text
stringlengths 4
22.7k
| label
class label 2
classes |
---|---|
Ook ik was één van de 150 gelukkigen die, dankzij de #hebbanadventskalender, een exemplaar mocht lezen dat uitgeverij Brandt ter beschikking stelde. Enige voorwaarde : een recensie vóór 31 januari. Op de valreep dus.
Rianne van Voorst is een antrologe die zowel fictie als non fictie schrift. Dit boek is haar tweede roman.
Rêve Chaulk en haar ouders worden door elkaar geschud door de zelfmoord van broer en zoon Justin. Het hoofdpersonnage Rêve heeft het moeilijk om haar gevoelens te plaatsen, daar waar haar ouders doorgaan alsof er niets gebeurd is.
Ze gaat niet meer naar school, laat vriendschappen verwateren... Ze voelt zich schuldig aan de dood van haar broertje.
Ze beslist om die dienst te nemen in het leger. Zo hoopt ze door discipline en regels haar leven op orde te krijgen. Op missie is ze een gewaardeerd lid van het team en vindt ze de liefde. Door een stom ongeval wordt ze naar huis gestuurd en even later wordt haar geliefde gedood. Ook hier voelt ze zich schuldig, omdat ze zich door haar oversten misgegrepen voelt en vindt dat ze onterecht naar huis gestuurd werd.
Ze voelt zich verloren en aan haar lot overgelaten en vindt dat niemand haar begrijpt.
In het nawoord geeft de auteur aan dat ze heel gedegen research heeft gedaan en dat de echtgebeurde verhalen van militairen mooi verweven werden in het geheel.
Het is een indringend verhaal maar de gevoelens worden niet echt tot leven gewekt
De verhaallijn komt heel afstandelijk over. Je bent getuige van de moeilijkheden van Rêve om haar leven weer zin te geven na het verlies van Justin, haar broertje, en van Frank, haar geliefde.
Een heel aangrijpende quote is :
Ik had ook geen toekomst meer, maar dat kwam niet omdat die abrupt van mijn leven was afgesneden maar omdat ik me binnen mijn leven geen toekomst meer kon voorstellen.
De dialogen zijn levensecht en de schrijfstijl aangenaam. Zonder ellenlange beschrijvingen of gecompliceerde zinnen.
Maar, niettegenstaande dat, is het verhaal langdradig uitgesponnen. Je leest een droog verslag van toch wel belangrijke levensgebeurtenissen en dit wekt geen gevoelens op | 0neg
|
Veel mazzel heeft Dolores Price niet gehad in haar jeugd, dat moet ik toegeven, maar ze maakt er zelf ook wel een janboel van. Ze is erg, erg goed in zwelgen in ellende, wat er voor zorgde dat ik regelmatig geen zin had om verder te lezen. Het verveelde me.
Toch uitgelezen en gelukkig, als een goed Hollywoodboek liep alles toch nog goed af. Eind goed, al goed? Nee. Begin aardig, midden steeds vervelender en pas als Dolores aan het eind terugkeert naar Oma's huis, wordt het weer aardiger. Maar het blijft een boek onder de middelmaat, omdat het me - behalve vervelen - verder vrijwel nooit iets deed. Ik denk (en hoop) dat ik Dolores Price heel snel weer vergeten ben, in tegenstelling tot wat me beloofd werd . Wally Lamb krijgt nog een herkansing met Vleugelslag, maar alleen omdat dat boek al in mijn bezit is. | 0neg
|
Na The Game had ik hoge verwachtingen van het vervolg, maar het viel tegen. Het was erg chaotisch en onrealistisch. | 0neg
|
Etan Green, hersenchirurg, racet om van zijn chagrijn af te komen met zijn jeep door de woestijn nabij Beër Sjeva. Hij weet nog net voor een stekelvarken te remmen maar rijdt vervolgens wel een Eritrese man dood. Hij vlucht. De volgende dag staat Sirqit voor z’n deur, de weduwe van de gestorven vluchteling. Zij hoeft geen geld, maar voortaan moet hij op afroep beschikbaar zijn om in een garage medische hulp te verlenen aan Eritrese vluchtelingen.
Wat volgt: de moeite die Etan moet doen om zijn geheime leven te verbergen voor zijn vrouw (die de kwestie als rechercheur onderzoekt), het jatten van medicijnen, de spanning tussen Sirqit en Etan, het riskeren van een carrière, iets met drugssmokkel en corruptie, een kogelregen en het feit dat Etan naast arts en echtgenoot ook vader van twee jonge zoons is.
Wat vond ik van het verhaal:
Het verhaal had volgens mij driehoeksverhouding: Etan, die een Eritreeër aanreed, en zijn vrouw de rechercheur die de zaak onderzoekt, en een moslimse jongeman. Wat had de moslimse jongeman met de zaak van de Eritreeër te maken? Was hij ooggetuige?
En wat had een garage ermee te maken?
Volgens mij vond ik het verhaal zelf langdradig.
.
Wat vond ik van de titel van het boek:
Ik vond de titel niet echt bij het boek passen want het verhaal moest als een thriller overkomen, want niet echt gelukt is.
Wel vond ik de cover wel interessant en mooi.
Ook vond ik het schrijfstijl van de schrijfster van dit boek onduidelijk. | 0neg
|
Literaire thriller? Chicklit? Meer niveau doktersroman als je het mij vraagt. Wat een slecht boek zeg. Mijn kleine zusjes' schrijfstijl is nog beter dan dit. Oninteressante dialogen en dito gebeurtenissen. Beschrijvingen waar te lang over nagedacht lijkt te zijn, waardoor het een passieloos en oninteger verhaal is geworden. Geen moment voel ik iets voor welk karakter dan ook. Ik zie ook niet in waarom de 2 verschillende verhalen (Mallorca en Ruben) door elkaar moeten lopen. Hopelijk heeft "Suzanne" andere talenten waar ze zich op kan toeleggen. | 0neg
|
Zelfs Micheal Connely maakt wel eens een fout. Dit boek is langdradrig,saai en word nergens echt spannend. Jammer want ik lees alles van deze klasse auteur.
Volgende keer beter. | 0neg
|
... mag men niet in de bek (mond!) kijken. Dus heb ik 130 pagina's lang mezelf voortgesleurd in dit - hier - gewonnen boek. En toen heb ik het opgegeven. Wat jammer, wat jammer. Ik had me er zo op verheugd; een voor mij geheel nieuwe schrijver, een verhaal dat zich afspeelt op een continent waarover ik nog niet veel gelezen heb en ook nog eens een cadeautje. Had ik teveel verwacht? Nee, dat kan eigenlijk niet, want ik heb niets gelezen over Etienne van Heerden en zijn boeken, dus een verwachtingspatroon heb ik niet kunnen ontwikkelen. Ik kan dus niets anders concluderen dan dat het me gewoon niet aanspreekt. Het is niet anders.
Maar ik sluit wel af met een mooie zin die ik tegenkwam op pagina 101: Het is nog nauwelijks licht als hij met scheef geslapen haar op zijn kleine veranda staat uit te kijken over de grijze kromming van de baai. | 0neg
|
Ik heb dit boek met (achteraf) enige gemengde gevoelens gelezen. Af en toe dacht ik nu leg ik het weg maar uiteindelijk ben ik dus toch doorgegaan. Het hele verhaal is op zich ongeloofwaardig. Het verband met de 4 bisschoppen is alleen in het eerste en laatste hoofdstuk aanwezig en m.i. nogal gekunsteld. De personages van de jonge pater, de vertaalster en de kasteelheer komen op zich goed uit de verf, maar ik ergerde me nogal eens aan het wat hysterische karakter van de vertaalster. De sfeertekening van en in het dorp is goed. | 0neg
|
Moord terwijl u wacht is niet het nieuwste en tevens achtste deel in zijn serie Q. De Deense succesrijke thrillerauteur Jussi Adler-Olsen (1950) laat zijn fans nog een aantal maanden smachten. Om die talrijke en rusteloze lezersogen toch enigszins te sussen, is Moord terwijl u wacht uitgebracht. Een novelle - vertaald door Kor de Vries – die niet eens de honderd pagina’s haalt. Het kleine formaat en het aanzienlijke lettertype tonen in ieder geval aan hoe minuscuul het boek is. Zijn deze dure pagina’s ruimschoots de moeite, alsook de investering waard?
Lars Hvilling Hansen ondergaat in een kappers- en schoonheidssalon, bij François, een echte metamorfose. Heel bewust kiest hij hiervoor, omdat zijn vrouw hem bestempelt als ‘saai’. Vervolgens dumpt hij haar. Een fris en mooi uiterlijk moet een nieuwe impuls geven aan zijn leven. Dergelijke transformatie heeft slechts een tijdelijk effect. Een tweede intensieve behandeling bij François, die officieel Jens Sørensen heet, dringt zich op. Dit kost echter een fortuin; aldus beslist de protagonist een bijzonder lucratieve activiteit te beginnen als zelfstandige huurmoordenaar. Tevens noemt hij zich Michel De La Motte voortaan. Klinkt indrukwekkend, toch? Het lijkt hem allemaal nog heel goed te gaan lukken ook; de eerste potentiële klant dient zich heel snel aan.
Volgens de quote op de achterflap is Moord terwijl u wacht “een razend spannend moordverhaal”. Moorden vinden zeker plaats, machtig spannend is het echter nooit. Verwacht geen knap overdonderende plot, hiervoor is het verhaal te kort. Uitgediepte karakters? Helaas, driewerf helaas. De lezer verneemt slechts bitter weinig over het hoofdpersonage en de andere heerschappen. Van één ding ben je zeker: je hersenen geraken in geen enkel geval overbelast. Het verhaal is flink doorspekt met humor; een bekend en gewaardeerd bestanddeel uit zijn vorige boeken. Dat wel. Vermakelijk is het eveneens en de opzet is behoorlijk geslaagd.
Goed als een licht verteerbare entree, vooraleer het hoofdgerecht op de ongeduldige lezerstafel komt. Ruim twee jaar na het verschijnen van Selfies, wachten de aanhangers van de schrijver op het achtste deel in de serie Q! Plusminus een uur leesplezier, dit intermezzo is Adler-Olsen onwaardig. | 0neg
|
Het boek handelt in Washington DC en is heel Amerikaans. Het zou natuurlijk fijn zijn als je de weg weet in zo'n stad, temeer daar er veel straatnamen enz. in voor komen. Bij mij is dat niet het geval zodat ik mijn verbeelding flink moet laten werken, laat staan dat je iets van de sfeer kan aanvoelen wat natuurlijk makkelijker gaat als het verhaal zich in een Nederlandse stad zou afspelen. Ook wordt kwistig gestrooid met merken van kleding, auto's, wapens die ik geen van allen ken maar die natuurlijk te vinden zijn op internet evenals de vele muzieknummers waarover geschreven wordt. Zo leer je nog eens wat! En dan die onderwereld daar; wat een gruwel, wat een toestand!
Lorenzo Brown probeert zijn leven te beteren. Na een jarenlange gevangenisstraf werkt hij bij de dierenbescherming, in de straten waar hij eerst in drugs handelde. | 0neg
|
Op mijn 'to-do-lijstje' staat momenteel wat zwaardere literatuur dus ik wilde ter afwisseling een wat sneller tussendoortje lezen. Van deze schrijver had ik wel gehoord, maar nog niet eerder iets van gelezen. En volgens mij heb ik nu net de verkeerde roman gekozen als kennismaking.
Naar mijn mening heeft Egeland zijn research net wat te lang doorgevoerd waardoor het boek bijna een semiwetenschappelijk werk wordt. Ik had moeite om door al die info heen te komen en door de bomen het bos te ontdekken. Slappe actie, mager plot. Ik wil er verder niet te veel woorden meer aan vuil maken. | 0neg
|
De Francaise Dominique Silvain (Thionville, 1957) woont al geruime tijd in Azië (momenteel in Tokyo), waar zij zich volledig aan het schrijven wijdt. Zij schrijft al meer dan 10 jaar romans, waaronder: Baka (1995), Soeurs de sang (1997), Travestis (1998), Techno Bob (1999), Vox (2000) Strad (2001) en Cobra (2002). Strip, dat in Frankrijk in 2004 vercheen, is het eerste deel van een reeks misdaadromans met het duo Lola Jost en Ingrid Diesel in de hoofdrol. Het boek werd door de lezers van de Franse Elle gekozen als beste roman van het jaar.
Alice Bonin (24) werkt als dubbelgangster van Britney Spears voor Paris est une fête, een bedrijf dat verjaardagen, bruiloften, communies, bar mitswas en andere feestjes organiseert. Zij is zich op de 34e verdieping van het Astor Maillot Hotel aan het klaarmaken voor een verjaardagsfeestje als ze zich omdraait en er een doorweekte man in het midden van de kamer staat. Hij loopt naar het raam en zegt dat zij ook moet komen. Dan valt ze uit het raam en komt op het dak van een auto terecht. Jules, cameraman en bezig met een rapportage over portiers van een groot hotel, filmt deze val, maar loopt meteen daarna weg.
Ingrid Diesel, masseuse en stripper, heeft Maurice Bonin (de vader van Alice) als klant en hij vertelt haar dat hij zich zorgen maakt omdat Alice verliefd is op een hidalgo Diego Carli. Hij vraagt Ingrid of zij hem, samen met haar vriendin (tevens ex-commissaris) Lola Jost, wil helpen. Dan gebeuren er een paar opmerkelijke dingen en uiteindelijk worden Ingrid en Lola bedwelmd, meegenomen en gefolterd. Zij weten te ontsnappen, zetten hun speurtocht voort en doen verrassende onthullingen.
