text
stringlengths
4
22.7k
label
class label
2 classes
Het Nest, New York Times Bestseller Cynthia D’Aprix Sweeney “Money makes the world go around, the world go around, the world go around”….. “of that we can be sure”….. Lijkt wel het lijflied van de familie Plumb. Een familie die graag spendeert en een, juist dat tikje, te hoog gegrepen leven leidt. Ze leven ieder apart hun verhaal, met hier en daar een geheimpje, maar hebben allemaal al jaren dezelfde houding, ze verkopen het vel, voor de beer geschoten is…. Af en toe krijgen ze beeld van compleet vertekende momentopnames en trekken daaruit conclusies, soms met grote gevolgen. Dit wordt geschreven op een aparte, ironische manier en maakt nieuwsgierig. Melody, haar tweelingdochters, Jack, Beatrice en Leo vormen de kluwen uit “eenzelfde nest” en de gekke kronkels die hun ontmoetingen beïnvloeden, maken de basis van het hele verhaal. Een levensstandaard is snel aangemeten, die behouden wordt moeilijker, maar iedereen verwacht een deeltje van “het nest” en dat kan pas op het moment dat Melody veertig wordt. Een slechte gewoonte van Leo stuurt alles in de war, de anderen zien hun nestdeeltje een beetje aan hun neus voorbijgaan…. Krijgt ieder wat hij verdient ? twee sterren …. Het is, in tegenstelling tot wat ik dacht bij het voorstukje, niet helemaal mijn favoriete verhaal, misschien omdat geld en “the American way of life” me minder interesseren, maar zoals ik al eerder zei, goed dat we allemaal verschillende mensen zijn, met verschillende favorieten 
0neg
Inderdaad, hier gebeurt nooit wat. Er is veel kaf onder het koren van de 'literaire thrillers' en dit is een mooi voorbeeld. Een aardig verhaaltje, maar absoluut geen thriller. Want geen spanning! Of je moet een overspelige moeder die ondertussen borstvoeding geeft en rouwt om haar vermoorde vriendin een spannend gegeven vinden. De moord die het dorpje en de arme vrouw 'in zijn greep' houdt, wordt niet opgelost. Het drama dat daarna plaats vindt is onbegrijpelijk, tragisch maar niet spannend. De zieleroerselen van de vrouw zijn wel aardig beschreven, maar helaas beroerd vertaald: korte, stotende zinnetjes. Er zijn veel betere psychologische thrillers geschreven: ik beveel de lezer aan het boek van Julie Myerson subiet in te ruilen voor een willekeurige Karin Fossum!
0neg
Kort verhaal. Een proloog over het Marburgvirus dat per ongeluk in een onderzoeker terecht gekomen is. Kort daarna valt het voormalige Rusland uit elkaar, wetenschappers vluchten naar het buitenland en nemen daarbij al eens een virus mee. Nederland, een jongeman bezoekt zijn dementerende vader in een rusthuis. Daar verneemt hij dat zijn vader bezoekt heeft gekregen van een andere man, de broer van zijn vader. Maar zijn vader heeft geen broer. Hij kan het hem ook niet vragen want zijn vader is te verward. Een beetje een slap verhaal.
0neg
Op een middelbare school in een klein stadje worden meisjes ziek. De eerste is Lise, ze krijgt een toeval tijdens de les. Daarna volgen nog andere meisjes. Alleen meisjes, geen jongens. Al snel wordt een link gelegd met een inenting die de meisjes gehad hebben om ze te beschermen tegen het hpv-virus dat baarmoerderhalskanker kan veroorzaken. Een andere link is mogelijks een meer dat afgesloten is voor mensen, maar waar jongeren soms toch gaan zwemmen. De enige die niet ziek wordt is Deenie, een meisje dat met alle andere zieke meisjes optrok. Waarom zij niet? Heeft zij de andere ziek gemaakt?
0neg
‘Jaren geleden had Rozane de deur van het ouderlijke huis voorgoed achter zich dichtgetrokken, maar plots wordt ze opnieuw geconfronteerd met haar moeder én met een pijnlijk verleden. Rozane twijfelt: zal ze zich verzoenen of zal ze wraak nemen?’ Deze verhullende flaptekst laat – geheel volgens de bedoeling - enkele vragen onbeantwoord. Waarom gaat Rozane thuis weg? Hoe komt ze terug in contact met haar moeder? Wat maakt haar verleden zo pijnlijk? In Het ouderlijke Huisgeeft Rita Vrancken de antwoorden op deze vragen langzaam prijs. Vranckens taalgebruik is rechttoe rechtaan zodat Rozanes verbittering doorklinkt. Ze heeft dan ook geen fraaie jeugd gehad bij het ogenschijnlijk keurige stel dat haar ouders vormden. De problematiek die Vrancken in Het ouderlijke Huisbeschrijft (alcoholmisbruik, overspel, agressie, huiselijke spanningen … ) is helaas niet onalledaags. Het verstikkende milieu waarin Rozane en haar broertje Arthur opgroeien, zal voor velen herkenbaar zijn. In korte stukjes (soms niet meer dan een paragraaf) laat Vrancken Rozane associatief op verhaal komen. De vertelde tijd omvat iets meer dan de 24 uur waarin Rozane haar moeder ‘bijstaat’ bij een beroerte. Haar wraak voor wat haar moeder haar in haar jeugd heeft aangedaan bestaat tijdens dit etmaal eigenlijk uit … niets doen. Als verpleegster weet Rozane perfect welke handelingen ze achterwege kan laten om de crisis –mét blijvende schade- te laten voorbijgaan. Rozane neemt de gelegenheid te baat om af te rekenen met haar moeder en, na negentien jaar, hààr waarheid op tafel te leggen. Handig, nu haar moeder door de aanval van haar spraak beroofd is. De beerput gaat open en het stinkt. Toch is het niet allemaal kommer en kwel in Het ouderlijk Huis. Zo denkt Rozane met liefde terug aan haar overleden opa die haar de warmte en structuur gaf die ze thuis moest ontberen. Dan is er nog haar broertje Arthur om wie ze zich bekommerde en Martijn, de jongen op wie ze verliefd was. Ook het verrassende einde zorgt voor een zilveren randje rond de donkere wolk van Rozanes bestaan. Rita Vranckens taalgebruik is heel vlot, maar in de context van het verhaal té gepolijst, té bedacht. Vrancken strooit kwistig met tekenende woorden en uitdrukkingen wat op zich blijk geeft van een rijk taalpalet, maar dit doet jammer genoeg afbreuk aan het verhaal dat daardoor onecht en gekunsteld overkomt. De plot van Het ouderlijk Huisis knap opgebouwd en klopt als een bus, maar de verhaallijn valt me iets te mager uit. Verder mis ik zinnen, uitspraken, gedachten die aanzetten tot nadenken, enige diepgang tout court. Ook de personages zijn psychologisch maar matig uitgediept. Een vergelijking met Zomerhuisvan Vigdis Hjorth (uitgeverij Ambos/Athos, 2018) dringt zich op omwille van het gemeenschappelijke thema. In Zomerhuisgaat Hjorth dieper in op de mentale gevolgen van een breuk met de ouders, terwijl Vrancken vooral terugblikt op de feiten, zonder al te diep in te gaan op de psychologische gevolgen voor de protagonist. Hjorths schrijfstijl is veel minder prozaïsch dan die van Rita Vrancken, maar toch komt het verhaal psychologisch sterker binnen. Kortom, Het ouderlijke Huisis een knap opgebouwde roman en leest vlot, maar jammer genoeg mist het wat ziel.
0neg
Dit verhaal is blijkbaar al eerder bij een andere uitgever uitgebracht met de titel “ Bruidsjurk” in 2010 . Het boek gaat over Sophie, die een normaal leven leidt tot ze van de een op de andere dag ineens krankzinnig wordt. Ze lijkt een hoofdrol te spelen in moordspel, waarbij werkelijkheid en waanzin niet van elkaar te onderscheiden zijn. Sophie weet het niet meer, heeft ze haar man vermoord? Haar schoonmoeder? Ze ziet maar een uitweg, dat is vluchten en een nieuw leven onder een andere naam beginnen. Dan kan ze het verleden laten rusten. Of niet? Het verhaal begint spannend maar al snel wordt het een verwarrend verhaal over een Sophie die op de vlucht slaat. Het gaat allemaal in een sneltreinvaart, waardoor je niet echt in het verhaal kan komen. Ineens is deel één afgelopen en gaat het ineens over Franz, je weet pas aan het eind van dit deel wat dit met het verhaal van Sophie te maken heeft. Dan volgen er nog twee delen, die wel weer aansluiten maar het is allemaal zo verwarrend, niks spannends en geen touw aan vast te knopen. Het karakter van Sophie komt over als een zwakzinnige, gestoorde vrouw. Ik kan me er niet mee identificeren. Het blijkt pas aan het eind van het boek wat er nu precies aan de hand is met Sophie, beetje jammer dat je daar dan 280 pagina’s voor moet doorworstelen. Het boek eindigt abrupt… Ik kan er niks aan doen, het heeft me niet kunnen bekoren. 2 sterren.
0neg
Voor mij twee nieuwe schrijvers. Benieuwd of het inderdaad in de buurt komt van Henning Mankell en Stieg Larsen zoals de recensie op de achterkant beloofd. Helaas weer zo'n recensie waarmee de koper totaal op het verkeerde been wordt gezet. Als je een boek leest wil dat het boek je pakt en dat je er in verdwijnt, dat je jezelf aan de personen bindt. Niets is minder waar. Door 300 van de 700 blz geploeterd en heb het toen op gegegeven. Dat is me slechts een keer eerder overkomen. Sterk geschreven vanuit de rollen van de slechterikken geeft je weinig ruimte om je aan het boek te binden. Daarnaast is de stijl waarin het geschreven is afstandelijk en een tikkeltje overdreven.
0neg
Het boek de zes freules, de geschiedenis van de zes zussen Mitford: Nancy, Pamela, Diana, Unity, Jessica en Deborah. Ze worden geboren in het begin van de 20e eeuw, als de adel de traditionele rol verliest. De freules groeien geïsoleerd op op het platteland van Engeland. Ze worden veelal door kindermeisjes opgevoed. Hun moeder houdt zich op een afstand en ook de vader bemoeit zich niet echt met de opvoeding. De meesten gaan niet naar school maar krijgen een beetje thuisonderwijs. Op latere leeftijd kiezen ze ieder een eigen weg, die vaak erg indruist tegen de normale gang van zaken. Nancy wordt schrijfster, Pamela boerin, Diana kiest voor het communisme van haar man, Unity wordt de geliefde van Hitler, Jessica vlucht als communiste naar Amerika en alleen Deborah volgt de traditionele weg. Deze zeer verschillende keuzes zorgen voor een breuk in de familie. Een zeer interessante geschiedenis waar veel over te vertellen is. Nancy heeft enkele broeken geschreven waarin ze autobiografische elementen verwerkt. Het lijkt of Laura Thompson alle dingen die in de boeken staan wil verklaren of recht wil zetten, als de dingen naar haar mening niet juist zijn weergegeven. Daarom is het eigenlijk beter als je eerst de boeken van Nancy hebt gelezen. De schrijfster gebruikt voortdurend de namen en bijnamen die Nancy in de boeken heeft gebruikt. De stijl in het boek is erg verwarrend. Er wordt heen en weer geschakeld van het heden naar het verleden, van de ene persoon naar de andere. Ze begint met een gebeurtenis maar slaat dan allerlei zijwegen in die weer ergens anders op uitkomen. Daardoor is het heel moeilijk te volgen waar ze nu eigenlijk naartoe wil. In het boek staan veel aannames van de schrijfster en dingen als "het zou zo kunnen zijn, maar misschien ook niet" Het boek is niet objectief geschreven en vooral de zussen Nancy en Diana (waarvoor de schrijfster veel bewondering heeft) Unity (waarvoor de schrijfster allerlei excuses verzint om haar gedrag te vergoeilijken) en Jessica. De zussen Pamela en Deborah komen weinig aan bod. Ook de rol van de moeder wordt erg negatief neergezet. Terwijl de vader voornamelijk aan bod komt als de schrijfster hem vergelijkt met de persoon in het boek van Nancy. Er worden ook veel interviews aangehaald waaraan de zussen hebben meegewerkt. Echter alleen de verklaringen (of gedeeltes ervan) die de schrijfster belangrijk vindt, worden vermeld. Ook veel verwijzingen naar andere boeken, artikelen en brieven die niet bekend zijn. Soms volgt een verdere uitleg in de noten maar vaak ook niet. Het boek heeft een hele losse structuur, is niet objectief en gaat alle kanten op. Het is erg jammer want ik denk dat er wel een heel goede biografie over deze zussen, hun broer en ook de ouders zou kunnen worden geschreven. Het heeft me wel nieuwsgierig gemaakt naar de werkelijke motieven van de zussen om de verschillende politieke keuzes te maken. Gelukkig hebben de zussen ook zelf enkele boeken geschreven, die zeker het lezen waard zijn.
0neg
Spel van de draak is het tweede boek van Ian Hamilton over Ava Li, een Chinees-Canadese forensisch accountant. Zij en haar zakenpartner Oom worden ingehuurd door Tommy Ordenez, een Chinees die rijk is geworden op de Filippijnen. Ordenez wil weten waar zijn tientallen miljoenen dollars gebleven zijn die gebruikt waren om grond te kopen. De beoogde grond is nog steeds in handen van de rechtmatige eigenaars. Het lijkt erop dat Ordenez het slachtoffer is geworden van een oplichtingszaak. Ava Li gaat op pad om het op te lossen en krijgt al snel alle antwoorden op een presenteerblaadje aangereikt van een betrokkene. Eind goed, al goed zou je denken, maar zo werkt dat niet bij Ava Li. Ze besluit om onduidelijke redenen (nieuwsgierigheid?) haar zakenpartner en opdrachtgever niets te vertellen, zodat ze de tijd heeft om zich wat meer in de achtergrond van deze zaak te verdiepen. Spel van de draak is een voorbeeld van hoe een auteur erg zijn best doet om een boek te schrijven, maar het resultaat veel te wensen overlaat. Hamiltons karakters krijgen niet meer invulling dan hun naam. Zelfs over Ava Li komen we niet veel te weten, behalve dat ze lesbisch is. Verder blijft ze leeg. Hamilton is niet zo in personages geïnteresseerd, maar vindt het wel belangrijk om de lezer te vertellen welke Chinese gerechten Ava Li allemaal nuttigt. Ze vliegt van hot naar her om kort-door-de-bochtdialogen met diverse mensen te voeren en af en toe vertoont ze haar kunsten in de vechtsport als het verhaal dreigt in te zakken. Een martelscène in het boek mist elk effect op de lezer door de afwezigheid van elke emotie of gedachte bij de personages. Een subverhaallijn over een vorige tegenstander van Ava Li die op wraak uit is, voegt slechts zo’n vijf pagina’s aan het boek toe en doet door de afronding ervan eerder afbreuk aan het verhaal dan dat het iets bijdraagt aan het geheel. ‘ Een intelligente thriller’ en ‘een waardige opvolgster van Lisbeth Salander’ wordt er op de achterkant van het boek geciteerd. Ik heb het niet kunnen ontdekken in Spel van de draak.
0neg
Bella heeft er op een dag genoeg van om alsmaar misbruikt te worden door mannen en besluit het heft in eigen hand te nemen. Op een gruwelijke wijze belaagt zij de mannen die per toeval op haar pad komen en neemt wraak op het door haar aangedane leed in het verleden. Zonder normbesef en zonder wroeging begeeft zij zich op het moordlustige pad. Dit debuut (1991) was eerder in 1992 in vertaling verschenen bij uitgeverij Arena. De roman is herzien, echter waarin wordt niet vermeld. De openingszin: “Dit is het verhaal van Bella die op een ochtend wakker werd en er genoeg van had” is alles belovend. De titel, Dirty weekend, erbij in ogenschouw nemend maakt dat de lezer nieuwsgierig wordt naar deze Bella. Zomaar, ergens op een dag in haar leven, wordt Bella wakker in haar souterrain en vindt dat ze iets aan haar vertrapte leven moet doen. De man aan de overkant die haar heimelijk bespiedt moet haar eerste slachtoffer worden. Rücksichtslos besluit ze haar stalker te overvallen en beraamt een plan. Bella handelt uit automatisme en blinde gedrevenheid, waarbij ze de kijk op de realiteit totaal verliest, ondanks dat ze risico’s loopt om gepakt of betrapt te worden. Het slachtoffer wordt dader. De kern van het verhaal. Teleurstellend is dat er over Bella en haar verleden nauwelijks iets wordt prijsgegeven. Het profiel van de dader, de achtergronden en hoe iemand komt tot emotieloze slachtpartijen wordt niet nader uitgelegd. Evenzo als bij mannelijke psychopaten zou het juist interessant zijn om te zien hoe een vrouw vanuit haar slachtofferrol transformeert tot een radicale koelbloedige moordenaar. Bewust of onbewust, ze zoekt haar slachtoffers duidelijk op door haar eenzaamheid op te heffen en de confrontatie met de buitenwereld aan te gaan. Stereotiep is dat ze een kroeg bezoekt, waar altijd wel een eenzame ziel te vinden is. De situaties waarin Bella zich achtereenvolgens begeeft zijn meer een middel dan een doel. Dat vrouwen provoceren (lees: uitdagen) in de optiek van mannen -waardoor lustdaden in een zieke geest een legitiem karakter krijgen- lijkt Zahavi te willen gebruiken als een omgekeerde bewijsvoering. Mogelijk de opzet van Zahavi, die duidelijk wil afrekenen met het stigma van de willoze vrouw als slachtoffer. Ze is daar maar ten dele in geslaagd. Het beoogde effect levert op het einde alleen maar walging op. Zonder de diepte te raken is Dirty weekend niet meer dan een fragment uit het leven van een zwaar gefrustreerde vrouw die in een paar dagen haar verwoeste leven wil wraken.
0neg
Het idee is mooi, de uitwerking ervan zou je op het puntje van de stoel moeten krijgen, maar het is bijna saai.
0neg
Dit was niet zo'n beste kennismaking met de boek(en) van Paul Goeken. Ik heb er lang over gedaan maar net als die lange zinnen, er niet veel wijzer van geworden. Geen enkel moment van spanning is over gekomen en heb dus maar ook de pogingen om me er door heen te slepen gestaakt. Te veel personages die geen indruk achter gelaten hebben om mij er in te verdiepen, nietszeggend. Jammer.
0neg
Met "Vergeet de Meisjes" schreef Alma Mathijsen ( 1984, auteur/ beeldend kunstenaar) haar derde roman. De titel van het boek verwijst naar een gedicht dat voorkomt in een verhaal dat hoofdpersoon Iris vertelt. De in Amerika wonende journalist met Nederlandse roots reist in opdracht van zijn redactie naar Nederland om Iris Kouwenaar te interviewen ter ere van haar bijna 20 jaar geleden verschenen boek Antidote. Een zeer succesvol debuut dat nooit meer overtroffen werd in al haar latere werk. Fields staat niet te juichen bij deze opdracht omdat hij én het boek nooit las én een antipathie heeft tegen deze eigenzinnige schrijfster. Al snel komt fields erachter wat de reden is van de al jaren durende stilte rond Iris Kouwenaar. Het boek vertelt hoofdzakelijk vanuit het perspectief van Fields. Helaas niet altijd even consequent wat soms tot verwarring lijdt. Op een zeer bijzondere manier, die toch niet erg geloofwaardig overkomt, aanschouwd Fields het teruggetrokken leven van de twee vrouwen die geheel geïsoleerd leven. Iris lijdt aan lichamelijke kwalen en Kay lijkt psychisch niet erg stabiel waar het is niet helemaal duidelijk wie van wie afhankelijk is. Als lezer hou je heel lang het idee dat je te maken hebt met een bizarre relatie in een bizar boek. Wat het boek bizar maakt is het ongeloofwaardige gluren ( Fields noemt het observeren!) vanuit een slaapkamerkast waar hij miraculeus en ongezien in terecht komt en even ongeloofwaardig een etmaal later door Iris ontdekt wordt en haar bereidheid om hem onder het bed te verstoppen. En toch is er wel de nieuwsgierigheid, juist omdat het zo apart is, die je dwingt om door te lezen. Waarom houdt Kay zo gedetailleerd een dagboek bij? Waarom is Iris zo gelaten over haar ziekzijn en afhankelijkheid? Wat maakt hun buitengewone relatie zo mysterieus? De fascinatie voor sterke vrouwen die in het hele boek naar voren komt door de verhalen die Iris vertelt op verzoek van Kay maakt het intrigerend omdat juist de afhankelijkheid minstens zo aanwezig is in het boek. Een tegenstrijdigheid waar Mathijsen mee speelt in haar boek. Al met al een boek dat vaak de wenkbrauwen doet optrekken en zeker niet standaard is.
