is het zelfs beter om, als het ene oor gevoeliger is dan het andere, dit proces te vertragen om schade te voorkomen.
8. **Masseer regelmatig met olie.** Als je oren eenmaal tot de gewenste diameter zijn uitgerekt, komt het vaak voor dat er wat tintelingen en pijnlijke plekken ontstaan. Je kunt de pijn wat verzachten door je oren regelmatig te masseren. Wacht een paar dagen na het begin van het uitrekken voordat je de plek masseert, om een infectie te voorkomen. Gebruik een kleine hoeveelheid van de door je gekozen massageolie (die je online of bij een plaatselijke schoonheidssalon kunt kopen) en wrijf deze zachtjes in je oren. Doe dit regelmatig, een paar keer per dag, totdat het ongemak voorbij is. Dit helpt bij het verhogen van de bloedstroom, war bevorderlijk is voor de genezing.
9. **Gebruik een zoutoplossing.** Een zoutoplossing (te koop bij de meeste drogisterijen) kan ook helpen om de oren te kalmeren na het oprekken. Gebruik dergelijk schuim of spray spaarzaam, hooguit een of twee keer per dag. Als je last krijgt van eventuele bijwerkingen, zoals meer pijn, stop dan met het gebruik ervan.
Je kunt je eigen zoutoplossing maken door 1/8 theelepel zout op te lossen in een kopje warm water.
Gebruik geen wrijfalcohol en waterstofperoxide op een genezend oor.
10. **Kies onmiddellijk voor een kleinere maat in het geval van bloeden of significante pijn.** Als je pijn of een bloeding hebt na het kiezen van een grotere maat, dan moet je onmiddellijk terugkeren naar de vorige maat. Pijn of bloeding in je oren is een teken dat er iets mis is. Het zal niet, zoals pijn of tintelingen, vanzelf overgaan. Je moet een maatje kleiner kiezen wat de taps of het tape betreft. Als de pijn en het bloeden aanhoudt, neem dan contact op met een arts voor onderzoek.
11. **Hervat het dragen van sieraden een paar weken na het oprekken.** Nadat je het gat in je oren hebt opgerekt tot de gewenste diameter, wacht je een paar weken. Als je geen last krijgt van pijn of bloedingen, dan kun je weer sieraden gaan dragen. Houd het de eerste weken bij sieraden van siliconen of organische materialen. Als je geen problemen hebt met dergelijke materialen, dan kun je overstappen op double flared sieraden. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-oren-pijnloos-oprekken", "language": "nl"} |
Een naald steriliseren | Naalden steriliseren en desinfecteren zijn twee verschillende dingen. Door desinfecteren worden de meeste bacteriën en verontreinigende deeltjes gedood, terwijl sterilisatie ze allemaal doodt. Als je een naald moet steriliseren, zorg er dan extra goed voor dat je de naald tot gebruik smetvrij houdt.
1. **Draag handschoenen.** Trek handschoenen aan voordat je met naalden gaat werken. Als je geen handschoenen hebt, was dan je handen (en polsen) grondig.
2. **Zorg voor gesteriliseerd materiaal.** Als je naalden steriliseert, moet je ervoor zorgen dat de naald niet besmet raakt na het steriliseren.
Gebruik een gesteriliseerde tang of lepels om de naald op te pakken. Raak de naald niet aan met je handen of handschoenen, want er kunnen vervuilende deeltjes op zitten.
Leg de naald op een gesteriliseerde plek als je hem bewaart.
3. **Was de naald.** Was de naald voordat je hem gaat steriliseren. Zo verwijder je vuil en bloed dat nog op de naald kan zitten. Dit is zeer belangrijk wanneer de naald al eerder is gebruikt.
Let erop dat je de binnenkant van de naald ook schoonmaakt als het een holle naald is. Gebruik een schone of gesteriliseerde injectienaald om er water en zeep in te spuiten.
4. **Spoel de naalden af.** Spoel de naalden af met steriel water nadat je ze hebt gewassen met zeep of ontsmettingsmiddel. Gebruik steriel water in plaats van gedistilleerd water, want in gedistilleerd water kunnen nog bacteriën zitten. De naalden moeten gespoeld worden om te voorkomen dat er zeepresten achterblijven.
5. **Gebruik stoom.** Stoom is een van de meest gebruikte en effectieve methodes om naalden te steriliseren. Om te steriliseren met stoom, kun je een snelkookpan gebruiken met een druk van 15 psi. Laat de naald gedurende het volgende aantal minuten en graden in de snelkookpan stomen:
30 minuten op 115,5 °C
15 minuten op 121 °C
10 minuten op 126,5 °C
3 minuten op 135 °C
Je kunt ook een stoompan gebruiken in plaats van een snelkookpan. Doe water in de onderste pan. Wanneer dit begint te koken, leg je de naald in de pan met gaatjes en zet je die op de onderste pan. Sluit af met een deksel. Laat het minstens 20 minuten stomen.
Een autoclaaf is een apparaat dat speciaal ontworpen is om naalden en andere instrumenten met behulp van stoom te steriliseren. Als je vaak en zorgvuldig naalden moet steriliseren, kun je overwegen om er een te kopen.
6. **Bak de naalden in de oven.** Wikkel de naalden in een schone doek die in een paar lagen is gevouwen. Bak de naalden 1 uur lang op 171 °C.
Dit is een manier om naalden volledig te steriliseren door alle micro-organismen te doden. Zorg ervoor dat ze lang genoeg in de oven blijven. Deze methode kan gebruikt worden om naalden te steriliseren voor acupunctuur, medisch gebruik, piercings en tatoeages.
Door droge hitte kan de naald breekbaar worden.
7. **Gebruik vuur.** Gebruik een gasvlam, want dat laat minder restjes achter. Steek de punt van de naald in de vlam totdat het rood gloeit.
Een naald in een vlam steriliseren is goed voor huis- tuin en keukendoeleinden, maar hij wordt niet volledig gesteriliseerd, want de naald kan vuiligheid oppikken uit de lucht nadat je hem uit de vlam hebt gehaald.
Veeg resten van roet of koolstof op de naald weg met een steriel gaasje.
Deze methode is voldoende wanneer je een splinter wilt verwijderen, maar de naald wordt niet volledig steriel en is dus ook niet geschikt voor het zetten van piercings en tatoeages of voor medisch gebruik.
8. **Laat de naald in water koken.** Een andere manier om een naald te steriliseren is door hem in kokend water te dompelen. Je kunt er ook kokend water overheen gieten. Dit is een goede methode om thuis te gebruiken, maar het is niet 100% effectief. Bij koken kunnen er nog micro-organismen achterblijven. Sommige micro-organismen gaan zelfs niet dood als ze 20 uur lang koken.
Koken werkt bij metaal.
Leg de naald 10 minuten in kokend water. Om drastischer te werk te gaan, kun je de deksel op de pan doen en het water 30 minuten laten doorkoken.
Deze methode kan thuis gebruikt worden om een splinter te verwijderen of lichaamsjuwelen te verzorgen, maar niet voor het steriliseren van medische uitrusting of instrumenten en juwelen in een winkel.
9. **Gebruik chemische producten.** Je kunt een naald steriliseren met chemicaliën. Leg de naalden minstens 20 minuten in de oplossing, tenzij het drank met alcohol is, dan moeten ze er een hele dag in blijven liggen. Je kunt naalden met de volgende chemische producten schoonmaken:
Ontsmettingsalcohol
Bleekmiddel. Als het 5% vrij beschikbaar chloor bevat, kun je het onverdund gebruiken. Als het 10% is, verdun dan 1 deel bleekmiddel op 1 deel water. Voor 15% geldt 1 deel bleekmiddel op 2 delen water.
Waterstofperoxide
Gin of wodka | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-naald-steriliseren", "language": "nl"} |
Een eenvoudige elektrische schakeling maken | Een schakeling is een gesloten route waarlangs elektronen stromen. Een eenvoudige schakeling omvat een krachtbron (batterij), bedrading en een weerstand (gloeilamp). In een schakeling stromen elektronen van de batterij via de bedrading naar de gloeilamp. De lamp gaat branden op het moment dat genoeg elektronen ontvangen zijn. Je kunt met het juiste ontwerp je lamp in een paar stappen laten branden.
1. **Zoek de benodigde spullen bij elkaar.** Om een eenvoudige schakeling te maken heb je een krachtbron, twee geïsoleerde draden, een gloeilamp en een fitting nodig. De krachtbron kan elk type batterij of accupack zijn. De rest van de spullen kun je vinden bij de kluswinkel bij jou in de buurt.
Houd, als je een gloeilamp kiest, rekening met de hoeveelheid stroom die je batterij levert.
Kies, om het bevestigen van de bedrading simpel te houden, voor een bedrade batterijklem en een 9 volt batterij of accupack.
2. **Verwijder de isolatie van de uiteinden van de draden.** Om je schakeling goed te laten werken, moeten de draden helemaal bloot liggen en moet je de isolatie van de uiteinden verwijderen. Haal met een striptang ongeveer twee en een halve centimeter isolatie van de uiteinden van elke draad.
Als je geen striptang hebt, kun je de isolatie ook voorzichtig met een schaar weghalen.
Let er op dat je niet helemaal door de draden heen snijdt.
3. **Plaats de batterijen in het accupack.** Afhankelijk van het soort batterijen dat je gebruikt, kun je deze stap misschien overslaan. Als je meerdere batterijen gebruikt, heb je een accupack nodig om de batterijen in te zetten. Druk elke batterij erin, maar let op dat je de positieve en negatieve kant in de juiste positie zet.
4. **Verbind je bedrading met het accupack.** De draden zullen de elektrische stroom van de batterijen naar de gloeilamp geleiden. Je kunt de draden het best vastmaken met elektriciteitstape. Verbind het einde van een draad met een kant van de batterij en zorg ervoor dat de draad contact houdt met het metaal van de batterij. Doe dit ook met de andere draad aan de andere kant van de batterij.
Als je een batterijklem gebruikt, kun je die ook op het uiteinde van een 9 volt batterij of een accupack klemmen.
Wees voorzichtig als je je schakeling bouwt. Het is onwaarschijnlijk maar niet onmogelijk dat je een kleine schok krijgt als je de blote draad aanraakt, terwijl die met de batterij verbonden is. Dit kun je voorkomen door alleen het geïsoleerde deel van de draad aan te raken of de batterijen te verwijderen totdat je de gloeilamp installeert.
5. **Maak het andere einde van de draad vast aan de metalen schroef van de fitting.** Neem het blote, metalen gedeelte van elke draad en buig die in een U-vorm. Draai beide schroeven op de fitting net zover los dat de U-vorm van de draden om de schroef valt. Elke draad wordt aan zijn eigen schroef vastgemaakt. Draai de schroef vast en let er op dat het metaal van de draden contact blijft maken met de schroef.
6. **Test je schakeling.** Draai de gloeilamp vast in zijn fitting. Als je schakeling goed in elkaar zit, gaat de lamp branden als die helemaal in de fitting is gedraaid.
Gloeilampen worden snel heet, dus wees voorzichtig bij het in- en uitdraaien van de lamp.
Als de gloeilamp niet brandt, kijk dan of de draden de uiteinden van de batterij en het metaal van de schroeven raken.
7. **Zoek de benodigde spullen bij elkaar.** Om de schakelaar te installeren heb je drie in plaats van twee draden nodig. Zodra je de draden hebt gestript en verbonden met de batterij, kun je verder met het installeren van de schakelaar.
8. **Installeer de schakelaar.** Haal het blote, metalen uiteinde van een van de draden van de batterij af en buig het in een U-vorm. Draai de schroef op de schakelaar los steek de U-vorm van de draad eronder. Draai de schroef vast en let op dat het metaal van de draad contact met de schroef houdt.
9. **Verbind de extra derde draad met de schakelaar.** Buig elk van de metalen uiteinden van de draad in een U-vorm. Steek de U-vorm onder de tweede schroef van de schakelaar om een verbinding te maken. Draai de schroef vast en let op dat het metaal van de schroef contact houdt met het metaal van de draad.
10. **Verbind de gloeilamp.** Neem het uiteinde van elke draad (één van de batterij en één van de schakelaar) en buig die in een U-vorm. Draai de schroeven op de gloeilampfitting net zover los dat je de U-vorm van de draad om de schroef kunt leggen. Elke draad wordt met zijn eigen schroef verbonden Draai de schroeven aan en let op dat de draden contact houden met de metalen schroef.
11. **Test je schakeling.** Draai de gloeilamp vast in zijn fitting. Zet de schakelaar om! Als je schakeling goed is aangesloten, moet de gloeilamp gaan branden als die in de fitting is vastgedraaid.
Gloeilampen worden snel heet, dus wees voorzichtig bij het in- en uitdraaien van de lamp.
Als de lamp niet gaat branden, kijk dan of de draden de uiteinden van de batterij raken en contact hebben met het metaal van de schroeven.
12. **Verzeker je ervan dat alle draden goed aangesloten zijn.** Om de schakeling rond te maken, moeten alle draden de metalen delen van elk onderdeel raken. Als je gloeilamp niet brandt, kijk dan elke kant van de batterij en de schroeven op de fitting na om zeker te zijn dat de draden contact maken met metaal.
Let er op dat de schroeven aangedraaid zijn om contact te houden.
Soms moet je iets meer isolatie van de draad strippen.
13. **Kijk de gloeidraad in je lamp na.** Je lamp gaat niet branden als de gloeidraad kapot is. Houd de lamp tegen het licht en verzeker je er van dat de gloeidraad één, verbonden stuk is. Vervang de gloeilamp eens door een nieuwe. Als de gloeilamp niet het probleem is, ga dan verder met de volgende stap om problemen op te lossen.
14. **Test de lading van de batterij.** Als de batterij leeg of bijna leeg is, kan die onvoldoende kracht hebben om de gloeilamp te laten branden. Kijk de lading na met een batterijtester of gebruik een nieuwe batterij. Als dit het probleem was, moet je gloeilamp meteen gaan branden zodra je de batterij hebt verwisseld. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-eenvoudige-elektrische-schakeling-maken", "language": "nl"} |
Een apparaat toevoegen aan de Google Play Store | Als je een apparaat toevoegt aan Google Play heb je toegang tot al je eerdere app-, film-, muziek-, boek- en overige aankopen op dit nieuwe apparaat. Je kan snel een Android-apparaat toevoegen door in te loggen met hetzelfde Google-account. Met een Amazon Fire-tablet kan je, met behulp van een paar trucjes, toegang krijgen tot de Play Store en alle Android-apps. Het is niet mogelijk om iOS- (iPhone, iPad) of Windows-apparaten toe te voegen aan Google Play.
1. **Open de Instellingen-app in het nieuwe apparaat.** Je kan hetzelfde Google-account op meerdere apparaten gebruiken, zodat ze allemaal toegang hebben tot je Google Play Store-aankopen.
Je kan de Instellingen-app vinden in je applade (de plek op je apparaat waar alle apps te vinden zijn).
2. **Open 'Accounts'.** Hier zie je alle accounts die op dit moment zijn verbonden met het apparaat.
3. **Tik op 'Account toevoegen'.** Je krijgt een lijst te zien met accounts die je kan toevoegen.
4. **Tik op de optie 'Google'.** Hiermee kan je een Google-account toevoegen aan het apparaat.
5. **Meld je aan met hetzelfde Google-account.** Vul de account-informatie in van het Google-account dat je wil koppelen aan het apparaat. Je kan hetzelfde Google-account gebruiken voor meerdere Android-apparaten.
6. **Open de Google Play Store.** Als er meerdere accounts zijn toegevoegd aan het apparaat, krijg je mogelijk een melding om het account te kiezen dat je wil gebruiken.
7. **Tik op de menuknop (☰) in de linkerbovenhoek.** Je ziet nu het Play Store-menu met het actieve Google-account in de linkerbovenhoek.
8. **Controleer of je nieuw toegevoegde account zichtbaar is.** Als het goed is zie je het account dat je zojuist hebt toegevoegd in de linkerbovenhoek van het instellingenmenu. Als er een ander account actief is, klik dan op dat account en selecteer je nieuwe account.
9. **Open je Google Play-aankopen.** Je kan de app-aankopen die verbonden zijn aan je account zien door te tikken op 'Mijn apps en games' in het instellingenmenu. Je kan ook tikken op de verschillende mediacategorieën en vervolgens op 'Mijn media' om je aankopen te zien.
10. **Verzamel de benodigdheden.** Om de Google Play Store op je Kindle Fire te installeren heb je een USB-kabel en een computer met Windows nodig. Met de Google Play Store krijg je toegang tot alle Android-apps en eerdere aankopen die je met andere Android-apparaten hebt gemaakt.
11. **Open de Instellingen-app op je Kindle.** Hiermee open je je Kindle-instellingen.
12. **Open 'Apparaatopties'.** Hiermee open je de geavanceerde instellingen voor je Kindle-apparaat.
13. **Tik 7 keer op je serienummer om een verborgen 'ontwikkelaarsopties'-knop te onthullen (als je dit nog niet had gedaan).**
14. **Tik op de bovengenoemde knop.** Je ziet nu verschillende geavanceerde instellingen.
15. **Schakel de optie 'ADB inschakelen' in.** Dit zorgt ervoor dat je je Kindle met je computer kan verbinden en beheren met de opdrachtprompt.
16. **Verbind je Kindle via een USB-kabel met je computer.** Als het goed is begint Windows nu automatisch met het downloaden en installeren van de juiste stuurprogramma’s die de verbinding mogelijk maken. Als alles correct wordt geïnstalleerd kan je de volgende stap overslaan.
17. **Installeer het Google USB-stuurprogramma handmatig als dat nodig is.** Als Windows je Kindle Fire niet herkent en de stuurprogramma’s niet worden geïnstalleerd, kan je het handmatig oplossen:
Download het Google USB-stuurprogramma van developer.android.com/studio/run/win-usb.html#.
Pak het ZIP-bestand uit na het downloaden. Dit doe je door op het bestand te dubbelklikken en vervolgens te klikken op 'Uitpakken'.
Open Apparaatbeheer door te klikken op ⊞ Win en vervolgens devmgmt.msc te typen.
In de sectie 'Universal Serial Bus-controllers', klik met de rechtermuisknop op 'Fire'en vervolgens op 'Stuurprogramma’s bijwerken'.
Wijs het updatevenster naar de uitgepakte bestanden die je hebt gedownload.
18. **Download het script om de Google Play Store te installeren.** Dit script is simpelweg een automatisering van een lange lijst aan handelingen die je ook handmatig zou kunnen doen. Het bevat geen virussen of malware. Ga naar rootjunkysdl.com/files/?dir=Amazon%20Fire%205th%20gen en download het bestand 'Amazon-Fire-5th-Gen-Install-Play-Store.zip'.
19. **Pak het ZIP-bestand uit.** Dubbelklik op het bestand en klik vervolgens op 'Alles uitpakken'. Hiermee maak je een nieuwe map aan binnen je 'downloads'-map met de bestanden die je nodig hebt.
20. **Open de nieuwe map en voer het script uit.** Open de map die is aangemaakt toen je de scriptbestanden uitpakte. Dubbelklik op het bestand '1-Install-Play-Store.bat'. Er verschijnt nu een opdrachtpromptvenster.
21. **Accepteer ADB op je Fire-tablet.** Na het starten van het script op je computer zal worden gevraagd om ADB toe te staan op je Fire-tablet. Om te accepteren moet je je tablet eerst ontgrendelen.
22. **Start de installatie op je computer.** Druk op 2 in het opdrachtpromptvenster om de Google Play Store en Google Play Services te installeren.
23. **Start je Fire-tablet opnieuw op wanneer daar om wordt gevraagd.** Na een succesvolle installatie zal het opdrachtpromptvenster je vragen om de Fire-tablet opnieuw op te starten. Houd de aan/uit-knop op je tablet ingedrukt en tik vervolgens op 'OK' om te bevestigen. Zet de tablet weer aan nadat hij is uitgeschakeld.
24. **Start de Google Play Store na het opnieuw opstarten.** Je wordt nu gevraagd om in te loggen.
25. **Log in met je Google-account.** Log in met hetzelfde Google-account dat je gebruikt voor Gmail of andere Android-apparaten.
26. **Wacht terwijl de Play Store wordt bijgewerkt.** De Google Play Store en Google Play Services zullen op de achtergrond worden bijgewerkt. Dit kan 10-15 minuten duren. Je zal pas een verandering zien als je de Play Store verlaat en deze na een tijdje weer opent.
27. **Wait while the store updates.** The Google Play Store and Google Play Services will begin updating in the background, which may take 10-15 minutes to complete. You won't notice a change until you exit the store and open it again in a little bit.
28. **Gebruik de Google Play Store om Android-apps te installeren.** Nu de Play Store is geïnstalleerd en je bent ingelogd kun je elke Google Play-app downloaden en installeren, inclusief Chrome en Hangouts.Als je wordt gevraagd om Google Play Services bij te werken, ga hiermee akkoord. Je wordt dan naar de Play Store-pagina van Google Play Services gebracht. Tik op 'update' om bij te werken. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-apparaat-toevoegen-aan-de-Google-Play-Store", "language": "nl"} |
Stickers toevoegen aan foto's op iPhone of iPad | Dit artikel zal je laten zien hoe je stickers en vormen kunt toevoegen aan je foto’s op een iPhone of iPad. Je kunt de ingebouwde camera in de app Berichten gebruiken om stickers toe te voegen aan nieuwe foto’s, of je kunt apps van derde partijen gebruiken, zoals Snapchat, Instagram en Facebook Messenger, om foto’s uit je Galerij te bewerken.
1. **Installeer een stickerpack (optioneel).** Berichten bevat ingebouwde tekststickers, maar gratis apps om stickers/GIF’s te zoeken, zoals GIPHY, bieden je de keuze tussen duizenden verschillende stickers. GIPHY (of een andere stickerpack indien je die verkiest) installeren doe je zo:
Druk op het icoon . Dit staat in de rij iconen net boven het toetsenbord.
Druk op het blauwe vergrootglas nabij de rechterbovenhoek van de Store.
Typ giphy (of stickers als je liever naar afzonderlijke stickerpacks zoekt) en druk op Zoeken.
Druk naast ‘GIPHY: The GIF Search Engine’ (of een stickerpack die je verkiest) op ‘OPHALEN’. Als je kiest voor een gratis stickerpack, dan zal je in plaats van de prijs het woord ‘OPHALEN’ zien staan.
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Druk op ‘x’ in de rechterbovenhoek van de store om het venster te minimaliseren.
2. **Open Berichten op je iPhone of iPad.** Dit is het groene icoon met een witte tekstballon vanbinnen.
De camera in de app Berichten maakt het mogelijk om stickers toe te voegen aan foto’s die je neemt met de app.
Als je een iPhone X of iPad Pro hebt, dan kun je Memoji-stickers toevoegen aan je foto’s zonder extra apps te moeten downloaden. Je moet een Memoji creëren voordat deze optie beschikbaar wordt in de camera.
3. **Druk op het icoon Nieuw Bericht en selecteer een ontvanger.** Typ de naam van de persoon naar wie je de foto wilt sturen of druk op de ‘+’ om iemand uit je lijst met contacten te selecteren. Hoewel je een ontvanger moet selecteren, kun je, eenmaal je klaar bent met bewerken, de afbeelding opslaan zonder te versturen.
4. **Druk op het grijze icoon met een camera.** Dit staat in de linkerbenedenhoek van het bericht. Hierdoor wordt het camerascherm geopend.
