text
stringlengths
4
22.7k
label
class label
2 classes
Tot mijn spijt was dit deel een zware teleurstelling. De Anderithse samenleving stoorde me mateloos!! Het verhaal was ontzettend langdradig en ik moest echt knauwen om erdoor te geraken. Bepaalde personages waren echt overbodig en het einde, de uiteindelijke oplossing voor de akkoorden, vond ik ondermaats. Daar had Goodkind dan weer wat langer over mogen uitwijden. Als ik toch 1 positief punt moet geven: het is wel knap hoe Goodkind alles en iedereen op het einde laat samenkomen. Ik vond het echt spijtig dat dit boek het niveau van de vorige boeken niet haalde en het zal weer even duren voor ik verder ga met het lezen van de volgende boeken van deze reeks.
0neg
De cover vond ik mooi met de blauwe achtergrond. Hierdoor sprong de jongen op de voorkant mooi naar voren toe. De schrijfstijl is soms moeilijk te volgen door de lastige woorden die gebruikt worden en de lange zinnen. Daarnaast ging het boek deels over het massatoerisme door situaties te laten zien waar het massatoerisme de stad of land overneemt. Het ging uiteindelijk vooral om het verleden en de relatie tussen de hoofdpersoon en Clio. Hierdoor werd het boek nogal langdradig en saai. Daarnaast vond ik de hoofdpersoon een nogal onsympathiek persoon die alleen maar zichzelf zielig vond omdat zijn relatie met Clio uit was gegaan. Het boek is daarnaast wel origineel omdat ik nog niet heel vaak een boek heb gelezen met actuele thema’s zoals massatoerisme. Ik vond het uiteindelijk vooral over de relatie en het verleden gaan waardoor Grand Hotel Europa mij uiteindelijk meer irritatie opleverde dan dat ik ervan genoot.
0neg
Na het lezen van 'Bron', Rik Ravens debuut, was ik een beetje huiverig om aan nog een werk te beginnen: dat boek miste een goede redactie en was niet echt om door te komen. Aangezien ik haar tweede boek ook in de kast had liggen, besloot ik het er toch op te wagen en helaas, het viel net zo hard tegen. Haar schrijfstijl vond ik moeilijk om doorheen te komen, de personages vond ik niet geloofwaardig reageren op gebeurtenissen en eerlijk gezegd ook erg stereotype. Wederom vond ik het een hele opgave om dit boek uit te lezen. Het krijgt anderhalve ster van me.
0neg
De Engelse Esmee studeert kunstgeschiedenis in New York. Haar rijke vriend Mitchell dumpt haar, net als ze op het punt staat hem te vertellen dat ze zwanger is. Esmee besluit het kind te houden en gaat in boekwinkel De Uil werken, waar ze nieuwe vrienden maakt. Verhaal Het verhaal dat Deborah Meyler in haar roman vertelt is zo simpel als het hierboven beschreven staat. Helaas is dat dan ook alles. De tekst op de achterkant van het boek is veelbelovend. De kreten die op de cover van het boek staan ook: ‘een meeslepende roman die je recht in je hart raakt’ en ‘een ode aan alle boekverkopers’. Helaas hadden de uitspraken niet minder waar kunnen zijn. Het boek is alles behalve een meeslepende roman, ik heb me vooral heel erg geërgerd aan verschillende aspecten van het verhaal en de manier waarop het geschreven is. Zinnen zijn krom (zou ook de vertaling kunnen zijn), lijken halverwege willekeurig op te houden en elkaar niet logisch op te volgen. Veel opsommingen en losse zinnen die onbelangrijke informatie uitdrukken maken het lezen niet echt plezierig. Daarnaast is het van vrijwel het begin af aan onduidelijk waar Meyler nu eigenlijk naartoe wil, er komen steeds meer nieuwe en ongeloofwaardige dingen het verhaal binnensluipen die niet worden uitgelegd. Ze blijven vervolgens maar een beetje aan de oppervlakte hangen en lossen weer op voordat ze van enig belang hebben kunnen zijn voor de verdere verloop van het verhaal. Het lijken nutteloze zijwegen die nergens toe leiden, zelfs niet in een lus naar een eerdere hoofdweg (die er dus niet is). “Terwijl ik naar de theepot zit te kijken wordt er op de deur geklopt. Stella. Het kan niemand anders dan Stella zijn. Ik laat haar binnen en zij zegt dat ze me hoorde thuiskomen en me iets wil vertellen. Ze is enthousiast.” - p.166 Personages De personages in het boek zijn allemaal nogal flat characters en er wordt vrij weinig mee gedaan. Het hoofdpersonage is het ergst van allemaal. De lezer wacht tot er iets interessants gebeurt, dat gebeurt niet. De lezer wacht tot het hoofdpersonage eindelijk eens wat van zichzelf laat zien of van zich af zal bijten en zelf een beslissing zal maken, dat gebeurt ook niet. Esmee laat haar hele leven afhangen van Mitchell, wat natuurlijk kan in een roman, maar niet als Mitchell zelf ook geen sterk personage is. Mitchell is namelijk zo mogelijk nog ongeloofwaardiger dan Esmee. Hij lijkt niets te voelen, niets te denken en niets te doen en vanuit het niets komt er dan een scène waarin hij tegen Esmee zegt vaak zelfmoordneigingen te hebben, waar vervolgens ook helemaal geen aandacht aan geschonken wordt en het verhaal weer doorgaat alsof er geen ontmoeting tussen Esmee en Mitchell is geweest. Niemand weet waar Meyler heen wil, haar personages zijn ongeloofwaardig en worden steeds irritanter naarmate de bladzijden verstrijken. Het verhaal heeft weinig weg van een verhaal omdat er zo weinig in gebeurt dat er echt toe lijkt te doen. Alles wat gebeurt staat los van elkaar en de boekwinkel lijkt er nog het minst van al mee te maken te hebben. Het is toevallig zo dat Esmee daar werk vindt en collegas waar ze het goed mee kan vinden, maar daar blijft het dan ook bij. Het lijkt dus een beetje overdreven om daar de titel aan op te dragen. Helaas dus een vieze tegenvaller deze roman van Deborah Meyler en niet de moeite waard om zelfs maar aan te beginnen.
0neg
Guillermo Martínez is een wiskundige en schrijver die op 29 juli 1962 werd geboren in Bahía Blanca te Argentinië. Het boek dat ik las, "De langzame dood van Luciana B.", geschreven in 2007, heeft oorspronkelijk een Spaanse titel, namelijk "La Muerte Lenta de Luciana B.". De schrijver behaalde zijn Doctor of Philosophy (PhD) in mathematische logica aan de Universiteit van Buenos Aires. Nadat hij zijn studies achter de rug had, werkte hij twee jaar lang als postdoc aan de Mathematical Institute van de Universiteit van Oxford. "La jungla sin bestias", een korte verhalenbundel waarvan de vertaling in het Nederlands "De jungle zonder beesten" is, is zijn eerste boek. Martínez ontving in 1989 de Argentijnse Roberto Arlt prijs voor zijn verhalenbundel "Infierno Grande". In 2003 schreef hij zijn meest succesvolle roman, "Crímenes imperceptibles" en in datzelfde jaar werd hem daarvoor de Premio Planeta toegekend. Het boek is vertaald in 35 talen en is ook verfilmd als "The Oxford Murders", in 2008 door Álex de la Iglesia. In "De langzame dood van Luciana B.", ontvangt een Argentijnse schrijver, het ik-personage, onverwachts een telefoontje van zijn vroegere typiste Luciana. Nadat ze hem wanhopig had gevraagd om af te spreken, stemt hij toe. Het slanke en mooie meisje is tot zijn verbazing getransformeerd in een vermoeide, verwaarloosde en krankzinnige vrouw, en dat slechts in tien jaar tijd. Vroeger was het meisje ook de typiste van de fameuze schrijver Kloster. Nu is ze ervan overtuigd dat hij het brein is achter al de moorden op haar familieleden. Ze smeekt de protagonist om haar te helpen de schuld van Kloster te bewijzen. Kloster beweert echter dat hij de moorden niet daadwerkelijk heeft uitgevoerd, maar enkel het scenario van de moorden neerschreef. Eén naam: Sredni Vashtar… In het boek wordt gebruik gemaakt van een vertellende ik-perspectief, de schrijver is de protagonist. Kloster en Luciana zijn de antagonisten. Wat het boek wel moeilijker maakt, is dat het verhaal ook grotendeels door de ogen van Luciana wordt geschreven. Dit kan voor verwarring zorgen omdat deze passages meestal lang zijn. Na verloop van tijd wordt het ingewikkelder om te onthouden vanuit welk standpunt je juist leest; ben je als lezer nu Luciana of net de schrijver? Wat ook bijzonder is, is dat je als lezer de naam van de schrijver niet te weten krijgt. Nergens in het boek staat er ook maar een hint over zijn naam. Hierdoor moet je weer eens nadenken over welke schrijver Martínez het heeft, de protagonist zonder naam of Kloster. Meer nog, zijn uiterlijk wordt ook niet beschreven. Die van de twee antagonisten daarentegen zijn wel gedetailleerd omschreven. Uiteraard is de thematiek moord. Verder leest het boek heel vlotjes aangezien er niet veel gecompliceerde woorden in voorkomen en is de structuur van het boek logisch opgebouwd. Maar het enorme aantal bijzinnen schept verwarring en kan voor sommige lezers vervelend overkomen, en dan bedoel ik vooral mezelf. Het begin van het verhaal start met een flashback waarbij Luciana naar de hoofdpersoon belt en de ruimte waarin de passages zich afspelen, is in Buenos Aires te Argentinië. Mijn interpretatie van de boodschap van deze thriller, en wat ik er vooral uit geleerd heb, is dat het belangrijk is om waarheid en fictie uit elkaar te houden. Eens dat deze twee in elkaar verweven zijn, kan een mens krankzinnig worden. Hij verliest het gevoel voor realiteit. Er is geen specifiek publiek bedoeld voor deze roman. Tot slot raad ik "De langzame dood van Luciana B." aan, aan mensen die voor dit soort thrillers zijn. Ikzelf daarentegen kon het boek niet zozeer appreciëren. Bij thrillers denk ik aan kippenvel en de onstilbare drang om verder te lezen, maar bij deze roman had ik juist het tegenovergestelde. Er was geen enkel moment waarbij ik even snel achter me keek om te zien of er niemand achter me stond. Vaak moest ik mezelf met veel moeite overtuigen om verder te lezen nadat ik het boek eventjes opzij had gelegd. Zoals ik al heb aangehaald, was ik bovendien geen al te grote fan van de vele bijzinnen. Daarenboven zat er amper spanning in het boek. Het beetje spanning dat er wél te vinden was, was gereserveerd voor het einde. Kortom: dit boek van Guillermo Martínez zal niet op mijn verlanglijstje staan.
0neg
Na het lezen van de positieve recensie op Crimezone besloot ik dit boek te kopen (wat zelden gebeurt). Ik verwachtte bijgevolg veel van dit 'stormachtig' verhaal. Maar ik bleef op mijn honger zitten. Het verhaal was stereotiep doorheen de verschillende episodes en met momenten saai (vooral wanneer Blanchard de theorie achter een tornado-ontwikkeling uitvoerig beschrijft). Doorheen het verhaal heb ik de spanning gemist, zelfs wanneer het tot een confrontatie komt tussen Charlie Grover en de moordenaar. Een echte afknapper dus...
0neg
Equinox, het vorige boek van White, werd door de uitgever gelanceerd als de thriller van het jaar, maar die mening werd niet gedeeld door de lezers. Met Het Medici-geheim wordt niet zo hoog ingezet. En terecht. Alhoewel Het Medici-geheim op veel fronten beter is dan Equinox, heeft het nog niet recht op het predikaat thriller van het jaar. In Florence worden in een kapel de gemummificeerde lichamen van de Medici-familie onderzocht. De wetenschapper Mackenzie ruziet met zijn nichtje Edie Granger of een bepaald lichaam Cosimo de Medici is geweest, als hij bij de ruggengraat een vreemd, klein, zwart object vindt. De vondst blijkt heel wat los te maken. Granger komt met haar oude studievriend Jeff Martin in een soort puzzeltocht terecht die hen van plaats tot plaats leidt, tot ze op het laatst in de voetsporen treden van Cosimi de Medici die honderden jaren geleden zelf al op zoek was naar een groot geheim op de hoogste berg van Macedonië. Ondertussen hebben ze de grootste moeite om een moordenaar van zich af te schudden die klaarblijkelijk hetzelfde als zij nastreeft. Het Medici-geheim speelt afwisselend in het heden en het verleden. Het verleden vertelt hoe Cosimo de Medici samen met zijn vriend Nicollò Nicolli op pad wordt gestuurd naar Macedonië om een groot geheim te achterhalen. Zoals gezegd is dit boek beter dan het voorgaande. De dialogen zijn niet meer zo knullig en de personages zijn wel plat, maar niet storend plat. Verder is Het Medici-geheim een boek waarbij je niet zo veel moet nadenken; dat brengt de plot in gevaar. Vraag je niet af waarom een man aan een groep voor hem onbekende mensen vertelt op welke zeer geheime missie hij iemand wil sturen. Vraag je ook niet af waarom iemand wiens oom pas vermoord is vanwege een wetenschappelijke ontdekking, besluit om niet de politie in te schakelen als haar hele flat overhoop is gehaald en computer aan stukken is geslagen, zelfs niet nadat ze een kort tijdje ontvoerd wordt, bedreigd wordt met de dood en nadat een andere belangrijke getuige ogenschijnlijk zelfmoord pleegt. En vraag je ook niet af hoe het kan dat op een totaal willekeurige dag de schaduw van de zon zo langs een vinger op een schilderij valt dat het ergens verderop op een klein detail valt, alsof de zon elke dag dezelfde schaduw werpt. Het Medici-geheim is niet bedoeld om na te denken. Alle puzzels die erin voorkomen worden meestal gelijk opgelost en op het eind mogen de schurken zich bekend maken en onthullen wat nu daadwerkelijk het grote geheim is. Voor degenen die zich interesseren in de ware feiten vermeldt White op het eind van het boek wat hij verzonnen heeft en wat echt is gebeurd.
0neg
De Koninklijke Louis met rugnummer 17 is een triest geval in de nochtans riante galerij van de Bourbons, heersers over Frankrijk, Spanje, Parma en de Beide Siciliën (dat laatste is geen grapje). Louis XVII had namelijk de brute pech dat de Revolutionaire gedachte tijdens zijn kindertijd door Frankrijk waarde (1792 - 1795). Die revolutie bezat het aura van een intellectuele oefening, met krachtige symboliek, maar is vooral berucht voor de tabula rasa die zich voltrok onder haar morele paraplu'’s (vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid). Een nieuwe rechtstaat werd immers uit de grond gestampt met de guillotine als ideale afschrikking. Oppositie, andersdenkenden, staatsvijanden, maar ook uit de gratie gevallen medestanders werden rijen dik over de kling gejaagd, vaak na een schijnproces, de inquisitie waardig. De ouders van Louis XVII, Louis XVI en Marie-Antoinette, symbolen van de Koninklijke macht, stonden ten dode opgeschreven. Louis werd daarop de speelbal tussen Royalisten en Republikeinen en heeft het te midden van dat politieke geweld niet lang uitgezongen. Althans, zo denkt men, want na de dood van zijn ouders is de kleine Louis verdwenen, en werd de mythe geboren. Louis zou zijn beschermd, ondergedoken, verrezen, gemummificeerd, en werd te langen leste tot dezelfde Goddelijke status verheven waar ook mysteries als het Lam Gods, het IJzeren masker of de Bende van Nijvel thuis horen. Tal van zelfverklaarde troonpretendenten stonden vervolgens op om de troon, maar vooral de verdwenen goudschat van Frankrijk te claimen. Historisch juist blijkt alvast dat iemand het hart van het kind stal, (indien Louis zou gestorven zijn, was dat op 10-jarige leeftijd, daarover zijn sommige bronnen het eens), waarop niet zo lang geleden een positieve DNA-test werd verricht. Sinds 2004 rust het hart min of meer in vrede in de kathedraal van Saint-Denis. Dat Patrick Bernauw de uitgelezen persoon is om van dit mysterie een boek te maken, was te verwachten. Met Het bloed van het Lam en Nostradamus in Orval heeft hij bewezen niet terug te schrikken voor mysteries. Nostradamus in Orval is trouwens een prequel van dit boek. Bernauw is wat je een artistieke duizendpoot noemt. Hij was/is actief op uiteenlopende terreinen als hoorspelen, jeugdliteratuur, essays, scenario's en veel meer. Met alles waar een verhaal achter zit, doet Bernauw iets. Goed blijkbaar, want hij wint nog tal van prijzen ook, op diverse terreinen, wat alleen maar zijn veelzijdigheid onderstreept. Je mag er dus van uitgaan dat de De zaak Louis XVII nauwkeurig balanceert tussen historische accuraatheid en toelaatbare speculaties. Zover mag je Bernauw wel betrouwen. Maar toch... Zo ingewikkeld het oorspronkelijke verhaal al is, zo verwarrend is het boek. Bernauw springt voortdurend heen en weer tussen wel drie verschillende tijdperken en een zevental vertellers. Het boek mist daardoor hoofdpersonages, een intrige, spanning en uiteindelijk ook mysterie. De lezer zoekt voortdurend de verhaallijn, die wordt overschaduwd door een zwerm niet ter zake doende feiten. Puzzelen, zal Bernauw dat noemen, of een intellectuele uitdaging wellicht, vervat in een woordgebruik van niveau. Maar ontspannend lezen kan je dit moeilijk noemen. Voor dit historisch gewrocht zijn zeker en vast gegadigden te vinden. Wie geniet van historische mysteries, zeker als ze in de huidige tijdrekening worden opgelost, vindt gegarandeerd zijn weg en zijn gading. Als roman verkoopt dit echter niet goed. De lezer voelt zich de metalen bal tussen de bumpers van een flipperkast. Je verliest notie van tijd en plaats, laat staan dat je je bevoegd voelt een plotwending naar waarde te schatten. De zaak Louis XVII is geen thriller, geen suspense, geen whodunit. Alleen de spanning van het bewijs voor een of andere historische theorie doet je de bladzijden omdraaien. Geen spek voor mijn bek, maar andere bekken mogen zich klaar houden.
0neg
De ‘Black Jewels’-reeks van Anne Bishop wordt gezien als een van de fantasyreeksen die toch wel enigszins bij de canon horen. Voor Engelstalige lezers dan, de serie is nooit vertaald. Wel vertaald worden de boeken in Bishops nieuwste reeks ‘The Others’, in Nederlands ‘De Anderen’. In het eerste deel, Rode letters, leren we hoofdpersoon Meg kennen, een jonge vrouw, enigszins wereldvreemd en met een groot geheim in haar aanzienlijke rugzakje. Meg was in het eerste boek op de vlucht, belandde in het Stadspark van de Anderen en overleefde dat slechts omdat ze een vacature kon vervullen. De Anderen, een verzameling weerbeesten en andersoortige bovennatuurlijke en mythische wezens, zijn normaal niet zo vriendelijk naar mensen, een minderwaardige en zwakkere diersoort waar ze de aarde mee moeten delen. Maar Meg is anders. Anders dan mensen, maar ook anders dan De Anderen. Hoe anders ze is, ontdekken we pas echt in het tweede deel, dat Zwarte veren heet. Er gaat iets mis in de bovennatuurlijke samenleving. Er gaat af en toe iemand door het lint, wat de al gespannen verhoudingen tussen mens en Ander op scherp zet. De menselijke politiemacht is het een en ander op het spoor, maar vooral Meg is dankzij haar ‘bloedvisioenen’ van onschatbare waarde voor het oplossen van dit probleem dat in de drugssfeer blijkt te liggen. Tegelijkertijd ontdekken we veel meer over Megs geschiedenis. Zwarte veren is ruim 400 bladzijden dik en je vliegt er doorheen. Het is best een ‘gezellig’ boek in die zin dat je knus met Meg mee sukkelt in haar dagelijkse werk. Ze regelt de post tussen het Stadspark en de gewone wereld daarbuiten, en bemant daarvoor dagelijks een balie en een kantoortje. Vrijwel alles wat zich in dat kleine kantoortje afspeelt gaat over het inpakken en verwerken van post en het bestellen uit catalogi van hondenkoekjes en pluche manden voor de weerwolven, die daar vreselijk dol op blijken te zijn. Ze wint iedereen voor zich met haar onschuldige karakter en behulpzaamheid, al moet ze soms ook streng zijn tegen de pony’s die een tweede wortel willen. Deze postpony’s zijn in werkelijkheid machtige mythische paarden in ponyvermomming. De door Bishop gekozen wereld voor deze reeks is niet realistisch en dan ook nog ongeloofwaardig ingevuld met handelingen die simpelweg te heikneuterig zijn. Er wordt veel te veel ruimte in het boek besteed aan huishoudelijke klusjes, die Meg op haar eigen charmant-klungelige manier oplost. De verhaallijnen rond haar geschiedenis en de drugs, die een wezenlijk gevaar is voor alle Anderen, lijken ondergeschikt aan de gezelligheidsonderdelen van het boek en zijn niet stevig gebracht. Film kijken met de buren, lunch eten met collega’s, alles wordt verteld en bij alles is Meg degene die, hoewel wereldvreemd, op natuurlijke wijze de bijeenbrenger is. Ze windt iedereen om haar vinger en is continu verbaasd. Veel platter hadden de personages niet kunnen zijn. De vreselijk gevaarlijke Anderen zijn als was in de handen van Meg, en bezitten een mix van wilde dierlijkheid en Britse beleefdheid, die zo makkelijk heen en weer wiebelt, dat ook daar weer een stuk ongeloof bij komt kijken. Zo jammer van een auteur die toch bekend staat als goede fantasyschrijfster. Het is vrij onbegrijpelijk waarom ze gekozen heeft voor zoveel van die gezellige alledaagsheid in haar nieuwste boeken ten koste van de spanning, actie, werkende verhaallijnen en opbouw van personages. De serie kan eventueel best leuk gevonden worden als hyperlicht tussendoortje, voor lezers die echt even een flutromannetje willen lezen en heel erg houden van dit soort gezellige inhoud. Het is aan te raden de serie op volgorde te lezen, omdat er anders belangrijke voorgeschiedenis mist.