De schrijfstijl van dit boek spreekt mij persoonlijk niet zo aan. Chaotisch, verwarrend en vaak onwerkelijk, niet realistisch. Het Samoerai meisje wordt geafficheerd als een moderner versie van een misdaadroman: een kruising tussen een chicklit en een thriller. Dat rechtvaardigt niet de geringe diepgang van het boek. De bevindingen van Ingrid en Lola volgen elkaar te snel op en worden op een te gemakkelijke manier verkregen. Dit boek hangt van toevalligheden aan elkaar. Het opsporen van personen en het boven tafel krijgen van bewijzende onthullingen gaat beide dames wel héél gemakkelijk af. Alle, vaak nogal vreemde personages in het boek blijken elkaar opeens op de een of andere manier te kennen, wat ook niet altijd realistisch en dikwijls verwarrend overkomt.
Geen spanning en geen structuur. Lola en Ingrid lijken op goed geluk maar iets te doen en daar komt toevallig iets uit voort, maar dit alles is te veel door los zand omgeven en kan mijns inziens niet leiden tot een oplossing van de moord of de zelfmoord van Alice.
Over de vader van Alice wordt gaandeweg het boek weinig tot niets meer geschreven en ook andere personages vallen een beetje tussen de wal en het schip. Te pas en te onpas worden er weer andere personen bijgehaald en ook dit maakt het boek verwarrend en onlogisch.
Ook het einde van het boek is ietwat raadselachtig en laat nog heel veel te raden over.
De personages Ingrid en Lola zijn totaal verschillend, maar ze vullen elkaar op de een of andere manier wel aan. Daarbij zijn ze niet te beroerd om een vriend in nood te helpen. Dat is voor mij het enige positieve aan het boek. | 0neg
|
Arjen Lubach schrijft en speelt. Dat doet De Slimste Mens niet onverdienstelijk, gezien de aandacht en de prijzen die hij voor zijn schrijf- en speelwerk krijgt. Eind februari verscheen zijn eerste thriller, IV, waarin een jonge moeder na het plotselinge overlijden van haar vader op zoek gaat naar een oud document met een schokkende onthulling over de geschiedenis van Nederland. Niets bijzonders dus. Net als het eindresultaat. Want hoewel Lubach met een doorgaans fijne schrijfhand een vermakelijk verhaal neerzet, is het hem niet gelukt een teveel aan clichés en ongeloofwaardigheden te vermijden. Als je als thrillerliefhebbende veellezer - en daar zijn er veel van - kennismaakt met een rechercheur die toe is aan vakantie en hoopt ‘dat er in vredesnaam niets meer gaat gebeuren’, weet je meteen dat hij snel hierna de zwaarste zaak van zijn carrière krijgt. Als slimme, maar verder doodnormale jonge vrouwen na een explosie of schietpartij slechts even slikken en weer doorgaan, en als een auteur op cruciale momenten met een nachtbrakende buurman of ooit opgestelde stamboom op de proppen komt, is de kans op een diepe lezerszucht groot. Of het nu met haast, onkunde, gemakzucht of onderschatting van het lezerspubliek te maken heeft, ik weet het niet, maar fabelachtigheid is een euvel waaraan veel verhalen in de overvolle thrillerwereld mank gaan. Het maakt IV tot een boek dat je graag even weglegt, in de hoop dat je de volgende keer wel wordt meegesleept. Jammer. Dat had zeker Arjen Lubach slimmer kunnen aanpakken. | 0neg
|
Mijn verwachtingen waren hoog na een veelbelovend begin, maar helaas is het tegengevallen. Te langdradig, te veel herhalingen. | 0neg
|
Door de geweldige recensies ben ik begonnen dit boek te lezen. Nu ben ik op pagina 68 en erg teleurgesteld. Spanning is nergens te vinden, en van alle uitleg word ik moe. Bovendien stoor ik me aan het taalgebruik. Wat mij betreft een dikke min. | 0neg
|
Ik ben in dit boek al echt een eeuwigheid bezig, en heb nu dan maar besloten dat ik het niet ga uitlezen. Ik vind het echt een draak van een boek! Veel te veel personages die, voor mijn gevoel, elke keer anders heten, dus ik moet elke keer terugbladeren.
Dit het 2e boek van deze schrijfster wat ik probeer en het blijkt dus niets voor mij | 0neg
|
Hij kon me niet bekoren. Heb gelezen tot pagina 80, en dat heeft me heel veel tijd gekost. Misschien neem ik hem ooit terug vast.. | 0neg
|
Het klinkt een beetje als een ‘nieuwe Saskia Noort’, de titel van de debuutthriller De toneelclub van de Nederlandse schrijfster Nathalie Pagie. Als op pagina 11 de geur van aardbeienvlaai alleen al ervoor zorgt dat de kilootjes eraan vliegen is het onmiskenbaar: dit is een vrouwenthriller. Pagie mag wel in haar handjes knijpen wanneer ze met haar eersteling automatisch bij het rijtje Nederlandse thrillerschrijfster wordt geschaard. Toch is dat nog maar de vraag.
Haar protagonist Elin, 28 jaar oud, kan kort omschreven worden als een type ‘platgetreden-“Wees welkom”-deurmat’. Iedereen loopt over haar heen. Ze is lief en een getalenteerde grafisch ontwerpster, maar aan assertiviteit heeft ze nog nooit durven denken. Van haar baas tot en met haar beste vriendin en zelfs haar eigen moeder — iedereen maakt misbruik van haar goedheid. Haar moeder krijgt Elin zover dat ze in haar plaats drie maanden lang elke zondag drie uur op neer reist om bloemen te plaatsen op haar vaders graf. Die al achttien jaar dood is.
Toch verkeert Elin op een punt in haar leven waarin haar vooruitzichten er rooskleurig uitzien. Met hulp van haar psycholoog Jonathan ontworstelt ze zich aan de gevolgen van een desastreuze relatie met haar grote liefde Daniël, van wie ze zijn psychische mishandeling steeds opnieuw vergaf tot het moment waarop hij haar lichaam gruwelijk verminkte en als geesteszieke werd opgeborgen. Elin pakt haar leven weer op: een eigen appartementje, nieuwe baan, een leuke toneelcursus... Maar haar nachtmerries verdwijnen niet. En dan duikt er een gehaat spook op uit het verleden. Opnieuw laat Elin zich door haar voormalig klasgenote Sirpa sarren, koeioneren en tot ver in de coulissen terugdrijven.
Het is op de pagina af halverwege het boek, wanneer de knop omgaat bij Elin. Een typische aha-erlebnis, want in één klap is het glashelder waar het verhaal heen wil. Kon het in de eerste helft nog veelbelovend alle kanten op, vanaf het moment dat Elin heel cliché een assertief actielijstje opstelt dendert ze de bekende weg op. Een wraakgodin is geboren.
Dat is waar het hier een beetje misgaat. Want de manipulatieve vrouw tot wie ze zich al bij uitwerking van punt een — haar baas op z’n plaats zetten — ontpopt is een onwaarschijnlijk grote omslag. En in de voor haar doeleinden hernieuwde omgang met Daniël is ze opvallend snel en gemakkelijk genezen van haar angst en afkeer. Wie is hier nu eigenlijk geestesziek, rijst onbedoeld steeds meer de vraag.
Met Elin als slachtoffer is de situatie — de hele sfeer — onzekerder en daardoor eigenlijk veel spannender dan wanneer ze het heft in eigen handen neemt en zélf enge acties begint te plannen. Even lijkt er een sprankje spanning op te gloeien in een subplotje met een mysterieuze bovenbuurjongen die zijn gestorven huisdieren — leguanen — in een donkere kamer in kisten bewaart. Maar als de buurjongen verhuist blijft het grootste raadsel het twijfelachtige nut van dit niet ingeslagen zijpaadje.
De toneelclub is een rechtlijnig, voorspelbaar verhaal in een verder vlotte, aantrekkelijke schrijfstijl. Met een sympathiek personage dat je niets dan goeds toewenst: een feelgoodthriller, prima voor een regenachtige zomeravond. Door de uitgever aangeduid als ‘literair’ waarschijnlijk omdat Pagie een parallel trekt met het verhaal van Medusa, opgevoerd door de toneelclub, en het leven van Elin. Helaas maakt dat niet vanzelfsprekend literair. Het niveau van Pagies grote voorbeeld Stephen King is een ideaal dat Pagie in de verste verten nog niet benaderen kan. Als ze in een volgende thriller haar plot wat breder en beter gedoseerd uitwerkt is de kans nog het grootst dat zij inderdaad aansluit bij het bekende rijtje Nederlandse, vrouwelijke thrillerauteurs. Wat helemaal niet verkeerd is. | 0neg
|
Niet wat ik er van verwacht had, weinig spanning, karakters niet echt bijzonder. Er zijn vele betere boeken te vinden in dit genre dan De containervrouwen. | 0neg
|
Wat een ontgoogeling.
Dit boek wordt in de pers vol lof onthaald,volgens mij ten onrechte.
Maar wie ben ik ?
Het boek is (opgelet voor mij) niet spannend.Zelfs vervelend.
Ik las in een recensie, je moet volhouden tot aan de helft!
Ik heb het boek uitgelezen tot het einde.
Neen,ik ben blij een nieuw boek te kunnen lezen.
Er zijn veeeeeel boeken die minder bekend zijn en veeeeeel beter zijn. | 0neg
|
Kate vertrekt naar Frankrijk om daar kennis op te doen voor Master of Wine, de examen voor sommeliers, wat Kate van beroep is.
Ze brengt deze weken door bij haar neef Nico en zijn vriendin Heather. Tijdens het opruimen van hun kelder, ontdekt Kate een geheime kamer en een dagboek van een van de vroegere bewoonster Helene, dit dagboek speelt zich af in de tweede wereldoorlog, en is ook nog familie van Kate en Nico, maar was zij nu fout of goed in die tijd?
Aangezien ik een liefhebber ben van boeken uit die tijd, wilde ik deze dus graag lezen. Maar voldeed dit boek aan de verwachtingen die ik had? Namelijk een roman uit de tweede wereldoorlog?
Nee niet helemaal. De stukken vanuit Helenes dagboek wel, die vond ik erg interessant om te lezen.
Het verhaal van Kate?
Niet mijn ding, veel te zoetsappig en te voorspellend, met name haar liefdesleven.
Ook de wijnstukken vond ik totaal niet interessant.
De 2 sterren zijn dan ook voor de stukjes over Helene.
Geen boek wat ik nogmaals zou lezen | 0neg
|
Ik weet niet of ik dit boek zelf gekocht had. Het ziet er adembenemend mooi uit, maar er was iets aan de blurb dat me net niet helemaal overtuigde. En datzelfde gevoel heb ik nu eigenlijk na het lezen van het hele boek. Ik ben niet helemaal overtuigd. Ik ben niet helemaal overtuigd van het concept, van de wereld en van de personages. Het voelt alsof er van alles mogelijk was geweest, maar dat datgene dat er daadwerkelijk mee gedaan is niet de meest interessante optie was.
Het boek kabbelt voor mijn gevoel heel lang maar rustig door. De stukjes informatie worden heel langzaam gepresenteerd en de hoofdpersoon doet er eigenlijk vrij weinig mee. En hoewel ik denk dat het realistisch is, is het wellicht weinig interessant om over te lezen. Het voelt alsof dit niet de juiste hoofdpersoon voor dit verhaal was. De omslag aan het einde, die wat mij betreft ook veel beter had worden mogen opgebouwd, verzacht dat niet.
Eigenlijk voelt dit verhaal alsof het een proloog is, alsof het echte verhaal hierna pas begint. Dit is de inleiding en dat waar het echt om gaat moet nu nog komen. Ik betwijfel echter of ik door het tweede deel van dit verhaal wel overtuigd ga worden. Ik ga het daarom maar links laten liggen. Ik heb gelukkig nog meer dan genoeg andere boeken om me mee bezig te houden. | 0neg
|
Door de Hebban Zomerlezenactie kwam ik in het bezit van Martin Michael Driessen's "De Pelikaan". Mooie actie, Hebban, bedankt!
Helaas vond ik het boek niet sterk: De personages blijven vlak, de emoties nog meer. Dat het dorp klein is, en dat er niets gebeurt, betekent niet dat alle mensen daar dom zijn! Maar die indruk krijg je wel. Ook bevat het boek overbodige opmerkingen. Voorbeeld: er wordt opgemerkt dat de hond te dik wordt, maar dat gegeven verdwijnt in een zwart gat. Er wordt vermeld dat Andrej een afkeer van pelikanen heeft, maar waar die vandaan komt wordt niet toegelicht. Dan dragen die opmerkingen ook niets bij aan het verhaal. Gevoelens worden wel genoemd en beschreven, maar niet voelbaar gemaakt. Het boek wekt geen nieuwsgierigheid, spanning, plezier, droefheid of wat ook op. Zelfs de beschreven oorlog blijft van bordkarton... Jammer want het gegeven is niet onaardig. | 0neg
|
Een bestseller waarvan de filmrechten al verkocht zijn. Dat moet dan toch wel goed zijn toch?
Het verhaal leest als een trein. En dat is niet altijd positief. Het leest namelijk niet zozeer vlot omdat het verhaal me niet los laat, maar omdat het verhaal eenvoudig in elkaar gezet is. Er komt weinig meer bij kijken dan gewoon lezen. De personages en dialogen blijven te oppervlakkig en er is weinig beeldvorming. Daardoor schiet het tekort aan de echte beleving en leest het te gemakkelijk.