5. **Druk op de knop Camera-effecten.** Dit is een ster binnenin een cirkel en staat in de linkerbenedenhoek. Hierdoor wordt de camera van Berichten geopend en die is een beetje anders. Je zal zien dat er onder de zoeker verschillende iconen staan.
Als je een stickerpack geïnstalleerd hebt, dan zal een icoon daarvoor verschijnen in de rij met iconen onderaan het scherm.
6. **Druk op de ronde sluiterknop om een foto te nemen.** Dit staat centraal onderaan het scherm. Een preview van je foto zal verschijnen.
7. **Druk op Aa om het stickerpaneel voor tekst te openen.** Hierdoor wordt een paneel geopend dat allerlei stickeropties bevat voor je foto.
Als je GIPHY geïnstalleerd hebt, druk dan in plaats daarvan op het icoon met de veelkleurige contouren van een sticker (een rechthoek met een geplooide hoek). Mogelijk moet je naar links swipen boven de iconen om dit te vinden.
Als je een Memoji wilt gebruiken, druk dan op het icoon van de aap.
8. **Zoek een sticker en druk erop.** Als je een tekststicker toevoegt, swipe dan het paneel onderaan het scherm naar boven om te zien wat beschikbaar is en druk daarna op diegene die je wilt gebruiken.
Als je GIPHY gebruikt, gebruik dan deze tips om een sticker te zoeken:
’Bladeren’: Onder de zoekbalk staan meerdere tabbladen (POPULAIR, FAVORIETEN, ACCESSOIRES, enz.). Swipe boven de tabbladen naar links om alle categorieën te bekijken en druk daarna op een tabblad dat je interesseert. Scrol naar omlaag om te zien welke stickers beschikbaar zijn en druk daarna op een sticker om die toe te voegen.
’Zoeken’: Typ een sleutelwoord in de balk ‘Stickers zoeken’ bovenaan het scherm en druk op Zoeken. Druk op de sticker die je wilt toevoegen.
9. **Voeg tekst toe aan je sticker.** Als je een tekststicker selecteerde, dan zal het woord ‘Tekst’ in het midden verschijnen, en ook het toetsenbord zal weergegeven worden. Typ de tekst die je op de sticker wilt zien en druk daarna op een blanco plaats op de foto om terug te keren naar het stickerpaneel.
10. **Druk op x om het stickerpaneel te minimaliseren.** Dit staat ongeveer rechts onderaan het scherm.
11. **Versleep de sticker naar de gewenste locatie.** Plaats simpelweg je vinger op het scherm, rechts van de bovenkant van de sticker, en verplaats deze naar waar je maar wilt.
Om de sticker te vergroten, moet je tegelijk twee vingers erop plaatsen en daarna je vingers weg van elkaar bewegen.
Om de sticker kleiner te maken, moet je twee vingers op de sticker naar elkaar toe brengen.
Om de sticker om te draaien, moet je twee vingers samen op de sticker plaatsen en je vingers, zoals nodig, naar links of naar rechts draaien.
Om de sticker uit de foto te verwijderen, moet je erop drukken en ingedrukt houden, en de sticker daarna verslepen naar de prullenbak onderaan het scherm.
12. **Voeg meer stickers toe als je dat wenst.** Je kunt zoveel stickers (uit zoveel stickerpacks) als je maar wilt toevoegen.
13. **Voeg andere effecten, tekst of vormen toe.** De camera in Berichten biedt ook nog andere optionele functies:
Om een gestileerde kleur- en/of lichtfilter aan je foto toe te voegen, moet je drukken op het icoon met de drie gekleurde cirkels onder de linker onderzijde van de foto. Hierdoor open je het filtermenu. Druk op een filter om die te selecteren en druk daarna op de ‘x’ in de rechterbovenhoek van het filtermenu op af te sluiten.
Om vormen aan de afbeelding toe te voegen, moet je drukken op het icoon met de rode kronkelende lijn onder de foto en daarna op een vorm drukken. Je kunt het verslepen naar waar je maar wilt en daarna op de ‘x’ drukken om het menu Vormen af te sluiten.
Mogelijk moet je in sommige versies drukken op ‘Klaar’ in de rechterbovenhoek eenmaal je klaar bent met het bewerken van de foto.
14. **Verstuur de foto of sla die op.** Je hebt drie opties:
Als je de foto wilt opslaan zonder die te versturen, druk dan op de ‘x’ in de rechterbovenhoek om terug te keren naar je bericht en druk daarna op de ‘x’ in de rechterbovenhoek om de bijlage uit het bericht te verwijderen. De foto is nu opgeslagen in je Galerij in de app Foto’s.
Om de foto onmiddellijk naar de ontvanger te versturen, moet je op de knop met de blauwe en witte pijl in de rechterbenedenhoek drukken.
Om een bericht aan de foto toe te voegen, moet je op de ‘x’ in de rechterbovenhoek drukken, je bericht in het blanco veld typen en daarna drukken op de blauwe en witte pijl om te verzenden.
15. **Open Snapchat op je iPhone of iPad.** Dit is het gele icoon met een wit spook vanbinnen.
16. **Snap een nieuwe foto of video.** Druk op de sluiterknop (de grote cirkel onderaan het scherm) om een foto te nemen, of houd de sluiterknop ingedrukt om een video op te nemen. Wanneer je klaar bent, zal een preview van de foto of video verschijnen.
Om stickers toe te voegen aan een foto in je galerij, moet je drukken op het icoon HERINNERINGEN (de twee overlappende foto’s) onder de ontspannerknop, drukken op ‘GALERIJ’ en daarna op een foto om die te openen. Druk op ‘Foto bewerken’ om de bewerkingsmodus te openen.
17. **Druk op het stickericoon.** Dit is het vierkante icoon met een geplooide hoek die rechts op het scherm staat. Hierdoor wordt het stickermenu geopend.
18. **Selecteer een sticker.** Je kunt de stickers doorzoeken door naar links door de categorieën te swipen en daarna te scrollen om alle opties te bekijken. Je kunt ook zoeken op trefwoorden met de Zoekbalk bovenaan het scherm. Wanneer je een sticker die je leuk vindt in het menu ziet staan, druk er dan op om die toe te voegen aan je foto.
19. **Pas de grootte en positie van de sticker aan.** Gebruik een vinger om de sticker naar de gewenste locatie te verslepen en gebruik de volgende tips om de grootte en positie aan te passen:
Om de sticker te vergroten, moet je tegelijk twee vingers erop plaatsen en daarna je vingers weg van elkaar bewegen.
Om de sticker kleiner te maken, moet je twee vingers op de sticker naar elkaar toe brengen.
Om de sticker om te draaien, moet je twee vingers samen op de sticker plaatsen en je vingers, zoals nodig, naar links of naar rechts draaien.
Om de sticker uit de foto te verwijderen, moet je erop drukken en ingedrukt houden, en de sticker daarna verslepen naar de prullenbak onderaan het scherm.
20. **Deel de afbeelding of video.** Druk op het blauwe en witte papieren vliegtuigje in de rechterbenedenhoek van het scherm om je creatie op Snapchat te delen. Je kunt een specifiek iemand of een groep personen kiezen om mee te delen, of het in je verhaal plaatsen.
Als je een afbeelding of video op je telefoon of tablet kiest, dan kun je drukken op het icoon Delen in de linkerbenedenhoek van het scherm en daarna op ‘Afbeelding opslaan’ (of ‘Video opslaan’) om op te slaan zonder te delen.
21. **Open Instagram op je iPhone of iPad.** Dit icoon is oranje en paars en heeft een witte camera vanbinnen. Je kunt de functie Verhalen van Instagram gebruiken om stickers aan foto’s toe te voegen.
22. **Druk links bovenaan op het icoon met de camera.** Hierdoor wordt de camera van Verhalen geopend.
23. **Druk op het icoon van de Galerij.** Dit is het vierkant in de linkerbenedenhoek van het scherm. Hierdoor wordt een lijst geopend met foto’s die onlangs aan de Galerij werden toegevoegd.
24. **Druk op de foto die je wilt bewerken.** Scrol door de foto’s en druk op een ervan om die te selecteren. Als je de foto niet ziet, druk dan op het uitvouwmenu nabij de linkerbovenhoek om andere mappen te doorzoeken.
25. **Druk op het stickericoon.** Dit is de vierkante smiley-sticker met een geplooide hoek bovenaan het scherm. Hierdoor wordt het Stickermenu geopend.
26. **Zoek een sticker.** Scrol naar omlaag om alle beschikbare opties te zien en druk daarna op een sticker om die te selecteren.
Om een specifieke sticker te zoeken, moet je een sleutelwoord typen in de Zoekbalk bovenaan het menu.
Voor meer geanimeerde opties, moet je drukken op de knop ‘GIF’ in het Stickermenu (in de tweede rij) om de zoekmachine van GIPHY te openen en daarna een sticker zoeken. Weet wel dat wanneer je de afbeelding opslaat, deze opgeslagen zal worden als een korte video in plaats van als een afbeelding.
27. **Pas de grootte en positie van de sticker aan.** Je kunt de sticker met een vinger naar eender waar op de foto verslepen. Doe het volgende als je de grootte van de sticker moet aanpassen:
Om de sticker te vergroten, moet je tegelijk twee vingers erop plaatsen en daarna je vingers weg van elkaar bewegen.
Om de sticker kleiner te maken, moet je twee vingers op de sticker naar elkaar toe brengen.
Om de sticker om te draaien, moet je twee vingers samen op de sticker plaatsen en je vingers, zoals nodig, naar links of naar rechts draaien.
Om de sticker uit de foto te verwijderen, moet je erop drukken en ingedrukt houden, en de sticker daarna verslepen naar de prullenbak onderaan het scherm.
28. **Deel de foto of sla die op.** Als je de foto wilt opslaan zonder die te delen, druk dan op het icoon Opslaan nabij de bovenkant van de afbeelding om die op te slaan in je galerij.
Om de afbeelding met anderen te delen, moet je drukken op ‘Verzenden naar’ in de rechterbenedenhoek en daarna op ‘Delen’ naast ‘Jouw Verhaal’ (om jouw verhaal te delen), of op ‘Verzenden’ naast de contacten met wie je dit onmiddellijk wilt delen.
29. **Open Messenger op je iPhone of iPad.** Dit is de blauwe tekstballon met een witte bliksemschicht vanbinnen.
Als je Messenger niet hebt, dan kun je de app Facebook openen en links bovenaan drukken op het icoon met de camera. Hierdoor kun je dezelfde stickers gebruiken.
30. **Druk op het icoon met de camera.** Dit staat in de rechterbovenhoek van het scherm.
31. **Druk op het icoon van de Galerij om een foto op je telefoon of tablet te selecteren.** Dit staat in de linkerbenedenhoek.
Als je liever een nieuwe foto neemt, druk dan op de grote cirkel centraal onderaan het scherm om dit nu te doen.
32. **Druk op de afbeelding die je wilt bewerken.** Hierdoor wordt de afbeelding in bewerkingsmodus geopend.
33. **Druk op het stickericoon.** Dit is de vierkante smiley-sticker bovenaan het scherm met een geplooide hoek. Hierdoor wordt het Stickermenu geopend.
34. **Selecteer een sticker.** Doorzoek de opties en druk daarna op de sticker die je wilt toevoegen.
35. **Pas de grootte en positie van de sticker aan.** Je kunt de sticker met een vinger naar eender waar op de foto verslepen. Doe het volgende als je de grootte van de sticker moet aanpassen:
Om de sticker te vergroten, moet je tegelijk twee vingers erop plaatsen en daarna je vingers weg van elkaar bewegen.
Om de sticker kleiner te maken, moet je twee vingers op de sticker naar elkaar toe brengen.
Om de sticker om te draaien, moet je twee vingers samen op de sticker plaatsen en je vingers, zoals nodig, naar links of naar rechts draaien.
Om de sticker uit de foto te verwijderen, moet je erop drukken en ingedrukt houden, en de sticker daarna verslepen naar de prullenbak onderaan het scherm.
36. **Druk op Opslaan.** Dit staat in de linkerbenedenhoek. Hierdoor wordt een kopie van de foto opgeslagen in je Galerij. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Stickers-toevoegen-aan-foto%27s-op-iPhone-of-iPad", "language": "nl"} |
Je professioneel gedragen op je werk | Professioneel zijn is één van de belangrijkste aspecten van succes op je werk. Je professionaliteit kan de deur openen naar andere carrièremogelijkheden, een loonsverhoging, of zelfs een bonus. Je houding richting je werkgever, collega's en je klanten moet te allen tijde vriendelijk en professioneel zijn; van hoe je jezelf presenteert en communiceert, tot hoe je omgaat met anderen op het werk.
1. **Zorg dat je goed verzorgd en passend gekleed gaat.** Je moet elke dag schoon en goed verzorgd naar je werk gaan om je te verzekeren van een professionele uitstraling. Je moet je ook zakelijk kleden op basis van de kledingvoorschriften van de organisatie waar je voor werkt. Vermijd te strakke of onthullende kleding en draag geen dingen waarvan je zelf al denkt dat het mogelijk niet geschikt is voor je werk.
Ga na wat de kledingverwachtingen zijn van je werkplek door te letten op dat wat collega's dragen. Als iedereen conservatieve kleding draagt zoals een pak en overhemd en lange rokken, pas je eigen kleding dan dienovereenkomstig aan. Veel werkplekken hebben een business casual-dresscode, waarbij een spijkerbroek of jeans zijn toegestaan, zolang je er maar professioneel uitziet. Houd ook rekening met felle kleuren en drukke motieven.
Bedek zo veel mogelijk eventuele tatoeages en verwijder alle piercings, tenzij de leiding er geen probleem mee heeft.
2. **Volg de culturele normen van de organisatie waar je werkt.** Let op collega's in je kantoor om erachter te komen hoe de dingen werken. Observeer hoe anderen zich kleden en hoe collega's zachter gaan spreken als iemand in de buurt aan de telefoon is, of naar de personeelsruimte gaan voor meer alledaagse gesprekken.
Je merkt mogelijk ook hoe je collega's tijdens de afspraken met klanten werken, en hoe iedereen voor een vergadering altijd op tijd verschijnt of enkele minuten te vroeg. Besteed aandacht aan het gedrag van anderen om een gevoel te krijgen van dat wat wordt beschouwd als professioneel op je werkplek.
3. **Wees op tijd voor vergaderingen en discussies** Op de meeste werkplekken zal van je worden verwacht dat je op tijd bent voor alle vergaderingen en geplande gesprekken, en dat je voor een bepaalde tijd op je werk verschijnt elke dag. Als je niet zeker bent over de verwachtingen rond de begintijd van de werkdag, vraag dit dan aan je superieur. De meeste kantoren verwachten dat hun werknemers vroeg in de ochtend op kantoor zijn om eventuele vragen van klanten telefonisch te kunnen beantwoorden, en om ervoor te zorgen dat het kantoor open is tijdens normale kantooruren.
Probeer indien mogelijk vijf minuten te vroeg bij vergaderingen aanwezig te zijn om alles op orde te hebben voordat de vergadering begint. Kom niet meer dan 10 minuten te vroeg voor een vergadering, want dat kan andermans planning in de war schoppen en zelfs vervelend zijn voor collega's.
Zorg ervoor dat je je spullen en papieren op orde hebt voordat de vergadering begint. Durf te participeren of je mening te geven, mocht je gevraagd worden om dit te doen.
4. **Handhaaf een positieve houding.** Een zakelijke houding is vaak positief en gemotiveerd. Om succesvol te zijn zal je moeten aantonen dat je over de vaardigheden en kennis beschikt voor het uitvoeren van je taken en verantwoordelijkheden. Maar naast deskundigheid en kennis waardeert je werkgever een professionele houding die karakter en integriteit uitstraalt.
Probeer elke dag een eerlijke, betrouwbare, positieve harde werker te zijn. Je baan moet belangrijk voor je zijn, en je moet waarde hechten aan je successen, ongeacht hoe groot of klein ze zijn.
5. **Neem een kladblok met je mee naar vergaderingen en gesprekken.** Zorg dat je geen taken of afspraken kunt vergeten, door ze altijd op te schrijven in een daarvoor bestemd kladblok. Je kunt een digitaal kladblok gebruiken of pen en papier. Toon je professionaliteit door aantekeningen te maken tijdens vergaderingen, om alles georganiseerd te houden en bij te blijven.
6. **Spreek duidelijk en laat van je horen wanneer dat nodig is.** Om professioneel te communiceren moet je laten zien dat je zelfverzekerd en helder kunt schrijven en spreken. Wees een actieve luisteraar tijdens vergaderingen en discussies en wacht totdat iemand klaar is met spreken alvorens je gedachten te delen. Spreek langzaam en beknopt zodat iedereen je punten kan begrijpen en noteer ze.
Zorg dat je niet over iemand anders praat en excuseer je als je per ongeluk iemand interrumpeert.
Als je problemen met betrekking tot een bepaald project of klant opmerkt, spreek er dan over met collega's en leidinggevenden. Negeer deze conflicten niet en ga ze niet uit de weg. Zie ze in plaats daarvan onder ogen door anderen te waarschuwen voor de problemen en werk samen om te proberen het probleem op te lossen.
Als het gaat om een gevoelig thema, maak dan een afspraak voor privéoverleg met je leidinggevende.
7. **Gebruik e-mail of de telefoon, tenzij je iets persoonlijk moet bespreken.** De meeste werkplekken stimuleren je om je tijd effectief te beheren via e-mail of een telefoontje, om kleine beslissingen of kwesties te bespreken. Beleg geen vergadering voor onderwerpen die in vijf minuten opgelost kunnen worden met een snelle e-mailuitwisseling of telefoongesprek. Andermans tijd verspillen door overbodig vergaderen kan onprofessioneel overkomen.
Onderzoek zelf je vraag of probleem voordat je het bij iedereen onder de aandacht brengt. Kijk door je e-mails of kantoormemo's om ervoor te zorgen dat je geen informatie bent misgelopen die is verspreid.
Er kan een reden zijn waarbij je een vergadering wilt beleggen om een belangrijke kwestie te bespreken. Als dit het geval is, stuur dan een uitnodiging voor een vergadering per e-mail naar je collega's en/of klanten. Controleer de agenda van je collega's om ervoor te zorgen dat ze beschikbaar zijn tijdens de voorgestelde tijd.
8. **Leer feedback te accepteren en ernaar te handelen.** Een andere belangrijke manier om je professioneel op te stellen is door bereid te zijn om te leren van feedback. Onthoud dat goede feedback over je werk en je resultaten moet gaan. Het mag nooit persoonlijk zijn. Boos of defensief worden over feedback kan je onprofessioneel over doen komen. Concentreer je in plaats daarvan erop om te leren van feedback en gebruik het om de manier waarop je dingen op je werk doet te verbeteren.
9. **Vermijd kantoorpolitiek en roddel.** Het kan het moeilijk zijn om niet meegezogen te worden in de roddel en achterklap op een kantoor, vooral als je nieuw begint op de werkplek bent en je collega's net leert kennen. Maar door je buiten kantoorpolitiek en roddel te houden verkrijg je een professionele reputatie en raak je niet te zeer betrokken bij geruchten of praatjes.
Niet over je collega's praten achter hun rug om roddelen is ook respectvol naar je collega's en maakt duidelijk dat je bereid bent om eerlijk en helder te zijn met hen.
10. **Ga vriendelijk en respectvol om met je collega's.** Dit omvat eveneens collega's waar je wellicht niet goed mee overweg kunt of het niet mee eens bent. Heb je een collega waar je niet mee samen kunt werken, werk dan niet direct met die persoon, indien mogelijk. Je kunt overwegen om met je baas of leidinggevende te praten, als je voortdurend problemen hebt met de werkhouding en prestaties van de collega.
11. **Behandel je baas eventueel als mentor.** Als je baas potentieel in je ziet als werknemer, dan kan diegene proberen om zich op te stellen als je mentor. Het is belangrijk om een relatie met je baas te houden die professioneel en nederig is. Doe niet alsof je meer weet over je baan dan je baas, of dat je niet bereid bent om nieuwe vaardigheden te leren of hun advies ter harte te nemen.
Wanneer je mentor ook je baas is kan dit leiden tot betere carrièremogelijkheden en de mogelijkheid om je bestaande reeks vaardigheden uit te breiden. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-professioneel-gedragen-op-je-werk", "language": "nl"} |
Een back‐up maken van je muziek naar iCloud op iPhone of iPad | Dit artikel laat je zien hoe je een back-up naar iCloud kunt maken van je muziek op je iPhone of iPad. Als je een abonnement hebt voor Apple Music, dan kun je de iCloud-muziekbibliotheek gebruiken om dit te doen.
1. **Open de Instellingen van je iPhone of iPad .** Deze app staat gewoonlijk op je startscherm.
Als je een back-up wil maken van je liedjes op Apple Music, bekijk dan deze methode.
2. **Druk op je Apple ID.** Dit staat bovenaan het menu.
3. **Druk op iCloud.**
4. **Druk op iCloud back-up.**
5. **Verschuif de schakelaar achter ‘iCloud back-up’ naar de Aan-positie.** Als de schakelaar al aan/groen was, dan kun je deze stap overslaan.
6. **Druk op Nu back-up maken.** Hierdoor zal een back-up gemaakt worden naar iCloud van alle data op je iPhone of iPad, inclusief je muziek.
7. **Open de Instellingen van je iPhone of iPad .** Deze app staat gewoonlijk op je startscherm.
8. **Scrol omlaag en druk op Muziek.**
9. **Verschuif de schakelaar achter ‘iCloud-muziekbibliotheek’ naar de Aan-positie.** Enkele opties zullen verschijnen.
Je krijgt deze optie slechts te zien als je een abonnement voor Apple Music hebt.
10. **Selecteer Muziek behouden.** Hierdoor blijft de muziek op je iPhone of iPad, zelfs nadat alles naar iCloud is gekopieerd. Apple Music zal nu een back-up maken naar iCloud. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-back%E2%80%90up-maken-van-je-muziek-naar-iCloud-op-iPhone-of-iPad", "language": "nl"} |
Je eigen gamecomputer bouwen | Het samenstellen van een eigen gamecomputer is natuurlijk leuk om te doen. Maar het kan er ook voor zorgen dat je gaat winnen! Welke computeronderdelen zijn belangrijk voor gamen? Lees het volgende artikel als je advies zoekt over het bouwen van je eigen gamecomputer.
1. **Bepaal welke processor (CPU) je wilt gebruiken in je systeem.** De twee belangrijkste processorfabrikanten zijn Intel en AMD. Zoek naar de benchmarks van verschillende processoren en vergelijk de prijzen.
Op dit moment is de i5-processor van Intel waarschijnlijl de beste optie wat betreft prijs/kwaliteitverhouding. De i7 is nog krachtiger, maar het verschil in performance is niet zo groot en het verschil in prijs wel.
Een uitstekend instapmodel is de AMD Athlon II X4 640 en een goede middenmoter is de Intel Core i3-3220.
2. **Neem een moederbord dat je gekozen processor ondersteunt.** Zoek voordat je een moederbord gaat kopen uit welk type socket jouw processor heeft (bv. LGA 775), welk type geheugenmodule je hebt (bv. 240-pin) en wat de RAM-frequentie is (bv. 1066 MHz). Sommige moederborden hebben HDMI of Firewire, let hierop als je daar behoefte aan hebt.
Kijk uit voor RAM met hoge frequenties. Het lijkt natuurlijk of hoger ook beter is, maar dat is niet altijd het geval. De voordelen van RAM met hoge frequenties vallen vaak weg tegen de nadelen, dus lees je goed in voordat je RAM aanschaft.
