text
stringlengths 4
22.7k
| label
class label 2
classes |
---|---|
Verleden week kreeg ik voor mijn verjaardag deze laatste Mankell cadeau en als superfan was ik daar dan erg blij mee. Ik vond het boek echter heel teleurstellend. Het las vlot dat wel maar ik vond het verhaal erg matig en de vertaling al even matig. Ik had echt het gevoel dat ik het script voor de film aan het lezen was.Ik vond echt dat dit boek de vergelijking met de Wallanderreeks of met De terugkeer van de dansleraar niet kan doorstaan. | 0neg
|
Mijn verwachtingen van dit boek lagen hoger dan toen ik het gelezen had. Meer omdat ik het me persoonlijk aan ging trekken denk ik. Met de schrijfstijl en het verhaal zijn beslist niets mis. Echter verloor ik de sympathie voor de hoofdpersoon. Dat maakte het voor mij heel lastig om het positief te zien. Ik durf het ook wel neer te schrijven. Zelf geleefd met een man die twee jaar lang ziek was. Ik heb het niet in mijn hoofd gehaald om naar andere mannen te kijken. De eerste jaren na zijn dood vond ik dat wel een worsteling in mijzelf om opnieuw te kunnen en te mogen beginnen, na het loslaten van mijn grote liefde, de vader van mijn twee kinderen. Ik schrijf dit erbij zodat iedereen kan lezen waarom ik niet positief ben over dit boek. Het is dus om persoonlijke redenen. | 0neg
|
ik vond het boek zeer langdradig er waren wel spannende stukken maar ik vond het veel te ingewikkeld voor mensen onder de 16 jaar en het was een veel te erg thema welke ouder wil zijn kind zien lezen over kinderprostitutie zwangere 14 jarige en heroïne snuivende tieners | 0neg
|
Het verhaal is mede door het gebruik van zeer veel verschillende namen, karakters en zaken moeilijk te volgen. Echt superspannend is het niet. De momenten dat het heel eventjes spannend lijkt te gaan worden, worden verder niet uitgediept en er wordt niet meer op teruggekomen. Voor mij zeker geen 4 sterren waard. Valt bij mij niet eens onder de catagorie thriller, maar een detective met een middelmatig verhaalverloop. | 0neg
|
Ik heb alleen het verhaal van Daniëlle Hermans gelezen, maar als dat het niveau is, dan laat ik het boek mooi in de winkel liggen.
Secreet (met c!) werd exclusief gepubliceerd op crimezone. Ik vroeg me eerst af of het om een quiz ging, waarbij de lezer zoveel mogelijk fouten diende te ontdekken. Er zijn er op álle gebied: taal, stijl, standpunt, decor, psychologie, spanning (in zoverre daarvan sprake is)...
Een voorbeeld: als je op je knieën de vloer schrobt van een krap hokje van anderhalve bij twee meter moet je toch al met een bedreven insluiper te maken hebben die plotseling naast je staat en je kan laten schrikken alleen van zijn schoenen die in je blikveld verschijnen.
En je hoeft toch ook niet naar hem om te kijken als hij naast je staat.
Een erg sterk staaltje: hoe een vrouw seks kan hebben met een man terwijl ze haar blik vastgepind houdt op zijn schoenen. (Even de Kamasutra raadplegen.) En dat terwijl ze ondertussen alles uit de kast haalt om hem tot een hoogtepunt te brengen. Het lukte haar altijd. Maar bij hem niet. (Tja, met die blik.)
Het lijkt me trouwens ook dat alleen een gespierde honkbalspeler een muntstukje kan gooien dat iemand vol op de neus raakt. (Auw.)
En dan ben ik nog maar aan regel 30. Wat een treurnis. Alsof het goede doel alles rechtvaardigt. | 0neg
|
Een thriller met een paranormaal tintje, het is weer eens wat anders, maar of ik er nou echt enthousiast van word.... Nee, ik niet.
Het verhaal gaat over een jongen James, die Biscuit genoemd wordt. Hij woont bij zijn oma, en op een goede dag komt zijn nichtje L.A ook bij OMa wonen. Het is duidelijk dat er iets gebeurd is met L.A, maar wat blijft lang onduidelijk. Intussen vinden L.A en Biscuit een lichaam van een verminkt meisje. Er komt dan een mysterieuze dame tevoorschijn die Bis een steen geeft. Ik zou verwachten dat deze steen belangrijk wordt in het boek, maar dit gebeurt niet.
Wel wordt duidelijk dat de hoofdpersoon "lijdt" onder zijn paranormale gaven.
Er gebeurt redelijk wat in het boek maar ik vind de verhaallijnen op de verkeerde punten benadrukt, dat haalde voor mij erg de spanning uit het boek. Het leest als het verhaal dat door een kind verteld wordt, terwijl je meer te weten komt dan een kind zou kunnen vertellen.
Al met al een bijzonder boek, een heel andere benadering dan we gewend zijn van literaire thrillers, misschien moet ik aan het genre wennen, maar voorlopig ben ik niet van plan een volgend boek van deze schrijver te lezen. | 0neg
|
Ik biecht op: ik ben eraan begonnen. Op hartstochtelijk aanraden van een lief meisje, waardoor ik de ernstige waarschuwing van de Onfeilbare in de wind heb geslagen. Ik biecht op de eerste twee hoofdstuken geboeid te zijn geweest, De Code beloofde een diepzinnige ontcijfering. En ik biecht op dat niettegenstaande een groeiende wrevel ik het boek (zo banaal, zo stijlloos) heb UITGELEZEN. Dit was voor Mijnheer Pastoor, mijn biechtvader, van nature geneigd geloofsafvalligen en ontaarden te tuchtigen in de geest van onze Katholieke Volksschrijver, voorlopig al zelfkastijding genoeg. Driemaal een Wees Gegroet Maria, en ik mocht nog op Genade hopen. De mildheid van de Heer houdt niet op mij te verwonderen. | 0neg
|
Heb meegedaan aan de leesclub,daarom heb ik het boek ook uitgelezen.
Was een moelijk en verwarrend boek voor mij.
Hoopte dat op het eind een ontknoping kwam,maar ook dat gebeurde niet.
Of ik heb het verhaal niet goed begrepen.Dat zou ook kunnen.
De achterflap maakte mij wel nieuwsgierig.Maar tijdens het lezen moest ik steeds nadenken : hoe zit het ,hoe was het.Moeilijk en verwarrend.
Het verhaal gaat over 3 verschillende personen en hun gedachtes en belenissen.
Hun verhaal wordt beschreven .Het loopt wel mooi in elkaar over.Dat vind ik geniaal gedaan.
Heb goed mijn best gedaan om het verhaal te snappen,maar het is me niet gelukt.
Daarom geef ik het boek 1 ster. | 0neg
|
Ik begrijp soms niet waarop sommige mensen het nodig vinden om een autobiografie van zichzelf op de markt te brengen, en dat vond ik ook van dit niemendalletje, zonde van mijn tijd.
2 sterren (ipv 1), omdat het wel redelijk goed geschreven is. | 0neg
|
Met Vertel me heeft Jackson een redelijk goed verhaal geschreven. Wat betreft haar personages scoort dit boek echter beduidend minder. Het zijn ondoordachte karakters, zelfs Nikki is een flauw personage te noemen. Ook de onderlinge relaties zijn maar halfslachtig beschreven. Dit maakt dat je niet betrokken raakt bij het verhaal. Blijkbaar was dit ook een tweede boek met Nikki Gillette en de allusies hierop waren storend, voor mij dan toch.
Het verhaal op zich was niet slecht maar het heeft mijn spannende verwachtingen niet ingelost. Aan het einde heeft de auteur echter wel voor een verrassende finale gezorgd, dat zag je absoluut niet aankomen, knap.
Vertel me heeft een goed geconstrueerde plot maar blijft wat betreft spanning en de karakters ondermaats. Gelukkig heeft Jackson aan het einde nog gezorgd voor een verrassende en spannende ontknoping om het enigszins goed te maken. | 0neg
|
Taal is zeg maar echt haar ding. Paulien Cornelisse is cabaretier, columnist en nu ook romancier: 'De verwarde cavia' is haar debuutroman. Ze gaf het zelf uit.
De verwarde cavia
Treed binnen in de wereld van communicatiemedewerker Caaf, een cavia tussen de mensen. Maak kennis met haar collega’s, ervaar het belang van een betrouwbaar koffiezetapparaat en huiver mee als het moederconcern zich met zaken gaat bemoeien. 'De verwarde cavia' is één lange parodie op het kantoorleven. Caaf probeert minimaal één mailing per week eruit te sturen en haar collega’s doen god-weet-wat. De kantoorcoterie vliegt je om de oren. Ze moeten immers wát doen. Eigenlijk is iedereen op kantoor een beetje verward.
Stoffige satire
Paulien Cornelisse is bekend als cabaretier en columnist. Wekelijks verschijnt er een column van haar hand in NRC Handelsblad. Haar eerste verhalenbundel verscheen in 2009: 'Taal is zeg maar echt mijn ding'. Dat ken je ongetwijfeld, want er werden 500.000 exemplaren van verkocht. Ik vond het fantastisch hoe ze allerlei ongemakkelijke situaties beschreef en het leven fileerde met een flinke dosis humor. 'En dan nog iets' verscheen in 2012. Nu heeft ze een roman geschreven én uitgebracht, maar die viel me flink tegen.
Het kantoorleven: vrijwillig opgehokt zitten om te werken aan taken die het leven vaak niet zinvoller maken. Het leven wordt er onnodig complex gemaakt door bijvoorbeeld dat zo vaak gehekelde managerstaaltje. 'De verwarde cavia' behandelt alle mogelijke kantoorclichés met regelmatige uithalen naar de taal der managers: ‘Ik ben meer van aanpakken,’ zeg collega Ruud van financiën. Uiteraard is er ook een groot plekje gereserveerd voor efficiëntie.
Caaf is van de communicatie, maar het enige wat ze doet is mailings schrijven en zelfs daarin is ze geen ster. Het vak wordt duidelijk in de zeik genomen. ‘Communicatie gaat ook in beelden,’ oreert de collega van financiën die de kersverse social mediamanager toespreekt als ze in haar vakantie niet heeft getwitterd. Niemand weet eigenlijk wát communicatie dan inhoudt. Dat de hoofdpersoon als communicatiemedewerker enkel bezig is met mailings is achterhaald. Als communicatiestudent kan ik zeggen dat het vakgebied veel verder gespecialiseerd is dan het sterk gedateerde beeld dat de auteur schetst. Dat weer Cornelisse ongetwijfeld ook. Toch mist deze satire aan originaliteit.
Om het kantoorleven draaglijk te maken, is Caaf bezig met mindfulness. Toch is ze verbaasd als ze even écht mindful bezig is: ‘Na een tijdje was ze per ongeluk echt geconcentreerd, en vloog de tijd om.’ Eigenlijk is de humor net te voorzichtig gebracht om grappig te zijn. Alleen de homoseksuele receptionist Roy liet mij schateren: ‘Je kunt je wel nacht na nacht laten uitwonen, maar uiteindelijk zit je dan met een leeg huis.’ De personages zijn sterk uitgewerkt, maar er ontbreekt een sterke spanningsboog wat het verhaal net zo saai maakt als het geschetste beeld van het kantoorleven.
(Deze recensie verscheen eerder op www.alexhoogendoorn.nl) | 0neg
|
Dit boek gaat over Eddie Spinola die na jaren zijn ex-zwager Vernon tegenkomt. Hij krijgt van Vernon een pilletje en neemt dit in. De effecten zijn verbazingwekkend en Eddie verlangt naar meer van deze wonderpillen. Hij zoekt zijn ex-zwager op, deze vraagt hem een boodschap voor hem te doen. Als Eddie terugkomt treft hij Vernon vermoord aan.
Eddie weet de hand te leggen op Verrnon zijn voorraad pillen, dit blijkt het smart drug MDT te zijn.
Eddie voelt zich geweldig na inname van MDT en buiten dat hij superactief wordt, wordt zijn geestelijk vermogen ook aangescherpt en komt hij tot enorme prestaties.
Maar hoelang blijft dit goed gaan en wat is het effect van MDT op langere termijn? Om dit te weten te komen dien je het boek zelf te lezen.
Het boek las vlot, af en toe een beetje technisch door bijvoorbeeld de uitleg bij de aandelenhandel maar dit stoorde niet.
Ik had er iets meer van verwacht vandaar mijn 2 sterren. | 0neg
|
Sinds ik 15 jaar geleden na een paar pagina's van een boek van een Stephen King (It?) nachtmerries kreeg van een pluche speelgoedbeest in een kast, heb ik geen horror- of griezelverhaal meer geprobeerd. Ik had Hex dan ook links laten liggen als ik had geweten dat het om een griezelverhaal ging. Hex ben ik gaan lezen omdat ik een science fiction/fantasy-verhaal van eigen bodem verwachtte, nadat ik Olde Heuvelts The boy who cast no shadow had gelezen. Een steengoed verhaal en dus noteerde ik de naam van de schrijver en nam me voor zijn nieuwste boek te lezen. Hex stond toen op het punt van uitkomen.
In eerste instantie koos ik Hex als bedboek, en las het daarom in dagelijkse kleine porties. Maar na enige tijd - zo'n beetje op de helft van het boek - leek het me raadzaam om het boek in de zonnige tuin verder (uit) te lezen:
Mogelijk waren het ruwe berken, maar de stammen waren zo oud en verweerd dat een leek het onmogelijk kon uitmaken. Ze deinden zachtjes krakend in de wind, de kale takken grillig als zwarte, uitgekristalliseerde bliksem tegen de staalgrijze lucht. Pieter keek omhoog en nu zag Stefan waar hij naar keek: zeker vijftien meter hoger, bijna bovenaan, hing [...]
Dat was zo ongeveer het moment dat ik naar de zon vertrok met het boek. Ik heb zelfs getwijfeld of ik zou doorlezen, want behalve dat ik het risico zou lopen slecht te slapen, houd ik simpelweg niet van horror. Omdat ik al zo'n eind gevorderd was en ik, ondanks alles, toch benieuwd was naar de afloop, las ik door tot het einde. Waarbij aangetekend moet worden dat ik een groot deel van de laatste veertig, vijftig pagina's 'diagonaal gescand' heb. Dat vond ik niks. Niet griezelig, niet spannend, niet lezenswaardig, niks. Saai. En erger nog: niet goed.
Tot even na halverwege is Hex een alleraardigst verhaal. Origineel, spannend en redelijk geschreven, hoewel Olde Heuvelt ook dan al de neiging heeft teveel uit te leggen. In de tweede helft van het boek laat Olde Heuvelt vrijwel niets meer aan het toeval of de verbeelding over en verklaart tijdens de gebeurtenissen en zelfs regelmatig vooraf, wat en hoe een en ander moet worden begrepen. Het is alsof hij bang is dat lezers van zijn verhaal hun eigen conclusies gaan trekken en hun eigen fantasie gebruiken.
Wat de reden er ook voor is geweest, ik ben er Olde Heuvelt dankbaar voor, want het bleek een uiterst effectief middel om te voorkomen dat ik 'echt' aan het griezelen sloeg, met als resultaat dat mijn nachtrust ongeschonden bleef. Dat laatste stel ik op prijs, maar het toont aan dat Hex - zelfs als ongecompliceerd griezelverhaal - onder de maat is. Jammer, dat het zo afloopt, want het begon, zoals gezegd, alleraardigst ... | 0neg
|
Rose, de oudere mevrouw die de hoofdpersoon is in dit verhaal, is prachtig. Maar haar persoonlijkheid slokt erg veel van de pagina's op, waardoor het bijna niet meer uitmaakt dat zij middenin het Parijs van de 19e eeuw leeft. Zelfs de beschrijvingen van de sloop en de herstructurering van Parijs (die centraal staan in het boek) zijn beperkt en wat kleurloos vergeleken met het gloedvolle verhaal over het leven van Rose zelf. Helaas blijft ook Rose een tamelijk beperkt uitgewerkt karakter dat zich als oude vrouw nog steeds hetzelfde gedraagt als als meisje van 17.
Eigenlijk heb ik het boek alleen uitgelezen omdat ik graag wilde weten of ze inderdaad met haar huis ten onder gaat of uiteindelijk gered wordt. | 0neg
|
'In het oog van de storm; Marie Curie ontdekt is Monique Meliefs eerste in eigen beheer uitgegeven historische roman. Hiervoor schreef zij nog twee andere boeken. Deze historische roman gaat over de befaamde Marie Curie. Zij was de eerste vrouw die de Nobelprijs voor natuurkunde won en de enige die deze prijs twee keer wist te winnen. De tot de verbeelding sprekende Marie komt in dit boek echter niet helemaal tot leven net zomin als de periode waarin het verhaal zich afspeelt.
Inhoud
Het verhaal begint in 1912 wanneer een zieke Marie Curie haar heil zoekt in Engeland om te herstellen. Naast haar lichamelijke problemen blijkt zij ook achtervolgd te worden door de pers vanwege een relatie met een ongelukkig getrouwde man. De hieruit ontstane hetze heeft helaas gevolgen voor haar wetenschappelijke carrière. In Engeland moet ze beslissen wat ze met de rest van haar leven gaat doen. Gaat ze terug naar Frankrijk? Blijft ze in Engeland of gaat ze terug naar haar geboorteland Polen om haar wetenschappelijke carrière voort te zetten?
Om tot een beslissing te komen moet zij eerst alles op een rijtje zetten. De aanwezigheid van haar kinderen, een vriendin en een suffragette helpt haar het een en ander uit te zoeken.