De verhaallijnen van Emma en Jane worden om en om afgewisseld. Aanvankelijk vond ik dat wel interessant, omdat ze in het begin beiden gelijktijdig lopen, met het verschil dat Emma heel anders in dezelfde omstandigheden reageert dan Jane. Maar die afwisseling maakt wel dat ik moeite had het verhaal te volgen en geregeld even terug moest bladeren.
Het verhaal zelf vind ik erg ongeloofwaardig, maar dat is iets wat aan bijna elke thriller wel kleeft. Het is normaal gesproken om die reden ook niet mijn favoriete genre om te lezen. Maar bij dit boek vind ik het wel echt heel erg. Ik kan er niet precies mijn vinger op leggen, maar de rol die professionals in het boek vervullen komen gewoon amateuristisch over. Ik kan gewoon niet geloven dat psychologen of gepensioneerde agenten daadwerkelijk op zoveel subjectiviteit leunen. Terwijl dit beroepen zijn die zich baseren op onderzoek en dus objectiviteit. Dat maakt dat ik gewoon niet in de personages kan geloven. Het moet wel beetje realistisch lijken wil het spannend zijn.
De keuze voor een mysterieuze dominante man met dito seksuele voorkeur doet me overigens ook teveel denken aan Fifty Shades of Grey. Niet echt origineel. | 0neg
|
In Schaduw & Drakenstof, het derde en laatste deel van “Schaduwmeesters”, wordt Karan op bladzijde 270 even Lona, een slordigheid die vroeger als zetfout kon worden getolereerd maar die met de elektronische aanlevering van tegenwoordig een onbegrijpelijke fout van de auteur wordt. Blijkbaar ben je dan niet echt betrokken bij je eigen personages, met als gevolg dat ook bij de lezer een eventuele betrokkenheid wreed wordt verstoord. En dat wordt niet gecompenseerd door de tegenovergestelde fout, die op bladzijde 337 wordt gemaakt. Nog erger is de aanspreektitel ‘heer’, waarmee op bladzijde 74 drie keer een alinea wordt begonnen om de inmiddels vertrouwde ‘Meester Leonus’ aan te duiden, hetgeen op de volgende bladzijde met “De beklimming van de trap viel de heer Leonus zwaar” nog wordt verergerd. De heer Leonus creëert een afstandelijkheid die niet past bij een hoofdpersoon die in de vorige twee boeken vertrouwd is geworden als “meester Leonus”. De personages van Peter Schaap worden je toch al zo moeilijk vertrouwd, aangezien zij geregeld worden geschetst op een wijze die niet past bij het beeld dat eerder is gecreëerd. Zoals wijze waarop op bladzijde 76 Sjeggie over de vreemde verandering in zijn beste vriend heen stapt: “… het is of hij een compleet andere persoon is geworden. Ik denk niet eens dat hij mij nog mag. Ik hem zeker niet meer.” Geen verbazing, verzet, woede… geen gevoel. Het is niet écht, en daardoor is ook het personage niet écht.
Dergelijke slordigheden in de karaktertekening komen vaker voor in de boeken van Peter Schaap, zo vaak, dat het als een zwak punt van de auteur moet worden beschouwd. Dit zwakke punt probeert hij zoveel mogelijk te compenseren door het verhaal zo veel mogelijk in beweging te houden. Zo ook in “Schaduw & Drakenstof”. Nadat in de eerste delen samen met de overlevende schaduwmeester de magie van de elfen is teruggekeerd, is de wereld een chaotische en onveilige plaats geworden. De wilde magie is overal actief. Dat maakt het voor de halfelf Baldin en zijn vrienden moeilijk zich tegen de snode plannen van de schaduwmeester te verweren, temeer omdat zij door de omstandigheden van elkaar gescheiden zijn geraakt. Gelukkig is Omaric, de vriend en leermeester van Baldin, nu keizer geworden, heeft ook de schaduwmeester zelf last van de wilde magie, duikt er in de vorm van een bindsteen of stenen draak geregeld een handige deus ex machina op en duikt er naast Baldin ook nog een andere met magie gezegende halfelf op. Dat is allemaal hard nodig, want onder aansturing van een van de schaduwen van de schaduwmeester trekken de strijdlustige Batuwezen het rijk binnen.
Voor de verstokte fantasyfan blijft het verhaal meer dan voldoende in beweging. En zij die de eerste twee delen hebben gelezen, zullen toch willen weten op welke manier het allemaal goed afloopt.
= | 0neg
|
"Ik geloof dat iedereen er nu wel genoeg van heeft," legt de schrijver de hoofdpersoon aan het eind van het boek in de mond. Een hartgrondig 'ja', ontsnapte van mijn lippen. Wat een draak van een boek. Aan het eind maakte het me echt niet meer uit hoe het nou in elkaar gezeten heeft en wie wat had gedaan en waarom, als er maar een eind aan kwam, aan het gewauwel en de nieuwe praatjes en ontdekkingen die altijd in het duister hadden gelegen. Het is zo ongeloofwaardig door zijn ingewikkeldheid en te ingewikkeld om nog geloofwaardig zijn.
Joshua Fleischer doet een beroep op psychiater James Cobb om te achterhalen wat jaren geleden in een Parijse hotelkamer was gebeurd. Was hij de dader? Of was er iets anders gebeurd? Daar wilde hij onder hypnose, geleid door Cobb achter zien te komen. Na de dood van Fleischer blijft de zaak de psychiater intrigeren en hij gaat op onderzoek uit naar de ware tragedie. Dan duiken er dagboekaantekeningen op waar eigenlijk kop noch staart aan zit, die zo ongeloofwaardig zijn, dat je je als luisteraar afvraagt wie zulke onzin kan bedenken en ze kan verkopen als een goed verhaal. De dagboekaantekeningen zijn van een vermeende onderzoeker (naar later bleek was de persoon niet echt een vermeende onderzoeker, maar lees het vooral zelf), die het in eerste instantie nalaat om aantekeningen, die in het appartement in een schoenendoos lagen, mee te nemen en te lezen. Die niet naar de naam vraagt van een onbekende die in zijn - geleende - appartement verschijnt. Dat spoor is alweer een dwaalspoor en zo gaat het maar door: vele personages werpen even zovele lichten op de zaak, maar het wordt onduidelijker en onduidelijker tot dan bij de ontknoping en je je helemaal hebt overgeven en het je echt niet meer uitmaakt hoe het afloopt. Krankzinnig, het zou verboden moeten zijn om zo'n boek uit te geven.
Ter nuancering zou ik mee willen geven, dat dit boek zich niet leent als luisterboek, want ik kan me voorstellen dat wanneer ik het boek gelezen had, ik regelmatig pagina' s, hoofdstukken zelfs had teruggebladerd om te onderzoeken wat ik had gemist. Wat deed dat spookhuis nou in het verhaal? Waar komt Nicolas Perin ineens vandaan? | 0neg
|
Ik vind In het geheim een van de mindere boeken van Baldacci. Het verhaal is zeer traag opgebouwd en er is ook een gebrek aan spanning. Ook zijn er verschillende verhaallijnen die niets met het oorspronkelijke verhaal te maken hebben.
Ik ben een fan van Baldacci maar dit boek stelt teleur. | 0neg
|
Ik ga aan dit boek niet veel woorden vuilmaken. Onbegrijpelijk dat ze dit boek een thriller noemen en nog onbegrijpelijker de titel literaire thriller. Een hoog toen en toen niveau en de spanning is ver te zoeken. Driekwart van het boek gaat over Anouk die het zo zwaar heeft in haar huwelijk en het einde wordt afgeraffeld.
Noem zoiets een vakantieroman, dat dekt de lading. Al lezend vroeg ik mij wel af of Linda van Rijn ook achter de boeken van Suzanne Vermeer zit, zelfde niveau. | 0neg
|
Dit is uiteraard mijn mening. Over smaak valt niet te twisten. Ook niet op boekengebied.
Ik vond het een slecht boek. Ik hield er bovendien een nare nasmaak aan over. Ik vond dat er een goede verhaallijn miste, het onderwerp sprak me totaal niet aan en ik vond bepaalde scènes zo misprijzend dat ik mijn verwantschap, mijn waardering, voor de hoofdpersonage verloor.
Nu weet ik dat dit wel vaker gebeurt bij de boeken van Arnon Grunberg. Ik vermoed dat deze schrijver dit gevoel juist graag aanwakkert bij zijn lezers. Dus wat dat betreft is het hem (ook bij dit boek) weer uitstekend gelukt. Tenminste, bij mij.
Maar of dit boek nu in je hoofd blijft zitten omdat het zo goed is, mooi verhaal, pakkend geschreven etc., of omdat het een tikkeltje walgelijk is en eigenlijk een goede lijn mist, dat is de vraag.
Ik vermoed dat meneer Grunberg het heerlijk vindt zijn lezers een beetje te shockeren, dat er daarom veel publiciteit rondom zijn boeken is, en dat hij daarom lekker verkoopt. Maar of zijn boeken inhoudelijk nou echt zo goed, sterk, boeiend en mooi zijn? Nee, niet voor mij.*
*Zoals eerder vermeld; dit is mijn mening. Dit is zoals ik het zie.
Ik weet dat er meer mensen zijn die negatief over deze schrijver en zijn boeken denken, maar ik weet ook dat er een grote groep is die dol is op zijn werk. Ieder zijn mening, ieder zijn smaak. Ik probeer met deze recensie dan ook niemand te beïnvloeden of veroordelen! | 0neg
|
Het boek doet me denken aan het begin van Midsomer Murders wanneer de dorpsgenoten en de mogelijke verdachten één voor één in beeld komen. Je krijgt een kijkje in het leven van de bewoners van Pagford. Het boek heeft erg veel hoofdpersonen, die regelmatig terugkomen in het verhaal. De schrijfstijl doet me een beetje denken aan die van Maeve Binchy die haar hoofdpersonen uitgebreid beschrijft.
Doordat het verhaal me niet echt kon grijpen heb ik me door het boek heen moeten worstelen. Het is leuk om te lezen, maar ik vind het fijn als ik zo nieuwsgierig word naar hoe het verhaal verder gaat dat ik het boek niet meer weg kan leggen en me verheug op de momenten dat ik weer verder kan lezen. Bij dit boek had ik dat helemaal niet.
Het is een leuke schrijfstijl, maar dan meer voor korte verhalen. | 0neg
|
Dit boek "gelezen" in de vorm van een luisterboek. Wat Noes schrijft over dit boek vind ik nog het meest passen bij wat ik vind over dit boek. Het lijkt idd wel een TROS-klucht (hoe leuk bedacht Noes en zeer treffend!!) Veel te veel personages, ik had moeite de verschillende personages uit elkaar te houden. Het boek is behoorlijk oppervlakkig en niet echt boeiend. Nee, zeker geen literaire thriller hoor. Het epiloog voegt idd niks toe. Dit boek ga ik snel vergeten en zal het een ander ook niet aanraden. | 0neg
|
Met veel zin begonnen aan dit boek. Het leven van een aantal mensen kruist elkaar waarna er een ingewikkelde situatie ontstaat.
Het verhaal speelt zich vanuit voornamelijk vanuit twee personages af. Door deze manier van schrijven ontstaat er wat mij betreft geen prettige flow in het boek. Het leest niet prettig en het overgrote deel gaat eigenlijk nergens over. Op het eind komt er nog wel iets van vaart in, maar het bizarre slot met de onthullingen is dermate overdreven en ongeloofwaardig dat de afsluiting ook heel teleurstellend was.
Op alle vlakken is Wat jij niet ziet tekort gekomen om mij te overtuigen en in het verhaal mee te krijgen.
Ik geef een schrijver altijd een tweede kans, dus hopelijk bevalt een ander boek van Sarah Pinborough mijn beter. | 0neg
|
In de Engelse versie 'Wish upon a star' leren we Claire Bilsop kennen. Een jonge dame die een niet al te hoge functie heeft bij een groot concern en heimelijk verliefd is op een van de grote namen. Thuis is het niet veel beter en eigenlijk is Claire overal het buitenbeentje
Dan word ze door haar grote liefde gevraagd mee te gaan naar Londen voor een business trip. Daar word de wederzijdse aantrekkingskracht verkend.
Op de dag dat ze zouden terugvliegen naar de States, besluit Claire het roer om te gooien. Ze blijft in Londen.
Het verhaal kabbelt een beetje voort en heeft een onbevredigend einde. Claire ontwikkelt zich als een iets modernere vrouw en leert veel over zichzelf en hoe ze staat in het leven. Dit is een fijne ontwikkeling in het boek. Het is ook fijn dat er eens een paar dingen voor haar mee zitten. Helaas overdrijft de schrijfster hier de boel mee. Het is een opeenstapeling van zoetsappige meevallers. En de tegenvallers die er zijn worden snel te niet gedaan.
Daarnaast is het verhaal veel te lang uitgerekt. | 0neg
|
2049. De mens is er dan toch in geslaagd de planeet naar de vaantjes te helpen. Oorlogen hebben van de bol een maanlandschap gemaakt waarop nog amper leven en water is. Straling muteerde de overlevenden in sneltempo tot haar- en seksloze wezens, verstoken van pigment ook. Wie kon, ontsnapte naar het ruimtestation CIEL. Daar heerst Jean de Men als een dictator. Vanop CIEL valt hij de aarde nog steeds aan want hij wil kost wat kost Joan van Stof vinden. Toen de oorlog uitbrak was zij een succesvolle kindsoldate die in staat was de natuurelementen te manipuleren. Jean de Men ving haar ooit maar enkel hij weet dat ze ontsnapte en haar strijd tegen hem onverminderd voortzet.