Je moet het aantal pins van het geheugen weten voor de keuze van het moederbord. Meer pins betekent niet betere prestaties. En dat geldt ook voor de socket van de processor: het type zegt niet veel over de prestaties.
3. **Neem voldoende RAM.** Meer RAM, of werkgeheugen, is goed voor de prestaties van de computer en de laadtijd zal korter zijn. Kies geheugen binnen jouw budget van een fabrikant met een goede reputatie. Er zijn veel fabrikanten, maar er is maar een klein aantal dat geheugen van consistente kwaliteit maakt.
Kies de hoogste kloksnelheid (in Mhz) en de laagste timings (aangegeven als #-#-#-#). De prestaties van het geheugen zijn hiervan afhankelijk.
Koop genoeg geheugen om je games goed te kunnen draaien. Als een game aangeeft dat de minimumvereiste 1GB geheugen is, dan betekent dat dat de game niet erg soepel zal lopen met 1 GB geheugen. Zorg dat je meer geheugen hebt dan wat aangegeven wordt als minimumvereiste.
32-bits-processoren ondersteunen slechts 3GB RAM; 64-bits-processoren ondersteunen veel meer geheugen.
DDR2-geheugen moet je altijd in paren kopen. Koop liever 2 x 512 MB dan 1 x 1GB. Let ook op het aantal pins. 184-pin staat voor DDR1, 240-pin is DDR2.
4. **Kies een grafische kaart.** Dat is misschien wel de belangrijkste beslissing bij het bouwen van een gamecomputer. Het is ook moeilijk, want er is heel veel keuze. Lees reviews op internet om erachter te komen wat goede keuzes zijn binnen jouw budget. De twee belangrijkste fabrikanten van grafische kaarten zijn ATI en NVIDIA, maar bedrijven als Sapphire en eVGA hebben ook licenties om deze kaarten te produceren. Lees review-websites als redir Tom's Hardware (Engelstalig) om verschillende grafische kaarten te vergelijken.
De Radeon HD 6670 DDR3 is een goed instapmodel grafische kaart. De GeForce GTX 650 Ti Boost 2 GB is een goede middenmoter. De GeForce GTX 780 is een goede keus aan de bovenkant van de markt.
Er bestaat wat verwarring rond kaarten van NVIDIA, een fabrikant die vaak wordt aanbevolen door gamers. Een hoger typenummer betekent niet automatisch dat het een betere kaart is. Een GeForce 7950 is bijvoorbeeld veel beter dan een GeForce 8500. Het eerste getal staat voor de serie, het tweede en soms ook het derde getal geeft de performance weer.
Als je echt wilt uitpakken en je hebt een moederbord dat het ondersteunt, dan kun je kiezen voor twee identieke grafische kaarten van dezelfde fabrikant. NVIDIA noemt dat 'SLI mode', bij ATI heet het 'Crossfire mode'. Maar meestal is het beter om dat budget te besteden aan een enkele betere kaart.
5. **Kies de opslagcapaciteit.** Games hebben vaak een grote harde schijf nodig omdat de bestanden erg groot kunnen zijn. Lees recensies van harde schijven en kies de beste optie binnen jouw budget. Bekijk de specificaties om erachter te komen of de schijf draait op een snelheid van 7200 RPM, in sommige gevallen kan dat een performance boost opleveren.
Snellere harde schijven zijn vooral goed in het laden van games, maar het verschil is niet heel groot. Het belangrijkste bij het kiezen van een harde schijf is de opslagcapaciteit, niet de snelheid.
SATA-schijven zijn een goede keus, want ze maken gebruik van kleinere kabels en de schrijfsnelheden zijn vaak groter dan die van PATA-schijven.
6. **Kies de voeding.** Een voeding heeft een 20-pin of 24-pin verbinding. Dit aantal moet aansluiten op je gekozen moederbord. Zorg dat de gekozen voeding geschikt is voor de verschillende onderdelen, controleer ook de grafische kaart.
Een voeding die inbegrepen zit in een behuizing is vaak van slechte kwaliteit. Vervang de voeding zo snel mogelijk door een betere en krachtigere voeding.
350 watt is tegenwoordig het minimum. Top-end grafische kaarten hebben vaak wel 500 watt nodig.
7. **Koop de behuizing.** Onderschat nooit het belang van de behuizing, het bevat al die dure componenten die je hebt aangeschaft. Richt je aandacht op voldoende koeling.
Sommige behuizingen zijn geschikt voor ventilatoren van 80 mm, andere voor 120mm, en weer andere zijn geschikt voor beide maten. Grotere ventilatoren maken minder lawaai en kunnen meer lucht verplaatsen. Hoe krachtiger de componenten, hoe meer koeling je nodig hebt.
Indien mogelijk moet je zorgen voor evenwicht. De ventilatoren aan de achterkant moeten de lucht afvoeren, die aan de voorkant moeten lucht aanvoeren. Ventilatoren aan de bovenkant zorgen voor afvoer en die aan de onder- en zijkant voor aanvoer.
De behuizing wordt vaak aangeduid in de types 'mid-tower' (standaard) en 'full-tower'. Een full-tower heb je alleen nodig als je veel dvd-drives of harde schijven gaat gebruiken.
8. **Kies een besturingssysteem.** Als je alle componenten hebt aangeschaft moet je een besturingssysteem kopen dat goed gebruik kan maken van het systeem dat je hebt samengesteld. Na de installatie moet je meteen controleren op beschikbare driver-updates.
Windows wordt nog steeds het meest gebruikt om op te gamen. Voor wat oudere games is Windows 7 een betere optie dan Windows 8. Nieuwe games zijn geschikt voor Windows 8.
9. **Zorg dat alle onderdelen op de juiste manier in de behuizing zijn gemonteerd.** Een computer samenstellen is vaak moeilijker dan het lijkt. Als je iets fout doet zal het systeem niet werken.
10. **Verbind de computer met een HD-televisie.** Je nieuwe gamecomputer is waarschijnlijk een stuk krachtiger dan je oude spelcomputer. Verbind de computer met een HD-televisie, dan weet je niet wat je meemaakt.
11. **Gebruik eventueel de controller van je spelcomputer op je nieuwe computer als je daaraan gewend bent.** Het is meestal wel mogelijk om controllers te gebruiken op een PC, zodat je je spel kan spelen zoals je gewend bent.
12. **Vind de balans tussen gamen en je relatie.** Nu je een geweldige gamecomputer hebt is het makkelijk om je partner over het hoofd te zien. Zorg dat je niet constant aan het gamen bent en ook energie besteed aan je relatie. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Je-eigen-gamecomputer-bouwen", "language": "nl"} |
Een hond leren minder te blaffen | Begint het voortdurende geblaf van jouw geliefde hond pijn te doen aan je oren, en worden de buren het zat? Of misschien zijn het de honden van de buren, die jouw avondrust verstoren en je uit de slaap houden. Hoe dan ook, de eerste stap om het geblaf van je hond te stoppen is uit te zoeken waarom hij zoveel lawaai maakt; daarna weet je wat je moet doen om hem ermee op te laten houden. Dit moet je weten om blaffende honden te kalmeren.
1. **Verander eerst je eigen gedrag.** Veel baasjes reageren meteen op het geblaf van hun hond door naar hem te schreeuwen dat hij rustig moet zijn. Vanuit de hond gezien is zijn gedrag beloond met aandacht van het baasje. In plaats van je hond verwennen met je volledige aandacht voor zijn geblaf, moet je juist NIET reageren. Nu heb je jezelf als onderdeel van de situatie uitgeschakeld, en kun je het gedrag van de hond gaan bestuderen om uit te zoeken wat de aanleiding voor zijn geblaf zou kunen zijn.
Om dezelfde reden moet je niet proberen je hond rustig te krijgen door hem een hondensnoepje te geven. Daarmee train je je hond om meer te blaffen, niet minder.
Deze methode is in het begin best moeilijk. Vooral als het blaf/aandacht patroon al lang aan de gang is. Doe je best om rustig door te gaan waar je mee bezig was toen de hond begon te blaffen. Als je even rust nodig hebt, loop je een ommetje of ga je een andere kamer in met de deur dicht. Als jij reageert op het geblaf ziet de hond dat als een teken dat hij aandacht krijgt als hij blaft, en gaat hij er dus mee door.
2. **Zoek uit waarom je hond blaft.** Honden kunnen blaffen omdat ze blij zijn, boos, verveeld of nog tig andere redenen. De eerstvolgende keer dat je hond blaft moet je eens rondkijken en uitzoeken wat hem uitlokt. Dit zijn een paar veel voorkomende redenen waarom je hond kan gaan blaffen
Hij is opgewonden. Als je hond blaft en kwispelt wanneer iemand langs het huis loopt of naar de deur komt, maakt hij lawaai omdat hij blij is.
Hij is agressief of verdedigt zijn territorium. Een hond met territoriumdrift blaft met een agressieve lichaamshouding tegen de postbode, katten of andere honden.
Hij is bang. Sommige honden schrikken van harde geluiden of van vreemden inclusief andere honden die ze niet goed kennen. Als zijn oren plat in zijn nek liggen en zijn staart tussen zijn benen zit, kan het zijn dat hij bang is.
Hij verveelt zich. Als je hond urenlang onophoudelijk blaft, heeft hij waarschijnlijk een energieoverschot.
Hij heeft honger of is niet in orde. Een hond die buiten in de regen is gelaten zonder eten heeft gelijk als hij blaft om aandacht te trekken.
3. **Doe iets aan de oorzaak van het blaffen.** Nu je weet waarom je hond zoveel blaft, kun je uitzoeken of je de aanleiding kunt uitschakelen. Het kan zo eenvoudig zijn als de gordijnen dicht doen als er katten in de tuin aan het vechten zijn. Probeer het volgende eens:
Houd je hond weg bij de dingen waar hij om blaft. Doe de zonwering of gordijnen dicht of houd hem in een andere kamer als hij blaft wanneer mensen of andere honden te dichtbij komen. Na een poosje wordt hij het zat dat hij elke keer weg moet als er iets interessants gebeurt.
Zorg dat hij genoeg beweging krijgt. Eén keer per dag lopen is niet genoeg voor honden met veel energie. Neem hem mee naar een hondenspeelveldje zodat hij rond kan rennen en de extra energie verbranden waar hij zoveel door blafte.
Zorg dat hij warm is en goed gevoed. Zelfs als je hond een buitenhond is, heeft hij een warm plekje nodig om weg te kruipen als het koud is en regent. Zorg dat zijn hok goed geïsoleerd is en dat hij de hele dag door genoeg water en voer heeft.
4. **Leer je hond om op commando stil te zijn.** Je kunt een hond trainen om niet te blaffen, maar dat kan wel een paar weken of maanden tijd kosten. Begin met hem op commando te leren blaffen door ‘spreek’ te zeggen op een toon waardoor hij gaat blaffen, en beloon hem met een hondensnoepje. Als hij dat heeft geleerd, kun je verder gaan met ‘stil’ te zeggen terwijl hij nog blaft. Als hij stopt krijgt hij weer een hondensnoepje. Blijf dit oefenen tot hij op commando stil wordt.
Wees positief en geduldig als je met je hond werkt. Honden reageren goed op positieve beloningen, en ze raken in de war en bang als je probeert ze te straffen.
Zodra je hond in een gecontroleerde omgeving op commando stil kan zijn, kun je het commando gaan oefenen in een spannender situatie, bijvoorbeeld als de postbode aan de deur komt. Blijf je hond belonen met een hondensnoepje elke keer dat hij het bevel gehoorzaamt.
5. **Ga met hem naar de dierenarts.** Soms reageren honden niet op het wegwerken van aanleidingen, training of andere kalmerende acties omdat ze een biologische reden hebben voor het geblaf. Als je vermoedt dat je hond misschien zoveel blaft omdat hij niet lekker is, moet je met hem naar de dierenarts om uit te zoeken of hij misschien zoveel blaft omdat hij iets onder de leden heeft.
6. **Zoek uit welke honden het zijn.** Misschien hoor je elke avond een heel hondenkoor janken en blaffen. Voordat je actie onderneemt is het belangrijk om uit te zoeken waar ze zitten en wie hun baasje is.
Het kan zijn dat zwerfhonden het janken veroorzaken. Zij lopen in roedels door de straten, en steken vaak de huishonden aan om mee te doen.
In een buurt met veel huishonden kan het zijn dat er één hond is die alle anderen meekrijgt in zijn nachtelijke blafritueel.
7. **Praat met je buren.** Je denkt misschien dat het overduidelijk is dat de honden van je buren een probleem vormen, maar je hebt best kans dat ze niet doorhebben dat anderen er last van hebben. Je begint dus met je buren op te bellen of bij ze aan te kloppen en vriendelijk uit te leggen dat hun honden jou uit je slaap houden. Misschien zijn ze bereid de honden voortaan ’s avonds binnen te halen.
Ga geen passief-agressieve briefjes op de voordeur van de buren achterlaten. Briefjes kunnen verkeerd worden opgevat, daarom is het verstandiger om je verhaal persoonlijk te gaan doen.
Je kunt niet eisen dat je buren hun hond binnenhalen. Als jij direct begint met eisen stellen zijn ze waarschijnlijk minder bereid om samen naar oplossingen te zoeken.
8. **Stel een constructieve oplossing voor.** Vertel je buren over de redenen waarom honden meestal blaffen, en leg uit hoe zulke dingen aangepakt kunnen worden. Je hebt de beste kans op een positief resultaat als je de oplossingen voorlegt op een vriendelijke en positieve manier.
Vertel ze waar het dichtstbijzijnde hondenspeelveld is voor het geval ze wat extra energie moeten verbranden.
Bied aan om uit te leggen hoe ze hun honden kunnen leren spreken en stil zijn op bevel.
Opper vriendelijk dat hun hond misschien ergens pijn heeft en dat een dierenarts misschien moet onderzoeken of hij een ziekte heeft.
9. **Beslis of je een autoriteit moet inschakelen Soms kun je de situatie niet in je eentje oplossen.** Misschien gaat het om zwerfhonden of willeln je buren niet meewerken. Dan kan het zijn dat je een van de volgende acties moet ondernemen:
Bel je gemeente om te zorgen dat de regels over blaffende honden worden nageleefd. Veel gemeenten hebben regelgeving voor blafoverlast. Zoek uit wat in jouw gemeente de regels zijn en kijk hoe je kunt zorgen dat ze worden nageleefd.
Bel de dierenbescherming om advies over zwerfhonden. Zij kunnen je misschien adviseren, of proberen de zwerfhonden te vangen.
Bel de dierenbescherming als je vermoedt dat een van je buren de hond verwaarloost of slecht behandelt. Als een hond blaft omdat hij elke nacht de hele nacht buiten in de kou wordt gelaten, is dat een duidelijk voorbeeld van verwaarlozing. Bel de deskundigen om je daar mee te helpen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-hond-leren-minder-te-blaffen", "language": "nl"} |
Een XML draaien in Linux | Bestanden met de extensie .xml zijn platte tekstbestanden met XML-code. In plaats van ze uit te voeren zoals een programma of script, kun je ze op twee manieren openen: in een teksteditor of in een webbrowser. Je kunt het bestand ook omzetten naar een ander formaat met een converter zoals xmlto.
1. **Druk op Control+Alt+T.** Dit opent een terminal venster.
2. **Ga naar de directory met het XML-bestand.** Je gebruikt hiervoor het commando cd. Bijvoorbeeld: cd /usr/local/files brengt je naar een directory genaamd /usr/local/files.
3. **Typ vim filename.xml.** Vervang filename.xml door de naam van het XML-bestand dat je wilt bekijken. Het bestand wordt geopend en kan bewerkt worden in VIM.
4. **Ga naar het XML-bestand dat je wilt bekijken.** Met Gnome kun je Gnome-bestanden openen en dubbelklikken op de map waar het bestand is opgeslagen. Met KDE is Dolphin de ingebouwde bestandsmanager.
5. **Rechtsklik op het bestand en selecteer Open met andere toepassing.** Er verschijnt een lijst met toepassingen.
6. **Selecteer je webbrowser.** Firefox is voorgeïnstalleerd op veel Linux-versies, maar je kunt elke moderne webbrowser gebruiken – ze zouden allemaal XML-bestanden moeten kunnen weergeven. Dit zal automatisch de inhoud van het bestand weergeven.
7. **Druk op Control+Alt+T.** Dit opent een terminalvenster.
8. **Update de repository.** Om er zeker van te zijn dat je de laatste versie van xmlto download (het programma dat je gaat gebruiken om het XML bestand om te zetten naar platte tekst), voer je het commando sudo apt update uit.
9. **Installeer het packet xml2.** Om xmlto te installeren, draai je het commando sudo apt install xmlto.
10. **Ga naar de directory met je XML-bestand.** Je gebruikt hiervoor het commando cd. Bijvoorbeeld: cd /usr/local/files brengt je naar een directory genaamd /usr/local/files.
11. **Voer het commando uit om het bestand om te zetten naar een ander formaat.** Het commando dat je gebruikt hangt af van het type bestand dat je wilt maken:
xmlto pdf myfile.xml converteert naar een pdf.
Om te converteren naar een ander bestandstype, vervang je pdf door het gewenste bestandstype, zoals: html, htmlhelp (HTML-helpbestand), javahelp (Java-helpbestand), dvi (tekst DVI-bestand), man (Unix-handleiding), txt (platte tekst), ps (postscript), xhtml, fo (XSL-FO opmaakobjecten). | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-XML-draaien-in-Linux", "language": "nl"} |
Een maïskolf bereiden in de magnetron | Heb je zin in een warme, knapperige, sappige maïskolf? Er is een heel gemakkelijke manier om de maïs in de kolf klaar te maken zonder water of grill: stop het gewoon in de magnetron. Als je de bladeren eraan laat zitten hou je de stoom tussen de korrels gevangen, waardoor het snel gaar wordt en er geen vitaminen verloren gaan.
1. **Kies verse maïs met de bladeren er nog om.** In de zomer vind je ze bij de groenteboer of in de supermarkt. Je kunt het ook op de markt proberen, of zelf maïs kweken als je heel ambitieus bent. Zorg wel dat de bladeren er nog om zitten en dat de maïs rijp is. Zo weet je of de maïs klaar is om te eten:
Zoek maïs waarvan de draden bruin en kleverig zijn, in plaats van droog en geel. Bruine, plakkerige draden betekent dat de maïs rijp is.
Knijp zachtjes in de kolf om te voelen of je de korrels door de bladeren heen kunt voelen. Ze moeten stevig en dik aanvoelen, maar niet zo hard als steentjes.
Koop niet meer dan je in een paar dagen kunt eten en bewaar ze altijd in de koelkast zodat ze niet teveel zetmeel gaan bevatten. Als je te veel maïs hebt omdat je het zelf hebt gekweekt kun je het altijd invriezen.
2. **Knip de maïskolf.** Knip de uiteinden af zodat het in de magnetron past. Verwijder ook losse en droge bladeren, of te veel uitstekende draden, om te zorgen dat het niet in de brand vliegt. Misschien moet je met een vochtig stukje keukenpapier nog wat zand of vuil van de bladeren afvegen.
3. **Leg één of twee kolven zo in de magnetron.** Als je een grote magnetron hebt kunnen er misschien meer in, maar ze moeten in het midden kunnen liggen zonder elkaar aan te raken zodat ze gelijkmatig door de magnetron worden bereid.
Als je drie kolven hebt, leg ze dan in een driehoek neer, als je er vier hebt, leg ze in een vierkant.
Zorg dat ze elkaar niet raken. Stapel ze niet op en laat ze niet overlappen, want dan wordt het niet goed gaar.
4. **Zet de magnetron aan.** Zet hem 3 minuten op de hoogste stand bij een magnetron van 700-1000 watt. Als je twee tot vier kolven hebt, zet hem dan ongeveer 5 minuten aan.
Als je meerdere kolven tegelijk bereidt kun je halverwege stoppen en de maïs omdraaien zodat ze gelijkmatig gaar worden.
Je zult misschien merken dat elke kolf 2-4 minuten nodig heeft, afhankelijk van de grootte.
5. **Laat de maïskolf een minuutje liggen om de hitte gelijkmatig te verspreiden en nog even door te koken.** De bladeren bevatten weinig water, dus die blijven koel.
Controleer of ze gaar zijn door de bladeren af te pellen en aan de maïskorrels te voelen of bijten om de temperatuur en de zachtheid te testen. Leg ze terug in de magnetron als dat nodig is.
Als de maïs aangebrand of zompig is, is hij te lang gekookt - doe het de volgende keer korter.
6. **Haal de draden en bladeren eraf.** De maïskorrels en de waterige stengel zullen heet zijn na het koken, en de bladeren houden het langer vast. Pel de maïskolf voorzichtig zodat je je niet brandt. Het zachte gebladerte kun je er makkelijk afhalen.
7. **Doe er boter bij en kruid het terwijl het warm is met zout en peper.** Laat het wat afkoelen voor je gaat eten.
Maïs uit de magnetron is vers en heerlijk; je kunt het met je handen eten of met speciale maïskolfhouders.
Je kunt de korrels er ook afsnijden en in een ander gerecht gebruiken. Zet de kolf rechtop en ga er met een mes langs om de korrels los te snijden.
8. **Haal de bladeren eraf.** Trek alle bladeren er in een beweging af, zoals je een banaan van zijn schil ontdoet. Het blijft mooi aan elkaar zitten, dus je kunt het makkelijk weggooien. Haal de draadjes die zijn blijven zitten eraf.
Gooi de bladeren en draden in de vuilnisbak of op de composthoop.
Laat de stengel er aan zitten om vast te kunnen houden, alhoewel dat wel heet wordt, of gooi de stengel ook weg.
9. **Dek de maïs af.** Je kunt de maïs afdekken met nat keukenpapier, of je kunt het in een magnetronschaal met een deksel doen. Doe er een theelepel water in zodat de maïs niet uitdroogt als je hem bereidt.
Je kunt nu smaakjes aan de maïs toevoegen. Probeer eens geraspte kaas, limoen- of citroensap of verschillende kruiden.
Je kunt het keukenpapier ook in vloeistof met een lekkere smaak weken, zoals citroensap, dan krijgt de maïs een smaakje zonder dat het een rotzooi wordt.
10. **Zet de magnetron aan.** Leg de kolven zo dat ze elkaar niet raken. Zet de magnetron op de hoogste stand tot ongeveer vijf minuten aan, afhankelijk van de hoeveelheid kolven die je wilt klaarmaken. Reken voor elke kolf 2 tot 4 minuten.
11. **Haal de mais uit de magnetron en laat hem afkoelen.** Dit duurt doorgaans 5-10 minuten.
12. **Breng het op smaak met boter, zout en peper.** Je kunt ook wat geraspte cheddar of cotija-kaas over het oppervlak strooien. Zure room met een snufje rode peper is een andere smakelijke topping. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-ma%C3%AFskolf-bereiden-in-de-magnetron", "language": "nl"} |
Bavette grillen | Bavette is een smaakvol stuk vlees uit de flank, of ook wel de vang (lagere buikregio) van de koe. In de handen van een prijsbewuste kok kan bavette een heerlijk maar toch betaalbaar alternatief zijn voor duurdere stukken rundvlees, zoals prime rib en andere biefstuksoorten (T-bone, ribeye, etc.). Omdat bavette echter wat taai kan zijn, moet er worden gezorgd voor het behoud van de malsheid en de smaak van het vlees bij het bereiden. Goed gekruid met een marinade of dry rub, gegrild en gesneden tegen de richting van de taaie vezels in, is bavette een fantastische aanvulling op bijna elk feest. Zie stap 1 hieronder om te beginnen met grillen!