Flashbacks
Het boek beoogt geen biografie te zijn. Het beschrijft een klein deel van Marie Curie’s leven en wordt door de schrijfster ingevuld en vormgegeven met gebruikmaking van historische bronnen. Middels flashbacks die ingeleid worden door dromen en herinneringen, schetst de schrijfster een beeld van Marie’s verleden. De eerste grote flashback, in hoofdstuk vier, leidt echter tot verwarring bij de lezer. Dit komt omdat het voorafgaande hoofdstuk de flashback niet aankondigt . Vanwege de titel ‘ Tussen hoop en vrees 1871-1881’ weten we dat we terug in de tijd gaan maar het is niet nog niet duidelijk of ook het vertelperspectief verandert. Het blijft dan ook lang onduidelijk of de schrijfster ons info verstrekt of dat Marie zelf haar verleden met ons deelt. Gaandeweg zijn er zinnetjes zoals ‘ze herinnerde zich vooral’ die lijken te duiden dat het Marie zelf is die vertelt maar wat de insteek van de schrijfster is, is nog niet echt duidelijk. Pas wanneer we in hoofdstuk vijf aanbelanden, wordt helder dat het een door Marie vertelde herinnering betreft. Dit komt een beetje gekunsteld over net als de manier waarop de herinneringen gepresenteerd worden. Ze hebben geen onderling verband en worden in aparte alinea’s vermeld. Ook lijken ze niet helemaal chronologisch te zijn waardoor je het idee hebt dat de stukjes willekeurig bij elkaar geplakt zijn om de lezer van de benodigde achtergrondinformatie te voorzien. Dit doet nogal rommelig aan waardoor je het spoor bijster raakt. Gelukkig lopen de flashbacks die hierop volgen al een stuk gesmeerder doordat ze van te voren ingeleid worden.
Geen ‘historisch’ gevoel
Het vertelperspectief blijft het hele boek door hetzelfde. We zien door de ogen van Marie en ervaren wat zij denkt. Dat is niet altijd even boeiend en de eentonigheid ligt op de loer. We moeten middels de dialogen met de andere twee dames uitvinden hoe zij naar Marie kijken. Daar komen we niet heel ver mee omdat het oogpunt van Marie het grootste gedeelte van het boek inneemt. De dialogen gaan vooral over emancipatie en over hoe moeilijk het is om gezin, huishouden en werk met elkaar te combineren. Marie blijkt alle taken tegelijk te hebben gedaan zonder dat haar man thuis een hand uitstak. Deze discussies en de setting ervan komen zo hedendaags voor dat het moeite kost je voor te stellen dat het boek zich in de 19de en 20ste eeuw afspeelt. Je krijgt het gevoel bij een uitzending van Koffietijd te zijn. Hier ontbreekt het perspectief van het leven van vrouwen uit de lagere klasse. De tegenstelling tussen vrouwen uit de gegoede en de lagere klasse zou voor meer diepgang en historisch besef gezorgd hebben.
Tam
Marie blijkt nogal tobberig en in zichzelf gekeerd te zijn en dat versterkt de eentonigheid van het verhaal. Ze laat niet veel over zichzelf los en lijkt bovendien niet erg strijdbaar te zijn. Zo weet ze niet veel over vrouwenkiesrecht en dat kan haar ook niet veel schelen. Ze lijkt ook niet bezig te zijn met haar positie als vrouw in de mannenwereld. Het lijkt net alsof alles haar overkomt, alsof zij niet zelf voor haar positie heeft gevochten. Waar is die boeiende vrouw die zoveel klaar speelde? Tot nu toe komt het verhaal nogal tam over.
Mary krijgt body
Pas halverwege krijgt het verhaal meer schwung en kan de lezer zich beter verplaatsen in Marie en in het tijdsgewricht waarin zij leefde. Ook de persoon Marie Curie krijgt meer body. Hoewel ze niet helemaal de stoere zelfverzekerde vrouw is die je verwachtte, krijg je een duidelijk beeld van een zeer gedreven vrouw wanneer het over haar onderzoek gaat. Hoewel ze zich op het gebied van huishouden en gezin aanpast aan de gestelde verwachtingen, is ze de drijvende motor achter het onderzoek naar radium. Niets gaat haar te ver, ze is een echte workaholic.
Daarbij gaat het haar niet om persoonlijke erkenning. Wat telt is het wetenschappelijk onderzoek.
Autistisch?
“Ze bleef het lastig vinden om de bedoeling achter de woorden te pakken”
In sociaal opzicht lijkt ze contact gestoord. Wanneer mensen iets van haar willen weten reageert ze achterdochtig. Ze is ook enigszins wereldvreemd want ze begrijpt niet goed hoe andere mensen denken en het lijkt alsof ze zich niet goed in anderen kan inleven. Zo zag ze de reactie van het publiek op haar affaire met een getrouwde man niet aankomen. Met maatschappelijke vraagstukken zoals de Russische bezetting van Polen hield ze zich liever niet bezig. Het roept de vraag op of de intelligente Marie niet een of andere vorm van autisme had. Het zou haar gedrag voor een flink deel verklaren.
Of Marie Curie echt was zoals ze in deze historische roman wordt afgeschilderd blijft natuurlijk de vraag. Het dankwoord geeft hiervoor geen aanknopingspunten. Uit andere bronnen blijkt wel dat ze leed aan depressies. Het boek zelf schetst tevens een vrouw die zich iedere keer weer opnieuw emotioneel uitlevert aan de mannen waarop ze verliefd wordt. Het beeld van sterke zelfstandige en onafhankelijke vrouw behoeft dus enige aanpassing.
Conclusie
Van een historische roman verwacht ik een evenwichtig en boeiend relaas. Dit boek voldeed echter niet aan deze verwachtingen. Het tamme en rommelige begin en de wat slappe dialogen zorgden ervoor dat de persoon en het tijdperk niet invoelbaar en geloofwaardig waren. Het tweede deel daarentegen liep op allerlei gebied een stuk gestroomlijnder waardoor Marie een vollediger en invoelbaar mens werd. Daardoor werd het verhaal gelukkig een stuk interessanter.
In het oog van de Storm is daarmee een wat onevenwichtige roman die de lezer niet mee op sleeptouw weet te krijgen. | 0neg
|
Mwah... Saai boek. Op zich wordt Sicilië, of beter gezegd de traditie rond Sant'Agata leuk beschreven, maar verder deed het boek me niet veel. | 0neg
|
Ben een fan van mankell maar dit boek was saai. | 0neg
|
Eerder een flauw verhaaltje. Maar zoals het steeds gebeurt, wil je wel graag de afloop weten. Voor een zekere spanning die wil dat je blad na blad omslaat is het wel lang wachten geblazen. Vooral naar het einde toe is dat wel het geval. Het is mijn eerste kennismaking met Koontz en ik moet eerlijk bekennen dat ik niet te springen sta om een tweede boek van deze veelschrijver te gaan lezen. | 0neg
|
Vermits het boek hier en daar wat positieve recensies kreeg, hoopte ik dat het toch een beetje op de eerste boeken van Patricia Cornwell zou lijken.
Maar ik kwam bedrogen uit. Dit is het meest saaie boek dat ik in tijden heb geleden.
Maak er een verhaal van 50 pagina's van en dan valt het best te pruimen. | 0neg
|
Uitgeverij Cossee viert haar vijftienjarig bestaan met zes heel kleine uitgaven in broekzakformaat. Eén van de bundeltjes van 17 bij 11 cm, is Liefde en puin van Hans Fallada (1893-1947). Het al minuscule boekje bedraagt vijf korte verhalen over personages die na de Tweede Wereldoorlog hun leven opnieuw invulling en zin moeten geven én bovenal de dag moeten zien door te komen. Hoewel het bij vlagen romantische passages kent, is het voornamelijk kenmerkend voor naoorlogse literatuur: duister en grimmig en zo vreselijk ouderwets.
Door boeken als deze starten schoolgaande tieners hun schooljaar met lood in de schoenen. Hun grootste angst is dat ze dit soort boeken moeten lezen: grauw tot op het bot, een overvloed aan te ouderwetse woordkeuzes en versteende zinnen die een ‘ver-van-mijn-bed-show’ zijn voor de gemiddelde lezer. En dan zijn we nog niet aangekomen bij het verhaal dat zich voltrekt in niet al te opwindende of begrijpelijke zinnen. Als Fallada al gelauwerd wordt om zijn schrijfkunsten, is dit de verdienste van de oude garde. Bij het lezen van dit boek, begint er zo’n krakende stem in je hoofd te schallen die je hoort als je een oud filmpje bekijkt van Prinsjesdag of Koninginnedag omstreeks 1930 (‘In den beginne van de dag zien we een alleraardigst geklede koningin die duidelijk in haar nopjes is…’). Hoewel het vaak een teken is van respect om het werk van een oude schrijver in zijn oorspronkelijke staat opnieuw uit te geven, is het in dit geval vooral een teken van hoe gedateerd sommige werken zijn. Niet alleen geeft de woordkeuze blijk van die gedateerdheid, maar ook het feit dat het verhaal bijna in zijn geheel verteld wordt en er geen ruimte is voor een boeiende dialoog. Al is het verteltempo wel aangenaam hoog…
Fallada doet een moedige poging om te laten zien hoe verbonden liefde en puin – of: verval – zijn. De auteur laat zien dat liefde niet kan ontstaan én blijven bestaan zonder de keerzijde van liefde: jaloezie, vervreemding en verlatingsangst. Over hoe mensen te pas en te onpas weer met elkaar in katzwijm vallen, terwijl de ernstige gevolgen van de oorlog terug te zien zijn in de ruïnes om hen heen. Fallada spot met al die stelletjes die vol hoop hun blik richten op de toekomst. Hij spot echter ook met de gewone man, in wie ieder zich kan vinden omdat Fallada zijn personages zo diepmenselijk portretteert. Fallada schrijft over thema’s die altijd universeel zullen blijven: liefde, jaloezie, angst en hoop. Hierdoor zou je kunnen zeggen dat hij ook doordringt tot onze tijd. Dát zou echter een te boude stelling zijn. Juist door het engagement van Fallada met zijn eigen tijd, voel je als lezer de distantie met de huidige tijd waarin we leven. Dat nodigt de lezer uit om zich te verdiepen in de historische context, om bepaalde zaken beter te kunnen plaatsen. Het is echter een kwestie van smaak en interesse om dit ook daadwerkelijk te doen.
Het kleine pocketboekje Liefde en puin is gezien het formaat makkelijk om mee te nemen, maar het is nóg makkelijker om het niet te lezen. Waarom? Om het simpele feit dat dit boek niet rechtdoet aan de schrijver die op terechte wijze faam maakte met boeken als Alleen in Berlijn en Wat nu, kleine man?. Zowel de schrijfstijl als de inhoud als de bijna ondraaglijke woordkeuze eisen zoveel van de lezer, dat ze beter tot hun recht komen als we ons als lezer kunnen concentreren op een boek met één verhaal en meer verdieping. | 0neg
|
Wie ervan houdt om weg te kwijnen in ellenlang romantisch gekeuvel, moet zeker dit boek eens lezen. Ik heb mezelf overtroffen door het 18 hoofdstukken vol te houden. Maar helaas ging het alleen van kwaad naar erger. | 0neg
|
Ik heb dit boek niet helemaal uitgelezen,ik begon me op een gegeven moment enorm te irriteren aan de hoofdpersoon.
Het is voor mij een raadsel hoe ze zulke doorzichtige leugens kon geloven, en elke keer weer een eind aan de relatie wil maken maar toch steeds weer zijn gladde praatjes gelooft en dan weer o zo blij is met haar vent.
Ik weet dat liefde blind maakt, maar dit vind ik wel een beetje erg goedgelovig en naief. | 0neg
|
De opwinding over dit boek is me niet duidelijk geworden. Het begin is spannend gecomponeerd, het versnijden van het verhaal is ook mooi gedaan, maar gaandeweg vervalt de schrijfster in nogal wat irritante en overbodige herhalingen. Wat me naarmate het verhaal vorderde het meest ging tegenstaan waren de voortdurende en overdreven emotionele taferelen - iedereen raakt constant overstuur - en de kinderachtige soapdialogen tussen de louter labiele personages.
Qua taal valt er nog wel meer tegenstrijdigs en onduidelijkheid aan te wijzen. Laat ik mijn treurzang besluiten met de mededeling dat ik het boek tóch heb uitgelezen, louter om te weten hoe de kluwen uiteindelijk ontward wordt. En zelfs dat viel me nogal tegen, wat een geworstel. | 0neg
|
Nadat ik de film voor de tweede keer gezien had leek het me leuk om (gedeeltelijk ter vergelijking) het boek waarop de film gebaseerd is te lezen. Ik vind het altijd interessant om te zien hoe boek en film zich tot elkaar verhouden en wat er anders is. Meestal gaat het boek dieper op zaken in; gewoon omdat dit nu eenmaal makkelijker gaat in een boek dan in een film. Dat is hier niet het geval. Eerder het tegenovergestelde.
Vergeleken met het boek is de film een flinke verbetering. Er zijn verschillende veranderingen aangebracht die de film absoluut ten goede komen. Sterker nog: als de namen van de personages anders waren geweest dan had ik waarschijnlijk niet eens geweten dat The Silver Linings Playbook film op dit boek gebaseerd is. Het enige personage wat enigszins hetzelfde is als in de film is Tiffany en zij is dan ook meteen het meest sympathieke en interessante personage.
Het grootste nadeel van het boek ten opzichte van de film vond ik de manier waarop het verhaal vormgegeven is. De hoofdpersoon, Pat, beschrijft zijn leven in een dagboek. Het probleem is dat Pat - een man van in de 30 - op een nogal kinderlijke manier dingen verwoordt. Het wordt al snel uitermate vervelend om een volwassen man over gedachten, gevoelens en gebeurtenissen te horen vertellen zoals je zou verwachten van een jongetje van tien.
Uiteindelijk volgt er een verklaring voor de simpele denkwijze van Pat, maar dan heb je er als lezer wel al bijna 300 pagina's van een bijzonder onnozel en (helaas) niet bijster interessant verhaal op zitten.
Conclusie: geef mij maar de film. | 0neg
|
Dit is deel 2 uit een serie rond commissaris Martin Servaz. Deel 3 had ik zelfs al in huis. Ik was enthousiast na het lezen van deel 1 uit de reeks van Franse auteur Bernard Minier.
Okay: deel 1 - in het Nederlands vertaald als "Kille Rilling" - start al afgrijselijk? Na een aantal gelijksoortige thrillers van Jo Nesbo, was het een intrigerende en veelbelovende start. De allerbloederigste toestanden sloeg ik over en als je in het Frans leest, komen de allerheftigste passages wat gefilterd door.
In deel twee speelt opnieuw de Zwitserse sado-masochistische serie-moordenaar een rol. Dat is nog niet helemaal duidelijk, als commissaris Servaz door een vriendin opgebeld wordt. Haar zoon wordt beschuldigd van moord.
Al snel gaat Servaz twijfelen. De jonge student beweert gedrogeerd te zijn. De enscenering is te uitgekiend. Zijn team twijfelt aan de hypothese van Servax, maar één van de andere personages uit deel 1 leest het verhaal in de krant. Ook zij denkt dat er meer aan de hand is.
Al vrij snel begon het boek mij tegen te allen - ondanks het Frans. Sommige blunders van de commissaris tergen de lezer. Daarnaast is het niveau nog gruwelijker dan in deel 1.
Mij bekroop het gevoel: geniet de auteur hier niet een beetje te veel van? Jo Nesbo merkt op, dat zijn Harry een heel duistere persoon is. In Minier's boeken is het niet de commissaris, maar is het de enscenering van moorden.
Denk je even in: een boek wordt meerdere keren herschreven of aangepast door een auteur, vóór het gepubliceerd wordt. Persoonlijk, word ik misselijk van te veel bloed, geweld en met name te uitgebreide beschrijvingen daarvan. Wat zegt het over een schrijver, dat die het noodzakelijk vindt gruwelijke moorden gedetailleerd te beschrijven? Bedenk even, dat een auteur de keuze heeft, van hij of zij schept de wereld, de realiteit en personages in de boeken.
Zoals ik gestopt ben met het lezen van Jo Nesbo's boeken - hoe goed ook; zo bracht ik deel 2 en 3 uit Bernard Minier's serie snel terug naar de bibliotheek. De wereld is al ziek genoeg, zonder dat je je vrije uren doorbrengt met het lezen van op het randje balancerende thrillers over sadomasochisme, martelen etc.
Voor jou misschien een geweldige serie; voor mij te gewelddadig. Doet geweld, extreme moorden en dergelijke zaken jou niets? Dan zou ik éérst deel 1 lezen; in het Frans of Nederlands, vóór ik aan deel 2 of 3 begin. | 0neg
|
Tot de dood ons scheidt is het vijfde boek in de serie met hoofdinspecteur Thomas Berg, een personage dat een voltreffer is.
Zoals in zijn andere boeken verweeft Jo Claes ook hier historische en mythologische elementen in het boek. Ook architecturale ornamenten zoals figuren in huisgevels en het grafmonument vanop de kaft, beeldhouwwerken in de Leuvense universiteitsbibliotheek en het schilderij Het laatste avondmaal van Dirk Bouts (kunstschilder uit de Vlaamse Primitieven) passeren de revue. Meer nog, het is de constructie waaraan heel het misdaadverhaal is opgehangen. En dit heeft Jo Claes knap uitgedokterd, het is weer een plot om U tegen te zeggen.
Zijn personages komen zeer realistisch over, ze kunnen zomaar je buurman of -vrouw zijn, klein menselijk alhoewel sommige figuren tot de verbeelding spreken. De overleden Louise kende warempel enkele 'groten der aarde' en zwierf langs alle continenten.
Toch zijn er enkele ongerijmdheden te bespeuren in deze roman en dat kan flink storend zijn ook al zijn het kleinigheden. Zo loopt er af en toe iets fout in de tijdsaanduiding bijvoorbeeld. Op een gegeven moment is Berg totaal verwonderd over een familieverband dat hij niet kende. Dit leek zo onwerkelijk, dat hoorde immers tot de basis van het onderzoek. Dat zijn toch steken die Claes ditmaal heeft laten vallen.
Nog een minpunt en ditmaal een groter, is dat zo ongeveer heel het onderzoek bijna uitsluitend verloopt aan de hand van deductie, veronderstellingen en hypothesen die aangedragen worden zowel door Berg als door Chloë en Dries, de twee gedupeerden van de familie Haelterman. Dat maakt dat het verhaal niet altijd even boeiend is.