0neg
Alhoewel ik dit boek volledig uitgelezen heb vond ik het een redelijk triest verhaal met een nogal redelijk onrealistische en stereotype verhaallijn. Bepaalde zaken zijn zo volledig uit de lucht gegrepen dat ze eerder komisch worden. Neem bijvoorbeeld het gevecht op de transportband, met op het einde van de band het opdoemende gevaar. In hoeveel films en boeken hebben we dat nu niet al tegen gekomen. En zo zijn er nog meerdere voorbeelden die ik hier echter niet allemaal wil opnoemen.
0neg
Smoorenburg gaat met een botte bijl door deze zogenoemde thriller heen. Haar schrijfstijl is vrij hard en grof. Er zitten elementen van spanning in maar deze worden nauwelijks opgebouwd. Gruwelijke gebeurtenissen vinden tussendoor plaats en worden emotieloos beschreven. Het gebrek aan spanning maakt dat ik de term thriller niet op zijn plaats vind. Naast de harde beschrijvingen van misdaden die plaatsvinden, worden ook de seksscènes zeer plat beschreven. Deze komen veelvuldig voor maar helaas iedere keer op dezelfde manier waardoor het voelt alsof je een herhaling leest. Nu ben ik niet tegen seks in een verhaal maar de manier waarop Smoorenburg het vertelt maakt mij misselijk. Het is logisch dat seks in een situatie van misbruik vreselijk is, maar werkelijk negen van de tien scènes, niet allemaal misbruiksituaties, worden op deze manier weergegeven. Er is weinig ruimte voor personages met een goede balans. Hoewel je later iets meer leest over de achtergrond van meiden waar dit boek om draait, blijven de personages oppervlakkig met her en der extreme uitspattingen. Vooral de mannelijke personages vond ik bizar. Smoorenburg blijft gas geven waardoor er geen ruimte is voor rustpunten in het verhaal. Dit alles zou nog aan mijn persoonlijke smaak kunnen liggen want laten we wel wezen, smaken verschillen en dat is goed! De stukjes over de insluiper zorgen nog voor enige zeldzame momenten van spanning en het idee van dit boek is niet slecht. Het is actueel en ik kan mij voorstellen dat het onderwerp (zowel het opzetten van de meidengroep, de reallifesoap als het misbruik) veel mensen aanspreekt onder andere vanwege de drang om beroemd te willen worden alsmede de #METOO-gebeurtenissen. Helaas zitten er veel spelfouten in het boek en las ik herhaaldelijk dat ‘hij keek naar haar met gespleten ogen’, ging het over ‘haar pinkroze badjas’ en werd er ‘ontkend dat ze het niet lekker vond’. Dit zijn punten die niets met smaak te maken hebben en echt voorkomen hadden kunnen worden. De naïviteit van de meiden irriteert, net zoals het onbegrijpelijk is dat de Nachtstalker zolang niet gepakt wordt. Hij werkt niet voorzichtig en laat iedere keer sperma achter. Ook wordt de insluiper (of dit de Nachtstalker is laat ik in het midden) in de rug gestoken maar vervolgens rent deze persoon moeiteloos achter de slachtoffers aan. Als laatste punt wil ik het gebruik van de namen benoemen. Dit was onprettig vormgegeven en voornamelijk aan het begin van het boek ingewikkeld. De meiden werden met hun echte naam geïntroduceerd, vervolgens kregen zij van manager Jay een artiestennaam maar werden beide namen nog een tijdje veelvuldig door elkaar heen gebruikt. Hierdoor was het lastig te volgen wie er bedoeld werd. De achterflap heeft mij zeker nieuwsgierig gemaakt maar helaas voldeed het boek niet aan mijn verwachtingen.
0neg
Dit korte verhaal wordt, heb ik begrepen, in één adem genoemd met de Heks van Duva, De slimme vos en Kleine Dolk (alle 3 Ravkaanse vertellingen) maar De coupeuse en de Koningin is zeker geen Ravkaanse vertelling. Het beschrijft een klein deel van het verhaal, namelijk het begin uit het boek, Schim en Schaduw van de Grisha Trilogie, en wel vanuit het oogpunt van Dzjenya. Als je Schim en Schaduw (nog) niet hebt gelezen, zou ik dat wel eerst doen want dit verhaal bevat spoilers. Dzjenya is in de Grisha-trilogie een leuk en allesbehalve onbetekenend personage. Ik verwachtte in dit korte verhaal haar beter te leren kennen. Dat is niet gebeurd. Zij blijft als personage oppervlakkig en er is in haar karakter of handelwijze geen enkele aanwijzing te vinden van de complexe rol die zij in de trilogie speelt. Jammer. Echt jammer. Alhoewel ik de andere verhalen en trilogie een hoge notering heb gegeven, krijgt dit korte verhaal van mij slechts 2 sterren.
0neg
Ik heb dit boek vandaag gelezen. De meeste jeugdboeken vind ik geweldig om te lezen en het onderwerp (stalken) stond me ook wel aan. Helaas heeft dit boek niet aan de verwachtingen voldaan. De manier waarop het verteld werd vond ik echt heel raar. Geen lekkere schrijfstijl dus....met zo'n onderwerp had het een heel goed boek kunnen worden...jammer.
0neg
Het eerste boek van Renee van Amstel, De overgave van Floor, werd vorig jaar verfilmd. De film werd niet goed ontvangen. Voor de fans is er meer Floor. Het verhaal gaat namelijk verder in Het spel van Floor, het tweede deel in de Floor-trilogie. Na Rick mist Floor de spanning in haar seksleven. De heerlijke pijn die Rick haar liet voelen en de onderdanige rol die ze bij hem kon innemen, vindt ze bij geen enkele andere man. Ze is er ook niet naar op zoek. Er zitten namelijk ook gevaarlijke mannen in de sm-wereld. Dan ontmoet Floor cameraman Jon. Jon houdt zich bezig met bondage. En dat is iets dat Floor toch wel erg interessant lijkt. Maar het duurt lang, heel lang, voordat Jon echt toehapt. Floor moet er echt klaar voor zijn en hij test haar door verschillende ‘spelletjes’. Floor vindt dit maar niks en voelt zich afgewezen. Wanneer ‘wordt ze nou eens behoorlijk geneukt?’ Iets waar Floor volgens haar beste vriendin recht op heeft. Wat vooral mist in Het spel van Floor is de ontwikkeling van Floor zelf. Na haar relatie met Rick is ze in therapie gegaan, maar hier merkt de lezer erg weinig van. Floor is nog steeds zoekende naar zichzelf, zowel op werkgebied als op seksueel gebied, en dat laat het verhaal een beetje stilstaan. Werk neemt dan ook een grote rol in het verhaal in. Zo’n 60% gaat over de nieuwe baan van Floor en het project dat ze leidt. In het begin is dit niet erg spannend. Saai zelfs. De aandacht wordt pas weer vastgehouden wanneer het project bijna ten einde is. Floor wil onderdanig zijn, een sub zijn. Dat wisten we in deel 1 al. Maar waarom? Wat is de reden dat Floor zo’n behoefte heeft aan het pleasen van iemand? Iets uit haar jeugd? Of een vreemde fantasie? Dit had, in combinatie met de therapie die ze volgt, een mooie lijn kunnen zijn. Er wordt wel iets over gezegd, maar met deze uitleg maakt Van Amstel het zich wel gemakkelijk. Waar De overgave van Floor vol erotische scènes zat, ontbreekt het aan seks in Het spel van Floor. Na 150 pagina’s is er nog niet echt iets gebeurd. Floor wacht maar tot Jon stappen onderneemt. Maar waarom zit ze zo achter die Jon aan? Is het liefde of lust? Verlangt ze niet gewoon zo naar seksuele onderdanigheid dat ze elke mogelijkheid aanpakt? Als Jon haar dan eindelijk vast wil binden, raak je als lezer de weg kwijt. Bij het eerste deel kun je je makkelijk een voorstelling maken. Opdrachten uitvoeren, geslagen worden en hoe vreemd het voor velen ook klinkt, daarvan klaarkomen. Het vastbinden zou ook opwindend moeten zijn. Echter weet Van Amstel het niet zo te beschrijven dat de lezer het voor zich ziet of begrijpt. Het is, net als voor Liza, een nietszeggende erotische handeling. Door jezelf deze vragen te stellen, maak je het verhaal nog enigszins interessant. Verder is de vertelling over de nieuwe baan als marketingmanager bij een vrouwentijdschrift niet boeiend, want ook hier ontwikkelt Floor zich amper. Ook het contact met Jon doet je bijna in slaap vallen en de vriendschappen ontwikkelen zich ook niet. De vraag waarom je dit boek leest, is dan ook bijna gedurende het hele verhaal aanwezig. Pas wanneer Rick weer een rol krijgt, ontwaak je uit je slaap. Zou ook Floor weer wakker worden? Waar De overgave van Floor leuk was, omdat je samen met Floor zocht naar seksuele grenzen, heeft Het spel van Floor weinig interessants te bieden. Het einde is voorspelbaar en het concept heb je inmiddels wel een beetje door. Hopelijk weet Renee van Amstel met het derde deel, De extase van Floor, wel diepgang te bieden of een verhaal te vertellen. Of in ieder geval de erotische scènes zo te beschrijven dat een leek het zich ook voor kan stellen.
0neg
Twee ex-geliefden, Frances en Bobbi, fleuren hun studententijd op met het geven van woordoptredens. Ze worden opgemerkt door Melissa, een fotografe en schrijfster die hen bij haar thuis uitnodigt voor een interview voor een prestigieus blad. Bobbi valt meteen voor de charmes van Melissa, terwijl Frances, een zelfverklaarde communiste, al snel iets voelt voor Melissa’s knappe echtgenoot Nick, diens welgestelde leven, mooie huis en bezittingen. De hieruit voortkomende gewetenswroeging houdt haar niet tegen een affaire met hem te beginnen. Gaandeweg wordt duidelijk dat ook haar liefdesverleden met Bobbi niet dood is. Gesprekken met vrienden is het verslag van dit liefdesvierkant en het effect van alle verhoudingen op elkaar, hun vrienden en familie. De 21-jarige Frances worstelt met veel wanneer ze valt voor de gelaten Nick, een mislukte acteur met een depressief verleden. Hij blijft tegen wil en dank getrouwd met Melissa, op haar beurt een onaangename, koude vrouw. Bovendien roept Bobbi’s verhouding met Melissa afgunst op door hun onverwerkt verleden. Haar energieloze inborst geeft dit echter geen stof tot ontbranden. “Ik had niet de moed om echt een hekel aan haar te krijgen, maar ik wist dat ik dat wel wilde.” Diezelfde passiviteit zet zich door in al Frances’ relaties, en vooral in haar affaire is die treffend. In de schaduw van vriendin Bobbi voelt ze zich steeds een buitenbeentje. Vaak maken ze ruzie, maar geen van beide lijkt echt in staat om werkelijk een punt te maken. Haar poëzie is vluchtig, ze verloochent zichzelf zo hard dat ze niet in staat is haar gedichten op papier te zetten. “(De gedichten) zweefden etherisch weg op de klanken van het applaus.” Wanneer ze gezondheidsproblemen krijgt, kan ze opnieuw de moeite niet opbrengen om haar omgeving in te lichten. Zoals vaak op die leeftijd heeft ze sterk het gevoel heel veel te moeten. Ze worstelt met de drang om een blijvende indruk te maken, om aardig, leuk, en interessant gevonden te worden door haar nieuwe vrienden. Die prestatiedrang werkt in haar echte leven verlammend. Het contrast in haar mails en onlinegesprekken waar ze wel onderhoudend en ad rem kan zijn, is dan ook groot. Het merendeel van de “gesprekken met vrienden” vindt dan ook digitaal plaats. Rooney vangt hiermee wel de essentie van een generatie millennials. Sally Rooney (1991) is een Ierse schrijfster die reeds in de prijzen viel voor haar kortverhalen. Gesprekken met vrienden is haar debuutroman, de vertaling werd voorzien door Gerda Baardman. Op haar 22ste won Rooney de eerste plaats in een wedstrijd debatteren. In een interview met The Guardian vertelt ze dat ze bij het schrijven het meest houdt van dialogen, en dat is duidelijk te merken. Er zit onmiskenbaar ritme en competitiviteit in, waardoor die wat weghebben van sparren tussen gesprekspartners. De personages heeft ze gevoed met haar eigen socialistische en marxistische overtuigingen. Ondanks het potentieel van de roman slaat ze de plank toch mis. Gesprekken met vrienden mist pit en de passiviteit van de personages wordt vervelend. Ze blijven allemaal eendimensionaal en karakterloos, en weten geen sympathie op te wekken. Rooney kon dit enigszins gecompenseerd hebben door wat poëzie in te sluiten die een inzicht geeft in Frances’ innerlijk. Nu is ze niet zozeer een intrige voor de lezer als wel voor zichzelf. Het karakter van Bobbi, verreweg het meest interessantst, blijft jammer genoeg onderbelicht. Naar het waarom van hun breuk heeft de lezer het raden. De roman bezit geen duidelijk plot en blijft steken tussen een dagboek en grotendeels willekeurige gesprekken. Onverschilligheid loert om de hoek. In de woorden van Frances: “Soms voelde dat alsof ik niet in staat was belangstelling voor mijn eigen leven op te brengen en dat was deprimerend.” Net die lethargie vat helaas ook het boek samen.
0neg
Dit boek lees lekker weg maar wat een vreselijk wazig verhaal zeg en nu ik m uit heb, is me nog niet alles duidelijk geworden. Ik zat te twijfelen tussen twee en drie stemmen maar omdat het zo verwarrend is toch besloten om maar twee stemmen te geven.
0neg
Zelfs de strengste docenten vinden vaak dat één foutje in een verder foutloos geschreven stuk gepermitteerd is. Maar zodra fout twee gespot wordt, is het een kwestie van tijd voor meerdere slordigheden zich aandienen. Dit leidt af van wat er daadwerkelijk geschreven is, en dat is precies het geval bij De afwezigen, de debuutroman van Lieke Kézér (1976). Het boek vertelt het verhaal van Joshua James, die op jonge leeftijd zijn psychotische moeder verliest. Zijn vader heeft dan al voor de zoveelste keer het gezin verlaten voor een potentiële doorbraak in Hollywood. Buurman en weduwnaar Frank ontfermt zich over James en leert hem saxofoon te spelen in een poging hem uit zijn isolement te halen. Het verhaal opent sterk; Het is 1978 en Frank en Joshua stappen vanuit woonplaats Los Angeles op het vliegtuig naar New York, dat prachtig in filmische en melancholieke beschrijvingen weergegeven wordt. Hier ontpopt zich een hechte vriendschap tussen de bejaarde en de puber. De volgende hoofdstukken vertellen vanuit verschillende perspectieven, van stiefmoeder annex pornoactrice Jessy tot manager Dave, hoe Joshua een wereldster wordt en dit is waar de foutjes erin sluipen. Allereerst is er de vraag of de extra verhaallijnen echt wat toevoegen als ze alleen dienen als achtergrond bij de vele personages. Het zorgt er namelijk voor dat er minder diep op Joshua’s leed ingegaan kan worden, waardoor het verhaal nogal oppervlakkig blijft. Het komt na een tijdje ook wat gekunsteld over als er alweer een markant personage met een stoornis of verslaving geïntroduceerd wordt. Een te grote verscheidenheid aan verhaallijnen en verspringingen in de chronologie zorgen er ook voor dat details niet meer kloppen. Zo zegt Jessy zelf dat ze niet wist dat haar minnaar een vrouw en kind had, totdat de zoon opeens aanklopte, maar wordt er later een groot deel gewijd aan haar bezoek aan het gezin van die minnaar. Of Kézér met opzet ambigu wil zijn, of toch echt niet consequent is geweest, is natuurlijk niet te zeggen. Feit is wel dat er meerdere voorbeelden gevonden kunnen worden van personages en verhaallijnen die niet overeen komen en dat leidt af. Andere onzorgvuldigheden hebben vooral betrekking op de gebruiken van Amerikanen, die in De afwezigen net Nederlanders lijken met hun voorkeur voor patat en meegenomen brood naar school. Kézér heeft een erg beeldende stijl, wat misschien voortkomt uit haar studie film- en televisiewetenschappen. Ze creëert continu vloeiende zinnen die ervoor zorgen dat het boek niet leest als een collectie korte verhalen. Enig minpunt is dat ze er soms in doorslaat en werkelijk voor alles een vergelijking weet te vinden ("Er waren open plekken tussen de stenen, als gaten in een gebit", "Hij stond achter de barbecue, als een herrezen god in een wolk van rook"). Zonder deze opsmuk en de oneindige spiegelingen van namen zou het verhaal veel beter uit de verf komen. De basis voor een prachtig verhaal is er namelijk weldegelijk; een jongen met een traumatische jeugd die zijn American Dream verwezenlijkt als legendarisch saxofoonspeler, maar die in Amsterdam geconfronteerd wordt met zijn jeugd en de keuzes die hij heeft gemaakt. Met simpele bewoordingen weet Kézér zeker de lezer te raken, maar doordat deze momenten zo zeldzaam zijn, beklijft het verhaal niet.
0neg
Ik ben na 200 bladzijden gestopt met dit boek. Ongelooflijk saai en langdradig.
0neg
We volgen rechercheur Charlie Grover in de zoektocht naar een moordenaar die toeslaat wanneer er tornado's over het land razen. Op het eerste zicht lijken het allemaal slachtoffers van dit natuurverschijnsel, de dader lijkt ook boodschappen achter te laten voor Charlie of is dit puur toeval? Wat heeft zijn vader hier mee te maken en welke rol speelt Grover zijn verleden hier in mee? Het verhaal op zich is spannend en boeiend geschreven, maar de technische info waarmee ze rond je oren slaagt over tornado's breekt het verhaal. Op zich wel nuttige info maar voor mezelf stoorde het enorm, ik heb geen enkel moment binding gehad met de personages en het was een opgave om het boek uit te lezen. Op het einde was het supperspannend maar ik voelde het gewoonweg niet.