1. **Kerf het vlees.** Ongeacht de smaakmakers (of het ontbreken daarvan) die je wilt gebruiken voor je bavette, zult je waarschijnlijk beginnen met kerven, vooral als je een dik stuk vlees hebt. Kerven is een proces waarin ondiepe sneden worden gemaakt in het oppervlak van de biefstuk, zodat zowel warmte als de specerijen dieper in het vlees doordringen. Leg de bavette op een snijplank, en gebruik de punt van een scherp mes om verschillende ondiepe sneden te maken in het oppervlak, aan beide zijden van het vlees, in een ruitpatroon. Probeer elke snede ongeveer zes mm diep te maken.
Als je kunt, snijd dan loodrecht op de draadrichting van het vlees. Zoals we uiteindelijk zullen zien, is het bij bavette van belang om altijd tegen de draad van het vlees in te snijden, om taaiheid tegen te gaan.
2. **Kies een marinade of dry rub voor je biefstuk.** Als het vlees goed is klaargemaakt, kan bavette heerlijk zijn zonder enige kruiden. Goede specerijen en kruiden geven dit gerecht echter wel een verrukkelijke smaak die het absoluut onweerstaanbare kan maken. Wat het kruiden van bavette betreft, zal je in het algemeen een marinade of een dry rub gebruiken. Het marineren van vlees betekent dat je het laat trekken in een mix van smaakvolle vloeibare ingrediënten, zodat het de smaak ervan kan absorberen, terwijl een dry rub precies is wat het klinkt -- een mix van droge ingrediënten die je over de buitenkant van het vlees wrijft. Beide opties kunnen een heerlijk stuk bavette maken. Deze manieren om te kruiden worden meestal niet samen gebruikt, dus is het een verstandig idee om te beslissen welke methode je gaat toepassen, voordat je begint met koken.
In het deel 'Ingrediënten' aan het begin van dit artikel vind je voorbeelden van marinades en dry rub-recepten.
Als je een marinade gebruikt, zal je vroeg moeten beginnen, zodat je bavette genoeg tijd heeft om te trekken voor het koken. In het algemeen laat je het vlees gedurende ten minste 2-3 uur marineren, hoewel een hele nacht de bavette een veel sterkere smaak zal geven.
3. **Mix je kruiden en specerijen.** Of je nu een marinade of dry rub gebruikt, het basisproces voor het bereiden van elk hetzelfde. Meng de ingrediënten in een kom en tot ze zijn gecombineerd. Wanneer je een grondige mix hebt, is je kruidenmix klaar om te worden toegepast op je bavette.
Als je de heerlijke marinade en dry rub-recepten zoals hierboven vermeld niet wilt gebruiken, dan is het gemakkelijk om je eigen recepten te maken. Voor marinades zal je moeten beginnen met een oliebasis (zoals olijfolie of plantaardige olie) en voeg je smaakmakers toe naar wens, waarvan sommige zuur vocht (zoals sap van citrusvruchten of azijn) dienen te zijn om de olie te verdelen. Om een dry rub te maken combineer je droge of in poedervorm verkregen ingrediënten naar wens. Een goede mix van zoete, zoute, hartige en pittige smaken is altijd een goede keus.
4. **Ga je marineren, laat het vlees dan weken.** Als je ervoor hebt gekozen om smaak toe te voegen aan het vlees met een marinade, doe dan eerst de marinade in een afsluitbare plastic zak (geschikt voor voedsel), en daarna de bavette. Knijp het grootste deel van de lucht uit de zak en sluit die af. Kneed de zak om ervoor te zorgen dat de biefstuk volledig is bedekt met marinade. Laat de biefstuk in de zak marineren, in de koelkast gedurende ten minste 2-3 uur; sommigen kiezen ervoor om het vlees een nacht te laten marineren. Merk echter op dat hoe langer je het vlees laat marineren, hoe sterker het zal smaken.
Als je geen hersluitbare zakken hebt, dan kun je het vlees ook in een kom doen, en afdekken met een deksel of plasticfolie, een tupperware-doos, of een willekeurige andere plastic bak met sluiting.
5. **Als alternatief kun je ook een dry rub toepassen.** Ben je meer geïnteresseerd in een smakelijke korst, die een dry rub biedt, gebruik dat dan in plaats van een marinade. Doe je dry rub in een grote kom en leg het vlees erin. Gooi het vlees om en om in de dry rub totdat het volledig bedekt is. Wees gul met je dry rub – het hele vlees dient voorzien te zijn van een laagje kruiden.
Wanneer je klaar bent laat je het vlees trekken totdat het op kamertemperatuur is gekomen, of (als je niet direct gaat grillen) leg het op een schaal in de koelkast.
6. **Zet je barbecue aan.** Of je nu een gas- of houtskoolbarbecue hebt, beide zullen goed heet moeten zijn tegen de tijd dat je van plan bent om te beginnen met koken. Gebruik de onderstaande instructies om je grill op de perfecte temperatuur te krijgen voor het maken van een perfect gegrilde bavette:
Gasbarbecue: Zet één brander aan en op 'hoog'. Laat dit gedurende enkele minuten met rust (met het deksel van de grill gesloten) vóór je gaat koken. Laat indien mogelijk, een tweede brander uit, zodat er ruimte over is voor langzaam garen na het eerste schroeien van het vlees.
Houtskoolbarbecue: Doe houtskool op de bodem van de grill, totdat de gehele onderkant is bedekt. Duw indien mogelijk alle houtskool naar een kant zodat één helft van de grill geen houtskool eronder heeft. Dit gedeelte van de grill zal worden gebruikt voor het langzaam garen na het eerste dichtschroeien. Steek de houtskool aan en laat het vrij branden tot de vlammen uitdoven en de houtskooltjes voor het grootste deel grijs zijn. Het grilloppervlak dient heel heet te zijn -- als het goed is kun je je hand niet langer dan een seconde bij grill in de buurt houden.
7. **Dep het vlees zo droog mogelijk met een papieren handdoek.** Wanneer vlees op een grill kookt, kan het geen karakteristieke heerlijke, krokante zwarte en bruine 'korst' vormen tot het vocht op de buitenste laag van het vlees is verdampt. Aangezien het veel energie kost om water te verdampen, is het grillen van vlees dat drijfnat is niet alleen inefficiënt gebruik van de grillwarmte, maar ook een slecht idee als je graag een knapperig, bruin stuk vlees wilt. Om het vocht te verwijderen van het oppervlak van het vlees, kun je met een droge papieren handdoek het nat van het vlees opdeppen totdat het enigszins vochtig is, maar niet druipt.
Als je een dry rub gebruikt, hoef je deze stap mogelijk niet uit te voeren, omdat het poeder van de ingrediënten waarschijnlijk al een groot deel van het vocht zal hebben opgenomen en deppen met een papieren handdoek de dry rub weer zou kunnen verwijderen van het vlees.
8. **Leg het vlees op de grill.** Wanneer je grill goed heet is, vet dan met een barbecueborstel zorgvuldig het metalen rooster in met olijfolie of plantaardige olie boven de brander of het houtskool. Leg je bavette direct op de grill, daar waar je de olie hebt aangebracht. Je zou een herkenbaar sissende geluid moeten horen zodra het vlees het oppervlak van de grill raakt. Laat het vlees even liggen.
Heb je geen handige barbecueborstel, dan kun je proberen om met een in de olie gedepte papieren handdoek de grill in te vetten. Wees zeer voorzichtig wanneer je deze methode hanteert, want het vereist dat je je hand zeer dicht bij de gloeiend hete grill houdt.
9. **Schroei in de eerste paar minuten van het koken het vlees dicht.** Zodra je het vlees op de grill hebt geplaatst, laat je het ongeveer 3-4 minuten ongestoord grillen, en draai je het vlees vervolgens om met een tang. Als de grill heet genoeg is, moet het vlees goed gebruind zijn met krokante donkerbruine en zwart stukken. Als het vlees niet goed is aangebraden, draai het dan onmiddellijk weer om zodat het nog wat langer kan grillen. In het andere geval laat je de andere kant 3-4 minuten grillen voordat je het vlees opnieuw omdraait. Door de bavette eerst op hoog vuur te grillen zal het makkelijker 'aanbraden' en een krikante korst krijgen, die geweldig smaakt en het vlees een verrukkelijke textuur geeft.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zal het aanbraden van het vlees het 'vocht niet insluiten'. Het vocht in het vlees kan net zo gemakkelijk uit het vlees komen ná het aanbraden als ervoor. De primaire reden van het schroeien is gewoon voor de smaak en textuur – de meeste mensen houden van een krokante, gekarameliseerde buitenkant bij vlees.
10. **Grill het vlees op een lagere temperatuur voor de rest van de kooktijd.** Nadat elke kant van de steak is aangebraden tot het punt dat de buitenkant bruin is met krokante, zwarte stukken, verplaats je het naar een koelere plek op de grill met een vleestang. Op een gasbarbecue betekent dit dat het vlees boven een brander wordt geplaatst die op 'uit' staat, terwijl op een houtskoolbarbecue dit betekent dat het vlees boven de kant van de grill wordt geplaatst zonder houtskool. Hoewel grillen op een hoog vuur geweldig is voor het dichtschroeien van de buitenkant van het vlees, is het moeilijk om het vlees helemaal door te garen op hoog vuur, zonder dat het gaat aanbranden. Voor het door en door garen van vlees is een lage, constante warmte het beste, want het geeft de binnenkant van het vlees de kans om de achterstand met de buitenkant in te halen, zonder dat de laatste aanbrandt. Op deze wijze garen van vlees duurt ongeveer drie minuten per kant.
Zorg dat het deksel van de grill gesloten blijft als je het vlees op een laag vuur zet, om te voorkomen dat de hitte van de grill kan ontsnappen.
11. **Verwijder het vlees wanneer het ongeveer een temperatuur van 55C heeft bereikt.** Na het aanbraden van beide kanten en het verder laten garen van het vlees op een laag vuur, hoort het vlees gaar te zijn. Om hier zeker van te zijn test je dit met een vleesthermometer. Steek het stangetje van de thermometer in het dikste deel van het vlees. Verzeker je ervan dat de punt het oppervlak van de grill niet aanraakt en wacht tot de temperatuur niet langer snel stijgt. Over het algemeen betekent een temperatuur van 55C dat het vlees gaar is en overheerlijk medium-rare. Andere temperaturen geven aan dat het vlees meer of minder gaar is, maar zorg dat het vlees niet minder heet is dan ongeveer 49C voor je het gaat eten, omdat niet goed gegaard vlees onveilig kan zijn om te eten. Hieronder vind je bij benadering welke temperaturen er nodig zijn voor de verschillende aanduidingen van gaarheid:
49C: Rare
55C: Medium rare
60C: Medium
70C: Medium well
72C: Well done
12. **Als alternatief kun je de gaarheid controleren door een klein sneetje te maken in het vlees.** Als je geen vleesthermometer hebt, geen zorgen -- het is nog steeds mogelijk om het vlees op gaarheid te testen op de ouderwetse manier. Als algemene regel geldt dat hoe meer roze de binnenkant van je bavette is, hoe minder gaar het is. Snijd een dik gedeelte open om de binnenkant van het vlees te onderzoeken. Als de binnenkant van je vlees taaier is dan de buitenkant, een felroze kleur heeft en/of sappen die niet helder zijn, dan moet het vlees nog verder garen. Als, aan de andere kant, de buitenranden van het vlees bruingrijs zijn en de binnenkant een lichtroze kleur heeft, dan kun je gaan eten!
Voor een goed doorbakken bavette, gril je het vlees tot het nog nauwelijks roze is of helemaal grijsbruin. Houd er rekening mee dat omdat bavette van nature enigszins taai is en goed doorbakken vlees zelfs nog taaier kan worden, dit meestal niet wordt gedaan.
13. **Gebruik schone borden en bestek voor het opdienen.** Na het van de grill halen van het vlees, mag het bestek en eventuele borden die je hebt gebruikt bij het behandelen van het rauwe vlees niet aanraken. Gebruik nieuwe borden en bestek, of was de gebruikte eerst goed met een sopje. Hiermee voorkom je kruisbesmetting, waarbij bacteriën uit het rauwe vlees terechtkomen op het gegaarde vlees via gebruikt keukengerei. Deze bacteriën kunnen ertoe leiden dat je ernstig ziek wordt als je ze binnenkrijgt. Dit kan zelfs de dood toch gevolg hebben, maar dat is buitengewoon zeldzaam. In ieder geval dien je kruisbesmetting van je bavette met onrein keukengerei of borden, te voorkomen, dus zorg dat je het gare vlees alleen met schoon keukengerei aanraakt.
14. **Laat het vlees 'rusten' onder aluminiumfolie.** Wanneer je het vlees van de grill op een bord, snijplank of iets soortgelijks plaatst, snijd het dan niet onmiddellijk aan. Laat in plaats daarvan het vlees 10-15 minuten rusten. Snijd je het vlees direct aan dan zal het vleesvocht verliezen op je bord of schotel, wat het vlees minder sappig en smaakvol maakt. Laat je het korte tijd 'rusten', dan krijgt het vleesvocht de kans om opnieuw opgenomen te worden door de spiervezels van het vlees, waardoor het vlees uiteindelijk malser en sappiger wordt. Aangezien bavette vaak enigszins taai is, is het extra belangrijk om het tijd te geven om te rusten, zodat het vlees zo zacht mogelijk is wanneer je er uiteindelijk je tanden in zet.
Om het vlees warm te houden terwijl het rust, vouw je er een stukje aluminiumfolie overheen, als een tent. De folie helpt bij het vasthouden van de warmte van het vlees, zodat een eerste hap nog steeds aangenaam warm is, zelfs nadat het vlees even heeft gerust.
15. **Snijd het vlees tegen de draad in.** Nadat het heeft gerust, leg je de gegrilde bavette op een snijplank. Ga na wat de richting is van de spiervezels – als het goed is zie je lange, dunne lijnen in één richting lopen over het oppervlak van het vlees. Gebruik een scherp mes om de bavette in dunne diagonale plakjes te snijden tegen de draad van de spiervezels in. Met andere woorden, snijd het vlees in een loodrechte hoek op de lijnen in het oppervlak van het vlees.
Hiermee maak je het vlees zo zacht als mogelijk. De reden dat bavette van nature zo taai is, vloeit voort uit het feit dat de spiervezels vrij sterk en stevig zijn. Het snijden van het vlees tegen de draad in doorbreekt de spiervezels, waardoor ze minder greep hebben op het vlees en de textuur ervan malser wordt.
16. **Breng het vlees op smaak met zout en peper en serveer.** Gefeliciteerd! Je bavette is nu klaar om te eten. Op dit punt kun je het vlees op smaak brengen met zout en peper, of garneren met extra ingrediënten van je keuze, hoewel het zo al overheerlijk zou moeten zijn. Geniet ervan!
Een pond bavette zou voldoende moeten zijn voor ongeveer drie mensen – zijn ze erg hongerig, dan heb je misschien wel anderhalve pond nodig voor drie mensen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Bavette-grillen", "language": "nl"} |
Naar bed gaan nadat je een horrorfilm hebt gekeken | Soms ben je na het zien van een horrorfilm zo bang dat je niet kunt slapen. Als je bang of angstig bent na het kijken van een horrorfilm, kun je je angsten onder ogen zien door te erkennen waarvoor je precies bang bent, en daarover te praten. Je kunt logisch over je angsten nadenken en proberen om ze te overwinnen. Iets anders wat je kunt doen is jezelf afleiden van je angst door iets grappigs te gaan kijken of lezen, een activiteit te doen waarbij je je moet concentreren of juist iets te doen waardoor je kalmeert. Je kunt ook jezelf en je slaapkamer zo comfortabel mogelijk maken zodat je makkelijker in slaap valt.
1. **Erken de dingen waar je bang voor bent.** Als je een horrorfilm hebt gezien, ben je misschien bang voor zombies, geesten, seriemoordenaars, vampiers of andere enge dingen. Bedenk waar je bang voor bent, en erken de dingen die je angst aanjagen. Als je erkent waar je bang voor bent, kun je beter op een logische manier met je angst omgaan. Of je wordt juist nog banger (deze methode werkt niet bij iedereen).
Misschien ben je bang dat er iemand bij je inbreekt, of dat er een geest in huis rondwaart.
2. **Praat over je angsten.** Het kan helpen om met iemand te praten over hoe je je voelt. Praat met je broer, zus of ouders, of app een vriend(in). Kies iemand die je steunt en naar je luistert terwijl jij vertelt waarom je overstuur bent.
Je kunt naar de kamer van je broer gaan en zeggen: "Ik heb net Saw IV gezien, en nu ben ik bang dat iemand mij gaat martelen." Misschien kan hij je kalmeren en je helpen realiseren dat je niet echt in gevaar bent.
3. **Denk logisch na over waar je bang voor bent.** Herinner jezelf eraan dat je net zo veilig bent als voor het kijken van de film. Vertel jezelf dat het maar een film was, geen werkelijkheid, en weet dat die films gemaakt zijn om je angst aan te jagen. Honderden mensen hebben er heel hard aan gewerkt en miljoenen dollars zijn geïnvesteerd in de kostuums, make-up en special effects om de horrorfilm tot een succes te maken. Bedenk hoe klein de kans is dat je angst werkelijkheid wordt en gebruik je gezonde verstand om in te zien dat je angst niet reëel is.
Hoewel het misschien eng en geloofwaardig leek in de film, zullen zombies jouw buurt in het echt niet gaan overnemen. En er is ook geen boeman die je komt pakken.
4. **Overwin je angsten.** De beste manier om je angsten te overwinnen is door ze onder ogen te zien. Stel jezelf bloot aan de angst als dat kan, of stel je voor dat je jezelf blootstelt aan de angst als het niet in het echt kan. Adem diep in en uit, en zeg tegen jezelf dat er niets aan de hand is, ook al ben je bang.
Als je bijvoorbeeld bang bent in het donker nadat je een horrorfilm hebt gekeken, doe dan alle lichten in de kamer uit. Probeer een paar minuten zo te blijven zitten voordat je het licht weer aandoet, en realiseer je dat er niets is dat je kwaad kan doen.
Misschien ben je bang voor spinnen na het zien van een horrorfilm. Kijk op internet naar foto's van spinnen. Herinner jezelf eraan dat ze er misschien eng uit zien, maar dat ze nooit zo groot worden zoals in de film en dat ze de wereld niet zullen veroveren.
5. **Kijk de film-bloopers.** Als je bloopers kijkt, of beelden van hoe de film gemaakt wordt, kun je beter inzien dat het allemaal verzonnen is. Als je de filmset en de spelers ziet kan dat je angst verminderen. Als je een enge scène ziet die mis gaat door fouten, doordat de acteurs in de lach schieten of door andere dingen, besef je dat er niets is om bang voor te zijn.
Je kunt ook de extra's bekijken die bij de film zitten, zoals interviews met de acteurs, korte filmpjes van hoe de film is gemaakt, hoe de kostuums zijn ontworpen en hoe de make-up wordt aangebracht zodat de spelers er eng uitzien.
Als je geen dvd hebt waar deze extra's op staan, kun je ze meestal wel vinden op YouTube.
6. **Kijk iets grappigs.** Kijk na een horror een comedy. Of kijk naar een grappige tv-serie. Als je je op iets anders dan de horrorfilm richt, vervaagt de angst. Als je kunt lachen kom je ook in een andere gemoedstoestand, waardoor je je beter voelt.
Bill & Ted’s Excellent Adventure, Napoleon Dynamite, Zoolander, Even Stevens, en Spongebob Squarepants zijn voorbeelden van grappige films en series die je kunt proberen.
Kijk grappige dierenfilmpjes. Als je schattige dieren ziet die grappige dingen doen, kun je jezelf afleiden van de angst.
7. **Ga even surfen op internet.** Pak je telefoon of laptop en kijk naar je berichten op sociale media. Je kunt ook grappige filmpjes opzoeken, of kijken op je favoriete webwinkel. Als je aan iets anders dan de film denkt, kalmeer je en raakt je angst verder op de achtergrond.
Lees je favoriete blog.
Kijk naar filmpjes van “Grumpy Cat” op YouTube als je even hard wilt lachen.
Bekijk de profielen van je vrienden op sociale media.
8. **Lees een boek.** Kies een boek dat niet eng is -- dit is niet het moment om aan de nieuwe Stephen King te beginnen. Kies iets grappigs of ontspannends. Je kunt ook een tijdschrift of stripboek lezen.
Voorbeelden van grappige boeken zijn : David Sedaris – Steek je familie maar in de kleren, Helen Fielding – Het dagboek van Bridget Jones of Hendrik Groen – Pogingen om iets van het leven te maken.
9. **Luister naar muziek.** Kies je favoriete album of artiest en zet je stereo lekker hard. Zing mee, dans door je kamer of ruim meteen even op als je naar de muziek luistert. Muziek is een geweldige manier om je gemoedstoestand te veranderen en aan andere dingen te denken, omdat je waarschijnlijk associaties hebt met bepaalde liedjes of artiesten.
Als je bijvoorbeeld Justin Bieber opzet, denk je aan het concert waar je met je beste vrienden heen bent geweest. Denk aan hoe leuk dat was, dan vergeet je die horror snel.
10. **Probeer kalmerende activiteiten.** Mediteer, doe yoga, tel schaapjes, neem een warm bad, probeer progressieve spierontspanning, of adem diep. Door deze activiteiten verlaag je je hartslag en word je rustiger. Richt je volledig op deze kalmerende activiteit zodat je de horrorfilm vergeet.
11. **Kies een activiteit waarbij je je moet concentreren.** Maak een kruiswoordpuzzel of sudoku. Werk aan een project voor school, orden je dvd's of speel een spelletje op je telefoon. Als je je energie op iets anders richt dan je angst voel je je snel beter.
12. **Vraag of iemand bij je op de kamer wil slapen.** Als je echt doodsbang bent, vind je het misschien prettig als er iemand bij je slaapt. Bel een vriend(in) of vraag je broer, zus of ouders of je bij hen mag slapen. Als er iemand bij je is voel je je veiliger, en ben je minder bang.
Als je een hond hebt, laat die dan in je kamer slapen, zolang dat niet te veel afleidt.
13. **Doe de deur van je kamer open of juist dicht.** Sommige mensen voelen zich veiliger als alle deuren dicht zijn, terwijl anderen ze liever open hebben. Bepaal wat jij prettiger vindt en doe ze open of juist dicht. Zorg er wel voor dat alle buitendeuren en ramen dicht zijn.
14. **Laat een lampje aan.** Als je bang bent in het donker of het eng vindt dat er enge dingen je kamer in kunnen komen, kan het helpen om een lichtje aan te laten. Kies een lamp in de gang of badkamer, of laat een klein nachtlampje aan in je kamer. Je kunt ook de tv aan laten zonder geluid, dan blijf je een zacht licht zien.
15. **Maak het comfortabel.** Als jij je lekker voelt, kun je makkelijker in slaap vallen. Doe je lekkerste pyjama aan, schud je kussen op en wikkel jezelf in je dekens. Stel een prettige temperatuur in op de thermostaat zodat het warm genoeg is, of zet een ventilator aan als het te warm is.