Tot de dood ons scheidt is een boek met een goed bedachte plot en mooie personages. Er gebeurt niet veel in en zelfs dat kon het verhaal niet spannend of boeiend maken, Jo Claes heeft al betere boeken geproduceerd. Maar dit wil niet zeggen dat dit een slecht boek was, het was zeker oké. | 0neg
|
In mijn eerste recensie ben ik behoorlijk teleurgesteld in het boek "ken mij niet" .
Voor mij onbegrijpelijk dat dit boek overladen is met sterren, het wordt zelfs een heerlijk boek gevonden ! In het kort; de hoofdpersoon wordt op jonge leeftijd ontvoerd en wordt jarenlang misbruikt. Ze weet te ontsnappen maar politie en/of familie zijn niet in beeld, waarom wordt niet duidelijk.
- spoilers verwijderd door de Hebbanredactie - | 0neg
|
Via de Buzzz-club ontvangen en enthousiast aan begonnen... Maar ik kan er weinig aan doen: ik kom er niet door. Dat ligt met name aan het begin van het boek ben ik bang (open deur, haha).
Ik kan er niet zo goed tegen als halve bladzijden gewijd zijn aan materiaal en kleurkeuze van het meubilair, of aan de kledingkeuze van de hoofdpersoon. Tussendoor iets meer info: prima. Maar gedetailleerde beschrijvingen hoef ik niet. Ik lees graag omdat ik mijn verbeelding kan laten spreken. Daar wil ik graag ruimte voor, en dat vond ik niet in het begin van dit boek.
Dat leidt er dus ook toe dat ik het boek steeds weer aan de kant legt, en, zoals nu, laat liggen.
Ik beloof dat ik nog wel weer een poging waag, en als ik verder kom voeg ik wel een nieuwe recensie toe. Tot die tijd... | 0neg
|
Nieuwsgierig door de lovende kritieken op de achterflap heb ik dit boek gekocht, Met heel veel moeite heb ik me hier door heen geworsteld. Binet geeft ongeveer om het hoofdstuk commentaar op andere schrijvers die over de 2de wereldoorlog schrijven (en fictie gebruiken, dat haat hij) of nutteloos commentaar over zijn eigen liefdesleven.
Als hij al zijn commentaar hoofdstukken had weg gelaten was dit een spannend boek geweest maar het is totaal mislukt. De fictie waar hij andere schrijvers van beticht gebruikt hij zelf ook af en toe. Verder laat hij veel te zijn gedachten die heen en weer schieten achter in het boek, vaak nutteloos en irritant.
Wat mij betreft zonde van het geld. | 0neg
|
Leuk boek. Geen nieuwe inzichten, wel grappig verteld.
(Gelezen in augustus 2008) | 0neg
|
Het verhaal speelt zich af in 1939 en gaat over de Duitse Lisa Becker, woonachtig in Hanau, die 13 jaar is als haar moeder haar op een van de laatste felbegeerde plekken van een kindertransport zet. Haar vader is opgepakt door de Gestapo en haar moeder en haar blinde broertje blijven achter in Duitsland.
Dit kindertransport brengt haar naar Londen. Alleen in een vreemd land, de taal niet machtig, moet Lisa zich zien te redden. Met hulp van haar nieuwe pleegouders en lieve vrienden, waaronder plaatsgenoot Heinrich Schwartz, gaat dit haar al snel goed af en bouwt ze langzaam maar zeker een goede band op met haar pleegouders, Dan en Naomi Federman, die zelf geen kinderen kunnen krijgen.
Maar dan begint de Blitz. Tijdens een bombardement vlucht Lisa over straat, op weg naar een schuilkelder, als vlakbij een bom ontploft. Wanneer ze bijkomt in het ziekenhuis, weet niemand wie ze is, zijzelf ook niet.
Omdat ze tijdens de vlucht met een man was, die haar probeerde te beschermen, denken ze in het ziekenhuis dat ze zijn dochter was en krijgt ze de naam Charlotte Smith toegewezen. Ze komt terecht in een weeshuis, waar Caroline zich over haar ontfermt. Maar als de bombardementen erger worden, besluit Caroline haar zus Avril te bellen, die op het platteland in Wynsdown woont. De weeskinderen worden onder gebracht in verschillende pleeggezinnen en Charlotte krijgt een plekje bij juffrouw Edie, die haar verloofde is verloren tijdens de Eerste Wereldoorlog. Omdat Charlotte af en toe Duits praat, denken ze dat zij uit Duitsland komt en de band tussen haar en juffrouw Edie verloopt in het begin dan ook erg moeizaam. Maar als snel blijkt dat Charlotte ook slachtoffer is van de oorlog.
Ondertussen in Londen denken Dan en Naomi dat Lisa is omgekomen tijdens de bombardementen, omdat ze hun verteld had dat ze bij een vriendinnetje ging spelen en hun huis helemaal verwoest is en ze horen dat er geen overlevenden zijn. Wanhopig gaat Naomi op zoek naar Lisa en komt ook bij het ziekenhuis waar zij lag, maar omdat Lisa een andere identiteit heeft, denken ze dat zij daar niet was.
Heinrich, die zich nu Hary Black heeft genoemd, denkt ook dat Lisa dood is en besluit Dan te gaan helpen bij de vrijwillige brandweer. Door er wringen uit zijn verleden is zijn vertrouwen in de medemens weg en neemt hij allerlei verkeerde beslissingen, die hem in de gevangenis doen belanden.
Op het platteland is Lisa gelukkig en heeft haar draai helemaal gevonden. Ze bouwt een goede band op met de jongen Billy Shephard, waar ze vaak komt om klusjes te doen op de boerderij. Ze krijgen warme gevoelens voor elkaar.
Hoe dit verhaal verder gaat en of ze ooit haar pleegouders uit Londen of zelfs haar biologische ouders nog terugziet? Daarvoor moet je zelf het boek gaan lezen!
De schrijfstijl van dit boek is kinderlijk eenvoudig. Doordat er vanuit verschillende personages geschreven wordt blijft het verhaal nog wel boeien, maar er wordt bijvoorbeeld over emoties nogal vlak geschreven en ook de invloed van de Blitz is nogal vlak, wat erg jammer is, want daardoor mist het boek echte diepgang, die je zeker bij een schrijfster die al wat ouder is, toch echt wel mag verwachten. Ook kloppen bepaalde historisch feiten niet met de werkelijkheid, maar dat vond ik zelf niet heel storend. Al met al is het een mooi verhaal, wat nog mooier had kunnen zijn. Daarom voor mij twee sterren. | 0neg
|
Na een heel sterk begin, en mijn gedachte dat ik eindlijk weer eens een mooi boek ter hand had genomen, verzandt het verhaal in een en al negativisme.
Negatief over ontwikkelingshulp, over subsidies, cultuur ja eigenlijk over alles.
Het kon mij niet meer boeien en na zo n 140 pagina's heb ik de handdoek in de ring gegooid. | 0neg
|
Ik heb dit boek gekregen. Ik vond dat er heel mooie tekeningen stonden in dit boek. Maar verderwas het nogal saai. Het verhaal vond ik niks. | 0neg
|
Ik vond het een vreselijk saai boek. Ik had dit boek op mijn verlanglijstje staan, maar hij viel heel erg tegen. De schrijfstijl/ taalgebruik kon mij niet boeien, Halverwege het boek ben ik er mee opgehouden en ik heb het boek dan ook niet uitgelezen. | 0neg
|
Een schijnvrouw. Wat is dat voor jou? Al denkend zou je op de volgende punten kunnen komen: Een schijnvrouw is iemand die zich anders voordoet dan zij is: ‘keeping up appearances’. De negenendertigjarige Emma hoeft de schijn in ieder geval niet op te houden want ze heeft alles al: een succesvolle baan als juriste, een leuke LAT-relatie, een gezellige familie. Een leven zoals veel van ons ambiëren. Is dit leven echter wel zo ideaal als het lijkt? Emma krijgt een burn-out en verliest haar baan. Wanneer ze ook nog een dierbare verliest, wordt ze geconfronteerd met zichzelf. Heeft Emma zich niet te veel laten leiden door haar omgeving? Wat blijft er eigenlijk nog van haar over als alles aan de ‘buitenkant’ wegvalt?
Sandra Heerma van Voss (1972) is werkzaam als freelance journaliste bij onder andere NRC Handelsblad en NRC Next. In 2011 publiceerde ze bij De Arbeiderspers de interviewbundel Familiealbum. In deze bundel zijn de mooiste afleveringen van de rubriek ‘Familiefoto’ uit het NRC Handelsblad gebundeld en deze portretteren daarmee een eeuw Nederlandse familiegeschiedenis.
Heerma van Voss toont zich ook in Schijnvrouw een waar portrettist. Een hele waslijst aan bonte karakters in het leven van hoofdpersonage Emma komt voorbij. Heerma van Voss beschrijft hen met vlotte en humoristische pen. De diepste zielenroerselen van de karakters komen niet echt aan bod. Dit maakt de personages vlak, maar dit past wel bij het thema ‘schijn’ dat in de hele roman terugkomt. De diepste gedachten van bijvoorbeeld Luuk, Emma’s vriend, zal je niet lezen. Wel leer je hem kennen aan de hand van zijn uiterlijk: “Zijn iele postuur en fijne handen pasten niet bij een tap - hoe was hij hier beland?” Deze wat oppervlakkige en soms komische beschrijvingen worden positief overdreven in drie intermezzo’s. Het lijkt in deze tussenstukken wel alsof een stel dames naast jou roddelen en fluisteren: “Beste kerel, daar niet van. Praktische type, Delftenaar – geen omgevallen boekenkast zullen we maar zeggen, en in de schouwburg zou je hem al helemaal in geen honderd jaar aantreffen, dus dat verhaal over hoe ze elkaar daar toevallig in de foyer hadden ontmoet vonden wij niet erg plausibel. Een contactadvertentie is toch niks om je voor te schamen, zou je denken, maar goed.” Deze stukken benadrukken hoe de buitenwereld een buitenkant beoordeelt en daarom hadden ze best vaker dan drie keer mogen voorkomen.
De stem van Emma gaat helaas verloren in de vele beschrijvingen van de mensen om haar heen. Af en toe leer je haar wat meer kennen en dat maakt nieuwsgierig. Zo voert Emma als zij thuis is een aantal dwanghandelingen uit: “Tellen – tellen tot 24 want het was 24 december vandaag, of nee één erbij want anders wordt dit je sterfdag, 25 keer tot 25 tellen met de handen op de rug want anders krijg je asbestkanker.” Na die twee pagina’s komt het dwangmatige handelen niet meer terug, terwijl er nog ruimte is voor verdere uitwerking. De karaktertrek lijkt zo uit de lucht te vallen, om vervolgens weer op te lossen. Het personage Emma mist hierdoor diepgang en blijft net zoals de andere personages vlak.
Heerma van Voss is er in geslaagd om Emma te portretteren als een ware schijnvrouw. Ook zet ze treffende karakterbeschrijvingen op papier. Ze laat echter tegelijkertijd kansen liggen. Deze soepel lezende roman was nog beter als het roddelen was overdreven en de schrijfster Emma meer gelaagdheid had gegeven. | 0neg
|
Wat een flauwe dialogen, stomme humor, ongeloofwaardige 'overval' op de nationale bank... Ik heb wat "gesprekken met" gelezen en besloten : Lauryssens lezen is tijdverlies. Had er veel van verwacht, maar hoe Lauryssens ooit de Hercule Poirotprijs kreeg, is mij een raadsel. Als je wil lezen hoe het wel moet: De mannen van de maandagochtend van Ferdinandusse en Ross lezen. Ijzersterk, boeiend, de juiste dosis actie en humor! En Lauryssens... Laat maar zitten... | 0neg
|
Waarom mag je geen nul sterren geven.
Een boek met taalfouten. Een boek met een gejat thema, dat niet verder komt dan wikepediawijsheid.
Zelfs daarvan gekopieerd.
De werkelijk onvoorstelbare simpele seksscène in het café. Welke vrouw trekt haar bh uit op de wc en showt die dan in een ipenbare ruomte. Een lepeltje op de grond gooien als je aan de wijn en wiskey zit? Dan heb ik geen lepeltje en het is wel heel heel simpel.
Ik stop met verder fileren van dit boek.
Daarvoor zijn veel te veel woorden voor nodig.
Of is het veels te veel? | 0neg
|
In Rood kwik ontmoeten we een soort hard-boiled speurder die op z'n Hollands aan het werk gaat. Beetje knokken, reizen, aanwijzingen natrekken, rapportje schrijven, nagezeten worden door sinistere Italianen, hier en daar een wip en dan min of meer terloops uitvogelen hoe de vork in de steel zit. Qua sfeer roept het herinneringen op aan de typisch Nederlandse films uit de 60er en 70er jaren. Het is onbegrijpelijk, misschien wel onbetamelijk, dat op de cover van Rood kwik het stempeltje 'literaire thriller' is geplaatst. Ik weet nu zeker dat deze term een lege huls is. Rood kwik is onderhoudend geschreven, maar zeker niet meer dan dat. En echt billendichtknijpend spannend is het evenmin.
Wat ik waardeer in dit debuut van Alwin van Ee? Het met vlagen studentikoos aandoend woordgebruik, woordgrappen als de oudere hoeren Cindy en Kaat (samen het 'cindykaat') en de Vlaamse bijdragen van vriend Pat.
Mocht Signature vragen om van Ruben een 'Return To' Sender te maken dan doet Alwin er verstandig aan voor de extremiteiten te gaan. | 0neg
|
De naam Maile Meloy doet bij weinig lezers een belletje rinkelen. Ze is in de Verenigde Staten bekend om haar jeugdverhalen en familiesaga’s, maar stapte recent over naar het schrijven van thrillers. Blijf rustig (Do not become alarmed) is in dit genre haar debuut en werd ook prompt in het Nederlands vertaald.
Tijdens de cruise die hen van Centraal-Amerika naar Californië voert, brengen de gezinnen van Liv en Nora, twee nichtjes, liever de tijd aan boord door en doen niet mee aan trips op het vasteland. Op een dag besluiten ze dit toch te doen en gaan samen met een Argentijns stel dat ze hebben leren kennen, op stap met gids Pedro. Onderweg krijgen ze autopech en besluiten dan maar een dagje aan het strand door te brengen. Maar daar loopt alles grondig mis. Terwijl de mannen zich tegoed doen aan een partijtje golf, Nora zich op een afgelegen plekje vermaakt met gids Pedro en Liv op het strand in slaap valt, verdwijnen de zes kinderen. De ouders, gewend aan de veiligheid en geborgenheid van het cruiseschip, beschuldigen elkaar van deze tragedie, terwijl de kinderen in allerlei gevaarlijke situaties terechtkomen en bij zichzelf ongekende krachten naar boven halen om te kunnen ontsnappen.
Een vreemd land, een cruise en kinderen die verdwijnen – ingrediënten voor een beloftevol verhaal. En in het begin is het dat ook. Maar dan zakt het verhaal compleet in en wordt het ongeloofwaardig. De warrige schrijfstijl van Meloy draagt hier zeker toe bij. Alles wordt door de auteur voorgekauwd. Niet alleen de schrijfstijl is hier schuld aan, maar zeker ook de karaktertekeningen van de diverse personages die op geen enkel moment sympathie of medelijden opwekken. Integendeel. Af en toe zijn ze soms ronduit irritant in hun gedragingen. Hoe gedraag je je als ouder als je kinderen spoorloos verdwijnen? Je slaapt amper, je holt van hot naar her om toch maar zelf iets te kunnen doen en je valt constant de politie lastig om een brokje informatie te krijgen. Niets van dit alles bij deze gezinnen. Een slaappilletje om de nodige nachtrust te krijgen, een masturberende man die zijn frustraties kwijt wil omdat zijn vrouw alleen maar wil slapen en zelfs af en toe een rondje hardlopen lijken wel normaal onder deze omstandigheden.
Het hele verhaal wordt verteld door negen personages, waarvan de kinderen zelf het interessants zijn en toch nog enige emotie opwekken. Omwille van de wederzijdse beschuldigingen, schuldgevoelens en dito depressies, zit er weinig vaart in het verhaal en voelt het af en toe aan als een familiesaga. Cliffhangers, broodnodig in een thriller, ontbreken. Alles blijft afstandelijk. Het einde heeft dan wel iets meer vaart, maar laat draadjes bengelen waar geen antwoord op komt. Maile Meloy heeft de boot (of het cruiseschip) gemist met Blijf rustig. De titel is perfect gekozen en zegt eigenlijk alles. Rustig blijf je er zeker onder.
Voor een echte thrillerlezer is dit boek geen aanrader. De lezer die een combinatie zoekt van een familieverhaal, doorspekt met tragedie en een beetje spanning, zou hier best wel eens van kunnen genieten. | 0neg
|
Teleurstellend hoe in de laatste pagina's, voor mij uit het niets, ineens een dader tevoorschijn wordt getoverd. Er worden nog wat losse eindjes verklaard (of niet) en dan wordt er in de allerlaatste alinea afgesloten met een goedkope, zeer voorspelbare twist... Nee, ik ben klaar met mevrouw Slaughter en Sara Linton. | 0neg
|
Thomese kan fantastisch schrijven, zijn metaforen zijn een lust voor het oor (ik 'las' het luisterboek), maar zijn monologues interieur zijn soms erg langdradig en houden nodeloos het verhaal op.