0neg
Het boek Kaarsen branden kent een merkwaardig schrijfproces. Het idee en de start waren een verdienste van Michael McDowell, de op 1 juni 1950 geboren Amerikaanse schrijver die in zijn vaderland bekend staat om zijn met horrorsausjes overgoten verhalen. Als bekendste product leverde hij het scenario voor The nightmare before Christmas. McDowell begon aan Kaarsen branden maar heeft het verhaal niet mogen afronden omdat hij op 27 december 1999 overleed aan een aan aids verwante ziekte. Tijdens zijn leven was hij huisvriend van Stephen en Tabitha King. Het was Tabitha die enkele jaren later het idee kreeg om het onvoltooide boek van McDowell af te ronden en uit te geven. In haar voorwoord geeft ze aan dat het verhaal waarschijnlijk een ander verloop heeft gekregen dan McDowell voor ogen had. Neemt niet weg dat Tabitha het voor elkaar heeft gekregen om haar ideeën te verweven in het onvoltooide verhaal van McDowell en dit onder beider naam op de markt te brengen. In het verhaal maakt de lezer kennis met Calley Dakin die als kind dol is op haar vader, Joe Dakin. Joe, die van arme komaf is, is getrouwd met Robert Ann, telg uit de steenrijke Carroll-familie. Tijdens zijn leven weet Joe een flink fortuin te vergaren in de autobranche. Dan wordt hij ontvoerd en vermoord terug gevonden. Zijn 7-jarige dochtertje Calley wordt geconfronteerd met een moeder die alleen van haar zoon Ford lijkt te houden en haar dochter meer als hindernis ervaart die haar puisant luxe leventje verstoort. Wanneer blijkt dat er geen geld is om dit leven voort te zetten is ze gedwongen te verhuizen en haar intrek te nemen in MerryMeeting, een soort pension. Vanuit deze locatie probeert Calley achter de oorzaak van de dood van haar vader te komen en tevens de daders te ontmaskeren. Hierbij maakt ze gebruik van haar bovennatuurlijke gave om met overleden familieleden te kunnen communiceren. Het boek kent een uitdagende start. Tabitha King heeft Calley Dakin de rol toevertrouwd om het verhaal te vertellen. Dat kan succesvol zijn wanneer het een flitsend verhaal is met veel verrassende ontwikkelingen en evenzoveel porties opwinding en onrust. En daar ontbreekt het jammer genoeg aan. Ongeveer tweederde van het boek gaat over de ontwikkeling van Calley vanaf haar zevende tot ongeveer haar twaalfde levensjaar. Het is een uiterst traag proces waarbij de lezer het gevoel krijgt dat het lezen ook vijf jaar duurt. Er gebeurt weinig, er zit geen spanning in en de verrassingen beperken zich tot een geringe hoeveelheid communicatie tussen Calley en haar overleden vader en grootmoeder, Mamadee. En dat is inhoudelijk echt te weinig om van Kaarsen branden een goed boek te maken. Al met al is het opvallendste aan dit boek dat het door twee auteurs is geschreven. Het is vlees noch vis, geen thriller geen fantasy. Jammer, op deze wijze lijkt het verhaal sterk op een langzaam dovende kaars.
0neg
Is dit boek een opgeklopte hype of een must read? Helaas is de conclusie het eerste. Het verhaal komt wat langzaam op gang, dat is niet erg als het daarna lekker loopt. Het thema is interessant, een pubermeisje met gescheiden ouders probeert aansluiting te vinden bij iets of iemand. Ze heeft wel een vriendinnetje, maar dat is niet genoeg voor haar. Je leest hoe Evie worstelt met haar omgeving, haar moeder is voor zichzelf een nieuw leven aan het opbouwen, en die vindt het prima dat haar dochter de lieve brave Evie blijft. Tot Evie in aanraking komt met een groep interessante meisjes, en eentje in het bijzonder. Er staan wel veel mooie zinnen in het boek, deze vond ik erg mooi: "zoals ik Suzanne wilde..Je wilde dingen, en daar kan je niets aan doen, je zat gevangen in je eigen leven, je werd met altijd met jezelf wakker, en hoe kon je nou tegen jezelf zeggen dat het niet deugde wat je wilde." In het laatste deel van De meisjes wordt het spannend, een verrassend einde, wat ook nog vragen bij je oproept.
0neg
Tweed, ooit toprechercheur bij Scotland Yard, nu onderdirecteur bij de Britse geheime dienst, moet vier moorden oplossen voor hoofdinspecteur Buchanan. Raar maar waar. Daar wapenhandel ook in het verhaal voorkomt, is het onderzoek van Tweed aks lid van de Britse geheime dienst gerechtvaardigd. Voor mij is het een nieuwe versie van een James Bond verhaal. Leest vlot en dus voor de vakantie of een lui weekend. Het klassieke patroon. De slechte met de meest gevreesde killer zijn aan de winnende hand tot het einde en dan slaagt Tweed en zijn groep genadeloos toe. De oplossing van het probleem is steeds een verrassing.
0neg
Nou, Donna Tart zal dit als een belediging zien. De vergelijking is zoooo niet terecht. Het 1e hoofdstuk is inderdaad spannend, de lezer krijgt gelijk het idee dat er 'iets niet klopt'. De clou lag echter zo voor de hand dat ik die optie al had verworpen, maar het bleek toch zo te zijn. Dat was jammer. Carole draagt een groot geheim met zich mee, het is ongeloofwaardig dat ze dit met NIEMAND bespreekt. Ze moest intelligent zijn, daar heb ik niet veel van gemerkt. Ik vond het een domme deuzige doos dat ze niet eerder ging nadenken over de feiten terwijl het voor de lezer zo overduidelijk is dat het echt niet klopt. Dat je op je 16e naïef bent geloof ik nog wel. Maar dan kom je toch zeker tien jaar later wel tot het inzicht? Wat me ook stoorde was de belager van Carole. Telkens als Carole even in rustig vaarwater zat en bv. op een feestje verkeerde kon je op je klompen aanvoelen dat de boef zich binnen 1 pagina weer liet zien... en ja hoor... daar was hij weer! Ik vind het geen goed boek, de kaft en de originele titel zagen er heel spannend uit. Daar ben ik op af gegaan, doen we niet meer... Ik was blij dat ik het boek uit had...
0neg
Niet bij te houden, zoveel personages. Begrepen dat je even moet volhouden en dat je na circa 100 pagina's het boek niet meer los kan laten. Ik heb gelezen tot pagina 150, maar het viel tegen, dus ben toen toch maar gestopt.
0neg
Ik heb hem vol goede moed gekocht voor 2o euro. Veel over gehoord en scheen een leuk boek te zijn. Ik vond het echter heel erg saai. Misschien is het gewoon niet wat voor mij, maar ik heb echt spijt van die aankoop. Heb hem daarom verpatst aan de tweedehands afdeling van de boekenhandel voor een spotgoedkoop bedrag. Ik vond het idee van Seekers opzich wel leuk, maar het was zo langdradig en saai. Ik kon mijn aandacht er niet bijhouden. Ik zou het niet aanraden
0neg
Anders dan wat de flaptekst en cover doen geloven is dit boek niet echt een thriller. Af en toe zitten er wel momenten in waarvan je hoopt dat de spanning zich zal gaan opvoeren, alleen op het moment supreme zakt het verhaal weer in. Toch blijf je hopen op een spannend en onvoorspelbaar stuk, alleen die komt dus niet. Het verhaal lijkt ook niet 'af' er zitten veel stukken in waarvan je duidelijk merkt dat er iets aan ontbreekt. Diepgang is dan ook ver te zoeken.
0neg
Hij is van mij is naast een paar bundels columns en enkele spannende kortverhalen de derde thriller van de Nederlandse schrijfster Chinouk Thijssen. Titel en kaft laten weinig ruimte voor twijfel: het gaat hier om een vrouwenthriller. Het refrein van de song ‘Womanizer’ van Britney Spears als motto, voor in het boek, zet de toon van het verhaal. Zara Roos, een vierentwintigjarige alleenstaande moeder van een vierjarige tweeling, begint aan haar nieuwe baan. Een fulltime job als filiaalmanager van een hippe kledingzaak. Haar collegaatjes zijn allemaal een paar jaar ouder en moeten haar niet, aangezien ze niet alleen een felbegeerde functie wegkaapt, maar ook nog eens serieus begint te daten met de hotte assistent-manager Arthur. De sfeer in de winkel daalt tot ver onder het vriespunt. Bovendien beginnen er rare dingen te gebeuren. De ex-filiaalmanager slaat de boel een aantal keren kort en klein, de meiden hebben voortdurend het gevoel begluurd te worden, en dan wordt een van hen vermist en vervolgens vermoord teruggevonden. Iets waarvan Zara aanvankelijk wordt verdacht, aangezien ze dubieuze uitlatingen zou hebben gedaan op Twitter. Daten met een womanizer blijkt bovendien vragen om problemen. Wanneer Zara dagelijks dreigbrieven begint te ontvangen zijn er potentiële daders te over. Heen en weer geslingerd tussen angst en twijfel denkt ze gek te worden. Gelukkig is daar ook haar kinderoppas en nieuwe vriendin annex steunpilaar, Elize. Thijssen is vrij overtuigend in de manier waarop Zara en de lezer worden gemanipuleerd. Hardnekkig blijft ze aanwijzingen aanvoeren die moeten afleiden van de (algauw) meest voor de hand liggende verdachte. Ze doet dat zo volhardend, dat je inderdaad bijna gaat denken dat de maniakale belager wel een ander móét zijn. Het slot is uiteindelijk wel verrassend, maar als ontknoping op zich echter weinig onthullend. Het verhaal wordt maar nergens echt spannend. Dat komt deels door het hoge gehalte onwaarschijnlijkheden. Aan de ene kant wil Thijssen haar lezers duidelijk een herkenbare situatie voorschotelen, ze een het-zal-je-maar-gebeurenbeleving geven. Maar hoe reëel is het uitgangspunt van een piepjonge vrouw als Zara die, zónder enige ervaring, een fulltime baan als filliaalmanager aangeboden krijgt en die ook aanvaardt, ondanks haar penibele gezinssituatie? Welke moeder brengt haar kinderen voor hun veiligheid naar haar ex-schoonouders die tot dan toe het bestaan van hun kleinkinderen bijkans ontkenden? Een paar voorbeelden van misschien pietluttige details, maar die alle bij elkaar wel de aannemelijkheid van de plot en daarmee dus de beoogde spanning flink ondermijnen. Twee dingen om in het oog te houden bij het lezen: verwacht geen stevige kluif waar de spanning van afdruipt, en probeer je als (slovende en halfoverspannen) moeder niet te ergeren aan het verbluffende gemak waarmee Zara haar beladen leven leidt. Wat overblijft is aardig maar weinig overtuigend vermaak.
0neg
Het leek een fijne structuur voor een boek: welgestelde man keert naar IJsland terug, zijn geboortegrond. Het probleem waarom dit zo'n zouteloos boek is geworden, komt door de vlakke schrijfstijl van schrijfster: recht toe, recht aan. Het karakter van de man werkt ook niet mee: een moederskindje ondanks zijn leeftijd en leefstijl en obsessief tot en met: alle details zoals hij het ziet moeten altijd kloppen, zowel bij hem zelf als alle anderen die zijn pad kruisen. Na zoveel bladzijden begint dit een ziektebeeld te worden. Tegenwoordig zou men hem labellen met een paar flinke stoornissen, waar ik geen voorstander van ben, maar helemaal sporen doet hij ook niet. Je krijgt als lezer daardoor geen verbinding met hem, het werkt bevreemdend en de vlakke beschrijvingen werken bepaald ook niet mee. Het is het zoveelste boek van Sigurdardóttir dat deze euvels heeft.
0neg
Dit is de eerste Splinter voor volwassenen. Het is een vertaling uit het Engels. Gezien eerdere vertalingen van Eisso Post, reken ik het ongemakkelijke woordgebruik toe aan de schrijfster van het origineel. Een vertaler mag zich immers niet te veel vrijheden veroorloven. Het is mij niet geheel duidelijk waarom dit een boek voor volwassenen zou zijn, en niet voor Young Adult. Het sluit aan bij wat ik onder jong-volwassenen zie als het gaat om identiteit en de zoektocht daarnaar. De hoofdpersonen komen op mij over als jong-volwassenen. De taal heeft de eenvoud die in Young Adult is te vinden. Het verhaal speelt in de wereld van "Het Kasteel", een wereld die ik niet eerder heb leren kennen. Er zijn talloze verwijzingen naar die wereld, waarbij het onduidelijk blijft hoe die in elkaar zit, zoals de verschillende volkeren, talen, sociale verhoudingen, geografie, wat de Onsterfelijken zijn. Wat dat betreft lijkt het meer op een reclameboekje voor de serie. Helaas zijn de andere verhalen (nog?) niet in het Nederlands gepubliceerd, waardoor enthousiast naar de boekhandel/bibliotheek rennen er niet bij is. Het nadeel van het korte verhaal binnen de wereld is dat het verhaal behoorlijk vaag blijft. Wat is de hoofdpersoon nu precies, wat zijn zijn krachten en zwakheden? Waarom wordt een van zijn (ik dacht eerst dat het een vrouw was gezien het woordgebruik) belangrijkste lichamelijke kenmerken pas ergens halverwege het boek genoemd? Dat vage geldt ook voor de relatie tussen de hoofdpersoon en zijn vijand: het wordt niet duidelijk waarom ze elkaar naar het leven staan, waardoor het er ook op lijkt dat de booswicht door zijn geaardheid het onderspit moet delven, wat niet bepaald een aangename leeservaring oplevert. Niet dat het met de hoofdpersoon en zijn geliefde veel beter is: wat aan die toch wat merkwaardige relatie vooraf is gegaan, wordt niet genoemd. Toch is de wereld interessant. Je zou het waterpunk kunnen noemen: het is een industriële wereld die grotendeels draait op waterkracht, maar door onder meer hoogovens heeft te maken met ernstige vervuiling. Daarin zal in het Engels ook wel worden gespeeld met de dubbele betekenis van het woord "mill". Boeiend is de beschrijving van het tramsysteem, hoewel dat veel te kort is en de tram niet bepaald een rol blijkt te spelen in het verhaal. Er wordt duidelijk veel wereldbouw weggezet in het verhaal, maar het is te kort om de wereld werkelijk tot bloei te brengen. Andere vergelijkingen met bepaalde steampunk gaan ook op, zoals een verzetsbeweging, de strijd van de onderklasse tegen de bovenklasse, het gebruik van drugs, het rad (in dit geval een waterrad, geen tandrad) als kenmerkend symbool. Hier en daar deed het verhaal me aan de wereld van Perdido Street Station denken, hoewel China Miéville een betere taalbeheersing en een rijkere fantasie heeft. Het voorlaatste hoofdstuk heet De vlinder op het rad. In het Engels ongetwijfeld refererend aan de uitdrukking "breaking a butterfly upon a wheel" (of mogelijk: love breaks the wings of a butterfly on a wheel, naar een bekend lied van The Mission (https://youtu.be/LH_mdH6S7Fw), want dat past beter in het verhaal voor wat betreft de gebeurtenissen, bovendien doet het motto - een citaat van New Model Army - vermoeden dat de schrijfster bekend is met de Goth Rock waarin zowel New Model Army als The Mission te vinden waren), maar is in het Nederlands betekenisloos.
0neg
Regentes Nederlands-geschiedenis Katrien Ryserhove stond twintig jaar voor de klas toen de schrijfmicrobe haar te pakken kreeg. In eerste instantie goot ze het levenswerk van haar vader omtrent de zogenaamde moorden van Beernem in boekvorm. Omdat de gevestigde uitgevers niet meteen warm liepen voor het werk, besloot deze Oost-Vlaamse om het niet alleen in eigen beheer uit te geven, maar ook haar eigen uitgeverij, Het moment, te beginnen. Naast schrijven en uitgeven doorkruist deze gedreven dame het land met voordrachten en monologen gebaseerd op haar boeken en ervaringen als auteur. Na De moorden van Beernem maakte Katrien Ryserhove in 2005 haar spannend fictiedebuut met Regie mortis, waarin de wereld kennis maakt met hoofdinspecteur Jan Hoffer en rechercheur Tine Van Tacq, die ondertussen tot de vaste hoofdpersonages in haar werk verworden zijn. Het in 2007 verschenen De forummoorden is haar derde politiethriller, die ook weer in Gent gestitueerd werd. Hierin worden de Gentse Feesten overschaduwd door interventies van de Meester, een geheimzinnige man, die op deze wijze het stadsbestuur wil dwingen om terug te komen op haar beslissing om het Muziekforum niet te bouwen, om zo de eerste stap te zetten om van Gent een kunststad te maken naar het voorbeeld van het vijftiende eeuwse Firenze. Samen met journalist Tony Blat, die fungeert als spreekbuis van de Meester, proberen Tina en Jan deze man, wiens acties alsmaar driester worden, een halt toe te roepen, maar die lijkt hen altijd een stap voor te zijn. Het komt niet vaak voor, maar in De forummoorden zien we de schrijfstijl van de auteur meegroeien met het verhaal. In het begin is het overwegend een opeenvolging van zeer korte zinnen, die zorgen voor een staccato leesgevoel dat weliswaar past bij spannende situaties, maar dat onaangenaam aanvoelt bij het lezen van beschrijvingen. De lezer wordt opgezadeld met een jachtig gevoel, zonder dat daar eigenlijk een andere aanleiding is dan de gebezigde stijl. Maar naarmate het verhaal vordert, worden de zinnen langer, wat voor een zekere vloeiendheid zorgt, waardoor het leesplezier ook toeneemt. Het lijkt bijna alsof het boek door twee personen geschreven werd. Of alsof het boek een tijdje onafgewerkt heeft liggen rondslingeren waardoor de eerste hoofdstukken ouder zijn dan de laatste. Maar wellicht is Katrien Ryserhove gewoon zelfzekerder geworden naarmate het verhaal vorderde en ze zich beter kon inleven. Dat Gent een mooie stad is met prachtige locaties, hebben Bavo Dhooge en Marthe Maeren ons gelukkig al geleerd, want op een paar uitzonderingen na, wordt het gebruik van de locatie overwegend beperkt tot een opsomming van straatnamen, wat enorm contrasteert met de obsessie van het hoofdpersonage om van de Oost-Vlaamse hoofdstad ook een kunst- en cultuurstad te maken met wereldfaam. Maar daar staat dan weer tegenover dat het politieteam, met Tina en haar familie op kop, kleurrijke figuren zijn met een zeer hoge graad van herkenbaarheid. Het idee achter De forummoorden is goed gevonden en origineel bedacht, maar aan de uitwerking ervan kon nog wel wat geschaafd worden. Doordat de eerste acties van de Meester het kattenkwaad maar met een graadje overstijgen, en met moeite zullen opgenomen worden in de statistieken van de kleine criminaliteit, sleept het verhaal bij momenten lang waardoor de spanningsboog veel gelijkenissen vertoont met een sinusoïde. Maar naar de ontknoping toe bewijst de auteur dat ze wel degelijk over de nodige capaciteiten bezit om spanning doelgericht onder woorden te brengen. Het boek mist ook de hand van een goede corrector of redacteur, die wellicht had kunnen voorkomen dat een aantal onzorgvuldigheden nog vervat zijn in het eindproduct, zoals onder andere mails die plots een ander onderwerp krijgen. Hoewel De forummoorden best een onderhoudend verhaal vertelt, staat een teveel aan kleine minpunten in de weg om er een echt goed spannend boek van te maken. Maar Katrien Ryserhove bewijst dat ze nog voldoende potentieel in zich heeft om te groeien als auteur van spannende boeken.
0neg
Het boek leest vlot is goed te begrijpen maar daar stopt het ook. Ik ben in het boek begonnen omdat ik geen' boekenworm' ben en meer uitga naar het aantal pagina's dan naar de inhoud zelf. Dit boek is niet bedoeld voor +12 maar toch wordt het zo ontleend in de bib. De auteur wil ook overdreven gebruik maken van jongeren taal waardoor je soms zeer ridicule momenten in het boek tegen komt. Dit zal voor mij de eerste en ook de laatse boek zijn in de Spike T. Adams serei.