Als je een favoriete knuffel of deken hebt, neem die dan mee naar bed. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Naar-bed-gaan-nadat-je-een-horrorfilm-hebt-gekeken", "language": "nl"} |
Videogesprekken voeren op Facebook | Ben je er klaar voor om het chatten op Facebook naar een hoger plan te tillen? Je kunt tegenwoordig videogesprekken voeren met je vrienden, gewoon vanuit het portal van Facebook. Lees hier welke stappen je moet nemen om van start te kunnen gaan, voor je het weet kun je je Facebookvrienden horen en zien!
1. **Ga naar de Facebookpagina die is gewijd aan videobellen, zoals Facebook het noemt in het Nederlands.** Je vindt het op www.facebook.com/videocalling.
2. **Druk op de knop "Aan de slag".**
3. **Selecteer de vriend waar je mee wilt videobellen.** Er opent nu een venster met een lijst van alle vrienden die de plug-in voor videogesprekken al hebben gedownload. Kies één van deze vrienden.
4. **Er opent nu het gebruikelijke chatvenster.** Klik op het pictogram voor videobellen (de camera). Je kunt kiezen tussen gewoon chatten of videobellen. Door te drukken op de camera kies je voor videobellen.
5. **Klik op de knop 'videogesprekken'.**
6. **Volg de instructies voor het instellen van videogesprekken.** Je gebruikt deze functie voor de eerste keer, daarom moet je even wat stappen doorlopen om het een en ander in te stellen.
Als je een Mac hebt zal er nu een bestand met de naam FacebookVideoCalling.jar worden gedownload op je apparaat.
Als je een computer met Windows hebt wordt een bestand met de naam WindowsFacebookVideoCallSetup.exe gedownload op je apparaat.
7. **Klik op het bestand.** Klik op FacebookVideoCalling.jar of FacebookVideoCallSetup.exe in de hoek van je browser.
8. **Start het gedownloade programma.** Het kan even duren voordat het programma is gedownload, maar als het downloaden is afgerond zal automatisch de geselecteerde vriend worden gebeld.
9. **Wacht tot je vriend opneemt.** Als hij of zij opneemt opent een nieuw venster, je kunt dan meteen beginnen met je videogesprek. Als er niet wordt opgenomen kun je een andere vriend proberen.
10. **Sluit het venster als je wilt stoppen met videobellen.**
11. **Vraag aan een vriend die videobellen al heeft geïnstalleerd om jou te bellen.** Het videogesprek zal openen in een nieuw venster.
12. **Klik op de knop "Videogesprekken instellen".**
13. **Volg de instructies op het scherm om de plug-in voor videogesprekken te installeren.**
14. **Praat met je vriend.** Als de plug-in is geïnstalleerd kun je je videogesprek met je vriend meteen beginnen.
15. **Bel andere vrienden.** Aan de bovenkant van elk chatvenster zit een videoknop (een pictogram van een camera). Dus als je aan het chatten bent met een vriend hoef je alleen maar op de videoknop te klikken om een videogesprek te beginnen. Facebook zal eerst om toestemming vragen. Klik op "Videogesprek beginnen" om toestemming te geven.
Als er niet wordt opgenomen kun je een videoboodschap achterlaten die hij of zij later kan bekijken.
Het zou kunnen dat je eerst moet uitloggen en weer moet inloggen voordat je kunt beginnen met videobellen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Videogesprekken-voeren-op-Facebook", "language": "nl"} |
Een goede salespitch houden | Een idee bedenken en het effectief verkopen kan een zware en uitdagende taak zijn. Waar begin je, hoe benader je de(potentiële) klant en wat is het eerste wat je zegt? Door je publiek te kennen, zorgvuldig een sales pitch samen te stellen en dat voorstel met vertrouwen af te leveren, kun je een succesvolle verkoop realiseren en een gezonde relatie met je klanten opbouwen.
1. **Doe onderzoek naar je publiek.** Zorg ervoor dat je zoveel mogelijk weet over het bedrijf en de persoon die je verkooppraatje te horen krijgt. Zoek de profielen van je potentiële klanten op LinkedIn op en bekijk de website van het bedrijf nauwkeurig.
Ontdek wat de specifieke behoeften van het bedrijf zijn en hoe deze zich verhouden tot je product of dienst. Wat zullen zij erbij winnen door met je samen te werken?
2. **Doe je voorstel aan de juiste persoon.** De persoon die kan beslissen over het gebruik van je product of dienst is de persoon die je pitch moet horen. Zoek uit wie er in het bedrijf beslissingen neemt over het kopen van voorraden of het gebruik van diensten.
3. **Maak een afspraak met je klant.** Zodra je de meest geschikte persoon hebt gevonden om naar je voorstel te luisteren, kun je een afspraak met diegene maken. Zoek uit wanneer het voor de klant het best uitkomt.
Bedenk goed hoeveel tijd ze nodig kunnen hebben om je product op voorraad te hebben, of wanneer ze je diensten het meest nodig zullen hebben. Als je bijvoorbeeld een kerstartikelen verkoopt, dan moet je niet wachten tot begin december om met een voorstel te komen.
4. **Weet hoeveel tijd je hebt voor de pitch.** Zodra je een afspraak met de klant hebt kunnen maken, kun je bevestigen hoeveel tijd er met de klant is gepland. Stel voor om minstens 30 minuten uit te trekken voor de afspraak. Je pitch zal niet de volledige duur van de afspraak kosten; je moet tijd overlaten voor een gesprek over je voorstel.
5. **Ken je product of dienst goed.** Zorg ervoor dat je alle facetten van je product of dienst kent en dat je weet hoe nuttig het kan zijn voor een groot aantal klanten, voordat je begint met het maken van de sales pitch. Wat zijn de veel voorkomende problemen die je product tegenkomt en hoe los je deze problemen op?
6. **Vermijd het standaard verkooppraatje.** Een standaard pitch is een algemeen voorstel dat geen rekening houdt met de klant. Maak in plaats daarvan je presentatie uniek en op maat voor je potentiële klanten.
7. **Vertel een interessant verhaal.** Vertel een anekdote of persoonlijk verhaal over je product of dienst. Gebruik dit als een manier om in te haken op de emoties van je klant.
8. **Gebruik eenvoudige taal.** Streef ernaar om duidelijk en gemakkelijk te begrijpen te zijn. Haal het jargon uit je presentatie, tenzij het in je branche standaard is om bepaalde terminologie te gebruiken. Ga er niet van uit dat je koper automatisch weet waar je het over hebt, en het gebruik van eenvoudige taal dus het beste is.
9. **Hou het kort.** Zorg dat je in staat bent om de belangrijkste punten over te brengen in de eerste minuut. Na dit punt, kunnen kopers de aandacht verliezen als ze toch al hebben besloten je product niet te willen. Je pitch zal waarschijnlijk veel langer duren dan 60 seconden. Hopelijk heb je ten minste 15-30 minuten, afhankelijk van het type product of dienst. Besteed veel van je tijd aan het opbouwen van een gesprek, maar zorg ervoor dat je onmiddellijk de belangrijkste punten inbouwt. Deze omvatten:
De naam van je bedrijf (of je naam als je als individu werkt)
De producten of diensten die je levert
Het aspect 'Wat levert het mij op': vertel je koper wat hij/zij erbij zal winnen door de aankoop van je product.
10. **Beschrijf hoe je klant ervan zal profiteren.** Dit is een van de belangrijkste factoren voor een goed verkoopgesprek. Je klant is niet altijd geïnteresseerd in het aantal prijzen dat je product heeft gewonnen, of het aantal winkels waar je goederen levert. Ze willen weten hoe je product of dienst hun bedrijf zal verbeteren en hun leven gemakkelijker zal maken.
11. **Onderscheid jezelf van je concurrent.** Beschrijf hoe je product of dienst zich onderscheidt van anderen die soortgelijke producten aanbieden. Focus op hoe je product uniek is, of hoe je service op maat verleent.
12. **Behandel je voorstel als een gesprek.** Een belangrijk kenmerk van de pitch is de tweerichtingscommunicatie met je publiek. Misschien ken je hun behoeften al, omdat je je onderzoek hebt gedaan. Maar je moet ze wel de kans geven om hun verhaal te vertellen en te beschrijven wat hun situatie uniek maakt.
Als je het niet prettig vindt om je publiek in dit stadium al te betrekken bij je pitch, plan dan een vraag- en antwoordsessie voor naderhand. Dit geeft de ander de kans om vragen te stellen en meer informatie te krijgen.
13. **Bereid antwoorden voor op bezwaren.** Je klant kan redenen vinden om je verkooppraatje af te wijzen. Wees voorbereid met antwoorden op deze bezwaren. Maak een lijst van de top 10 redenen waarom iemand zou kunnen zeggen dat hij je product niet nodig heeft of wil hebben. Kom met reacties op elk van deze redenen.
14. **Gebruik visuele hulpmiddelen voorzichtig.** Sommige mensen vinden visuele hulpmiddelen, zoals PowerPoint-dia's, nuttig om met een presentatie op koers te blijven en bepaalde aspecten van de voordelen of functies van een product te demonstreren of te visualiseren. Visuele hulpmiddelen kunnen echter ook storend werken, zeker voor jou. Je kunt je focus namelijk gaan richten op het voorlezen van de dia's in plaats van een gesprek met je publiek.
15. **Demonstreer je product.** Als je een product hebt dat kan worden gedemonstreerd, zoals hoe scherpe messen door touw kunnen snijden of vlekkenverwijderaar inktvlekken kan verwijderen, neem deze demonstratie dan op in je voorstel.
16. **Verfijn je pitch.** Als je je pitch hebt opgeschreven, Zoek dan manieren om woorden weg te laten, betekenissen te verduidelijken en je tekst dynamischer te maken. Elimineer onderdelen die niet direct van toepassing zijn op de specifieke klant die je probeert binnen te halen.
17. **Oefen je pitch.** Oefen het leveren van je pitch tegenover een collega of vriend(in). Vraag de ander wat wel en niet zinvol overkomt. Neem samen met hen een herziene versie van je pitch door om te zien hoe deze is verbeterd.
18. **Bevestig de tijd en locatie.** Een of twee dagen voor je gesprek, e-mail of bel je de klant om jullie afspraak te bevestigen. Zorg ervoor dat de ander nog steeds tijd heeft om naar je te luisteren.
Vraag ook om een bevestiging wie er aanwezig zal zijn tijdens je presentatie. Is de CEO van het bedrijf aanwezig? Zal iemand van een andere divisie van het bedrijf aanwezig zijn?
19. **Zorg voor een goede nachtrust voor de presentatie van je voorstel.** Je bent mogelijk zenuwachtig om naar de afspraak te gaan, maar een goede nachtrust zal ervoor zorgen dat je energie en focus maximaal zijn.
20. **Kleed je professioneel.** Laat de klant je professionele imago zien. Je fysieke verschijning verzekert hen ervan dat je verantwoordelijk bent en een product of dienst op tijd zal leveren. Een zakelijk pak is het meest geschikt.
Houd rekening met de normen van de industrie waaraan je het voorstel gaat doen, niet die van jezelf. Als je normaal gesproken buiten werkt en vies wordt, maar je presenteert aan iemand die op kantoor werkt, kleed je dan zoals je dat zou doen binnen een kantooromgeving.
21. **Zorg dat je vroeg aanwezig bent.** Vertrek vroeg en geef jezelf voldoende tijd om naar de locatie te komen waar je je verkoopgesprek gaat voeren. Dit geeft je de kans om je verschijning te controleren, water te drinken en je zenuwen te kalmeren, voordat je naar de afspraak gaat.
22. **Breek het ijs.** Stel jezelf voor en geef iedereen in de kamer de kans om dat ook te doen.
23. **Laat het niet merken als je nerveus bent.** Een pitch geven kan een zenuwslopende ervaring zijn, vooral als het de eerste keer is dat je het doet, of als het een heel belangrijk contract is. Maar je wilt vertrouwen uitstralen, dus zorg ervoor dat je diep ademhaalt en de tijd neemt.
24. **Laat positieve lichaamstaal zien.** Zorg voor een goede houding en probeer zenuwachtig gefriemel tot een minimum te beperken. Blijf zo ontspannen mogelijk. Spreek met enthousiasme en autoriteit, maar op een vriendelijke manier.
25. **Behoud oogcontact.** Je kunt iemands aandacht beter vasthouden als je oogcontact met hem of haar houdt. Dit zorgt er ook voor dat de ander het gevoel krijgt dat je je echt op hem of haar richt en op hoe de ander reageert op wat je zegt. Houd vriendelijk oogcontact gedurende het hele gesprek met je klant.
26. **Ga te werk in een passend tempo.** Houd contact met je klant tijdens de presentatie. Het is niet de bedoeling je sales pitch af te leveren en weer we te gaan. Wees bereid om ondertussen naar je klant te luisteren en te stoppen om vragen te beantwoorden.
27. **Stel vragen.** Als je je verkoopgesprek levert, kan het duidelijker worden voor je klant dat je product of dienst hem of haar kan helpen. Stel vragen tijdens de sales pitch zodat je de behoeften van de klant beter begrijpt., Geef goede antwoorden op de vragen van de klant om die steeds ontvankelijker te maken voor je product of dienst.
Overleg met de klant en stel vragen over hun belangen en hun ervaringen met soortgelijke producten in het verleden.
28. **Zet de volgende stappen voor de klant op een rijtje.** Je hebt je voorstel gedaan en vragen van je klant beantwoord. Nu moet je ze wat aanwijzingen geven over de volgende stappen die ze moeten nemen. Je kunt ervoor kiezen om een vervolggesprek te plannen, zodra ze de tijd hebben gehad om na te denken. Je kunt de klant een proefperiode geven om je product te gebruiken. Blijf vooral aan deze relatie werken en verdwijn niet uit het zicht.
Als je bijvoorbeeld reclame verkoopt, dan kun je je pitch op deze manier beëindigen: 'Zoals u al aangaf, mijnheer X, is uw je bedrijf op zoek naar meer naamsbekendheid en nieuwe klanten. Onze marketingoplossingen bieden u de naamsbekendheid die u zoekt. Als u wilt, kan ik u de procedure van het adverteren via ons uitleggen...' Dit is een eenvoudige, indirecte manier om je te vragen: 'Bent u geïnteresseerd?'
29. **Onderhandel met de klant.** Het kan nodig zijn om met je klant te onderhandelen. Als die in eerste instantie je product of dienst hebben afgewezen, kunt je de klant helpen om tot een 'ja' of zelfs een 'misschien' te komen door middel van onderhandelingen. Denk erover na om de klant een testversie of proefperiode te geven om je product te proberen. Als je ze een service verkoopt, dan kun je de klant ook gratis of tegen gereduceerde kosten een proefperiode aanbieden.
30. **Accepteer een afwijzing waardig.** Als de klant je product of dienst weigert, en hij of zij niet van gedachten verandert, zelfs niet nadat je met hem of haar hebt onderhandeld, respecteer zijn of haar beslissing dan. Accepteer de afwijzing waardig en bedank de klant voor zijn of haar tijd.
31. **Laat je doorverwijzen.** Deze klant, als je een goede vertegenwoordiger uit de sector hebt gekozen, zal waarschijnlijk goede contacten hebben die de moeite waard zijn om als andere potentiële klanten te verkennen. Zo bouw je je netwerk van contacten op en krijg je naam.
32. **Stuur binnen 24 uur een vervolgmail naar de klant.** Bedankt voor de afspraak, ongeacht de uitkomst. Als je plannen hebt gemaakt voor de volgende stappen, zoals het ondertekenen van geheimhoudingsverklaring, het krijgen van een verwijzing of het plannen van een andere afspraak, neem dit dan op in je e-mail. Als je hebt aangeboden om ze meer informatie te sturen, zorg er dan voor dat je deze informatie toevoegt.
33. **Pas je voorstel aan.** Denk na over wat wel en niet werkte en maak aanpassingen aan je presentatie en/of stijl. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-goede-salespitch-houden", "language": "nl"} |
Popcorn maken | Popcorn is het perfecte troost-voedsel, zeker als je er lekker mee op de bank gaat liggen en je favoriete film of tv-serie kijkt. Sommige mensen houden van het gemak van een magnetron, anderen zweren bij de fornuis-methode.
Hier zijn drie geweldige manieren om thuis popcorn te maken, afhankelijk van je voorkeuren.
1. **Koop wat bruine papieren zakken, maar zorg er wel voor dat ze veilig zijn om in de magnetron te stoppen.** Als ze dat niet zijn kunnen ze in brand vliegen.
2. **Doe 40 - 80 gram maïskorrels (pofmaïs) in de papieren zak.**
3. **Vouw de zak twee keer dubbel.** Gebruik geen nietjes of veiligheidsspelden.
4. **Leg de zak op zijn zijkant in de magnetron.**
5. **Zet hem 2-3 minuten aan op hoog vermogen.** Dit varieert, afhankelijk van je magnetron. Zet de magnetron uit als er 1-2 seconden tussen de poffende geluiden zit.
6. **Giet de popcorn in een schaal en doe er boter en/of je favoriete kruiden op.**
7. **Koop je favoriete magnetron popcorn.**
8. **Volg de instructies op de zak, die meestal het volgende inhouden:** Masseer de zak met je vingertoppen om het botermengsel los te maken voor je het in de magnetron stopt.
Zet de magnetron 30 seconden langer aan dan aangeraden, luister, en zet hem uit als er 1-2 seconden tussen de poffende geluiden zit.
Haal het meteen uit de zak voor de beste smaak. Serveer en geniet!
9. **Gebruik een pan met een dikke bodem en een deksel, liefst een deksel met kleine gaatjes om de stoom te laten ontsnappen.** Dan wordt de popcorn niet taai.
10. **Doe 3 eetlepels plantaardige olie in de pan (of gebruik de hoeveelheid die wordt aangeraden op je verpakking van de pofmaïs).**
11. **Zet het vuur middelhoog en doe twee maïskorrels in de pan.** Als deze poffen is de olie heet genoeg om de rest erbij te doen.
12. **Doe 80 gram (of de hoeveelheid die wordt aangeraden op de verpakking) maïskorrels inde pan en doe het deksel erop.** Als het deksel geen gaatjes heeft, zet het dan een klein beetje scheef.
13. **Schud zachtjes met de pan om aanbranden te voorkomen.**
14. **Blijf schudden terwijl de korrels poffen.** Als ze uitgepoft zijn, zet dan het vuur uit.
15. **Wacht nog een paar seconden of er niet toch nog wat gaan poffen, en haal dan het deksel eraf.**
16. **Giet de popcorn in een grote schaal, doe er zout of kruiden naar smaak op en geniet!** | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Popcorn-maken", "language": "nl"} |
Stofluizen verwijderen | De kleine beestjes die vaak in boeken worden aangetroffen zijn eigenlijk geen mijten, maar kleine insecten doe stofluizen worden genoemd. Deze wezens worden aangetrokken door plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad en voeden zich met schimmels. Stofluizen komen niet uitsluitend voor in boeken en zijn in wezen ook geen luizen. Er bestaan gelukkig manieren om dit ongedierte te verwijderen en de belangrijkste maatregel is het beheersen van de vochtigheidsgraad in je huis of kantoor.
1. **Herken een besmetting met stofluizen.** Voordat je de stofluizen probeert te verwijderen, is het een goed idee om je ervan te verzekeren dat ze er effectief zijn. Anders zullen je pogingen om ze te verwijderen zinloos zijn! Je kunt stofluizen herkennen aan hun uiterlijk en door de plaats waar je ze aantreft.
Stofluizen zijn kleine insecten die tussen 1 en 2 mm lang zijn. De buik neemt het grootste deel van het lijf in.
Deze insecten bestaan in vele kleuren, gaande van doorzichtig tot wit en van grijs tot bruin.
Stofluizen die binnenshuis leven hebben geen vleugels, maar ze hebben wel grotere zuigsnuiten.
Omdat stofluizen zich voeden met schimmels, worden ze vaak aangetroffen in warme en vochtige omgevingen zoals in de nabijheid van boeken en papier, onder kranten, in voorraadruimtes en in voedselcontainers die niet afgesloten zijn.
2. **Verwijder besmette voorwerpen.** Een van de simpelste manieren om stofluizen te verwijderen is door de besmette voorwerpen, zoals boeken, dozen, stapels papier en voedsel, te verwijderen.
Verwijder alle besmette voedingswaren die je vindt, zoals oude dozen van ontbijtgranen, zakken met bloem of granen en andere voorwerpen die niet luchtdicht zijn.
Om stofluizen te verwijderen uit voorwerpen die je niet wilt weggooien, moet je de voorwerpen in een plastieken zak verzegelen en gedurende een of twee dagen in de diepvries steken. Haal daarna de zak uit de diepvries en verwijder de dode stofluizen.
3. **Verwijder schimmels en meeldauw uit huis.** Stofluizen houden ervan om zich te voeden met schimmels en door het verwijderen van hun primaire voedselbron kun je de stofluizen verwijderen. Schimmel is schadelijk voor de menselijke gezondheid, dus het is met betrekking tot je familie en de besmetting een goed idee om hiervan af te geraken.
Schimmel groeit waar het vochtig is, zoals op voedsel, in badkamers en keukens, in wasruimtes en op papierproducten.
Wanneer je zichtbare schimmel in huis ziet, dan moet je dit doden door het gebied af te schrobben met bleekmiddel, azijn of natriumtetraboraat.
Sommige voorwerpen, zoals papier en boeken, kunnen niet grondig ontsmet worden zonder ze te vernietigen. Verwijder voorwerpen met schimmel die niet kunnen worden gereinigd.
4. **Gebruik een luchtontvochtiger.** Stofluizen hebben vocht nodig om te overleven, dus door het vochtgehalte in huis te verlagen zal je ze doden. Installeer enkele luchtontvochtigers, vooral in vochtige delen van het huis zoals kelders en badkamers. Gebruik ze om vocht uit de omgeving te verwijderen.
Om stofluizen te doden moet de vochtigheidsgraad lager zijn dan 50 procent. Gebruik een hygrometer om de vochtigheidsgraad te meten.
Zorg ervoor dat je het reservoir van de luchtontvochtiger leegmaakt wanneer deze vol geraakt.
5. **Verwijder bronnen van water.** Er kan veel water in je huis blijven staan dat tot schimmels kan leiden. Door deze te verwijderen zal je ervoor zorgen dat de primaire voedselbron van de stofluizen stopt met groeien. Om stilstaand water in huis op te kuisen en te voorkomen:
Herstel lekkende of druppelende leidingen in huis.
Plaats verwijderbare schalen onder kamerplanten om overtollig water op te vangen.
Maak lekkages onmiddellijk schoon.
Leg een mat voor douches en baden.
6. **Verbeter de ventilatie.** Een andere manier om vocht te verwijderen en schimmels te voorkomen is door de ventilatie binnen te verbeteren. De beste manier om dit te doen is door, wanneer dit mogelijk is, ventilatoren te gebruiken om de lucht te laten circuleren.
Ventilatie is bijzonder belangrijk op plaatsen die gevoelig zijn voor vocht, zoals kelders, zolders en badkamers.
Alle badkamers zouden voorzien moet worden van een ventilator aan het plafond om het vocht te verwijderen wanneer de douches en baden in gebruik zijn.
7. **Kies als laatste optie voor pesticides.** Stofluizen bijten niet, verspreiden geen besmettelijke ziekten en vernietigen eigenlijk niet echt hout, papier of ander materiaal. Daarom zijn pesticides gewoonlijk niet noodzakelijk, vooral omdat de besmetting gewoonlijk in toom kan worden gehouden door de vochtigheid te verlagen en de ventilatie te verbeteren. Als je echter met een grote en onbeheersbare besmetting te maken hebt, dan kun je een pesticide overwegen.