0neg
In 2009 wordt in Californië een man opgepakt die beweert een duivel te zijn. Als een arts hem (via een tolk) ondervraagt, doet deze duivel (Maradique) een intrigerende mededeling: de hel is opgeheven. Maradique weigert vragen te beantwoorden, maar begint te vertellen over het leven in een vergeten vallei die in het Europa van rond het jaar 1000 lijkt te liggen. Twee engelen vechten, en een van hen stort naar de aarde in de vorm van een sterfelijke man. Een jonge dichter/gigolo verdwaalt in de wouden rond zijn dorp. Hij vindt de engel, en terwijl ze op zoek gaan naar de bewoonde wereld, beginnen ze een relatie. Een jong meisje, eveneens verdwaald, wordt vastgehouden en verkracht door een kluizenaar. In het dorp gaan de vrouwen in seksstaking tot ze hun dichter terugkrijgen, en als de mannen daarop wegtrekken, roepen de vrouwen hun eigen staat uit en beginnen een oorlog tegen ‘de mannen’. Een andere vrouw, uitgestoten uit dat dorp, leert zichzelf heksen nadat haar man haar zwanger achterlaat omdat hij op avontuur wil. En dat is nog maar een fractie van de karakters en verhaallijnen in De harpij. A.N. Ryst is een pseudoniem van Daan Remmerts de Vries, een kinderboekenschrijver wiens werk onder andere bekroond is met een zilveren en twee gouden griffels. De harpij, een boek waar hij 23 jaar aan gewerkt heeft, is bedoeld voor volwassenen en is een omvangrijk en ambitieus werk. De Vries wil niet alleen een interessant verhaal vertellen, maar ook filosofische en maatschappijkritische vragen over religie, mannen en vrouwen, en de moderne maatschappij stellen. De Vries vertrouwt heel sterk op humor en satire om zijn verhaal interessant te houden, en dat is een zwak punt. Het duurt lang voordat er een centrale verhaallijn zichtbaar wordt, en de karakters zijn eerder archetypen dan genuanceerde persoonlijkheden. De Vries heeft geprobeerd de tekst zoveel mogelijk als een echte monoloog te laten klinken, maar Maradique is een omslachtige spreker. Hij speelt zelf geen actieve rol in de gebeurtenissen en spreekt met een mengeling van minachting en spot over de karakters. Hij vervalt in herhaling, vat samen, springt schijnbaar willekeurig heen en weer (er duikt zelfs even een vliegende schotel op) en onderbreekt zijn verhaal voortdurend om zijn toehoorders te vertellen wat ze moeten denken en voelen. Als je net zo hard gnuift, schatert en giert om de gebeurtenissen als Maradique zelf (ja, het boek heeft een laugh track) dan is dat waarschijnlijk geen probleem. Maar als je het minder grappig vindt, is de terugkerende geruststelling ‘nog even geduld, doktertje’ niet genoeg om je aandacht vast te houden. Daarnaast verandert Maradique naarmate het verhaal vordert steeds meer in de spreekbuis van de auteur, en wordt zijn toon steeds neerbuigender en prekeriger. Het verhaal is opgebouwd rond en bedoeld als illustratie van een aantal simpele principes: continuïteit is goed, verandering is verkeerd, en alle problemen in het leven worden veroorzaakt door te grote nieuwsgierigheid, te veel ondernemingszin/avontuurlijkheid, en vrouwen die hun plaats niet kennen. En Maradique staat niet toe dat de lezer zijn eigen conclusies trekt. De Vries probeert een contrast te scheppen tussen zijn middeleeuwse samenleving en de moderne maatschappij. Alleen speelt het verhaal zich slechts een fractie van de tijd in de moderne wereld af, en dan nog voornamelijk in het kamertje waar Maradique ondervraagd wordt. De ‘maatschappijkritiek’ bestaat uit paginalange opsommingen van wat er allemaal fout is aan de moderne maatschappij (het internet, ondernemers, te veel keuzevrijheid en nieuwe technologie staan hoog op de lijst). Geen van de vele kritiekpunten is verder uitgediept of genuanceerd – het lijkt op een wereld die uit krantenkoppen en shockdocs is samengesteld. De vallei die voor het positieve contrast moet zorgen is geïnspireerd op de vroege middeleeuwen, maar vertoont weinig overeenkomsten met de historische realiteit. Het leven erin is niet helemaal geïdealiseerd – er zijn luizen en kiespijn – maar zaken als horigheid, lijfeigenschap en adel bestaan niet, en de kerk speelt geen rol van betekenis. Alle boeren bezitten grond en een veestapel, en een jaar niet zaaien en het vee zo slordig slachten dat de helft weggegooid kan worden zorgt alleen voor tijdelijk ongemak. Schaapherder is het beroep van een luiaard. Iedereen kan lezen en schrijven, en zaken als boeken, perkament (dat brandt alsof het papier is) en vensterglas zijn beschikbaar en betaalbaar voor gewone mensen. Ze kennen syfilis en tomaten (beide geïmporteerd uit de Nieuwe Wereld). In het heksenhuis ligt een thermometer (een zeventiende-eeuwse uitvinding). Dorpsbakkers delen speculaas uit (specerijen waren kostbaarder dan goud). Enzovoort. Het leven is er harder dan in de moderne (westerse) wereld, maar veel comfortabeler dan het voor een middeleeuwse boer geweest zou zijn. In De harpij zijn alle problemen direct te herleiden tot de drie boemannen: nieuwsgierigheid, ondernemingszin en vrouwen. Verwondering is goed, maar willen weten hoe iets werkt is fout. Geneeskrachtige recepten kopiëren uit een boek is goed. Maar zelf experimenteren en nieuwe recepten creëren is fout. Thermometers zijn goed, microscopen fout. Keus is goed, maar teveel keuzevrijheid zorgt maar voor onrust. De Vries negeert het feit dat menselijke vindingrijkheid en vernieuwing de ideale manier van leven zijn de vallei mogelijk hebben gemaakt (bijvoorbeeld door de ontwikkeling van landbouw, veeteelt, bouwkunst, spinnen en weven, koken op vuur, het schrift etc.). Zijn vallei is direct na de zondeval ontstaan. Alle geschiedenis die eraan voorafging heeft nooit plaatsgevonden, en de wereld ligt zo dicht bij het paradijs als we tijdens het leven kunnen komen. Die zondeval is, uiteraard, veroorzaakt door een vrouw. En de ‘vrouwelijke aard’ komt er niet goed vanaf in De harpij. De meest harmonieuze relatie is die tussen twee mannen, direct gevolgd door die tussen een vrouw en haar verkrachter. De kluizenaar die een bang, verdwaald en uitgehongerd meisje zijn hut binnensleept, verkracht haar maandenlang twee of drie keer per nacht, en als zij haar verzet eenmaal opgeeft, beseft ze dat ze het eigenlijk best fijn vindt. Hij geeft haar tenslotte te eten, en na een tijdje doet het geen pijn meer. En ze leefden nog lang en gelukkig. Verkrachting is in deze wereld niets anders dan een beetje ruwe seks, het gevolg van opgekropte lust, en verliefd worden op een verkrachter wordt omschreven als ‘een overwinning van de tederheid’. Vrouwen zijn gelukkiger naarmate ze hun wensen meer ondergeschikt maken aan die van een man. En de vertegenwoordigster van het feminisme, de leidster van het vrouwendorp, wordt neergezet als een machtswellustige, krankzinnige, godsdienstwaanzinnige tiran die profetieën probeert te ontlenen aan achtergebleven spotgedichtjes van de dichter. Omdat ze geen man wil en omdat verkrachting haar kwaad maakt in plaats van onderdanig wordt ze regelmatig omschreven als ‘tegennatuurlijk’. De boodschap aan vrouwen komt neer op: ‘Bek dicht en benen open. Het is je rol, en je gaat het vanzelf lekker vinden.’
0neg
Ik heb echt zelden zo een slecht boek gelezen, helaas had ik op vakantie niks anders meer, dus las ik het maar uit. Over de top is soms leuk, maar dit slaat alles... Ongelofelijk dom boek, slecht geschreven en slecht vertaald.
0neg
Amber Patterson is haar armoedige leventje zat. Het is tijd om de rijkdom, macht en succes waar ze al jarenlang van droomt op te eisen. Met een hoop gewetenloze leugens en bedrog weet ze zich het perfecte leven binnen te wurmen van de prachtige Daphne Parrish en haar steenrijke zakenman Jackson. Ambers doel: de nieuwe Mrs. Parrish worden en de rest van haar leven baden in centen en weelde. Maar dan blijkt dat niet alles zo perfect is als het lijkt… De recensies op de cover van Het perfecte leven van mevrouw Parrish liegen er niet om. Op de voorkant prijken de lovende woorden “een verslavende thriller” van niemand minder dan thrillerfenomeen Karin Slaughter, en ook op de achterkant jubelen de recensies onder andere: “De beste psychologische thriller die je dit jaar zult lezen” en “(…) met een spannende twist aan het eind”. Hoge verwachtingen dus voor deze debuutthriller van de zussen Lynn en Valerie (ofwel Liv) Constantine. Dat pakt in dit geval niet al te gunstig uit. Wie de definitie van het woord ‘thriller’ zoekt op internet, komt in alle gevallen minimaal het woord ‘spanning’ tegen. Helaas is er van spanning weinig sprake in dit debuut. Het boek bestaat uit drie delen, waarvan deel één het halve boek in beslag neemt. We lezen daarin hoe het Amber Patterson lukt om een vriendschap te sluiten met Daphne en deze langzaam van haar troon te stoten. De gezusters Constantine brengen daarin tot vervelens toe het contrast in beeld tussen het poeslieve, geacteerde gedrag en de kwaadwillende gedachten van Amber. Ze wordt daarbij zo onsympathiek neergezet, dat je je afvraagt hoe ze het voor elkaar krijgt om überhaupt iets aardigs uit haar mond te krijgen. Tot zover dus weinig spanning te ontdekken. In het tweede deel volgt een perspectiefwisseling. Op zich interessant, maar daarop volgt ook meteen de twist in het verhaal die helaas al op de cover wordt weggegeven: “Soms weet je precies wat je wilt… tot je het krijgt.” Mocht die zin je nog niet genoeg informatie hebben gegeven, dan haalt de beginzin van dit tweede deel alle suspense alsnog genadeloos onderuit. De vraag die in het hele boek centraal staat, is dan ook eerder ‘hoe’ in plaats van ‘wat’ en daarmee laten de Constantines een flink stuk spanning liggen. Zonde. Ook over de geloofwaardigheid van het verhaal valt behoorlijk te twisten. Amber kronkelt zich overal wel érg moeiteloos tussendoor, zoals ze zelf ook herhaaldelijk concludeert: “Ze kon nauwelijks geloven hoe snel Daphne haar accepteerde”. Als blijkt dat iedereen er zijn eigen verborgen agenda op nahoudt, gaan waarheid en leugens op een verwarrende manier door elkaar lopen. De uitgelichte karaktertrekken van de hoofdpersonages (zoals Ambers irritaties en afgunst) stroken regelmatig niet met hun handelen (zoals de oprechte dankbaarheid van Amber voor het kerstcadeautje van een collega). Daardoor ga je als lezer vraagtekens zetten op plaatsen waar dat niet de bedoeling is. Bijzonder lovend kun je deze recensie dan ook niet noemen, maar dat komt vooral doordat het boek als thriller is uitgegeven. Op een luie middag aan het strand zou het je zeker wat leesplezier kunnen bieden naast al je andere chicklits. Het verhaal is best vermakelijk en leest vlot weg. Maar een beetje thrillerlezer verwacht toch echt een stuk meer van een debuut dat het stempel ‘verslavende thriller’ krijgt van de Queen of Crime herself.
0neg
Martin Reed is 36 jaar en niet tevreden over zijn uiterlijk en het leven dat hij leidt. Hij werkt als boekhouder bij een toiletbenodigdheden bedrijf en hij is vaak het mikpunt van treiterijen. Martin woont nog bij zijn dominante moeder en zij is niet trots op wat haar zoon tot nu toe heeft bereikt. Het lezen van misdaad boeken is de grote passie van Martin. Wanneer een collega van Martin wordt vermoord, wordt hij als verdachte gezien. Dit dunne boekje is in 2008 uitgegeven ter gelegenheid van de maand van het spannende boek. Helaas moet ik als liefhebber van Karin Slaughter boeken toegeven dat dit verhaal het voor mij niet heeft. Misschien lag mijn verwachting wel te hoog. Het bijzondere personage van Martin Reed is goed uitgewerkt, maar verhaal mist de spanning. Het is eerder een triest verhaal. De titel past wel goed bij het boek want Martin wordt vaak niet begrepen.
0neg
Dit boek had zowat alles waar ik van hou... sterke vrouwelijke vriendschappen, veel actie, heksen, magie en een sterk uitgebouwd magisch systeem. En toch..... het heeft mijn verwachtingen niet ingelost. Op dit ogenblik kan ik erg moeilijk de vinger leggen op wat nu juist het probleem was tussen het boek en mij. Volgens mij is het een traditioneel geval van... it's me not you. Iedereen is dol op dit boek? Dus het moet wel aan mij liggen zeker? Er zat voor mij niet genoeg "verhaal" in het boek. Het gehele boek voelde als de grondlegging voor de verdere verhaallijn. En hoewel dat begrijpelijk is voor een trilogie heb ik toch ook graag dat elk boek een eigen verhaal vertelt en niet alleen maar set up is voor later. Een veel gehoorde kritiek op dit boek is dat het ontzettend veel info naar je toewerpt en dat je daar als lezer dan zelf maar iets van moet waken; Dit is zonder twijfel waar. Je wordt echt in het diepe water gegooid en je moet zelf maar alle links leggen. En laat nu dat net hetgeen zijn dat er voor zorgde dat ik toch geïnteresseerd bleef in het boek.... dat klinkt misschien vreemd. Maar net doordat ik alle info moest verzamelen en in elkaar puzzelen bleef ik geboeid. Misschien heb ik gewoon de laatste tijd te veel lichte YA fantasy gelezen? Want truthwitch is verre van slecht, gewoon te licht.......
0neg
Nee, dit boek was aan mij niet besteed. Ik vond het net zo miezerig als de titel. Vreemde vriendschappen, een 'God' die af en toe commentaar levert. Jammer want mijn verwachtingen waren na Gerritsens Normale dagen hoog gespannen!
0neg
Martin Koomen is een Nederlandse auteur die niet bij een heel breed thrillerpubliek bekendheid geniet. Toch heeft hij al vier nominaties voor de Gouden Strop in zijn bezit. Hij schreef menig literair en historisch werk, veelal met spanning als uitgangspunt. Zo is ook de Portland-reeks ontstaan, met meesterspion Robert Portland en luitenant Fokkema in de hoofdrollen. In zijn laatste boek Het dode punt moeten we het zonder deze vertrouwde personages stellen. Dit verhaal is gesitueerd in het onrustige Amsterdam ten tijde van het huwelijk van Prinses Beatrix (1966), de periode waarin de Provo'’s regelmatig van zich laten horen met demonstraties op het Spui, rondom het beeld van het Lieverdje. De Rivierenbuurt in Amsterdam is een stemmig woonkwartier. In die buurt ligt De Dommelstraat, en daar is op huisnummer 8 een studentenpension gevestigd. Paula Spitters zwaait er de scepter, maar ze is zelf ook huurster van een appartement. Voor Robertine Breman, alias Bobbie, afkomstig uit het Friese Gorredijk, gaat er letterlijk een wereld open als ze bij Schoevers in Amsterdam gaat studeren. Ze kan een kamer huren in het studentenpension en maakt kennis met de meest uiteenlopende bewoners. Zo wordt medebewoner Lex Kaptijn neergeslagen door Hans Karrenbelt omwille van enkele vulgaire grappen naar Bobbie toe. Als op de trouwdag van Beatrix de pensionhoudster Paula Spitters dood in haar ligbad wordt gevonden, doet de politie de zaak snel af als een ongeluk. Maar Bobbie heeft er geen goed gevoel bij en gaat op onderzoek uit, hierbij gesteund door Hans Karrenbelt. Als even later ook Brigitte Verkade dood wordt aangetroffen onderaan de trap, is Bobbie ervan overtuigd dat twee 'ongelukken' wel wat veel van het goede is. Ze weet zeker dat er in het pension een vrouwenmoordenaar rondloopt en wil hem ontmaskeren. Sneller gezegd dan gedaan... Van Martin Koomen is bekend dat hij zijn verhalen kleurt met een variatie van historische gebeurtenissen. Zo ook in Het dode punt waar de staking en demonstraties van de bouwvakkers en de geschiedenis van de Rivierenbuurt aan de orde komen. Koomen staat ook nog even stil bij de gebeurtenissen rond de Amsterdamse Joden in de Tweede Wereldoorlog, en natuurlijk bij het huwelijk van prinses Beatrix met Claus von Amsberg. Dat alles maakt van Het dode punt niet zomaar een spannend boek. Naast een verhaal dat met momenten wat spanning in zich heeft, wordt een belangrijk deel ingenomen door beschrijvingen van het leven in het Amsterdam van de jaren zestig. Ook de problemen die de regeringsleiders in die tijd hadden, komen nog even voor het voetlicht. Leuk om te lezen en interessant om te weten, maar of de liefhebbers van het spannende boek daarvoor naar de boekwinkel rennen valt te betwijfelen. Dat zal waarschijnlijk beperkt blijven tot de echte fans van Martin Koomen, want met zijn schrijfstijl is zeker niks mis.
0neg
De Amerikaanse Faye Kellerman is wereldwijd een populaire en veelgelezen misdaadauteur. De verkoopcijfers van haar boeken bedragen vele miljoenen. Onlangs verscheen in Nederland de vertaling van haar boek Grievous Sin onder de naam De doodzonde. Dit is het achtste boek met LAPD detective Peter Decker en zijn joods-orthodoxe vrouw Rina Lazaris. Na een zware bevalling herstelt de vrouw van detective Peter Decker in het ziekenhuis. Hun kindje verblijft in die tijd op de kraamafdeling. Al snel ontstaat op deze afdeling grote commotie nadat een baby is verdwenen. Als ook toegewijde verpleegster Marie spoorloos blijkt te zijn, wordt zij als hoofdverdachte aangemerkt. Detective Peter Decker zet alles op alles om de gestolen baby terug te vinden. Het had immers ook om zijn kind kunnen gaan… Faye Kellerman krijgt over het algemeen goede kritieken op haar boeken. Haar menselijke karakters en spannende plots worden alom geprezen. Helaas heb ik van dit alles niets terug kunnen vinden in De doodzonde. Het boek staat vol met zoetsappig gedoe en is langdradig geschreven. Pas op het eind krijgt het verhaal een beetje vaart. De personages in De doodzonde konden mij niet veroveren en overtuigen. De oudste Deckertelg, dochter Cindy is een irritante bemoeial, Vrouw Rina is een zeur en vader en detective Peter is totaal oninteressant. Na een zware bevalling krijgt Rina complicaties en moet haar baarmoeder verwijderd worden. Op zich een ingrijpende gebeurtenis waar een pakkend verhaal omheen geschreven had kunnen worden. Kellerman is daar wat mij betreft echter totaal niet in geslaagd. Af en toe ‘fietst’ Rina met dit grote trauma ineens door het verhaal heen zonder dat het echt past in de context. Hierdoor komen de problemen die ze heeft met het verlies van haar baarmoeder over als gezanik en cliché. Mijn irritatiegrens was dan ook snel bereikt, hoewel ik toch een zeer sociaal bewogen mens ben. Kellerman heeft op dat front echt iets niet goed gedaan. Verder begrijp ik de zin op de achterflap niet waarin staat dat De doodzonde een misdaadroman is met Peter Decker & Rina Lazarus. Vrouw Rina heeft slechts een beperkte bijrol in het geheel, dus haar zo’n grote waarde toekennen lijkt me ietwat overdreven. Het is gebruikelijker om de detective en zijn partner als een ‘stelletje’ aan te kondigen. Voor de plot liep ik ook niet echt warm. Mij te voorspelbaar en totaal niet spannend. De lezer kan op zijn/haar klompen aanvoelen wie het heeft gedaan en wat de motivatie is. Jaren geleden deed ik een poging om een boek te lezen van de mannelijke Kellerman variant. Ik heb het niet uitgelezen omdat het langdradig en oninteressant was. Faye Kellerman staat erom bekend beter te schrijven dan haar man, dus ik vond het een poging waard om kennis te maken met haar schrijfkunsten. Helaas werd het een grote tegenvaller. Toch nog twee sterren, want er zijn nog slechtere boeken in omloop.
0neg
De gevolgen van twee moorden op het gezinsleven van de dader, vooral de gevolgen voor de zoon. Op de een of andere manier slaagt hij er toch niet in op het rechte pad te blijven. Het lijkt alsof hij voorbestemd is, alsof het in de genen zit. Hij bedoelt het allemaal goed en wil voor iedereen goed doen en opkomen, maar toch loopt het fout.
0neg
Dit boek viel me tegen na wat ik aan recensies had gelezen. Het is wel spannend maar de noodzaak om het geheel in een hedendaags Romeins Rijk te plaatsen ontging mij. Je zou dit zelfde verhaal kunnen vertellen in een groot Duits Rijk met onderdrukte bevolkingsgroepen, een Groot Rooms rijk (katholiek/christelijk), een fantasierijk, en ook in een willekeurig tijdperk; het wezen van het verhaal verandert daarmee niet. Dus is dit vooral een leuk grapje, maar wat mij betreft ook niet ver genoeg wordt doorgevoerd. Waar zijn de specifiek Romeinse kenmerken van het keizerrijk? Hoe kan het dat één man (de keizer) dat hele rijk kan besturen met zo weinig aandacht als Faustus daaraan lijkt te schenken? Hoe kan 'zomaar' iemand zonder voorbereiding tot opvolger worden aangewezen? Dan spelen er nog andere ongerijmdheden. Het boek pretendeert gewoon in onze tijd te leven maar er missen cruciale ontwikkelingen (internet, mobieltjes). En ingevoegd is één raar element: de slaven Una en Sulien hebben beiden een bovennatuurlijke gave, die voor de rest zo ongeveer ieder ander lijkt te missen. Wat een toeval dat het alleen deze twee betreft en dat juist zíj dan tegen de bedreigde Marcus oplopen... Tot slot vond ik ook de schrijfstijl irritant. De zinnen lopen niet lekker, er wordt soms een beetje terug in de tijd gesprongen zonder dat dat meteen duidelijk is, waardoor je weer moet teruglezen als je het door hebt, gedachten en handelingen worden door elkaar en soms in één zin beschreven. (een beetje zoals mijn laatste zin, is het hele boek :-))
0neg
Dit boek viel me op in de bibliotheek omdat de naam Flannery O’Connor ergens een belletje deed rinkelen. Werd deze Amerikaanse niet genoemd als inspiratie van T.C. Boyle? En hadden die niet dezelfde schrijfopleiding gevolgd? Het was voldoende aanleiding het boek maar eens te lenen. En meteen al door de monumentale beginzin, begreep ik dat dit een heel bijzonder boek is over godsdienstwaanzin. We volgen ‘de jongen’, die is opgevoed door zijn oudoom, een zelfverklaard ‘profeet’ die zich terug heeft getrokken in afzondering in het bos. Als die oom op een dag dood in elkaar zakt, kan de jongen eindelijk de wereld in trekken en hij besluit naar zijn oom te gaan, die als leraar in alles precies het tegenovergestelde lijkt van die oudoom. En natuurlijk probeert ‘de leraar’ de jongen meteen beschaving bij te brengen, maar dat is niet zo makkelijk, want de jongen wordt bijna letterlijk verscheurd door het gedachtengoed van zijn oudoom en oom. En zo raakt hij al snel op drift… Het boek heeft een heel bijzondere schrijfstijl, vol gruwelijkheden, gekte en verderf. In die zin deed het boek me denken aan 'Blood Meridian' van Cormac McCarthy, die ook al zo’n rauw typisch Amerikaans boek schreef en ook al het gebruik had zijn karakters consequent zonder naam aan te duiden. En net als dat boek vond ik ook dit boek, alhoewel tot op een bepaald niveau zeker fascinerend, niet echt prettig om te lezen. Daarvoor is de schrijfstijl te weerbarstig en de toon te duister…
0neg
James Patterson heeft zijn sporen natuurlijk meer dan verdiend en is niet voor niets de meest gelezen auteur ter wereld. Ook Cross Country is geschreven in Pattersons bekende stijl en zal z'n weg naar een groot publiek dan ook vinden. Toch vind ik het een zeer zwak boek waar de oppervlakkigheid vanaf straalt. Daarnaast is het een zeer ongeloofwaardig boek, waarin "superman" Alex Cross even door de wereldproblematiek fietst en zich tussen Amerika, Nigeria, Sierra Leone en Sudan verplaatst alsof het om de afstand Amsterdam - Rotterdam gaat. Wat een flauwekul.