0neg
De Nederlandse filosoof en adviseur Govert Derix geniet enige naambekendheid als auteur van non-fictie in een waaier van domeinen. Sinds enkele jaren schrijft hij ook columns voor een paar Nederlands-Limburgse kranten. Maar op zijn spannende fictiedebuut was het wachten tot hij de kaap van de vijftig levensjaren gerond had. In dit werk, dat de titel Sterrenmoord meekreeg, schitteren de sterren op een avond enkel nog door hun afwezigheid: in plaats van een plafond vol fonkelende lichtjes is er slechts complete duisternis boven onze hoofden waar te nemen. De astronomen zijn even verrast als ieder ander en onder druk van de politiek proberen ze onder leiding van de Londense Koninklijke Astronoom Barnaby Emperor een verklaring te vinden voor dit fenomeen. Een taak die er niet gemakkelijker op wordt als rondom hen chaos uitbreekt, nu de mensheid verstoken is van haar nachtelijke oriëntatiepunten. Bij het openslaan van het boek, krijgt de lezer twee volle bladzijden 'blurbs' over zich heen, die hem moeten overtuigen hoe overweldigend goed dit verhaal wel niet gaat worden. Maar als zowat alle citaten afkomstig blijken te zijn van personen die geen enkele binding hebben met de wereld van het spannende boek, moeten de waarschuwingslichtjes al oplichten. En als de twee uitzonderingen ook nog streekgenoten blijken te zijn van Govert Derix, gaan mogen ook de sirenes beginnen loeien. Door de vrij grote interlinie en woordspatiëring wekt het werk in eerste instantie de indruk zich te richten op de slechtziende lezer. Een andere opmerkelijke vaststelling is dat de hoofdstukken aflopend genummerd zijn: het is niet alledaags dat een boek begint met hoofdstuk 99 en eindigt met hoofdstuk 0, en die alle ook nog eens een titel dragen waarvan de logica voor de niet-amateurastronomen onder ons pas op de laatste bladzijde duidelijk wordt. Inhoudelijk lijkt de aanzet de lezer voor te bereiden op een absurd verhaal in de lijn van Het transgalactisch liftershandboek van de Brit Douglas Adams. Het originele uitgangspunt biedt wel degelijk perspectieven, maar vanaf hoofdstuk twee — of moet ik achtennegentig zeggen — is het een en al drama. Wat volgt is een totaal ongeloofwaardig verhaal waarin diverse invloeden uit de relithriller met historische inslag er met de haren bij gesleurd worden, de halve wereld aan het moorden slaat en waarin zowel elf september als de kruisiging van de verlosser nog eens dunnetjes overgedaan worden. Maar geen enkel van deze gegevens wordt fatsoenlijk uitgewerkt. Daarnaast is de auteur er niet in geslaagd om al die gegevens te verwerken tot een homogeen geheel: sommige hoofdstukken, met als enig doel de lijst van slachtoffers uit te het breiden of het vullen van wat extra bladzijden, staan er verloren bij. Sterrenmoord heeft misschien enig bestaansrecht in andere domeinen, maar in het universum van het spannend boek kan het enkel maar als een onding bestempeld worden. Het verdwijnen van de sterren mag dan ook beschouwd worden als een constante in dit werk van Govert Derix: zelfs in de quotering is er amper nog eentje terug te vinden, als beloning voor het originele begin en de vlotte leesbaarheid.
0neg
Ik heb dit boek als e-boek gelezen, in de Nederlandse vertaling, die tamelijk dramatisch was. Volgens de Wikipedia schrijft Lee Child in een hardboiled en commerciële stijl, waarbij dat eerste wel bij de hoofdpersoon Jack Reacher past. Ik kende Reacher nog niet, had nooit iets van Child gelezen, maar hij schijnt beroemd te zijn, er is een film van gemaakt en Lee Child is een bekende schrijver die echter al zijn boeken over Reacher schijnt te schrijven. Het verhaal is redelijk gecompliceerd met zijn verschillende plotlijnen. Er wordt regelmatig heen- en weer gesprongen tussen de verschillende locaties, waardoor je als lezer meer weet dan Reacher. Daarom begrijp je, in tegenstelling tot Reacher, wat er aan het einde gebeurt en wat er aan vooraf is gegaan. Of dat nodig was? Ik denk het niet. Om de gebeurtenissen vanuit reacher mee te beleven lijkt mij een stuk spannender. De titel slaat op een manier van aftellen die in het boek wordt gebruikt, bij de climax aan het einde is het nul uur, het uur zero. Maar wie er aftelt, of waarom die climax al wordt voorzien bij het begin van het tellen, blijft onduidelijk. Daarmee lijkt de 61 uur een te doorzichtige schrijverstruc om de spanning erin te houden. De locatie was boeiend, het speelt zich in hartje winter Zuid-Dakota af. Daar is het koud, wat het avontuur gecompliceerder maakt, hoewel het niet veel aan het verhaal toevoegt. De Siberische sfeer in de ijskoude stad is goed beschreven. De grote lijnen van het verhaal (de acties van Plato, de reacties van de Rus) zijn boeiend en zitten wel goed in elkaar. Het gaat mis op een meer gedetailleerd niveau, waarbij de ongeloofwaardigheid toeneemt, onder meer omdat het toeval een grote rol speelt.. Ik bedoel, wie zet er een grote actie op, die om miljarden dollars gaat en jaren planning nodig heeft, waarbij de locatie in de winter door de extreme weersgesteldheid mogelijk helemaal niet gebruikt kan worden? De deal die de stad heeft gemaakt met de gevangenis is, zoals overigens de hoofdpersonen ook al opmerken, eveneens onrealistisch (waarbij de rol van de burgemeester beter uitgewerkt had mogen worden). Een van de grote raadsels in het boek is wie de moordenaar is. Althans, voor Reacher. Child doet zijn best om dat ook voor de lezer een raadsel te laten zijn, maar hij geeft te veel bloot aan hints, zodat ik het al op ongeveer de helft van de 61 uur wist. De rest is dan slechts bevestiging, maar met het idee 'die Reacher is niet al te snugger', want hij had het ook kunnen weten (het zit niet in de aanwijzingen die de lezer krijgt over Plato of de Rus). Aan het einde zijn er losse eindjes over. Ook is niet duidelijk of Reacher de actie heeft overleefd. Het schijnt dat in het volgende boek meer duidelijkheid komt, maar goed, dat is een zwakte die inherrent is aan een held die elke keer opnieuw moet komen opdraven: hij kan niet sterven tot de reeks is afgelopen - en anders komen de lezers, zoals bij Sherlock Holmes, in opstand. Dat haalt een deel van de spanning al weg. Misschien dat ik de Reacher-film nog een keer ga zien, want de beschreven actie zal het in bewegend beeld beslist goed doen. Of ik nog een boek van Child ga lezen: ik denk het niet. Van dit soort boeken gaan er dertien in een dozijn, dan lees ik liever Nederlandse schrijvers zonder slechte vertaling. De Reacher-reeks heeft voor mij niets dat nieuwsgierig maakt naar wat er voor of na deze 61 uur is gebeurt.
0neg
Geen idee waarom een boek als Sneeuwengelen wordt gepubliceerd. Gegeven zeker aardig, maar te onwaarschijnlijk geschreven, te veel woorden om tot de plot te komen en vervolgens voorspelbaar. Een ster voor de moeite maar meer ook niet. Ik leid aan de ziekte van uitlezen. Dus dat heb ik dan ook gedaan. De laatste helft van het boek heb ik gelezen volgens de methode snellezen. Klein beetje over de inhoud: Vijf vriendinnen waarvan er twee vlak na elkaar overlijden. De overige drie dragen een groot geheim met zich mee. Tijdens een vakantie in Lapland volgt de ontknoping.
0neg
Getwijfeld of ik 2 of 3 sterren moest geven, maar na het lezen van de achterflap en de info over de schrijver toch 2 sterren. De schrijver werd vergeleken met Stephen King en Dean Koontz, maar de beste schrijver mag nog niet in de schaduw staan van deze heren! Dan komt dit boek nog behoorlijk tekort. Het verhaal is op zich best leuk, maar betrekkelijk eenvoudig en makkelijk te doorzien. Er zijn stukken in het boek die uitvoerig worden omschreven en stukken waar heel snel aan voorbij wordt gegaan. De wisseling in tempo komt het verhaal niet ten goede. Spanning heb ik niet mogen ervaren. Ik heb het boek wel uitgelezen, maar ik zou zo 1,2,3 geen nieuw boek van deze schrijver weer kopen. Boek was leuk voor zo tussendoor. Daar is ook alles mee gezegd.
0neg
Door de jaren heen heb ik bijna alle titels van Nicci French gelezen, en de mooiste vind ik nog steeds de oudere boeken: Bewoonde Wereld, Onderhuids. Hun meer recente boek " Tot het voorbij is" was aangenaam, meerdere dingen gebeurden en kwamen uit eindelijk bij elkaar. Ik vind dit het minste boek. Natuurlijk leest het nog wel in een ruk uit, maar het eenzijdige- vanuit alleen Nina's beleving vertelde dag- stoorde me en ik vond dat allemaal erg "over de top". Ook al ben ik nuchter van in slag kan ik me toch niet indenken dat ik als moeder zo'n leeuwin ben dat ik binnen 24 uur dat allemaal aan elkaar kan beredeneren en oplossen en de rest van de wereld als een totale hersenloze substantie eruit kan laten zien....... (het ontbreken van de hoofdstukken vind ik voor het effect van de tijdsdruk haar dochter te redden,alles binnen 1 dag gebeurt als enige juist goed gekozen. Je MAG als lezer zijnde het boek niet wegleggen om de benauwdheid en de druk enigzins mee te krijgen.)
0neg
Mijn verwachting was hoog omdat het als literair omschreven werd maar helaas is het niets voor mij, er word van de hak op de tak gesprongen en op het moment dat men denkt nu gaat het verder ....begint er weer een nieuw *verhaal*, ik kwam er niet echt lekker in.
0neg
Een walgelijk boek. Chicklit van de meest smakeloze soort. Ordinair, platvloers en sensatiebelust. Eindbestemming: papierversnipperaar.
0neg
Dit is het derde boek in de serie van Ken Follet over de geschiedenis van de vorige eeuw. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ook de minste van het trio, naar mate de serie vordert worden de boeken minder interessant. Het eerste deel pakte me echt. De geschiedenis van de eerste wereldoorlog werd beschreven door verschillende families in verschillende landen en verschillende omstandigheden te volgen. Vlot geschreven (maar zeker geen hoogstaande literatuur) en makkelijk te lezen ondanks de vele pagina's. Het tweede deel ging daarmee verder nog steeds boeiend ondanks de vele ongelooflijke toevalligheden die er gebeuren zoals de ontmoetingen van de verschillende families met elkaar op het wereldtoneel. Maar goed daar kan ik nog mee leven het is voor het familie deel in het boek toch fictie. Het derde deel begint een beetje te lijken op een damesroman die wel is waar in de politieke wereld afspeelt maar waar alles wel erg simplistisch wordt voorgesteld. Zo worden belangrijke historische beslissingen ingefluisterd aan de wereldleiders door Follett gecreëerde personen in betreffende families. Die ook weer, heel toevallig, bij alle historische gebeurtenissen aanwezig zijn. Om het een beetje smeuïg te maken komt er ook vooral veel seks in voor wat op een gegeven moment zelfs gaat vervelen. Ieder jong paartje duikt met elkaar in bed, wat in de jaren 50 en 60 toch helemaal niet , volgens mijn bescheiden mening, de norm was. De boeken kunnen afzonderlijk van elkaar gelezen worden. Maar heb je de andere twee niet gelezen zou ik zeker niet aan deel drie beginnen.
0neg
Ook dit derde deel van de Helen Grace-reeks las weer lekker vlotjes weg. In het eerste deel vond ik de snelheid en de korte hoofdstukken erg fijn en een voordeel, in het tweede deel werd het me allemaal wat zenuwachtig en helaas vind ik het ook in dit deel niet fijn. Door de zeer korte hoofdstukken wordt het nergens echt spannend. Elke keer als we op hét moment van spanning zitten, is het hoofdstuk alweer afgelopen en krijg je een POV van een ander personage, waardoor de spanning weer terug zakt. Pas op 70% van het boek begon ik iets van spanning te merken. En dat vind ik voor en thriller gewoon te weinig. Ook vond ik de onderlinge vetes meer aanwezig dan het thriller-aspect. Interessant hoor, maar had wel iets meer op de achtergrond mogen blijven. De verschillende POV's vind ik wel erg sterk, hierdoor hebben we veel informatie. Maar meer dan lekker lezen en je laten meevoeren door het verhaal is het niet. Nergens zijn mijn detective-genen aan het werk gezet, omdat het eigenlijk al uitgekauwd was. Alsof er een paar bekende afleveringen van Criminal Minds gemixt waren en je daar naar zat te kijken zeg maar.. Haalt niet weg dat het een fijne en snelle read was, maar daar bleef het voor mij helaas ook bij. Jammer, had zeker na het eerste deel ook sterke vervolgen verwacht, maar het wordt met elk vervolg een beetje minder. Maargoed, omdat ze zo fijn weglezen, ben ik natuurlijk nog steeds benieuwd naar de volgende delen :-). Deze krijgt van mij 2*, qua verhaal was het het gewoon allemaal net niet.
0neg
Ze werd geboren in Enschede en verhuisde op haar twintigste naar Gouda. Hier kreeg zij haar eerste baan als secretaresse. Het is dan ook niet vreemd dat Los zand, de debuutroman van Caroline Wammes, gaat over een secretaresse. Wammes werkte eerder als bedrijfsjournalist en publiceerde in 2012 haar eerste korte verhaal ‘De Pruimedanten’. Babs heeft een goed leven. Een leuke baan bij een bouwbedrijf, een man die alles voor haar doet en een puberende dochter die haar leven spannend houdt. Haar golden retriever Annie zorgt voor de nodige ontspanning en extra liefde als ze niet op kantoor is. Op het werk is er namelijk van alles aan de hand. Er komt een nieuwe directeur, van wie Babs de secretaresse wordt. Dat varkentje kan ze wel wassen. Ze had alleen niet verwacht dat Chris haar leven zo op z’n kop zou zetten. Gedurende het hele verhaal zijn we voornamelijk aanwezig in Building International, het bedrijf waar Babs werkt. Dat kan ervoor zorgen dat het verhaal wat minder ontspannend leest. Babs is alleen maar in de weer voor Chris, haar baas, en thuis speelt zich weinig af. Zelfs de dingen die gebeuren met Sas, Babs dochter, en met Geert, Babs man, worden vooral in de setting van het werk verteld. Voor de lezeressen die graag lezen om even aan de (werk)wereld te ontsnappen, kan dit een tegenvaller zijn. Gelukkig wordt zo nu en dan wel even afgewisseld. De momenten dat Babs ontspant verdienden wat meer uitwerking. Zo had bijvoorbeeld het reisje van Babs en haar man naar Parijs wel wat uitgebreider gemogen. En ook de vakantie naar Vlieland had wat langer een rol mogen duren. Dat zorgt er ook voor dat het element liefde ver te zoeken is. Geen liefde van Chris, geen liefde van Geert en ook geen liefde van dochter Saskia. Het is vooral jammer dat de verhaallijn zich voornamelijk op op Building International afspeelt, omdat het de personages weinig diepgang geeft. Je leert zowel Babs als Chris niet echt kennen. Wammes vertelt heel veel, maar eigenlijk ook weer heel weinig. Er gebeurt heel veel op zakelijk gebied, maar qua ontwikkeling van de personages gebeurt er eigenlijk heel weinig. Hoe het met het bedrijf gaat en welke cijfers welk land nu weer gemaakt geeft, dat gaat snel vervelen. En hoe komt het dat de relatie van Babs zo in een sleur zit? Ze is getrouwd, heeft een leuke man die van haar houdt, en raakt toch langzaam steeds meer onder de indruk van Chris. Is Babs een vreemdganger? Houdt ze niet meer van Geert? Denkt ze dat Chris zijn vrouw verlaat voor haar? De vragen die tijdens het lezen naar boven komen, blijven lange tijd onbeantwoord. Op een gegeven moment uit zich dat in ergernis naar de hoofdpersonen. Want flirt Chris wel met haar? Of ziet ze dingen die er niet zijn? Wanneer je meer inzicht in Babs zou krijgen als persoon, zouden deze vragen minder snel naar boven komen. Of juist minder ergernis veroorzaken. Want Babs lijkt het allemaal maar vrij gewoon te vinden hoe ze met de situatie omgaat. Als lezer denk je er al snel het jouwe van. Wat wel leuk is aan het verhaal zijn de puberstreken van dochter Sas. Elke keer als ze weer met iets komt, krijg je een lach op je gezicht. Was jij ook zo’n irritante puber die het je ouders keer op keer lastig maakte? Ook de rol van hondje Annie is leuk. Annie zorgt voor ontspannen momenten in het verhaal. En het verhaal zal voor sommige hondenbezitters erg herkenbaar zijn. Het verhaal leest wel snel weg. De zinnen zijn niet lang en zeker ook niet moeilijk. Het overmatig gebruik van komma’s kan soms wat storend zijn, maar dat vergeet je al snel als je weer terug in het verhaal bent. Er gebeuren veel zakelijke dingen in het verhaal en daar moet je maar net voor in de stemming zijn.
0neg
Ik heb het boek Bloed en Beenderen, geschreven door Tomi Adeyemi, mogen lezen met een leesclub. Het was een boek waar ik erg naar uitkeek omdat het zich in de Afrikaanse cultuur zou afspelen. Een cultuur waarover wij niet veel in boeken lezen en vooral niet in het YA genre. Ik pakte dus gretig het boek op en begon met lezen. De eerste hoofdstukken vielen nog mee, we maakten kennis met de drie hoofdpersonen die op de vlucht waren voor een kwaadaardige koning, omdat zij de magie van het land wilden redden. Het boek klonk veelbelovend, maar maakte mijn beloftes absoluut niet waar. Ik vond het boek zo stom dat ik het niet eens uitgelezen heb, het is op mijn did-not-finish-stapel terecht gekomen. En dat voor een boek dat nota bene vergeleken wordt met Harry Potter! Waarom is het boek zo slecht? Dit komt omdat het vol zit met YA clichés, van de stereotypes tot de insta-love; de originaliteit is ver te zoeken. Van het plot tot de goedkope dierennamen Ik heb mijn best gedaan, maar kan helaas niks positiefs over dit boek vermelden. Het begint bij de stereotypes die je in elk Young-adultboek tegenkomt, de opstandige tiener, de bangerik die toch dapper blijkt te zijn, de bad guy die gevoelens krijgt voor de heldin van het verhaal. Gevoelens van pure haat die bovendien in een dag omslaan naar innige verlangens. Het is zo onrealistisch. dat je er gewoon moe van wordt, vooral als je deze typetjes vanuit verschillende perspectieven moet lezen. Perspectieven die overigens nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. De schrijfster slaagt erin om alle hoofdpersonen dezelfde stem te geven, weliswaar verschillende gedachten, die dan zo’n honderd keer herhaald worden. De herhaling is heel storend in het boek. Dit merk je als je keer op keer dezelfde zin leest. Tomi Adeyemi is verslaafd aan copy-paste, de zinnen ‘Dood haar. Dood de magie.’ zijn klaarblijkelijk haar favoriet, aangezien zij deze maar liefst zes keer letterlijk gekopieerd heeft. En schrik niet, het woordje ‘Bliksem’ wordt maar liefst 83 keer door een van de hoofdpersonen gebruikt! Dat is me nog eens een stopwoordje, zeg! Over kopieën gesproken, we hebben dit young adult verhaal al minstens honderd keer gelezen in fantasy boeken. De queeste om de magie te redden, wordt onderhand talloze keren in boeken gebruikt. Bloed en Beenderen probeert er nog iets van te maken door Afrikaanse invloeden erin te stoppen, maar dit faalt. De Afrikaanse woorden zijn nietszeggend zonder woordenlijst en zorgen alleen maar voor verwarring. Hoe de Afrikaanse termen voor verwarring zorgen, zo zorgen de dierennamen voor lachbuien. Lachbuien, omdat deze zo verschrikkelijk slecht verzonnen zijn. Ik stel u voor aan de lionaire, een leeuw met twee hoorns. Volgens Adeyemi een geheel nieuw diersoort, al verschilt dit dier met slechts twee hoorntjes en een '-aire' met een leeuw. Ik heb vaak om dit boek moeten lachen, niet zo zeer omdat het zo humoristisch geschreven was, maar omdat het zo lachwekkend slecht was. Ik ben ook totaal niet te spreken over de tijdlijn waarin de gebeurtenissen plaatsvinden. Alles gebeurt zo snel achterelkaar dat je niet eens weet wat er gebeurt, met als gevolg dat ik al een week na het lezen van het boek alles vergeten was. Het tempo ligt zo hoog dat het ten koste gaat van de persoonlijke ontwikkelingen van de hoofdpersonen, waardoor zij oppervlakkige figuren blijven voor de lezer. Net als in een superheldenfilm, waarin de personages meestal ook niet uitgediept worden, draait het in dit boek om actie. Actie, elke tien bladzijden sterft er wel iemand, actie, elke seconde zijn ze op de vlucht, actie, zonder enige rustmomenten. Het is zonde dat daarom de achterliggende thema, als racisme, vriendschap en minder goed aan bod komen. Sowieso is het idee achter het verhaal niet eens zo slecht, omdat het voornamelijk doelt op racisme. Maar omdat het boek zo slecht geschreven is, let je daar als lezer niet eens op. Menig lezer zal weinig meekrijgen van deze boodschap. Dus voor de verandering geef ik jullie wel iets mee, lees dit boek niet! Er zijn zoveel andere mooie boeken die gelezen kunnen worden . Verspil je tijd niet aan dit clichématige verhaal! Ik heb er genoeg tijd aan verspild, tot ik niet meer verder wilde lezen. Ik geef dit boek daarom een 1 ster, omdat het boek een mooie cover heeft, maar dat is dan ook het enige positieve dat over dit boek te vermelden valt. Een boek dat inmiddels omgedoopt kan worden tot 'dé teleurstelling van 2018'
0neg
Winterberg haalt het niet bij de boeken die Goeken zelf schreef. Het plot is mager en gezocht. Verder is de stijl waarin het geschreven is niet best. Een boek dat hoogstens als tussendoortje gelezen kan worden voor het geval men zich heel erg verveelt. Dus bij wachten op een trein of wachten op Schiphol.