Voor besmettingen die het volledige huis aantasten, kun je overal sproeien waar je stofluizen hebt aangetroffen, in alle vochtige kamers en plaatsen, langs de funderingen van het huis en zelfs in nissen en voegen van boekenkasten en voorraadruimtes.
Pesticides die je kunt gebruiken zijn onder andere Tri-Die Aerosol, diatomeeënaarde, Demand CS en 565 Plus XLO.
8. **Stofzuig.** Nadat je het vocht en de schimmels verwijderd hebt, zal je waarschijnlijk een heleboel dode stofluizen in het rond zien liggen. Om deze te verwijderen moet je simpelweg het hele huis stofzuigen. Zorg ervoor dat je mondstukken en borstels gebruikt om alle hoeken en gaten te kunnen bereiken waar stofluizen leefden.
Voor een besmetting van stofluizen rond boeken moet je de boeken uit de kast halen en de omslagen, de bindingen en de pagina's stofzuigen.
Als je geen stofzuiger hebt dan kun je meubels, kasten en andere plaatsen afstoffen en daarna de vloeren grondig vegen.
9. **Wrijf plaatsen af waar stofluizen zaten.** Wanneer alle boeken van de rekken zijn, moet je de rekken schoonmaken met jouw favoriete schoonmaakmiddel. Als er stofluizen in je keuken waren, dan moet je alle voedingswaren uit de kasten halen en de voorraadkasten met een schoonmaakmiddel voor alle doeleinden reinigen.
Laat kasten, rekken en voorraadruimtes gedurende meerdere uren volledig opdrogen voordat je de zaken terug op hun plaats zet.
10. **Gooi papierproducten weg die je niet nodig hebt.** Papierproducten kunnen gemakkelijk beginnen te schimmelen, vooral in vochtige omgevingen. Om er zeker van te zijn dat je de volledige besmetting en mogelijke voedselbronnen hebt verwijderd, moet je voorwerpen die je niet meer gebruikt of nodig hebt en die gevoelig zijn voor schimmel verwijderen.
Papierproducten zijn onder andere printer- en schrijfpapier, brieven, boeken, oude kranten en tijdschriften en zelfs dozen en karton.
11. **Bewaar boeken en dozen op de juiste manier.** Om te voorkomen dat boeken, papier en dozen schimmels beginnen te ontwikkelen, moet je ze op een droge plaats bewaren. Bewaar ze indien mogelijk op een hoogte in plaats van op de grond.
Boeken moeten altijd op rekken staan en niet in stapels op de grond.
Als je veel zaken in dozen bewaart, zet de dozen dan indien mogelijk op rekken of maak platformen zodat ze niet op de grond moeten staan.
12. **Maak onmiddellijk zaken schoon die je morst.** Het morsen van een beetje water op de grond stelt misschien niet veel voor, maar onder de juiste omstandigheden kan dit leiden tot schimmelvorming, vooral wanneer dit vaak voorvalt. Maak onmiddellijk schoon wanneer:
Je een drankje morst
Je water uit de wasbak morst wanneer je de afwas doet
Water uit het bad of de douche drupt
Een leiding barst of lekt
13. **Bewaar voedsel luchtdicht.** Stofluizen eten niet het voedsel in je kasten, maar ze voeden zich met de schimmels die op dat voedsel zullen groeien. Om vroegtijdig bederf en stofluizen te voorkomen moet je alle droge voedingsmiddelen na opening in luchtdichte containers steken. Dit geldt onder andere voor:
Brood
Ontbijtgranen
Bonen en granen
Bloem, suiker en andere bakbenodigdheden
Koekjes en beschuiten
14. **Beheers de vochtigheid en de ventilatie binnenshuis.** Zelfs nadat de besmetting met stofluizen opgelost is, moet je de vochtigheid bij jou thuis blijven controleren zodat je het ontstaan van schimmels en toekomstige besmettingen kunt voorkomen.
Laat het hele jaar door een luchtontvochtiger werken in de vochtigste kamers van je huis.
Open ramen zo vaak mogelijk en gebruik ventilatoren om lucht in huis te laten circuleren. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Stofluizen-verwijderen", "language": "nl"} |
Iets achter je kunnen laten | Iets afsluiten kan voor veel mensen verschillende dingen betekenen. Iets afsluiten kan dat zijn wat iemand nodig heeft om verder te kunnen gaan na een langdurige relatie, na het overlijden van een dierbare, na een traumatische gebeurtenis uit de kindertijd, of om schuldgevoelens te overwinnen als gevolg van het kwetsen van iemand in het verleden. Als je graag iets achter je wilt laten, dan zijn er een aantal strategieën die je kunt volgen om dat voor elkaar te krijgen.
1. **Denk na over de situatie.** Er zijn veel verschillenden redenen waarom je iets af wilt sluiten. Bijvoorbeeld, misschien wil je iets afsluiten vanwege een verbroken relatie, iets ergs dat je in je kindertijd is overkomen, of iets dat je iemand anders hebt aangedaan. Wat de situatie of je redenen ook kunnen zijn om iets af te kunnen sluiten, je zal die eerst op een rij moeten hebben voor je verder kunt gaan.
Probeer de situatie onder woorden te brengen die je wilt afsluiten en de redenen waarom. Welke persoon of ervaring blijft maar in je gedachten terugkeren en waarom?
Bijvoorbeeld, misschien ben je als kind gepest en heb je er in je leven nog steeds last van en blijft het je zelfrespect ondermijnen. Of wellicht heb je te maken gehad met de weerslag van huiselijk geweld toen je opgroeide.
Houd in gedachten dat iets traumatisch dat je is overkomen achter je willen laten moeilijk kan zijn zonder de hulp van een opgeleide psychotherapeut. Overweeg de hulp van een counselor voor je aan dit proces begint.
2. **Stel vast wat het voor je betekent om iets af te sluiten.** Beter nog, maak een overzicht van de voortgang die je hoopt te maken. Nu je weet wat je vindt van dat wat er is gebeurd, kun je erover na gaan denken wat voor gevoel je erbij zou willen hebben. Wat heb je eraan om dit te weten? Wat wil je voor jezelf?
Bijvoorbeeld, iets afsluiten kan inhouden dat je je zelfrespect terugkrijgt die je door de relatiebreuk bent kwijtgeraakt, in welk geval je het plan maakt om je op jezelf te richten, de gedachten aan je ex opzij te zetten, plezier te gaan maken met vrienden en uiteindelijk weer te gaan daten. Iets afsluiten kan ook inhouden dat je stopt met het in gedachten herhalen van een gebeurtenis uit je jeugd.
3. **Schrijf over hoe je je voelt.** Schrijven over dat wat er is gebeurd is een goede manier om het beter te leren begrijpen en toe te werken naar het afsluiten ervan. Schrijven kan je ook helpen bij het helder maken van je gevoelens over dat wat er is gebeurd. Houd echter wel in gedachten dat het schrijven over je gevoelens vaak het moeilijkste deel is van iets afsluiten, dus is het wellicht verstandig om dit te doen in de veilige omgeving van de behandelkamer van een psycholoog.
Denk na over de situatie die je af wilt sluiten en schrijf zoveel mogelijk details ervan op als je kunt. Probeer exact op te schrijven wat er is gebeurd, elk detail dat je je herinnert, en wat voor gevoel elk aspect ervan je gaf.
4. **Praat met een professional.** Iets niet kunnen afsluiten kan je werk en je gewone dagelijkse routine hinderen, wat dan ook de reden is waarom mensen soms te haastig proberen iets achter zich te laten. Toewerken naar het afsluiten van iets kan veel pijnlijke gevoelens teweeg brengen. Verzeker je er dus van dat je de hulp inschakelt van een professional terwijl je probeert om iets af te sluiten.
Een therapeut kan je helpen middels technieken zoals cognitieve gedragstherapie of gestalttherapie. Deze technieken kun je beter niet toepassen zonder de hulp in te schakelen van een therapeut.
Als je last hebt van depressieve gevoelens, de interesse verliest in het leven of denkt aan zelfmoord, neem dan meteen contact op met je huisarts.
5. **Confronteer de persoon.** Als de persoon die je los wilt laten nog leeft, dan kun je er ook voor kiezen om diegene te vertellen wat voor impact te pijnlijke gebeurtenissen op je hebben gehad. Dit is niet altijd nuttig, maar het kan je helpen om verder te gaan met je leven. Als je het gevoel hebt dat het nuttig zou kunnen zijn om antwoorden te krijgen op je vragen door iemand persoonlijk ergens op aan te spreken, dan kan een confrontatie een goede oplossing zijn.
Als je bijvoorbeeld een pester uit je kindertijd wilt confronteren om de pijn die deze persoon je heeft bezorgd los te kunnen laten, dan kun je overwegen om hem of haar ermee te confronteren.
Neem iemand mee. Wellicht wil je alleen met de persoon/personen in kwestie spreken, maar neem wel iemand mee. Het kan zijn dat je je naderhand zwak voelt of in paniek, en het kan een enorme hulp zijn om een vertrouwt persoon in de buurt te hebben.
Als een confrontatie interessant voor je is, maar een persoonlijk gesprek je niet aantrekt of onmogelijk is, schrijf dan een brief of bel de persoon op.
Als de persoon die je wilt confronteren is overleden, schrijf dan alsnog een brief. Praat met de kennissen van die persoon die nog in leven zijn, mocht je vragen hebben.
Verwacht niet van de personen die je confronteert dat ze automatisch onderkennen wat jij hebt ervaren. Wellicht is er weerstand om de schuld op zich te nemen of is er verweer tegen je beweringen. Ga alleen als je er zeker van bent dat je tevreden bent met het zeggen wat je te zeggen hebt, ongeacht wat de reactie zal zijn.
6. **Vergeef de personen die jou hebben gekwetst.** Vergeving houdt in dat je ervoor kiest om verder te gaan en de gevoelens van boosheid en wrok achter je te laten. Vergeving houdt niet in dat je daarmee aangeeft dat wat er gebeurd is geen probleem was. Kies ervoor om te vergeven, om daarmee persoonlijke rust te bewerkstelligen.
Je kunt anderen vergeven en jezelf vergeven voor de keuzes die je hebt gemaakt en waardoor je jezelf pijn hebt bezorgd. Bijvoorbeeld, je kunt een pester vergeven die jou altijd moest hebben, of jezelf vergeven omdat je je kleine broertje niet hebt verdedigd tegen de klappen van je vader.
7. **Verontschuldig je tegenover de personen die je hebt gekwetst.** Zat je verkeerd, bied dan je verontschuldigingen aan, ook al is dat pijnlijk. Je zal de situatie waar je spijt van hebt niet achter je kunnen laten als je de schuld blijft voelen van het niet aanbieden van je verontschuldigingen. Bied je verontschuldigingen aan zonder vergeving in wat voor vorm dan ook te verwachten van de persoon of de personen die jij slecht hebt behandeld: de verontschuldiging moet zonder verplichtingen worden gegeven.
Begin je verontschuldiging met vermelden dat het je spijt. Zeg dat het je spijt wat er is gebeurd, en leg uit dat hetgeen je hebt gedaan verkeerd was. Geef hierna aan dat je spijt betuigt over het gevoel dat je de ander hebt gegeven en vraag om vergeving. Je kunt ook aangeven dat je geen vergeving verwacht.
Je kunt een e-mail schrijven of een brief, of je kunt een persoonlijk gesprek aangaan met de persoon die jij verkeerd hebt behandeld. Als de ander niet klaar is voor een gesprek, accepteer die grens dan.
Je kunt iets zeggen als: "Het spijt me echt dat ik het vorige week heb verknald. Ik voel me vreselijk dat ik mijn geduld heb verloren, terwijl je alle recht had om te zeggen wat je hebt gezegd en ik daar kalm op had kunnen reageren. Sorry dat ik je een rotgevoel heb gegeven en dat ik je voor schut heb gezet waar anderen bij waren. Kun je het me vergeven? Ik weet dat ik het niet verdien, maar je vriendschap betekent alles voor me en ik wil die niet verliezen."
8. **Schrijf een brief die je niet van plan bent om te versturen.** Als het confronteren of je excuses aanbieden aan de persoon geen optie is, dan kun je ook een brief schrijven zonder die te versturen. Je kunt deze brief gebruiken om alles wat je op je lever hebt eruit te gooien (te zeggen wat je wilde zeggen), waarna je de brief vernietigt zodra je er klaar mee bent.
Bijvoorbeeld, je kunt een brief schrijven aan je vader waarin je aangeeft hoe boos je op hem bent, omdat hij je broertje heeft mishandeld toen jullie nog kinderen waren.
Vergeet niet dat je deze brief niet hoeft te versturen. Het is gewoon een manier om je gevoelens tot uitdrukking te brengen. Je kunt de brief verbranden of in kleine stukjes scheuren als je er klaar mee bent.
9. **Kijk naar de positieve kant van de zaak.** Focus je op hoe het achter je laten van je negatieve gevoelens je leven zal verbeteren. Bijvoorbeeld, zal je moediger worden omdat je niet langer piekert over de pester uit je verleden? Ben je beter in staat om van jezelf te houden, omdat je niet langer overloopt van schuldgevoelens over het niet beschermen van je broertje? Probeer zoveel mogelijk positieve uitkomsten te verzinnen over het afsluiten van het gebeuren en richt je daar vervolgens op.
Je kunt ook overwegen om een mantra te creëren om je te helpen gericht te blijven op het positieve. Herhaal bijvoorbeeld iets tegen jezelf als, "ik geloof dat deze ervaring van mij een sterker persoon heeft gemaakt" of "alles gebeurt met een reden."
10. **Leer dankbaar te zijn.** Een ander goede manier om positief te blijven en vooruit te kijken is te leren dankbaar te zijn. Dankbaar kunnen zijn wordt wel in verband gebracht met een betere fysieke en mentale gezondheid. Het kan ook onderdeel uitmaken van het proces van het loslaten.
Maak een lijst van vijf dingen waar je elke dag dankbaar voor bent. Je kunt deze bijhouden in een logboek of ze gewoon op een post-it schrijven.
Je kunt ook opschrijven waarom je dankbaar bent voor de ervaring die je hebt gehad. Bijvoorbeeld, als je de pijn die een pester je heeft bezorgd graag achter je wilt kunnen laten, dan kun je er dankbaar voor zijn dat de ervaring een vriendelijker en meelevender persoon van je heeft gemaakt. Of als je het los wilt kunnen laten dat je niet voor je jongere broertje bent opgekomen, dan kun je er dankbaar voor zijn dat jij en je broertje door de ervaring meer naar elkaar toe zijn gegroeid.
11. **Herstel je relaties waar dat mogelijk is.** Hoewel vergeving niet per se een verzoening inhoudt, kun je iets afsluiten door een relatie te herstellen. Doe dit wel met enige voorzichtigheid, omdat niet elke relatie op een gezonde manier opnieuw kan worden opgebouwd. Als je er toch voor kiest om je met de ander te verzoenen, neem daar dan wel de tijd voor. Je zal eerlijk moeten zijn over hoe je je voelt, en de personen waarmee je je wilt verzoenen zullen je ervaring moeten onderkennen en op hun beurt ook eerlijk moeten zijn.
In plaats van direct even intiem in de relatie te stappen als voorheen, kun je afspraakjes plannen om samen dingen te doen, met voldoende ruimte ertussen. Op die manier heb je voldoende tijd om na te denken over wat je vindt van de bezoekjes.
Ook al woon je samen met de persoon waarmee je je wilt verzoenen, dan kun je nog plannen maken en elkaar wat ruimte gunnen. Als je bijvoorbeeld het plan hebt opgevat om samen met je partner te gaan eten, maak de volgende dag dan een afspraak met een vriend(in). Houd wat afstand binnen de relatie tot je het gevoel hebt dat je er meer vertrouwen in begint te krijgen.
12. **Verbreek de banden.** In die gevallen waarbij er sprake is van korte en pijnlijke relaties of lange en traumatische gevallen, neem dan het officiële besluit om iemand uit je leven te weren. Vergeet niet dat je het recht hebt om het contact met iemand die jou heeft mishandeld te verbreken, zelfs als die mishandelaar een familielid is. Je bent op geen enkele wijze verplicht om te zorgen voor die personen die hebben geprobeerd om je kwaad te doen.
Het kan vooral erg moeilijk zijn om de banden te verbreken met iemand uit je familie.
Leg aan anderen in je leven uit waarom je die beslissing hebt genomen, en vraag ze om dat te respecteren. Geef aan dat je geen updates wilt krijgen over de persoon die je uit je leven weert, en dat informatie over jou niet doorgegeven mag worden aan die persoon.
Je bent op geen enkele wijze verplicht om informatie over je leven te delen met mensen die deze grenzen niet respecteren.
13. **Probeer geduldig te zijn.** Een negatieve ervaring of een traumatische gebeurtenis achter je laten kan jaren duren. Probeer geduldig te zijn terwijl je dit proces doormaakt. Vier je successen onderweg en ga door met toewerken naar je doel om dingen los te kunnen laten.
Zorg dat je jezelf de mogelijkheid geeft om je emoties te ervaren, in plaats van ze te verdoven met alcohol of drugs. Drank en drugsgebruik kunnen je alleen maar tijdelijk verdoven. Het zal je niet helpen om gebeurtenissen uit het verleden echt af te sluiten. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Iets-achter-je-kunnen-laten", "language": "nl"} |
Een erudiet persoon worden | Of je nu een tiener bent of al een eind gevorderd in je volwassen jaren, je wilt graag deelnemen aan de prachtige en complexe cultuur binnen de huidige maatschappij. Heb je nog nooit een boek uitgelezen, dan kan dit bijzonder moeilijk zijn, maar dit artikel gaat je helpen om een beschaafder, interessanter en meer ontwikkelde persoon te worden, vanaf nul.
1. **Weet wat het betekent om erudiet te zijn.** Een erudiet persoon kan iemand zijn die een eclectische lezer is, die kijkt naar goede klassieke films, en die een verfijnde waardering heeft voor kunst. Daarnaast zal je, als je erudiet wilt worden, goed ingelicht moeten zijn over de wereld en haar talen, de wereldpolitiek begrijpen en goed belezen in de wereldgeschiedenis. Bovenal is een erudiet persoon iemand die geïnteresseerd is in cultuur en zich ermee bezighoudt.
2. **Lees meer.** Een groot deel van culture kennis komt uit boeken, omdat die langere tijd hebben bestaan dan de meeste andere media. Het zou dus voor de hand liggend zijn om klassieke boeken te lezen, maar als je voor het eerst gaat lezen, dan kan dit wat ontmoedigend en oninteressant lijken.
Kies een genre waar je oprecht in geïnteresseerd bent, zoals fantasy of een romantisch verhaal. Doe onderzoek naar wat de beste boeken zijn binnen dat genre, naar het oordeel van boekenliefhebbers, en lees die. Terwijl je toch bezig bent kun je boeken opzoeken in andere genres waar je ook interesse in hebt. Als er een genre is waar je niet zeker over bent, probeer het dan uit en wie weet ga je het daadwerkelijk leuk vinden.
Heb je eenmaal het gevoel dat je redelijk belezen bent in een bepaald genre, kies dan een andere. Lees ook enkele van de klassieke of aanbevolen boeken. Wellicht begrijp en geniet je van een aantal boeken uit vervlogen culturen, door moderne boeken te lezen.
Neem abonnementen op tijdschriften met artikelen over literatuur, theater en muziek. Lees eens per week of tweemaal per maand artikelen uit deze bladen, of wanneer je rooster het maar toelaat. Volg de informatie uit de artikelen die je hebt gelezen naar nieuwe informatie. Eens in de zoveel tijd zal je artikelen tegenkomen die je inspireren om meer te lezen over een bepaald onderwerp. Als je bijvoorbeeld een geweldig artikel lees over Mozart, neem dat artikel dan mee naar een winkel waar je cd's kunt kopen en vraag de winkelbediende waar de Mozart-cd's zijn die je mogelijk leuk vindt. Koop of leen een aantal daarvan bij de bibliotheek. Als je een artikel leest over een artiest die interessant overkomt, kijk dan online om na te gaan welke musea schilderijen hebben hangen van die kunstenaar. Maak vervolgens plannen om die musea te bezoeken. Blader door je krant op zoek naar toneelvoorstellingen van universiteiten of middelbare scholen waar je heen zou kunnen gaan.
3. **Schrijf.** Je kunt gedichten, korte verhalen, boeken en zelfs toneelstukken schrijven. Cultureel onderlegd of erudiet zijn betekent dat je reageert op cultuur, en de beste manier om dit te doen is door zelf iets te creëren.
4. **Kijk naar films.** Het is bijzonder belangrijk om niet alleen maar boeken te lezen, maar ook regelmatig films te kijken. Er zijn heel veel films, en wellicht weet je niet zeker welke je zou moeten gaan bekijken.
Van horen zeggen is de beste manier om erachter te komen welke hedendaagse films je zou moeten gaan kijken. Misschien heb je vrienden horen praten over een bepaalde film. Ga naar de videoverhuur en loop de schappen bij langs op zoek naar namen van films die je misschien herkent.
Ga op zoek naar reviews over een film op Wikipedia voor je hem gaat kijken, om er zeker van te zijn dat je je je tijd niet gaat verspillen (als je weinig tijd hebt). Houd er echter wel rekening mee dat recensenten het niet altijd bij het rechte eind hebben.
Het is belangrijk om onderzoek te doen. Als je een bepaalde film niet begrijpt, lees er dan meer over op Wikipedia of elders op internet. Soms bevat een oude film verwijzingen naar andere klassieke films. Het resultaat is dat je meer leert over andere werken. Wanneer je dit soort films bekijkt, dan zal je al snel merken dat je ze meer kunt waarderen dan eerder mogelijk was.
Beperk jezelf niet tot films in de Engelse taal. Er zijn heel veel films gemaakt die bijzonder de moeite waard zijn om te bekijken, maar ze zijn gewoon in andere talen.
5. **Kijk naar televisie.** Het kijken van tv-programma's kan veel tijd in beslag nemen. Als je echter niet meer dan één aflevering van iets per dag bekijkt, dan zal minder van je tijd opgaan aan het kijken naar televisie. Je kunt veel leren van tv-programma's. Televisie is als medium net zo belangrijk als elk andere, en biedt vaak sociale commentaren.
Zoek naar goede televisieprogramma's waar je plezier aan zou kunnen beleven. Er zijn veel soorten, uiteenlopend van sitcom tot drama. Wikipedia heeft meestal wel informatie over populaire tv-programma's. Je kunt kijken wat de beoordelingen zijn of gewoon rondvragen.
Vergeet niet om open van geest te blijven. Tv-programma's waarvan je verwacht dat je er niets aan zult vinden, kunnen wel eens je favoriete programma worden. Dit gebeurt wel vaker.
Als je een tv-programma echt erg leuk vindt en je vermoedt dat je die nog wel een keer zou willen zien, koop er dan de dvd's van.
Kijk naar tv-zenders zoals Discovery en The History Channel. Dit is een moeiteloze manier om meer te leren over onderwerpen zoals de oorsprong van het impressionisme of de geschiedenis van Engelse koningen.
6. **Verruim je muzikale horizon.** Veel mensen zijn zeer bekrompen wat muziek aangaat, maar een erudiet persoon zal zelfs de niche-muziekgenres bewonderen.