De hoofdpersoon is een dirigent die ook wat composities op zijn naam heeft staan, maar die naam is net zo halfslachtig als het verhaal. Hij heet Theo, maar noemt zich Sierk. Theo, of Sierk, een miskende componist, is een lul, een man die een meisje van achttien vindt dat zich met pillen van het leven had willen beroven, haar vervolgens de pillen uit laat kotsen en zich over haar ontfermen wil. Het overvalt hem, dus zijn overhaaste handelingen met een meisje dat hem zomaar in de schoot is komen vallen, kunnen hem in het begin misschien niet worden kwalijk genomen. Wat wil hij vervolgens? Het komt niet in hem op met haar te praten over haar daad, dus eigenlijk interesseert hij zich niet voor haar. Hij is eigenlijk alleen met zichzelf bezig. Maar wat wil hij nou precies? Hij wil haar vooral voor zichzelf houden. Maar waarvoor dan? Wat is zijn drijfveer? Seks? Nee, want dat houdt hij steeds af, liefde? Dat zou kunnen, want de lul zegt soms dat hij haar mist! Een liefde van een oude man (hij is ongeveer 50) voor een jonge vrouw, een liefde van een vader voor een dochter die hij nooit heeft gehad? Een midlife crisis ligt het meest voor de hand, maar dat komt onvoldoende uit de verf. Het gevonden meisje is een aanleiding voor zijn mijmeringen. Ze is ook niet meer dan dat, een attribuut, want om onnavolgbare redenen blijft ze met hem mee gaan. Is ze zwakzinnig? Nergens wordt duidelijk wat haar tot haar zelfmoordpoging aanzette. Aan het eind van het verhaal wordt iets verteld over een vader die er vooral voor zichzelf is en een moeder die er voor niemand is (zelfs niet voor zichzelf), alsof er toch nog ergens een verklaring moet worden gezocht. Ook wordt er gezinspeeld op liefdesverdriet, er wordt gezinspeeld of ze misschien wist dat ze gevonden zou worden voor ze zou sterven. Ongeloofwaardig, want hij vindt haar in een garderobe in een donkere, uitgestorven kerk. In H. Waarom H? Waarom wel Amsterdam, maar niet Haarlem? Hij mijmert over zijn vrouw, over zijn zoon die hij eigenlijk niet kent. Hij kent eigenlijk niemand, vergeet gezichten van zangers en zangeressen in zijn koor.
Wie mooie zinnen, fraaie gedachten en schitterende metaforen wil lezen, komt ruim voldoende aan zijn trekken, wie geïnteresseerd is in het vervolg van de gebeurtenissen moet erg veel geduld hebben en zich door de monologues interieur heen worstelen. Waarschijnlijk gaat dit heel goed in een gewoon leesboek of ebook (daar kun je alinea's overslaan) in een luisterboek zul je geduldig moet zijn en je soms moeten verbijten over de uiterst trage uitgesponnen gedachten. | 0neg
|
Anyhow en Lapeace komen elkaar voor het eerst tegen op negenjarige leeftijd op een schoolplein en vanaf dat moment is het al mis tussen de twee. Ruzies en vechtpartijen zijn aan de orde van de dag, tot ze op een keer wapens meenemen naar het schoolplein, waarna ze van school geschorst worden. Anyhow en Lapeace komen beiden in verschillende bendes terecht.
Zon vijftien jaar later, in 1996, ontstaat er een schietgevecht tussen de twee als ze naast elkaar staan te wachten voor een verkeerslicht. Het schietgevecht kost een aantal onschuldige omstanders het leven. Een bendelid heeft een filmpje gemaakt van de schietpartij, dat daarna is opgeborgen. Als Anyhow bij een inbraak opgepakt wordt, beloven twee agenten hem vrijstelling als hij hen Lapeace kan leveren als de moordenaar van de omstanders. Een strijd om het filmpje barst los.
T.H.U.G. L.I.F.E. speelt zich af tegen een achtergrond van R&B, hiphop en gangsta/soul-rap waarbij de nadruk ligt op merknamen, het uiterlijk vertoon en status van de personages en waar vrouwen gereduceerd zijn tot lustobjecten. Alsof je een TMF-clip zit te lezen. Het verhaal is doorspekt met de buitenlandse termen die bij dit wereldje horen: hoods, nigga, mothafucka, cuz, blunt... Ter illustratie: De lolos van de homies van de North zijn vorige maand op de Shaw aan barrels geschoten door een paar Brims.
Voor nietingewijden maakt dit het doornemen van het boek een vermoeiende leeservaring.
Sanyika Shakur is zelf bendelid geweest en heeft daarvoor in de gevangenis gezeten, dus hij kent het wereldje als geen ander. Daar heeft hij ook zijn huidige naam aangenomen; daarvoor heette hij Kody Scott. Zijn personage Lapeace heeft hij ook voorzien van de achternaam Shakur. T.H.U.G. L.I.F.E. speelt niet voor niks in 1996. Shakur heeft het gegeven dat de artiest Tupac Shakur na een bokswedstrijd van Mike Tison in Las Vegas werd neergeschoten opgenomen in het boek als een subverhaal dat verder niets toevoegt aan het hoofdverhaal.
T.H.U.G. L.I.F.E. is behoorlijk subjectief geschreven vanuit de gangsta-wereld waarbij afgegeven wordt op de blanke suprematie. De eigen fouten en overtredingen worden grif door de vingers gezien en er wordt geen enkel geweld, tot marteling en moord aan toe, geschuwd om het vermeend gelijk te halen.
Daardoor is T.H.U.G. L.I.F.E. een boek geworden dat waarschijnlijk alleen door mensen die in die scene zitten met instemming gelezen kan worden. Maar of die het cool vinden om een boek te lezen? | 0neg
|
Wat een prachtig gegeven, je legt je oor te luisteren in tram of metro, wachtkamer of supermarkt en de verhalen rollen zo naar binnen.
Wat jammer is het dan, dat er totaal geen moeite is gedaan om er iets van de maken. de conversaties krijgen een titel en een plaatsaanwijzing en als ze mazzel hebben nog een plaatsje en that's it. En intro of een conclusie zou het geheel een stuk smeuiger maken. Nu zijn het enkel onsamenhangende verhaaltjes waarin enig humor of moraal ver te zoeken is.
jammer, gemiste kans. | 0neg
|
Erg mager verhaal en vergezocht. Vooral het einde is teleurstellend en voorspelbaar. | 0neg
|
Na 7 delen echt te hebben verslonden was dit boek echt en domper. Het verhaal komt heel traag op gang, is langdradig in het midden, het is heel ver gezocht, en het slotstuk wordt afgeraffeld. Dé confrontatie met Dean Reeve? Zo heb ik het zeker niet ervaren. Heel jammer. Ik heb dit boek met moeite uitgelezen want de langdradigheid maakte dat ik niet echt de verleiding voelde om het op te pakken en verder te lezen. Ik had er meer van verwacht. De reeks zelf ga ik wel missen, het is zeker de moeite waard om die te lezen, alleen zoals met zoveel series, door de druk van een goede afsluiter te creëren, ga je jezelf proberen te overtreffen, en dan ga je de mist in. | 0neg
|
Er is een brandstichter aan het werk in Visby op een van de eilanden van Zweden. Alles wijst in de richting van de elfjarige Leo. Hij is gefascineerd door vuur. Al snel valt een eerste dode, een tweede volgt. Heeft het gemeenteraadslid Simon er misschien mee te maken? Waar is hij trouwens?
Is hij een slachtoffer of dader?
Veel vragen in een verhaal waar ik helemaal niet in kwam. Het was niet spannend, ik had geen enkele connectie met wie dan ook van de personages, kon me er niets bij voorstellen.
Het einde kwam dan ook nog eens totaal ongeloofwaardig over. Nee, dat was het niet.
Het was mijn eerste boek van Anna Jansson en ik ben dus ergens in de reeks over Maria Wern erin gekomen, misschien is dat de reden dat ik het zo tegenvallend vond. | 0neg
|
Ik ben zelf Asperger en daardoor was ik nieuwsgierig naar dit boek. Het begon goed. Veel herkenning. Maar het boek is vrij kinds geschreven. En behoorlijk langdradig. Ik keek er echt naar uit. Maar wat een tegenvallend boek. Niet bepaald hoogstaand geschreven. Overigens kan ik mij goed voorstellen dat ouders of leraren etc hier wat aan kunnen hebben. Herkenbaar of snappen wat er in het hoofd gebeurd. Maar eerlijk gezegd ik vond het echt heel erg tegenvallen.
Niet bepaald literair waardig. | 0neg
|
Net geslaagd. Eens je door het begin worstelt is het einde nog de moeite, een doorbijter dus.
Pas de laatste 100 paginas werd er wat spanning gebracht.de Bijbelse teksten stoorde mij.
De karakters zijn te weinig uitgewerkt.En het verhaal is niet zo origineel. Het geloof word zoals bij vele verhalen gebruikt om dingen te rechtvaardigen. | 0neg
|
Dit boek ben ik dus met een totaal verkeerde verwachting gaan lezen. Genomineerd voor prijzen en volkskrant 5 sterren. ik ging uit van een bepaalde diepgang of anderzins literaire waarde. Het kan goed aan mij liggen, maar dit heb ik volledig gemist. De personen zijn voor mij totaal niet realistisch (allemaal succesvol, goede vrienden, juiste keuzes etc). De omgeving ook niet (new york lijkt meer op Laren op een zonnige dag). Het boek draait om Jude, een SLACHTOFFER, die door zijn verleden zichzelf niets waard vind. De schrijfster wil het effect van misbruik van jonge mensen duidelijk hebben. Ze laat Jude zo ongeveer iedere 3 pagina's 'sorry' zeggen. Het overgrote deel van het boek bestaat eruit dat de schrijfster je naar een dip brengt om vervolgens weer met iets 'fijns' te komen. Gedurende het gehele boek ben ik lekker aan het lezen (je vliegt door het boek heen), maar alsmaar met de verwachting dat er iets gaat komen waardoor het boek nominaties en super recensies heeft gekregen. De verwachting wordt niet ingelost. Ook het plot zorgt er niet voor dat de voor mij weinig tot de verbeelding sprekende hoofdpersonen enige diepgang krijgen. (bijna alsof de schrijfster dacht 'als ik het nou zo doe, dan hoef ik verder ff niks'). Ik doe dat eigenlijk nooit, maar toen ik het uit had ben ik interviews met de schrijfster gaan zoeken. Zo benieuwd was ik naar haar idee achter dit boek. Ik ben niet verder gekomen dan dat ze zegt 'ik wilde de lezer raken, nog eens harder raken en op zijn hardst raken'. Ik persoonlijk heb geen 300 pagina's zeer gedetaileerde omschrijving ellende nodig om geraakt te worden. Positief aan het boek vind ik dat het goed geschreven is. Je blijft lezen. Bij mij was er echt sprake van een verkeerde verwachting. | 0neg
|
I wanted facts, not personality attack.I bought this book because I was intrigued and pretty excited to see what goes on in the White House behind the scenes. Look, I’m not a Trump fan, but the way the “author who had so much access to the White House” wrote this book was just sad and demeaning. He had so many really really nasty and brutal comments about Trump and nearly most of it I found myself questioning how on earth those “facts” could be true or how the author even found some of the information he did.
Like I get that you’re biased, but this was too hard for me to read. I mean he just bashes the president left and right and is relentless about it. I only ended up reading a few chapters and I really don’t plan on picking the book up again.Fire and Fury is a product of very bad reporting.
How did Michael Wolff ever get access?
I find it astonishing that anyone in a senior position in the White House, much less the president himself, would allow a man with Michael Wolff’s reputation as a scandal-monger to set foot in the place, let alone hang out with them for eighteen months. But Edward Helmore has an explanation (The Guardian, January 14, 2018): “After writing relatively positive profiles of Trump and Bannon for the Hollywood Reporter, Wolff joined the parade of job-seekers and ring-kissers at Trump Tower in the weeks after the astonishing election result. ‘I said to the president, “I’d love to come down and be an observer at the White House.” That’s when he thought I was asking for a job. I said, “No, no. I might want to write a book.” His face fell. He was completely uninterested. So I pressed a little. I’d really like to do it. So it was, “Yah, yah. OK sure.”’”
What’s missing from Wolff’s reporting
One more thing about the book: in any serious effort at political analysis or reporting, it’s customary to include notes, usually extensive ones, about the sources of the author’s information. There are no notes in Fire and Fury. Nor does Wolff date the conversations he reports having had or learned about. This is exceedingly sloppy reporting. The sheer lack of real documentation makes it mere sound and fury, signifying nothing we didn’t know already. All it really offers is the titillation of gossip, a confirmation of our darkest suspicions with a few juicy new details.
The creepy part is that Wolff is giving us just what Trump gives his base: mere assertions, rarely attributed to specific individuals. What we learn about those individuals makes them highly unreliable sources — and that makes Wolff himself the least reliable of all. It doesn’t help matters that the book was written rapidly and sloppily and received little copy editing; the text is full of omitted words and errors that escape spellchecking, like “differed” when he means “deferred.”
Someday, hopefully, very soon, we’ll get the real inside story, highly documented. Maybe it will come from some other journalist now toiling in obscurity, but more likely it will come from Special Counsel Robert Mueller’s indictments and the evidence for them. It will be longer than Wolff’s book and less entertaining. But it will be factual — and likely far, far more shocking | 0neg
|
Terwijl Nederland nog bezig is te wennen aan het idee dat iedereen moet doorwerken tot de leeftijd van zevenenzestig jaar, zijn ze in Groot-Brittannië weer al een flinke stap verder: daar telt een werkdag vaak niet veel minder dan vierentwintig uur. Althans, in het Groot-Brittannië dat Charlotte Parsons creëert in haar debuutroman Switch. Hebben die Britten dan geen slaap nodig, zult u zich afvragen en het antwoord luidt: nee, ze hebben namelijk een pil die slaap overbodig maakt. Dat middel heet Niton of, in de volksmond, 24/7. Niton was oorspronkelijk bedoeld als medicijn tegen narcolepsie, een afwijking die ervoor zorgt dat mensen plotseling in slaap vallen, waar ze ook zijn. Maar al snel verovert het de consumentenmarkt, het wordt gelegaliseerd en steeds meer mensen maken de switch waarnaar de titel verwijst: van de overtuiging dat slapen gezond en noodzakelijk is naar het tegenovergestelde, slapen is zinloos. Slaap is voor zwakkelingen is een zin die herhaaldelijk in het boek voorkomt.
Hoewel op den duur zelfs de premier om gaat, zijn er ook mensen die pertinent weigeren die switch te maken en onder hen bevindt zich onderzoeksjournalist Cynthia Wills. Haar standvastigheid heeft deels een rationele oorsprong — zij is en blijft ervan overtuigd dat lichaam en geest slaap nodig hebben — maar wortelt ook, of misschien wel vooral, in het verleden. Haar vader is gestorven door een overdosis medicijnen en zij heeft niet kunnen voorkomen dat dat gebeurde. Die traumatische ervaring knaagt nog steeds aan haar en pillen slikken is daardoor al jaren een probleem. Het maakt haar tot een roepende in de woestijn in een land dat steeds meer in de ban raakt van 24/7.
En dan zijn er nog de zogenaamde Barbiemoorden. In de Londense wijk Camden is een moordenaar actief die het voorzien heeft op grotere vrouwen met lang blond haar. Zeven lichamen worden in korte tijd uit de bosjes gehaald of uit het water gevist, maar de politie heeft geen flauw idee van moordenaar of motief. Uiteindelijk ontdekt Cynthia, die een uitstekende naam als onderzoeksjournalist heeft opgebouwd, dat er verband bestaat tussen het antislaapmiddel en de Barbiemoorden.
Voor de keus van onderwerp en rekwisieten is Charlotte Parsons dicht bij huis gebleven. Volgens de korte biografie op het omslag van haar boek studeerde zij journalistiek en psychologie en werkte ze een aantal jaren als onderzoeker in een laboratorium waar medicijnen werden getest op vrijwilligers. Aan alle voorwaarden voor een doorleefd verhaal is dus voldaan. Maar dat maakt Switch nog niet tot een thriller, en dat is het ook niet, ondanks dat Parsons het met name door het gebruik van perspectiefwisselingen en cliffhangers wel heeft geprobeerd. Ze beschrijft uitvoerig hoe Groot-Brittannië in rap tempo in de ban raakt van een middel dat mensen meer dan ooit in staat stelt hun leven to the edge te leven en hoe Cynthia Wills daartegen als een eigentijdse Don Quichote ten strijde trekt. Ze doet dat voornamelijk langs de weg van de dialoog en dat levert oneindig veel weinig boeiende gesprekken op. Gesprekken die al snel niets meer toevoegen aan wat zij eerder met collegas en vrienden besprak; prietpraat ook over relaties en andere (typisch vrouwelijke) beslommeringen, in een stijl die eerder bij een chicklit past dan bij een heuse psychologische thriller. Switch is een debuut dat wat mij betreft zelfs niet het predicaat veelbelovend verdient. De eerste Parsons smaakte mij jammer genoeg niet naar meer. | 0neg
|
De omslag maakte me nieuwsgierig met zo’n vreemde titel. Echter het lezen ging met pauzes. Twee verhalen leken door elkaar te lopen maar hileden wel verband met elkaar.
De hoofdpersoon Juhani krijgt het hard te verduren. Het verhaal ontvouwt zich van zijn jeugd tot zijn volwassenheid. En aan de dubbelzinnigheid van de zwarte vlinders ontkom je niet als lezer.
Moet je echt herlezen om te doorgronden... | 0neg
|
Net als bij zijn vorige roman kon ik niet zoveel met de onbetrouwbare verteller en het spelen met genre-conventies. Geforceerd en artificieel, maar zonder dat het daadwerkelijk een hoger doel lijkt te dienen. Dit is de soort postmoderne moeilijkdoenerij waar je mij niet gelukkig mee krijgt. | 0neg
|
Nico Joosting Bunk is de initiatiefnemer en uitgever voor de serie 'De Zeven Deventer Moordzaken' waarvan de delen 1 t/m 4 door de auteur Almar Otten zijn geschreven. De naam Deventer refereert hier aan de mooie historische binnenstad van deze Overijsselse gemeente dat als schitterend decor heeft gediend. Vanaf deel 5 tekent cabaretier, columnist en schrijver Marcel Verreck voor de continuïteit van deze opmerkelijke sequel. Maar pas nadat hij de lezers in Moordopera kennis heeft laten maken met inspecteur Martin Taal die vanuit Den Haag door z’n geliefde Tanja naar Deventer is gelokt. Aan lager wal, deel 6 van de 7.
Aan lager wal speelt zich volledig af tijdens het jaarlijkse Dickens Festijn waarbij de vallende sneeuw voor extra sfeer zorgt. Maar ook deze sprookjesachtige sfeer scherpt bij een aantal bewoners van Deventer de messen. Het team van Martien Taal, bestaande uit rechercheur Teun Alderlieste, Charlotte Groot Kormelink en Patrick Warnas, maakt zich op voor het jaarlijks hoogtepunt zo vlak voor de kerstdagen.