Lidia Yuknavitch (1963) schreef nooit eerder sciencefiction. Als kind uit een gezin met een vader die haar en haar zuster mishandelde en misbruikte en een alcoholverslaafde moeder, schrijft ze vooral over deze onderwerpen. Ze haalde ooit de selectie van het Amerikaanse olympische vrouwenzwemteam en nam een tijd drugs, en gebruikt ook deze ervaringen in haar boeken. Het boek Joan mag dan wel sciencefiction zijn, maar elementen van Yuknavitch’ eigen ervaringswereld blijven aanwezig. Ze beschrijft extreme vormen van geweld en misbruik, en haar personages zijn niet meer in staat tot seks maar zijn er daarom des te meer door geobsedeerd. Het boek dateert van vorig jaar en werd nu uitgegeven in een vertaling van Thijs van Nimwegen en Anne Roetman.
De hoofdpersonages in CIEL zijn Christine en Trinculo. Zij schrijft plastieken, een vergevorderde tatoeagetechniek om op de menselijke huid te schrijven. Hij is een genie en vindt allerlei vreemde dingen uit waarmee hij Jean de Men dwarszit. Algauw wordt hij gevangengenomen en ter dood veroordeeld. Voor het zover is, verklapt Trinculo aan Christine dat de lang dood gewaande Joan nog leeft. Terwijl Christine naar haar op zoek gaat, schrijft ze het verhaal van Joan. Zo leert de lezer dit verhaal kennen.
Joan is in dit boek een Française, opgegroeid in de buurt van Orléans. Ze strijdt voor haar idealen en belandt zelfs op de brandstapel. Meer hints heeft de gemiddelde lezer niet nodig om te beseffen dat Yuknavitch een moderne hervertelling heeft geschreven van het verhaal van Jeanne d’Arc. Afgezien van wat raakpunten, blijft er van het originele verhaal echter niets over. Ook Jean de Men en Christine zijn gebaseerd op historische figuren, namelijk de dertiende-eeuwse Franse schrijver Jean de Meun en de veertiende-eeuwse schrijfster Christine de Pizan. Christine de Pizan was een fervent tegenstandster van de ideeën van Jean de Meun, net zoals Christine en Jean in dit boek tegenstanders zijn.
Het verhaal lijkt eenvoudig genoeg maar dat is het niet. Het idee is pakken beter dan de uitwerking ervan. Yuknavitch slaagt er vaak niet in om haar ideeën over te brengen op de lezer. Ze werkt ze slechts deels uit en laat de rest over aan de fantasie van haar publiek. Sciencefictionboeken zijn vaak dikker dan gemiddeld, net omdat de auteur wat dingen uit te leggen heeft. Yuknavitch heeft daar lak aan. Een gedurfde keuze, maar in dit geval werkt ze tegen haar. Het aantal losse strengen, onlogische keuzes en onbeantwoorde vragen stapelt zich doorheen het boek op tot één grote spaghetti. Tijdens het eindspel gaat Yuknavitch helemaal los, begint ze steeds vreemdere elementen in het verhaal te introduceren en nemen de gebeurtenissen wendingen die alle verbeelding tarten.
De conclusie is dat Yuknavitch een briljant idee heeft gehad maar dat ze tijdens het schrijven de pedalen is verloren. Het verhaal is extreem dystopisch en post-apocalyptisch en wordt, naarmate het vordert, steeds vreemder en ongrijpbaarder. Yuknavitch weet niet hoe ze sciencefiction moet schrijven en verliest de continuïteit van de plot volledig uit het oog, waarna vreselijke draken van kunstgrepen nodig zijn om het boek een einde te geven. Het is doodzonde dat Yuknavitch dit idee niet in handen heeft gegeven van een ervaren sciencefictionschrijver. | 0neg
|
Ik moet eerlijk zeggen dat ik blij ben dat ik dit boek eindelijk uit heb. Ik ben in een enorme leesdip beland gedurende dit boek en het verhaal bleef maar voortduren. Ik begrijp wat mensen charmerend vinden aan dit boek en ook ik heb de heerlijke parallel getrokken met Forrest Gump, maar ik vind de lezersreacties die op het boek zelf gedrukt stonden enorm overtrokken. Het is een leuk gegeven, die man die in zijn leven zichzelf niks aantrekt van de mening van het grote publiek, maar ik vond het te langdradig. | 0neg
|
't Vaart en 't rijdt en 't vliegt, baas der oceanen, de gronden en de hemel, keizer van alle beesten.' Dimitri Verhulst laat er in Godverdomse dagen op een godverdomse bol geen twijfel over bestaan: de mensheid brengt de wereld om zeep.
Als in een middeleeuwse dodendans schildert Verhulst een grotesk portret van menselijke zelfgenoegzaamheid en verblinding die begonnen is met de geboorte van het menselijke wezen uit het schuim van de zee.
Bijna tweehonderd bladzijden lang laat Verhulst zijn instrumenteel hoofdpersonage het - afgekort tot 't - door enkele scharniermomenten van de menselijke beschaving razen om aan te tonen dat elke zogenaamde vooruitgang nep was: 'Moet er nog geen partij voor de achteruitgang worden opgericht?' Of het nu elkaar de schedel inslaat of de dierenwereld rondom hem, dood en verderf is immers toch de weg van alle vlees. Je zou van minder een romantische reactionair worden. | 0neg
|
Terwijl ik deze review schrijf ben ik nog altijd aan het twijfelen tussen 2 en 3 sterren. 2 sterren omdat ik eigenlijk ontzettend teleurgesteld ben in dit boek. Jammer genoeg liet ook dit boek me in de steek wat griezelfactor betreft. Misschien had de titel en de korte inhoud me op het verkeerde spoor gezet? Ik hoopte echt op een spookachtig verhaal, waar mijn haren van zouden rechtkomen en waar de spanning van af droop. Niets van dit alles jammer genoeg. Het bovennatuurlijke element liet me vooral achter met een “oké dan” gevoel. Waar was de spanning? De actie? De sensatie?
Op zich vond ik het concept van de Heksenhoeve wel erg interessant. Er zaten ontzettend goede ideeën in. Zoals de dagboekfragmenten en dergelijke, maar om de een of andere reden werden deze niet uitgewerkt.
Het engste aan het hele verhaal moet wel de telmatige dwang van Sander, het hoofdpersonage zijn. En laat nu net de gedetailleerde uitwerking van Sanders aandoening de reden zijn waarom ik het boek toch drie sterren zou geven. Nog een sterk punt in het boek is de toevoeging van Anouk, de ex-vriendin van Sander. Een dame met ballen aan haar lijf!
En omdat ik nu toch alle goede punten van het boek aan het opsommen ben, zal ik ook maar even stilstaan bij het dialect gebruik in het boek. Daarvoor alleen zou het boek een extra ster moeten krijgen! | 0neg
|
Ik wilde niet al te hard zijn ik de titel, maar ik vond het boek echt vreselijk. Je zag alles van mijlenver aankomen dus echt speciaal was het niet. De personages handelde ook totaal niet naar hun leeftijd en deden rare dingen. Ook de ouders in het verhaal waren ja, een verhaal apart. Ik heb weinig goeds over dit boek te zeggen. De kaft is wel heel leuk, maar nee hi blijft niet in mijn kast staan. | 0neg
|
Een simpel boek met tips die we allemaal al honderden keren hebben gehoord.
Als je ook maar iets van gezond en fit leven afweet hoef je dit niet meer te lezen.
De challenge achterin is nog enigszins leuk. | 0neg
|
Jazz Bashara leeft op de maan in de stad Artemis. Ze is een smokkelaar met geldproblemen. Om geld te verdienen neemt ze een dubieus maar zeer lucratief sabotage klusje aan. Vanaf dat moment stapelen de problemen zich op en moet ze de hulp inroepen van haar voormalige beste vriend (waar ze niet meer mee praat), haar vader (waar ze sinds een incident een hele moeizame relatie mee heeft) en de enige politieagent in de stad (die ervan droomt haar in te rekenen). Buckle up!
Het concept is zó gaaf. Een heist op de maan? Een mix van crime en scifi? Een badass vrouwelijke smokkelaar? Geef toe, dit klinkt allemaal super cool. Helaas is de uitvoering middelmatig.
Het begint met het scifi element. Weir is hier helemaal in thuis, maar hij heeft de neiging om nogal door te slaan in het verstrekken van technische details. Dit leidt tot betreurenswaardige taferelen. Zo komt het regelmatig voor dat de actie tot stilstand komt voor een ellenlange, onnodige en oninteressante uitleg. Vaak wordt daarbij gegoocheld met termen die, in plaats van dingen te verduidelijken, dingen alleen maar onbegrijpelijker maken. Dit doet de spanning geen goed. Als de lezer geen idee heeft wat er gebeurt, dan is het ook niet opwindend.
Maar het grootste probleem is toch wel Jazz zelf. Het komt als een schok als haar leeftijd op een gegeven moment genoemd wordt en ze blijkt 26 te zijn. Ze gedraagt zich namelijk ongelofelijk puberaal en is dus het grootste gedeelte van de tijd bloedirritant. Haar leeftijd strookt gewoon niet met haar gedrag. Ook als vrouw is ze niet bepaald geloofwaardig. Hoe ze naar haar lichaam kijkt, hoe ze haar seksualiteit beleeft… Het voelt geforceerd en niet authentiek aan. Het heeft allemaal een hoog voor-en-door-mannen gehalte.
Artemis is YA op de maan met een enorme overdosis technobabble. Extreem teleurstellend. | 0neg
|
Een verrassend zwak uitgewerkt thema van het bekende schrijverspaar. Na wat ik reeds van hen gelezen heb, valt dit boek echt weg. Misschien ben ik intussen erg veeleisend geworden voor alles wat deze twee auteurs op de markt brengen.
Het verhaal is opgehangen aan een afgrijselijke moord op een echtpaar, waarbij de dochter net aan de dood ontsnapt. Hoewel dit voldoende stof zou moeten opleveren voor een ijselijk spannend boek, gaat de enige (zwakke) spanning uit van de vraag of de LAT-relatie van de ik-persoon het houdt. Liefelijke huishoudelijke tafereeltjes, professionele obstakels, de practische problemen van een alleenstaande werkende ouder, ... zijn goed als decor, niet als 'body' voor een thriler. Het uiteindelijke moordverhaal hangt er een beetje verweesd bij en de ontknoping is heel ver gezocht. Een afknapper. | 0neg
|
Het boek heeft een interessant uitgangspunt en een vrij mooie plotontwikkeling, hoewel het verhaal wat last heeft van onwaarschijnlijkheden (kan Scotland Yard zomaar een onderzoek overnemen via een inspecteur op vakantie? Weinig waarschijnlijk
) en ongeloofwaardigheid.
Havers ontbreekt op het appel en George zoemt deze keer in op het koppel St. James en Deborah. De onvervulde kinderwens van Deb en de daaruit volgende echtelijke problemen vormen de rode draad in het boek. De driehoek Lady Helen, Linley en Havers werkt echter beter dan dit duo. De licht neurotische Deb en de geestelijk getormenteerde St. James zijn ideale side-kicks voor Linley & Co., maar niet geschikt om een boek te dragen. Halverwege het boek werden ze twee verschrikkelijk irritante mensen wier privé-problemen mij absoluut niet meer konden boeien of zelfs nog maar op enige sympathie konden rekenen. Zoals altijd neemt George ook de tijd om de andere personages te duiden en hun psyche uit te diepen. Meestal geeft dit een toegevoegde waarde aan het verhaal, maar deze keer was de balans tussen het misdaadverhaal en het privé-leven van de personages vaak zoek. Het verhaal stokte herhaaldelijk op cruciale momenten, als George vond dat het weer eens tijd werd om in iemands ziel te kijken. Andere scènes hadden dan weer niets met het plot te maken en voegden alleen nog wat extra bladzijden aan het al lijvige boek toe. De ontknoping was niet het gebruikelijke George-Aha-erlebnis, maar eerder een oef, we zijn er eindelijk door gebeuren. | 0neg
|
Juist omdat de hoofdpersoon, weliswaar niet volledig verlamd maar toch over maar weinig comminucatiemiddelen beschikt, lijkt mij het inlevingsvermogen van de schrijver van dit boek
zeer beperkt. Het gegeven van een hoofdpersoon die wel alles begrijpt maar zelf weinig middelen tot haar beschikking heeft om iets te doen aan wat zij hoort en tastbaar meemaakt verhoogd de spanining en maakt de ontknoping mogelijk. Afgezien van gebrek aan inlevings vermogen van de hoofdpersoon, mis ik de ervaringen van het kind waaraan in het begin van het boek veel aandacht wordt besteedt en naar mijn idee in verhouding, op het eind van het boek te weinig wordt uitgelegd | 0neg
|
Ik was door de recensies van zijn vorige boeken geinteresseerd geraakt in de schrijver.
Levenslijn is mijn eerste boek van hem, en ik moet zeggen dat het me enorm tegenviel.
Het verhaal was erg ongeloofwaardig, maar ik heb me voornamelijk gestoord aan de kinderlijkheid van de dialogen, zo praat je niet met elkaar.