0neg
Sinterklaas komt weer naar ons land! Hoe leuk om dan weer helemaal in de stemming te komen met boeken over Sint en Piet. Vanaf nu kan je de twee eerder verschenen verhalen, Aan de slag, Sint en Piet! (2007) en Piet wordt Sint, Sint wordt Piet (2006), in de boekwinkel vinden in dit ene boek, Leespret met Sint en Piet. In het eerste verhaal komt zus Klaar op bezoek om zich met haar broer Klaas te bemoeien. In het tweede verhaal wisselen Sint en Piet van rol, maar dit bevalt hen beide toch niet. Hoofdletters worden niet gebruikt, wel leestekens. Verder valt op dat de woorden en zinnen zeer simpel zijn. Gelukkig is er wel voor gekozen om weinig gebruik te maken van alinea’s waardoor het geheel toch meer verhalend wordt. Door het simpele taalgebruik verwacht ik niet dat het gebrek aan alinea’s kinderen zal afschrikken. Wel zat er soms taalgebruik in het boek dat mij verbaasde. Klaar is bijvoorbeeld erg duidelijk over haar broer Klaas en vraagt zich af waar hij nou moe van is. ‘Sint doet geen klap. Dat noem ik lui.’ staat er bijvoorbeeld letterlijk. Dat ze thee saai vindt en liever bier wil dat kan, maar vond ik toch ook opmerkelijk. ‘Je zeurt, man. Je lijkt wel een klein kind’ staat er in het tweede verhaal. Dat zegt Sint tegen Piet. Voor de één zal dit net op het randje zijn en voor een ander eroverheen. Zelf vind ik dit niet erg gepast in een boek over Sint en Piet. Het eerste verhaal viel het meeste in de smaak hier thuis. Ik denk ook dat dit komt doordat er voor het gevoel wat meer gebeurt in dat verhaal. Misschien komt het ook omdat er drie personages in dat verhaal zitten waardoor er wat meer dynamiek ontstaat. In het tweede verhaal komen alleen Sint en Piet voor en hoewel de grap is dat die twee van rol wisselen, mist er toch humor om hier een leuke en grappige situatie te maken. Een gemiste kans! Humor werkt als aantrekkingskracht en ondanks alle ruimte die er voor is, is hier geen gebruik van gemaakt. Doordat dit verhaal ook nog gedragen moet worden door maar twee personages, is het moeilijker om het verhaal interessant te houden. De illustraties zijn erg mooi en kleurrijk. De kat (die blijkbaar bij Sint en Piet woont en die niet genoemd wordt) doet grappige dingen op de tekeningen. Hieraan zie je dat er aandacht is geweest voor de details. Deze details zorgen ervoor dat er wel veel interesse is in de tekeningen. De keuze voor de illustratie op de cover snap ik alleen niet. Hoewel het natuurlijk een typische Sinterklaas situatie weergeeft, komt een soortgelijke situatie niet voor in één van de verhalen. Deze illustratie past dus niet bij het boek. Hoewel het zeker een leuk en vooral mooi vormgegeven boekje is voor deze tijd van het jaar, zijn er toch ook een aantal keuzes gemaakt die ik persoonlijk jammer vind. Dat maakt dat ik niet verder kom dan 2 sterren.
0neg
Dit verhaal speelt zich af in het Parijs van 1884. In de bekende Salpetrière-kliniek, worden op de neurologische afdeling experimenten uitgevoerd met hysterische patiënten. Dokter Charcot is de leider van dit experiment. Op een dag wordt Runa binnen gebracht. Een meisje dat niet vatbaar lijkt te zijn voor andere behandelingen. Ze voeren van alles met haar uit, ze wordt vastgebonden en ondergedompeld in ijsbaden maar niks lijkt te helpen. De jonge Jori Hell, een Zwitserse student geneeskunde wil Runa als afstudeer onderwerp gaan gebruiken. Zo kan hij meteen promotie maken. Hij wil namelijk de eerste arts zijn die de hersenen uit een patiënt heeft gesneden. Uiteraard zitten daar wel risico’s aan. In de stad Parijs duiken in eens vanuit het niets boodschappen op en er worden lijken gevonden van mensen die op schokkende wijze om het leven zijn gekomen. De politie stelt een onderzoek in. Er zijn veel verschillende personages in het verhaal, de belangrijkste zijn wel Charcot, Jori, en inspecteur Lecoq. Runa gek genoeg niet .. .die komt pas veel later ten tonele.De schrijfster is niet echt in geslaagd de personages zo uit te werken dat je er een band mee krijgt. Jori lijkt in het begin nogal vaag maar in de loop van het verhaal komt hij iets beter uit de verf maar ik kan me niet echt in hem verplaatsen. Als Runa eenmaal in het verhaal komt, hoop je op de nodige spanning maar niks is minder waar. Het boek staat vol met Franse zinnen, wat ik raar vind. Ik merk dat ik me daar aan erger. Het verhaal speelt zich wel in Frankrijk af maar de schrijfster is Duits. Ik vraag me af of deze zinnen ook in de originele Duitse versie staan of dat het de vrijheid van de vertaler geweest is. Waarom heet hij monsieur Lecoq… meneer Lecoq voldoet in mijn ogen prima. Volgens de uitgever is dit een thriller, die mening deel ik niet .Ik vind het meer een psychologische roman. Het gaat vooral over lugubere behandelmethodes tegen geesteszieken en mensen met hysterie. Daar moet je van houden , is niet echt mijn ding. Spanning is naar mijn idee ver te zoeken. Het boek leest ontzettend traag, dit komt door de verschillende verhaallijnen en de vele personages. Aan het eind komen de verhaallijnen wel samen in een nogal tegenvallend slot. Wat mij betreft geen aanrader. 2.5 sterren.
0neg
Een weinig verrassend boek. Het sukkelt maar voort zonder spanning. Wel zijn de personages innemend, maar over het algemeen genomen is dit maar een saai boek waarin het onderzoek niet van de grond wil komen. Lijkt wel alsof de auteur een hele lange aanloop nodig had om ter zaken te komen. Heb hem uitgelezen, maar niet van harte. Ik blijf dan ook steken bij een schamele 2 sterren.
0neg
Let op: deze recensie bevat spoilers over de Selectie-serie. Kiera Cass is al een bekende naam in boekenland sinds het uitkomen van haar eerste roman De selectie. In deze ‘Selectie’-serie bracht ze nog twee boeken uit en een spin-off over de dochter van de hoofdpersoon. Dit soort zwijmelboeken zijn al jaren niet aan te slepen. Geen wonder dat Cass de fans gaf wat ze wilden: een hele reeks aan korte verhalen over ieders favoriete personages. In Lang & gelukkig werden deze verhalen gebundeld. Het is niet de eerste keer dat korte verhalen van Cass in boekvorm het levenslicht zien. Al tweemaal eerder kwam dit voor: De prins & de lijfwacht in maart 2015 en De koningin & de favoriet later dat jaar. De nieuwst bundel uit 2017 voelt erg als het uitmelken van de trouwe fan. Hierin zitten niet alleen alle verhalen uit de twee eerdere bundels, maar ook nog eens ‘exclusief bonusmateriaal’ en ‘prachtige illustraties’, zo wordt de lezer beloofd. Is dit extra materiaal het waard om wéér 15 euro voor neer te tellen? Het korte antwoord: nee. Het lange, meer genuanceerde antwoord: misschien als je echt fan bent, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Wat voor voorwaarden? Ten eerste moet je niet al 28 euro hebben neergelegd voor de eerdere twee bundels. Het extra materiaal is leuk en de tekeningen zijn zo mooi als beloofd, maar niet het volle pond waard als je de vier hoofdverhalen al in de kast hebt staan. Daarnaast moet je vooral geen verrassingen verwachten. Alles wat je leest, wist je eigenlijk al. Lang & gelukkig is niet meer dan uitstel van executie. Je kunt nog even in de heerlijke roze wereld van je favoriete personages ronddwalen, zonder echt kans te lopen op het opdoen van nieuwe inzichten of het volsnuiten van zakdoekjes. Ouderwets en oppervlakkig zwijmelen dus. Ook is vaste vertaalster Hanneke van Soest van de partij, wederom in topvorm. De vier hoofdverhalen zijn wel de moeite waard als ze je nog niet eerder hebt gelezen. En toegegeven, je bent een stuk voordeliger uit met deze verzamelbundel dan wanneer je de verhalen los koopt. Vooral De koningin is erg mooi, omdat je nog niet eerder zoveel te weten kon komen over koningin Amberly, de moeder van prins Maxon. Je leest hoe zij haar man heeft leren kennen en ziet hem zo in een heel ander licht. Hij is nog niet de hartvochtige man die je meemaakt in America’s en Maxons leven. Ook De prins is wel aardig, over hoe Maxon de aanloop en het begin van de selectie ervaart. Niet heel spannend, maar wel amusant. De lijfwacht vanuit Aspen en De favoriet over Marlee’s streng verboden affaire met een soldaat zijn juist helemaal niet interessant. Dat komt eigenlijk doordat Cass heel sterk is in het uitwerken van bijpersonages. Wat de ‘Selectie’-serie zo sterk maakt, is juist het feit dat niet alleen America voor je gaat leven. Elk figuur dat Cass opvoert voelt al snel als een boezemvriend of -vriendin. Daardoor hebben de populaire personages Aspen en Marlee geen geheimen meer voor de doorgewinterde fan. Dat geldt ook voor de scènes uit het leven van Celeste en het verhaaltje over hoe Lucy verliefd wordt op Aspen. Leuk is wel weer het einde, waarin over elk personage verteld wordt wat er gebeurde na het boek De one en waar alle personages zich nu bevinden. Deze passages vullen in feite het gat in de tijd tussen De one en de spin-off De prinses over de dochter van America en Aspen. Uiteindelijk is het moeilijk om de nare nasmaak kwijt te raken die je influistert dat de uitgeverswereld probeert te verdienen aan een trouwe fanbasis die elk boek van een serie zal kopen, al is het maar om het rijtje compleet te maken. Het zou Cass sieren om korte verhaaltjes ook gratis toegankelijk te maken op haar website, zoals steeds meer schrijvers doen. De echte fan verdient af een toe immers een beloning. Gelukkig kun je de vier hoofdverhalen ook los kopen als e-books, voor maar 3 dollar per stuk als je Engels leest. Dan ben je voor heel wat minder geld klaar als je je beperkt tot de enige verhalen die de moeite waard zijn.
0neg
Lieve was voor mij een heerlijk boek om te lezen, omdat er zoveel goede herinneringen kwamen bovendrijven van de dagen die ik doorbracht op film- en televisiesets. Ronald Giphart is er goed in geslaagd om de sfeer van de set op papier te vertalen. Dat gevoel dat je als crew een soort familie bent en samen voor één doel werkt heb ik meerdere keren in mijn leven mogen ervaren. Maar, helaas ben ik over de rest van het boek niet al te enthousiast. Allereerst doet Lieve mijn vertrouwen in de mensheid ernstig wankelen. In dit boek van Giphart lijkt het alsof iedereen vreemdgaat en dat dit de normaalste zaak van de wereld is. Ik heb nog altijd de (misschien naïeve) hoop dat mensen er wel degelijk in staat zijn om te kiezen voor monogamie. Naast het door seks beladen wereldbeeld dat Giphart in Lieve schetst, wisten ook de personages mij totaal niet te raken. Zowel Bison als Liv blijven voor mij ongrijpbaar - vlak en ergens ook wat onrealistisch. Ik kan me in ieder geval niet met hen identificeren. Het lijkt alsof ze altijd maar een rol spelen en zelf ook eigenlijk niet weten wie ze zijn. Een interessante thematiek, maar wel eentje die voor mij persoonlijk niet uit de verf kwam. Eerlijk gezegd wist alleen Dirk bij mij écht menselijk over te komen - als de vriendelijke rots in de branding die je eigenlijk op iedere film- of televisieset zult tegenkomen. Nee, voor mij was Lieve helaas een misser. Een diepgaand plot kon ik in geen velden of wegen bekennen en de personages irriteerden me meer dan dat ik ze wilde leren kennen. Bovendien is dit een boek dat weinig indrukken achterlaat, een paar dagen na het lezen lijkt het overgrote deel alweer vergeten. Het boek las vlot en bracht me eventjes terug op de set, maar buiten dat kan ik er weinig goeds over zeggen.
0neg
Hoe werkt het eigenlijk als twee mensen literair samenwerken? De een zanger, schrijver en acteur (Francesco Guccini), de ander schrijver van toneelstukken, romans en korte verhalen (Loriano Macchiavelli). Zitten ze samen achter de pc, schrijven ze om beurten en vullen ze elkaar aan? Gebruiken ze nog een schrijfblok? En hoe vaak filosoferen ze over hun bedoelingen, zitten ze wel op dezelfde lijn? Het moet lastig zijn om een adequate auteurseenheid te vormen. Het lijkt de makke van De buizerd. Het bergdorpje Casedisopra in de Apennijnen trekt veel toerisme en culturen aan. In de plaatselijke trattoria-bar zijn dorpsafspraken en -gekeuvel aan de orde van de dag, men neemt elkaar graag op de hak. Een dankbaar slachtoffer is Adùmas, een stroper die wel van een glaasje grappa houdt. Niemand gelooft dan ook dat hij een mensenvoet in de bek van een everzwijn heeft gezien. Alleen Marco, inspecteur Dienst Bosbeheer alias ‘de Buizerd’, helpt Adùmas bij de zoektocht naar de vermoedelijke schrokop, want de Buizerd kent het gebergte en de bossen als geen ander. Intussen keert de 24-jarige Francesca terug naar Casedisopra, waar ze vroeger de mooiste dagen van haar leven beleefde. Het opgewonden standje jaagt iedereen tegen zich in het harnas en tiert een eind weg als ze geen toegang krijgt tot haar familiehuizen: een luxeappartement en een scheef onbewoonbaar huis. Door haar opvliegende gedrag maakt Francesca geen vrienden, maar rijkeluiszoon Novello ontfermt zich graag over haar en ook de Buizerd laat zich niet onbetuigd —— enig gevoel van romantiek is de mannen niet vreemd. Als na een grote bosbrand een lijk (met beide voeten) wordt gevonden, is de Buizerd vastbesloten om de nu twee misdrijven op te lossen. Parfum, een roze lingeriesetje en een zwartgeblakerde telefoonkaart vormen de enige leidraad. Bovendien heeft de Buizerd te kampen met diefstal bij de staatsviskwekerijen. De buizerd is geen literaire uitdaging. Dat hoeft ook niet, maar saaiheid en nietszeggend speurwerk zijn de doodsteek voor thrillers. Een nodeloos ingewikkelde plotlijn en een knullige romance doen de rest. Maar hét struikelblok zijn de langdradige en curieuze dialogen. De buizerd leest als een dorpstoneelstuk met bijpassende overdreven toonzettingen en onnatuurlijk klinkende gesprekken. Vooraf worden als in een programmaboekje alle personages en figuranten (op de kop af vijfenveertig) in volgorde van opkomst geïntroduceerd. Maar goed ook, want de vele op elkaar lijkende Italiaanse namen scheppen verwarring; vaak terugbladeren dus. De spelers zijn veelal geïrriteerd en geagiteerd, maar ook hoofdrolspeler de Buizerd stemt niet tevree. De auteurs proberen hem gezag te geven, maar het resultaat is meer het type dorpsbromsnor. Jammer van de vrouwonvriendelijke tonen. Francesca wordt als een onmondig kind betutteld en steevast met ‘'jongedame'’ of ‘'juffrouw’' aangesproken. Allochtonen komen er evenmin best af. "“Donder jij ook een eind op, Marokkaan!" Is er nog iets positiefs? Jawel! En dan kom ik terug op die broodnodige auteurseenheid. Zo onbevredigend als de spanningsboog en de dialogen (toneelachtergrond Macchiavelli?) zijn, zo fraai zijn de zijdelingse beschrijvingen van het langgerekte gebergte en het bergdorp met zijn culturele historie, fraaie uitzichten, grasweides en hoge waterstanden van de bergstromen. Liefde en respect voor de Apennijnen (Guccini’s bakermat) klinken als een aperte ode. Het is beslist origineel om een thriller te schrijven rondom een boswachter en terloops aandacht te vragen voor het gevaar voor in de natuur levende dieren met navenante diefstal en stroperij, mogelijk een heikel punt in de Apennijnen. Een slechte thriller betekent niet altijd een slecht verhaal. In positieve zin zou De buizerd een als thriller verpakte reisgids kunnen zijn; over de culinaire terzijdes valt nog te twisten. Maar de zouteloze personages en het gros van de dialogen die kunnen worden gekwalificeerd als bladvulling, nekken De buizerd. Daarbij is het ergerlijk en niet meer van deze tijd dat vrouwen als onbenullige lastpakken worden neergezet.
0neg
Gestopt met lezen na 50 pagina's en het boek weggegeven. Het overkomt mij wel meer met Nobelprijs-winnaars, dat (in ieder geval sommige van) hun boeken mij tegenvallen. Gelukkig is dat niet het geval met de Nobelprijs-winnaar van dit jaar. Modiano heeft wel prachtige boeken geschreven. Toch nog 2*, wellicht vinden andere lezers zijn manier van (be)schrijven wel mooi.
0neg
Toen ik de covertekst van dit boek las, dacht ik meteen "wow, dit is helemaal iets naar mijn smaak!" Ik was dan ook erg blij dat ik nog mee mocht doen met het prereaden,georganiseerd door not just any book. Eenmaal het boek binnen was, ben ik er meteen in gestart. Ik had het prequel-boekje al gelezen (wat ik heel goed vond), dus de verwachtingen waren hoog gespannen. Misschien te hoog... Zo inpakkend als het prequelboek was, zo matig vond ik dit echte verhaal. Het hele boek speelt zich af rondom een aantal vaste figuren, met slechts af en toe een korte story of achtergrondinformatie over een extra personage (waarvan je nadien dan niets of weinig meer verneemt) Qua bijhouden wie wie is, was dat kleine aantal personages wel handig. Ik had echter de pech dat 1 van de hoofdfiguren me totaal niet lag. Elke keer wanneer het verhaal terug bij dat personage kwam stak er wrevel de kop op. Helaas vond ik dus weinig aansluiting bij het boek en het thema, waarvan ik veel had verwacht, vond ik niet genoeg uitgewerkt. Een echt spannend boek vond ik het al evenmin. Nu zijn er nog boeken die bv het label thriller opgeplakt krijgen (zoals joyland van Stephen King) en die ondanks het feit dat ze eigenlijk niet onder dat genre vallen, toch overeind blijven. Dat kan ik helaas niet van De Teruggekeerden zeggen. Uiteindelijk werd het een heuse klus om door te blijven bijten om het boek uit te krijgen. Zonde, maar het is niet anders.
0neg
Martin Amis heeft me eigenlijk maar met één boek kunnen bekoren, namelijk het uiterst inventieve ‘The arrow of time’, een achterwaarts verteld verhaal van een Nazi-misdadiger. Min of meer een literaire tegenhanger dus van de eveneens geweldige film ‘Memento’. Helaas vond ik de andere boeken duidelijk minder.' Nachthuis' was matig en ook 'De gele hond' kon me niet bekoren. Wat me tegenstond was Amis’ schrijfstijl, die chaotisch, satirisch en abstract is – bijna een beetje arrogant zelfs: alsof Amis vindt dat hij zich niet al te druk meer hoeft te maken over de verhaalopbouw, omdat wat hij schrijft toch wel geweldig is. Dat laatste is het, naar mijn idee, helaas niet. De karakters: een acteur wiens karakter na een ongeval omslaat, een roddeljournalist en zelfs de troonopvolger, blijven vlak en daarom nauwelijks interessant, zeker als niet-ingezetene van Engeland. De horkerige schrijfstijl maakt het lezen er niet gemakkelijker op. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik dit boek nog niet eens halverwege weer weg heb gelegd. Vooralsnog geen Amis meer voor mij, ik ben er wel weer even klaar mee…
0neg
Jack Irish is weduwnaar, advocaat, part-time speurneus en gokker. Hij houdt zich het liefst op met mannen die er een wat onconventioneel leven op na houden. Zijn vriendin Linda blijkbaar niet, want die heeft als het verhaal begint net een mooie baan in een andere stad aangenomen, en het ziet er naar uit dat ze voorlopig niet terugkomt. Een oude vriend van Jacks vader vraagt hem op een dag om zijn zoon Gary op te sporen. Gary heeft een kapitaal bedrag geleend van zijn vader en is vervolgens verdwenen. Jack komt wel heel eigenaardige zaakjes op het spoor, met een luchtje er aan… Zo te zien aan het verhaal is het leven van iemand die zijn tijd doorbrengt met speuren, gokken en rechtbanken, niet zoveel anders in Australië als in bijvoorbeeld Engeland of Amerika. Jack Irish dwaalt van ontmoeting naar ontmoeting, eet hier eens een hapje, drinkt daar eens een drankje, is ´s avonds thuis heel eenzaam en verricht tussendoor wonderen op het gebied van het gokken op paarden en het vinden van verdwenen mensen. Dit boek is best ´spannend´ te noemen, maar de auteur heeft het volgepropt met korte ontmoetingen in bars en restaurants, waar Jack dan moet luisteren naar verhalen van andere mensen over andere mensen. Die grote hoeveelheid namen maakt het allemaal erg omslachtig en verwarrend. Je weet als lezer namelijk niet welke informatie je moet onthouden en welke je onmiddellijk weer mag vergeten. Daarnaast is het mij in elk geval af en toe volslagen duister waarom Jack bepaalde dingen doet. Het geheel heeft een beetje een ´ouderwets´ tintje; alsof de auteur een poging heeft gedaan de sfeer van de ´film noir´ op te roepen. Bij mij riep dit echter alleen verwarring op.