Het openingswoord is voor 1e wethouder Henriëtte van Woerkom, een pittige en besluitvaardige tante die in korte tijd evenveel vrienden als vijanden heeft gemaakt. Maar als blijkt dat niet de wethouder maar een stand-in het welkomstwoord heeft gesproken, vragen velen zich af waar ze uithangt omdat een wethouder eigenlijk nooit verzaakt. Tegen een 18-eeuws, victoriaans decor gaan Martin Taal en zijn team op zoek naar Henriëtte en ontdekken bij toeval het bestaan van onderaardse gewelven en gangen. Wanneer Martin niet terugkeert, voelt zijn vader Piet Staal, politie-inspecteur in Den Haag, zich genoodzaakt het onderzoek voort te zetten.
Aan lager wal is een schoolvoorbeeld van een politieroman waarin niet de spanning centraal staat maar de sfeerbeschrijving. Tegen een bijna Sherlock Holmes-achtig decor gidst Verreck zijn lezers door alle verborgen uithoeken van het historische Deventer. Niet handig dat hij hierbij actiescènes links laat liggen, want daardoor ontbreekt de broodnodige spanning volledig. Het team Staal moet het in beginsel doen met wat suggestieve ideeën over wat 'er kan zijn gebeurd' en projecteert na de oplossing 'wat er is gebeurd'. Het was voor de lezer veel spannender geweest als deze zelf getuige was geweest van de gebeurtenis. Maar wellicht is dit in de ogen van de initiator, van deze toch wel fraaie serie, van ondergeschikt belang. Niet denigrerend bedoeld maar wat rest is een aardige streek(politie)roman met hedendaagse problemen tegen een klassiek decor. | 0neg
|
Voor mij duurde het even voordat ik in het verhaal zat. Maar uiteindelijk word elke scène uitgelegd en als je het boek uit hebt word alles duidelijk. Genre zou roman zijn maar dat vind ik niet helemaal reëel. Al met al heb ik het boek binnen een dag gelezen omdat hij zo lekker weg las | 0neg
|
Ali Land studeerde geestelijke gezondheidszorg en werkte tien jaar lang met kinderen en tieners met ernstige psychische problemen in UK en Australië. Nu is ze fulltime schrijfster en woont in Londen, de plaats waar dit verhaal zich afspeelt.
Dit boek zou ik niet als thriller willen bestempelen, het moet het voornamelijk hebben van de psychologische onderbouwing. De schrijfstijl is even wennen. Het verhaal is geschreven in de ik-vorm, vanuit Milly dus. Maar als ze alleen is, is ze niet echt alleen, ze krijgt heel erg vaak bezoek van haar moeder in haar gedachten en ze hebben dan zelfs conversaties, levensecht. Deze manier van schrijven vergt even een aanpassing, je wordt het echter snel gewoon.
Het verhaal verloopt traag, veel gebeurt er niet, de lezer is voornamelijk overgeleverd aan de psyche van Milly. Doordat de auteur met taal speelt, insinueert Land dingen die echt wel binnen komen bij de lezer en waardoor je je betrokken voelt. Je bent helemaal mee met Milly's gedachtegangen, zo goed echter dat het einde in feite voorspelbaar werd.
Een intrigerend verhaal dat je een blik gunt in de belevingswereld van een kwetsbare en getraumatiseerde tiener, knap gedaan van de auteur. Als spannend boek komt het echter te kort en wat betreft leesplezier in feite ook. De goede psychologische onderbouwing heeft dit niet kunnen goedmaken. | 0neg
|
Een mooi eenvoudig kort kerstverhaal, dat gaat over schuldgevoelens en hoe verliezen van een geliefde je alles kan ontnemen. Pas als acceptatie komt , kun je verder. | 0neg
|
Voor mij viel dit boek absoluut tegen want ik ben na een 100-tal blz gestopt omdat het veel te langdradig en ingewikkeld werd.
De overdaad aan Latijnse termen werkte serieus op mijn zenuwen.
Voor mij geen Carol Goodman meer ! | 0neg
|
De Abrikozenboom gaat over Elisabetta, een oude joodse vrouw. Elisabetta is een eenzame oude vrouw die achtervolgd wordt door het verleden. Een verleden waarin de tweede wereldoorlog een centrale plaats inneemt. In dit boek wordt weergegeven welke sporen een oorlog na kan laten, juist ook op de oude dag. Elisabetta heeft niets meer om voor te leven en leeft in gedachten nog in het verleden. Vergezeld door haar zussen (die in de WO II zijn omgekomen) leeft ze haar leven.
Het thema WO II vind ik uitermate boeiend, maar met dit boek heeft de schrijfster de plank misgeslagen. De voorkant van het boek sprak mij (als 26-jarige man) niet aan, maar ik kan me voorstellen dat dit voor andere doelgroepen anders is. Het boek is lastig om te lezen doordat het heden en het verleden door elkaar lopen. Tevens spreekt de manier van schrijven mij niet aan, maar smaken kunnen uiteraard verschillen. De stijl is licht poëtisch, in plaats van vertellend. Hierdoor wist het verhaal mij niet te raken. Dit laatste kan echter anders zijn bij mensen die meer van een poëtische stijl houden. | 0neg
|
Het begint veelbelovend: een man komt terug naar Marseille om zijn vermoorde jeugdvriend te wreken. Maar ook hij overleeft het niet en Fabio Montale, politieman tegen wil en dank, verdiept zich in de zaak. Op de achtergrond speelt het openlijke racisme in de grootstad een belangrijke en af en toe schokkende rol.
En dan loopt het mis: Izzo schetst een kluwen van rivaliserende maffiabendes, corrupte politiediensten, herrieschoppende Arabieren, pooiers, drugsdealers en wapenhandelaars; en allen lijken ze elkaar naar het leven te staan. Ik heb nu al geen idee meer wie nu wie vermoordde en eerlijk gezegd, het zal me een zorg wezen. | 0neg
|
Het boek gaat over de toekomst waarin mensen die zelfmoordneigingen hebben opgevangen worden in een onderneming die ervoor zal zorgen dat ze genezen of in het andere geval echt opgeleid worden tot zelfmoordenaar voor een zeker doel of instantie. Naarmate het verhaal vordert komt men ook te weten dat er ook een kaper op de kust zit. Men krijgt te maken met concurrentie van binnenuit lijkt het. Het boek kreeg zeer veel lof van kranten en tijdschriften. Om met de deur in huis te vallen, mij deed het niets. Het begin is veelbelovend maar hoe verder het verhaal hoe langdradiger het wordt. Het eind valt helemaal tegen.Het boek Nultijd van de schrijver vond ik stukken beter. | 0neg
|
Wanneer de plot al vanaf het begin wordt weggegeven moet je meemaken dat de hoofdpersonen in het boek moeizaam zoeken en vooruitgang boeken in een verhaal dat je als lezer reeds op voorhand weet. Ook de afloop kan je op voorhand raden. Voeg daarbij een slechte vertaling waarin 'hij, 'zij' en 'hen' verkeerd gebruikt worden en een slap verhaal... en na het lezen van het boek, denk je dan: "Waar heb k nu weer mijn tijd aan verprutst.
Te mijden. | 0neg
|
Niet om door te komen. De personages spreken niet tot me en ik kan me totaal niet inleven. Ik vind het ronduit irritant dat we steeds van ange naar ir the springen zonder dar dat typologisch wordt aangegeven.
Ik heb het boek niet uitgelezen, na 50 bladzijdes ermee gestopt. | 0neg
|
Mijn eerste boek van Saskia Noort, geleend van de bibliotheek. Gelukkig maar ... ik mocht het weer terug brengen. Leuk voor op het strand, maar zeker geen page-turner. Bovendien vond ik er erg weinig vaart in zitten. In ieder geval geen uitnodiging om meer boeken van deze schrijfster te lezen. | 0neg
|
Dit is het eerste boek dat ik van Pieter Aspe heb gelezen, en ik moet zeggen dat ik ontgoocheld ben. Het verhaal is uiteindelijk wel mooi, maar er is bijna geen spanning aanwezig. | 0neg
|
Een poos geleden heb ik De amberzaal van Steve Berry gelezen en alhoewel ik me kan herinneren dat ik het wel een aardig boek vond, kan ik me niet echt specifiek herinneren waar het over ging. Met dit boek zal het over een poosje net zo gaan. Prima om te lezen als tussendoortje, maar absoluut geen topper.
In dit boek is Rusland weer rijp voor een tsaar en wordt er driftig gezocht naar familielid die qua bloedlijn het zo dicht mogelijk bij de destijds grotendeels uitgeroeide familie Romanov staat. In een archief wordt bewijs gevonden voor het vermoeden dat destijds niet alle kinderen van de toenmalige tsaar werden vermoord. Vervolgens wordt op een van-dik-hout-zaagt-men-planken-manier beschreven hoe er gezocht wordt naar deze afstammelingen en hoe andere partijen proberen te voorkomen dat deze afstammelingen gevonden worden. Nogmaals, aardig om te lezen, maar zeker geen hoogstandje. | 0neg
|
Nog net te pruimen, dit boek, omdat het aardig geschreven is. Maar verder heeft het een hoog Sex and the City-gehalte en hebben veel dialogen de diepgang van een platbodem. En waarom een zeer succesvol advocatenkantoor failliet dreigt te gaan en plotseling toch weer klantjes krijgt, is ook nogal raadselachtig. | 0neg
|
Heb jij ook heel veel boeken? Of koelkastmagneten? Schoenen? Of verzamel je iets anders? In Het huis van de verzamelaar van Jess Kidd staat het huis van Cathal Flood helemaal vol: hij is een obsessieve verzamelaar. Zijn huis staat van top tot teen helemaal vol met spullen: van opgezette vogels tot poppen tot een muur van National Geographic's.
Het begint allemaal vrij onschuldig in Het huis van de verzamelaar: Maud Drennan werkt in de thuiszorg en komt bij Mr. Flood om hem te helpen op te ruimen en voor hem te koken. De narrige, oude man ziet dit niet zitten en probeert Maud dan ook te dwarsbomen, maar zonder al te veel resultaat. Mr. Flood heeft desondanks hier iets aandoenlijks over hem heen: de narrige oude man lijkt het liefste zijn dagen te willen slijten zonder al te veel bemoeienis.
Dan begint de vijandige Cathal Flood te ontdooien door haar aanwezigheid, maar ondertussen komt Maud achter allerlei geheimen. Is ze nog wel veilig in dat geheimzinnige huis? De lezer wordt heen en weer geslingerd tussen het wel of niet vertrouwen van de oude Flood. Is hij zo aandoenlijk als hij lijkt, en gewoon nukkig omdat Maud zijn verzamelingen weg gooit, of is hij écht niet te vertrouwen?
Tijdens het opruimen gebeuren er vreemde dingen in het huis van Flood. Er komt een flesje met een foto bovendrijven, waar een van de personen op de foto er uit is gebrand. Ook staan er plotseling letters in het stof, en heeft ze het gevoel in de gaten te worden gehouden. Je houdt je adem in tijdens het lezen, want wat wordt er bedoeld met al deze aanwijzingen?
Dit klinkt allemaal spannend en vrij plausibel, maar Maud ziet ook geesten, of geesten van heiligen: onder andere Dymphna, Valentijn, en Sint Joris. Niet alleen komt dit totaal niet over, dit zorgt er ook voor dat ik het deel van de eventuele geesten in het huis van Mr. Flood minder serieus begin te nemen. Met de gesprekken met deze heiligen haalt Kidd het andere deel van haar verhaal onderuit.
Kidd weet haar personages met de nodige humor te schetsen, ondanks dat ze vooral gebruik maakt van stereotypen. De nukkige oude man, de flamboyante Renata die als man geboren is, de mysterieuze maar knappe man... De personages zijn niet heel nieuw en krijgen helaas ook weinig verdieping. Ook Kidd's schrijfstijl zit vol humoristische vergelijkingen:
Het geheugen is als een eigenzinnige hond. Soms laat hij de bal vallen en soms brengt hij hem bij je terug. En soms brengt hij niet de bal, maar een schoen.
Maar Het huis van de verzamelaar snijdt ook moeilijkere thema's aan, zoals eenzaamheid en verwaarlozing van ouderen. Mr. Flood kan wel een nukkige oude man zijn, hij heeft de hulp wel hard nodig. Waar de instanties achter het net vissen, weet het mensenwerk Mr. Flood boven water te houden.
Al met al wist Het huis van de verzamelaar me niet volledig te overtuigen, maar het is een vermakelijk boek. Het mysterie zorgt ervoor dat je tóch het einde wil weten, en steeds word je op het verkeerde been gezet. Wel is het boek onwijs sterk geschreven en met veel humor beschrijft Kidd de toch wel schrijnende situatie van Mr. Flood.
Dit boek heb ik ontvangen van HarperCollins. | 0neg
|
De Zweedse journaliste Liselotte Roll debuteerde in 2013 met Tredje graden, door uitgeverij De Geus in 2014 uitgebracht als Derdegraads. Het lijkt erop alsof De Geus dit debuut een herkansing geeft. Amper een jaar later komt het onder de titel Bittere zonde op de markt waarbij niemand rept over de vorige uitgave. Hebban gaf vorig jaar 3 sterren in een goed onderbouwde recensie van Jacqueline P.F. Coppens. Haar conclusie luidde: ‘een niet onverdienstelijk debuut, dat een belofte inhoudt voor de volgende delen in de reeks’. Vraag is alleen hoeveel zin je nog hebt om je in volgende delen te verdiepen. In Rolls debuut is namelijk erg weinig te vinden dat je zo zou kunnen charmeren dat je reikhalzend uitkijkt naar een volgend boek. Tenzij je een liefhebber bent van zwaar aangezette vergelijkingen en overdreven clichématige dialogen.
In een schuur in een volkstuin wordt een verstandelijk beperkte man, Erik Berggren, ernstig mishandeld en vermoord. Inspecteur Magnus Kalo sleept zich ernaartoe. Waar hij ooit met overtuiging politieman werd, is zijn motivatie tegenwoordig ver te zoeken. Misschien zijn de doorwaakte nachten – hij heeft een driejarige tweeling – daar debet aan. Zijn baas en collega’s beginnen Magnus’ uitvluchten om er de kantjes af te lopen beu te worden. Gelukkig heeft hij nog zijn vrouw Linn, zij ‘die werkelijk mens was’. Een alwetende verteller zet Linn neer als een soort profiler in spe, net zoals Magnus neergezet wordt als iemand die de burn-out nabij is. Beide observaties worden tegengesproken door de acties in het boek. Want eenmaal Magnus zich, samen met collega Roger, in de moordzaak bijt, is er geen greintje motivatieverlies te bespeuren. En Linn komt eerder over als een lichtelijk hysterische vrouw, oververmoeid en zeurderig, dan als de spreekwoordelijke rots in de branding. Tijdens het onderzoek komt Magnus met zijn gezin in het vizier van een schimmige, nietsontziende psychopaat. De kiem van diens acties lijkt in Argentinië te liggen. Het boek vermeldt op de achterflap dat Liselotte Roll tijdens haar studies een tijd in Argentinië verbleef. De verhalen over het terreurbewind van de junta inspireerden haar tot de plot van Bittere zonde. Ze zet met dit gegeven nog een zijlijntje uit, maar al bij al blijft de plot vrij mager. Hij wordt in de laatste pagina’s ook met een deus ex machina afgewikkeld, al zal de vermelding van een bepaald kledingstuk de ervaren lezer het gevoel geven zelf even voor inspecteur te kunnen spelen.
Zwaar aangezette vergelijkingen –‘zij straalde als een warme zon’, ‘een broeinest van stofmijten dat iemand met een huisstofallergie fataal zou kunnen worden’ -, harkerige dialogen, persoonsbeschrijvingen die niet stroken met acties en een magere plot zijn niet de ingrediënten van een onvergetelijk boek. Toch moet gezegd dat Bittere zonde lekker wegleest. Het is best spannend. Maar het steekt niet uit boven de middelmaat, integendeel. | 0neg
|
Voor hebban las ik het boek Het negende gebod - gij zult geen valse getuigenis afleggen van schrijver Chris Houtman. Alles draait om de brieven van Plinius. En zijn onthullingen daarin. Om hieraan zo groot mogelijke bekendheid te geven wordt Ester van Baerle gevraagd om op basis van deze breiven een manuscript voor een film te schrijven. Maar in de loop van het boek wordt door degenen die niet willen dat de waarheid ontdekt wordt jacht gemaakt op het manuscript en iedereen die er kennis van neemt.
Het boek doet een beetje denken aan de da vinci code en de schrijver refereert daar zelf ook aan. Verder is de tweede verhaallijn in het boek de inhoud van de brieven zelf. Aan het eind komt dat allemaal samen in een climax. De opbouw van het boek vond ik nogal langzaam gaan. In de tweede helft komt er wat meer vaart in. Wat leuk is aan het boek is dat alle actuele thema's langskomen Trump, metoo en natuurlijk een aantal beroemde acteurs die rollen moeten gaan vertolken in de te maken film. Alleen de verhaallijnen en alles wat erbij komt, met alle scenes en reizen die gemaakt worden wordt soms de snelheid uit het boek gehaald. Waardoor je mist dat je echt gegrepen wordt door het verhaal. Ook de onthullingen uit de brieven vond ik uiteindelijk niet zo spectaculair. Dus vandaar mijn 2 sterren beoordeling. | 0neg
|
Dit boek laat je nadenken over de moderne geneeskunde. Gaan we allemaal te snel naar de dokter als we pijn hebben, is het wel goed om maandenlang in het ziekenhuis te liggen enzovoort.
Ik heb meerdere recensies over dit boek gelezen en ik vind dat ze gelijk hebben. Er wordt zoveel geconcertreerd over de boodschap van het boek overbrengen dat de personages niet echt naar voren komen. Veel blijven op de achtergrond of hun verhaallijn wordt niet eens afgemaakt.