Ik kan me niet echt inleven in de gebeurtenissen die plaatsvinden,omdat ik het geloof allang in het begin ben kwijt geraakt.
Omdat er nog sprake is van enigszins spanning krijgt hij toch nog net 2 duimpjes, meer kan ik er niet van maken, zonde van mijn tijd. | 0neg
|
Hubert van Lier (Merksem) is een gewezen docent aan de Antwerpse Hogeschool en medeoprichter van De Schrijversacademie. In 1989 verscheen de roman Proloog voor een tijdrit, maar wegens tijdgebrek werden verdere schrijversambities tijdelijk opgeborgen. In 1999 startte hij opnieuw met schrijven, waarbij zijn keuze viel op het thrillergenre. De Straffelozen is inmiddels de achtste thriller van deze Antwerpse auteur.
Wanneer Frederica Molsen tijdens het joggen een gsm vindt, is ze vastbesloten het toestel terug aan de eigenaar te bezorgen. Op goed geluk belt ze een willekeurig nummer uit de telefoonlijst en de man die ze aan de lijn krijgt, stelt voor om het toestel bij hem langs te brengen. Even later vindt ze de man echter dood terug en wordt op een haar na zelf ontvoerd. Het besef groeit dat er iets vreemds aan de hand is en ze vraagt Robbe Tjerk, een bevriend onderzoeksjournalist, om hulp. Langzaamaan komen ze op het spoor van gebeurtenissen die zich in het verleden hebben afgespeeld en die ook de aandacht genieten van een neonazistische Antwerpse motorbende. Wanneer het leven van Frederica en Robbe op het spel komt te staan, kunnen ze gelukkig rekenen op de hulp en bescherming van politiecommissaris Jasmine Traay …
Van Lier maakt er een gewoonte van om historische of actuele feiten te verwerken in zijn boeken. Voor De Straffelozen viel de keuze op het bestaan van verborgen nazi-financieringen en de zoektocht van familie van oud SS’ers naar deze rekeningen. Een veelbelovend uitgangspunt, al zal het boek de middelmaat niet overstijgen.
Veel heeft te maken met de uitwerking van de personages of het gebrek daaraan. Ze zijn dusdanig vlak beschreven dat het je als lezer koud laat wat hun overkomt. Op geen enkel moment ontstaat er een band en wanneer ze zich allen, tussen alle dreiging door, nog eens te buiten gaan aan amoureuze escapades hoeft het echt niet meer. Alle geloofwaardigheid gaat verloren en in combinatie met enige voorspelbaarheid maakt dit dat het afwachten is tot het verhaal verteld is, of tot Van Lier teruggaat naar het verleden en de belevenissen van majoor Hermann Breuer vertelt.
Dit verhaal heeft alles waar het in het hoofdverhaal grotendeels aan ontbreekt: boeiende personages, spanning, intrige, vaart … Van Lier bewijst hier duidelijk dat hij een goed verhaal kan vertellen en het is des te jammer dat die kwaliteiten niet in de andere verhaallijnen aan de oppervlakte komen. Wanneer het achtergrondverhaal het eigenlijke verhaal overklast is het niet te verwonderen dat je na het lezen van De Straffelozen achterblijft met een gevoel van teleurstelling. En de gedachte dat enkel het verhaal van Breuer in een meer uitgebreide versie misschien wel tot een veel betere thriller had geleid. | 0neg
|
Ja, vreselijk als je als kind van 6 jaar wordt misbruikt door de buurman. De angsten waar Lilly doorheen gaat is onbeschrijflijk. Toch vond ik dit geen prettig boek om te lezen. Eigenlijk hele vreemde zinnen en vreemde zienswijzes. Je zou inderdaad zeggen dat dit door haar trauma komt en alles niet meer goed kan verwoorden. Ik hou best wel van een waargebeurd verhaal op z'n tijd ( hoe heftig meestal ook) maar dit boek kon me totaal niet boeien en ik miste het gevoel om met haar mee te leven.
Het verhaal is afstandelijk geschreven en ik moet eerlijk toegeven dat ik hem niet uitgelezen heb. Kon echt niet de moed opbrengen. | 0neg
|
Een vlak geschreven braaf verhaal dat pas tegen het einde wat begint te leven. De beschrijving van het leven in de Gouden eeuw geeft een mooi tijdsbeeld waarbij het standenverschil en daarmee impliciet ook de tegenstelling tussen rijk en arm tot uitdrukking komt. De schrijfstijl is weinig verheffend. Regelmatig zinnen herlezen omdat die niet (lekker) lopen. Literair geen hoogstandje. Grietje is wel een mooi karakter. Je gaat een beetje van haar houden!
Liefhebbers van kunst en kunstboeken zullen ‘Het meisje met de parel’ als aanvullend waarderen op hun belangstelling voor kunst en wellicht met meer belangstelling naar de werken van Jan Vermeer kijken.
Het verrast me dat aan dit boek de prestigieuze Barnes & Noble Discover Great New Writers Award is toegekend. | 0neg
|
Ik ben wat minder enthousiast dan de personen van de vorige reacties. Ik vond het boek erg langdradig en verloor mijn interesse constant. Ik wilde hem wel graag uitlezen en op het einde was er wel sprake van enige spanning, maar in mijn beleving minimaal en niet echt bijzonder. | 0neg
|
Wat als je je diepste angst, ondanks professionele hulp, maar niet onder controle kan krijgen? Wat als die angst zich op en dag meester over je maakt en je de dood indrijft? In zijn nieuwste thriller Phobia pakt Luc Deflo uit met een merkwaardige plotwending die, om het zacht uit te drukken, belachelijk slecht is uitgewerkt en ook niet meteen in de smaak valt bij zijn trouwe lezers
Het is ondertussen al 12 jaar geleden dat misdaadauteur Luc Deflo zijn debuut maakte met zijn psychologische thriller Naakte Zielen. Aanvankelijk schreef hij vooral toneelstukken en scenarios, zoals Mannen en vrouwen en De ontspoorden, maar toen de commentaren op zijn boek niets dan lovend waren, stortte hij zich op het schrijven van Vlaamse thrillers. Toen Naakte Zielen in 1999 meteen genomineerd werd voor de Hercule Poirotprijs, lag er een mooie toekomst voor hem open. Toch zou Luc Deflo tot 2008 moeten wachten om deze prijs ook werkelijk in de wacht te slepen met zijn meesterthriller Pitbull.
Dat zijn geboortestad Mechelen hem steeds nauw aan het hart zal blijven liggen, blijkt in al zijn volgende thrillers. Mechelen blijft zijn vaste crime scene, waar het speurdersduo Dirk Deleu en Jos Bosmans voor spannende moordzaken komt te staan. Toch is Luc Deflo in 2005 ook klaar voor een nieuwe uitdaging. Met zijn boek Weerloos begint hij een nieuwe reeks met Cel 5 in de hoofdrol, vijf speurders die onverschrokken op zoek gaan naar verdwenen kinderen.
Tien jaar geleden besloot Luc Deflo zijn geboortestad achter zich te laten en verhuisde naar onze hoofdstad Brussel. Wonen in Brussel heeft mijn leven onvoorstelbaar verrijkt. Maar het is me niet in de schoot geworpen, ik heb er moeite voor moeten doen, beetje bij beetje geleerd me niet op te sluiten in mijn Vlaming-zijn. Dat heb ik vooral te danken aan mijn vrouw, Maria. Zij heeft me door haar Zuid-Amerikaanse openheid mee over de drempel geholpen, zegt hij zelf in een interview.
Met zijn nieuwste boek Phobia is Luc Deflo vastberaden om de spanning hoog op te drijven. Wanneer het lijk van de 20-jarige Kate Verdickt op een morgen in de berm van de autosnelweg wordt gevonden, staan Dirk Deleu, Jos Bosmans en Nadia Mendonck voor een raadsel. Op het eerste zicht lijkt ze het slachtoffer van vluchtmisdrijf, maar een verdere autopsie wijst uit dat ze hoogstwaarschijnlijk is gestorven uit angst. Claustrofobie, bevestigt haar psychiater Reeckmans, maar al gauw blijkt dat Kate Verdickt ook nog in andere duistere zaakjes was verwikkeld. Wanneer ook een tweede en een derde slachtoffer vallen, staat de politie voor een raadsel. Hoofdverdachte nummer 1 wordt Maron Dusic, een 17-jarige jongen die ook bij psychiater Reeckmans in behandeling was voor claustrofobie, maar de vraag is of hij wel werkelijk aan die fobie leed
Met zijn nieuwste boek Phobia lijkt Luc Deflo te willen afwijken van zijn vast genre, de psychologische thriller, en schrijft een alternatieve whodunit. Alternatief weliswaar, want het spijtige van heel de zaak is dat de lezer daar pas in de laatste hoofdstukken achter komt.
Het grote probleem is dat de schrijver heel het boek het gevoel geeft dat alles draait om de psychologie van de mogelijke dader en zijn moeilijke jeugd. Wanneer dat op het einde niet zo blijkt, dat zelfs Maron Dusic de dader niet is, wekt dat een hele grote ontgoocheling op bij de lezer. Het lijkt wel alsof de schrijver halfweg het boek ineens heeft beslist om heel het verhaal om te gooien om het publiek eens te verrassen. Op zich is dat een leuk gegeven, maar hiervoor is het plot gewoon te slecht uitgewerkt. De hele prachtige en geloofwaardige verhaallijn over al dan niet bewijzen van de schuld van Maron Dusic, die uiteindelijk wel bijna heel het boek kost, valt ineens uit elkaar en moet plaats maken voor een belachelijk motief. Dat is gewoon zo jammer, omdat ik er zeker van ben dat Luc Deflo enorm veel aandacht heeft besteed aan het personage Maron Dusic en zijn traumatische jeugd. De enorme tijd die hij waarschijnlijk ook in opzoekwerk heeft gestoken, gaat dan ook op in het niets.
Het verhaal is opgehangen aan fobieën en daar doet de auteur veel te weinig mee. Deflo beperkt zich tot de doodsoorzaak als gevolg van een fobie, maar spitst zich niet toe op hoe de slachtoffers hun doodsstrijd als gevolg van hun fobie hebben ervaren. Jammer voor een boek dat Phobia als titel draagt, schrijft Nico in zijn recensie op crimezone.nl en ik ben het grotendeels met hem eens. Op zich is het een prachtig idee om in een moordverhaal eens te werken rond fobieën. Het drijft de spanning niet alleen op, maar het helpt ook om een zeker taboe te doorbreken. Sterven uit angst lijkt in de eerste plaats niet te passen in een moordverhaal, maar uiteindelijk kan elke lezer er zich wel in vinden. Anderzijds doet hij te weinig met dat thema, waardoor het boek de titel Phobia onwaardig is.
Verder lijkt deze keer Deflos vaste crime scene Mechelen ook weer een belangrijke rol te spelen. Het is niet louter toeval dat het lijk van het tweede slachtoffer Peter Vervunt, die leed aan een ernstige vorm van acrofobie, wordt gevonden aan de St. Romboutstoren. Luc Deflo beklom deze toren zelf om alles nog realistischer weer te geven en gaf de gids zelfs een klein rolletje in zijn boek.
Toch speelt ook zijn huidige woonplaats Brussel een rol in zijn boek, al dan niet in de positieve zin. Op een gegeven moment schrijft hij: Was dat wellicht de reden waarom Maron Dusic hiernaartoe was gekomen? Naar deze plek waar het recht van de sterkste gold en waar blanke en zwarte racisten elkaar de strot afbeten voor een halve meter territoiriumwinst? Of het al dan niet realistisch is, laat ik in het midden, maar is vind het alleszins een hele vreemde manier om uit te drukken dat je je thuis voelt in Brussel.
Tot slot is er ook nog de opvallende verhaallijn over het privéleven van Dirk Deleu en Nadia Mendonck, die er op de juiste momenten voor zorgt dat de moordzaak wordt onderbroken en dat de lezer zo op zijn honger blijft zitten. Uiteraard is dat een positief element in het boek, ware het niet dat ook die verhaallijn niet bijster goed is uitgewerkt. Je zag gewoon dat ze, naarmate het boek vorderde, steeds afzwakte en soms zelfs goedkoop werd.
Het hele boek was dus kortom een rommeltje van verhaallijnen die stuk voor stuk niet goed genoeg waren uitgewerkt. Het prachtige, gedetailleerde motief van Manon Dusic ging in rook op toen die verschrikkelijke plotwending kwam. Laten we hieruit besluiten dat Luc Deflo beter bij zijn psychologische thrillers blijft en deze keer een prachtige kans heeft gemist. | 0neg
|
de nachtmerrie van Ruby wordt werkelijkheid als ze wakker wordt in een kelder in de macht van een verknipte geest. Tijdens haar verblijf in de kelder komt Ruby er achter dat ze niet de eerste jonge vrouw is die hier opgesloten heeft gezeten en die uiteindelijk allemaal gedood zijn. Ruby moet de plaats innemen van Summer, een meisje dat door een overdosis is gestorven. Het politie team van Helen Grace wordt op de zaak gezet van een gevonden stoffelijk overschot. naarmate het onderzoek vordert worden er nog twee lijken gevonden en wordt de link gelegd naar een seriemoordenaar waarvan het jongste slachtoffer Ruby is.
Pluk een roos is het derde deel met Helen Grace van de auteur MJ Arlidge (1974, Londen,VK) en roept bij mij een sterk dualistisch gevoel op.