0neg
In Code: Rood van Peter Deutermann wil een terrorist een aanslag plegen op het Capitool, tijdens de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president. Gelukkig gedraagt onze slechterik zich in de voorbereiding daarvan zo opzichtig, dat hij in de peiling komt van een speciale geheime dienst en met name van onze held, de reeds gepensioneerde ex-special agent ‘Swamp’ Morgan. De verwikkelingen zijn van beide kanten nogal amateuristisch en leunen zwaar op toevalligheden. Het is dan ook niet onlogisch dat de bazen van Morgan hem als een baksteen laten vallen als hij steun zoekt voor dit aanslag-verhaal. Spanningloos kruipt de zoektocht naar onze terrorist voort, gefrustreerd door de interne bureaucratie van de verschillende geheime diensten, die de dreiging blijkbaar ook niet zien. Tot aan de final shoot-out en dan wordt het toch nog aardig. De plot krijgt wat meer vulling en het megalomane wereldbeeld van de USA (en waarschijnlijk ook dat van Deutermann zelf, die zijn boek opdraagt aan alle strijders tegen de “barbaren”) komt nog eens flink om de hoek kijken in deze ééndimensionale paranoia-thriller.
0neg
Een roman over de puinhopen van een wereld zonder goedheid, zonder solidariteit, met onbeheersbaar geworden veranderingen, is ook een roman over wroeging en spijt. 'Niemand in het Westen zal nog gelukkig zijn.' Na het lezen van het boek 'Serotonine' was ik ook niet gelukkig. Net als in het boek 'Onderworpen' is de hoofdpersoon, de anti-held, in dit boek, Florent-Claude Labrouste, een man van zesenveertig die worstelt met het leven en met zichzelf. Was het boek 'Onderworpen' een politieke roman die niet zo toegankelijk is, leest deze roman veel vlotter en gemakkelijker. Jammer genoeg miste ik ook de mooie, literaire zinnen uit het vorige boek. In dit opzicht vond ik het boek teleurstellend. OPGELET: Deze RECENSIE bevat SPOILERS Net zoals het niet goed gaat met Frankrijk gaat het niet goed met Florent-Claude. Het gaat zelfs helemaal bergafwaarts. Zijn relaties met vrouwen zijn een flop. Zijn carrière zit in het slop. Hij heeft geen vrienden, wel een depressie en zijn enige redmiddel is een nieuw (fictief) medicijn Captorix. Het bevordert de serotonineafgifte in de darmen maar zonder de neiging tot suïcide of automutilatie te bevorderen. De bijwerkingen zijn misselijkheid, verdwijning van het libido en impotentie. Van misselijkheid heeft hij nooit last gehad. In een bijtende, ironische stijl maakt de auteur gehakt van verwachtingen en vooruitzichten van het individu en van de maatschappij. Florent-Claude heeft een onaangename, onsympathieke kijk op liefde en op seks. De hoofdpersoon in 'Onderworpen' trouwens ook. Hier is het ook al meer van hetzelfde. Heel het boek door reist hij 'vochtige kutjes' en 'zijn pik' achterna maar slaagt er niet in een serieuze relatie in stand te houden. Dat een mens meer is dan zijn hormonen, komt niet bij hem op. Het is een egocentrische liefde vooral gericht op zichzelf en waarbij hij nooit tot een harmonieuze verbindende relatie komt. Het platvloerse proza kan mij daarbij niet bekoren. Zijn meest recente relatie is die met Yuzu, een verwend Japans meisje, die alleen geïnteresseerd is in wifi en dat haar reiskoffers voor haar worden gedragen. Haar terugreis ziet hij met angst tegemoet. Ze zullen aan elkaar vastzitten, vierentwintig uur per dag, en die lijdensweg zal vier hele dagen duren. Het enige waar hij zeker van is, is dat hij zich van haar moet ontdoen en wel zo snel mogelijk. Hij heeft de moed niet om de relatie te verbreken en besluit dan maar om er vandoor te gaan en geheel te verdwijnen. Volledig in overeenstemming met de wet in Frankrijk waar iedere volwassene vrij is om 'te gaan en te staan waar hij wil'. Familieverlating is niet strafbaar. Met de wet volledig aan zijn kant, wist hij alle sporen van zijn vroegere sociale leven uit en neemt zijn intrek in een hotel in Parijs dat rokers accepteert, wat tegelijk het allergrootste probleem bij zijn verdwijning is. Door de erfenis van zijn ouders is geld geen probleem. Hij kan het gerust een paar jaar uithouden. In het hotel leeft hij een basaal leven, zonder familie of vrienden, geen eigen plannen of interesses, diep ontgoocheld in zijn carrière en doodgelopen ervaringen in de liefde. Hij heeft even weinig redenen om te leven als om te sterven. Bij zijn oude liefdes, Claire en Camille kan hij niet meer terecht. Hoewel hij contact opneemt slaagt hij er niet in om tot actie te komen. Camille en haar zoontje volgt hij zelfs een tijdje in het geheim vanop een afstand waarbij hij haar zoontje wil vermoorden. Het is 'hij of ik.' De teleurstellingen over zijn verloren liefdes hakken er zeer diep in. De wanhoop omdat hij alleen niet gelukkig kan zijn, drijft hem verder. Hij neemt contact op met een oude studievriend Aymeric, die van adel is en een oud-student van Agro (een beetje de betere versie van hemzelf die er al even beroerd aan toe is), die een melkveebedrijf leidt samen met zijn vrouw en hun twee kinderen. Door de Europese wetgeving krijgen ze het steeds moeilijker. De toestand gaat steeds meer achteruit tot het helemaal uit de hand loopt met een Boerenopstand die een dramatische afloop kent. Ook met Florent-Claude gaat het steeds slechter. Een uitweg ziet hij niet. Het boek stelde nog meer teleur. De schrijver, niet bang van expliciete seksscènes, beschrijft expliciet op pagina 45 een mini-hondenhangbang (bestialiteit) met Yuzu in de sterrol en verder in het boek een pedofiliescène op pagina 184 en 185. Ik vraag mij echt af wie daarop zit te wachten. Ik in elk geval niet. Bij de pedofiliescène doet de hoofdpersoon alweer niets. Hij belt niet eens de politie. Na het lezen van het boek 'Onderworpen' dat ik (redelijk) graag heb gelezen, was ik benieuwd naar het lezen van zijn volgende boek. De titel had mijn belangstelling gewekt. 'Serotonine' heeft mij echt teleurgesteld. Het kan zeker niet tippen aan zijn vorige boek. Ik haak af, meneer Houellebecq! "Mijn overtuigingen zijn beperkt, maar wel intens. Ik geloof in de mogelijkheden van het speciale koninkrijk. Ik geloof in de liefde,' schreef Michel Houellebecq onlangs.
0neg
Ook ik ben het helemaal eens met de reacties hieronder. Ik denk dat het enorm moeilijk is om een verhaal in zo weinig pagina's te vertellen maar dit verhaal vond ik echt helemaal niks. Weinig spanning en soms wat grof geschreven. Saskia Noort kan veel beter.
0neg
Niet meer dan een leuk tussendoortje met naar mijn mening een matig verhaal en een onbevredigend einde. Ik snap daarom ook de nomitaie voor de 'Gouden Strop' totaal niet...
0neg
Tijdens het lezen had ik constant een deja vu gevoel. De verhaallijn is een kopie van haar eerste boek. Jammer.
0neg
Na 3/4 heb ik het dan toch opgegeven. Dit boek zegt mij heel weinig. De relatie tussen de hoofdpersonages intrigeert mij maar de vele uitweidingen over Jezus, fragmenten uit de kerkdienst en bijbelpassages verveelden mij mateloos. De symboliek van Pasen beschrijft Gerritsen voor mij iets té uitvoerig. Fijn voor Gerritsen dat ze zelf troost lijkt te vinden in het katholiek geloof maar ik heb weinig boodschap aan dit verhaal.
0neg
Istanbul. De jaren tachtig van de vorige eeuw. Het meisje Peri groeit op bij een conservatieve moeder en vrij progressieve vader. De verhoudingen komen onder druk te staan en de spanningen in het gezin lopen steeds hoger op als broer Umut in de gevangenis belandt wegens politieke activiteiten. Vader gaat steeds meer drinken en de ruzies tussen vader en moeder worden heviger en frequenter. Peri vlucht in boeken en kennis, doet het goed op school en gaat zodra het kan op aanraden van haar vader in Oxford studeren om haar strenge moeder te ‘ontvluchten’. Hier gaat een wereld voor haar open want ze krijgt een hoop nieuwe vriendinnen, zowel heel open en moderne meiden als strenggelovige meiden, die hun leven leiden in dienst van het geloof. Hiertussen probeert Peri haar eigen mening te bepalen, uit te vinden wie ze nu echt is en wat zij belangrijk vindt. Afgewisseld met flashbacks naar Peri’s jeugd en studietijd lezen we ook over het huidige Istanbul, waar Peri woont met haar dochter Deniz. De beklemmende sfeer van de strenge islamitische opvoeding die Peri geniet, weet Elif Shafak (1971) goed over te brengen. Daarnaast geeft het boek een mooi inkijkje in de Turkse cultuur; veel rituelen en godsdienstige zaken worden uitgelegd, maar ook Turkse lekkernijen en tradities passeren de revue. De leek heeft hulp aan de achter in het boek opgenomen woordenlijst. Toch weet de auteur de lezer niet te raken. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de traagheid van het verhaal en de vele dialogen die te weinig toevoegen of weinig te maken hebben met de thema’s, zoals de zoektocht naar jezelf, de waarheid en het losmaken van je ouders. Hier zoomt de schrijfster steeds te veel in op niets toevoegende details. Op een gegeven moment zijn er zoveel voorbeelden van Peri die van haar vader hoort waarom hij niet bidt of naar de moskee gaat, dat de lezer verveeld raakt. Interessanter zou het zijn als deze bladzijden besteed werden aan de tweestrijd die Peri eigenlijk haar hele leven voelt (het kiezen tussen haar vader of haar moeder, kiezen voor de ‘vrijheid’ en de wetenschap, of het geloof). Deze worsteling met de vraag waar ze goed aan doet, en vooral hoe ze een goed mens kan zijn had sterker en duidelijker naar voren gebracht kunnen worden. Als ze gaat studeren en verliefd wordt op een zeer conservatieve geloofsprediker raakt ze in verwarring. Op dit moment is de roman op z’n best: de lezer wordt betrokken bij Peri’s gevoels- en gedachtewereld. Meer van deze momenten hadden van toegevoegde waarde kunnen zijn. Drie dochters van Eva probeert aan te sluiten bij de actuele situatie; de verhoudingen Europa – Turkije staan op scherp, zowel in dit boek als in de realiteit: Wellicht dat dit ook de reden is dit Shafak momenteel een van de best verkopende schrijfsters van Turkse afkomst is. Geeft Shafak hiermee ook een signaal af? Dat blijft onduidelijk en te onuitgewerkt. Helaas weet het boek, vooral vanwege de traagheid en oppervlakkigheid niet zo te boeien. Wat meer vaart in het verhaal en wat meer ruimte voor de gevoelens van Peri hadden het boek zeker goed gedaan!
0neg
Pieter Aspe schrijft voor de eerste keer een boek zonder hoofinspecteur Van In, verrassend, hij kiest niet voor zijn alom bekende hoofdpersonage. Het gaat dit keer om een zeker Victor, eigenaar van een miljardenbedrijf. Zijn vrouw Eva neemt hem mee op een tweede huwelijksreis die uiteindelijk helemaal uit de hand is gelopen. Pieter Aspe is de meest gelezen misdaadauteur in België en Nederland en zijn boeken haalden al vele prijzen binnen, deze roman is helaas van een iets minder formaat. Om te beginnen is dit boek een pak minder vlot om te lezen dan Aspe’s andere boeken, het duurt heel erg lang voor er vooruitgang komt in het verhaal. Men kan spreken van een verhaal langzaam opbouwen maar het kostte mij ruim drie uur om door de eerste 60 pagina’s te lezen. Door het langzaam opbouwende verhaal verliest het boek voor mij persoonlijk al een heel groot deel van zijn literaire waarde. Om verder te gaan op het verhaal, er gebeurt niks, echt helemaal niks. De eerste helft van het boek gaat over het leven van Victor, de stereotype saaie zakenman die geen tijd heeft voor zijn familie. Zijn vrouw Eva voelt zich onvoldoende gewaardeerd en wil weer passie in hun relatie brengen met een onverwachte huwelijksreis als verrassing voor haar overwerkte echtgenoot. Laat dat nu toevallig in de week zijn dat Victor een miljoenendeal kan sluiten met een Japanse multinational, wie zag dat ooit aankomen? Vervolgens blijkt dat een rijk koppel naar de Ardennen trekt voor hun huwelijksreis, in “the middle of nowhere”, ze zijn op geen enkele manier bereikbaar, wie hier in het boek de rest van het verhaal nog niet kan inbeelden heeft een probleempje denk ik. Alles is zo typisch en voorspelbaar, je hoeft maar drie pagina’s van dit minuscule romannetje te lezen om te weten waar het over gaat. Een thriller hoort je in spanning te houden, je zou de drang moeten voelen om de pagina om te slaan en te weten te komen wat er gebeurt en hoe het zal aflopen, dit boek had dat helemaal niet. Dan eindelijk gebeurt er iets, ze worden een beetje geplaagd en opgejaagd door een paar jongeren, waar in het begin al sprake over was, Eva liet een collega van Victor een paar acteurs inhuren. Je hoopt dan eindelijk dat er spanning in het boek komt en dan krijg je een paar kwajongens die twee oudjes lopen te pesten. Dit is het punt in het verhaal waar het “spannend” hoort te worden. Het verhaal even terzijde, ikzelf heb nood aan realisme in een thriller, ik ben een persoon van uitersten, ofwel schrijf je een perfect realistisch verhaal of je schrijft een fantasy verhaal. Dit boek is zo onrealistisch, ik heb er simpelweg geen woorden voor. Ten eerste hoe groot is de kans dat die miljardendeal net samenvalt met dat ene weekje vakantie? Laat het dan ook nog een verrassing zijn voor Victor waar hij mee instemt, lijkt me niet iets wat een echte zakenman als Victor zou doen. Ten tweede als je een stuk in het verhaal gevorderd bent, let op mijn woordgebruik, ik zeg àls je al zo ver in het boek geraakt zonder het weg te leggen. Victor komt erachter dat zijn vrouw ontvoerd is door de jongens die blijkbaar ingehuurd zijn om hen te vermoorden zodat Victor’s collega kan profiteren van die miljardendeal, wat een verrassing, een echte plot twist. In een poging om zijn vrouw te redden wil Victor door het raam van een chalet klimmen, toevallig was er een ladder die perfect zou passen, in een voorafgaande actie had hij al zijn been gebroken. Op dat moment besluit hij om de stelling van Pythagoras toe te passen, de man zit te rekenen hoe ver hij de ladder van de muur moet zetten, in plaats van gewoon in te schatten. Hij neemt die tijd gewoon even, een sommetje maken, doen we blijkbaar allemaal volgens Pieter Aspe. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de absurditeit van dit kleine thrillertje, ik weet niet hoe Aspe zo veel onzin in 120 pagina’s heeft kunnen stoppen. Een laatste puntje van kritiek, dit boek is herdrukt in 2009, ik denk dat het dan niet te veel gevraagd is om de munteenheid aan te passen, er wordt nog steeds met Frank gewerkt, in een versie van 2009 mag je wel verwachten dat men met de Euro zou werken. Dit verraadt aan iedereen hoe oud dit verhaal is, jongeren moeten nog gaan tellen om hoe veel geld het gaat. Bovendien is het taalgebruik zo ouderwets, in de nieuwe druk mocht de woordenschat van de jaren ’90 een beetje minder opvallend zijn, althans dat is mijn mening. Dit boek was een complete teleurstelling voor mij, ik ga eerlijk zijn ik koos het voor zijn dikte en omdat het een boek van Pieter Aspe was, maar ik had veel liever een boek van 400 pagina’s gelezen waar dan wel wat verhaal en spanning in zat. Ik vind het enorm jammer dat ik eigenlijk niets positiefs te zeggen over dit boek. Ik heb er meerdere van Pieter Aspe gelezen, ik begon aan dit boek met bepaalde verwachtingen, maar het was een afknapper van formaat. Dit boek ligt zelfs niet meer in de boekhandels, het verkoopt helemaal niet. Dit is een boekje dat je ergens gratis bij krijgt, bij de krant of bij een bepaalde aankoop in de winkel. Na dit boek gelezen te hebben snap ik helemaal waarom.
0neg
Simon, inmiddels op leeftijd, ontmoet vlak voordat er een aanslag gepleegd wordt op een terras in Parijs.waar hij zit, Judith, hij raakt bij de aanslag gewond en ze begeleidt hem in de ambulance, ze krijgen een verhouding. Simon is getrouwd met Martha, en uit het huwelijk is Elsa hun dochter voort gekomen, Elsa is een volwassen alleenstaande vrouw met een kind, Cielke. Verder heeft hij een vriend in Nederland, die getrouwd is met Emmy, en die vrouw laat hem ook niet los. Het wordt een verhaal met een aaneenrijging van 'verboden' liefdes, terwijl zijn hart eigenlijk gewoon bij zijn familie ligt, met name bij Elsa, zijn dochter. Het verhaal speelt zich grotendeels af in het onrustige Parijs, dat zwicht onder terreuracties. Jan Siebelink is een schrijver die mij voornamelijk heeft geboeid met zijn schrijven, waarvan ik 'Knielen op een bed van violen' nog steeds 1 van de mooiste boeken vind die ik ooit heb gelezen, maar dit boek ergerde mij voornamelijk, met name de bovenmatige (sexueel getinte) belangstelling voor zijn dochter vond ik weerzinwekkend, dat zal voortkomen uit het feit dat ik zelf een volwassen dochter heb en ik me bij de beschrijvingen van Siebelink niets kan voorstellen en dat is niet bekrompen of zoiets, want dat ben ik niet. Geen idee wat hij hiermee wil, het is aan mij niet besteed, ik vind Jan Siebelink afgegleden tot een bedenkelijk niveau met dit boek, dat zijn eigen dochter een tijdlang niets meer met hem te maken wilde hebben, kan ik mij goed voorstellen.
0neg
Op aanraden van een medelezer van één van de leesgroepen ben ik dit boek beginnen lezen ... ik hou wel van gruwel, tonnen spanning en liters bloed. Het is het eerste boek dat ik lees van Macbride en tevens waarschijnlijk ook het laatste. Ondanks de soms krachtige met humor beladen gesprekken èn de totaal onverwachte ontknoping krijgt 'Slachthuis' toch maar een schamele twee. Het verhaal speelt zich af in en rond Aberdeen, alles draait rond de Vleesmeester. En ja, zoals het woord zelf al ontluikt vliegen er met momenten wel wat lichaamsdelen in het rond en wordt bijl en maalmolen geregeld gebruikt. Niet echt voor gevoelige zieltjes dus. Na 100blz heb ik toch wel even in twijfel gezeten of ik het boek nog wel ging verder lezen. Sommige politiezaken leken me zo onrealistisch, sommige beschrijving waren me soms zo plastisch dat ik alle hoop op een goed boek reeds had opgegeven. Maar ik ben een doorzetter, ben ( dàt vooral) een erg nieuwsgierig iemand en de drang te weten wie en waarom iemand zo beestachtig en luguber te werk gaat heeft me toch door doen zetten. Maar nu ... nu ben ik toch wel blij om naar een ander boek te grijpen ...