Dit wordt geen boek dat ik ga houden. Geen spanning en ik hield er geen goed gevoel aan over, dat is wel wat in mijn ogen een boek hoort te doen. | 0neg
|
Cat Person is ''the bad date that went viral''
Vorig jaar was het een grote hit, omdat vrouwen zich in het verhaal herkenden en mannen boos werden omdat vrouwen zich in het verhaal herkenden.
Cat Person is een kort verhaal dat zich richt op een vrouw die een man leert kennen en zichzelf overtuigt dat hij misschien wel oké is.
Het boekje telt ongeveer 60 pagina's vol innerlijk conflict en leuke constateringen. Cat Person is een boekje waar self called feministen duizend beweringen in kunnen vinden die ''zo waar zijn'' voor een vrouw. Maar eigenlijk is het gewoon opnieuw een sneer naar De Wereld Van De Man, met het idee dat de maatschappij vrouwen een bepaalde rol geeft waar ze zich dan maar aan dienen te houden.
Cat Person is een leuk verhaaltje, tot de laatste drie pagina's, waarin de lezer een man ziet die (vast en zeker, volgens de hedendaagse feminist) voldoet aan alle nare dingen die vrouwen maar willen geloven. Maar eigenlijk is het gewoon een beetje een slap verhaal dat per ongeluk te veel aandacht heeft gekregen. | 0neg
|
De baas vertelt het verhaal van de Tour de France van 2003. Lance Armstrong en Jan Ullrich strijden beiden het hardste om deze tour op hun naam te kunnen zetten. Naast een feitelijke beschrijving van deze volgens kenners legendarische koers is De baas een fictief verhaal aan de hand van Alex en Charlie over doping, grote financiële belangen en het manipuleren van de wedstrijd om de tour zo spannend mogelijk te maken voor de kijkers.
In De baas introduceert Monique Huijdink veel personages, onnoemelijk veel personages. Dit maakt het verhaal voor lezers die niet ingevoerd zijn in de Tour de France lastig om te volgen. Want niet alleen komen tientallen namen voorbij, ook moet je weten bij welk team ze horen, wat hun rollen zijn. Bij een ploegbaas kan iedereen zich nog wel wat voorstellen, maar termen als ‘fixer’ en ‘soigneur’ zijn voor velen toch onbekend. Huijdink trekt je meteen het verhaal in, met de snelheid van de koers zelf, terwijl een introductie zeker geen overbodige luxe was geweest. Van de lezer wordt een topprestatie verwacht, die waarschijnlijk alleen door de fans van de tour geleverd kan worden.
Het boek is een mix van feiten en fantasie. Maar is het fictie grotendeels gebaseerd op feiten, of grotendeels feitelijk juist met hier en daar een toevoeging, ontsproten aan de fantasie van de auteur? Het is lastig te zeggen. Enerzijds staat er duidelijk dat het fictie is, anderzijds wordt het boek afgesloten met een uitgebreide bronvermelding. Waarom deze onduidelijkheid? Heeft de auteur een feitelijk juist relaas willen schrijven, maar zich zo willen indekken tegen onjuistheden of insinuaties? Of is het juist om een extra dimensie aan het verhaal mee te geven omdat de lezer telkens opnieuw twijfelt of het feit, fictie of aanname is?
Als de gebeurtenissen ook maar gedeeltelijk hebben plaatsgevonden zoals beschreven, is dat buitengewoon schokkend. Van een dopingschandaal in de tour kijkt niemand meer op. Het gebruik van prestatieverhogende middelen door de renners is misschien nog wel de meest onschuldige vorm van manipulatie van de Tour de France. De onthulling dat de tour gescript wordt is misschien wel het spannendste element van dit boek. Want het verhaal zelf is verre van spannend. Wie de tour wint, is voor een volger van de tour al bekend. De verhaallijn van Alex en Charlie, die als rol hebben de tour zo te manipuleren dat Lance de tour wint is voorspelbaar. De baas is een gezapig verhaal dat het predicaat ‘thriller’ (dat op de kaft staat) niet waardig is.
Conclusie: De baas is vlees noch vis. Het is geen feitelijke beschrijving van gebeurtenissen, geen roman, geen thriller. Het is van alles een beetje, maar eigenlijk geen van alle. Het ontbreekt aan spanning, het verhaal van Alex en Charlie is maar summier uitgewerkt. De Tour de France en vele (doping)schandalen vormen een perfect decor voor een spannende thriller, helaas is Huijdink er niet in geslaagd een mooi schouwspel binnen dit decor neer te zetten. | 0neg
|
Titel : Echo
Auteur : Tamara Geraeds
Uitgeverij : Kabook
ISBN : 9789082415254
Tamara Geraeds is een bekende naam in de YA-wereld. Met ‘Echo’ neemt ze een zijspoor naar thrillers.
De donkere cover waarop een meisje in foetushouding prijkt trekt de aandacht. De tekst op de achterflap geeft reeds aan dat een zwaar onderwerp wordt behandeld.
Je volgt het verhaal van de 7-jarige Sara die opgroeit bij Moeder. Elke dag, elk uur, elke minuut is een regelrechte kwelling, want Sara’s moeder is nog erger dan de duivel. De vraag is alleen maar of Sara sterk genoeg is om aan deze dagelijkse hel te kunnen ontsnappen.
Het boek is opgedeeld in 2 delen. De eerste helft gaat over de beginjaren van Sara, beschrijvend vanuit haar oogpunt. Af en toe een hoofdstukje vanuit het standpunt van een ander persoon die kennismaakt met Moeder. Bij de tweede helft is Sara fysiek volwassener en is haar dochter Maria aan het woord.
Het boek is een constante aaneenschakeling van rauwe, misselijkmakende gruwelijkheden die ervoor zorgen dat je als lezer geen of minder binding krijgt met het personage. Het is pas als Maria ter sprake komt dat het medeleven meer tot de oppervlakte komt.
Een boek moet voor mij niet geloofwaardig zijn, maar net zoals de overload aan wreedheden, komen er toch ook vraagtekens tevoorschijn bij enkele onwaarschijnlijke gebeurtenissen. Een bad in de fik steken en achteraf slechts de ramen moeten openzetten om de rook uit het huis te verdrijven, buren die enorme oogkleppen dragen of totaal afgevlakt door het leven gaan … het lijkt me allemaal een beetje overdreven.
Eerlijk gezegd werd het boek naar het einde toe slechts globaal gelezen. Spijtig genoeg lag de nadruk teveel op gruwel, pijn en niet-maagbestendige folteringen waardoor de auteur me na een tijdje kwijt was en de luttele diepgang van het verhaal teniet deed.
‘Echo’ is niet zomaar een thriller. Het is een verhaal waarin een hevige vorm van kindermishandeling, verwaarlozing intens en over the top wordt beschreven. Zeer zeker niet voor lezers met een gevoelige maag. | 0neg
|
Rode Sulphur de debuutroman van Robert Bosnak belooft op de achterflap een adembenemende romantische saga en een sensueel liefdesverhaal over magie en ratio te worden. Dit alles speelt zich af in het Den Haag van 1666.
Als rasechte Hagenees is mijn verwachting hooggespannen. Het boek leest lekker, de schrijfstijl neemt je mee in het verhaal en een rap tempo uitlezen.
Maar tijdens het lezen is mijn adem niet benomen, het verhaal blijft op de oppervlakte sudderen, er gebeurt een hoop maar het blijft 2 dimensionaal. Een liefdesverhaal is het zeker, een moderne vorm van liefde tussen drie mensen, waarvan de hoofdpersoon blijft stoeien met het idee wie van de vrouwelijke hoofdpersonen nu echt zijn hart heeft veroverd.
De strijd tussen alchemie en wetenschap passeert de revue en een eind van een tijdperk wordt ingeluid.
Het Den Haag van 1666 heeft na het lezen van deze roman een beeld achtergelaten van een klein dorp rond het binnenhof, stinkend en donker. Maar dan neem je de koets over de bevroren Vliet naar het platteland, een beeld van een sneeuwlandschap met een koets twee paarden en mensen op balen van stro erin komt dan naar boven.
Het boek is het begin van een trilogie, maar ik ga het bij dit eerste deel laten. | 0neg
|
Het verhaal zit heel goed in elkaar. Maar er wordt afschuwelijk grof in gevloekt en er komt ook schuttingtaal in voor. Ik vraag me af wat er in de onvertaalde versie staat. Dit weerhoudt me ervan om meer boeken van deze auteur te lezen. | 0neg
|
Titel : De oorkonde
Auteur : Hélène Wagener
Uitgeverij : Kramat Uitgeverij
Wagener dompelt je onder in het leven van zakenvrouw Blanche Defuis. Een 35-jarige dame die haar partner Tom er van verdenkt overspel te spelen. Wanneer ze een Whatsapp bericht ontvangt van een zekere Moontje is het hek helemaal van de dam. De duivel uit haar verleden is haar terug op het spoor ! Haar vlucht van Amsterdam naar het Zeeuwse Zeelenburgh blijkt een nutteloze poging tot rust te zijn geweest.
‘Langzaam kneep ik haar luchtpijp weer dicht. Mijn vingers zochten en drongen diep naar binnen. Daar wilde ik in klaarkomen en snel. ‘
Het boek begint met een cursief gedeelte waaruit duidelijk blijkt dat Blanche weldra in het nauw zal worden gedreven door iemand uit haar verleden. Daarna begint de hoofdpersoon aan haar verhaal. Blanche keert tien dagen terug in de tijd. Na elk hoofdstuk komt men dichter en dichter bij het heden. Pas aan het einde van het boek kom je te weten hoe de vork aan de steel zit. De antagonist komt een paar keer aan bod, maar zijn tussenkomst in het verhaal werkt niet erg duidelijk. Na het lezen had ik het gevoel dat men misschien beter zou geopteerd hebben de uiteindelijke waarheid in de cursieve tekst te verwerken. Het zou mijn nieuwsgierigheid althans meer hebben aangewakkerd. Het verhaal zou een hoger mysterieus gehalte gehad hebben in plaats van het chaotische gevoel dat nu soms werd aangewakkerd.
‘Volgens mij verberg jij iets. Sorry, maar zo voel ik het.’
‘De oorkonde’ kent voornamelijk een groot gemis aan spanning. Het haast stalkende, benepen gevoel waar je als lezer op wachtte had de auteur sterker in de verf kunnen zetten. Het is een dun boek van amper 178 bladzijden, maar hoe verder ik in het verhaal zat hoe minder het me kon boeien. De constante angst die Blanche zou moeten voelen ontbrak. Enkel bij de passage met de ‘dinnekes’ aan het water zat er even een vaart in het verhaal.
Je krijgt een beeld van de personages, maar toch blijft het allemaal een beetje kabbelen aan de oppervlakte. Tom is naast een knappe man ook een harde werker. De relatie met Blanche botert niet zozeer en daar spelen de wulpse ‘dinnekes’ Pip en Iris graag op in. Bij Blanche had ik steeds het beeld van een oudere dame voor ogen. Karakters moeten niet tot in de details geëxpliqueerd worden, maar enige uitweiding zou wel welkom geweest zijn.
De schrijfster kent een vlotte, zeer Nederlands gerichte stijl. Hier en daar wat seksuele context wat terecht bij het verhaal past. Al bij al was de basis van het verhaal goed, maar de uitwerking kon beter.
Met dank aan Kramat Uitgeverij voor het recensie-exemplaar.
2** sterren | 0neg
|
Ik ben met goede moed begonnen in dit boek, het leek mij een spannende thriller en wat begon als spannend werd algauw minder spannend en minder.
We hebben Tim, inspecteur en Mike, die net komt kijken als inspecteur, Tim heeft een verleden, zijn vrouw en kind zijn overleden, de schrijfster heeft er wel een draai aan gegeven dat Tim geen demprimerende man is geworden maar hij is uitertst onsympathiek, elke vrouw krijgt een vleeskeuring maar dit kan ook uit verdriet zijn.
Van Mike weten we helemaal niets, alleen dat hij pas begonnen is bij Corvallis en dat hij daarvoor gekozen heeft, later wordt duidelijk waarom.
Dan krijgen ze te maken met de moord op een jonge vrouw, dit onderzoek raakt algauw in de vergetelheid omdat er grote pief wordt vermoord, zijn vrouw is verdacht, maar als je mij vraagt is dit totaal nonsens, de verdachte van de jonge vrouw kan ik mij enigszins voorstellen omdat hij gezien is vlak voor ze vermoord wordt.
Het lijkt alsof het allemaal niets met elkaar te maken hebben, totdat eindelijk de fbi erbij komt kijken, wat wel eerder mocht, oude pleeggezinnen en een oud weeshuid zorgen voor een verrassend maar toch ook voorspelbaar einde.
Spanning: 5 sterren
Plot: 5 sterren
Leesplezier: 6 sterren
Schrijfstijl: 7 sterren
Originaliteit: 5 sterren
Psychologie: 3 sterren | 0neg
|
Opgejaagd door Pen Stewart is het eerste oorspronkelijke Nederlandstalige werk voor volwassenen in de Splintersreeks. De Splintersreeks van uitgeverij Quasis beoogt korte verhalen te verspreiden in de vorm van een klein boekje. Opgejaagd is het tweede boekje voor volwassenen (het eerste was een vertaald werk) en de derde Splinter (de allereerste Splinter was gericht op Young Adult). De boekjes zien er goed uit, ondanks hun formaat (net iets groter dan A6) zijn ze goed leesbaar en ze voelen zelfs redelijk robuust aan. Opgejaagd telt 45 pagina's.
Ondanks dit bescheiden aantal pagina's staat Opgejaagd vol ideeën, of meer: een snelle aanduiding van het idee, zonder het op enige manier uit te werken. Daar is ook echt de ruimte niet voor binnen een kort verhaal. Ik denk dat dat het grootste manco is van het verhaal: geen focus. Een paar van die ideeën:
- Jezus Christus is door vampiers (?) vermoord
- Een oude sekte rondom de maangod Sin (een voorloper van Allah) en de godin Innana
- Een bepaalde menselijke energie waarvan de incubi leven, die Hy'nrgy wordt genoemd: een woordspelerige combinatie van hungry en high-energy zo te zien.
- Occulte genootschappen die het op de vampiers hebben voorzien
- De oorlog of vete tussen verschillende clans van vampiers.
- Verlangen naar die goede oude tijd in Nineveh
- Oude liefdes en nieuwe liefdes
- Band tussen broer en zus
- Latente homoseksualiteit
- Lust versus liefde
- Hysterie als vrouwenziekte
- Overleven versus slachtoffers maken en de schijn van "normaal mens" ophouden.
- Een vampierjager draagt een kruis bij zich, maar de beoogde vampier is geen christen (dat zou ik graag uitgewerkt hebben willen zien!)
- De geneugten en hindernissen van het eeuwige leven in goede gezondheid
Het verhaal is een raamvertelling: twee heren van Scotland Yard vinden een dagboek en dat is het verhaal binnen het raam. Het grootste deel van het verhaal is dus in dagboekvorm geschreven. Ik ben er niet van overtuigd dat deze vertelvorm hier een extra waarde heeft, het raam werpt geen nieuw licht op het dagboek en het dagboek laat het raam niet anders zien. Het maakt de ruimte voor het verhaal wel krapper.
Voor een kort verhaal komen er erg veel personages in voor. In het raam zijn dat James en Valentino, in het dagboek Will, Rose, Jasmijn, Lucinda, Eleonor, George. Geen van deze personages wordt goed uitgewerkt, zelfs de verteller Will niet. Het blijven bijzonder platte personages van wie de drijfveren en onderlinge relaties onduidelijk blijven. Het verhaal speelt zich grotendeels af in Engeland, waarbij je je kunt afvragen waarom namen als Jasmijn en Valentino worden gebruikt. Enkele personages schijnen veel ouder te zijn en uit Mesopotamië te stammen, en toch hebben ze een naam die typisch is voor de Victoriaanse tijd. Dat maakt een en ander al moeilijk te begrijpen: waarom?
De hoofdpersoon is een kruising tussen een vampier en een incubus. Hij noemt zichzelf een sucambia, maar daar heb ik nooit van gehoord (Google geeft me ook geen antwoord) en het woord wordt niet uitgelegd: een loos begrip dus. Een kruising tussen een mens en een incubus wordt een cambion genoemd (leert een korte rondgang over Wikipedia), maar dat is niet hetzelfde woord. Ik heb sterk de indruk dat het verhaal gebaseerd is op het rollenspel Vampire: The Masquerade. Enerzijds door het noemen van clans van vampiers, anderzijds door ergens het letterlijk noemen van een maskerade. Mogelijk zijn bepaalde ideeën ook uit dat rollenspel afkomstig (waar ik overigens niet veel meer van weet dan dat het bestaat).
Wat betreft wereldbouw is het opvallend dat de hoofdpersoon zichzelf irriteert met het gif dat uit hemzelf komt. Opnieuw een idee waarvan ik denk: had het beter uitgewerkt. Zoals het er nu staat, is het ongeloofwaardig.
De gedachten van de hoofdpersoon vind ik erg rommelig en gefragmenteerd weergegeven. Dat lijkt vooral aan de schrijfstijl te liggen. Die is namelijk bar slecht. De zinsopbouw is niet soepel, de alineaopbouw ontbreekt, iedere vorm van structuur ontbreekt, er is geen consequent register, er worden woorden op een manier gebruikt waarbij ik de indruk heb dat de schrijver de betekenis niet (helemaal) begrijpt. Ik heb het beslist niet over Vlaams, want dat ben ik redelijk gewend, maar gewoon over slecht geschreven Nederlands met zinnen en alinea's die elke samenhang missen. De tekst leest daarom niet soepel, ik moest regelmatig teruglezen om te zien waar het eigenlijk over ging, bijvoorbeeld bij wie het perspectief ligt, naar wie of wat wordt verwezen.
Sowieso is het lastig lezen omdat de tekst om de hete brij blijft draaien. Er wordt zelden iets gewoon benoemd. Het blijft allemaal vaag, mogelijk in een poging om het mysterieus te maken. Daarmee lijkt het dat dit verhaal slechts een fragment is van een groter verhaal, maar anders dan in Splinters 2 (een proloog op een serie) zou je dit verhaal eerder ná het andere verhaal willen lezen dan ervóór, omdat er zoveel (nog) niet is uitgewerkt.