Volkomen te begrijpen is dat Arlidge inmiddels een grote schare fans heeft en zijn boeken als warme broodjes over de toonbank gaan. Arlidge schrijft al jaren scenario's voor crime series en al zijn ervaring verwerkt hij in zijn boeken. In een filmisch decor, en met herkenbare karakters voert hij de snelheid op door het gebruik van (zeer) korte hoofdstukken en daarnaast het verwerken van plotwendingen die voldoen aan de verwachtingen van lezers. tot zover het glas wat halfvol is. Maar er is ook een kant van het halflege glas. Het is allemaal vreselijk voorspelbaar, alle clichés komen langs, originaliteit is ver te zoeken en het lijkt een samenraapsel van eerder verschenen verhalen. De stijl van de korte hoofdstukken lijkt rechtstreeks gekopieerd van de aanpak van bijvoorbeeld Patterson, en qua inhoud van de regels van het huis van diezelfde Patterson.
Het lezen van dit boek leidt best wel tot een aantal uurtjes leesplezier, maar het blijft niet lang hangen.Zonder na te denken vlieg je door de pagina's heen, maar wat meer verrassing zou aardig zijn. Na de pulproman kun je denk ik spreken van de pulpthriller. | 0neg
|
Is dit het eerste boek van Kava? Ik krijg toch sterk de indruk dat ik er een gemist heb. Ik mis de voorgeschiedenis van de hoofdrolspeelster Maggie, ze is gehavend en getekend uit een vorige opdracht gekomen. In de loop van het verhaal wordt een en ander met betrekking tot die gebeurtenis wel duidelijk maar het gevoel van het gemiste boek blijft.
Vrij vroeg in het boek (pagina 50) dacht ik te weten wie de dader was, dit is gebleven tot ik het boek uit had. Of ik gelijk had ? dat ga ik hier niet vertellen, dat lees je zelf maar.
Het verhaal komt wat moeizaam op gang, er wordt uitgebreid ingegaan op gevoelens en relatieproblemen die naar mijn mening nauwelijks relevant zijn.
Maar nietemin, ik heb de andere delen van Kava ook aangeschaft met de bedoeling ze te lezen. | 0neg
|
De wereld was lange tijd in de ban van 50 tinten grijs. Huisvrouwenporno werd het ook wel genoemd. Na het succes van deze erotische trilogie, verschenen er meer erotische boeken voor vrouwen op de markt. In de boekwinkel werd je dood gegooid met boeken die ‘die nieuwe 50 tinten grijs’ moesten voorstellen. Ook bekende Nederlandse schrijfsters zoals Esther Verhoef (onder het pseudoniem ‘Marique Maas’) doen mee aan deze trend. Waarschijnlijk iets minder bekend is thrillerschrijfster Linda van Rijn. Ze schrijft vakantiethrillers en word ook wel eens de nieuwe Suzanne Vermeer genoemd. Onder de naam Sandrine Jolie schrijft ze erotische thrillers die samen de ‘G’ serie vormen..
Soixante Neuf is het eerste deel uit wat een reeks erotische thrillers moet worden. In dit boek gaat agente Sanne Romeijn undercover in een seksclub nadat daar twee doden gevallen zijn. Ze werkt daar en vermaakt de klanten. En in een seksclub hebben ze ook seks. Om niet op te vallen doet Sanne (undercover als Sandy G) hier gewoon aan mee. Ze ligt als nieuwe goed in de markt en op haar eerste avond heeft ze al meteen vier klanten. Tijdens haar undercoverwerk vallen er nog meer doden. Op het moment dat de moordenaar bezig is de lijst met slachtoffers langer te maken, krijgt Sanne een ingeving over de dader.
Niet bloedstollend spannend en ook niet heel erotisch. Het einde wordt voor mijn gevoel een beetje afgeraffeld, maar zeker een prettig boek om te lezen. Doordat het boek aan de dunne kant is (Iets wat we al kennen van haar vakantiethrillers) kun je het rustig in een middagje/avondje uitlezen. Met de zomermaanden in aantocht is het ook een ideaal boek voor een dagje strand of op vakantie. | 0neg
|
‘De legende van het kleine kasteel Rochebloine, dat nu ingestort is, is bijzonder. Het is de legende van de ‘wrede (of bloedige) hand’.’ Het betreft de legende van de dochter van de heer van Rochebloine; het meisje wier dood nimmer is vergeven. Onder andere dit verhaal ligt aan de basis van De kraaien van Rochebloine door Rob van Olm. ‘Een thriller voor young adults’, zo vertelt de afdruk op de voorkant van het boek. Helaas belooft die sticker net iets te veel. De kraaien van Rochebloine is zwak door de schrijfstijl en het oppervlakkige verhaal. Het is zeker géén thriller voor young adults.
Van Olm start zijn verhaal met een openhartig, zeer beschrijvend begin. In slechts een paar pagina’s voorziet hij de lezer van te veel (achtergrond-)informatie over de situatie en laat hij alle spanning wegebben. Hij start zijn verhaal in het jaar 2016. Maya en Tip zitten in de bovenbouw van het vwo. Op een dag vertrekken zij naar de boekhandel van meneer Valdas, waar ze te horen krijgen dat de man niet meer leeft. De dochter van Valdas schenkt de jongeren een Frans dagboek voor Tips vader, leraar Frans. Het is van Valérie en stamt uit 1685. Maya en Tip besluiten het dagboek te vertalen, als opdracht voor school. Echter, al snel blijkt het dagboek een verborgen probleem bij zich te dragen. Iedereen die erin leest, wordt ziek. Via verschillende omwegen proberen de jongeren de tekst te ontcijferen en langzaam komen ze achter de geheimen van de Franse Valérie.
Na een onaantrekkelijke start, waarin Van Olm te veel telling in plaats van showing hanteert, probeert hij de lezer met uiterst simpele, korte zinnen mee te trekken in het verhaal. Helaas bereikt hij het tegenovergestelde. Zijn verhaal doet op diverse plaatsen kinderlijk aan door de korte zinnen, simpele woorden, de talloze herhalingen en het gebrek aan beeldspraak. Tegelijkertijd wordt het eerste deel van het verhaal gekenmerkt door onnatuurlijke dialogen: ‘‘We beginnen in het weekend. Oh shit, ik moet voetballen.’’ Enigszins aantrekkelijk zijn de, soms wat betweterig overgebrachte, geschiedenisfeiten. Helaas vallen ook deze verhaalelementen in het water door de bijzondere mate van slecht gekozen fantasie en bizarre wendingen: ‘Tot opluchting van de kinderen stelde Bob voor dat hij met een speciaal pak en een gasmasker op het dagboek zou kopiëren.’
Gelukkig lijkt er met het tweede deel van het boek, het deel waarin de lezer terugkeert naar het jaar 1685, een betere weg ingeslagen te worden. Van Olm neemt je mee naar Frankrijk en vertelt het verhaal van Valérie en haar broers. Hij vertelt over de liefdesperikelen van Pierre, aartsvijand van de familie van Valérie. Langzaam wekt hij de legende van Rochebloine tot leven.
Met een veel volwassenere schrijfstijl gaat Van Olm te werk in de delen van De kraaien van Rochebloine die in het verleden spelen. Langere zinnen, moeilijke woorden en meer ‘echt verhaal’ kenmerken deze interessantere stukken. Boeiend daarbij zijn de geschiedeniselementen die Van Olm voorbij laat komen. Zijdelings bespreekt hij de toen heersende strijd tussen de protestanten en de katholieken en vertelt hij over de opvoedingen vol haat: ‘‘Ik ben net zo goed slachtoffer als jij,’ zei hij. ‘Wij zijn allebei opgevoed met haat.’’
Toch blijft De kraaien van Rochebloine kampen met problemen. Van Olm verzaakt op diverse plaatsen in het uitwerken van verhaalelementen, waardoor de verhaallijn oppervlakkig blijft. Bovendien laat hij beide verhalen – het heden en het verhaal in het verleden – plotseling, op zeer bijzondere wijze, bij elkaar komen. Op sommige plaatsen overheersen stilistisch zeer onaantrekkelijke zinnen, ‘Als ze de man met een zwaard te lijf was gegaan, dan had deze niet geschokter gekeken,’ en over het geheel gezien lijkt het verhaal slechts een aaneenschakeling van weliswaar avontuurlijke, maar bovenal zeer ongeloofwaardige gebeurtenissen, waarbij de piek ligt in het verhaal in 2016. Van Olm laat alle spanning wegebben door zelf de open plekken in het verhaal direct in te vullen. De kraaien van Rochebloine is misschien avontuurlijk, maar het kaartje ‘thriller voor young adults’ is écht te veel van het goede. | 0neg
|
Ingrid Mulder (1971) is juriste, oorspronkelijk afkomstig van het Drentse platteland, nu met haar gezin woonachtig in Hoofddorp. Na een aantal jaren voor het Openbaar Ministerie te hebben gewerkt, is ze nu eigenaar van een tekstbureau 'om aan het schrijven te blijven, ook als er zich geen verhaal aandient' en auteur. Schrijven doet ze ook op de laptop maar het liefst nog handmatig, met een echte vulpen. Als kind al schreef ze op die manier verhalen en ze vond het prachtig wanneer ze merkte dat wat zij geschreven had voor anderen ging leven. Schrijfster worden was haar liefste wens, maar die ambitie heeft ze pas later werkelijkheid laten worden met haar debuut De boogschutter (2009). Dode hoek (2016) is haar vierde politieroman. Naast boeken voor volwassenen heeft ze ook een spannend jeugdboek geschreven.
Dode hoek begint met een flashback naar 2009, waar achter een aftands truckerscafé een louche drugsdeal plaatsvindt en later het lijk van de tiener Kylie Duijvekater wordt gevonden. Was zij op het verkeerde moment op de verkeerde plaats? Haar moordenaar wordt nooit gevonden.
Zeven jaar later. Kylie's moeder vertelt plompverloren aan Jason, de tweelingbroer van Kylie: 'Een vriendin van je zus is vermoord'. Dat verbaast Jason, want de nukkige Kylie had geen vrienden. Kort daarna vindt hij in een oud jaarboek een chantagebrief van Kylie aan, ja aan wie? Heeft dit te maken met een ongeluk dat lang geleden is gebeurd en waar Kylie en een paar van haar klasgenoten na afloop van school getuige van waren? Hierbij kwam hun medeleerling Tijl Koning om het leven. Maar wat is het verband, de veroorzaker van dat ongeluk, een dronken chauffeur, zit in de gevangenis. Jason wordt nieuwsgierig en gaat op onderzoek uit.
De hierboven geschetste intro maakt nieuwsgierig, het begin is veelbelovend en de spanning zit er gelijk goed in. In de daarop volgende hoofdstukken komen veel namen en gebeurtenissen voorbij, die van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de plot. In korte hoofdstukken met afwisselende hoofdpersonen, Jason en Karsten Witteveen, de politieman die het onderzoek leidt naar de moord op Ilona, de vriendin van Kylie, kruipen we steeds dichter naar de ontknoping. Jason heeft zijn eigen ideeën over de oplossing van de moord op Ilona, maar daarbij maakt hij zichzelf verdacht en kruist het pad van iemand die gevaarlijker is dan hij verwacht.
Na het veelbelovende begin lukt het de auteur niet om de spanningsboog vast te houden. Ook de perspectiefwisselingen kunnen daaraan niets verhelpen, hoewel hiermee wel de vaart in het verhaal gewaarborgd blijft. Ook de schrijfstijl is prettig, vlot en toegankelijk. Het blijft echter allemaal oppervlakkig en niet echt geloofwaardig hoe Jason de geschiedenisdocent ineens de speurder wordt die op zoek gaat naar de waarheid. De hoofdpersonen worden matig uitgewerkt en de overige personages praktisch helemaal niet. Dat maakt het moeilijk om met ze mee te leven, hoewel met name Jason en Karsten in het verleden toch wel wat voor de kiezen hebben gehad. Wanneer dat verder zou zijn uitgewerkt, had dat meer kleur en diepgang aan het boek kunnen geven.
Met het vaste stramien van de perspectiefwisseling gaat het verder zonder veel poespas richting het einde, waarbij helaas aardig wat losse eindjes blijven hangen. Wat is bijvoorbeeld het verhaal van Mare, de vermoorde vriendin van Karsten? En waar is Lilian Koning, de zus van de verongelukte Tijl, gebleven – niemand die haar kan vinden nadat ze zogenaamd naar het buitenland is verhuisd.