0neg
Na het lezen van de 3 geweldige boeken van Stieg L. begon ik toch met een klein hartje aan dit boek.... en terecht. De personages van Lagercr. voegen niets nieuw toe, integendeel zelf. Liesbeth S. wordt ineens een soort supervrouw die zelf met een kogel in haar kleine lijf, getrainde commando's de baas kan, ze is de beste hackster te wereld en ze kan zelf, waar niemand dit ooit gelukt was, contact maken met een autistisch jongetje. Ook komt na een bijna onverslaanbare broer in de vorige boeken nu ook een super "badass" zus op de proppen.... bijzonder ongeloofwaardig allemaal. Neen, na dit boek gelezen te hebben mocht Liesbeth voor mijn part op pensioen..... jammer, zeer jammer.
0neg
Hoewel Cormoran en Robin fijne personages zijn, is het moordmysterie niet even fijn. Ik ben toch echt verbaasd dat de auteur van de doordachte en mooi geschreven Harry Potter-boeken deze detective schrijft. Er is niets fijnzinnigs aan deze moord en hoe het verhaal zich ontspint. Oke, dat is meestal niet zo met dit soort boeken. Maar het verhaal is zo bizar, dat ik het niet meer met plezier las. Robin en Cormoran ten spijt.
0neg
Ben groot fan van Stephen King, maar trok dit boek echt niet. In een eerdere recensie noemde iemand het "diarree" en ik kan het daar alleen maar mee eens zijn. Alsof alles zo op papier is gekwakt. Ik had iets verwacht in de trant van Dolores Claiborne en Rosie, boeken waarvan ik heb genoten. Maar helaas. Niet te volgen. Ik leg hem even weg, misschien dat ik over een tijdje weer het geduld heb om er opnieuw aan te beginnen. En dan alleen maar omdat het Stephen King is.
0neg
Suzanne Vermeer kan zich met recht de koningin van de vakantiethrillers noemen. Na eerdere titels als Après-ski, Cruise en All-inclusive, geeft ze aan deze zomer een spannende twist met De Suite. Vermeer neemt ons mee naar Tenerife, waar we kennismaken met de 36-jarige Joyce Nieuwpoort, een zelfverzekerde hotelmanager die zich niet snel van haar voetstuk laat brengen. Naast een carrièrevrouw (‘je leeft om te werken’) is ze ook nog eens alleenstaande moeder van tienerzoon Jason. Ondanks haar drukke bestaan geniet ze van het leven. Als Joyce op een avond moet overwerken, slaat echter het noodlot toe. Ze wordt overmeesterd door twee mannen die haar bedwelmen, waarna ze ontwaakt in een van haar eigen hotelkamers. Wat er die nacht is gebeurd, lijkt uit haar geheugen gewist. Kort daarna krijgt Joyce bezoek van de Russische Igor. Hij toont haar een schokkend filmpje waarop te zien is wat er de bewuste nacht is gebeurd. Om te voorkomen dat de man de beelden verspreidt, stelt zij de meest luxe bungalow van het complex – ook wel De Suite genoemd – aan hem ter beschikking. Vanaf dat moment belandt Joyce in een web van criminele activiteiten dat haar uiteindelijk bij de echte dader brengt. Het begin van De Suite doet meer denken aan een chicklit dan een thriller. We belanden midden in een liefdessprookje tussen de dan tweeëntwintigjarige Joyce en de journalist in spe Bencomo. Een vakantieliefde die uitbloeit tot een onstuimige relatie. Vermeer brengt, zoals we eerder in All-Inclusive en Après-ski zagen, het boek langzaam op gang. Na een sprong in de tijd – we zijn inmiddels in 2009 beland – komt de vaart er gelukkig in. De korte hoofdstukken lezen gemakkelijk weg en de schrijfstijl van Vermeer is helder en eenvoudig. Hier en daar verrast ze met een originele beeldspraak: Ze hadden hem weggetrokken voor de poorten van de hel en neergezet in een arena vol hongerige leeuwen. Als hij niet snel vers vlees op de proppen kwam, zouden die beesten hem in stukken scheuren. Ook opvallend hoe ze subtiele verwijzingen maakt naar het gokken, de oorzaak van de problematiek: Joyce bleef hem strak aankijken, terwijl ze bedacht waar hij met die opmerking heen wilde. Hij oogde zo zelfverzekerd, als een pokeraar die weet dat zijn tegenspeler bluft. Vermeer schetst een goed beeld van de verschillende karakters. Vaak neigt ze hierin zelfs een stapje te ver te gaan. Met welke vrouwen Bencomo het bed heeft gedeeld, dat twee animators een geheime relatie hebben of het feit dat een van de stafleden het aan zijn hart heeft: te veel overbodige details. Waarom ze hier toch voor kiest? Wellicht om ons op een dwaalspoor te zetten. Want, eerlijk is eerlijk, dat kan Vermeer maar al toe goed. Vaak wisselt ze per hoofdstuk van perspectief en sluit ze deze op zo’n manier af dat je aan het twijfelen raakt. Neem César, die bedenkt op welke manier hij zijn operatie kan betalen: Hoe hij dat voor elkaar kreeg deed er niet toe, en dat wilde wat zeggen, want tot dan toe was hij altijd een integer man geweest. Je moet bijna zelf een misdaad hebben gepleegd, om er achter te komen wie de afperser van Joyce is. De plot verrast, dat moge duidelijk zijn. Een kleine teleurstelling is dat het verhaal vervolgens even zoetsappig eindigt als het 267 bladzijden daarvoor begon.
0neg
Charlie Huston is een Amerikaanse schrijver van donkere criminele fictie. Na een opleiding als auteur begint hij aan een carrière als schrijver. Wanneer hij zichzelf in een bepaalde categorie zou in moeten delen, dan lijkt zijn manier van schrijven het meest op pulp, aldus zijn eigen woorden in een interview. Ondanks dit gegeven blijkt hij toch tot de zeldzame groep auteurs te horen waarvan de filmrechten van dit verhaal (Caught Stealing) al waren verkocht vóór hij een uitgever voor het boek had gevonden. Huston is getrouwd met de actrice Virgina Louise Smith en woont samen met haar in Manhattan. De geliefde anti-held Hank Thompson is begiftigd met vele talenten. Als succesvol honkballer blesseert hij zich ernstig in een belangrijke wedstrijd. Voor hem betekent dat het einde van honkbal. Tijdens zijn herstelperiode krijgt hij een ongeluk met zijn auto, waarbij zijn vriend Rich overlijdt. Hierna verhuist hij naar New York, wordt barkeeper en is al snel zelf zijn beste klant. Na een opname in het ziekenhuis vanwege nierproblemen, past hij op de kat Budd, van zijn buurman Russ Miner, die plotseling weg moet. Snel blijkt dat een aantal mannen van twijfelachtig allooi op zoek zijn naar Miner. Hank Thompson wordt tijdens deze zoektocht meerdere malen mishandeld, omdat hij de belagers niet kan vertellen waar Miner is en wanneer hij terug zal keren. Deze speurneuzen stimuleren Hank toch sterk om zelf ook op onderzoek te gaan en uit te vinden waarom Miner zo’n gewild personage is. Er blijkt een grote som geld te bestaan die door de zoekende, uiterst valse en gevaarlijke Russen, als hun eigendom wordt beschouwd. Niet alle partijen zijn deze mening toegedaan en er ontstaat een moordende zoektocht naar dit slijk der aarde door meerdere, zichzelf eigenaar noemende, belangengroepen. Charlie Huston vindt zichzelf pulp schrijven. Het getuigt in ieder geval van de aanwezigheid van een flinke dosis zelfkennis. De woordenboeken zeggen dat pulp iets is dat waarde heeft en zeker nog een ander doel kan dienen. Hoe juist heeft Huston zichzelf gekwalificeerd met de omschrijving van zijn werk. Aas bevat heel veel spannende elementen en voldoende verrassingen en wendingen om interessant te blijven. Ze komen in dit boek alleen niet volledig tot hun recht. Oorzaak is dat de schrijfstijl van de auteur warrig is en weinig structuur heeft. Huston heeft ervoor gekozen om de hoofdpersoon sommige stukken van het verhaal aan de lezer te laten vertellen. Dat komt niet altijd goed over omdat het deels lijkt of alles zich al in het verleden heeft afgespeeld. Voor een ander deel neemt de lezer deel aan het avontuur. Uiterst verwarrend. Toch hebben de filmregisseurs waarschijnlijk wel degelijk goed ingeschat dat het verhaal op zich voldoende potentie bezit voor een uiterst spannende film. Maar voor het boek ligt dat helaas wat anders.
0neg
(Deze recensie is eerder verschenen in het Elf Fantasy Magazine) Frank Herberts Duin (1965) is een klassieker. Zo populair is het boek, dat er vijf vervolgen op zijn gemaakt, filmbewerkingen, computerspelletjes en nu een serie prequels door Brian Herbert (de zoon van) en Kevin Anderson (auteur van o.a. vele Star Wars-romans). Maar weten beide schrijvers Duins erfenis hoog te houden in een boek over het meest uitgekauwde SF-thema dat er bestaat: de strijd van mensen tegen denkende (maar voorspelbare) machines? Mwoah... Legenden van Duin, tweede boek: De Machineoorlog gaat over twee vrienden, Vorian Atreides en Xavier Harkonnen, die de Jihad tegen de machines leiden; over de machtswellustige regent Iblis Ginjo die de oorlog koste wat kost gaande wil houden om zijn eigen positie te versterken; over ontsnapte slaven die op de woestijnplaneet Arrakis een bestaan proberen op te bouwen – en nog veel meer. Mijn voornaamste probleem met het verhaal is, dat het vanuit zo’n 25 (!) verschillende perspectieven wordt verteld, in hoofdstukken van elk een paar bladzijden lang. Door deze snelle afwisseling kan geen enkele verhaallijn de spanning echt vasthouden. Het boek was beter geworden als de auteurs er een paar uit hadden gelaten – en dat is geen goed teken. Is De Machineoorlog door zijn structuur een boek voor de zap-generatie? Nee, want de Machiavelliaanse politieke intriges zijn wel spannend, maar niet gevuld met fysieke actie. Het diplomatieke gekonkel is dan wel weer het belangrijkste dat het voortkabbelende, redelijk voorspelbare verhaal overeind houdt. Kortom: voor de Duin-o-fiel is dit een mooi historisch overzicht, voor de politicus een aardige afwisseling, de rest mag het gewoon bij Frank Herberts origineel houden.
0neg
Vanwege de Maand van het Spannende Boek (en het door Ian Rankin geschreven geschenkboekje Schuld & Boete) is uitgeverij Luitingh nog één keer aan een groot offensief begonnen om de thrillerreeks over inspecteur Rankin ook in Nederland vaste voet aan de grond te laten krijgen. Om een vooralsnog duistere reden is dat namelijk nog altijd niet gelukt, ondanks het feit dat kwalitatief gelijkwaardige series van auteurs als Mankell, Indridason en Connelly wel op een aanzienlijke schare liefhebbers kunnen rekenen. De uitgever heeft aangekondigd dat het alle reeds vertaalde delen opnieuw gaat uitbrengen in een zogenaamde mid-price serie, terwijl inmiddels ook het op één na meest recente deel uit de serie is uitgebracht. In combinatie met het een volle maand gratis weg te geven Schuld & Boete zijn alle voortekenen vrij gunstig en lijkt Rankin eindelijk ook in ons land op weg zijn rechtmatige positie in de boekenkast van de liefhebbers van politieromans op te eisen. Op zich dus allemaal positieve berichten, al gaat de uitgever zelf toch een beetje de mist in bij de planning van alle herdrukken. Na de eerste vier delen liggen op moment van schrijven het vijfde en zesde deel namelijk niet in de winkels, maar zijn deel zeven t/m tien wel reeds uitgebracht. Voor alle nieuwe fans van Ian Rankin ontstaat nu dus de vreemde situatie dat de delen over inspecteur Rebus niet in de juiste volgorde zijn te lezen. Niet dat de boeken een vervolg op elkaar zijn, maar Rankin grijpt wel terug op gebeurtenissen in voorgaande delen. En zo kan het gebeuren dat in Vuurwerk (deel zeven) John Rebus eigenlijk vanuit het niets een relatie blijkt te hebben met Patience Aitken, terwijl hij in de tussentijd ook de notoire crimineel Big Ger Cafferty achter de tralies heeft gekregen. Het zorgt er allemaal voor dat het wat lastig is om in het begin van Vuurwerk de draad van het verhaal op te pakken, hetgeen nog extra moeilijk wordt gemaakt door de voor veel buitenstaanders wat ingewikkelde situatie in Belfast. Het verhaal heeft allerlei verbanden met de situatie in Noord-Ierland en los van allerlei politieke ontwikkelingen komen ook organisaties als de UDR, UVF, UDA en RUC constant in beeld. Veel afkortingen van drie letters, waar de letter U een prominente rol lijkt te vervullen en waarbij ook in mijn hoofd bij tijd en wijlen een soortgelijk woord kwam opduiken. Maar de verschillen tussen bijvoorbeeld de Ulster Defence Regiment, de Ulster Volunteer Force en de Ulster Defence Association zijn in Vuurwerk van groot belang om het volledige boek op juiste waarde te schatten, waardoor het eromheen lezen deze keer geen optie blijkt te zijn. Het geeft een soms wat taaie en verwarrende draai aan het boek, dat in de kern juist een zeer boeiend onderzoek van Rebus herbergt en waar hij op zoek moet naar de moordenaar van een man die op zeer gruwelijke wijze om het leven is gebracht. Het brengt de inspecteur in de meest gewelddadige delen van Edinburgh, waar hij veelvuldig moet vrezen voor zijn eigen veiligheid. Veel hulp van zijn collega’s kan hij daarbij niet verwachten, maar die situatie is voor de eigenzinnige inspecteur niet geheel vreemd. Vanwege de politieke vermenging met de situatie in Ierland en het gemis van de informatie die in de twee voorgaande delen staat, weet Vuurwerk wat minder te pakken dan de eerste boeken in de serie. Het is zeker niet slecht, verre van dat zelfs, maar je hebt toch steeds het gevoel dat je iets achter de feiten aan loopt te hikken. Het is inspecteur Rebus zelf die het verhaal doorlopend interessant maakt en ook met de onderkoelde humor is alles weer uitstekend voor elkaar. Big Ger Cafferty neemt ook een grote rol voor zijn rekening en zal – volgens het voorwoord van de auteur – in meerdere delen gaan terugkomen. Weer iets om je over te verheugen, in een serie die absoluut op een zeer hoog niveau staat.
0neg
Het is overduidelijk dat De Da Vinci code op zijn minst geïnspireerd op, zoniet plat plagiaat is van het boek uit de jaren '80, Het Heilige Bloed en de Heilige Graal. Daar waar Het Heilige Bloed ... met een beetje goede wil nog kon doorgaan voor een pseudo-wetenschappelijke zoektocht, is DDVC niet méér dan een hypercommerciële heruitgave, in de vorm van een avonturenboek voor jongens en bovendien een slecht avonturenboek. Wie van mening is dat Brown opzoekingswerk heeft verricht, moet toch eens proberen Het Heilig Bloed ... op de kop te tikken. Al van bij het begin is het plot doorzichtig, ongeloofwaardig en naïef, bovendien vol fouten; wie Het Heilige Bloed ... destijds gelezen heeft, weet in welke richting DDVC gaat en waar hij zal eindigen. Destijds werd aangetoond dat de graaltheorieën van Baigent en Co. pure verzinsels zijn, met de bedoeling eens duchtig keet te schoppen en zich eens goed te amuseren; ze zijn dan ook een stille dood gestorven. Daar heeft geen haan meer naar gekraaid, tot op een zekere dag een zeer origineel brein ze vanonder het stof heeft gehaald, met de gekende gevolgen. Wat destijds werd gezegd over Het Heilige Bloed ... , geldt natuurlijk ook voor DDVC. Onbegrijpelijk dat hele massa's plat gaan voor zo een stuk onbenul. Als ik dan in de recensies op crimezone lees dat sommigen eindelijk het licht en de waarheid hebben gevonden, overvalt mij een gevoel van onbehagen en plaatsvervangende schaamte. Dan Brown zit stilletjes in zijn vuistje te lachten en telt zijn dollars. Voor het avontuur moet men het boek niet lezen: lees dan liever een Lee Child (na je verstand op nul te hebben gezet); en voor wie eens een goede culturele thriller wil, is er bijv. Dibdin, Cruz-Smith. Als het kon (maar technisch kan het niet) : nul sterren.
0neg
Barry heeft een geheime gang in zijn kamer gevonden waarmee hij naar een andere wereld gaat waar ouders hebben niet van de gewoonte is. Hij moet naar een ouderbureau waar ze hem hielpen naar ouders zoeken.
0neg
Thomas, Liesl, Ena, Femke, Jens, Karl, Ruth en Simon... 4 jongens, 4 meisjes die uit verveling hun zomer willen opfleuren met wat experimenten. Wat onschuldig begint wordt snel ziekelijk, of anders genoemd: goor. Van een onschuldig spelletje op de brug waarbij een dodelijk ongeval mee veroorzaakt wordt tot sexuele experimenten die tegen de verhalen van Markies de Sade aanleunen tot bestialiteiten toe. En het verontrustende is dat dit boek gebaseerd zou zijn op waargebeurde feiten. Ik ben niet snel geneigd om een boek weg te leggen maar mijn zin in lezen is op pagina 20 opgehouden. Gelukkig telt Wij maar 170 pagina's maar dat waren er 170 teveel. Ziek! Waarom wou ik het dan lezen hoor ik je denken? Na alle controverse die de verfilming heeft teweeggebracht en waar de jonge acteurs vervangen werden door porno-acteurs wou ik weten waar het over ging. Schrijven is een vorm van kunst is me altijd voorgehouden maar naar mijn inziens kan je over the top gaan in het uitvoeren van die kunst. Net zoals de controverse van Jan Fabre die kunst wou uitbeelden met katten van de trap te gooien in het Centraal Station te Antwerpen heeft Elvis Peeters met het schrijven van Wij ook die grens overschreden. En dan vraag ik me af... hoe ziek moet je zelf niet zijn om dit (gelukkig maar) in woorden om te zetten. Velen gaan het met mij misschien niet eens zijn over mijn mening en ik heb me zelf de vraag gesteld of ik er wel een recensie over ging plaatsen. Maar mijn vrees dat dit boek door een stel onverlaten wordt gelezen die misschien ook het idee krijgen het in ware daden om te zetten, heeft mij toch doen beslissen om er toch een recensie over te schrijven. Nooit zal ik een auteur onrecht aan doen. Zelfs als het boek op niets trekt, of het vol schrijffouten staat, zal ik steeds op een respectvolle manier mijn mening proberen over te brengen. Spijtig genoeg kan ik dit met Wij niet op een fatsoenlijke manier doen.
0neg
Hoe vaak kun je de woorden intens en oneindig lezen in dit boek? Heel vaak en dat vond ik erg storend. Ik had een iets meer uitgebreider relaas verwacht en dat viel tegen.
0neg
Interessant om te lezen voor mensen met diabetes type 2. Zijn eerst boek ‘het vastendieet’ sprak mij veel meer aan omdat deze leefwijze naar mijn mening eenvoudiger toe te passen is dan het bloedsuikerdieet. In dit laatste boek geeft hij veel uitleg over onderzoeken en ervaringen van mensen. Dit had korter gekund. Ik mis een proces: hoe maak ik de overstap van mijn huidige eetgewoonte naar het bloedsuikerdieet (eventueel gefaseerd). De overgang is nu best groot. In het laatste deel staan de recepten.