Bijvoorbeeld, hoewel het belangrijk is om te luisteren en genieten van liedjes zonder clichéteksten, is ook belangrijk dat je kunt genieten van muziek zonder tekst, gewoon vanwege de stemming die het kan oproepen, of het verhaal dat zonder woorden wordt verteld.
De vaardigheid om klassieke muziek te waarderen is niet zo vreselijk als het lijkt. Luister gewoon naar enkele beroemde muzikale stukken, en je zal zeker begrijpen waarom.
Wees bijzonder open van geest. Er is een heleboel muziek die niet in een genre past, maar waar je misschien toch van geniet. Wijs bepaalde vormen van muziek niet af, alleen maar omdat het nieuw voor je is.
Luister naar albums en niet alleen maar naar singles. Je kunt belangstelling gaan krijgen voor nummers die nooit erg populair zijn geworden. Toch wil dit niet zeggen dat je niet zal genieten van makkelijk te onthouden nummers.
Luister naar bands. Veel bands zijn er al een lange tijd, maar desondanks is een deel van hun muziek nog steeds fris. Dit geeft je toegang tot oudere muziek en de mogelijkheid om het meer te gaan waarderen.
Luister naar muziek uit andere landen en in andere talen. je zult versteld staan.
Leer een muziekinstrument bespelen. Zodra je naar goede muziek luistert, is het niet meer dan natuurlijk dat je een instrument wilt leren bespelen om zelf muziek te maken.
7. **Speel videogames.** Hoewel dit voor een groot deel werd beschouwd als onderdeel van de ‘nerd cultuur’, is de populariteit van videogames sterk aan het groeien en speelt het een onmiskenbare rol binnen de moderne cultuur. Het is belangrijk om elk culturele medium te proberen, en videogames zijn geen uitzondering.
Als je niet van 'schietspellen' houdt, dan zijn er vele andere soorten videospelletjes die je misschien leuk vindt. Doe onderzoek en je zult merken dat er veel meer afwisseling is dan je aanvankelijk dacht. Role-playing games, RPG's (vooral open wereld RPG's), zijn erg geschikt om helemaal in op te gaan. Sommige mensen houden echter meer van iets eenvoudigers, zoals platformspellen.
Maak je geen zorgen als je daadwerkelijk geniet van videospelletjes. Dat is een goede zaak. Het maakt je niet automatisch een nerd, maar voegt gewoon wat complexiteit toe aan je persoonlijkheid.
Het spelen van videospellen is een nogal dure hobby, dus zorg ervoor dat je ze eerst probeert, alvorens er een te kopen.
8. **Neem deel aan de internetcultuur.** Vergeet niet dat de cultuur uit vervlogen jaren, zoals muziek uit de jaren '80, ooit de huidige cultuur was. Degenen die er aandacht aan hebben besteedt begrijpen nu wellicht het culturele belang van die periode, terwijl het aan degenen die het hebben geneerd voorbij is gegaan. Het digitale tijdperk is erg belangrijk en een geweldige mijlpaal voor de samenleving. We leven in historisch gezien verstrekkende tijden. Laat het niet aan je voorbijgaan.
Hoewel je het gevoel kunt hebben dat je al veel weet over internet, is het goed om toch meer te weten te komen over de geschiedenis van het internet, en meme's en virale video's bekijkt, zodat je er een beter begrip van krijgt.
Stel je homepage in op Wikipedia en lees elke dag een artikel over iets dat je ‘erudiet’ lijkt. Binnen zeer korte tijd zal je heel wat meer weten dan nu het geval is.
9. **Raak dieper geïnteresseerd in kunst.** Kunst is een universele taal. Het wordt soms beschouwd als de meest krachtige vorm van communicatie. Of dit werkelijk zo is, is aan jou.
Het enige advies dat hier kan worden gegeven is onderzoek doen en deelnemen aan kunst door naar musea te gaan (die, in tegenstelling wat vaak gedacht, niet duur hoeven te zijn).
Als er een kunstvorm is die je bevalt, zoals dansen of beeldhouwen, ga daar dan mee aan de slag.
10. **Leer een nieuwe taal leren.** De beste manier om dit te doen is door erin op te gaan...
11. **Reizen.** Lezen over andere culturen in tegenstelling tot het daadwerkelijk ervaren ervan, is als het uitleggen van wat kleur is aan een blinde. Reizen geeft je kennis over de vele verschillen en overeenkomsten tussen culturen, en opent je geest. Veel van de vooroordelen die we hebben over een cultuur (goed en slecht) zijn vaak volledig misplaatst, en de enige manier om de waarheid over sociale gewoonten te achterhalen is door ze te ervaren.
12. **Doe aan hobby's.** Vraag je vrienden wat hun hobby's zijn. De meeste van hen zullen wel aan een vorm van kunst of sport doen. Als erudiet persoon is het belangrijk om zoveel mogelijk ervaring op te doen, dus de volgende keer dat je vriend gaat waterskiën, vraag dan of je mee kunt gaan.
13. **Ga naar plaatsen waar je op een leuke manier meer kunt leren.** Ga naar de dierentuin, bezoek musea, of ga eventueel zelfs kamperen om meer te leren over het buitenleven.
14. **Ontwikkel jezelf.** Tegenwoordig is via internet bijna alle informatie toegankelijk. Probeer daar optimaal van te profiteren door al die dingen te leren die je eerder nooit hebt begrepen. Streef ernaar om redelijke kennis te hebben van de volgende thema's:
Wereldgeschiedenis. Dit is wat waarschijnlijk het belangrijkste culturele bezit dat je kunt verwerven, omdat het paden biedt naar andere kennisdomeinen en ontdekkingen binnen een bepaalde context plaatst.
Geografie. Nogmaals, een cultureel onderlegd persoon mag niet onwetend zijn wat betreft de ligging van landen en beroemde bezienswaardigheden.
De basiswetenschappen: natuurkunde, wiskunde, scheikunde en biologie. Behalve als je een wetenschappelijke loopbaan nastreeft, is het niet direct nodig om een diepgaande kennis te hebben van deze vakgebieden. Maar zorg er wel voor dat je een goed begrip hebt van de exacte en natuurkundige vakken op het niveau van de middelbare school.
Economie. Dit is bijzonder relevant om de wereld van vandaag te kunnen begrijpen.
Psychologie. Een opmerking over misvattingen: er bestaat een grote misvatting dat Psychologie geen wetenschap is, of gewoon onzin. Lees meer over de experimentele methoden en doe er daadwerkelijk meer kennis over op, voor je dergelijke claims gaat geloven. Psychologie is van extreem groot belang in de maatschappij van tegenwoordig, iets wat alleen maar zal toenemen omdat de wereld steeds complexer wordt.
Kunst en architectuur
Filosofie
15. **Vrijwaar jezelf van onwetendheid over andere culturen.** Ontwikkel je aangeboren nieuwsgierigheid. Dompel jezelf onder in dingen waar je niets van begrijpt.
Een onderdeel van cultureel onderlegd worden is meer leren over andere culturen, en niet alleen die van jezelf. Probeer jezelf te bevrijden van onwetendheid en stereotypen over andere samenlevingen/religies, zoals je die aangereikt krijgt door de media.
Proberen altijd om mee te voelen met alle partijen tijdens het leren. Het is zeer belangrijk om je vooroordelen uit te dagen. Geen mens is inherent goed of kwaad; in plaats daarvan moet je streven naar begrip voor de motieven voor acties. Anders zult je andere culturen niet begrijpen.
Denken voor jezelf. Laat anderen je mening niet dicteren.
16. **Eet nieuwe voedingsmiddelen met een open geest en vol enthousiasme, vooral Indiaas eten.** | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-erudiet-persoon-worden", "language": "nl"} |
Een ooginfectie bij een hond behandelen | Honden kunnen een ooginfectie krijgen door virussen of bacteriën. Een hond met een ooginfectie heeft jeukende, opgezwollen, rode ogen waar afscheiding uit komt. Infecties kunnen de ogen van je hond beschadigen en kunnen tot blindheid leiden. Breng je hond naar de dierenarts voor een officiële diagnose en de juiste medische behandeling om te voorkomen dat de infectie verergert.
1. **Vraag de dierenarts naar het verschil tussen afscheiding uit de ogen en een ooginfectie.** Hoewel afscheiding uit de ogen en andere symptomen van irritatie vervelend kunnen zijn voor je hond, zijn het niet altijd symptomen van een ooginfectie. Je hond kan afscheiding uit zijn ogen krijgen omdat er iets in zijn oog zit, door allergieën, door een krab in zijn oog of door een aandoening die droge ogen veroorzaakt (KCS). Daarnaast kan er een traanbuisje verstopt zitten, kan hij een zweer of tumor in zijn oog hebben of een genetische aandoening hebben waarbij de ogen naar buiten puilen of de oogleden naar binnen keren.
De enige manier om zeker te weten of je hond een ooginfectie heeft, is door zijn ogen door de dierenarts te laten onderzoeken.
2. **Laat de ogen van je hond door de dierenarts onderzoeken.** De dierenarts zal de temperatuur van je hond opnemen en hem bekijken terwijl hij door de onderzoekskamer beweegt. Dit zal de dierenarts helpen te bepalen of er problemen zijn met het zicht van de hond door de ooginfectie. De dierenarts zal de geïrriteerde ogen vervolgens onderzoeken met een oftalmoscoop, een licht-instrument waarmee de arts de structuren van de ogen van je hond kan zien. De dierenarts kan dan zien of zich vreemde dingen, tumoren of andere afwijkingen in het oog bevinden.
De dierenarts zal het oog onderzoeken op weefsel rondom het oog, zoals zwellingen of verlamming. Hij zal dan ook het oog zelf onderzoeken op roodheid van het oogwit of het weefsel daaromheen en hij zal de kleur en textuur van de afscheiding bekijken.
De dierenarts zal ook controleren of je hond normaal kan knipperen met zijn ogen en of hij op bewegingen voor zijn ogen reageert, zoals een handbeweging naar hem toe. Controle van de reactie van de pupillen op licht en duisternis zal ook worden uitgevoerd.
3. **Zorg ervoor dat de dierenarts onderzoeken doet.** Hij kan testen doen om een eventuele infectie te bevestigen, hieronder vallen:
Een fluoresceïne test: hierbij wordt een chemisch behandeld stukje papier op het oog van de hond geplaatst. Het chemische middel, fluoresceïne, zal groen worden op plekken waar verwondingen zitten, zoals een kras of zweer.
De Schirmer traantest: meet de traanproducte van het oog van je hond. Bij deze snelle en makkelijke test legt de dierenarts een teststrookje op het oog van je hond om de traanproductie te meten. Dit zal helpen bepalen of het oog van je hond de normale hoeveelheid tranen produceert, of dat de productie sterk is afgenomen of toegenomen door een infectie.
4. **Gebruik een warm washandje om de afscheiding uit het oog van je hond te vegen.** Je moet de afscheiding die zich ophoopt in de vacht rondom het oog verwijderen met een warm washandje.
Echter, gebruik het washandje niet om het oog zelf schoon te maken, aangezien je er de oogbal mee kan bekrassen en het oog mogelijk kunt beschadigen.
5. **Spoel het oog van je hond uit met een zoutoplossing.** Zoutoplossing kan helpen het oog uit te spoelen en irritatie aan het oog te verminderen. Gebruik een druppelaar om de oplossing 3 tot 4 keer per dag in het oog te druppelen.
6. **Geef je hond voorgeschreven antibiotica.** De dierenarts zal antibiotica voorschrijven om de ooginfectie te behandelen. Deze antibiotica is in druppelvorm of als zalf verkrijgbaar, en moet 3 tot 4 keer per dag op het geïnfecteerde oog worden toegepast.
De dierenarts geeft je mogelijk orale antibiotica, die je de hond in zijn eten moet geven.
Volg deze procedure wanneer je je hond druppels of zalf moet geven:
Laat iemand de hond vast houden.
Zet alles klaar.
Houd het oog open.
Benader van achter het oog, zodat de hond zijn kop niet wegtrekt.
Raak het oppervlak van het oog niet aan met het puntje van de tube of druppelaar.
Laat de hond knipperen om het middel goed te verspreiden.
Herhaal op de voorgeschreven intervallen.
7. **Doe je hond een lampenkap om als hij probeert aan zijn oog te krabben.** Het is van belang om het oog van je hond te beschermen tegen krabben en wrijven. Als je hond aan zijn oog probeert te krabben of wrijven, moet je hem misschien een lampenkap om doen om te voorkomen dat het oog verder beschadigd raakt.
Laat ook niet toe dat je hond zijn kop het raam steekt als jullie in de auto zitten, aangezien insecten en vuil het geïnfecteerde oog kunnen raken en de irritatie kunnen verergeren.
8. **Houd hem uit de buurt van stoffige omgevingen.** Probeer om je hond uit stoffige omgevingen en gebieden te houden terwijl het oog heelt. Het is ook goed om stoffige omgevingen te vermijden ter voorkoming van een ooginfectie. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-ooginfectie-bij-een-hond-behandelen", "language": "nl"} |
Een boekenkast maken | Het is hoog tijd voor een boekenkast als je hele bureau vol ligt met boeken en er overal stapels boeken in je huiskamer liggen. Gelukkig is het niet moeilijk om een boekenkast te maken. In dit artikel geven we je de stappen voor het maken van een kleine boekenkast, maar je kunt heel makkelijk de afmetingen aanpassen om een kast te bouwen die beter voldoet aan jouw wensen.
1. **Ontwerp en meet.** Je kunt een boekenkast op maat maken voor op een bepaalde plek in huis, of je kunt standaardmaten aanhouden zodat de kast geschikt is voor gebruik op verschillende locaties.
Meet de ruimte op waar de boekenkast moet komen te staan. Beslis hoe hoog en hoe breed de uiteindelijke boekenkast moet worden. Boekenkasten zijn normaal gesproken 30 tot 40 cm diep; maar je kunt de kast natuurlijk zo diep maken als je wilt.
Beslis of je boekenkast een open of gesloten achterkant krijgt. Als je de achterkant open houdt zullen de boeken de muur achter de kast kunnen raken.
Beslis wat voor boeken je in de kast wilt zetten. Paperbacks zijn doorgaans kleiner dan boeken met harde kaften. Koffietafelboeken zijn natuurlijk nog veel groter. In dit project maken we een boekenkast waarbij de planken naar wens kunnen worden versteld zodat elke maat boeken in de kast zal passen.
De meeste boekenkasten hebben twee tot vijf boekenplanken, maar je kunt natuurlijk zo veel planken maken als je wilt.
2. **Kies het hout.** Het hout dat je gebruikt bepaalt in grote mate de uitstraling van je boekenkast, en ook de kosten en de duurzaamheid.
Je kunt massief hout gebruiken voor je boekenkast, maar dan wordt het wel een duur project. Eikenhout voor een boekenkast van 2,5 meter kan wel duizenden euro's kosten. Een goedkopere keuze is multiplex met een hardhouten fineerlaag.
Neem multiplex met een dikte van 18 mm voor het frame en de planken; voor de achterkant volstaat een dikte van 6 mm.
Een plaat multiplex heeft een breedte van 122 cm, maar hou in gedachten dat het zaagblad zorgt voor 3mm zaagverlies. Bereken hoeveel planken met een lengte van 244 cm je uit één hele plaat kunt zagen. Gebruik dat aantal om te berekenen hoeveel planken je in totaal moet kopen. Voor dit project volstaat één plaat.
Ga naar een houthandel om gefineerde multiplex uit te zoeken. Als je een bijzondere fineerlaag wilt zoals mahonie, teak, walnoot of kersenhout, dan zul je het waarschijnlijk moeten bestellen.
Berkenhout is de beste keuze als je de boekenkast wilt verven, en esdoorn kan goed gebeitst worden. Bij bijzondere houtsoorten wordt aanbevolen om een transparante afwerklaag te gebruiken, zodat je nog kunt zien hoe mooi het hout is.
3. **Kies de juiste zaag.** Gebruik een afkortzaag of cirkelzaag om de planken te zagen. het zagen van multiplex kan lastig en gevaarlijk zijn, dus het is belangrijk om jezelf goed voor te bereiden.
Als je kiest voor een cirkelzaag, neem dan een zaagblad met carbide waarmee multiplex gezaagd kan worden. Bij een afkortzaag kun je het beste een multiplexzaagblad nemen met 80 TPI.
Bij een cirkelzaag moet de goede kant van het multiplex omlaag gericht zijn, bij een afkortzaag juist omhoog.
Duw het hout met een gelijkmatige snelheid door de zaag. Dan krijg je een mooiere zaagsnede.
Vraag aan een vriend om je te helpen. Een van de uitdagingen van het werken met multiplex is de afmetingen van de plaat (122 x 244), dat kan lastig zijn om in je eentje door de zaag te krijgen. Gebruik schragen of een roltafel om het werk makkelijker te maken.
4. **Zaag de zijkanten af.** Begin met het op maat maken van de planken. Nogmaals, de standaarddiepte is 30 of 40 cm; in dit project gaan we uit van een diepte van 30 cm.
Zaag een strook met een breedte van 31 cm van een berkenhouten plaat multiplex met een dikte van 18 mm.
Gebruik een rechte geleiderail als je een cirkelzaag gebruikt.
Zaag de strook in twee stukken van 104 cm om de twee zijkanten van de boekenkast te maken.
Je kunt deze afmeting aanpassen als je een hogere of lagere boekenkast wilt maken.
5. **Zaag de onderkant en de planken van de boekenkast.** Onthoud dat de breedte van het zaagblad 3 mm is, hou daar rekening mee bij het afmeten.
Zaag een strook multiplex met een dikte van 18 mm af van 29,7 cm diep om de planken te maken.
Zaag een tweede strook multiplex met een dikte van 18 mm af van 30,3 cm om de onderste en bovenste planken te maken.
Zaag de overige twee stroken in stukken van 76 cm om de onderkant, de bovenkant en twee planken te maken.
6. **Frees de planken.** We gaan nu aan de uiteinden van de bovenste plank een groef maken, zodat de bovenkant zo meteen goed vast komt te zitten op de twee zijkanten.
Stel een zaag in op een diepte van 12 mm. Je kunt de groef maken door zaagsneden in het hout te maken, steeds 3 mm verder, totdat de groef net zo breed is als de dikte van het multiplex.
Je kunt ook een frees gebruiken om de groef te maken.
7. **Boor gaten in de zijkanten van de boekenkast zodat je straks de planken kunt verstellen naar wens.** Boeken hebben verschillende maten en je wensen kunnen veranderen, dus het is altijd een goed idee om de planken te kunnen verstellen, zodat je ze kunt indelen zoals je wilt.
Klem een gaatjesbord (dit wordt het sjabloon voor de gaten) op de planken, op zo'n manier dat de eerste gaten 10 cm boven en 10 cm onder de middelste plank komen.
Als je geen gaatjesbord hebt kun je een sjabloon maken voor het boren van de gaten van een plank grenen van 18 mm in dezelfde lengte als de zijkanten van de boekenkast. Boor een reeks gaten op gelijke afstand van elkaar in de sjabloonplank met een speedboor van 14 mm.
Gebruik een boortje dat dezelfde diameter heeft als de pluggen waar de planken op komen te liggen en boor gaten 5 cm van de rand, steeds op 5 cm van elkaar.
Boor ongeveer 3 mm dieper dan de lengte van de pluggen. Plak wat plakband op het boortje om te zien tot hoe ver je moet boren, of gebruik een afstandhouder. Hou daarbij wel rekening met de dikte van het gaatjesbord.
8. **Maak de bovenkant vast aan de zijkanten.** Smeer lijm op de groef en druk de bovenkant op zijn plek. Draai schuine schroeven in de planken om de bovenkant vast te zetten.
9. **Voeg ondersteuningsbalkjes toe.** Als je wilt kun je de middelste en onderste plank ondersteunen; ze zullen het frame sterker maken zonder veel massa toe te voegen. Als je hiervoor kiest betekent het dat de middelste plank niet meer kan worden versteld; deze plank blijft altijd op dezelfde plek.
Lijm balkjes van 2,5 bij 5 cm vast aan de middelste en onderste plank en zet ze vast met spijkers met verloren kop.
Timmer de spijkers in het hout totdat elke kop net boven het hout uitsteekt, en gebruik dan een drevel om de spijker onder het oppervlak te slaan.
Boor gaten voor in de bovenkant van de boekenkast en boor de gaten vervolgens op met een verzink- of soeverijnboor. Maak de bovenkant vast met lijm en houtschroeven van 50 mm.
10. **Plaats de middelste en onderste planken.** Als de bovenkant goed vast zit kan de onderste plank vastgemaakt worden.
Doe houtlijm op de ondersteuningsbalk van de onderste plank en zet de plank op zijn plek.
Boor gaten voor en verzink de schroefkoppen door middel van een soeverijnboor. Zet de plank vast met houtschroeven van 50 mm.
Als je hebt gekozen voor een ondersteuningsbalk voor de middelste plank kun je deze nu vastzetten, net als hoe je bij de onderste plank hebt gedaan.
11. **Maak het achterpaneel vast.** Een achterpaneel geeft de boekenkast een strak uiterlijk en het beschermt de verf op de muur achter de boekenplank.
Zorg dat de boekenkast goed haaks staat. Draai eventueel schroeven vaster om de boekenkast perfecte haakse hoeken te geven.
Meet het achterpaneel af en zaag het op maat.
Begin in één hoek en zet het achterpaneel vast met afwerknagels van 2,5 cm.
12. **Maak een lijst.** Door een omlijsting ziet de boekenkast eruit alsof het op maat gemaakt is. Als de afmetingen precies overeenkomen met de afmetingen van een bepaalde nis in je huis, dan zorgt een omlijsting ervoor dat het eruit ziet alsof het ingebouwd is in het huis.
Maak lijstbalken van 2,5 x 5 cm vast aan de zijkanten en onderrand van de boekenkast met spijkers van 50 mm en lijm.
Je kunt de hoeken van de lijstbalken eventueel verstek zagen; het uiteindelijke resultaat kun je helemaal zelf bepalen.
Als de omlijsting vastzit kun je de randen afronden met een afrondingsfrees. Gebruik een kwartrondfrees van 12 mm.
Lijm en spijker de omlijsting vast aan de planken, kijk uit dat de omlijsting niet splijt.
Als je het er strakker uit wilt laten zien kun je ook fineerband gebruiken in plaats van omlijsting om de multiplexranden af te dekken.
Zet een strijkijzer aan op een lage stand, en strijk berkenfineerband op de voorranden van het multiplex aan de zijkanten, op de planken en op de onder- en bovenkant.
Druk het fineer goed aan op het multiplex met een roller. Snij het fineer op maat met een afbreekmes.
Snij de overhangende randen van het fineer af met een kantensnijder en schuur de randen met de hand met schuurpapier met korrel 120, zodat het gelijk loopt met het multiplex.
13. **Schuur de boekenkast.** Goed schuren is essentieel voor hoe een bouwproject van hout er uiteindelijk uit komt te zien, en het is van invloed op het beitsen. Beits wordt donker en vlekkerig als het oppervlak niet goed is geschuurd.
Voor het beste resultaat gebruik je schuurpapier met een korrel van 150 om alle vingerafdrukken en opstaande nerven weg te werken.
Gebruik een schuurblokje of handschuurmachine om het gehele oppervlak te bewerken met gelijkmatige druk. Schuur het hele oppervlak, vertrouw niet alleen op het zicht door alleen de op het oog onregelmatige plekken te schuren. Schuur de hele boekenkast.