0neg
Ik heb eerst het boek zondagskind gelezen en omdat ik dit een geweldig boek vond werd ik nieuwschierig naar meer boeken van deze schrijver. Het verhaal nam me gelijk mee en het leesde makkelijk waardoor je vanaf het begin in het verhaal zat. Al snel kwam ik in de pesterijen terecht en deze werden vrij heftig beschreven waardoor ik het niet fijn meer vond om het boek verder te lezen ik werd er naar van Toch lag het boek nog op tafel en werd ik nieuwgierig naar het einde en heb ik de pesterijen overgeslagen en ben ik een flink aantal paginas verder in het boek verder gaan lezen. Hier werd ik al snel weer het verhaal ingesleept en werd mijn nieuwgierigheid gewekt en bleef ik verder lezen tot het boek uit was. Achteraf vind ik teveel themas in dit boek verwerkt zijn zoals pesterijen boulimia ontvoering en loverboy en moord In het boek zondagskind gaat het over autisme en dit is zo goed beschreven dat het boek v mij 5 sterren kreeg. Nu zijn er meerdere thema’s die uiteindelijk wel met elkaar te maken hebben in dit boek, maar die mij als lezer niet duidelijk alles verteld en dat vind ik jammer. Ik vind het wel knap hoe het boek toch weer mijn aandacht heeft gekregen waardoor ik het boek uitgepezen heb. En deze thema’s op elkaar aansluiten in het boek.
0neg
Een bekende televisiepresentator ontwaakt in een hotelkamer, met zijn handen geboeid. Hij blijkt niet alleen te zijn. Tegelijkertijd met hem ontwaken daar nog vijf mensen. In het bad van die hotelkamer ligt een man, om het leven gebracht door messteken. Wie hem heeft vermoord? Daar draait het hele verhaal om. Via de televisie vernemen Morgan Sheppard, de presentator, en de overige aanwezigen dat één van hen de moordenaar is. Het is aan Sheppard om binnen drie uur de dader te vinden. Mocht dat niet lukken dan wordt de hotelkamer tot ontploffing gebracht. De klokt loopt. Tik tak. Het is geen wonder dat Sheppard gevraagd wordt om de moordenaar te onthullen. Zijn bijdrage als kleine jongen bij het oplossen van een moord zorgde ervoor dat hij een detectiveprogramma kreeg waarmee hij dagelijks op de buis komt en hij menig zaak oplost, ook al omdat hij het niet zo nauw neemt met de waarheid. En die houding lijkt hem nu op te breken. Een groepje mensen ontvoeren, ze samenbrengen in een hotelkamer met een lijk en deze kamer zodanig prepareren dat er niet uit te ontsnappen valt. Hoe kun je zoiets ensceneren? Deze en andere vragen komen regelmatig boven bij het lezen van Tik tak, het debuut van Chris McGeorge die een cursus creatief schrijven volgde. Creatief is Tik tak zeker, maar daar is dan ook wel alles mee gezegd. McGeorge heeft zelf ook door dat de plot regelmatig rammelt. Aan het eind probeert hij uit te leggen hoe bepaalde dingen mogelijk zijn, maar die gekunstelde verklaringen kunnen geen doorvragen verdragen. Tik tak is effectbejag pur sang. Het moet vooral spannend zijn en ook het liefst zo snel mogelijk, zodat de lezer geen tijd heeft om zich dingen af te vragen. Praktisch elk hoofdstuk eindigt met een onheilspellende zin, gevolgd door drie puntjes… Oei, hoe zal dit aflopen? Snel verder lezen. Voorin het boek worden de personages voorgesteld door middel van een korte beschrijving, en daarmee krijgen ze meer inhoud dan ze in het verhaal zelf hebben. De hotelkamerpersonages mogen hun tekst opzeggen als ze aan de beurt zijn, maar zodra ze hun doel gediend hebben, gaan ze voornamelijk kleurloos op in de achtergrond. Meer emotie dan ‘we willen hieruit’ uiten ze niet. Dat zou prima zijn als dit een filmscenario was, en eigenlijk leest Tik tak ook zo. Maar een boek vraagt nu eenmaal een andere aanpak. Tik tak is nu niet meer dan strandlectuur. Lekker spannend met de oppervlakkige schijn dat de plot staat als een huis. Gelieve verder niet na te denken.
0neg
Dat Nesbo kan schrijven, daar hoeft 'ie mij niet van te overtuigen. Ik ben fan van het eerste uur maar nu voel ik me bekocht. Een boekje, amper een novelle waardig, met een naar mijn gevoel zeer mager verhaaltje. Was het nu nog een gratis geschenk geweest bij één of andere boekenweekactie dan zou ik het kunnen begrijpen. Maar nee, je betaalt de volle pot. Gezwicht voor het gemakkelijke geld? Een goede raad: wacht tot het in de bib is en leen het daar. En koop van je geld een volwaardig boek!
0neg
Ik ben enthousiast aan dit boek begonnen maar wat een taaie kost is dit. Ik kan totaal niet volgen wie wie is en vindt het boek zeer moeizaam lezen. Het verhaal van toen wordt verteld door de ogen van steeds wisselende familieleden die terugkijken op hun jeugd. Hierdoor ontstaat naar mijn idee een nogal rommelig geheel met teveel personages. Het idee van het boek, het leven in een naoorlogs groot gezin sprak mij erg aan, en ik lees positieve recensies op internet maar dit is niet aan mij besteed. Ik ben gestopt met lezen en ga een ander boek beginnen.
0neg
‘Iedereen krijgt in zijn leven wel eens een broodje poep voor zijn kiezen.’ Het broodje poep van Katie in Midnight Sun is echter dik besmeerd. Als XP-patiënte kan ze het daglicht niet verdragen en is ze letterlijk gekluisterd aan huis. De roman van Trish Cook, vertaald door Annemarie de Vries, vertelt het verhaal van deze bijzondere jongere. Jongvolwassene Katie leeft een bijzonder leven. Haar moeder is er niet meer en samen met haar vader woont ze in Purdue. In het begin van haar leven is XP geconstateerd en zodoende kan ze niet meer naar buiten. Als een soort vampier gaat ze sindsdien door het leven. Haar beste vriendin, Morgan, komt haar regelmatig vermaken en stiekem is ze hopeloos verliefd op de knappe Charlie. Wanneer ze op een avond in het donker naar het station gaat om op haar gitaar te spelen, ontmoet ze de jongen van haar dromen. Hij vraagt haar mee uit en al snel ontstaat een intiem contact. Katie verzaakt echter te vertellen dat ze het daglicht niet kan verdragen. Wanneer moet ze de liefde van haar leven inlichten over haar ziekte? Zal de relatie stand kunnen houden? Cook kiest een uniek thema als basis voor haar verhaal: een zeldzame ziekte. Midnight Sun belooft daarmee ook een speciaal verhaal te worden. Helaas blijkt al snel het tegendeel. Al in de eerste pagina’s overlaadt Cook de lezer met een enorme hoop ellende. Katie heeft een bijzondere ziekte en kan daardoor het daglicht niet verdragen. Ze is gedwongen in huis te blijven en mist zo elke vorm van sociaal contact. Alsof dat niet erg genoeg is, is haar moeder ook nog overleden. Cook legt extreem veel nadruk op de gevolgen van Katies ziekte, door – zeker in het begin – veel te vaak en veel te expliciet te benoemen wat er speelt. Goedbedoelde grapjes komen daardoor over als flauwe en goedkope humor: ‘In mijn ogen straalt Charlie als de zon. En we weten allemaal hoe gevaarlijk dat voor mij is, dus kijk ik snel weg.’ Bovendien kent het verhaal een uitermate clichématig verloop. Katie is stiekem verliefd op een geweldig knappe jongen, ontmoet deze natúúrlijk bij toeval, verzaakt te vertellen dat ze ziek is en werkt zichzelf op die manier in de problemen. Ze heeft last van de populaire jaloerse cheerleadermeisjes, ontwikkelt zelf af en toe een beginnende vorm van jaloezie en glibbert in het verhaal af op een dramatische climax die eenieder al van verre aan ziet komen. Helaas steunt het verhaal hoofdzakelijk op stereotyperingen. Charlie vertolkt de rol van de knappe jongen die ook nog eens heel goed kan sporten, Zoë de rol van de populaire cheerleader, Morgan is de beschermengel en haar maatje, Garver, is de welbekende nerd. Allen vertonen ze weinig diepgang en passen ze precies in het plaatje dat in menig sprookjesverhaal geschetst wordt. Katie zelf bevat íets meer diepgang, maar ook zij mist elementen om een strak personage te kunnen zijn. Haar ziekte is in de basis interessant, maar wordt onvoldoende uitgewerkt om echt tot zijn recht te komen. Haar gedragingen zijn grotendeels oppervlakkig en haar gedachtegangen blijken bloembollen die niet de kans krijgen uit te groeien tot bloemen. Het veroorzaakt een soort ongestilde honger bij de lezer: waar krijgt Katie de kans écht te laten zien wie ze is? Tegen het einde lijkt Midnight Sun even interessant en diepgaander te worden. Helaas stapt Cook vanaf dat moment met Morgans levensverhaal in een sneltrein; het werkelijke verhaal – de manier waarop Morgan het leven met een ziekte moet doorstaan – krijgt geen kans meer gedetailleerd verslagen te worden. In slechts een paar pagina’s wordt het hele einde beschreven, waardoor de juist interessante passages onvoldoende tot hun recht komen. Midnight Sun is de roman waar men niet te veel van moet verwachten. Voor de clichéliefhebbende lezer die gewoon een avondje weg wil dromen, is het boek zeer prima. Ieder ander komt waarschijnlijk bedrogen uit.
0neg
John le Carré, een pseudoniem van David John Moore Cornwell, werkte nog bij de inlichtingendienst MI6 toen zijn derde boek Spion aan de muur in 1963 een internationale bestseller werd en tegelijk zijn grote doorbraak betekende. Zijn spionagethrillers gaan vooral over de Koude Oorlog en een tweetal daarvan is herwerkt tot een BBC-televisieserie. Als tegenhanger van James Bond creëerde hij de spion George Smiley, die in een aantal van zijn boeken zijn opwachting maakte. In Een erfenis van spionnen, verschenen in 2017, heeft de vooral in Groot-Brittannië legendarische spion, een kleine rol. Na zijn carrière bij het Circus, zoals de Britse geheime dienst wordt genoemd, woont Peter Guillam in een afgelegen boerderij in het Franse Bretagne. Terwijl hij van zijn rust geniet, wordt er op een dag een brief van het Circus bezorgd. Guillam wordt dringend verzocht om naar Londen te komen. De reden blijkt in het verleden te liggen, ten tijde van de Koude Oorlog. Hij wordt ondervraagd over de geheime operatie Windfall. De ondervragers hebben echter geen flauw benul wat zich destijds afgespeeld heeft, maar iemand moet voor het gebeurde boeten. Verteld Guillam hen de hele waarheid? Mijmeringen van een op leeftijd zijnde en gepensioneerde oud-spion aan zijn tijd bij de Britse geheime dienst. Dat is de eerste indruk die de lezer aan het begin van het verhaal krijgt. Gedurende de plot blijkt het iets anders in elkaar te steken dan het aanvankelijk lijkt. Het verleden wordt inderdaad opgerakeld, maar vooral in de vorm van verslagen, rapporten, transcripties en ondervragingen. Vooral die eerste drie zijn saai, eentonig, nietszeggend en enigszins slaapverwekkend. Wat het er ook al niet gemakkelijker op maakt, is het aantal personages. Deze zijn talrijk en het vergt de nodige inspanning van de lezer om te weten te komen wie precies wie is en welke rol ze een halve eeuw geleden hadden. Extra lastig is dat er toen ook nog eens gebruik werd gemaakt van schuilnamen. Hierdoor zie je door de bomen het bos niet meer en krijg je de indruk iets gemist te hebben. Ook de schrijfstijl van Le Carré is niet de meest eenvoudige. In vaak te lange zinnen probeert hij weer te geven wat hij bedoelt. Dit doet zich overigens vooral in het begin van het verhaal voor. Daarnaast is het verwarrend dat niet aangegeven wordt wanneer een deel van het verhaal zich afspeelt. Binnen hoofdstukken verspringt hij, zonder enige vorm van aanwijzing, van het heden naar het verleden en andersom. Voor de duidelijkheid had de auteur er goed aan gedaan om een tijdsaanduiding te gebruiken. Een aantal personages kwam ook al voor in enkele eerdere boeken van de auteur, maar dat wil niet zeggen dat Een erfenis van spionnen niet afzonderlijk gelezen kan worden. Dat kan het wel, hoewel er dan wel rekening mee gehouden moet worden dat ze niet erg uitgewerkt worden en dat je niet erg veel over hen te weten komt. Allen al daarom is het aan te bevelen om de eerdere boeken met hen eerst te gaan lezen. Door zijn persoonlijke ervaringen, maar ook omdat hij er al zo vaak over heeft geschreven, weet Le Carré wel goed over te brengen hoe het er tijdens de Koude Oorlog aan toe moet zijn gegaan. Dit kan over het algemeen leiden tot spannende, intrigerende en interessante verhalen, maar in Een erfenis van spionnen is daar, op een enkel moment na, geen enkele sprake. Op basis van deze spionageroman doet de auteur er goed aan om zichzelf, maar ook zijn pen, de rust te gunnen die hij verdient om vervolgens van zijn pensioen te gaan genieten. Daarmee voorkomt hij dat een eventueel volgend boek nog onsamenhangender wordt.
0neg
"Weet je wanneer een boek goed is, zegt haar moeder, als je de paginacijfers niet leest." Zo staat te lezen – tenminste als je er de interpunctie zelf bij denkt - in deze roman op pagina 95. Is deze norm werkelijk een maatstaf voor kwaliteit, dan komt dit boek er bekaaid vanaf als de lezer, uitkijkend naar het einde, moet aftellen tot de laatste pagina. Nog 80 bladzijden, nog 40, nog 20… En die kans is groot, want - vertel het niet verder - Niet verder vertellen is een afknapper. Na één hoofdstuk moet je Niet verder vertellen eigenlijk al niet meer verder lezen: het onbegrip dat al meteen bij de lezer gewekt wordt, wordt ook niet meer weggenomen. Toegegeven, K. Schippers (1936) maakt het als werkelijkheidssaboteur zijn lezer niet graag gemakkelijk. En moeilijk gaat ook. Als dat tenminste ergens toe leidt. Respect voor ’s mans literaire, vooral poëtische verdiensten, maar dit boek lijkt wel een roman trouvé, met aan elkaar geplakte losse woorden en zinnen zonder zin. Readymade met ingevingen en alinea’s, maar ook met foto’s en tekeningen die soms wel en soms niets ter zake doen. Een roman is echter geen gedicht waar een spel met taal en klanken voldoende is om levensvatbaar te zijn en behoeft wel degelijk een onderwerp, als houvast. Een onderwerp zo etherisch als ‘licht’ is nauwelijks te beschrijven, letterlijk dan. Toch doet K. Schippers een poging het licht te vatten. Hij stuurt zowel zijn K. Schippers-personage als zijn eigen moeder Dien (als dertienjarige) op jacht naar het licht: "Zou Dien het willen doen, voor mij teruggaan naar Turijn, naar Chiavenna, om iets van de ruimte en het verstopte licht mee terug te nemen." De auteur komt in zijn tocht bij de lijkwade van Turijn uit: het eerste fotonegatief van de geschiedenis. Beelden, schilderijen, foto’s… Allemaal vangen ze en verspreiden ze licht en indrukken. Het boek schippert in flarden op zoek naar dat licht via het werk van de schilder Giorgio di Chirico en de beeldhouwer Alberto Giacometti, in Noord-Italië, in Amsterdam en in de duinen. K. Schippers goochelt, zoals zijn oom-goochelaar in het boek, met tijd en ruimte, met impressies, met associaties, met weetjes en watjes en vooral met veel herhalingen. Daarbij komen de foto’s die zijn moeder liet maken altijd weer naar boven. En hoe ze voor de Amsterdamse fotograaf G.H. Breitner – die het beeld schoot van de dame bij de Westerkerk van de cover – zelfs naakt poseert. Van dié foto’s echter geen spoor tussen de vele kiekjes in het boek. In tegenstelling tot zijn bekroonde roman Waar was je nou, waarin een foto het boek initieert, staan de beelden hier wat wezen- en betekenisloos. Misschien maakt het deel uit van het taalspel, maar de regels daarvan zijn wel erg willekeurig wanneer de auteur schrijft met halve dialogen, zinnen half doormidden hakt en verspreidt over twee hoofdstukken of om de haverklap ‘½’ schrijft als hij ‘half’ bedoelt: "Dan blijf je ‘t ½ en ½ van plan", "De man staat ½ en ½ naast haar", "hij houdt ½ en ½ een schets omhoog", " ½ verdwenen gezichten"… Waarom dat halfslachtige getreiter? Waarom het de lezer zo lastig maken? Zonder lijn of leidraad valt het licht van Niet verder vertellen zwaar op de maag. Oké, het verleden (in oude foto’s, beelden en schilderijen) werkt als een afdruk, als een negatief op het heden, maar ‘negatief’ is wat ook qua appreciatie van dit boek blijft hangen.
0neg
Ik hou van fantasy én van spannende boeken, dus ik kan wel wat hebben, maar dit is klinkklare over het paard getilde onzin. Als dit boek ooit een hype wordt is het erger met de mensheid gesteld dan in De reiziger het geval is. Nee, laat maar zitten dat vervolg. Wat een zootje. Orwell gemixt met Star Wars, maar op zo'n infantiele manier dat er van geen van beide kunstwerken een spaander heel blijft.
0neg
Jammer dat je meteen al weet hoe het afloopt. Daar had ik een ontzettende kater van. In het begin van het boek heb je het idee dat je al aan het laatste hoofdstuk bent begonnen. Ik zal het dus ook echt niet aanraden aan mijn vrienden en vriendinnen zoals ik wel met De eetclub heb gedaan. Het boek is echt zonde van je geld.
0neg
Kleine Hellen is de debuutroman van Anne Moon Disko, een pseudoniem van schrijver, kunstenaar en tevens uitgever Martijn Couwenhoven. Het boek van 120 pagina's vertelt het verhaal van schrijfster Vera en haar broertje, kunstenaar Max. Vera is ongeneeslijk ziek en dat doet oud zeer van de twee pijnlijk bovenkomen. Nog voor de geboorte van Max verloor Vera haar kleine broertje Menko, een onverwerkt verdriet en schuldgevoel dat nog altijd aan haar knaagt en nu eindelijk losgelaten moet worden. Ondertussen probeert Max dwangmatig een laatste portret van Vera te maken en kan hij haar maar niet loslaten. Het zware thema loslaten komt subtiel en licht, maar toch van emotie doordrongen terug in het verhaal. Het loslaten van jeugdverdriet en schuldgevoel, loslaten van een moeilijke relatie van hun ouders, loslaten van geliefden, loslaten van het leven. Dat alles wordt op mooi verweven met de vele verwijzingen naar kunst en muziek. Het is te merken dat Couwenhoven zelf kunstenaar is. Het visuele oog dat ook Max als kunstenaar heeft ontwikkeld, komt mooi terug in de omschrijvingen vanuit het perspectief van Max. Treffend is bijvoorbeeld de eerste gedachte van Max als hij hoort dat de kanker van Vera is uitgezaaid. Het woord komt hem vreemd voor. Bij zaaien komt bij hem het beeld op van groente en bloemenvelden, niet van ziekte. Dit beeldende taalgebruik en het sterke thema zijn de kracht van dit debuut. Het tekort schuilt in de 120 pagina's van de roman (of eigenlijk dus meer een novelle). Couwenhoven lijkt te veel te willen vertellen in een beperkt aantal pagina's. Het verhaal gaat niet alleen over het ziekbed van Vera, maar ook (met name) over het verlies van Menko, de moeizame relatie van hun ouders en de band van Vera en Max met hun grootouders. Het lijkt ietwat te veel voor een novelle, zeker in combinatie met de vorm die de auteur kiest. Ieder hoofdstuk wisselt namelijk van perspectief - ik-persoon Vera, ik-persoon Max, derde persoon vanuit Vera of derde persoon vanuit Max - en het duurt soms enkele alinea's voordat duidelijk is in welk perspectief het verhaal wordt verteld. Dit past beter bij een boek met langere hoofdstukken en het soepel laten verlopen van die wisselingen vraagt ook veel vaardigheid van een auteur. Hoewel de zinnen en de beeldende taal wel erg mooi zijn, is de auteur in het wisselende perspectief niet zo geslaagd. In deze novelle komt het vooral wat rommelig over. Het effect is ook dat sommige hoofdstukjes op zichzelf lijken te staan. Het zijn korte verhaaltjes die ook prima los van het boek als mooi verhaal kunnen dienen. Dat komt de roman als geheel echter niet ten goede. Kleine Hellen komt in 120 pagina's met vier wisselende vertelperspectieven helaas net niet goed uit de verf. Zonde, want het boekje is doordrongen van mooi taalgebruik, een krachtig thema en beeldende zinnen.