Na het dichtslaan van het boek blijft het gevoel dat Dode hoek met een verdere verdieping van plot en karakters de lezer veel meer had kunnen raken. Nu is het een (te) sober uitgewerkte politieroman met een vleugje spanning en sympathieke maar niet aansprekende hoofdpersonen. Prima leesvermaak maar daarna gauw over op iets pittigers. | 0neg
|
het boek begint veelbelovend, echter vond ik dat het
halverwege wel wat ongeloofwaardig werd, met name de arrestatie van
Daan en wat hierop volgde. Ook het eind vond ik wel erg ver
gezocht en eigenlijk niet meer zo spannend. Ik heb betere boeken
van deze schrijver gelezen. | 0neg
|
Dit was mijn eerste kennismaking met de schrijver Jonas Jonasson, helaas was die niet zo positief. Met momenten heb ik het boek echt wel met plezier gelezen, maar zodra er ook maar een klein beetje politiek in voor kwam was dat snel verdwenen. Dat vond ik hele taaie stukken, heb er dan ook lang over gedaan om het boek uit te lezen. Voor mij had het boek twee gezichten, want de overige stukken vloog ik wel door heen en heb ik regelmatig met een glimlach op m’n gezicht gezeten. Interessant om te zien hoeveel, op dit moment, actuele gebeurtenissen/personen de schrijver in het verhaal heeft verwerkt. Ben dan ook heel benieuwd hoe er over 3 of zelfs over 15 jaar naar dit boek wordt gekeken. Denk dat de actualiteit een kracht van dit boek is, welke natuurlijk relatief snel wegvalt. Of misschien komt het juist daarom op de leeslijst voor scholieren?! Heb regelmatig om Allan moeten lachen, hij had overal een oplossing voor (daarom staat in de titel van mijn recensie niet Allan, want hij sprak me wel aan). Vraag me opeens af of hij geen kind(eren) heeft? Naar mijn idee zijn er behoorlijk wat mensen die het eerste deel leuker vonden, wellicht geef ik dat toch nog een kans. | 0neg
|
Bijna tien jaar deed schrijfster Min Jin Lee (1968) erover na haar debuut Food for Millionaires. Met Pachinko brengt ze een rijke familiegeschiedenis van vier generaties Koreaanse immigranten in Japan. Dankzij haar Koreaanse achtergrond weet ze een geloofwaardig beeld te schetsen van de aanhoudende discriminatie tegen de familie Baek, en met uitbreiding het hele Koreaanse volk. Op atmosfeer zal deze schrijfster geen punten verliezen. Helaas bundelt dit boek zoveel clichés, voorspelbare plotwendingen en overtollige woordbalast dat die schoonheid slechts zelden naar boven komt.
Het verhaal begint met Hoonie, geboren met klompvoet en hazenlip, die dankzij een koppelaarster aan een vrouw uit een lagere sociale klasse komt. Zoals vaker in familiegeschiedenissen zit het geluk van in het begin al tegen: Hoonies vrouw verliest talloze kinderen voor ze Sunja op de wereld zet en de dochter die initieel zoveel vreugde brengt, doet haar familie oneer aan door zich te laten bezwangeren door een getrouwde man.
Het ongeluk dat Sunja te beurt valt, blijkt ook een lopend motief te zijn voor het hele boek. Met de ene tegenslag na de andere, bewijst de schrijfster dat ze de verhaaltheorie (conflict – resolutie) door en door kent. Alleen jammer dat die conflicten vaak extern blijken te zijn. De personages zijn veeleer statisch en als ze al met interne dilemma's geconfronteerd worden, zijn zowel het conflict als de uitkomst voorspelbaar. Zo aarzelt Sunja om geld aan te nemen van de oorspronkelijke vader van haar kind omdat dat haar eergevoel aantast. Uiteindelijk wordt ze door geldtekort hiertoe toch gedwongen.
Dat eer de hele aziatische cultuur doorspekt, weten de meeste westerlingen en de schrijfster gaat zelden verder om de innerlijke wereld van haar personages bloot te leggen. Wel durft ze grotere thema's zoals homoseksualiteit en eenzaamheid aan te kaarten. Ook een thema als discriminatie behandelt ze met veel tact. Al moet gezegd worden dat er weinig positiefs over de Japanners en hun cultuur gezegd wordt, waardoor het verhaal af en toe te zwart-wit overkomt. Daar verandert de beslissing van Solomon, achterkleinzoon van Baek, om niet alle Japanners over dezelfde kam te scheren weinig aan.
Ook lof voor de schrijfster omwille van haar kundige perspectiefwissels, vaak nog in hetzelfde hoofdstuk. Door de vele standpunten krijgen we een beter beeld en gaat het boek minder snel vervelen. Een laatste sterkte waarmee dit boek mag pronken is de aandacht voor universele thema's zoals moederliefde. Door die menselijke toets kunnen lezers van andere culturen zich even gemakkelijk inleven:
Tegenover al die positieve elementen staan echter talloze zwaktes. Een voorbeeld is de vaak storende expositie. Van het show don't tell-principe vinden we in dit boek weinig terug. Daarnaast is de vertaling niet ideaal: bovenop de expositie krijgen we vaak knullige verwoordingen en uitdrukkingen die nog meer de nadruk leggen op de ietwat houterige vertelstijl. Zo gebruikt de vertaler “zonder blikken of blozen”, “ze stond meewarig te kijken” en “hij had heel erg eerlijke ogen”. Ook treffend zijn de eerste zinnen van Sunja aan haar man die net is gefolterd: “Je hebt iets vreselijks doorstaan.” In dergelijke situatie is het zelfs niet nodig dit onder woorden te brengen.
Het taalgebruik herbergt ook te veel clichés: de verteller streeft duidelijk niet naar vernieuwing en ook de personages gedragen zich vaak op een stereotiepe manier, met oppervlakkige gedachten en stuntelige handelingen: “Yanyin sperde haar gerimpelde ogen open en liet de pook uit haar handen vallen.” Daar komt nog eens het wollige taalgebruik bovenop, vooral in dialogen: die komen zelden geloofwaardig over en worden getypeerd door schrijftaal.
Ook op de verhaalopbouw en personages kan kritiek geformuleerd worden: de personages zijn zo eerbaar en goedhartig dat ze bijna oninteressant worden. Frustrerend is ook dat op de echt interessante personages, zoals de Yakuza-baas, amper gefocust wordt, hoewel het natuurlijk wel tot prijzen van de schrijfster leidt omdat ze zich bij deze (soms saaie) familiegeschiedenis houdt.
Kortom, een geloofwaardig verhaal dat wel probeert spanningselementen te incorporeren, maar een weinig vernieuwende schrijfstijl combineert met een af en toe voorspelbaar plot. Wie dit meer dan vijfhonderd pagina's volhoudt, wordt bovendien getrakteerd op een einde dat door de titel wordt verklapt. | 0neg
|
Soms zit het mee en soms zit het tegen.
Ik lees veel waargebeurde verhalen.
Deze heb ik meerdere malen open geslagen en poging tot lezen ondernomen.
Echter leek hij mij veel te langdradig.
Ik kwam er maar niet doorheen.
Dus op den duur heb ik het boek weg gelegd.
Er zijn zoveel mooie boeken.
Zonde om dan teveel tijd te besteden aan een boek wat mij dan niet trekt.
Gelukkig zijn de meningen verdeeld.
Het blijven evengoed vreselijke gebeurtenissen die zeker hun aandacht nodig hebben ! | 0neg
|
Een kind van de MTV-generatie legt De nachtkamer ongetwijfeld na de eerste pagina al terzijde. Ik ben van een andere generatie, maar na mijn 350 pagina's lange worsteling met de mystieke hocus pocus van Peter Straub, betwijfel ik of dat een voordeel is. Alleen het begin al. Ellenlange zinnen van 8 of 9 regels, ondoordringbaar taalgebruik, onzinnige beeldspraak die meer versluiert dan versterkt en een zeer omslachtige manier van vertellen. En dan heb ik het nog alleen over de vorm. Ook op de inhoud valt het een en ander aan te merken, hoewel het basisgegeven origineel en intrigerend is.
In De nachtkamer volgen we, vanuit wisselend perspectief, de levens van Tim Underhill en Willy Patrick. Hij, schrijver van detectives. Zij, schrijfster van kinderboeken. Tim en Willy hebben veel met elkaar gemeen. Beiden hebben zij dierbaren uit hun naaste omgeving verloren (door moord of ernstig ongeval). Een verlies dat zij niet echt hebben kunnen verwerken. Beiden hebben een zwak zenuwgestel en een enorme verbeeldingskracht. Bij stress worden hun geesten het bovennatuurlijke ingetrokken, waarbij de dode geliefden zich in realistische vorm aandienen. Beiden hebben het gevoel hun greep op de werkelijkheid te verliezen en gek te worden. Beiden zijn verstrikt in een gecompliceerd en angstaanjagend heden. Tim Underhill ontvangt lugubere e-mails van dode klasgenoten en van een geheimzinnige bovenaardse macht. Verder wordt hij achtervolgd door een gestoorde fan en door allerlei zinsbegoochelingen. Al met al genoeg om Tim in een permanente staat van achtervolgingswaanzin te dompelen. Hij ziet geesten, engelen en bovennatuurlijke verschijnselen.
Ook Willy is volledig de weg kwijt. Zij staat op het punt te trouwen met de duistere Mitchell Faber die haar dag en nacht laat bewaken en die de erfenis van haar vermoorde echtgenoot Jim Patrick wil inpikken. Als zij het bedrog ontdekt en vlucht, geeft Peter Straub een ingenieuze draai aan het verhaal. Op dat moment blijkt dat Tim Underhill in zijn nieuwste detective exact de situatie van Willy aan het beschrijven is. Zonder dat zij elkaar overigens kennen.
Via de ruwe opzet van Tim's boek krijgen we dan de verdere belevenissen van Willy te lezen. Na verloop van tijd gaan we weer terug naar de realiteit van Willy zelf. Als Tim haar op een bepaald moment ontmoet, kent hij de gevaren die haar te wachten staan en wil hij haar redden.
Peter Straub (een kloon van Stephen King), heeft hier gebruik gemaakt van de boek-in boek-in boek-constructie waarbij de lezer constant op het verkeerde been staat. Tot zover alles prima. Maar De nachtkamer wordt vergiftigd door de constante paranoia, de lange beschrijvingen van Tim's geest die zwerft tussen waan en werkelijkheid, stemmen uit het hiernamaals, geestverschijningen, bovenaardse entiteiten, openbaring van engelen en gedaantes die zich vormen uit kwikdampen. Het is een aaneenschakeling van hallucinaties, van duivels en demonen. Een zoektocht door het labyrint van de geest, op weg naar de uiteindelijke confrontatie met het kwaad en de verlangde verlossing. Niets is wat het lijkt.
Samenvattend: vorm en inhoud zijn: pompeus, bombastisch, wazig en ondoordringbaar. Je krijgt geen seconde om lekker in het verhaal te komen. Aan mij is het niet besteed. Het eerste deel van De nachtkamer wordt ingeleid met de tekst: "Willy is haar verstand weer aan het verliezen/ en Tim ook." Ik zou daar graag aan toe willen voegen: "en Kees ook". | 0neg
|
Het boek speelt zich gedurende een zeer lange periode af op dezelfde plaats. Dankzij het mooie personage van Ruby en de band die ze heeft met haar moeder blijf je als lezer verknocht aan het boek. Tot het einde nadert.. Het plot is enorm voor de hand liggend en saai. Ik heb het gevoel dat ik de tijd die ik in het lezen gestoken heb een beetje heb verspild. Jammer! | 0neg
|
Had meer van het boek verwacht
Hij heeft wel veel zelf medelijden , vind het wel sneu voor hem dat hij zo ongelukkig is
Leest wel makkelijk weg | 0neg
|
Dat Nora Roberts een succesvolle auteur is, kan niet ontkend worden, en het waarom is ook duidelijk: een boek van haar is héérlijk ‘vakantieleesvoer’ omdat ze vlot schrijft en leuke karakters neerzet. Als je Het heetst van de dag echter als ‘thriller’ leest ontbreekt er echter helaas nog het nodige aan.
Hoofdpersoon Phoebe MacNamara is onderhandelaar bij de politie en als het verhaal begint, weet ze op vakkundige wijze een man af te brengen van zijn voornemen om van een dak te springen.
Direct in het eerste hoofdstuk maken wij ook kennis met Duncan Swift, de eigenaar van het café waar de man werkte, en dan is al direct duidelijk dat Duncan helemaal weg is van Phoebe en haar beter wil leren kennen. Phoebe staat hier niet direct voor open omdat ze net een heel slecht huwelijk achter de rug heeft. Nu woont ze redelijk rustig met haar moeder en dochter in een huis dat ooit van haar oude tante was. Haar broer en schoonzus zijn regelmatig bezoekers. Duncan zet echter door en weet langzamerhand het hart van Phoebe enigszins te ontdooien. Wat hun romance bemoeilijkt is het feit dat Phoebe geconfronteerd wordt met iemand die het op haarzelf heeft gemunt. Dat begint als ze dode dieren in haar tuin vindt én als ze op brute wijze wordt aangevallen, nota bene op het politiebureau.
Het romantische gedeelte van dit boek voert de overhand. Hier en daar zien we nog hoe Phoebe haar werk doet, maar de problemen van haarzelf en die van haar familie, plus de ontluikende liefde tussen haar en Duncan, spelen toch duidelijk de hoofdrol.
In haar beschrijvingen van mensen, huizen en gebeurtenissen doet Roberts denken aan Maeve Binchy, en dat is een compliment. Echter, voor een échte thriller wordt er te weinig nadruk gelegd op de spannende gebeurtenissen. Jammer, want op zich zit het plot niet onaardig in elkaar. Bovendien laat Roberts zien dat ze heel goed in staat is om écht spannende scènes te schrijven. Helaas komen die te weinig voor in dit verhaal.
Kortom: stop het boek in je vakantiekoffer of ga er mee op de bank zitten op een regenachtige dag. Als je graag ‘vrouwenthrillers’ leest kan je echter beter een boek van Karen Rose proberen. Hoewel Karen Rose soms ook nét iets te veel romantiek in haar verhalen stopt, zijn haar boeken steviger en spannender. | 0neg
|
Combinatie van stuk historie en fictief verhaal. De gebeurtenissen en personages zijn zo extreem dat ik moeite heb met de geloofwaardigheid. Sommige passages zijn langdradig en vergen veel inspanning om te lezen. Toch wil ik het boek uitlezen en vormt het daarna stof tot nadenken.