0neg
Het verhaal gaat voornamelijk over Anju, de dochter van een Nederlandse vader en een Indiase moeder, die ze al snel verliest in haar jonge leven. Zijzelf, van gemengde komaf, wordt in India verder door haar Nederlandse vader opgevoed. Ze leert Thomas, een 40 jaar oudere Nederlander kennen die weduwnaar is geworden en in India is komen wonen, en veel aan haar vader doet denken. Zijn oudste zoon is daar nl de bedrijfsleider van de schoenenfabriek van de familie waarvan de productie naar India werd verhuisd. Thomas heeft al vier kinderen van zijn eerste huwelijk die nu allemaal volwassen zijn maar sticht toch nog met Anju samen een nieuw gezin, óók met vier kinderen. Maar dan sterft hij opeens en staat Anju er alleen voor. Het verhaal van Anju gaat verder met zo veel onwaarschijnlijkheden en toevalligheden die in een feelgood verhaal nog van het goede te veel zouden zijn. Er gebeurt ook te veel té snel na elkaar. De tijdssprongen blijven super onduidelijk. De ene keer is dat een paar jaar, dan weer enkele maanden of dagen. De taal doet stijf, ouderwets en veel te stroef aan. Gesprekken zijn eerder bedoeld als informatie voor de lezer en zijn totaal niet realistisch weergegeven. Emoties worden ‘benoemd’ maar niet beschreven, alsof de woorden recht uit een woordenboek komen. Er zijn genoeg voorbeelden te vinden van stukken die niet met elkaar overeenkomen en het verhaal ‘rammelt’ dus aan alle kanten. Zo kan ik jammer genoeg nog even door gaan... De schrijfster beoogt met haar boek de culturele rijkdom van India en Nepal te beschrijven, maar slaagt daar totaal niet in. Ze trekt me door haar toon totaal niet mee in de cultuur en de mensen. Ook wil ze de verschillen tussen ‘dé Westerse cultuur’ en ‘dé Oosterse cultuur’ in de kijker zetten en dan voornamelijk op vlak van de situatie van de vrouw. En dan wordt een zogenaamd ‘cultuurverschil’ even in een handomdraai in een gesprek van een kwartier opgelost? Komaan! De thematiek is nochtans interessant, waar ik dan ook op afging om aan deze leesclub mee te doen. Hier had zo veel meer mee kunnen gebeuren!
0neg
Met Bekentenissen van een burger snuift de lezer de sfeer van het Europa van eind 19de, begin 20ste eeuw. Aan het begin van het verhaal (de eerste helft, zeg maar) neemt Sàndor Màrai de lezer mee naar het Hongarije van zijn jeugd. Heel nauwgezet beschrijft hij zijn geboortestad, het huis waar hij als kind opgroeide, zijn gezin, zijn jeugd, zijn studentenjaren in Boedapest ... Wie dit boek leest, beschikt best wel over een flinke portie geduld en ... tijd. De, soms ellenlange, beschrijvingen verdragen immers geen snelle lectuur want Màrai wil je echt wel onderdompelen in de sfeer van zijn jeugd en jongvolwassenheid en naar het Europa van het vorige millennium. Hij neemt je mee naar een manier van leven die allang verleden tijd is. In het tweede deel volgen we Màrai op zijn zwerftocht door Europa: Leipzig, Weimar, Frankfurt, Berlijn, Parijs, Florence, London ... schuiven als in een 19de eeuwse reisgids onder het lezen voorbij. Màrai maakt ons via zijn gedetailleerde beschrijvingen tot getuige van de zeden en gewoonten van de Europese bourgeoisie. Zo schrijft hij aan het einde van de bekentenissen dat hij zichzelf als een laatste relict beschouwt van de Europese bourgeoisie die in de 19de-20ste eeuw onze contreien bevolkte. Merkwaardig is dat hij aan de vooravond van W.O. II. (tevens aan het einde van het boek) zijn bezorgdheid uitspreekt over het bedroevende culturele peil van de gemiddelde Europeaan, de geringe belangstelling voor het geestelijk leven, het massaal dumpen van idealen, de terreur van de kuddegeest, de tanende verfijnde levensstijl, het overdreven belang dat aan techniek wordt gehecht ... Heeft de culturele elite anno 2008 niet exact dezelfde besoignes? Heel mooi is de oprechte en ontroerdende hommage aan zijn vader in het allerlaatste hoofdstuk. Mooi, maar met mondjesmaat te verorberen!
0neg
Had in het begin moeite om er in te komen. Daarna bleef ik wel lezen. Wilde toch weten hoe het afliep. Maar het boek was niet emotioneel op het einde. In ieder geval niet voor mij
0neg
Drie Graven Vol is het debuut van de Amerikaanse Jamie Mason, die met het boek in haar thuisland Amerika hoge ogen gooide. De cover van het boek vind ik erg mooi, heel smaakvol en een belofte voor de inhoud van het verhaal. In de de tuin van hoofdpersoon Jason Getty wordt een lugubere ontdekking gedaan. Dit gegeven is de opmaat naar een verhaal waarin naast - matige - spanning, ook humor een grote rol speelt. De quote op de voorkant van het boek - thrillersensatie van 2013 - wordt in mijn ogen niet echt waar gemaakt, helaas. Het verhaal is een aaneenschakeling van nogal gekunstelde zinnen, die het boek niet echt vlot leesbaar maken. Ik had er geen enkele moeite mee het boek regelmatig even aan de kant te leggen. De hoofdpersoon - Jason Getty - een regelrechte sul - komt aardig uit de verf en vind ik behoorlijk goed beschreven. De schrijfstijl vind ik te gekunsteld, waardoor het verhaal meer overkomt als een aaneenschakeling van mooi bedacht zinnen, dan als een goed lopend en spannend verhaal. De plot vind ik nogal rommelig overkomen, hoewel ik eerlijk moet zeggen dat de tweede helft van het boek een stuk spannender is en daarom ook vlotter en plezierig leest. Ook de humor vind ik soms wel vermakelijk. Maar alles bij elkaar vind ik dit boek toch een tegenvaller, ik had er - mede gezien de quote op de voorkant - veel meer van verwacht. Misschien mede een kwestie van niet de juiste vertaling?
0neg
De flaptekst van het boek intrigeerde me. Het boek gaat over een meisje die haar moeder nooit gekend heeft en samenwoont met haar broer en zijn vriend. Wanneer ze op zoek wil gaan naar wie haar moeder eigenlijk was, lijkt haar broer haar te dwarsbomen. Daarnaast is er nog een mysterieuze bommenlegger in het verhaal waardoor de stad in rep en roer is. Hoewel het boek me, door de flaptekst en het concept dus erg spannend en interessant leek, gebeurt er eigenlijk vrij weinig. De eerste tweehonderdvijftig bladzijdes gebeurt er vrijwel niks en is het gewoon een verhaal over de vijftienjarige Alena die bij haar broer en zijn vriend woont. Er is geen drama, geen actie, niks wat dramatisch genoeg is. Het is gewoon een verhaal over een meisje die probeert uit te vinden wie ze is en waar ze vandaan komt. Hoewel je een twist verwacht blijft deze uit en het verhaal kabbelt een beetje verder, waardoor je het boek snel weg legt. Ook het verhaal ernaast, de mysterieuze bommenlegger, loopt af met een sisser hoewel het verhaal zich opbouwt naar een knal. De schrijfstijl sprak me wel aan op het begin. Het verhaal wordt verteld vanuit Alena en hoewel haar gedachten soms wat kinderachtig zijn, zijn ze vaak hilarisch en een beetje ‘all over the place’, zodat je een realistisch beeld krijgt van Alena. Dit is echter het enige positieve wat ik over dit boek te zeggen heb. Al met al vond ik dit boek een grote teleurstelling. De flaptekst bereidt je voor op een spannend verhaal met veel actie, maar dit blijft uit. Ik had er zoveel meer van verwacht!
0neg
Was het niet Jezus Christus zelf die ons in de bijbel de goede raad gaf wat betreft het schrijven van dit soort boeken, toen hij riep tot zijn discipelen: NIET DOEN!!
0neg
Vol verwachting ben ik eraan begonnen. Van het genre van Stephen King en Dean Koontz kan ik echt smullen. De eerste (lange) hoofdstukken lees je over de frustraties van Louise: een lawaaierige buurman waardoor ze niet kan slapen en haar zoon die sinds het begin van het schooljaar op een kostschool zit. Het duurt echt super lang eer het verhaal op gang komt. Ik had iets totaal anders verwacht: wendingen, verkeerde sporen, en vooral spanning en hier en daar een climax. Een thriller is het dus allesbehalve. Als er op het omslag 'psychologische roman' had gestaan, zou ik zeggen: missie geslaagd. Want het hoofpersonage maakte zichzelf knettergek en hallucinant...
0neg
Het lijk van een man met doorgesneden keel dat uit de Thames wordt gevist draagt een ziekenhuisbandje om de pols met de naam van Frieda Klein erop. Een naam die bij de politie ondertussen maar al te bekend is. Friday on my mind is de nieuwste thriller van het schrijversechtpaar Nicci French. Het is het vijfde deel van een serie met personage Frieda Klein in de hoofdrol. De man blijkt Sandy, een ex van Frieda. Frieda is vanwege haar verleden hoofdverdachte in de moordzaak maar ze weigert zich zomaar over te geven. Ze slaat op de vlucht om de waarheid boven tafel te krijgen. Tijdens haar zoektocht wordt het steeds lastiger om zichzelf voor de politie verborgen te houden en er lijken nog meer mensen naar haar op zoek te zijn. Het taalgebruik is erg simpel. Dit is meteen het opvallendst in het eerste hoofdstuk, omdat het hier een vijfjarig kind is dat over haar rondvaart op de Thames vertelt. Na dit hoofdstuk blijft het simpele taalgebruik echter gehandhaafd, zij het in iets mindere mate. French gebruikt geen moeilijke woorden of ingewikkelde zinnen. Lange zinnen zijn steeds aan elkaar gelast met een overtollig gebruik van het woord ‘en’. Dit opsommende karakter is storend bij het lezen van de langere beschrijvingen, hierdoor wordt het langdradig: “But it all felt too tiring and she just lay back and felt hands on her and the stretcher was being carried down the hall and the sun was in her eyes and the flashing lights and then she was inside the ambulance and the doors were slammed and there was the sound of the siren and then the doors were opened again and Frieda just saw the blue sky briefly, then strip lights.” Een ander aspect dat deze langdradigheid benadrukt is de vele details over wat personages denken en doen. French werkt elke scène tot in detail uit en dat leest alsof het scènes uit een detectiveserie op televisie zijn. Elke kleinigheid in elke kamer of ruimte wordt benoemd en zorgvuldig uitgewerkt. Hierdoor wordt het makkelijker om je als lezer een voorstelling te maken van hoe en waar het verhaal zich ontwikkeld, maar het doorbreekt ook de opgebouwde spanningsboog. De auteurs beschrijven ook handelingen van personages die helemaal niets met het verhaal te maken lijken te hebben. Hierdoor slaagt French er wel in spannend te houden wie de eigenlijke moordenaar is. Iedereen is een potentiële verdachte. De spannendste stukken zijn de passages met veel dialoog, waar je makkelijk doorheen leest en waarin Frieda steeds nieuwe stukken informatie ontdekt. Door steeds kleine stukjes nieuwe informatie te onthullen weten de auteurs de lezer erbij te houden, ze wisselen de langdradige tussenstukken steeds net voor de lezer afhaakt af met nieuwe elementen die de spanning terugbrengen. Frieda is op zichzelf ook een interessant personage, ondanks de vele beschrijvingen komen we eigenlijk weinig essentieels over haar te weten. Ze blijft ongrijpbaar en de lezer weet niet of hij Frieda kan vertrouwen. Het perspectief wisselt verschillende keren, maar de verteller houdt altijd zaken achter voor de lezer. De lezer weet minder dan Frieda, zelfs op de momenten dat we met haar meekijken. Zo denkt zij op een gegeven moment te weten wie de echte moordenaar is, maar laat de lezer alleen weten dat ze een idee heeft: “The understanding settled her, like something cold and heavy.” De algemene donkere sfeer weet French goed over te brengen en vast te houden. Wanneer de zaak opgelost is komt er ineens een nieuw perspectief in het laatste hoofdstuk. Dit leidt tot een onverwachte cliffhanger die heel geslaagd is en die toch weer nieuwsgierig maakt naar een vervolg in de Frieda Klein-serie. Friday on my mind is dus geen aanrader voor de literaire lezer, maar als simpele detective zeker geslaagd.
0neg
Kiki van Dijk is een pseudoniem voor een auteur die in Utrecht geboren is. Heel veel meer is over haar (of is het toch een man?) niet bekend, behalve dan dat ze al vier boeken schreef: Zeevlam, Ibiza, Ibiza de erfenis en Lech. In Bali zijn Cita en Joris Wolters getrouwd, maar heel gelukkig is het huwelijk niet. Joris vecht tegen een drankprobleem en is in de gevangenis beland omdat hij in dronken staat iemand heeft aangereden. Cita concentreert zich vrijwel uitsluitend op haar beautysalon. Op een dag krijgt Joris van Kathy, de Australische vriendin van hun 21-jarige dochter Evy bericht dat Evy al twee dagen spoorloos verdwenen is. Joris boekt voor Cita een vlucht naar Bali, waar Evy al enige tijd woont. Zelf mag Joris het land niet uit omdat hij onder toezicht van de reclassering staat. Joris kan goed met zijn dochter opschieten, terwijl de relatie tussen Cita en Evy bepaald niet optimaal is. Aangekomen in Bali ontmoet Cita Kathy, die Evy bij de politie als vermist heeft opgegeven. Een paar dagen later wordt Evy's Schotse vriend William als verdachte door de politie opgepakt. Cita oogt aanvankelijk stoïcijns met weinig gevoel voor haar man en dochter. Ze is een intellectueel, heeft gestudeerd en onderneemt graag. Kennelijk had ze niet gehuild toen haar man Joris in de problemen kwam door dronken iemand aan te rijden en daardoor in de gevangenis terecht te komen. Joris is daarentegen meer een gevoelsmens die het leven niet aan kan. De schrijfster beschrijft afwisselend de stand van zaken bij Cita die ten einde raad is en bij Joris die depressief dreigt te raken en de grootste moeite heeft om niet opnieuw naar de fles te grijpen. De hoofdverhaallijn bestaat uit de belevenissen van Cita op Bali. De opzet om twee heel verschillende karakters tegenover elkaar te zetten, is interessant. Echter de verhaallijn rond de belevenissen van Joris tijdens de tijd van Cita op Bali is vrij mager en lijkt zeker naar het eind er 'bijgesleept' om dit onderdeel meer inhoud te geven. Kiki van Dijk doet qua schrijfstijl erg denken aan schrijfsters als Suzanne Vermeer en Linda van Rijn. Ze hanteert een erg simpel taalgebruik dat daardoor heel toegankelijk is voor een breed publiek, maar daardoor primitief overkomt. Helaas bevat Bali een uiterst dunne ontknoping. Plots wordt duidelijk wie de boosdoener is. Onderbouwing ontbreekt, zelfs de ontmaskeraar blijkt geen bewijzen te hebben. Van een boek dat als thriller geafficheerd wordt, mag in elk geval een behoorlijke ontknoping verwacht worden.
0neg
Harriët Plantinga schrijft sinds 2010 naast haar werk in de gezondheidszorg. Ontwricht is haar vierde boek. In Ontwricht laat Plantinga ons kennis maken met Cordelia (Cor) de Wild, bijna 45, getrouwd met Paul en moeder van twee dochters, Jule en Louise. Zij is in Berlijn voor een congres. Haar collega Ben zou een lezing geven maar hij wordt met een hartinfarct in het ziekenhuis opgenomen en Cor neemt zijn presentatie over. Na haar lezing wordt zij aangesproken door Renardo Spiaggia, een wetenschappelijk onderzoeker. Tijdens hun gesprek blijkt dat beiden het Rijksdaggebouw willen bezoeken dus besluiten ze samen te gaan. Maar, nadat Cor bij Renardo in de auto is gestapt, blijkt al snel dat hij niet van plan is om naar het Rijksdaggebouw te rijden. Hij vraagt naar haar telefoon, stuurt daarmee nog een laatste berichtje naar haar dochters en daarna gooit hij hem weg. Inmiddels is er in huize de Wild paniek ontstaan vanwege het vreemde berichtje en het feit dat Jule haar moeder maar niet te pakken kan krijgen. Ook telefoontjes van Paul naar haar hotel in Berlijn leveren niets op. Als ook Jessica, de beste vriendin van Cor, niets meer van haar verneemt, wordt besloten de politie te waarschuwen. De zaak komt in handen van Anke Koning en zij komt er al snel achter dat Paul iets te verbergen heeft. Als zij hem met deze gedachte confronteert, zegt hij dat dit niets te maken heeft met de verdwijning van Cor. Maar, waar haalt Anke dan andere aanknopingspunten vandaan en hoe moet ze te weten komen wat er met Cor is gebeurd? Ontwricht is een vlot geschreven verhaal dat zich gemakkelijk laat lezen. Simpel taalgebruik en simpele dialogen met uitzondering van af en toe wat wetenschappelijke toevoegingen. Al snel blijkt dat niet alleen Cor zo haar problemen heeft. Ook haar beste vriendin Jessica en zelfs Anke worstelen ieder met zaken in hun privéleven. Dit alles heeft, toeval of niet, in alle gevallen te maken met hun echtgenoten. Dat maakt meteen dat al deze mannelijke personages niet echt sympathiek overkomen, terwijl de vrouwen min of meer in een slachtofferrol terecht gekomen zijn en, behalve Anke zo nu en dan, niet heel veel doen om onder deze rol uit te komen. In het verhaal zitten dus een groot aantal gemeenplaatsen en de meeste gebeurtenissen zijn dan ook niet echt wereldvreemd te noemen. De ontknoping is uiteindelijk heel simpel en eigenlijk is het einde inderdaad verrassend te noemen, maar niet op die manier waar je als lezer in eerste instantie aan zou denken of wellicht op zou hopen. Ontwricht is eigenlijk nauwelijks een thriller te noemen. Van enige spanning is totaal geen sprake. De thema’s in het verhaal, ontvoering en ontrouw zijn niet echt opzienbarend en/of origineel en de verhaallijn zelf is, mede daardoor, niet echt opwindend of spectaculair. Dit geldt helaas ook voor de personages, weinig opvallend en onderscheidend. Al met al een aardig boek voor een druilerige middag maar verwacht er, zeker als thriller liefhebber, niet al te veel van.
0neg
David Hewson (Engeland, 1953) brak in Nederland door met De Vaticaanse moorden, het eerste boek met rechercheur Nic Costa. De Romeinse lusthof is het zesde vertaalde boek in de serie (in totaal zijn er acht Nic Costa-boeken). In de wijk Ortaccio, een rosse buurt die ooit door de pausen in het leven werd geroepen, worden in een atelier een dode man en een dode vrouw aangetroffen. De man is gekleed, de vrouw ligt naakt op een chaise longue. Aan de muur hangt een onbekend erotisch schilderij van de renaissance schilder Caravaggio. De dader is nog in de buurt. Nic Costa treft hem aan op een binnenplaats. De man draagt een bivakmuts. Tijdens de achtervolging krijgt Nic Costa steun van zijn vrouw (een ex-agente) die door de dader wordt doodgeschoten. De man met de bivakmuts weet te ontkomen. De politie staat voor een raadsel. De dode man in het atelier is een bekende kruimeldief van wie niemand zich kan voorstellen dat die iets met de moord te maken heeft. De naakte vrouw is een Franse kunsthistorica die voor het Louvre werkt. Voor haar dood heeft ze seks gehad. Haar dij is bewerkt met een mes. De inkervingen vertonen hetzelfde patroon dat ook terug te vinden is op doeken van Caravaggio. Nic Costa en zijn team krijgen steun van zuster Agata, een expert op het gebied van de zeventiende-eeuwse schilderkunst. Het spoor leidt naar een groep invloedrijke Romeinen, die zichzelf ‘de Ekstatici’ noemen en uit zijn op zinnelijk genot ongeacht de consequenties. De heren staan boven de wet. In ieder geval worden ze van hogerhand beschermd en lijkt de politie machteloos. Spil en as in De Romeinse lusthof is het leven en werk van de schilder Caravaggio (1571 – 1610). Deze schilder leidde een tumultueus bestaan. Na doodslag vluchtte hij uit Rome weg. David Hewson laat het leven van de schilder herleven door de persoon van zuster Agata. Ook Nic Costa is liefhebber van Caravaggio en weet het nodige over diens levensloop en werk op te dissen. Een schilderij van vierhonderd jaar geleden als sleutel voor een recente misdaad. David Hewson heeft genoeg materiaal in handen om van De Romeinse Lusthof een tweede Da Vinci Code te maken. Helaas slaagt hij niet in die opzet. De personages zijn nogal vlak, de dialogen onnatuurlijk en onhandig, de handelingen voorspelbaar of te ongeloofwaardig. Was De Romeinse lusthof een pageturner geweest waar de spanning van afspatte, dan zou je David Hewson al die minpuntjes kunnen vergeven, maar het verhaal komt nooit echt van de grond. Daar voor is het politiewerk te saai, wordt er te weinig voortgang geboekt, weet de lezer vanaf het begin wie de kwade genius is en leggen de speurders zich veel te veel neer bij de opvatting dat sommige mensen boven de wet staan en toch niet te pakken zijn. Grootste probleem vind ik hoofdpersoon Nic Costa die pagina’s lang vergeten lijkt te zijn dat zijn vrouw net is omgebracht. Ongeloofwaardig dus. Net zoals de truc die David Hewson aan het eind van het boek uit de hoge hoed tovert om de zaak in beweging te brengen. Ik zal de scène niet verraden maar het tafereel heeft iets potsierlijks. Wat rest is het decor van Rome. David Hewson die een appartement in de stad heeft weet Rome en haar geschiedenis prima tot leven te wekken. Jammer dat het alleen bij een decor blijft.