Een voorbeeld van de eerste pagina, waar me de moed tot verder lezen al vrijwel verging:
"Een eind achter hen sloot een nieuwe omheining de ingestorte voorgevel af van Grosvenor Square, waar rijtuigen over de straatstenen ratelden, paarden hinnikten en mannen hingen rond in het licht van straatlantaarns."
Daar had een redacteur de schrijver terecht moeten wijzen, als de schrijver zelf niet alert is op dergelijke wartaal en onzorgvuldig taalgebruik. Nog afgezien van het feit dat die "nieuwe omheining" waarschijnlijk gewoon een politieafzetting is, gezien de tijd die is verlopen tussen de gebeurtenissen.
De titel Opgejaagd kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Het belooft, in combinatie met het vampier-thema een angstaanjagende jacht te zijn met erotiek (zie ook de achterflaptekst). Het verhaal wil echter niet spannend worden. Geen moment is er het idee dat iemand wordt opgejaagd, er is geen enkele dreiging, er wordt geen spanning opgevoerd want het verhaal kabbelt maar door, ondanks de vele beloften die de ideeën in zich dragen. De erotiek, die wel wordt aangekaart, levert evenmin spanning op, er broeit niets, het zindert niet, misschien omdat de verteller zelf het lustobject is (wat hij zich wel bewust is) en hij de ander over het algemeen slechts als prooi ziet; zelfs als de schrijver (tegen het einde) verkondigt dat Will liefde voelt is dat geenszins overtuigend. Vrouwen in dit verhaal zijn vooral smachtende hapjes die zich zonder tegenstribbelen laten misbruiken. Ik bedoel met erotiek overigens geen plastische beschrijvingen van seks, maar juist het spelen met de seksuele spanning die daar gewoonlijk aan vooraf gaat.
Het verhaal ontbeert sfeer. Zoals gezegd wordt er geen dreigende sfeer geschapen, noch een erotische en de namen passen niet. Dat het in 1868 speelt, valt niet uit de sfeer op te maken (het is slechts een mededeling), net zo min als dat het zich in Engeland zou moeten afspelen, de wereld komt niet tot leven (zelfs als het over ondoden gaat, moet de wereld leven). De personages zijn zo vlak en slecht uitgewerkt, dat ze evenmin sfeer maken, het verschil tussen Jasmijn, Rose, Eleonor en Lucinda is vooral hun naam. Dat Will uit het Midden-Oosten afkomstig is, blijkt nergens uit, behalve dat het verteld wordt - dat is wat voor mij ook een deel van het bekende "show, don't tell" is: laat het overal in doorschemeren in plaats het van het in een verloren zin te vertellen. Veel van de sfeer zou al geschapen kunnen worden door een juist gebruik van taalregisters en wat meer beschrijvingen van de setting.
Daarnaast is het verhaal verwarrend door de vlakke personages en het ontbreken van een duidelijke setting. Misschien klopt het allemaal wel met die dagboeknotities op datum en plaats, maar het zijn mededelingen die niet echt blijven hangen. Zo blijken de belangrijkste gebeurtenissen rond kerstmis te spelen als je de datum in het dagboek bekijkt, maar in het verhaal zelf blijkt daar helemaal niets van. Terwijl dat toch voor een extra laag zou kunnen zorgen, gezien thema's als wederopstanding die ermee benadrukt zouden kunnen worden.
Het vooral is veel drama, dicht op de huid van de niet-empathische en weinig sympathieke hoofdpersoon die zijn honger, zijn lust en zijn liefde erg opblaast maar geen oog heeft voor andere mensen. Het verhaal draait uiteindelijk vooral om zijn onzekerheid en verwarring, waarmee hij ondanks zijn respectabele leeftijd (bijna 2500 jaar) eerder een puber lijkt. Het verhaal wordt daarmee een soort ouderwetse klucht, maar dan zonder humor, of een typisch kostuumdrama, maar dan zonder kostuums.
Ik ben uiteindelijk zeer teleurgesteld in dit deel van Splinters. Na het van oorsprong Engelse verhaal is het een desillusie waarbij ik hoop dat het volgende deel het weer goed gaat maken voor origineel Nederlands werk, want ik weet dat er genoeg schrijvers zijn die wel een behoorlijk niveau hebben. | 0neg
|
Het is dezelfde dag, maar totaal anders voor twee verschillende personages. Het is Grace’ eerste schooldag op een voor haar nieuwe school. Als Grace bij Henry in de klas komt, is het voor Henry de eerste dag van zijn verliefdheid. Maar Grace is vreemd. Ze draagt jongenskleren, loopt erbij als een junkie en brengt haar tijd na schooltijd door op het kerkhof. Bovendien wijst ze haar rol als hoofdredacteur van de schoolkrant af, een positie waar Henry al jaren van droomt. Toch wordt Henry verliefd op haar. Maar is verliefd zijn op een getraumatiseerd meisje wel slim?
Sutherland is een Australische schrijfster en debuteerde met ‘Sterrenstof’. Het gelijknamige nummer van De Jeugd van Tegenwoordig heeft gek genoeg een aantal raakvlakken met het boek en met Henry en Grace. ‘Proeven van elke soort drank.’ ‘Ze is van spectrale klasse.’ ‘Dan weet je dat ik ergens ben. Dan ben ik alsnog, in de lucht als sterrenstof.’ Volgens Henry is iedereen gemaakt van Grace Town. Het gaat over kosmische stoffen en atoomdeeltjes. Toch heeft dit te veel van John Green weg met neigingen naar ‘Een weeffout in onze sterren’, maar dan heeft Sutherland geprobeerd er nog veel meer atoomdeeltjes in te verwerken. Wellicht wordt deze correlatie met John Green mede veroorzaakt door de titel. Het woord sterren zit zowel in ‘Sterrenstof’ en ‘Een weeffout in onze sterren’, het gaat allebei over een jongen en Grace en het gaat allebei over filosofisch redeneren aan de hand van sterren. Wat dat betreft zou de originele titel ‘Our chemical hearts’ beter bij het boek passen.
Verder is de plot wel prima, maar niet pakkend. Al tijdens het lezen ben je delen uit het begin vergeten en zodra je het boek dicht hebt geslagen, ben je bijna alles al vergeten. Ook het schrijven van een recensie erover is lastig, want met elke seconde die na het lezen verstrijkt, gaat er een hoofdstuk verloren. Alsof het oplost als (sterren)stof.
Misschien had de plot beter kunnen blijven hangen als Sutherland meer variatie in tempo (en spanning) toe had gevoegd. Gedurende het hele boek blijft het tempo vrijwel hetzelfde. De lezer wordt weinig uitgedaagd om het tempo bij te houden. Henry en Grace zijn misschien van nature allebei niet even actief, maar dit had veranderd kunnen worden. Ze maken weinig in elkaar los, behalve dat ze zichzelf bij elkaar durven zijn. Wel borrelt er bij hen van binnen genoeg, maar bij de lezer wordt nogal weinig losgemaakt. | 0neg
|
Met ‘De man die zijn baas liet verdwijnen’ heeft de auteur een voortkabbelend verhaal geschreven met wat ‘thrillerachtige’ elementen die hier en daar wat spanning meegeven. Hoewel de schrijfstijl niet echt moeilijk is, nodigt het verhaal niet echt uit om verder te lezen. Veel informatie die er niet toe doet (bijvoorbeeld de sekspassages) maken het verhaal niet overzichtelijker om te lezen.
Voor de jonge ambitieuze en wat narcistische Jack Kempinski begint het met een absurd sollicitatie gesprek waarmee hij zijn carrière een flinke boost kan geven. Vol enthousiasme stapt hij in deze baan , maar al gauw komt hij erachter dat zijn baas hem wil laten opdraaien voor een economisch misstand. Jack laat het er niet bij zitten en begint een wraakactie waarbij hij o.a. een relatie begint met de dochter van zijn baas. Jack belandt in een wereld waarin geweld, abnormale kantoorperikelen en seks de boventoon hebben. Ook zijn wat vreemde broer Tom speelt in deze wereld een opzienbarende rol.
‘De man die zijn baas liet verdwijnen’ is een matig debuut van Troosnier, waarin spanning en inhoud soms wat ver te zoeken is zijn. Verwacht je als lezer echt een wat realistische kijk in het zakenleven, dan kom je als lezer wat bedrogen uit. De setting van het verhaal is wat oppervlakkig. Wellicht dat als je als lezer je fantasie zijn werk laat doen, dat er dan meer te genieten valt, maar buiten dat voegt dit verhaal weinig diepgang toe. | 0neg
|
Ik moet de visie van Lieven beamen. Verliefd is herkauwde kost in een ander jasje. Dit verhaal klopt ook gewoon niet. Er zit geen structuur in. De slechterik van dienst heeft geen drijfveer. Jammer want ik ben er van overtuigd dat De Bruyn beter kan. Ik hou ook wel van zijn ongekunstelde stijl. Misschien moest hij maar eens een goed boek over dramaturgie raadplegen. Onbegrijpelijk ook dat zulke flutverhaaltjes toch altijd weer goed scoren bij recensenten. Ook in de geschreven pers. Jammer. | 0neg
|
De achterflap leek me veelbelovend,
maar ik vond het een erg vreemd boek
om te lezen, ik kan me niet voorstellen
dat 13 jarigen hier wel warm voor lopen. | 0neg
|
Het gebeurd niet vaak dat ik een boek niet uitlees, maar met Lisey's verhaal is het weer eens raak. Vanaf het begin zit er geen spanning in. "Even doorbijten, maar dan heb je ook wat", schrijft Susanne hier op Crimezone. En ik heb het geprobeerd, doorgebeten tot ik er zere kaken van kreeg, maar nu na 230 bladzijde leg ik dit boek weg. Door het gebrek aan spanning is het geneuzel van een treurende weduwe niet aan mij besteed. | 0neg
|
Govert Meit (1987) bevond zich vijf jaar geleden op een dieptepunt in zijn leven. Hij was depressief, deed de godganse dag helemaal niets, leefde van het weinige geld dat zijn ouders zelf konden missen. Ergens in die periode besloot hij die donkerte te gaan opschrijven, echter niet met een welbepaald doel voor ogen. Tijdens dat schrijven, maar niet als gevolg ervan, ontstond het personage Stefano Keizers waarmee hij nu bekend is. Dat personage heeft Meit geholpen om weer licht te gaan zien in zijn leven en het heeft hem ook geholpen het boek af te maken. Dankzij de bekendheid van Stefano Keizers is er ook een uitgeverij geïnteresseerd geraakt in het boek, dat anders wellicht nooit verder dan Meits computer was gekomen. Dat is geen mening van een recensent, het zijn Meits eigen woorden.
Wie het boek leest, ontdekt meteen het absurde eraan. Er staan tekeningen in van het niveau van een kind van twee; opvallend veel bladzijden dragen het nummer 33; wegens de steeds wisselende bladspiegel moet je het boek geregeld draaien om het te kunnen lezen; soms zit de tekst gewoon in de middenplooi van het boek en is dan amper te lezen; de inhoudsopgave slaat op niets; een van beide nawoorden staat in het midden; de korte beschrijving op de achterkant heeft totaal niets met het boek te maken; soms zijn de letters enorm groot, soms amper te lezen. Zo kunnen we nog wel enige tijd doorgaan met opsommen van wat afwijkt van het “normale”. De auteur wilde in dit boek alles doen wat men verbiedt in schrijfcursussen, wilde helemaal vrij zijn, alle regels overboord gooien. Dat is hem in ieder geval gelukt.
De teksten zijn vreselijk negatief en zwartgallig, een weerspiegeling van Meits leven op dat ogenblik. Alle vrouwen huilen onafgebroken, zijn flat is een rotzooi, geld is er nooit, drugs meestal wel. Stefano Keizers zegt zelf over het boek: “Het is zo’n enorm gejank dat het humor is geworden”. Dat kan waar zijn, maar dan moet iemand hier eerst wel kop of staart aan kunnen krijgen. Om dit te schrijven moet je dronken zijn. Of high. Liefst allebei. Wil je begrijpen wat je leest, is een nuchtere toestand ook verre van ideaal. Maar ... het boek is wel geschreven met een visie. Die lichtte Keizers zelf toe in een tv-interview bij Pauw: “Het is een dun boek zodat jongeren er in een uur mee klaar zijn als ze dit moeten lezen voor school.” Het is een visie waarmee je kan scoren.
Dat het boek een enorm gejank is, is helemaal waar. Dat het humor is geworden, daar valt over te twisten. De stilistische experimenten zijn soms wel grappig maar aan de inhoud zelf zullen maar weinig lezers lol beleven. Veel meer dan een glimlach hier en daar valt er niet uit te persen. Vaak kan men niet anders dan denken: waar gáát dit over? Nog voor halfweg is het reeds smachtend uitkijken naar het einde. Dan is het aantal pagina’s inderdaad een zegen. Een minuut stilte voor de bomen die zijn gesneuveld voor dit boek, is op zijn plaats, ze verdienen ons medeleven. | 0neg
|
rook ik de geur van de bossen en bloeide mijn interesse voor de indianencultuur weer op.,James Lee Burke schrijft met De maan van de rode paarden zijn vierde Billy Bob Holland misdaadroman. Deze Amerikaanse schrijver heeft verschillende onderscheidingen weten te bemachtigen, waaronder de Edgar Allan Poe prijs.
In De maan van de rode paarden ontmoeten we advocaat Billy Bob Holland. Een jaar nadat Hollands aartsrivaal Wyatt Dixon een langdurige gevangenisstraf tegen zich had horen eisen, wordt hij vanwege een justitiële dwaling vrijgelaten. Holland is hier bepaald niet gelukkig mee en probeert Wyatt uit de buurt van zijn gezin te houden. De laatste zegt echter spijt te hebben van eerder begane misstappen en het licht te hebben gezien in de gevangenis. Hij probeert Billy Bob te overtuigen dat hij hem kan helpen in de zaak die tegen Johnny American Horse loopt. Het duurt lang voordat Billy Bob iets van Wyatt wil aannemen. Te lang?
Ik was nog niet bekend met de Billy Bob Holland reeks van James Lee Burke en had dus niet eerder kennis gemaakt met de verschillende personages. Burke introduceert zijn hoofdpersonen in De maan van de rode paarden geleidelijk, zodat pas na enkele hoofdstukken duidelijk wordt wie wie is. In combinatie met het feit dat er verschillende verhaallijnen naast elkaar bestaan, kon ik de eerste helft van het boek maar geen binding krijgen met de personen en hun problemen en legde daardoor het boek steeds opzij. Gelukkig maakt de tweede helft van het boek wel wat goed. De gebeurtenissen volgen elkaar in een sneller tempo op en de verhaallijnen convergeren steeds meer naar de (niet echt spectaculaire) ontknoping toe. De auteur laat duidelijk openingen over voor een volgend boek in de Billy Bob Holland reeks, waardoor er wel een slot is, maar geen echte closure.
Absoluut pluspunt is de omschrijving van de omgeving in Montana. Door de manier van schrijven waande ik me in het grote niets van Mid West Amerika, rook ik de geur van de bossen en bloeide mijn interesse voor de indianencultuur weer op. Toch kan ik niet meer dan 2 sterren geven aan dit middelmatige boek. | 0neg
|
Zelden zo'n slecht boek gelezen. Je
leest het uit omdat het Dan Brown is, anders had ik het weggelegd. Geen enkele spanning. Vergezocht verhaal met een onwaarschijnlijke hoofdrollen voor een computer. Hij ventileert een mening die je niet in een boek moet weergeven maar op andere wijze op internet oid. Dan Brown is zijn hype voorbij | 0neg
|
Fictie en non-fictie door mekaar. "In dit fictieve verhaal, gebaseerd op de geschiedenis, probeer ik me voor te stellen hoe het geweest zou zijn om met Anne Frank samen te leven", aldus de auteur.
Mij lijkt het eerder dat Sharon Dogar de naam "Anne Frank" wilde gebruiken om boekverkoop te garanderen. Geeft het boek weer hoe een puberende onderuiker zich moet hebben gevoeld? Ja. Had "Het Achterhuis" hierbij betrokken moeten zijn? Nee.
Wat me ook stoorde, is dat midden in de fictie vermeld wordt dat gebeurtenissen in het echt op een andere dag plaatsvonden. Alsof het voor de auteur zelf niet meer duidelijk was of ze nu met fictie of non-fictie bezig was.
Twee sterren, voor het opzet. Maar meer echt niet. | 0neg
|
In Mannen leggen me altijd alles uit maakt Rebecca Solnit duidelijk hoe onze samenleving nog altijd is doortrokken van ongelijkheid tussen de seksen. Waarom gaan mannen ervan uit dat ze alles weten? En waarom laten vrouwen zich gewillig de mond snoeren? Solnit gaat in acht hoofdstukken - acht korte essays - op zoek naar een antwoord op deze vraag. Met een vlotte pen en de nodige humor weet ze haar kijk op het feminisme naar de lezer over te brengen. Helaas voor mij komt haar invalshoek niet helemaal overeen met de mijne. Het lezen van Mannen leggen me altijd alles uit bezorgde me dan ook een ongemakkelijk gevoel.
Ondanks de fenomenale titel wist Mannen leggen me altijd alles uit me niet te overtuigen. De verschillende essays van Rebecca Solnit hebben een ding met elkaar gemeen: ze gaan allemaal uit van het slechtste van de man. Geweld en (groeps)verkrachtingen staan meer dan eens centraal. Heftige zaken absoluut, maar de toon van Solnit staat mij niet aan. Ik vind dat ze soms wat doorslaat in haar feminisme. Op pagina 122 lees ik bijvoorbeeld: “Vrouwen zijn altijd bang te worden verkracht of vermoord.” Ik ben ook een vrouw en kan me hier absoluut niet in vinden. Wat mij betreft is dit boek van Solnit te generaliserend, zowel naar mannen toe als naar vrouwen.
"Het is niet zo dat ik mannen het leven zuur wil maken. Ik denk alleen dat we, als we zouden vaststellen dat vrouwen over het algemeen veel minder gewelddadig zijn, misschien gerichter kunnen beredeneren waar geweld vandaan komt en wat er ertegen kunnen doen."