0neg
In wezen is Kan ik je vertrouwen geschreven door Hanni Münzer inderdaad zoals op de omslag omschreven staat, een “meeslepend verhaal over liefde en verraad in oorlogstijd”. Het was alleen handiger geweest, als er (ook) had gestaan dat de roman een vervolg is op In naam van mijn moeder, eerder verschenen bij Xander Uitgevers (2015). Kan ik je vertrouwen is het vervolgverhaal van één van de bijfiguren uit het eerdere boek. Marlene, een jonge, onverschrokken Duitse verzetsstrijdster die in de Tweede Wereldoorlog voortdurend in de meest precaire situaties belandt. Ze probeert er overal het beste van te maken en komt er -vaak dankzij haar vrouwelijke charmes- wonder boven wonder steeds levend, zij het niet ongeschonden, uit. Het boek begint dan ook na een lange herstelperiode, nadat zij in het eerdere deel ernstig gewond raakte bij een bomaanslag. Marlene vertrekt naar Polen, waar zij de resterende opstandelingen van de mislukte Warschau-opstand moet overhalen zich aan te sluiten bij het Duitse Verzet. Eer zij daar aankomt, stuit ze op vele hindernissen en moet uiterst kwade kopstukken het hoofd bieden. Ten slotte komt ze in een van de ergst denkbare plekken ter wereld terecht en is volledig uitgeschakeld, aangewezen op het enige dat ze nog overheeft, haar uithoudingsvermogen en vechtlust. En de liefde, die ze verassend genoeg vindt bij een charismatische, mysterieuze arts die voor de Nazi’s werkt. Kan ik je vertrouwen is een eindeloze aaneenschakeling van wervelende actie en hartbrekende emoties. Precies hier zit helaas het een en ander niet helemaal lekker bij dit boek. Het probleem zit hem onder andere in het woordje ‘eindeloos’. Dat Marlene onvoorstelbaar veel en vreselijke dingen meemaakt, is tot daar aan toe: de vergelijking met de Spaanse verzetsstrijdster uit het vuistdikke Zeg me wie ik ben van Julia Navarro dringt zich hier op. In tegenstelling tot Navarro’s boek, is het bij deze roman op een gegeven moment genoeg. Zeker wanneer de oorlog na 340 pagina’s eenmaal afgelopen is en de rest van Marlenes leven weliswaar in vogelvlucht maar toch evengoed nog 140 bladzijden lang besproken wordt. Die gebeurtenissen zijn op zich wel interessant genoeg, met alle losse eindjes die (al dan niet naar bevrediging) afgeknoopt worden, maar stijl- en inhoudsomslag hebben toch een beetje het effect van een kater. Münzer doet hierbij haar uiterste best Marlenes leven zo realistisch mogelijk neer te zetten en dat doet ze zeer overtuigend. Net als je je voorneemt om na afloop een en ander uit te gaan pluizen op Wikipedia, meldt Münzer tot slot in haar dankwoord, dat “haar personages en gebeurtenissen aan haar fantasie zijn ontsproten.”(máár: “Alles wat niet verzonnen is, is waar.”) Kan ik je vertrouwen zal vooral de lezers van In naam van mijn moeder aanspreken. Er wordt hier dermate veel verwezen naar het eerdere deel, dat het vermoeiend is en het gevoel dat je dingen hebt gemist steeds groter wordt. En na enige research blijkt dat dat ook werkelijk het geval ís. Hier voorbeelden geven is niet handig, gezien het risico te veel van het verhaal weg te geven. Hoe dan ook: die research is absoluut nodig om een ontzettend belangrijk kwartje te laten vallen, dat vele gebeurtenissen in een heel nieuw daglicht zet en feitelijk de kroon is op de doorlopende verhaallijn van beide romans. Zonde, ook omdat het afbreuk doet aan de dringende en zo actuele boodschap van de schrijfster; geef rechtse populisten niet opnieuw een kans. Eerlijk gezegd maakt deze roman aan alle kanten een wat rommelige, ongestructureerde indruk. Wellicht valt dat mede te wijten aan het feit, dat Hanni Münzer haar boeken aanvankelijk in eigen beheer als e-book aanbood en deze pas ná enthousiaste ontvangst en indrukwekkende verkoopcijfers in boekvorm zijn uitgegeven. Iets meer redactionele sturing was deze roman beslist ten goede gekomen. Waarom op Kan ik je vertrouwen niet vermeld staat dat het om een tweede deel gaat, is natuurlijk wel weer een ander verhaal. Gouden tip dus: lees éérst In naam van mijn moeder!
0neg
Het idee om een boek te schrijven over eco-terrorisme is goed, maar de uitwerking vond ik persoonlijk niet zo geweldig en zeker de internationale link naar een of ander arabisch land was ongeloofwaardig.
0neg
Ik moet bekennen dat ik alle boeken van Dan Brown heb gelezen, terwijl ik hem eigenlijk geen geweldig auteur vind. Dat verdient uitleg. Dan Brown's boeken zijn een combinatie van toeristeninformatie, Wikipedia-achtige feitjes en een Ted Talk, verpakt in een middelmatig avonturenverhaal dat in ieder boek weer een beetje op hetzelfde uitdraait. Het is echter de Ted Talk waar ik nieuwsgierig naar ben en waarom ik de boeken dus lees. In een aantal van zijn boeken plaatst hij de katholieke kerk ook nog eens in een vrij negatief licht, hetgeen mij als atheïst aardig amuseert, en gooit hij er behoorlijk wat kunst in. Ach, ik heb me er redelijk mee vermaakt. In dit boek, Origin, dat ik dus in de originele taal heb gelezen, is het van eenzelfde laken een pak. Robert Langdon rent weer rond met een mooie vrouw aan zijn zijde. Dit keer wordt een oud leerling en vriend vermoord die net op het punt staat om tijdens een exclusieve presentatie in Bilbao's Guggenheim een wetenschappelijke ontdekking te onthullen die een antwoord op de vraag "waar ligt onze oorsprong en waar gaan we heen als soort" zal geven en daardoor eens en voor altijd zal afrekenen met religie. Robert Langdon en de mooie dame die directrice van het museum is en verloofde van de kroonprins van Spanje, ontvluchten het museum en gaan op zoek naar het wachtwoord dat de multimediapresentatie van de ontdekking alsnog de wereld in zal sturen, met behulp van een quantumcomputer, waarvoor ze naar Barcelona reizen. Het verhaal is dunnetjes en weer doorspekt met de nodige toeristeninformatie en Wikipedia feitjes. De Ted Talk (waar ik het boek eigenlijk voor lees) is niet geweldig uitgewerkt en overtuigt niet en, zoals ik al eerder zei, de man schrijft niet geweldig. Hij weet geen sfeer te creeëren. Wanneer bijvoorbeeld Zafon over Barcelona schrijft, dan wordt je het verhaal ingezogen en is de sfeer tastbaar. Wanneer Dan Brown over Barcelona schrijft, krijg je toeristeninformatie. Daarnaast denkt hij waarschijnlijk dat zijn lezers of aardslui zijn of zo dom als het achterend van een varken want hij legt alles uit. Ik vraag me echt af waarom ik zijn boeken nog lees. Waarschijnlijk hoop ik toch op een interessante Ted Talk die in het boek verwerkt is. Deze keer is dat dus een "mèh, niet echt". Aan het eind is er nog een halfhartige poging tot een kritische blik op het gevaar van A.I (artificial intelligence) dat zonder menselijke inmenging z'n gang kan gaan maar daar wordt verder niets mee gedaan. Ik kan dit boek absoluut niet aanraden. Voor een interessant, goed geschreven avonturenverhaal kun je beter verder zoeken.
0neg
Wat mij betreft was De Noodzaak het laatste goede boek van King. Ik heb nog wat van zijn volgende boeken gelezen, maar ik vond de kwaliteit daarvan zo achteruit gaan dat ik ermee gestopt ben. Met Mobiel heb ik maar weer eens een poging gewaagd. Helaas, ook nu moest ik constateren dat King het niet meer kan. Mobiel begint met een scène waarbij telefonerende mensen volledig doordraaien en anderen gaan aanvallen. Deze scène is zo plastisch beschreven dat ie niet werkt. Wat hierna volgt is een rechttoe rechtaan verhaaltje over een paar overlevenden die op pad gaan. Ik moet zeggen dat voorbij de helft van het boek in een paar zeldzame scènes de oude, vertrouwde Kingkwaliteit even terugkomt, maar dat is helaas te weinig om het hele boek te dragen.
0neg
Ik vond het boek langdradig. Op een gegeven moment dacht ik ik kap ermee maar toen leek het net even spannend teworden als Danielle in het spel komt. De ontknoping is erg makkelijk vond ik. Dit boek was zonde van mijn tijd.
0neg
Bij de naam Frank van Zwol, (1963, Akersloot,NL) ging bij mij niet gelijk een lampje branden. Toch is “Schokgolf” niet het debuut van deze Noord-Hollander, maar reeds zijn 4e thriller. Reeds in 2009 debuteerde hij met het boek het Thule inident wat hem een plek op de shortlist voor de schaduwpijs 2010 opleverde. Hierna volgde Klem en Niemandsland, waarin Tom Brandt voor het eerst zijn opwachting maakt. Schokgolf is het tweede boek met Tom Brandt. Natuurfotograaf Tom Brandt is voor National Geographic op IJsland om een reportage te maken. Als hij afgedaald is in een vulkaankrater gaat het helemaal mis doordat door onverklaarbare trillingen de lift bak ruim 100 meter naar beneden glijdt.. Met een huzarenstukje redt hij zijn eigen leven en dat van een aantal toeristen die ook in de lift zaten. Tom vind het een vreemd voorval en vraagt zich af of het wel een ongeluk was en gaat op onderzoek uit.. Voor hij hiermee goed en wel gestart is wordt hij benaderd door z’n tweede werkgever, niets minder de de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst.. Het verzoek is of hij undercover mee kan reizen met een groep geologen die het binnenland van Ijsland intrekken en en- passant een meetinstrument ontwikkeld door TNO te testen. Al snel heeft Tom het gevoel veel tegenwerking te ondervinden uit het gezelschap en vraagt hij zich af wat de agenda's zijn van de diverse groepsleden. In de tweede verhaallijn heeft Islamitische Staat een ondergrondse strijder met de naam Ahsannulah de opdracht gegeven een waar inferno te creëren en met een ingenieus plan de Katla vulkaan totaal te laten exploderen. Het effect zou een gevoelige klap zijn voor de gehele westerse wereld niet in de laatste plaats op economisch vlak. Tom krijgt lucht van dit plan en gaat er alles aan doen dit te voorkomen, maar zal hij op tijd zijn. Dat de auteur een voorliefde heeft voor de ruige wereld op onze planeet is getuige zijn levenswijze als avonturier geen verrassing, uitgebreid neemt hij de tijd om zijn fascinatie voor in dit geval Ijsland aan het papier toe te vertrouwen. In een redelijke recht toe recht aan plot en met gebruik van to the point formuleringen bouwt hij het verhaal op in twee verhaallijnen die bij elkaar komen. De voor veel mensen moeilijke materie vwb de geologie legt hij op een eenvoudige manier uit. Hoewel voorspelbaar is het boek ook redelijk spannend. Toch weet het boek niet geheel te bekoren en blijft het steken in middelmaat. Niet in de laatste plaats door het onwaarschijnlijke feit dat IS ijsland als slagveld zal kiezen, de Nederlandse MIVD hier iets in zou gaan betekenen en dan uitkomt bij parttimer Tom die als een soort van een mans leger hier iets tegen zou gaan doen. De uiteindelijke verklaring op de laatste bladzijden die dit verklaren heffen dat ongemakkelijke gevoel niet op Niet slecht, maar niet meer dan middelmaat 2,5 sterren
0neg
Dit boek heeft me geen seconde geboeid. Ondanks het originele uitgangspunt en de vlotte schrijfstijl van Hayder kreeg ze me nergens op het puntje van mijn stoel. Wellicht lag het onderwerp me niet. Van spanning was niets te merken en de gruwel die mij bij haar vorige boeken echt deed huiveren, raakte me deze keer van geen kanten. Ik vond het overigens nogal gratuit rondgestrooid, zonder echt functioneel te zijn. Het einde is verrassend, maar dat kon voor mij de meubelen niet meer redden. Hoe groots haar suggestieve pen was in Tokio, hoe ‘gefantaseerd’ het nu allemaal overkwam. Overigens hangt alles nogal losjes aan mekaar en heb ik de indruk dat het abrupte einde ons niet meteen moet doen nadenken, maar dat het eerder moet verdoezelen dat ze zelf op een punt gekomen was waarop ze het hele verhaal nooit meer logisch verklaard kreeg! Op de keper beschouwd zit er namelijk ook veel toeval in het boek. De eerste 100 blz. zijn bovendien oersaai en amper door te komen. Aangezien alles zo vergezocht is, voel je je als lezer nergens betrokken. In mijn geval betekent dat dat ik alle sfeerschepping mis en van enige ‘huiveringwekkende situaties’ dan ook enkel het absurde zie! Hayder lanceert kwistig verhaallijntjes, waar ze soms iets mee doet, er dan weer een flauwe uitleg aan geeft en de ander gewoon laat hangen. Een aantal cruciale vragen wordt overigens niet opgelost. Dit boek zal wellicht zijn adepten hebben, maar ik reken me daar persoonlijk niet toe. Dit is iets te ver gezocht.
0neg
Hm moet eerlijk zeggen dat dit boek me niet zo heeft vermaakt. Het is prima om even te lezen, maar ik vond het niet echt heel boeiend of leuk.
0neg
Deze roman las ik nadat onze bieb opgehouden was met bestaan. Verschillende boeken die niet meer aan andere bibliotheken gedoneerd werden, konden gratis meegenomen worden. Het leek me op zich nog best een leuk verhaal. De verwarring sloeg echter al snel toe omdat er continu van perspectief gewisseld werd en het verhaal ook vanuit volstrekt oninteressante personages verteld werd. De perspectiefwisselingen werden zonder witregel ertussen ingezet en soms zelfs zonder op een nieuwe regel te starten. De personages waren vrij stereotiep neergezet en overtuigden over het algemeen niet, met uitzondering van de oma van Lottemarie. Ook had ik na afloop niet het idee dat ik het hoofdpersonage beter had leren kennen. De romance met haar nieuwe liefde overtuigde net zo min en was er min of meer 'ineens'. Direct na het uitspreken van hun gevoelens werd er al over een huwelijk gesproken. Ik heb het boek uitgelezen omdat het mijn streven is dat met elk boek te doen, maar het kostte me moeite. Nee, sorry, geen aanrader.
0neg
Tja wat kan ik erover zeggen, het beste wat ik kan zeggen over de schrijver is dat hij behoorlijk wat research heeft gedaan , aan de andere kant is dat ook het slechtste van het boek. De schrijver gooit met zoveel informatie over aardschokken en hoe aardplaten bewegen en wat ze in werking zet dat het verhaal al na 40 pagina"s saai en droog word. Ik heb me helaas door het boek heen moeten kauwen en er was echt geen moment dat ik dacht dit boek lees ik in een keer uit. .Heel jammer, dit boek gaat dan ook linea recta naar de ruilwinkel.
0neg
Als fan van ‘Alles is liefde’, ‘Alles is familie’ en ‘Mannenharten’ was ik erg benieuwd naar ‘Zo puur als chocola’. Het idee erachter en de beschrijving op de achterflap waren dan ook veelbelovend. Helaas vond ik het tegenvallen. Ik vond de schrijfstijl ouderwets aanvoelen. Daarnaast had ik moeite om een band te krijgen met de personages. Ze waren niet per se vlak, maar deden vooral dingen waar ik vraagtekens bij zette. Het leek alsof ze geen idee hadden hoe de buitenwereld werkte en ze compleet egoistisch waren. Het verhaal van ‘Zo puur als chocola’ las als een soort huisvrouwenroman uit de jaren zeventig en paste wat mij betreft totaal niet in deze tijd. Ik ergerde me vooral aan de vader in het boek, die een bekrompen idee over vrouwen had, zo erg dat ik stukjes waarin hij voorkwam gewoon over heb geslagen. Dat is me echt nog nooit overkomen en uiteindelijk heb ik het boek wel uitgelezen, maar met moeite. Ik vond het zo jammer, omdat wat mij betreft de omschrijving van het boek niet overeenkomt met de inhoud. Ik had gehoopt op een soort tweede ‘Alles is familie’, maar dat was het echt niet. ‘Zo puur als chocola’ van Reina Crispijn voelde ouderwets en vlak aan. De personages irriteerde me en ik had moeite om het boek uit te lezen. Jammer, want de omschrijving klonk zo goed!
0neg
Na vele positieve recensies en goede verhalen over het boek overwogen om er zelf ook aan te beginnen. Het begon veelbelovend en duidelijk, verder het verhaal leek het meer op een roman dan een thriller. Het einde daarentegen leek echt spannend te worden tot de laatste paar pagina`s kwamen - een plottwist dat weliswaar perfect in de familie paste maar zeker niet in het verhaal. Kortom, had er meer van verwacht.
0neg
'De John Grisham van de financiële thriller' staat prominent op de voorkant van Voltreffer, het debuut van Tom Kristensen. De gelijkenis met Advocaat van de duivel van Grisham dringt zich dan ook al snel aan de lezer op. Mads Hammer wil zich bewijzen in zijn nieuwe baan bij Finans-partner, hetgeen de relatie met zijn zwangere vrouw Line niet ten goede komt. Langzaam krijgt Mads inzicht dat Finans partner betrokken is bij dubieuze praktijken. De rol die Mads krijgt toebedacht in dit gevaarlijke spel is behoorlijk voorspelbaar evenals de uitkomst, in ieder geval voor de lezers die bekend zijn met de verhaallijn van Advocaat van de duivel. De vermelding 'IJzingwekkend debuut' is dan ook enigszins overtrokken voor dit overigens niet onaardige boek.
0neg
Het moet een spannend boek zijn, maar de spanning is ver te zoeken. Ben tot bladzijde 150 gekomen en toen was ik er klaar mee. Jammer maar helaas
0neg
Ze studeerde filosofie, psychologie en literatuurwetenschappen. Tijdens haar werk als free- lance journaliste verloor ze haar hart aan Ierland. Daar, temidden van de sompige weiden, de nooit verzakende nevel en de vredig grazende schapen, ontstond het idee voor De schapen van Glennkill, geafficheerd als “literaire thriller.” Haar naam: Leonie Swann, 30 jaar jong. Het is even wennen, maar de hoofdfiguren in De schapen van Glennkill zijn schapen. Ze leven op een rustieke weide dicht bij de zee. Hun leven is overzichtelijk. Overdag grazen ze en ’s avonds luisteren ze naar schaapsherder George Glenn die hen voorleest uit romannetjes. Aan dit vredige bestaan komt een einde als zij op een ochtend George dood aantreffen, met een spade in zijn borst. De schapen besluiten om de moord niet onbestraft te laten en de moordenaar op te sporen. Ooit heeft George hen een deel van een detective voorgelezen, dus weten zij ongeveer hoe ze het moeten aanpakken. Met de beperkte middelen die tot hun beschikking staan, proberen zij de waarheid te achterhalen.Tussen neus en lippen door komen zij op het spoor van een smokkelzaak en een duister geheim dat ruim zeven jaar de gemoederen van alle inwoners van Glennkill bezig houdt. Maar wat te doen met al die wetenschap? De schapen van Glenkillis een povere poging tot navolging van ‘Waterschapsheuvel’ (Richard Adams), waar ook een dierengemeenschap in een allegorisch verhaal de menselijke zwakheden aan de kaak stelt. In die opzet is Leonie Swann niet geslaagd. Wat wij lezen en leren is voornamelijk de psyche van het schaap en wijsheden als: ‘je kunt niemand vertrouwen op zijn uiterlijk’, ‘iedereen beschermt zijn territorium tegen vreemden’ en ‘we zijn allemaal kuddedieren’. Al met al een wonderlijke mengeling van schapenlogica, kinderlijke onwetendheid en flauwe filosofietjes. De schapen van Glenkill begint met een 2 pagina’s lange opsomming van de schapen met hun belangrijkste karaktereigenschappen, als ware het ’t programmaboek van een toneelvoorstelling. Helaas blijken het stuk voor stuk karikaturen, vergelijkbaar met de een-dimensionale poppetjes uit de smurfenwereld. Het zijn nu alleen niet de grote smurf, de eetsmurf en de brilmurf, maar Sir Ritchfield (het opperschaap), Bolly (eetschaap), Miss Maple(slim schaap), en Heide (onnozel schaap). Wat spanning betreft is er in het boek weinig te beleven. Schapen kunnen mensen wel verstaan, maar mensen kunnen schapen niet verstaan. Daarom zijn de enige momenten dat het boek tot leven komt en het verhaal enige voortgang kent, die momenten dat er mensen in de buurt zijn die het over de moord hebben. Vrijwel het enige wat de schapen kunnen doen is luisteren en discussiëren. Hun voornaamste wapen is echter hun reukzin. En dat komt de lezer te weten ook. De schapen ruiken gras, aarde, bloemen, zon, regen, groente, het aroma van de dag en van de nacht, goede en slechte mensen. Ze ruiken tot wij lezers er draaierig van worden. Het is vermoeiend, oninteressant en voorspelbaar. De schapen van Glennkillis naar mijn idee een uit de hand gelopen kinderboek. Leuk voor de liefhebbers van sprookjes, maar niet voor de liefhebbers van thrillers.