0neg
De auteur beschrijft haar pogingen om meer te weten te komen over haar familie die grotendeels in de holocaust is omgekomen. Ik vond het een weinig inspirerend boek, vrij rommelig van opzet en niet goed geschreven. Het is beslist geen boek dat ik aanraad.
0neg
Ik vond het boek tegenvallen, zeker na het boek Het huis van de maskers. Ik heb het boek niet uitgelezen omdat ik het erg saai vond.
0neg
Toen Dan Brown zijn Da Vinci Code schreef wist hij niet dat hij daarmee een heel nieuw genre boeken zou gaan starten. De Da Vinci Code maakte gebruik van een kennelijk aanstekelijke combinatie van een eeuwenoud mysterie met tentakels naar het heden. Koppel dit gegeven aan een hedendaagse speurneus, die gedurende het verhaal van achtervolgde een achtervolger wordt, en een boek heeft alle ingrediënten om een bestseller te worden. Als de schrijver tenminste een goed schrijver is. Niet alleen de schrijvers van een succesverhaal worden rijk van de verkopen, maar ook de uitgevers zien met lede ogen aan dat hun collega-uitgevers steenrijk worden door een succesvol boek uit te geven. Ze zoeken dan de hele wereld af om een manuscript te vinden waarmee ze ook een graantje mee kunnen pikken van die nieuwe trend. Zo is ook Equinox van de Australische schrijver Michael White in Nederland aangekocht door een uitgeverij. Het verhaal doet oppervlakkig gezien aan alle nu bekende voorwaarden om een Dan Brown-achtig verhaal te zijn. Van Isaac Newton, de Engelse ontdekker van de werking van de zwaartekracht, was allang bekend dat hij ook een alchemist was geweest. Alchemie was immers de middeleeuwse voorloper van de chemie en daarin schuilt dus helemaal niets sinisters. Michael White daarentegen poogt Newton neer te zetten als een duister figuur, die met behulp van alchemie en raadselachtige manuscripten, het kwaad probeert te beheersen. Hoewel White al een 25-tal biografieën heeft geschreven over bekende levende en dode personen moet geconcludeerd worden dat Equinox een zeer zwak boek is. Het verhaal wil maar niet spannend worden, Newton wordt zeer ongeloofwaardig neergezet, en aan het eind van het boek wordt het nog gekker. In een goedkope variant op de beginscène van ‘Indiana Jones and the Raiders of the Lost Ark’ wordt afscheid genomen van alle vormen van geloofwaardigheid. Speciaal voor de Nederlandse uitgave schreef Michael White een meer dan dertig pagina’s lange mini-encyclopedie over ‘de feiten achter de fictie’ in een doorzichtige poging om meer historisch gewicht te geven aan het verhaal. Dat is allemaal mislukt en het blijft een boek met een vederlicht verhaal.
0neg
Als dit het beste boek uit de Montalbanoreeks is, zoals Jeroen hierboven aangeeft, dan ben ik er snel mee klaar. De titel intrigeert, de tekst op de achterzijde belooft heel wat, maar ik vond er niet veel aan. Het leest weliswaar lekker makkelijk weg tijdens warme dagen waarop de hersenen geen behoefte hebben aan zwaardere inspanningen, maar het is niet spannend, het is ongeloofwaardig (even snel een kind adopteren, bijvoorbeeld) en de hoofdpersoon is me niet bijster sympathiek. De humor houdt het boek overeind. Een thriller? Nee, dat is het niet.
0neg
met een handvol goede actiescènes en minstens evenveel overbodige., Een Victoriaanse literaire thriller in de traditie van Arthur Conan Doyle, Alexandre Dumas en Edgar Allan Poe. Zo wordt De glazen boeken van de dromeneters aangeprezen. Wie echter op zoek is naar een spannende historische roman, genre De quincunx van Charles Palliser, komt bedrogen uit. De glazen boeken is in de grond, ondanks alle fantasy-kantjes en de Victoriaanse setting, gewoon een actiethriller. En niet eens een erg goede. Desondanks begint De glazen boeken verfrissend en veelbelovend. Miss Celeste Temple krijgt een briefje van haar verloofde, Roger Bascombe, waarin die droogweg hun verloving verbreekt. Ze verzoent zich maar moeilijk met die abrupte breuk, en gaat op zoek naar de reden. Haar zoektocht voert haar naar een afgelegen landhuis, waar allerhande eigenaardige dingen gebeuren. Miss Temple, ontmaskerd als indringster, weet maar ternauwernood te ontsnappen. Tegelijk komen twee mannen in actie. Huurmoordenaar Kardinaal Chang wordt ingehuurd om Miss Temple op te sporen, en dokter Svenson, gedreven door plichtsbesef, probeert zijn prins, Karl-Horst von Maasmärck, op het goede pad te houden. Na wat strubbelingen komt het tot een ontmoeting, en gedrieën trachten ze een groot complot te dwarsbomen, een complot dat verwezenlijkt wordt dankzij blauw glas met magische krachten. Dahlquist spuit duchtig mist in het rond, en creëert aan de lopende band personages (vaak met eigenaardig klinkende namen als Vandaariff en Xonck). Dat het verhaal zich afspeelt in een soort Victoriaanse tijden (waar en wanneer het verhaal zich juist afspeelt, wordt nergens expliciet gezegd), geeft een extra exotisch tintje aan het boek. De eerste hoofdstukken zijn dan ook heerlijk om lezen: al die duistere bondgenootschappen en geheime procédés moeten wel tot een verrassende ontknoping leiden. Helaas. Hoe verder het boek vordert, hoe minder bevredigend de onthullingen worden. Alles komt in het teken te staan van de actie. De achtervolgingen en schietpartijen volgen elkaar in een hels tempo op. Een ondergrondse, buiten gebruik gestelde gevangenis annex landhuis vormen daarvoor de gedroomde locatie: de kamers zijn voorzien van doorkijkspiegels, kijkgaatjes en geheime uitgangen. De drie redden zich uit de meest hopeloze situaties, al dan niet bengelend aan een zeppelin. Na drie wonderbaarlijke ontsnappingen is het leuke er wel af. Al dat heen-en-weergeloop leidt uiteindelijk naar de ultieme confrontatie tussen de drie en hun tegenstanders. Veel nieuws levert die niet meer op, maar qua vorm mag de finale er best zijn. De glazen boeken van de dromeneters is een thriller met een verrassend mager verhaal, met een handvol goede actiescènes en minstens evenveel overbodige. Boeken mogen dik zijn, maar dan mag er ook wel iets in staan.
0neg
Dit is het vierde boek van een voor mij onbekende schrijfster. Ze heeft hier een goed misdaad verhaal neergezet met een strakke en intrigerende plot. Ze is er echter niet in geslaagd om er een meelevend verhaal van te maken, je krijgt geen voeling met de personages. De politie-inspecteur is nochtans een fijn personage en ze heeft hem proberen uit te werken. Tijdens het onderzoek moet hij met zijn eigen menselijke verhoudingen afrekenen, zo zijn daar zijn veranderende puberzoon en diens vriendin, maar ook zijn enigszins onduidelijke relatie met een vrouw wiens hulp hij te pas en te onpas inroept. Het zou een mooie zijlijn in het verhaal zijn ware het niet dat het over gecomponeerd lijkt en er zomaar bij hangt, een storend element zelfs. De uiteindelijke clou en dader worden aan het einde gedropt, ineens is het verhaal afgelopen en heb je moeite om het gebeuren juist te plaatsen. Ik moest er over nadenken wat er nu juist gebeurd was, het leek me niet helemaal duidelijk en ik kreeg niet gevoel dat het allemaal klopte. Dat komt een beetje raar over. Verder is het wel een vlot lezend boek en het had een interessant uitgangspunt, alhoewel niet bijster origineel.
0neg
Na de kassakraker De Da Vinci code is het niet vreemd dat andere schrijvers en uitgeverijen een graantje willen meepikken van het succes van Dan Brown. Uitgeverij Karakter doet in elk geval een poging, zoals al blijkt uit de laatste regel van de flaptekst van dit boek: "Het Sixtijns Geheim is een adembenemende thriller waarin, na Leonardo's geheim in De Da Vinci code, nu ook Michelangelo's raadsel opgelost wordt." Feitelijk stamt het boek uit 1988 en werd nu van onder het stof vandaan gehaald. Het raadsel van Vandenberg bestaat uit acht letters die bij restauratiewerkzaamheden aan de beschilderingen in de Sixtijnse kapel aan het licht worden gebracht. Heeft Michelangelo deze letters aangebracht om ketters gedachtegoed over te brengen? Het Vaticaan vreest van wel en stelt een onderzoek in, geleid door kardinaal Jellinek. Er volgt een speurtocht door stoffige bibliotheken en archieven, afgewisseld door overlegronden. Eerlijk gezegd heb ik al vanaf het begin moeite te geloven of de ontdekking in de kapel zo wereldschokkend is. De hoge geestelijken maken zich er bijzonder druk om, alsof de "Heilige Moederkerk" op haar grondvesten schudt. Het komt op mij gezocht over. Uiteindelijk overtuigt het boek me op dit punt ook niet, waardoor de spanning totaal achterwege blijft. Alleen met de doodsbedreiging aan het adres van Jellinek probeert de auteur er nog iets van te bakken. Te laat. Sowieso is Het Sixtijnse geheim geen gemakkelijke roman. Voorin het boek is er een lijst met personages met vermelding van hun functie. Maar wie onbekend is met de Roomse hiërarchie, zal met moeite de onderlinge verhoudingen gaan begrijpen. Dat is jammer, omdat je als lezer zo niet in het verhaal kunt inleven. Daar komt nog bij dat de meeste personen alleen namen en functies blijven. De karakters worden niet of nauwelijks uitgediept. Het rommelige perspectief, de soms complexe zinnen en het gebruik van Latijnse uitdrukkingen, verhogen het leesplezier evenmin. Om toch een lichtpuntje te noemen, wil ik vermelden dat Vandenberg er blijk van geeft veel kennis te hebben van het Vaticaan en van Michelangelo. Wat dat laatste betreft, lees ik liever een biografie over de beeldhouwer/schilder. Dat is waarschijnlijk nog spannender ook.
0neg
Het boek mogen lezen via Hebban in ruil voor een recensie; leuke deal! Ben eerlijk gezegd niet heel erg enthousiast. Het Brexit-thema is natuurlijk zeer actueel en zeker interessant maar de invulling ervan had wat mij betreft spannender en diepgaander gemogen. De schrijfstijl doet soms wat 'knullig' aan. Hef verhaal wordt verteld vanuit diverse hoofdpersonen en dus ook vanuit verschillende perspectieven. Dit maakt het verhaal soms wat warrig en onsamenhangend. Sommige passages en details zijn totaal niet relevant voor de verhaallijn en werken eerder verwarrend dan versterkend voor het verhaal. Ook de geloofwaardigheid is soms ver te zoeken. Verder maken de vele clichés het er niet veel beter op. Het duurde even voor ik echt 'in het verhaal zat' en ik vond het geen echte pageturner. De spanning had veel beter kunnen worden opgebouwd en opgevoerd en ook het einde van het boek vond ik wat teleurstellend. Wat mij betreft in ieder geval geen boek waardoor je zó wordt geraakt dat je het het liefst in één ruk zou willen uitlezen. Wel heel leuk dat ik deel mocht uitmaken van het 'leesteam'.
0neg
Joseph Finder (Chicago,1958) groeide op in Afghanistan en de Filipijnen. Tijdens zijn studie aan Harvard specialiseerde hij zich in internationale betrekkingen en schrijft hij als expert op het gebied van met name de CIA geregeld voor diverse Amerikaanse kranten. Sinds zijn wereldwijde doorbraak met zijn vijfde thriller Paranoia (2005) werpt hij zich voornamelijk op zijn carrière als thrillerauteur. Inmiddels zijn er elf thrillers van hem in het Nederlands verschenen, waarvan twee met hetzelfde hoofdpersonage, Nick Heller. Zijn nieuwste thriller Verdacht is een standalone. Net als de meeste van Finders thrillers speelt Verdacht zich af tegen de achtergrond van het bedrijfsleven. Non-fictie auteur Danny Goodman, al twee jaar getroebleerd door een hevige writer's block na het overlijden van zijn ex-vrouw, probeert een biografie te schrijven over Jay Gould, een beroemde Amerikaanse industrieel annex ‘uitbuiter’ (N.B. de vertaler had hier misschien beter het woord ‘woekeraar’ gebruikt). Financieel zit Danny zo goed als aan de grond: schuldeisers sturen vooralsnog enkel dreigende brieven maar kunnen elk moment aan de deur kloppen. En dat terwijl hij koste wat kost wil dat zijn dochter Abbey naar haar exclusieve rijkeluisschool kan blijven gaan. Eerlijk gezegd een wat zwak (en ook niet overtuigend uitgewerkt) uitgangspunt, maar tenslotte moet er in Verdacht een reden zijn voor de vijftigduizend dollar die Danny zomaar als ‘lening’ accepteert van Tom Galvin, de vader van Abbey’s nieuwe, rijke hartsvriendinnetje. Nog geen dag later wordt Danny benaderd door agenten van de DEA (Drug Enforcement Administration) en voor hij het beseft, wordt hij geheel tegen zijn zin gebombardeerd tot DEA-informant die Galvin moet bespioneren. Om zo te helpen kopstukken van een uiterst gewelddadig drugskartel op te pakken. Het is een scenario volgens het boekje. Danny zit genadeloos in de tang: meewerken en het risico lopen letterlijk onthoofd te worden, of weigeren en het risico lopen drieëndertig jaar in de bak te belanden, en alsnog te worden vermoord. Dus doet Danny zijn best voor de DEA, wat behoorlijk spannende momenten oplevert tijdens bijvoorbeeld het plaatsen van afluistermateriaal en het doorspelen van computergegevens. Wanneer hij, zijn vriendin Lucy en Abbey te veel gevaar dreigen te lopen begint zijn verzet, wat uiteraard uitmondt in heldhaftige actie en het te slim af zijn van de vijand. Wie hier de werkelijke vijand ís: die vraag dringt zich – ook geheel volgens het boekje - al gauw naar voren. Helaas ligt het antwoord al direct besloten in het overduidelijke punt dat Finder in Verdacht wil maken. Bovendien liggen de hints dat de dingen anders in elkaar zitten dan het lijkt er duimendik en soms op het gênante af bovenop. Voor een auteur die bekendstaat om zijn grondige research maakt Finder zich er een paar keer teleurstellend gemakkelijk af met gebeurtenissen die, óók in fictie, minder vanzelfsprekend zijn dan hij doet voorkomen. Minder snobistische lezers – we gaan inderdaad niet allemaal naar Harvard - hoeven zich hierdoor overigens niet geschoffeerd te voelen, aangezien Verdacht op zich een best aardige, prettig leesbare thriller is. Na spraakmakende boeken als Finders debuut De Moskou Club en Paranoia is het alleen wat jammer dat Verdacht is wat het is: gewoon een lekker tussendoortje, type ‘dertien in een dozijn’.
0neg
Jammer maar wat vond ik dit boek langdradig,ik heb al meerdere boeken van Cathy gelezen maar dit was echt de minste. En zeker omdat het dan zo'n dik boek is vind ik wel dat het vanaf begin moet boeien en niet vanaf pagina 200,want toen kwam er pas wat verhaal in. Het verhaal van Leonie sprak me nog het meest aan en was ook mooi en emotioneel.
0neg
Wat een tegenvaller! Het verhaal van De Verbouwing is ongeloofwaardig en dat maakt het boek tot een matige vertoning. Want als een thriller aan één voorwaarde moet voldoen (dat het spannend moet zijn spreekt namelijk vanzelf) dan is het wel dat het in het echt ook zo maar zou kunnen gebeuren. En dat zit er hier absoluut niet in.
0neg
Elvin Post heeft vijf jaar gedaan over zijn vijfde thriller Dame blanche, zo staat in elk artikel over dit nieuwe boek vermeld. Een schrijfblokkade kostte hem twee jaar en het vinden van het juiste evenwicht tussen thriller- en humoristische bestanddelen vergde veel tijd. In feite doet het er niet toe hoe lang een auteur over een boek doet, het gaat om het resultaat. En dat mag er zijn, als we de coverteksten mogen geloven: “Een nieuwe, spannende, humoristische en filmische thriller van Gouden Strop-winnaar Elvin Post”, “De wrange humor van Elvin Post is ook in dit boek weer ijzersterk – Marion Pauw”. De buitenkant van Dame blanche ziet er alvast gelikt uit en belooft een messcherp, smakelijk verhaal. Televisiekok Jane Raimy heeft het prima voor elkaar: eigen kookprogramma, een miljoenenpubliek en miljoenen dollars op de bank. Desondanks is ze niet happy, want ze heeft niet de complete regie in handen en haar relatie is uit. Ex-gevangene Jerry Lauper ziet Jane op tv en is op slag idolaat van haar. Hij slaagt erin haar te ontmoeten en dan begint het … Positief als hij is – gebaseerd op het boek De kracht van de opbouwende gedachte van Norman Vincent Peale, dat hij zo ongeveer uit zijn hoofd heeft geleerd in de gevangenis – verwacht hij dat de liefde wederzijds is. Vanille-ijs met warme chocoladesaus heet een dame blanche, maar in dit geval slaat de titel van het boek op de titel van het kookprogramma van Jane Raimy. Gelukkig maar, want een heerlijke dame blanche is het niet: het ijs is half gesmolten en de chocosaus amper warm genoeg om nog schenkbaar te zijn. Dame blanche is een zeer matige thriller. De benodigde ingrediënten – mooie, rijke vrouw, stalker, interessante setting – zijn weliswaar aanwezig, maar het verhaal stelt weinig voor en is niet spannend. Sterker nog, het is ongeloofwaardig en het klopt hier en daar niet helemaal, er zijn o.a. namen verwisseld. Na vijf jaar ploeteren mag je als lezer beter verwachten van een auteur die in 2004 de Gouden Strop won met zijn thriller Goede vrijdag. De uitgever had bovendien de fouten moeten constateren en (laten) corrigeren. De tijdlijn in het begin van het boek is warrig, al dan niet opzettelijk gedaan om er een intrigerender geheel van te maken, maar dat leest niet prettig. Het is onmogelijk vriendjes te worden met de hoofdpersonages Jane en/of Jerry, beiden zijn onsympathiek. Jerry is een psychopaat die in foute sociale kring verkeert, eigenlijk slechts bestaande uit neef Carl. Jane speelt een nepperige rol van ‘ook al ben ik een kijkcijferkanon, ik ben heel gewoontjes’. Dat ze zorgzaam is voor haar opa is een wassen neus en lijkt er met de haren bijgesleept om een andere dan haar eigen woonlocatie te creëren waar Jerry haar opzoekt. De op de cover aangekondigde wrange humor is ver te zoeken en overstijgt nergens het flauwiteitenniveau. Voorbeeld: “'Weet je wat me opwindend lijkt, Carl?’ ‘Vertel het eens, schat’, zei Carl, benieuwd naar welk standje ze in gedachten had. Terri-Lynn zei: ‘Vrijen zonder condoom en wéten dat je een baby aan het maken bent.’” Filmisch is Dame blanche wel: het criminele duo Jerry en Carl maakt overal een puinhoop van, dat doet het altijd goed. De kracht van de opbouwende gedachte wekt de nieuwsgierigheid, voor de rest is Dame blanche niet uitgesproken slecht, maar teleurstellend. Voorspelbaar, weinig origineel, mager verhaal met nietszeggende karakters. Veel korte zinnen, dialogen die niet lekker lopen en ook nog een romantisch verhaallijntje, voor de liefhebbers. Het is zó gekunsteld, dat het ernaar uitziet dat er per se, hoe dan ook, eindelijk een boek moest verschijnen. Maar zo hoeft het niet, dan liever nog wat langer wachten op werk dat zich onderscheidt van het gemiddelde.