Daarnaast komt Solnit in elk van de essays met dezelfde cijfers en voorvallen op de proppen, waardoor het lijkt alsof je steeds hetzelfde leest. In het eerste essay - met dezelfde titel als het boek - zaten nog wat interessante stukjes en toffe quotes, maar daarna blijft de schrijfster zichzelf herhalen.
"Een freudiaan weet vast wat zij hebben en ik niet, maar intelligentie zit niet in je kruis, zelfs niet als je een lange melodische zin van Virginia Woolf over de haast ongemerkte onderwerping van vrouwen met je piemel in de sneeuw zou kunnen schrijven."
Rebecca Solnit schrijft dit boek "om jonge vrouwen te laten inzien dat gekleineerd worden niet het gevolg is van hun eigen geheime gebreken, maar van de saaie, oude, vertrouwde genderstrijd en dat het de meeste vrouwen op een zeker moment in het leven overkomt". Een nobel streven, maar tijdens het lezen kreeg ik vaak een ongemakkelijk gevoel in mijn maag. Niet door de voorvallen die Solnit noemt, of het feit dat er een genderverschil bestaat in onze samenleving. Nee, ik kreeg een naar gevoel vanwege de negatieve bewoordingen en het zwart-wit denken van Solnit.
Begrijp me niet verkeerd. Ik zal de genderverschillen in onze maatschappij nooit ontkennen. Ik vind het belangrijk dat dergelijke onderwerpen aangekaart worden. Alleen sluit de benadering van Solnit niet aan bij mijn persoonlijke beleving van het feminisme. Wat echter niet wegneemt dat ze een vlotte schrijfstijl heeft en dat het boek als een trein leest.
"Mannen leggen me nog steeds alles uit. En geen enkele man heeft ooit zijn excuses aangeboden voor het onterecht uitleggen van dingen waar ik verstand van had en hij niet."
Beter dan de titel, Mannen leggen me altijd alles uit, wordt het boek helaas niet. Rebecca Solnit is heel zwart-wit in haar beleving van het feminisme en herhaalt in ieder essay dezelfde cijfers en voorvallen. Ondanks haar vlotte pen kreeg ik tijdens het lezen een naar gevoel in mijn maag. ★★
Deze recensie verscheen ook op Boekvinder.be. | 0neg
|
Zonder ook maar 1 recensie of zelfs de achterflap te hebben gelezen, ben ik begonnen aan dit boek. Had geen idee waar het over zou gaan. Alle voorgaande boeken van Michael Berg gelezen en ik vind vooral Hotel du Lac en Nacht in Parijs zeer goed geschreven.
Dit verhaal kon mij echter niet zo boeien, vond de intro naar het interview ontzettend lang duren en het interview zelf langdradig. Kon mijn aandacht er slecht bij houden. Wat ik wel heel boeiend vond om te lezen was het verhaal van de kleine Jeu in de mijnkolonie, dit duurde mij veel te kort.
Ik vind dit boek ook niet thuishoren in de categorie Thriller, eigenlijk is het meer een psychologische roman. Als je begint met lezen en je denkt een thriller te gaan lezen heb je heel andere verwachtingen van een boek. Ik vond dit absoluut geen thriller, het was nergens spannend. Twee sterren vanwege het verhaal van de kleine Jeu.
Jammer, maar dit weerhoudt me er niet van om zijn volgende boek weer gewoon ter hand te nemen | 0neg
|
Dit boek heeft alle ingrediënten voor een topper. Één familie, 3 eeuwen, 5 landen, godsdienst, zoeken naar de juiste plek voor je bestaan... Helaas wordt het rommelig opgeschreven. Veel onnodige herhalingen. Geen diepgang. Veel, weinig toevoegende, zijwegen. Geen duidelijke structuur. Een mooi beginpunt, maar het eindpunt is weer rommelig... Jammer! | 0neg
|
De moeder van de vijfjarige Puck, kapster van beroep, woonachtig in een achterstandswijk in Rotterdam, is tegen een zeer bemiddelde al wat oudere man aangelopen. Lieveling begint op het moment dat ze samen met Puck bij Pikkedoos, zoals ze hem liefkozend noemt, intrekt en daarbij Rotterdam voor Zwijndrecht verruilt. Al snel is het voor Puck duidelijk dat zij de lieveling is van 'ome meneer' en niet haar moeder. Vrijwel dagelijks moet Puck de 'lief'kozingen van haar nieuwe papa ondergaan, terwijl haar moeder daar niets van lijkt te merken. En Puck haar niets durft te vertellen.
De jaren verstrijken zonder dat er iets aan de situatie verandert. Het enige overduidelijke verzet dat Puck pleegt, is weigeren voldoende te eten. Haar moeder blijft blind voor wat er aan de hand is en de familie van haar moeder, Oma Crooswijk, tante Hannie en ome Joop, merkt ook niets, al was het maar omdat zij nauwelijks welkom zijn in Zwijndrecht. Of de dochter van Pikkedoos iets weet of vermoedt, is onduidelijk, maar zij laat duidelijk merken niets met Puck en haar moeder op te hebben. De enige die Puck soms overweegt om in vertrouwen te nemen, is meester Hofslot en uiteindelijk, als Puck flauwvalt tijdens de gymles en een been breekt, biecht ze in het ziekenhuis aan hem op wat er aan de hand is.
Het is overduidelijk de bedoeling van beide (?) auteurs geweest om er geen zielig verhaal met een tragische hoofdpersoon van te maken, maar wat het dan wel had moeten worden is onduidelijk. Oma Crooswijk is het meest geslaagde personage in dit boek, dat verder slechts bestaat uit flinterdunne karikaturen. Geen moment voelt dit verhaal 'echt' aan, omdat noch de personages, noch de omgeving, noch het tijdsbeeld geloofwaardig zijn. Met name het laatste deel is niets meer dan een opsomming van gebeurtenissen die voorbijrazen, waarbij de tragikomische toon, die de twee delen daarvoor nog dragelijk maakt, verdwenen is.
Jammer, want het motto is ijzer-, ijzersterk:
Mama kan het niet alleen, het leven.
En ik kan het niet alleen met mama,
dus ik liep naar een telefooncel
en ik belde papa en papa kwam.
– Puck
Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016. | 0neg
|
Ik had het boek gekocht voordat de serie uitkwam, ik kom niet verder dan het begin van het boek. Het is echt een saai boek en het leest niet lekker. | 0neg
|
vier vrouwen van rond de 40 zijn al bevriend van toen ze rond de twintig waren en elkaar leerde kennen bij hun baantje in een kledingwinkel. hoewel ze allen een eigen leven leiden komen ze ieder jaar een week bij elkaar om zonder hun naasten een week vakantie te vieren. Meestal doen ze iets van een all inclusive resort oid, maar dit jaar zijn ze verleidt tot een aantal dagen in the middle of nowhere. Diep in de wildernis van Maine gaan ze onder begeleiding van een gids een raft ondernemen over een kolkende rivier en trotseren ze de elementen. Maar dan gaat alles mis en zijn ze van alle hulp verstoken
Nacht op de rivier is het debuut in het Nederlands taalgebied van Erica Ferencik (1958,Urbana.VS) en lijkt enkel geschreven als een soort van adrenalineshot Na de introductie van de personages schakelt Ferencik snel door naar het opjagen van het tempo en de adrenalineopbouw zonder zich te bekommeren om enige uitwerking van de karakters en het plot. Het plot is dan ook derhalve kinderlijk eenvoudig en de ene onwaarschijnlijkheid volgt de andere in sneltreinvaart op. het taalgebruik is uiterst eenvoudig en dialoog is ver te zoeken. Wat overblijft is een soort van scenario voor een no nonsense actieverhaal dat van cliché naar cliché voert en die zonder nadenken geconsumeerd moet worden. Ergens tussen lectuur en pulp | 0neg
|
Het was doorworstelen voor mij.
De titel sprak me aan , zwemmen is mijn hobby maar eenmaal aan het lezen dacht ik huh..het gaat over iets totaal anders!
Ik snapte de titel ook niet helemaal , er zijn maar drie hele kleine stukjes die over zwemmen gaan. Net als de titel snapte ik het hele boek in het begin ook niet helemaal. Op zijn tijd waren er spannende stukken in verwerkt...wat afgewisseld werd door stukken waar niet doorheen te komen was. Dat werd ook versterkt door het varia aan karakters en verschillende jaartallen waartussen continue gewisseld werd.
Eigenlijk waren pas de laatste 100 bladzijden adembenemend en vasthoudend. Maar daarvoor! pff.. in de laatste 100 bladzijden werd het duidelijk en spannend en viel alles samen.
Achteraf best een mooi verhaal maar niet het boek wat ik verwacht had dat het zou zijn. | 0neg
|
Pandora’s klok beloofd in eerste instantie een spannende leeservaring te worden. Alle ingrediënten zijn immers aanwezig: vliegtuig mag niet landen, zieke passagier. Maar helaas. Het leest wel lekker weg maar daar is alles mee gezegd. Goed voor de vakantiekoffer en na het lezen achterlaten in het hotel. | 0neg
|
Geïntrigeerd door de cover en de flaptekst, wilde ik dit boek graag lezen. Via het Selfpubcafé bestaat de mogelijkheid nieuwe boeken te lezen zonder deze aan te hoeven schaffen, en daar deed ik dus (wederom) met plezier aan mee.
'Duivelsdochter' gaat over Brigitte, dochter in een miljonairsgezin en tweelingzus van Bernadette. De twee zusjes hebben hun uiterlijk dan wel overeen, verder kunnen ze niet méér van elkaar verschillen. Waar Bernadette de vrolijke, 'ideale' (klein)dochter is, is Brigitte het zwarte schaap van de familie. Niet in de laatste plaats vanwege haar voorkeur voor zwarte kleding; Brigitte is een gothic-meisje.
Haar oma van moeders kant maakt dit veel groter dan het is en verwijt haar onder meer dat ze een duivelsgedrocht is. Het blijft echter niet alleen bij woorden.
Na een incident bij deze oma thuis, waarbij Brigittes verhaal niet geloofd wordt, vlucht ze het huis uit, naar Amsterdam.
Een vriendinnetje van haar woont hier ook en is lid van een satanische sekte. Hier wil ze opnieuw beginnen, hier zal immers niemand gek opkijken van een gothic meisje?
Lees meer:
http://www.watiknouvind.com/2018/10/wat-ik-nou-vind-van-duivelsdochter-van.html | 0neg
|
Ik heb een dubbel gevoel bij dit boek. Positief is dat het een vlot geschreven thriller is. Een boek waar je doorheen vliegt. Het verhaal op zich is boeiend, maar niet erg goed uitgewerkt. Er valt nogal wat op aan te merken en er zijn er nogal wat zaken die het plezier bederven.
Neem nou de mannen in dit boek. Zonder uitzondering zijn ze bijzonder onsympathiek. De oplichter is een slechterik, da's logisch, maar het is ook nog eens een sul. Maar ook de andere mannen zijn vrijwel altijd morsige onsympathiekelingen.
Van de arrogante kunsthandelaar tot de als zeer morsig omschreven vettige trucker die zijn zwarte tand in een vettig broodje zet tot een Zwitserse bankemployee die als zeer slappe lul, met schilfers in zijn wimpers, wordt neergezet tot een groepje Polen (dronken hoerenlopers), tot een gemene crimineel die de sullige afperser blijft achtervolgen. De enige politieagent in het boek is een luie zakenwasser, gelukkig heeft ie echter nog een vrouwelijke collega.
Kortom, elke man is lui, morsig, onsympathiek, vies, sullig of hoerenloper of een combinatie van die eigenschappen.
Ik kreeg de indruk dat de schrijfster net door haar man ingeruild was voor een jonge blom, er zit nogal wat frustratie naar de man in het algemeen in dit boek.
Nee, dan de vrouwen, okay, de één is een zweefteef, de ander een verlopen fotomodel met korsakov, maar ze zijn in tegenstelling tot de mannen in elk geval de goedheid zelve, allemaal. Vergelijk de advocate met de politieagent en je weet, alle mannen zijn klootzakken, lang leve de vrouw!
Sowieso blijven vrijwel alle personages papieren karikaturen.
Komt nog eens bij dat het bij tijd en wijle wel wat erg ongeloofwaardig is. Identiteitsdiefstal lijdt meestal tot een lange en frustrerende zaak, hier is het in een zucht en een scheet allemaal weer opgelost. Vervolgens wordt zuslief ontvoerd, hoe grote zus en dochter dit oppakken is zo mogelijk nog ongeloofwaardiger. Een overduidelijke amateuristische sul van een crimineel boezemt met vrijwel niks zoveel angst in dat de dames nooit ook maar overwegen dit aan de politie over te laten. Die het gezien de onnozele aanpak van de ontvoerder in no time opgelost hadden.
Dan zijn er nog wat Polen die de slechterik wat geld lenen en hem gelijk de volgende keer dat ze hem zien halfdood slaan. Voor een bedrag van hooguit 5 tientjes. Yeah right.
Twee ton ophalen bij de bank in Zwitserland? Even een probleem, tot de nuffige zweefteef iets zegt in de trant van "luister mannetje, hier met dat geld, NU! ONMIDDELLIJK!" En klaar is Truus, het geld zit in de pocket. En als ze het geld in een restaurant laten staan worden ze alleen even door een hooghartige (uiteraard onsympathieke mannelijke) bewaker vermanend toegesproken.
De verhaallijn over het weeshuis waarin rijke zus en haar overleden man hun geld hadden gestopt en waar iets niet leek te kloppen wordt aan het eind bovendien snel even afgeraffeld.
En zo zijn er nog wel wat kritische kanttekeningen te plaatsen. Maar wie daar niet op let of zich daar niet druk om maakt zal een vlotte thriller die flink doordendert en voor genoeg vertier zorgt aan dit boek hebben. Ik heb me er ondanks alles wel mee vermaakt, maar zal niet gauw weer een boek van Trudi Rijks gaan lezen. | 0neg
|
Onlangs verscheen Paradijsvogel, de nieuwste roman van Threes Anna. In deze roman blijft Iris alleen achter nadat haar man Max, waarmee ze jaren gelukkig is geweest, overlijdt. Haar leven was de laatste jaren comfortabel: een mooi huis in Eden, een resort voor rijke ouderen in Florida, en alle mogelijke luxe om zich heen. Ver weg van geldzorgen, haat, vuil en andere problemen die de maatschappij soms lastig maken. Het overlijden van Max zorgt voor een einde aan het luxeleven, als blijkt dat hij haar achterlaat met torenhoge schulden.
Paradijsvogel leest als een feelgood en daar blijft het ook bij. Het namaakleven in Eden (what’s in a name) blijkt een metafoor voor het boek te zijn: het verhaal van Paradijsvogel is net zo nep en vluchtig als de vogelgeluiden op bestelling en de bloemengeur uit flesjes.
Het verhaalgegeven is niet bepaald nieuw, maar wel aantrekkelijk en het biedt voldoende aanknopingspunten om er een prachtig boek van te maken. Helaas neemt Anna regelmatig de verkeerde afslag, waardoor het verhaal niet verder komt dan een simpel strandverhaal. Iris slaat op de vlucht voor de schuldeisers in plaats van het probleem onder ogen te zien. De constante vergelijking met haar jeugd gaat daarbij nogal eens mank. Destijds is ze gevlucht voor het naziverleden van haar vader, nu gaat ze op de vlucht voor het feit dat ze als een dom gansje heeft geteerd op de zak van een ogenschijnlijk rijke zakenman. Ditmaal heeft ze haar eigen probleem veroorzaakt en dat is niet te vergelijken met de problemen uit haar jeugd. Vroeger was ze een sterke vrouw, nu is ze niet meer dan een verwend nest dat een ander voor haar schulden laat opdraaien.
Naast het gebrek aan diepgang in het verhaal en in de personages, is ook de overmaat aan clichés en versleten metaforen storend. Al snel lezen we dat de blanke Iris niet geliefd is bij haar zwarte stiefkinderen. Ze zien haar als een profiteur van de rijke Max, die zich wist te ontworstelen aan zijn milieu. Anna kiest ervoor om Max een gezicht te geven via de fragmenten uit het boek dat hij aan het schrijven was. De hoofdpersoon, Trust(!), heeft maximale overeenkomsten met Max. Ook hij blijkt een cliché te zijn: een gewelddadige vader, een blanke stiefmoeder die niet van hem houdt, opgegroeid in een kansloze omgeving, waar blanken worden gehaat.
Om haar goede bedoelingen te laten zien, schenkt Iris de dure BMW aan haar stiefzoon Danny. Liefde is wellicht te koop. Helaas wordt Danny later vermoord door een blanke politieagent die dacht dat de auto gestolen was. Als haar eigen rode Ferrari dan ook nog wordt leeggeroofd door zigeunerachtige types, wordt het clichégehalte wel erg hoog. Alleen een goed plot kan de zaak dan nog redden.
Anna haalt ook deze laatste reddingsboei weg. Er ontstaat een reeks van onlogische en onwaarschijnlijke gebeurtenissen, die uiteindelijk leidt tot een even onwaarschijnlijk einde. Het was vele malen interessanter geweest wanneer Anna de hoofdpersoon Iris andere keuzes had laten maken. Als ze de problemen had aangepakt, in plaats van ervoor weg te lopen. Als ze zichzelf daadwerkelijk aan de haren uit de modder had getrokken en haar verantwoordelijkheid had genomen. Maar Iris doet precies het tegenovergestelde en creëert opnieuw een nepwereld. Eind goed, al goed!
Paradijsvogel is wat het is: een flinterdun en vluchtig verhaal dat het niveau van een doorsnee vakantieverhaal niet ontstijgt. Daar niets mis mee, wanneer je je verwachtingen tenminste tijdig bijstelt. | 0neg
|
Wat een vervelend boek om te lezen. Wat mij heel erg stoort is het steeds terugkomend zinnetje "dacht Bäckström" Op sommige pagina's komt het 3 of 4 keer voor. Absoluut niet mijn Scandinavische schrijver. Dan zijn er veel betere. Hou het na 30 bladzijden voor gezien met dit boek. Saai tot en met. | 0neg
|
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.