0neg
mijn verbannen /verboden boek niet echt mijn tippen boek maar was wel leuk te lezen hoe hij steeds van de ene tijd in de andere sprong met zin gedachten om niet in de het nu te moeten leven. http://infoboeken.blogspot.be/2016/02/kurt-vonnegut.html
0neg
Cussler is Cussler. Al jaren schrijft hij zijn boeken volgens een min of meer vast stramien. Dat hij zelf (in dit boek als wereldreiziger) opduikt in zijn verhalen en dan ook nog een behoorlijke rol als hulp speelt is aardig. Voor de rest is Inferno op zee een typische Cussler. Veel aandacht voor de schepen en hun bouw/inrichting. Echter, in het verhaal begint de sleet te komen. Het wordt steeds onwaarschijnlijker, je fantasie moet steeds grotere vormen aannemen. Dit boek heeft nog een, in mijn ogen, slechte ontknoping ook. Aardig, leest lekker maar Cussler, en dan met name Dirk Pitt en zijn kornuiten, beginnen aan hun einde te geraken!
0neg
In kind van de rekening lees je over een rechtszaak in verband met twee vermoorde kinderen. Kleintjes, een van drie jaar en een van een jaar. Het hele boek gaat over die ene rechtszaak, met tussendoor steeds uitweidingen over de achtergrond van de personages, het waarom ze bij deze rechtszaak betrokken zijn, de onderlinge connecties tussen de personages e.d. De personages op zich zijn wel goed uitgewerkt, maar door al die uitweidingen loopt het verhaal niet echt, het is vreselijk traag, op het saaie af bijna. tussendoor ook nog het verhaal van de OvJ die gestalkt wordt door een psychopaat. Dat geeft op het eind wat spanning. Verder kan ik het echt geen thriller noemen in tegenstelling tot de lovende kritieken van de Zweedse pers.
0neg
Het boek begon zeker niet slecht. Het onderwerp sprak me ook aan en ik had er zeker het nodige van verwacht. Helaas is die verwachting voor mij grotendeels niet uitgekomen. In het algemeen vond ik het onderwerp oppervlakkig en ook wat clichématig behandeld , de personen werden nauwelijks uitgediept en het verhaal werd steeds langdradiger. Ik merkte dat ik, geheel tegen mijn gewoonte, stukken begon over te slaan. En dan had ik niet het idee iets te hebben gemist. Het deed mij langzamerhand aan Cissy van Marxveldt’s Joop ter Heul denken (dit voor de oudere Hebban lezers). Heel jammer. Met een wat verdere uitdieping van de diverse personen, wat meer inzicht in hun ideeen, achtergronden en beweegredenen, had er voor mij vermoedelijk meer ingezeten.
0neg
Stomme titel, ik weet het. Maar het is echt niet mijn genre. Ik moest het lezen van mijn spygologe en ik had echt moeite om het uit te lezen. Het einde was te verwachten, maar het boek is zeer geschikt om mensen informatie te geven over depresies.
0neg
Niet zijn beste boek, het duurde me te lang voordat het echt op gang kwam
0neg
“Ze komt nooit meer terug” was mijn eerste kennismaking met Hans Koppel. Een zeer geslaagd debuut van Koppel als thrillerauteur. Ik verwachtte vooraf dus veel van deze leesclub. Het verhaal gaat over stalking. Anna, een gehuwde vrouw met kind, beleeft tijdens een zakelijk seminarie een wilde nacht in een hotelkamer met een jonge en mooie man Erik. Een ervaring rijker, daar zou het voor Anna echter moeten bij blijven… Mis dus, ze wordt vanaf de volgende dag constant door Erik gestalkt. Hij gaat zelfs veel verder en bedreigt haar gezin en haar moeder. Na een spannende inleiding schakelt het verhaal terug naar een veel lagere versnelling. Juist nog de laatste pagina’s zorgen voor wat sensatie, alhoewel… de plot was van kilometers ver vooraf te voorspellen. Ondanks alles heb ik dit boek met veel plezier uitgelezen, maar een thriller is het niet. De eenvoudige schrijftaal en de korte hoofdstukjes zorgen ervoor dat je snel doorheen het boek leest. “Je bent nu van mij” is het tweede deel van een trilogie. Het derde en laatste deel zal ik zeker ook wel lezen.
0neg
Velen van ons hebben het langs zien komen in het nieuws: het proces van Willem Holleeder. BIjzonder, omdat zijn zussen en ex-vriendin naar voren zijn gestapt om tegen hem te getuigen. In ‘Judas’ geeft zijn zus Astrid een inkijk in haar leven: hoe is het om te leven als je broer Willem Holleeder is? Wat doet dat met jou? En met de mensen om je heen? Een inkijkje is het zeker. Astrid schetst een treffend beeld van wat dit voor haar en haar geliefden heeft betekent en nog steeds betekent nu zij de dappere stap hebben genomen naar voren te treden. Maar de eerlijke vraag die gesteld moet worden: voor wie is dit geschreven? Alles doet vermoeden dat dit boek vooral is geschreven om dit verhaal te documenteren als erfenis en getuigenis. Maar niet per se voor de boekliefhebber. Uiteraard is dit boek een besteller geworden en begrijpelijk: wij mensen zijn veel te nieuwsgierig ingesteld en niet veel mensen zijn bekend met dit leven. Maar de fragmenten, die continu door elkaar vliegen, aangevuld door niet altijd even begrijpelijke opgenomen dialogen, laten je als lezer niet per definitie overweldigd en voldaan achter.
0neg
Het is Maandag vandaag verteld het verhaal van de bijzondere Julia. Afgestudeerd, een eerste boek uitgebracht en dan valt haar leven stil. Ze gaat schoonmaken... Hierbij komen steeds meer eigenaardigheden aan het licht. Is wat er in dit boek beschreven wordt, niet precies waar je als huiseigenaar bang voor bent. Angst omdat je niet ziet wat een vreemde in je huis doet... hoe er wordt omgegaan met je spullen.... Als ik dit boek moet geloven is de angst terecht. Sytske van Koeveringe schrijft een boek dat in potentie veel had kunnen bieden. Het verhaal van een schoonmaker die in tal van huizen komt en daar haar ding doet, ervaringen opdoet, etc. Is dat niet waar mensen stiekem van genieten, het bij een ander in huis kijken. Alsof je een vlieg bent die deel uitmaakt van een huis.... Helaas biedt het boek niet de diepgang, de verbinding en de kracht om te boeien. Dit ondanks de positieve, vlotte en makkelijk leesbare schrijfstijl van Van Koeveringe. Bovenal mist het boek een element van verrassing en details over hoofdpersoon Julia. Een intrigerend persoon met een bijzondere leefwijze, die schreeuwt om psychologisch onderzoek.... maar waar je te weinig van ziet om daadwerkelijk een beeld te vormen.
0neg
Het boek is in dagboekvorm geschreven wat ik eigenlijk wel leuk vond. Voor de rest was het verhaal voor mij wat te ruw, te veel dood en te veel negativiteit. Ik snap dat het dicht bij de waarheid ligt maar ik hou van verromantisering :-) Daarom slechts 2 sterretjes.
0neg
Het zal wel aan mij gelegen zijn, maar met dit boek is er nooit een klik geweest. Een zoektocht is het, ... een zoektocht naar de diepere betekenis van het leven door de godsdienst, ... Godsdienst, welke betekenis geven wij er nog aan, ... Keuzes maken, ... welke richting wil je uit met je leven, goede keuzes, .. minder goede keuzes, ... slechte keuzes, ... ? Mooie teksten heb ik gelezen in het boek, ... maar ze hebben mij niet aangezet om dieper in te gaan in het verhaal, ... Het was moeilijk om door de schil te geraken, ... de oppervlaktespanning was te groot, ... Daarmee doe ik geen afbraak aan de schrijverskwaliteiten van de auteur, maar het onderwerp in deze is bepalend en de interesse hangt natuurlijk af van lezer tot lezer, ... gelukkig maar, ...
0neg
Vol enthousiasme gestart in dit boek, de voorkant sprak mij wel aan en ook de tekst op de achterkant klonk spannend.. maar ik kwam er maar niet door heen.. Ik heb hem weer teruggebracht naar de bieb....
0neg
Het slotdeel van de Miljardair trilogie oftewel ‘de ongelofelijke avonturen van Victor van Sant en de gepensioneerde politiecommissaris Eddie Delfosse’. En Min vijftien spant de kroon. Miljardair Van Sant is terminaal ziek. Maar hij heeft nog een paar appeltjes te schillen (beter: uit de fruitschaal te verwijderen) in de internationale politiek en haute finance. Om die rekeningen te vereffenen huurt hij Edward Thornhill in, een gefrustreerde, ontslagen CIA-directeur. De beste in zijn vak, maar boos. Enfin, hij krijgt van Van Sant twee lijstjes met de namen van te elimineren personen met een open budget. Wat hem echter over de streep trekt – naast de torenhoge beloning – is het derde lijstje slachtoffers: dat is blanco en mag hij zelf invullen. Een kolfje naar zijn hand, natuurlijk. Uiteraard loopt de zaak uit (diezelf)de hand. Thornhill wordt verdachte en verdwijnt met dochter Laure Van Sant. Tijd voor de excentrieke Delfosse om op het podium te verschijnen om – net als in deel 1, Dertien kilo – het verdwenen tweetal op te sporen. En uiteraard lukt dat, zij het dat het einde zodanig is dat deel vier er niet meer inzit. Is dat erg? Niet echt. Van den Bergh giert namelijk gigantisch uit de bocht. Niet te geloven en te beschrijven. Boek gauw dicht, trilogie klaar en over tot de orde van de dag. Gauw vergeten.
0neg
De flaptekst beloofd een zeer spannende literaire thriller die je echt moet lezen. Alleen helaas is het boek minder spannend dan de flaptekst doet vermoeden en op sommige momenten kan je zelfs spreken van langdradig. De rode draad die door het verhaal heen loopt is voornamelijk gespitst op het politieonderzoek en ook over de documantaire die gemaakt wordt over het verhaal van de ouders. Alleen de ouders zelf komen bijna niet aan bod in het verhaal en ik denk dat Hannah daar een punt heeft laten liggen Daardoor blijft het boek afstandelijk en je maakt geen kennis met de emoties die bij dit verhaal zouden moeten horen. Toch bleef ik het verhaal wel volgen omdat ik toch nog ergens verwachte verrassende of bloedstollende momenten tegen te komen, alleen wie dat verwacht komt toch wel bedrogen uit. Kortom de opzet van het verhaal is goed, alleen het mist het hem in de uitwerking ervan ondanks dat Hannah haar research naar de regels voor adoptie en advocatuur wel goed heeft gedaan
0neg
Jan-Willem Anker (1978) is een dichter die zich de laatste jaren toelegt op proza. In 2012 verscheen zijn debuutroman Een beschaafde man en een jaar later de prozabundel Beproevingen. Nu verblijdt deze, naar verluidt zachtmoedige jongeman, de wereld met een dagboek over zijn schrijfperikelen en over het getormenteerde plein waaraan hij woont in Amsterdam-Noord, simpelweg Het plein getiteld. De huizen in Amsterdam-Noord, vooroorlogse arbeiders-chique zeg maar, trekken de laatste tijd steeds meer tweeverdieners, steeds meer ‘beter volk’. Maar er wonen ook nog veel kansarmen en lui die zich echte Amsterdammers noemen of wanen. Schijt aan alles zogezegd. Dat leidt zo nu en dan tot onaangename confrontaties. Het Stadsdeel doet er alles aan – nu ja, veinst in ieder geval betrokkenheid zo blijkt uit Ankers verslag – om de buurt op te krikken. Uiteraard met inspraak van de bewoners. Al lijkt dat soms meer op een politiek spel. Zet de mensen tegen elkaar op en vel als bestuur zelf het oordeel. De buurtmeester als koning Salomon. Anker noemt zijn boek een semipubliek lokaal dagboek. En dat is het zeker. Hij heeft het werk aan een roman gestaakt om dit verslag te kunnen schrijven. ‘Omdat een uiterlijke noodzaak van lieverlede werd verinnerlijkt.’ Hij wilde zijn rol als actieve burger schetsen en de welhaast onoverkomelijke hindernissen die de goedwillende mens op zijn weg kan tegenkomen. En dat doet hij door man en paard te noemen. Althans in geanonimiseerde vorm, zeg maar door ze bijnamen te geven of ze met hun functie aan te duiden. Alleen zijn vriendin Anna en zijn in het boek zes jaar wordende zoontje Abel worden bij naam genoemd. In dat kader is Anker niet bang. So far so good. Is er een noodzaak voor de niet in Amsterdam-Noord wonende lezer, vooruit, voor de niet-Amsterdammer om dit gekrakeel rond een arme wijk over het IJ tot je te nemen? (En zelfs voor een ervaringsdeskundige als ondergetekende, jarenlang woonachtig in de Van der Pekbuurt?) Is er voldoende literaire kwaliteit aanwezig, is er een samenhangende literaire richting in de ‘dagen’ te ontdekken, is er een speciale stilistische dynamiek? Eigenlijk niet. Er zit een man achter het raam (of ruimt op het plein wat zwerfvuil op) die impressies schrijft. De zeggings- en verbeeldingskracht is onvoldoende. De taal die gebezigd wordt soms ronduit irritant. Veel Engelse leenwoorden. Crime scene, hoody, usual suspects, up and coming, silent disco, leader of the pack, catchphrase, a piece of the action, city branding, mugshots, metaphorically speaking, etc. De woningbouwvereniging wordt – u zult niet woordgrappen – Cockroachdale en jongens die rotzooi rappen heten de gebroeders Kat & Kwaad. Te flauw! Anker citeert er lustig op los. Maar het beetje Frans en latijn kan het niveau ook niet echt opkrikken, doet nogal bestudeerd aan. Bijzonder veel zijpaadjes tussen haakjes. Er is voortdurend ruis op het plein, er zijn nogal wat overlastgevers, hangjongeren, diefachtige types, de lampen bij de school verstoren de nachtrust van de dichter. Hij stuurt er e-mails over, spreekt de conciërge en de vertrekkende directrice erover aan. Maar zijn vraag om begrip verdwijnt in een administratieve put, in het gapende gat van de onwil, van de huidige slabbekakkerij. Als dichter/schrijver moet hij toch weten dat woorden in deze maatschappij bijna niets meer teweeg kunnen brengen. Het is allemaal begrijpelijk. Alleen de regen brengt rust. Dat is wel zeer herkenbaar voor de tikkende mens. Maar voor een jongen van pakweg zevenendertig jaar hebben Ankers schrijfsels een hoog ‘boze buurmangehalte’. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Uiteraard nog niets gehoord over het gevellicht. Ceterum censeo … I know, niemand houdt van een kniesoor.’ De mooiste woorden in Het plein komen van de dichter Anker en van zoonlief Abel die zijn school ‘pikwit’ noemt. Het boek is wel verhelderend met betrekking tot het gemarchandeer van de gemeente Amsterdam. Dit boek snel vergeten en doorwerken aan de roman. Laten we een gedegen meubelmaker niet afrekenen op een bijzettafeltje.
0neg
Op de cover van ‘De sparkle’ staat: ‘Ontdek de details die het verschil maken en word de beste versie van jezelf’. Een quote op de voorkant van een boek vind ik altijd een beetje tricky. De quote moet er natuurlijk voor zorgen dat mensen het boek gaan kopen (en lezen), maar je moet als schrijver ook de verwachtingen die zo’n quote oproept waarmaken. Ik miste wat in ‘De sparkle’. Ik miste de lezer in het boek. Misschien komt het omdat ik vlak hiervoor ‘Steeds beter‘ heb gelezen en daar veel geleerd heb over het veranderen van gewoontes. Ik vond ‘De sparkle’ een iets zwakkere versie van ‘Steeds beter’. Het bevat (soms te)veel onderzoek en verhalen over succesvolle mensen. In het begin leer je Sietse kennen, hij schrijft over zijn eigen succesverhaal en vult het boek met verhalen over andere succesvolle mensen. Totaal logisch om een punt te maken, maar naarmate het boek vorderde voelde ik me bijna een mislukkeling. Ik ben niet succesvol op de manier zoals vele mensen in het boek succesvol zijn, maar aan het eind van het boek vertelt Sietse dat succesvol voor iedereen anders is. Dat is helemaal waar, maar dat gevoel kreeg ik niet in het boek zelf. Doordat er zoveel onderzoeken en succesverhalen in het boek staan, las het meer als een wetenschappelijk boek en miste ik de handvaten om echt een betere versie van mijzelf te worden. Daarin vond ik ‘Steeds beter’ toch beter. Vrij in het begin staat de vraag: ‘Wat was in jouw leven het ultieme sparkle-moment?’ en daar begon het voor mij eigenlijk al mee. Ja, ik heb (heel cheesy) de liefde van mijn leven ontmoet en dat was wel een sparkle-moment, maar verder.. Nee, geen echte momenten die ik kan herkennen, wel kleine dingen en momenten (die niet altijd mijn beslissingen waren) die hebben geleid tot waar ik nu ben. Heb ik mijn sparkle dan nog niet gevonden? Ik raakte in de war en onzeker van deze vraag. Moet ik mijn sparkle op de een of andere manier ontdekken en hoe dan? Dat had ik verwacht van het boek en dat komt wat mij betreft niet echt naar voren. Het gaat meer over het butterfly effect – een (kleine) beslissing kan grote gevolgen hebben. Ben je op zoek naar een selfhelpbook, dan is dit niet het boek voor jou. Ben je geinteresseerd in het butterfly effect, dan is dit misschien wel jouw boek. Voor mij voelde het te diepgaand en ik miste de handvaten die ik kan gebruiken om een betere versie van mezelf te worden.
0neg
De reis om de wereld in 80 dagen is een klassieker in de wereld literatuur het verhaal is geschreven door Jules Verne (1828-1905) en in feuilletonvorm verschenen in de Franse krant Le Temps (de voorloper van Le Monde) De Engelsman Phileas Fogg lijdt zeer geregeld leven, zo geregeld dat tot op de minuut is uitgeschreven wanneer wat dient te gebeuren. Een groot gedeelte van zijn leven speelt zich af in de Reform Club waar hij onder andere kaart met zijn kaartvrienden. Op een dag komt tijdens het kaarten het gesprek op hoe snel men tegenwoordig (in 187 dus) de wereld rond zou kunnen reizen. Phileas Fogg berekent dat dit in 80 dagen zou kunnen, zijn kaartvrienden weigeren dit te geloven en zo ontstaat een weddenschap en is het regelde leven van Phileas Fogg voorbij. Hij heeft namelijk al zijn geld ingezet op het welslagen van deze onderneming. Samen met zijn net aangenomen bediende (die niet weet wat hem overkomt) gaat hij op reis een reis tegen de klok waarbij afdwalen en de toerist uithangen niet tot de mogelijkheden behoort. Uiteraard gebeuren onderweg allerlei verwikkelingen die de reis soms bespoedigen maar meestal nodeloos ingewikkeld maken. De schrijfstijl van dit verhaal is breedsprakig, niet ingewikkeld maar wel saai. Met name de constante plaatsbepalingen gaan op een gegeven moment vervelen. als deze er niet ingezeten zouden hebben zou het verhaal zeker de helft minder dik geweest zijn,. Dat de vraag kun je de wereld rondreizen in 80 dagen in 1872 een verhit debat heeft voorgebracht is zeker voor te stellen en het is zeer te betwijfelen of met de toenmalige middelen inderdaad in 80 dagen de wereld rondgereisd kon worden. Hoewel het verhaal anders doet geloven. De vraag is wel waarom is dit verhaal een klassieker geworden want eerlijk gezegd is de titel de enige intrigerende vraag waar het verhaal een zwak omhulsel voor is en eveneens een zwak antwoord op geeft
0neg
Ik ben het volkomen eens met J. Berend. This is CRAP! Alles is gepikt, het idee van een schrijversechtpaar a la Nicci French, het wonen in een dorp a la Saskia Noort, historische weetjes opgelepeld uit een lokaal geschiedenisboek, een buitenechtelijke relatie wederom a la Saskia Noort, chaotische elkaar snel opvolgende scenes die nauwelijks verband houden, ik heb het niet eens uitgelezen en dat gebeurt me niet vaak.
0neg