0neg
De Maya profetie auteur Steve Alten – Thriller Uitgeverij Luitingh-Sijthof B.V. Amsterdam ‘De wereld vergaat over 15 dagen en ik ben nog steeds een kasplantje’ Niemand gelooft Michael Gabriël, de zoon van bekend archeoloog Julius Gabriël die al 11 jaar opgesloten zit in een psychologisch behandel centrum. Het is van groots belang dat zijn theorieën als waarheid worden aanschouwd, ze gaan immers over het einde van onze wereld op 4 ahau 3 kankin, 21 december 2012. Mick’s toestand veranderd wanneer hij Domenique Vanquez, zijn nieuwe psychologe ontmoet. Hij probeert haar te overtuigen dat zijn theorieën waarheid zijn en stilaan groeit hun relatie. Hun onmogelijke zoektocht begint bijna bij het begin, bij de vloedgolf die de dinosauriërs deed uitsterven. Maar ook de blanke, bebaarde geleerde, de Kukulcán , die zowel bij de Mayas als de Olmeken en zelfs in het oude Egypte voorkomt is een onopgelost raadsel. En wat hebben Stonehenge, Ankor Wat, de piramide van Gizeh en de piramide van Kukulcán geografisch met elkaar te maken ? De antwoorden zijn cruciaal voor de redding van de mensheid.Dominique is een van de vertellers van het boek. Het verhaal perspectief verspringt regelmatig tussen Dominique, de buitenaardse wezens, Ennis Chaney, de vicepresident die wetenschappelijke raadsels voorgeschoteld krijgt en het dagboek van Julius Gabriël, de bekende archeoloog die heel zijn leven gewijd heeft aan de zoektocht naar een oplossing voor het einde van de wereld en de vader van Mick. Het is een interessant boek om te lezen na 2012 wanneer blijkt dat hier niets van aan is maar het is moeilijk. Er zijn vele wetenschappelijke termen, die wel verklaard worden maar een grondige aardrijkskundige, geschiedkundige en wetenschappelijke kennis is handig om het boek beter te begrijpen. (Nucleaire bommen die tot ontploffing worden gebracht op kalkstenen formaties in een woestijn in Australië. ) Uiteraard is dit niet noodzakelijk, alles wordt uitvoerig beschreven en uitgelegd waardoor er nog maar weinig dingen zijn waarvan u de functie niet kent. Dit kan tot verveling leiden en maakt het boek niet erg vlot om te lezen. De vele personages hebben elk hun functie in het verhaal maar het is niet eenvoudig om te onthouden wie wie is en wat hij of zij nu weer met het verhaal te maken heeft. Er zijn vele boeken over het einde van de wereld in 2012 en ‘De Maya profetie’ is niet het meest originele of makkelijke boek om te lezen. Het boek krijgt van mij een score van 5/10. Het is avontuurlijk maar heeft weinig diepgang. Als u geïnteresseerd bent in oude culturen, geschiedenis en mysteries dan kan ik u dit boek aanraden. In elk ander geval raad ik het u af om uw tijd in dit boek te steken.
0neg
Mijn verwachtingen waren hooggespannen. Ik ben ruim dertig jaar een fan van Agatha Christie, en dan vooral van de Belgische ex-detective Poirot. De Monogrammoorden vond ik echter veel te langdradig, te veel herhalingen, te weinig humor bevattend en hier en daar zelfs storend met allerlei onmogelijkheden. Pas op de helft van het boek begint het te lopen, dan komen er leuke wendingen en dialogen. Maar al met al heeft dit boek mij niet kunnen bekoren. Jammer.
0neg
Zegt genoeg!
0neg
Hoe er een hele mythologie is ontstaan rond dat kleine stukje mannenlichaam. In deze tragikomische Catalaanse roman 'De Omvang van de Ramp' (1989) krijgt trompettist en notoir rokkenjager Ramon-Maria zijn geslachtsdeel niet omhoog als hij net een begeerde operadiva heeft geschaakt. In de grappigste passage beschrijft Quim Monzó (vol bombast en opgeklopte emotie) hoe een hemelschreiend noodlot neerdaalt op zijn impotente hoofdpersoon. Er zijn niet genoeg hyperbolen om de karikaturale pathetiek te omschrijven van mannelijkheid en man-zijn in traditionele zin: als iets wat valt af te meten aan bedprestaties en competitiedrift. Waar een begripvolle, empathische en sussende vrouwenblik als een vernederende dolksteek binnenkomt, omdat het liefdesspel niet meer volgens de regels gespeeld wordt. Ramon-Maria roept de duivel aan en de ochtend erop gaat het bloed weer stromen. Maar nu zit hij opgescheept met een erectie die niet meer weggaat én die ook nog de aankondiging blijkt van een (fictieve) terminale ziekte. Nog meer pathetiek, nog meer opgeklopte emotie over een man die zijn plek in de wereld verliest. 'De Omvang van de Ramp' (1989) voelt een beetje als een Brusselmans waar tragiek en klucht zo dicht bij elkaar liggen, dat nooit duidelijk wordt welke emotie Monzó probeert op te roepen. Het stijlmiddel van de hyperbolische, bombastische overdrijving wordt te snel een vermoeiende herhaling van zetten. Het helpt ook niet dat het perspectief sluipenderwijs verplaatst wordt van Ramon-Maria's existentiële penisproblemen naar de eerste seksuele ontmoetingen die stiefdochter Anna-Francesca heeft met het andere geslacht. Al vind ik het een aardige vondst dat deze twee personages, die overduidelijk veel invloed op elkaars leven hebben, geen directe interactie hebben. Ook seksueel zijn ze elkaars gelijken én tegengestelden: hij draagt de eenzame consequenties van zijn impulsen als mannetjesjager, terwijl zij moet leren wie ze tot haar lichaam wil toelaten en wie niet. En hoewel puberkenau Anna-Francesca alles wil loslaten wat doet denken aan Ramon-Maria, staat ze dichterbij diens karikaturale mannenidealen dan ze zelf denkt. Het is jammer dat het spanningsveld tussen stiefvader/stiefdochter meer narratieve slimmigheid blijft dan geloofwaardige karakterpsychologie. Hun conflict dooft als een nachtkaarsje in een onsubtiele en voorspelbare finale.
0neg
Voor het I love lezen review team van Meulenhoff Boekerij mocht ik Wat Milo zag lezen. Het een apart, beetje kinderlijk en fantasierijk boek, de hoofdpersoon is Milo, een bijzonder slim jongetje van negen jaar die de ziekte retinitis pigmentosa heeft, waardoor hij de wereld ziet door een kokertje. Milo gaat niet graag naar school en gaat vooral om met volwassenen. Zijn vader heeft zijn moeder verlaten en is met zijn jonge en zwangere vriendin in Abu Dhabi gaan wonen. Wel woont de overgrootmoeder van Milo's vaders kant nog op zolder bij Milo en zijn moeder. Milo zorgt, samen met zijn varkentje, Hamlet, graag voor zijn overgrootmoeder. Zijn moeder bepaalt dat, na een brandje in huis, oma naar een verzorgingshuis moet. Wanneer Milo ontdekt dat de eigenaresse daar de bewoners anders verzorgd dan ze belooft, stelt Milo alles in het werk om deze misstanden, samen met de bewoners en het personeel, aan het licht te brengen. De hoofdstukken lees je afwisselend vanuit het perspectief van Milo, zijn moeder Sandy en zijn overgrootmoeder Lou. Het boek leest vlot weg maar je hebt al snel door dat Milo's plan gaat slagen.
0neg
Ik heb mezelf voorgenomen om van een aantal schrijvers het hele oeuvre van het begin tot en met het laatste boek te lezen. De eerst gelukkige is Simone van der Vlugt. Of ikzelf zo gelukkig moet zijn? Na de spannende Reunie, de tegenvallende Schaduwzuster, was nu Het Laatste Offer aan de beurt. En helaas...ik vond dit boek echt niet goed. Blijkbaar is dit boek geinspireerd op Dan Brown. Het verhaal is kinderachtig, niet geloofwaardig en heeft een onderwerp dat zo gedetailleerd uitgelegd wordt, dat de snelheid uit het verhaal gaat. De achtervolger die hen continu op een onnavolgbare wijze weet te vinden. De vriendin die vermoord wordt, maar waar verder geen traan om gelaten wordt. Etc. Het verhaal klopt vaak gewoon niet. En: wat is er nu wel of niet waar van de oudheidkundige ontdekkingen? Ik zie geen enkele referentie. Ik blijf hopen...op naar Blauw Water
0neg
Anna gaat over een 12/13 jarig meisje (zelf weet ze ook niet helemaal meer hoe oud ze is) en haar broertje Astor. In de wereld is een levensgevaarlijk virus ontstaan die alle oudere mensen krijgen, de kinderen zijn er imuun voor. De ziekte, genaamd De Rode Ziekte, is ook in Sicilië beland. De kinderen moeten zelf zien te overleven. Anna moet samen met haar broertje Astor zien te overleven. Wanneer Astor erg ziek wordt, gaat Anna op zoek naar medicijnen voor Astor. Als ze terug komt is haar broertje verdwenen en gaat ze op zoek naar hem. Tijdens het zoeken naar haar broertje maakt ze allerlei dingen mee. Het boek valt onder YA, maar vind ik persoonlijk niet onder YA passen. Het gaat wel over een jong meisje, maar de schrijfstijl vind ik eerder lijken op een roman. De schrijver ging van hot naar her en weer terug. In het boek lees je elke keer terugblikken van vroeger en hoe de Rode Ziekte alle ouderen heeft gedood. Tijdens deze terugblikken, weet je in het begin niet dat het terugblikken zijn dit word namelijk nergens aangegeven. Zelf kwam ik erg moeilijk in het boek en aan het einde van het boek had ik heel veel vragen die nog onbeantwoord bleven. Als lezer moet je daar echt van houden, want het eindigd ook met een open einde. Als je niet van open eindes houdt, dan zou ik dit boek ook niet lezen. Het boek was leuk, maar ik zou hem niet zo snel nog een keer willen lezen.
0neg
Wat me tegenhield om eerder in dit boek te beginnen was eigenlijk het omslag... Het trok en trekt me totaal niet aan. Maar ja, d'r staat wel Andrew Klavan op, dus na een poosje heb ik maar moed gevat en ben begonnen. En ik werd beloond! Shotgun Alley - de naam van een kroeg waar een groot deel van het verhaal zich afspeelt - is een boek dat je een bepaald 'onderbuikgevoel' geeft, een boek dat zich aan je opdringt en niet met rust gelaten wil worden. Jim Bishop en Scott Weiss, het uiterst onwaarschijnlijke duo dat Klavan in zijn boek Vluchtroute ter wereld liet komen, wordt door een erg rijke man ingehuurd om zijn jonge dochter bij de motorclub weg te halen waar ze haar intrek heeft genomen. Haar vriend heet Cobra, en man, wat kan die uit zijn nek l*llen! Gestoord maar briljant of briljant maar gestoord? De lezer mag kiezen maar het mooie is dat die hele Cobra, ondanks zijn (briljante) gestoordheid, toch een zekere aantrekkingskracht heeft. Beverly Graham echter begint het toch een beetje eng te vinden allemaal en ze laat zich dus na enig aandringen, waarbij Jim zich van zijn beste lichamelijke kant kan laten zien, overhalen om uit de kring van Cobra en zijn vrienden te stappen. Een hard verhaal over een hard bestaan. Geen 'boek voor het slapen gaan' maar wel voor op het strand. Kan de zon een tegenwicht vormen voor de treurigheid die Klavan zo trefzeker weet te beschrijven.
0neg
Ik vond het boek goed maar, ik had beter verwacht. Het thema van het boek was niet zo interessant. Ik vind dat hij het iets serieuzer had moeten schrijven want het was vooral humoristisch en dat past niet bij een thriller. Ik heb niet veel thrillers gelezen maar naar mijn mening is de opstelling van een thriller verhaal anders opgesteld. Het is ook de eerste keer dat Herman Brusselmans een thriller schrijft en dat merk ik wel. Ik verwachte een zeer spannend boek, maar vooral geen boek met zoveel woordspelingen en andere humor. Het boek was niet saai maar er waren wel wat stukjes dat er geen spanning aanwezig was. In het boek waren er af en toe wel wat verassingen die ik niet verwacht had. Maar de moord op de poetsvrouw van Hugo Claus was schokkend. De moordbrigade vond het wel leuk want ze hadden al weken niks te doen en nu konden ze weer volop aan het werk. Het was zeker niet makkelijk voor hun om de dader te zoeken. Wat het meeste indruk op mij maakte was de manier waarop de poetsvrouw was vermoord, ze was geslagen met een zwaar voorwerp op haar hoofd en haar duim was eraf gesneden. Ik vond de moordbrigade nogal antipathiek vooral commissaris Übertrut omdat hij niet verkozen is als hoofdcommissaris. De personages zijn niet uit het leven gegrepen. Ik kon me niet inleven in de personages omdat veel onderwerpen vrij moeilijk geschreven waren en hierdoor was er af en toe wat verwarring en daarom vind ik het moeilijk om me in te leven in een bepaald personage. Ik vind wel dat het boek duidelijk gestructureerd is want er word weinig gebruik gemaakt van flashbacks of flashforwards. De opbouw van het hele boek was niet makkelijk maar ook niet moeilijk geschreven. Zijn taalgebruik is wel moeilijk omdat hij veel met woorden speelt, er zijn veel zinnen waar je twee keer over moet nadenken voor je het echt snapt. Hij gebruikt ook veel woordgrappen waardoor het boek humoristisch word. De schrijver gebruikt ook voldoende locaties waardoor het niet eentonig wordt. De verhouding qua tijd en het verhaal is ook zeer goed. Ten slotte vind ik het boek geen aanrader daarom geef ik het boek twee sterren, het zou een boek moeten zijn voor niveau één maar ik vond het eigenlijk te moeilijk. Het boek is vooral moeilijk door het taalgebruik van Herman Brusselmans.
0neg
De achterkant van het boek (dat ik mocht buzzen) was veelbelovend en sprak me ontzettend aan. Het begint ook goed: Erik Winter keert na lange tijd weer terug naar Zweden om daar weer aan het werk te gaan en valt direct met zijn neus in de boter: een drievoudige moord op een moeder met haar twee jonge kinderen. Een derde kind blijft ongedeerd. De vraag is niet alleen wie de moorden heeft gepleegd, maar waarom de baby ongedeerd bleef. Het is een warrig geschreven verhaal dat soms van de hak op de tak springt. Het ene moment wordt er een verhoor beschreven en dan ineens zit je in iemands gedachten..die van de moordenaar? Erik Winter? De karakters blijven vlak, behalve Winter. Als eerste kennismaking met deze schrijver is dat erg jammer, want het smaakt niet naar meer. De spanning ontbreekt grotendeels en het plot wordt in mijn ogen wat slordig uitgewerkt. Hierna geen Edwardson meer voor mij. Dit boek krijgt van mij twee sterren.
0neg
Wat een volstrekt waardeloos boek. Een grote hoeveelheid niet uit elkaar te houden personages, een volkomen oninteressante hoofdpersoon met volkomen oninteressante probleempjes, geen plot van betekenis die, voorzover er in de ogen van de auteur sprake is van een plot, zich tergend langzaam ontrolt, en een ontknoping uit een driestuiversroman. Voeg daarbij het kreupele Nederlands en je vraagt je af waarom je alweer je geld hebt uitgegeven aan een waardeloos vod. Niet kopen, niet lezen!
0neg
Dit boek pakte mij niet. Het verhaal was niet bijster interessant en de schrijfwijze boeide mij ook al niet echt. Blij dat ik hem uit heb.
0neg
Titel : De boekhandel Auteur : Penelope Fitzgerald Uitgeverij : Uitgeverij Karmijn ISBN : 978 9492 168 153 Dankzij de facebookgroep Boekenfans en Uitgeverij Karmijn mocht ik dit boek ontvangen en recenseren...waarvoor mijn dank. ‘De boekhandel’ … enkel en alleen de naam doet menigeen boekliefhebber watertanden. Een uitnodigende cover lokte me naar de zetel : mooie gekleurde boeken prijken op het kaft en een kordaat, vrouwelijk postuur valt onmiddellijk op. We schrijven de jaren ’60. Florence, een pittige weduwe op leeftijd, besluit een boekhandel te starten in het kustplaatsje Hardborough. Als snel blijkt dat niet iedereen haar enthousiasme deelt. En wat betreft enthousiasme … wel dat smelt ook bij mij redelijk snel als sneeuw voor de zon. ‘De boekhandel’ telt slechts 140 blz en toch duurt het enige tijd vooraleer je went aan Fitzgeralds manier van schrijven. Over het algemeen leek het net alsof ‘De boekhandel’ een klepper (een boek van ruim 600 pagina’s) was waardoor je heen moest wroeten. Als verknochte thrillerlezer is de schrijfwijze te langdradig, oubollig zelfs. Het gebrek aan energie, sfeer en de overheersende liefde voor boeken werd gemist. Florence vecht voor haar winkeltje, maar toch spat de passie niet uit het boek. De woorden zijn niet hartverwarmend genoeg. Je merkt heel duidelijk dat dit verhaal dateert uit 1978. Daarbij komt nog eens dat je in het begin overmeestert wordt door tal van namen en het moeilijk is om elkeen te onderscheiden. Florence zelf is redelijk goed neergezet qua karakter. Het is een gedreven iemand die niet makkelijk met zich laat sollen. Ze weet wat ze wil, is ook erg bekommert om haar hulpje en is trots op haar winkeltje. Florence bruist van ideeën, maar sommige dorpsbewoners denken daar duidelijk anders over. Politieke spelletjes steken de kop op en jaloezie, nijd en nieuwsgierigheid maken een klassieke paringsdans zoals in elk klein dorp de gewoonte is. Van het hulpje Christine wordt eveneens een duidelijk beeld gemaakt. Maar heb wel mijn bedenkingen over de taalvaardigheid van een 10-jarige in die tijd. Mijns inziens wordt zij iets te volwassen beschreven. Al bij al een prachtig verhaal, maar de manier waarop het allemaal beschreven werd lag me totaal niet. Ik ben er weliswaar zeker van dat dit boek meer in de smaak zal vallen bij een publiek dat houdt van literair werk en romans.
0neg
Simone van der Vlugt is niet de geringste onder de Nederlandse thrillerauteurs. Succesvol in commercieel opzicht en met een prachtige conduitestaat aan bekroningen en nominaties voor diverse prijzen. De Doorbraak is het eerste boek waarvan ik kennis mocht nemen. Dat is eerlijk gezegd geen onverdeeld genoegen geweest. Het boek handelt over de opkomst van een zangeresje. Bijna letterlijk vanuit de goot wordt zij van de ene op de dag beroemd. Beroemdheid heeft zijn schaduwkanten. Daar komt Romeé snel genoeg achter. Het zijn niet alleen de moeilijkheden met stalkende fans en auteursrechten die haar dwars zitten, van liever lee, zonder dat ze erg in heeft, steekt het egoïsme en egocentrisme de kop op. De relaties zijn vluchtig. En wie breekt er herhaaldelijk in? Daar komt bij, dat haar achtergrond als meisje dat van huis is weggelopen, leidt tot grote innerlijke onrust. Wat is er gebeurd met broer Rob, de broer waar ze gek op was, die haar beschermde in een hardvochtig boerengezin? Ook hij is weggelopen. Waar waar naar toe? Haar naspeuringen leidden schipbreuk. Een bezoek aan het ouderlijk huis, een nieuwe confrontatie, is onvermijdelijk. Conclusie Van der Vlugt heeft een rechtlijnig verhaal neergeschreven, waarbij de spanning maar niet wil komen. Het is allemaal tamelijk voor de hand liggend. Met uitzondering van de hoofdfiguur Romeé, zijn alle figuren in het boek vlak en zonder diepgang neergezet. De auteur gebruikt eenvoudige woordjes in korte zinnen zonder moeilijke woorden of begrippen in korte hoofdstukjes, vierenveertig in totaal Het boek van 207 bladzijden is in drie of vier uren te lezen. Een boek voor onderweg naar het vliegveld, wachtend in de hal, tijdens een saaie vlucht naar de plaats van bestemming of in de pendelbus naar het hotel. De waardering moet in overstemming zijn met het grote aantal formidabele boeken dat de afgelopen maanden gelezen is en waarvan er velen de vijf sterren status meer dan verdiend hadden. De Doorbraak met een zwak plot, stilistisch zonder uitdaging, zonder leesplezier en spanning, was in vergelijking hiermede doodsaai. Op een schaal van 10 zou dit boek een boek een drie krijgen. In sterren naar boven afgerond: Twee sterren.
0neg
Al heel lang verheugd op een nieuw boek van Camilla Läckberg,maar helaas,wat een teleustelling. Een voorspelbaar verhaal , verwende rijke types en de onvermijdelijke hoeveelheid sex die tegenwoordig in boeken schijnt te moeten zitten. Erg jammer,zo genoten van Camilla's eerdere boeken.
0neg
Teleurstellend boek van Hosseini. Op zich begeeft hij zich weer op vertrouwd terrein, namelijk tragische gebeurtenissen in de levens van enkele Afghanen, maar met name de structuur van het boek zorgde er voor dat ik de belangstelling voor de hoofdpersonen niet kon vasthouden. Die hoofdpersonen zijn een broer en zus die elkaar in hun jeugd uit het oog verliezen, maar Hosseini verdoet met name in het midden van het boek veel tijd met andere personage die er in feite totaal niet toe doen. Kennelijk slaagde hij er niet in een voldoende dik boek te maken met alleen die broer en zus, maar het onderbreken van de hoofdplot met oninteressante subplotten is een zwaktebod van jewelste.
0neg
Ik ben verder gekomen in het boek dan Naomi maar eerlijk gezegd heb ik dan weer de laatste 140 bladzijdes niet meer gelezen omdat ik het gewoon zat was en ook helemaal niet meer benieuwd was naar de afloop. Dit heb ook nooit met een boek dat ik voor het einde stop met lezen. De verhalen van Marianne Engel (zeg maar verhalen in het verhaal) vond ik wel mooi maar het eigenlijke verhaal vond ik veel te langdradig.