14. **Verf of lak de boekenkast.** Als laatste moet je een beschermende laag aanbrengen op je nieuwe boekenkast--dat kan verf zijn of transparante lak.
Breng grondverf en verf aan. Grondverf zorgt ervoor dat het hout de verf gelijkmatiger opneemt, waardoor het eindresultaat mooier wordt. Breng grondverf aan en laat het drogen. Schuur de kast lichtjes op en verwijder het stof met kaasdoek of een zachte, katoenen lap. Breng een laag verf aan. Als de eerste laag is opgedroogd schuur je het nogmaals op, maak je het stofvrij en breng je de laatste laag verf aan.
Kies witte grondverf als de uiteindelijke verf licht van kleur is; kies grijs als de verfkleur donker is. Je kunt je grondverf ook in dezelfde kleur laten mengen als je verf.
Breng transparante lak aan. Als het hout al heel mooi is kun je beter kiezen voor een transparante lak op basis van polyurethaan, dan komt de natuurlijke schoonheid van de nerven mooi tot zijn recht. Breng de eerste laag aan en laat het drogen voordat je het opschuurt met fijn schuurpapier. Verwijder het stof met kaasdoek of een zachte, katoenen doek en breng een tweede laag aan. Laat het weer drogen voordat je het opschuurt met fijn schuurpapier. Breng nu de derde en laatste laag lak aan.
Besteed niet te veel tijd aan het aanbrengen van heel veel lagen lak. Een mooie, dunne, gelijkmatige laklaag is voldoende. De meeste luchtbellen verdwijnen vanzelf, of ze verdwijnen als je het opschuurt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-boekenkast-maken", "language": "nl"} |
Glaswolsplinters uit je huid verwijderen | Glaswol is overal om ons heen. Het materiaal wordt gebruikt voor warmte- en geluidsisolatie en is overal in te vinden, bijvoorbeeld in vliegtuigen, schepen, gordijnen, bouwmaterialen en sommige kunststoffen. De stijve en erg dunne strengen in glaswol bestaan grotendeels uit glas vermengd met andere materialen als wol. Deze vezels kunnen erg veel irritatie veroorzaken als ze onder je huid terechtkomen. Als je met glaswol gaat werken, dan moet je weten hoe je vervelende glaswolsplinters kunt verwijderen.
1. **Zorg voor een goede verlichting en een vergrootglas.** Door de splinters te verwijderen in een goed verlichte ruimte is de kans groter dat je ze met succes kunt verwijderen. De dunne glaswolvezels zijn wit of lichtgeel van kleur. Ze kunnen moeilijk te zien zijn wanneer ze in je huid vastzitten.
2. **Zoek een rol stevige, kleverige tape.** Je hebt een soort tape nodig als ducttape of isolatietape die niet in stukken scheurt wanneer je eraan trekt. Je hebt tevens tape nodig met veel kleefstof om aan de glaswolsplinters te blijven plakken.
3. **Was de plek in kwestie niet.** Deze techniek werkt het beste als de tape goed aan de glaswolsplinters kan hechten. Water zal de glaswolsplinters zacht maken, zodat je ze moeilijker uit je huid kunt trekken.
4. **Druk de tape stevig op de plek(ken) met de glaswolsplinters.** Houd de tape meerdere minuten op zijn plek met je hand. Zorg ervoor dat de tape goed in aanraking komt met je huid en de glaswolsplinters.
5. **Trek als dat mogelijk is de tape in een keer met een vloeiende beweging van je huid.** Als je de tape plotseling of met horten en storen van je huid trekt, dan trek je er wellicht ook een deel van je huid af of krijg je pijnlijke plekken. Daardoor zal het nog moeilijker zijn om de glaswolsplinters te verwijderen. Pak de tape zo dicht mogelijk bij je huid vast en trek deze omhoog en weg van je huid. Het is wellicht nodig om deze stap meerdere keren te herhalen.
Onthoud dat de tape die je gebruikt niet bedoeld is om zacht voor je huid te zijn. Daarom moet je extra voorzichtig zijn wanneer je de tape verwijdert.
Controleer de plek onder een lamp of met het vergrootglas zodat je er zeker van bent dat alle splinters verdwenen zijn. Wrijf voorzichtig met schone handen over de plek om te zien of je iets scherps voelt of gevoelige plekken op je huid hebt. Als dat het geval is, dan kan het zijn dat je nog steeds glaswolsplinters op die plek hebt.
6. **Was de plek met water en zeep nadat je alle glaswolsplinters verwijderd hebt.** Dep de plek droog. Breng een antibiotische zalf op de plek aan om infecties te voorkomen.
Het is normaal dat er zich bacteriën of microben op de buitenste laag van je huid bevinden. Door de sneetjes die de glaswolsplinters in je huid gemaakt hebben kunnen er microben of bacteriën onder je huid terechtkomen, waardoor je een huidinfectie kunt krijgen.
7. **Was je handen met water en zeep.** De meeste mensen hebben bacteriën en microben op hun huid. Deze microben kunnen echter een infectie veroorzaken als ze onder de huid terechtkomen door de sneetjes die de glaswolsplinters in je huid gemaakt hebben.
Als je glaswolsplinters in je handen hebt, sla deze stap dan over. Je moet de splinters namelijk niet nog dieper in je huid duwen.
8. **Maak de plek die je gaat behandelen voorzichtig schoon met water en zeep.** Glaswolsplinters breken snel af, en je moet ervoor zorgen dat ze niet onder je huid afbreken of nog dieper in je huid geduwd worden. Maak de plek schoon door er zeepsop overheen te laten stromen, maar wrijf niet over de plek en schrob deze ook niet. Daardoor kun je de vezels dieper in je huid duwen.
Giet water in een bakje of kom, wrijf de zeep tussen je natte handen en dompel je handen onder in het water. Ga hiermee door totdat er zeepsop ontstaat. Als de splinters in je handen zitten, dan zal iemand anders dit voor je moeten doen.
Dezelfde microben die zich op je handen bevinden, bevinden zich ook op de huid rondom de glaswolsplinters. Wanneer je aan de splinters komt en ze probeert te verwijderen, loop je het risico om een infectie te krijgen als de microben onder de huid terechtkomen.
9. **Maak een pincet en een scherpe naald schoon met ontsmettingsalcohol.** Zoek naar een pincet met fijne punten zodat je de splinters gemakkelijker vast kunt pakken. Op alle voorwerpen die we gebruiken zitten bacteriën. De alcohol doodt deze bacteriën zodat ze niet onder de huid terechtkomen wanneer je de glaswolsplinters uit je huid probeert te trekken.
Ontsmettingsalcohol of ethanol doodt bacteriën en microben door het beschermende laagje om hun lichaam op te lossen. De bacteriën vallen uit elkaar en gaan dood.
10. **Zorg voor een goede verlichting en een vergrootglas.** Door de splinters te verwijderen in een goed verlichte ruimte is de kans groter dat je ze met succes kunt verwijderen. De dunne glaswolvezels zijn wit of lichtgeel van kleur. Ze kunnen moeilijk te zien zijn wanneer ze in je huid vastzitten.
11. **Trek de glaswolsplinter(s) voorzichtig met het pincet uit je huid.** Concentreer je op de uiteinden van de vezels en pak ze vast. Trek ze vervolgens langzaam uit je huid. Probeer om ze er niet dieper in te duwen. Gebruik een naald als dit gebeurt of de splinter zich al volledig onder je huid bevindt.
Gebruik een met ontsmettingsalcohol gesteriliseerde naainaald om je huid voorzichtig omhoog te trekken of kapot te maken als je de splinter net onder je huid kunt zien zitten. Daarna kun je het pincet gebruiken om de glaswolsplinter te verwijderen.
Raak niet gefrustreerd als je meerdere pogingen moet doen om de splinters eruit te trekken. Ze kunnen klein zijn. Als het met een pincet en een naald echt niet lukt, probeer het dan met een goed klevende tape (zie Methode 1).
12. **Knijp in je huid nadat je alle glaswolsplinters verwijderd hebt.** Het bloeden kan helpen om microben uit de huid te spoelen. Dit is een andere manier om te voorkomen dat er microben onder je huid terechtkomen.
13. **Was de plek nog eens met water en zeep.** Dep de plek droog. Breng een antibiotische zalf op de plek aan. Je hoeft de plek in kwestie niet te bedekken met een verband.
14. **Let op een rode huid op de plek waar de glaswolsplinters in je huid zaten.** Na verloop van tijd zul je het verschil tussen huidirritatie en een infectie kunnen zien. Beide behandel je op een andere manier.
De glaswolsplinters kunnen ervoor zorgen dat je huid ontstoken raakt. Je kunt een rode huid krijgen, evenals intense jeuk en kleine, oppervlakkige wonden. De wonden zullen na verloop van tijd vanzelf genezen. Het helpt als je niet meer met glaswol werkt. Een crème met steroïden of een verzachtende zalf als vaseline zou kunnen helpen om je geïrriteerde huid beter aan te laten voelen.
Als je huid niet alleen rood wordt maar ook warmer wordt en er pus uitkomt, dan betekent dit dat je misschien een huidinfectie hebt. Ga naar een arts om te zien of je antibiotica nodig hebt.
15. **Roep medische hulp in als de glaswolsplinters nog in je huid zitten.** Misschien is je huid nu niet geïrriteerd, maar dat kan later nog wel gebeuren. Laat de glaswolsplinters door een arts verwijderen.
Ga zo snel mogelijk naar een arts als je vermoedt dat de plek geïnfecteerd is.
16. **Bescherm jezelf wanneer je weer met glaswol gaat werken.** Draag handschoenen of kleding waardoor er geen glaswol in je huid terecht kan komen. Wrijf niet over je huid en krab er niet aan als je ziet dat er vezels op je huid terechtkomen. Raak je ogen en gezicht niet aan wanneer je met glaswol werkt en draag een veiligheidsbril en een masker om te voorkomen dat er vezels in je ogen of longen terechtkomen.
Door te wrijven en krabben kunnen de glaswolsplinters die op je huid liggen in je huid vast komen te zitten. Je kunt het beste water over je huid laten stromen om de splinters op die manier van je huid te spoelen.
Nadat je klaar bent met het werken met glaswol, moet je je handen goed wassen, en je kleding direct uittrekken en deze wassen. Was kledingstukken die blootgesteld zijn aan glaswol apart van andere kleding.
Een lange broek en een shirt met lange mouwen zijn het beste om je huid te beschermen. Op deze manier is de kans kleiner dat de glaswol je huid irriteert en er splinters in je huid terechtkomen.
Spoel je ogen tenminste 15 minuten met koud water als er per ongeluk glaswolsplinters in terechtkomen. Wrijf niet in je ogen. Roep medische hulp in als je nog steeds last van irritatie blijft houden nadat je je ogen uitgespoeld hebt. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Glaswolsplinters-uit-je-huid-verwijderen", "language": "nl"} |
Een klacht indienen om je geld terug te krijgen | Wanneer je ontevreden bent over goederen of diensten, moet je protesteren en om terugbetaling vragen. Zoek de kassabon en leg de winkelier uit waarom je niet tevreden bent met de goederen of diensten. Werk zo nodig via de hiërarchie omhoog, te beginnen bij een winkelbediende, en vraag vervolgens of je met een leidinggevende mag spreken. Zelfs als de winkel je je geld niet teruggeeft, heb je nog opties. Misschien kunnen jullie tot een compromis komen in het geschil of kun je je creditcardmaatschappij vragen om je geld terug te storten.
1. **Ga na waarom je ontevreden bent.** Voordat je een klacht indient, moet je weten waarom je ontevreden bent over het product of de dienst die je ontvangen hebt. De reden waarom je een terugbetaling wilt, zal mogelijk bepalen of je er een krijgt.
Was het product defect? Zo ja, dan moet de winkelier je je geld teruggeven.
Was het product niet zoals geadverteerd? Zo ja, dan zou je je geld terug moeten krijgen.
Ben je gewoon van gedachten veranderd? Zo ja, dan hangt het van het beleid van de winkel af of je je geld terugkrijgt. In Nederland heb je tot 30 dagen de tijd om van gedachten te veranderen als je iets online of via de telefoon hebt gekocht.
2. **Neem contact op met het bedrijf.** Bel het bedrijf op of bezoek het en vertel hen dat je ontevreden bent over het product of de dienst. Indien nodig kun je een e-mail sturen in plaats van te bellen. Wacht niet te lang, want sommige detailhandelaren hebben tijdslimieten voor retourzendingen (bijvoorbeeld 14 dagen).
Wees duidelijk met je klacht. Geef aan waarom je ontevreden bent. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Deze koffiepot werkt niet.'
Zeg ook dat je je geld terug wilt. Het bedrijf kan proberen je iets anders te geven, zoals een tegoedbon, als je niet duidelijk bent.
Realiseer je dat de eerste person die je te spreken krijgt, misschien niet in staat is om je te helpen. De kans is groot dat ze uit een script voorlezen en weinig bevoegdheid hebben om terugbetalingen te doen.
3. **Werk je een weg omhoog in de hiërarchie.** Vraag om met een leidinggevende te spreken als een medewerker je niet kan helpen. Zeg beleefd tegen de medewerker: 'Is er iemand anders met wie ik kan spreken?' Wacht geduldig tot de medewerker de leidinggevende of manager erbij gehaald heeft.
Leg nogmaals uit dat je je geld terug wilt en waarom. Wees consistent met je verhaal. Vertel niet het ene aan de ene persoon en vertel dan iets anders aan een andere persoon.
Wanneer je klaagt, wees dan zo kort mogelijk. Langere verhalen klinken verdacht.
Schrijf de naam op van elke persoon die je spreekt en geef een korte samenvatting van wat ze je vertellen.
4. **Blijf beleefd maar standvastig.** Je zult de beste resultaten krijgen als je niet te boos wordt. Toch moet je standvastig blijven in je overtuigingen. Herinner jezelf eraan: 'Ik heb recht op kwaliteitsservice' en laat je niet afschrikken door een 'Nee'.
Vermijd persoonlijke beledigingen of opmerkingen als dat je veel geld uitgeeft in de winkel. Het personeel zal je waarschijnlijk niet serieus nemen, en je kunt het pand uit worden gezet.
Kalmeer jezelf, indien nodig. Het helpt te bedenken dat de bediende met wie je praat je waarschijnlijk graag wil helpen, maar niet de bevoegdheid heeft.
Probeer indien mogelijk mee te leven met de persoon aan de andere kant van de telefoon. Je kunt iets zeggen als: 'Ik wed dat je vandaag veel klachten heeft gehad.' De medewerker zal je misschien als een vriend zien en wat meer voor je willen doen.
Misschien vang je bot en krijg je je geld niet terug. Als dat zo is, bedank dan de persoon met wie je hebt gesproken en plan je volgende stap.
5. **Leer je rechten kennen.** Je rechten zullen afhangen van de wetgeving van het land waar je het artikel hebt gekocht. Voordat je verder gaat, moet je analyseren of je recht hebt op de terugbetaling. Overweeg het volgende:
Heeft de winkel een retourbeleid? Het moet duidelijk zijn aangegeven, op een bord in de winkel of op je kassabon. Controleer het voor de zekerheid. Sommige winkeliers staan geen retourzendingen toe, tenzij het artikel defect is.
Staat de wetgeving de verkoper toe de dienst opnieuw te verlenen in plaats van een terugbetaling te geven? Dit is de wetgeving in bepaalde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, tenzij het onmogelijk is om de dienst opnieuw te verlenen, of het te lang zou duren, of anderszins ongelegen komt.
Is er een garantie? Zo ja, haal die er dan uit en lees of het defect onder de garantie valt.
Is er sprake van automatische garanties? In de VS wordt voor elk product dat je koopt gegarandeerd dat het werkt zoals je zou verwachten. Ook moet het werken zoals beloofd als je het voor een bepaald doel hebt gekocht.
Wijst de verkoper garanties af? Het kan bijvoorbeeld zijn dat hij de goederen 'in de huidige staat' heeft verkocht. Als dat zo is, heb je misschien geen recht op terugbetaling, afhankelijk van je regio.
Heeft de verkoper tegen je gelogen? Dit is iets heel anders dan het kopen van goederen met gebreken of inadequate diensten. Als iemand liegt, heeft hij fraude gepleegd en kun je een proces aanspannen voor de financiële schade die je hebt geleden.
6. **Schrijf een klachtenbrief aan het bedrijf.** Als je geen hulp krijgt via de telefoon of in persoon, moet je een brief schrijven aan het bedrijf. Vergeet niet ter zake te komen. Als je wettelijk recht hebt op terugbetaling, vermeld dat dan in de brief.
In de V.S. heeft de Federal Trade Commission een voorbeeldbrief die je kunt gebruiken. Deze is hier beschikbaar: https://www.consumer.ftc.gov/blog/how-write-effective-complaint-letter.
In het VK kunt je gebruik maken van een voorbeeldbrief van Citizens Advice, die hier beschikbaar is: https://www.citizensadvice.org.uk/consumer/template-letters/letters/problems-with-services/letter-to-complain-about-the-poor-standard-of-a-service/. Deze brief geldt voor diensten of goederen die je na 1 oktober 2015 hebt gekocht.
Als je in een ander land woont, vergeet dan niet de volgende informatie in je klachtenbrief op te nemen: details over de aankoop (datum, bedrag, etc.), waarom je ontevreden bent, en wat je wilt (een volledige terugbetaling).
Wanneer je je brief verstuurt, vraag dan om een ondertekend ontvangstbewijs. Bewaar altijd een kopie van de brief voor je administratie.
7. **Neem in plaats daarvan contact op met de fabrikant.** Het kan zijn dat je de persoon die het product heeft gefabriceerd op de hoogte moet brengen. Je kunt het telefoonnummer vinden op de verpakking van het product of op het ontvangstbewijs. Je moet misschien ook online gaan om het nummer te controleren.
Vertel de fabrikant wat er mis is met het artikel en wanneer je het hebt gekocht. Vraag ook om volledige terugbetaling.
8. **Betwist de betaling met je creditcardmaatschappij.** Als je met een credit- of betaalkaart hebt betaald, moet je contact opnemen met het bedrijf en hen vertellen wat er is gebeurd. Misschien kan het geld terug worden gestort (een terugboeking). In feite maakt een terugboeking een creditcardtransactie ongedaan. Over het algemeen moet je aan de volgende eisen voldoen:
Het bedrag moet meer zijn dan een bepaald maximum (bijv.: €50).
Je moet het artikel gekocht hebben in je eigen land of binnen een bepaalde afstand van je postadres.
Grotere uitgevers van creditcards zullen afzien van beide bovenstaande eisen.
Bel onmiddellijk je creditcardmaatschappij (of regel dit online). Je kunt geen terugboeking krijgen zodra je de rekening hebt betaald.
9. **Overweeg bemiddeling.** Het bedrijf is misschien bereid om aan bemiddeling deel te nemen. Bij bemiddeling ontmoet je een bemiddelaar, die een neutrale derde partij is die naar beide partijen luistert. De bemiddelaar treedt niet op als rechter. In plaats daarvan begeleidt hij de discussie en probeert hij beide partijen tot een compromis te bewegen.
Als je bereid bent tot een compromis, vermeld dit dan in je klachtenbrief aan het bedrijf.
De consumentenbond heeft misschien meer informatie over bemiddeling. Kijk op hun website voor meer informatie.
10. **Overweeg arbitrage.** Arbitrage is als een rechtszaak. Elke partij presenteert informatie aan een arbiter in plaats van een rechter, die de zaak beslist. Het tv-programma 'De rijdende rechter' is een vorm van arbitrage. Het bedrijf zou bereid kunnen zijn om het geschil te laten arbitreren.
Over het algemeen teken je een overeenkomst om te arbitreren. Als onderdeel van de overeenkomst, zie je af van het recht om een rechtszaak aan te spannen of in beroep te gaan tegen de beslissing van de arbiter.
Je hebt er misschien al mee ingestemd om een geschil te beslechten toen je het product of de dienst kocht. Controleer je ontvangstbewijs en ander papierwerk dat je hebt ontvangen. Doe onderzoek naar arbitrage of een mediator.
11. **Ben je woonachtig in de VS, dan kun je gaan voor een zaak bij een 'small claims court'.** Elke staat heeft een rechtbank voor kleine vorderingen die kleine zaken behandelt. De dollarlimiet varieert, afhankelijk van de staat. Alaska heeft bijvoorbeeld een limiet van $10.000, terwijl Arkansas een limiet van $5.000 heeft.
De 'Small claims courts' in de VS zijn ideaal voor mensen die geen advocaat hebben. Meestal is het proces gestroomlijnd en kun je voorgedrukte formulieren gebruiken.
Als je een grote vordering hebt tegen een bedrijf, moet je overwegen om naar de gewone rechtbank te stappen. Neem contact op met een advocaat om je opties te bespreken. Civiele rechtszaken kunnen lang duren, maar je kunt meer geld terug krijgen.
12. **Klaag bij de Consumentenbond.** Klaag bij de Consumentenbond over de handelaar. Je kunt het adres vinden door naar de website van de Consumentenbond te gaan: https://www.consumentenbond.nl. Noem het bedrijf en je klacht.
Geef details over het geschil. De consumentenbond zal eventueel contact opnemen met het bedrijf over je klacht. Je klacht kan ook op de website van de consumentbond worden geplaatst.
Je kunt niet anoniem klagen. In plaats daarvan moet je je naam, adres, telefoonnummer en andere contactinformatie vermelden. Gebruik om deze reden altijd gepaste taal in je klacht.
13. **Neem contact op met een bureau voor consumentenbescherming.** Je regio of stad kan heeft mogelijk een agentschap voor consumentenbescherming hebben. Deze agentschappen onderzoeken klachten van consumenten en kunnen een overtreding van wetgeving rond consumentenbescherming afdwingen.
Zoek online naar het voor jou dichtstbijzijnde agentschap. Ga hiervoor naar de Autoriteit Consument & Markt: https://www.acm.nl/nl.
Het agentschap kan de detailhandelaar wellicht aanklagen of een andere handhavingsactie tegen hem ondernemen.
14. **Ga naar een juridisch loket.** Als iemand fraude heeft gepleegd, kun je advies inwinnen bij het kantoor van je regio of via een rechtsbijstandverzekering. Je kunt het telefoonnummer online vinden. Er kan ook een online klachtenformulier zijn.
Het juridisch loket is alleen voor advies en zal je niet vertegenwoordigen in een rechtszaak. Wel kan je het bedrijf melden bij de Autoriteit Consument & Markt en kan er indien nodig een handhavingsactie in gang worden gebracht.
De Autoriteit Consument & Markt verzamelt informatie over frauderende bedrijven, zodat zij oplichters kunnen vinden en aanpakken.
15. **Meld fraude bij andere overheidsinstanties.** Veel instanties verzamelen informatie over fraude. je moet klachten indienen bij zoveel instanties als nodig. Kijk hiervoor op de website van de overheid:
De fraudehelpdesk. Je kunt oplichting melden via de fraudehelpdesk van de overheid.
econsumer.gov. Je kunt internationale internetfraude melden op deze website: https://www.econsumer.gov/en/Home/FileAComplaint/1#crnt.
IC3. Het Internet Crime Complaint Center aanvaardt klachten over internetfraude. Zowel het slachtoffer als een derde partij kan een klacht indienen. | nl.wikihow.com | {"url": "https://nl.wikihow.com/Een-klacht-indienen-om-je-geld-terug-te-krijgen", "language": "nl"} |
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.