0neg
Zelden heb ik een boek gelezen waarin ik me zo irriteerde aan een hoofdpersoon. Ze onderwerpt zich volledig aan een man die zich gedraagt als een verwend nest. Hij behandeld haar als vuil en weet alles zo te draaien dat het ook nog allemaal haar schuld lijkt. Ze geeft hem overal gelijk in en van eigenwaarde is er geen sprake.. Alles en iedereen moet wijken voor een perfecte relatie die alleen in haar hoofd bestaat. En daar gaat het hele boek over. Jammer!
0neg
In Amerika wordt hij in één adem genoemd met De Dresden Files (De Dresden Dossiers). Van deze serie met magiër Harry Dresden in de hoofdrol zijn elf delen verschenen. Een twaalfde is in de maak. De man achter deze dossiers is auteur Jim Butcher, een beoefenaar van diverse vechtsporten en meer dan verdienstelijk ruiter. Iemand die helemaal thuis is in de wereld van live-action-gaming en sciencefiction. Zijn verhalen worden verfilmd en vinden steeds gretiger aftrek in het buitenland waaronder Nederland. Na Stormnacht is onlangs het tweede deel uitgebracht: Wolvenjacht. Harry Dresden is een praktiserend magiër uit Chicago. Hij verdient de kost als consultant voor de afdeling Speciale Onderzoeken bij de politie. Niet dat dit hem wat oplevert. Opdrachten krijgt hij vrijwel niet meer. In Wolvenjacht lijkt het tij te keren. Dresden wordt op een dag gevraagd een reeks macabere moorden op te lossen. De slachtoffers zijn compleet verscheurd en wolven zijn de meest voor de hand liggende daders. Op verzoek van de kleine, maar niet te veronachtzamen inspecteur Karin Murphy probeert Dresden het spoor van de gewetenloze moordenaars te traceren. Tussendoor krijgt hij adviezen van huisgenoot Bob, een pratende schedel: de humoristische snaar van het verhaal. Dresden krijgt het niet gemakkelijk. De FBI lust hem rauw, een maffiabaas dwingt hem zaken met hem te doen en ondertussen wordt hij omringd door lykantropen en aanverwanten. Als ook nog eens geregeld zijn magische krachten hem in de steek laten, lijkt het einde zoek…. Actie, spanning en humor. Hier is in het verhaal het accent op gelegd. Er is verder gepoogd een detective sfeertje te creëren. Dapper, maar weinig succesvol. Jim Butcher benadert het niveau van auteurs als Ruth Rendell of Henning Mankell in de verste verte niet. Het verhaal snelt binnen de kortst mogelijke keren van een krimi naar een bloederige actiefilm. Wie welke misdaad heeft gepleegd, is slechts bijzaak. De rode draad van het boek hangt op aan alles wat maar enigszins bovennatuurlijk is. Ieder personage blijkt over klauwen en scherpe tanden te beschikken. Gewone, degelijke burgers zijn zelfs met een vergrootglas niet te vinden. Desalniettemin is een belangrijk cliché omzeild. Ik-persoon Harry Dresden is geen onschendbare superheld, maar iemand die in meerdere opzichten kwetsbaar is. Hij is groot, maar niet breed. Hij vloert anderen, maar wordt net zo vaak zelf gevloerd. Hij beschikt niet over een knalrode Ferrari, maar rijdt rond in een puffende Volkswagen Kever. De directe toon waarop hij de lezer aanspreekt, had echter wat minder gemogen. Met een zin als: “'Kijk me niet zo aan. Ik zeg toch, het leek mij op dat moment logisch',” waagt Butcher zich op het randje van het toelaatbare. Toch maakt ook dit deel uit van de opmerkelijke humor die het boek rijk is. Je lust het of je lust het niet.
0neg
Ik heb het niet uitgelezen, moest me er elke keer toe zetten om weer verder te lezen tot ik het gewoon echt zonde van mijn tijd begon te vinden. Aangeprezen als mooi autobiografisch boek over de schrijver als hardloper is het een aaneenschakeling van suffe stukjes en observeringen over inderdaad, hardlopen. Had niet misstaan in een niet al te best hardlooptijdschrift. Dit is al het tweede boek van Murakami dat ik probeer (eerste was Norwegian wood) en niet uitlees. Duidelijk niet mijn schrijver.
0neg
Ik had hoge verwachtingen van dit boek vooral omdat ik genoten heb van de artemis fowl boeken, helaas het viel erg tegen voor mij.
0neg
Van Kader Abdolah vond ik ten minste één boek erg goed, namelijk ‘Het huis van de moskee’. Maar dit boek kon me toch niet erg bekoren. In een lange rij korte ‘hekajats’ vertelt het boek over een reis die de Perzische sjah eind negentiende eeuw maakte door Europa. Dit verhaal wordt doorsneden door het relaas van de verteller, een hedendaagse academicus van Perzische afkomst, Sjeed Djamal. Dit zou interessant kunnen zijn, maar naar mijn idee komt het verhaal gewoon niet tot leven. Abdolah leunt er volgens mij te zwaar op dat al die historische personen die de sjah treft (de tsaar, en daarna het Duitse, Belgische, Franse, Nederlandse en Engelse koningshuis èn nog een hele rij aan bekende wetenschappers en kunstenaars uit die tijd) op zichzelf al interessant zijn. Maar Abdolah weet daar eigenlijk weinig mee te doen. De hedendaagse passages waarin Djamal vertelt over het schrijven van zijn verhaal, is ook al weinig boeiend. Abdolah probeert zijn verhaal gewicht mee te geven door alle hedendaagse misstanden een plek te geven in de vertelling, zoals de Syrische vluchtelingencrisis, maar dat hij ze alleen aanstipt is eigenlijk nogal leeg en zelfs gratuit te noemen. Hetzelfde is aan de hand als de sjah constateert dat alle Europese landen veel wapens maken en daarom vermoedt dat er wel een oorlog op handen zal zijn. Dat is wel heel makkelijk… De vertelvorm is ook niet gelukkig. De hekajat-vorm betekent dat Abdolah is gebonden aan kleine hoofdstukjes, waarvan de laatste alinea steeds de volgende hekajat moet aankondigen. Dit wordt al snel een vermoeiend kunstje. En het plot is verder ook niet bijzonder: welke ontwikkeling maakt de sjah (zowel een wreed en trots als een gevoelig en onzeker heerschap) nu eigenlijk door? Volgens mij is die er niet echt. En de hierdoor gesneden verhaallijn over de eigenzinnige prinses Banoe, die besluit in Europa te blijven, maakt weinig goed. Hiermee is dit naar mijn idee geen geslaagd boek. Abdolah kan echt beter, dat heeft hij met zijn eerder genoemde boek laten zien. Laten we hopen dat hij de volgende keer weer sterker uit de hoek komt!
0neg
Dit boek was een tip van de rubriek #schatzoeken van de bibliotheek. De beschrijving trok mij aan, maar het boek viel me erg tegen. Achteraf las ik in een recensie wat ik had moeten lezen. https://www.tzum.info/2016/01/recensie-penelope-mortimer-de-pompoeneter/ Ik heb veel gemist doordat ik de achtergrond niet kende, maar volgens mij hoor je een boek ook “blanco” te kunnen lezen. Het verhaal gaat over een vrouw die niet weet of wat ze is. Ze is depressief en komt onder behandeling van een psychiater. Ze vertelt over haar verleden, maar als lezer leer je haar niet echt kennen. Haar handelen en denken in het heden worden voor mij niet duidelijker. Ze heeft veel kinderen van verschillende mannen. Ik werd nogal nieuwsgierig hoeveel dat er dan wel niet zouden zijn. Helaas heb ik daar geen antwoord op gekregen. Ik vond het geen boeiend verhaal en veel is mij onduidelijk gebleven. Daarom als tip: lees eerst wat informatie over de schrijfster en enkele recensies, dan is het boek vast beter te lezen.
0neg
Het begint goed met de verschillende verhaallijnen die uiteen gezet worden, maar door het ontbreken van echte plotwendingen is de uitkomst van het boek voorspelbaar. Het boek leest door de korte hoofdstukken lekker weg maar soms was het ook een echte uitdaging om door te lezen doordat de echte spanning ontbrak. Voor mij een eerste kennismaking met de schrijfster Alex Kava maar zij komt niet op mijn lijstje van favorieten voorlopig. Jammer maar helaas.
0neg
Van te voren had ik mij veel voorgesteld van Vermoorde ziel, helaas heeft het boek mijn verwachtingen niet waar kunnen maken. Af en toe had ik het idee dat ik 2 verschillende schrijvers zat te lezen. Het ene moment las het boek prettig en snel door, op het volgende moment werd het ontzettend langdradig. Verder vond ik het verhaal erg rommelig overkomen, er liepen wat mij betreft te veel verhaallijnen door elkaar heen. Als bepaalde stukken eruit gehaald zouden zijn, zou het de leesbaarheid vergroot hebben wat mij betreft.
0neg
‘Net als de overige oöcyten leek ook deze gefixeerde oöcyt gezond en leek hij de normale hoeveelheid granula in het cytoplasma te bevatten.’ Het is zomaar een zin die je op de eerste pagina van Shock tegenkomt. De toon is gezet: je weet meteen dat je hier te maken hebt met een auteur die niet vies is van flink wat medische termen. Gelukkig is Robin Cook, vaak de ‘meester van de medische thriller’ genoemd, ook niet vies van een spannend verhaal met een flink tempo. Hier en daar zijn er wat passages die de niet-medici onder de lezers misschien beter kunnen overslaan, maar over het algemeen weet Cook de lezer bij z’n kladden te grijpen om hem tot de laatste pagina’s niet meer los te laten. Wat maakt het uit dat de personages van bordkarton zijn, sommige acties wel heel ondoordacht lijken en bepaalde gebeurtenissen ronduit onwaarschijnlijk zijn? Je vergeeft Cook een hoop, omdat hij je halsoverkop het verhaal in sleept. In Shock draait het om twee net-afgestudeerde meiden, Deborah en Joanna. Zij zijn allebei aan het promoveren en kunnen wat extra geld goed gebruiken om in alle rust aan hun proefschrift te werken. Daarom besluiten ze eicellen te doneren aan een commerciële kliniek. Met name Joanna denkt hier niet licht over, maar het geld lijkt haar toch wel erg aantrekkelijk. Niet onterecht: de meiden kopen een flat, verhuren deze en vertrekken vervolgens voor meer dan een jaar naar Venetië om daar hun proefschriften af te ronden. Maar wanneer ze terugkomen, kriebelt het toch bij Joanna. Ze zou graag weten hoe het is afgelopen met de door haar gedoneerde eicellen. Zou er een kind uit voortgekomen zijn? Wanneer ze de kliniek benadert, komt ze voor een dichte deur te staan. De arts die haar te woord staat doet zo geheimzinnig, dat Joanna besluit om dan maar op een andere manier bij haar dossier te komen. Deborah laat haar natuurlijk niet in de steek en dus zorgen de twee dat ze een baan in de kliniek krijgen. Vanaf dat punt komen er wel erg veel onwaarschijnlijkheden bij kijken om het verhaal op de rit te houden. Seksistische artsen, computerhackende vriendjes, toevallige conversaties, een psychopatische bewaker en een hele serie medisch-ethische vraagstukken buitelen over elkaar heen. En toch, ondanks de onwaarschijnlijkheden en de eendimensionale personages, weet Cook het spannend te houden. Beetje jammer van de ontknoping, die verrassend is, maar de lezer toch met een wat vervelende nasmaak achterlaat.
0neg
solo-roman door het Child-gedeelte van het ijzersterke schrijversduo Preston&Child. het boek beschrijft de ontdekking over de grafkelder van de eerste Egyptische farao en natuurlijk de "vloek" die hierover uitgeroepen is. het verhaal is korter wat je normaal van het duo gewend bent, is gewoon 'n tussendoortje. dit blijkt dan ook. het verhaal heeft 'n groot John Saul-gehalte. het verhaal had ijzersterk kunnen zijn en naar mijn idee gemakkelijk 4 sterren kunnen behalen. de schrijver houd de spanning door het gehele verhaal er goed in. jammer genoeg heeft hij er 'n personage aan toegevoegd die het verhaal totaal voorspelbaar en breekbaar maakt. het betreft de vrouw van de arts die aan het onderzoekteam is toegevoegd. deze dame is 14 minuten in de "tunnel of light" geweest en heeft hier wat "contacten" aan over gehouden. deze dame is ook gelijk aansprakelijk voor het slechte en gemakkelijk plot. kan natuurlijk ook zijn dat het verhaal en deze personage te weinig is uitgediept. in Duitsland is 'n schrijver met het pseudoniem Jason Dark, die elke week (nu al rond de 1850 stuks) van dergelijke boekjes vol schrijft. jammer Lincoln, dit had zonder Jennifer het beste boek van je kunnen zijn, blijf voortaan gewoon samen schrijven plot * spanning *** leesplezier *** schrijfstijl ***** originaliteit ** psygologie met Jennifer * psygologie zonder Jennifer ****
0neg
Besmetting speelt zo'n vier maanden nadat de gebeurtenissen in het vorige deel Infectie begonnen. Amerika heeft een nieuwe president. Sigler gebruikt een handig trucje om de president te debriefen over wat er de laatste maanden in het geheim gebeurd is, waardoor hij de lezer gelijk een samenvatting van het vorige deel kan geven. Een buitenaardse intelligentie wil de aarde overnemen en de bevolking koloniseren. Mensen worden besmet door zaden die de aliens verspreiden, waarna ze veranderen in moordende monsters. Slechts één persoon, Perry Dawsey, was in het vorige boek sterk genoeg om zich te verzetten en wel door de ziekte uit zijn lijf te snijden. In zijn geval was dat door zijn geslacht eraf te snijden; een feit waar in Besmetting herhaaldelijk aan gerefereerd wordt. De buitenaardse intelligentie heeft het nog niet opgegeven. Haar satelliet Orbital heeft nog wat sondes met zaden over en laat die nu los op de aarde. Het is de bedoeling dat de besmette mensen een poort gaan bouwen waarlangs de buitenaardse afgezanten snel naar de aarde kunnen komen. De Amerikaanse overheid staat voor de immense taak deze aanval tegen te houden. Perry Dawsey is in staat om te onderscheiden welke mensen besmet zijn. Hij is dus als geen ander geschikt om de buitenaardsen te bestrijden. Probleem is dat hij door het Amerikaanse leger gewantrouwd wordt vanwege zijn eerdere besmetting. Het verhaal van Besmetting doet erg simpel aan en dat predicaat geldt voor alles in dit boek. De personages zijn, voor zover ze een achtergrond meekrijgen, erg zwart-wit. Hoofdstukken krijgen titels als ‘Je moet je kinderen niet slaan’, ‘Pret met de sneeuwmobiel’ en ‘Er komt hulp aan’. De schrijfstijl neigt naar naïef en dat geldt niet alleen voor de hoofdstukken waarin het gezichtspunt van de kinderen beschreven wordt. Besmetting lijkt het meest op een goedkope griezelroman. Dit wordt bevestigd door het cliché einde dat zo goed bij dat genre past.
0neg
Kom niet in het verhaal vind het heel verward boek. Na een 150 tal blz heb ik het boek opzij gelegd misschien ik het later nog eens terug neem. Dan nog eens probeer te lezen alles de examen achter de rug zijn en wat meer mijn aandacht er bij kan houden.
0neg
Laat ik beginnen met de complimenten over de verhaallijn. Eenmaal op gang gekomen is dat een goed bedacht verhaal, met af en toe wat ongeloofwaardige passages er in. Maar het voortdurend, bijna letterlijk, herhalen van delen uit Nachtschade is een beetje teveel van het goede. Wanneer je alle terugblikken naar Nachtschade zou verwijderen uit dit boek dan ging er ongeveer 30% van het volume af, lijkt me. Natuurlijk is wel iets nodig om de personages verder diepte te geven maar dit is een beetje teveel van het goede. Terwijl het verhaal zelf behoorlijk heftig is en langzaam naar een oplossing bouwt, is de plot eigenlijk een beetje soft. Er blijven teveel onduidelijkheden hangen over enkele belangrijke (in dit verhaal) personen waardoor het lijkt of Karin Slaughter niet goed weet hoe de volgende delen er uit gaan zien en alle mogelijkheden nog voorhanden wil hebben. Jammer, lijkt teveel op resultaatvoetbal. Ik ben bang dat de volgende boeken een beetje teveel van hetzelfde gaan worden maar ga ze wel lezen. Waarom??? Omdat ze wel spannend zijn......maar wordt wel wat argwanend.
0neg
Er is bijna meer aandacht besteed aan de cover dan het verhaal. De schrijfstijl is dik oké: het leest vlot en de zinnen zijn niet te moeilijk. Maar het voelt alsof de schrijfster een begin en een 'verrassend' einde heeft bedacht en dan iets ertussenin heeft verzonnen om het op een boek te doen lijken... Nee, helemaal geen fan.
0neg
Gisteravond "Paranoia" uitgelezen. Het uitlezen van dit boek heeft me een kleine week gekost en dat is, voor mijn doen, razendsnel. Toch ben ik niet zo lyrisch als de meeste mensen hier. Het boek leest lekker vlot weg en het plot is niet al te moeilijk. Ook het aantal personen dat "meedoet" is relatief klein. Al met al dus een boek "om niet teveel bij na te denken". De reden dat het boek mij een beetje tegen viel, was wellicht het hoge verwachtingspatroon. Maar goed, mijn motivatie voor de twee sterren score: het boek is geschreven in de ik-vorm. Toch leeft de lezer eigenlijk geen moment echt mee met de "ik"-persoon. Het blijft allemaal wat afstandelijk. De gebeurtenissen en de gedachtenspinsels worden (niet al te uitgebreid) beschreven. En daar blijft het bij. Mijns inziens een gemiste kans. Daarnaast pakt het verhaal de lezer totaal niet bij de strot. Bij een titel als "paranoia" verwacht je dat je als lezer "in" het verhaal gezogen wordt en dat je wordt omgeven door een beklemmende sfeer. Helaas, niets van dit alles. Als de hoofdpersoon op een gegeven moment 's nachts het kantoor van zijn meerdere binnendringt en op zoek gaat naar informatie dan zou daar de spanning vanaf moeten druipen... Maar, helaas, dit is niet het geval. En zelfs het overlopen van de hoofdpersoon van de ene baas naar de andere baas, had geleidelijker gekund. Nu lag het er meteen al dik bovenop. Maar goed... Op naar de volgende thriller!
0neg
Wat een afschuwelijk boek als je geen orthodoxe christen bent. Protestantse romans kunnen ook voor niet christenen amusant zijn, maar dit boek gaat over de grens.
0neg
(Deze recensie verscheen al op CLEEFT.nl in juli 2016. ) Je roman in eigen beheer uitbrengen is op zichzelf bewonderenswaardig. Tina Seskis verkocht meteen 10.000 papieren boeken en 100.000 e-books van haar debuutroman ‘Een stap te ver’. Ze kreeg een contract bij een uitgeverij en haar boek werd aan 18 landen verkocht. De ontknoping van deze thriller is absoluut niet voorspelbaar, maar de te lange zinnen en overdaad aan details, zorgen ervoor dat je dit boek al weglegt, voor je de ontknoping hebt gelezen. ‘Gek hoe gemakkelijk het uiteindelijk is om op te staan uit je oude leven en een nieuw leven te beginnen. Het enige wat je nodig hebt, is genoeg geld voor in het begin en het vaste besluit om niet te denken aan de mensen die je achterlaat.’ Emily verlaat op een dag haar gezin waarvan ze heel veel houdt. Ze besluit om heel iemand anders te worden. Waarom ze is vertrokken blijft tot het einde onduidelijk. ANTICLIMAX ‘Zij kan als geen ander de lezer op het verkeerde been zetten, tot op de állerlaatste bladzijde.’, staat op de voorkant van het boek. Dit klopt zeker, want Seskis verklapt maar kleine beetjes informatie over het verleden van Emily. Zo is er iets voorgevallen tussen Emily en haar tweelingzus Caroline, maar wat dat is blijft lang onduidelijk: ‘Ik ben blij dat ik van Caroline af ben, dat ik haar eindelijk heb opgegeven, ze verdient het na wat er is gebeurd. Ik háát haar nu.’ Doordat veel mysterieus blijft, wordt de nieuwsgierigheid naar de ontknoping steeds groter. De ontknoping komt vervolgens uit een heel andere hoek dan je verwacht. Dat verrast, maar zorgt er tegelijkertijd voor een anticlimax. SLAAPVERWEKKENDE DETAILS Helaas verzandt Seskis daarbovenop pagina na pagina in clichématige conversaties en huisvrouwachtige overbodige details: ‘Mijn bed, matras, kledingrek, beddengoed, kussens, vloerkleed, lampenkap, gordijnen – allemaal in smaakvolle tinten wit of crème – kosten nog geen driehonderd pond. Het heeft iets meer dan anderhalf uur gekost, inclusief het ontbijt.’ Dit soort details voegen niets toe aan de verhaallijn. Ze zorgen er alleen voor dat je je door de roman moet worstelen om tot de teleurstellende afloop te komen en dat is de moeite niet waard.
0neg