Maar nee. Spontaan een ander boek van deze schrijfster gaan lezen zal ik niet zo snel doen. Wat ik wel bijzonder vind is dat de meningen over het boek zeer uiteen lopen. | 0neg
|
Je mag me dan al een oversekst mannelijk zwijn vinden, ik heb zo mijn twijfels over mensen die nooit enige interesse in gezonde vuile manieren betonen. Dat zegt brigadier Stefaan Athenus zelf, en wie ben ik om hem tegen te spreken? Pierreux is in hetzelfde bedje ziek als zoveel van zijn (Vlaamse) collegas: verbied het maken van platvloerse grapjes en de helft van het boek is eraan. Athenus is niet eens het enige karikaturale personage in De dode die met zn tweeën was: er is ook nog de rondborstige retteketet Mariëtte, en inspecteur Daniël Pisters die er tot treurens toe op staat zijn verdronken zesentwintigjarige (!) zoon aan te spreken met Bertie-Bert. Als klap op de vuurpijl is er een volstrekt incompetente politiekorpsoverste Mangels. Dat soort kom je wel meer tegen, maar overdrijven is nergens voor nodig. De enige die nog een beetje sympathiek overkomt is inspecteur Luk Borré, die geconfronteerd wordt met relatieproblemen met call-girl Miranda alias Rena. Hoe dit korps, dit zootje ongeregeld, erin slaagt een verdwijning, een moord én een geval van grafschennis op te lossen, het is me nog steeds een raadsel. Maar ze doen het, en toegegeven, het zit allemaal nog zo slecht niet ineen. | 0neg
|
“Niemand hoort hier meer dan jij”, de vertaling van Miranda July’s debuut “No one belongs here more then you”, is een verhalenbundel over vreemd (weird) gedrag van mensen, die op het eerste gezicht normaal lijken.
In “Het zwemteam” geeft een vrouw zwemles aan een groepje bejaarden, maar omdat er in het dorp geen zwembad is, doet ze dat op de vloer van haar appartement.
“Ik was het soort coach dat aan de kant van het zwembad stond in plaats van erin, maar ik was voortdurend in de weer. Als ik het mag zeggen zonder onbescheiden te zijn, ze hadden mij in plaats van het water.”
In “De wijnvlek” wordt een vrouw die een grote wijnvlek in haar gezicht weg heeft laten laseren beschreven als: “Ze was een erg knappe vrouw die iets erg lelijks miste. “
16 korte verhalen met overwegend korte zinnen, eenvoudig taalgebruik én eigenzinnige interpunctie, zoals het niet gebruiken van aanhalingstekens. July beschrijft, met een portie humor in haar verhalen, gevoelens, ideeën en vreemde situaties, die proberen te choqueren of die ons gedesoriënteerd achterlaten. Dit lukt zeker niet in alle gevallen, enkele verhalen zijn gewoonweg saai. Je moet ervan houden. | 0neg
|
Kopie van mijn recensie van 09.08.2017, gebaseerd op de Engelse versie van het boek.
'Fierce Kingdom' is het vijfde boek van de Amerikaanse auteur Gin Phillips, het eerste dat ook naar het Nederlands vertaald wordt. Debuteren deed de auteur al in 2009 met 'The Well and the Mine', een roman waarmee ze de Barnes & Noble Discovery Award won.
'Een schitterende dag', zoals het boek in het Nederlands zal heten, wordt omschreven als een beklemmende, claustrofobische pageturner over de dunne lijn tussen goed en kwaad en de onverbrekelijke band tussen moeder en kind. Zoiets schept verwachtingen: een verschrikkelijk goed weergegeven sfeer, een rollercoaster van emoties en dat alles omvat door een ontzettend spannend verhaal.
Joan is mama van de vierjarige Lincoln. Zoals zo vaak hebben ze de middag in de dierentuin doorgebracht en reppen ze zich tegen sluitingstijd naar de uitgang. En dan gaat alles mis, er wordt geschoten en de grond ligt vol lijken. Zullen Joan en Lincoln kunnen ontkomen? Zijn zij de enige overlevenden in de dierentuin? En waar blijft die politie?
Helaas, de lezer komt van een koude kermis thuis. Spanning en emotie zijn ver te zoeken, 200 bladzijden lang is het verhaal ronduit saai. De dierentuin waar alles zich afspeelt wordt tot in den treure beschreven, maar eigenlijk heb je daar weinig of niets aan, een plattegrond was handiger geweest. De gedachten van Joan dwalen af naar van alles en nog wat (haar jeugd, haar oom, haar moeder, films,...) en dat haalt compleet de vaart uit het verhaal, net zoals de oeverloze uitweidingen dat doen. Bovendien komt een en ander ongeloofwaardig over. Daarna resten nog een 75 bladzijden die veel beter zijn, maar dan is het kalf al lang verdronken.
Na het dichtslaan van het boek overheerst teleurstelling. Over gemiste kansen, want de insteek voor dit verhaal is goed. Over (te) veel losse eindjes. Nee, als dit het beste is wat Gin Phillips in huis heeft, dan houdt deze lezer het voor bekeken. | 0neg
|
Aan dit boek begon ik enthousiast omdat ik én Rotterdamse ben én van boeken houd die de sfeer uit een bepaalde periode beschrijven.
In 272 bladzijden heeft Astrid haar hele leven op een nogal simpele manier verteld, waardoor je het binnen een dag kan uitlezen.
Ik vond er eerlijk gezegd niet veel aan. | 0neg
|
Soms heb je zo'n boek waar je maar niet doorgeraakt. In het niets was zo'n boek voor mij. Ik vond het hoofdpersonage grijs en voorspelbaar. Het verhaal sleepte ook veel te lang aan en de dader werd ook al (te) snel duidelijk. Enig pluspunt zijn de mooie plaatsbeschrijvingen. Ik denk niet dat ik nog iets van Goddard zal lezen... | 0neg
|
Als gescheiden vrouw overpeinst Maud al zeilend in Griekenland het leven en vooral het leven van haarzelf. Maud heeft een topcarrière achter de rug en kan doen en laten wat ze wil. Ook financieel kan is ze onafhankelijk en hoeft niet om een duizendje of meer of minder na te denken. Maar het leven van een luxe leven is niet alleen rozengeur en maneschijn. Haar gevoelloze huwelijk van 20 jaar is beëindigd en ook haar huidige relatie met haar grote liefde Alex verloopt moeizaam. Op de een of andere manier kan zij hem niet doorgronden en laat Maud nu nét geen zin in hebben in moeizame relaties.
Na haar huwelijk heeft ze namelijk haarzelf eindelijk gevonden, denkt ze. Door haar zeilervaringen in Nederland, Griekenland en later ook in de Carribean begint het idee te ontstaan om ook het roer letterlijk en figuurlijk om te gooien. Wanneer ze tijdens een zeilvakantie in gesprek komt het Jarmund begint het toch wel erg te kriebelen om met hem de wereld rond te gaan en te genieten van de luxe en de vrijheid die het leven haar kan geven.
Leven als Jarmund is een boek dat je gemakkelijk leest wanneer je net zoals Maud op een tropisch oord verblijft. Tijdens het lezen baalde ik namelijk enorm dat ik in ons eigen regenachtige kikkerlandje thuis op de bank zat. Het boek beschrijft het leven van Maud waar vele mensen alleen maar van kunnen dromen. En dat geld niet gelukkig maakt blijkt ook maar weer uit dit verhaal. Maud heeft geld in overvloed, maar kan het geluk in zichzelf niet vinden. Wanneer ze zeilt geniet ze enorm van de vrijheid en de rust; het lijkt het enige moment te zijn waar ze écht gelukkig kan zijn. Het liefst zou ze de wereld rond willen zeilen met haar grote liefde Alex, maar die worstelt helaas met zijn eigen problemen. Problemen waarbij Maud hem niet kan helpen. Ze komt dan ook op het juiste moment met Jarmund in contact.
Lees meer op mijn blog Boekenz via deze link: http://boekenz.nl/2014/12/marianne-zwagerman-leven-als-jarmund/ | 0neg
|
Marcus Holme is een 16 jarige militaire student. Door zijn talent in freerunning is hij gevraagd om deel uit de maken van het Special Abilities Team (SPAT). Dit is een geheim team van jonge spionnen. Als Marcus stiekem de militaire school verlaat, verspeeld hij hiermee ook zijn toelating tot SPAT. Hij moet de rest van het jaar doorbrengen op het Parability Centre (PAC). Een instituut voor leerlingen met een beperking. Hij ziet een half jaar met een 'stelletje kreupelen' totaal niet zitten. Hier ontmoet hij Vicoria Falls.
Het boek miste in mijn ogen diepgang en spanning. Voor mij een kluif van maar 236 pagina's. Helaas zijn de personage's minimaal uitgewerkt waardoor de diepgang ontbreekt.
Het boek is erg uniek en ondanks het volledig gericht is op jongeren, volledig toegankelijk voor alle leeftijden. Kate Kriske weet de bijzondere wereld goed te omschrijven.
Een enorm pluspunt aan dit boek is de boodschap die dit boek met zich meedraagt. Onderschat mensen met een beperking niet! | 0neg
|
Dieptepunt is het thrillerdebuut van Maria Rijk. Op het achterplat van het boek staat een korte, maar opvallende bio: 'Maria Rijk groeide op in Nijverdal en studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TU in Delft. Maria maakte reizen over zes continenten en liep twee marathons. Haar favoriete positie op het hockeyveld is linkshalf en op Twitter is ze actief als @MariaRijk. Ze won de Bergen bloedt-schrijfwedstrijd [
... ].' Wat precies het nut is van al deze informatie wordt nergens duidelijk, het boek gaat noch over reizen, noch over marathonlopen, laat staan over hockeyen
.
Waar Dieptepunt dan wel over gaat? Over Martha, die samen met haar man Willem en hun twee jonge dochters in Utrecht woont. Op een dag wordt Martha met opzet aangereden en vervolgens geslagen door een voor haar onbekende vrouw. De vrouw schreeuwt daarbij Je blijft met je poten van mijn vent af. Martha blijft achter met breuken en kneuzingen, maar is bovenal erg verward. Wat bedoelde die vrouw? Wie is haar vent? Gaat Willem soms vreemd? Martha gaat op onderzoek uit. Alleen, want niemand gelooft haar of wil haar helpen. Zelfs Willem denkt dat ze aan waanideeën lijdt. Wil iemand haar echt dood hebben? Of lijdt ze aan achtervolgingswaanzin en wordt ze echt langzaam gek?
Hoofdpersoon Martha komt behoorlijk labiel over en eigenlijk is het niet duidelijk of zij voor het ongeluk ook al zo was, Dieptepunt begint namelijk zo'n beetje met het ongeluk. Maar het vermoeden dat Martha nooit echt een stabiel persoon is geweest, wordt wel gewekt door de beschrijvingen van haar liefdeloze en keiharde jeugd en de manier waarop ze zelf met haar kinderen omgaat. Martha is niet echt een aansprekende hoofdpersoon, het is moeilijk voor de lezer om met haar mee te leven. Ook Willem spreekt niet echt aan, hij blijft een vlak personage maar hij gedraagt zich wel verdacht. En dan gebeurt het: op een gegeven moment wordt de lezer meegesleept in de gekte en verwarring van Martha. Iedereen is verdacht, wie wil haar dood hebben? Maar het volgende moment is de lezer er weer van overtuigd dat Martha gek wordt en dat er helemaal niemand achter haar aanzit. Dat is best knap van de auteur, al laat zij de lezer wel wat verward achter.
Jammer is dat er veel herhaling in het boek zit, er wordt vaak omschreven hoe de hoofdpersoon zich voelt en allerlei voorwerpen worden steeds met kleur en al beschreven. Dat maakt het verhaal wat langdradig. Ook is het hier en daar onrealistisch. Bijvoorbeeld de tekst op het geboortekaartje van Martha, die wel heel erg hard is: Ons gebed is niet verhoord. God heeft ons een dochter gestuurd. Martha Christina Elias. 12 oktober 1975. En zo zijn er wel meer dingen.
Het beste stuk aan Dieptepunt is het einde, als alles voor de lezer op zijn plaats valt en de verwarring voorbij is. Het is bovendien opvallend dat dit boek geen happy end heeft
. | 0neg
|
Elisabeth Brandner is een zelfstandige vrouw die haar leven op orde lijkt te hebben. Ze is schrijfster en denkt na over een nieuwe misdaadroman in wording. Op een avond trekt ze zich het lot aan van een jong meisje Annabella - dat op straat wordt mishandeld. Ze neemt haar mee naar huis en de jonge vrouw trekt bij haar in. Hierna neemt het leven van Elisabeth een nieuwe wending.
Rozengif is een psychologische thriller. Schrijfster Mirjam Pressler is in Duitsland een gevierd schrijfster van kinderboeken en dit is haar eerste misdaadroman. In het boek worden twee verhalen verteld. Naast het concrete verhaal over schrijfster Elisabeth maakt de lezer ook de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van het misdaadverhaal mee. Het echte leven en het fictieve verhaal grijpen in elkaar. Elisabeth is een zelfstandige vrouw. Keerzijde van zelfstandigheid kan eenzaamheid zijn en het onvermogen je toe te vertrouwen aan een ander. Schrijfster Mirjam Pressler werkt dit thema aardig uit en hoofdpersoon Elisabeth komt goed uit de verf met haar sterke en kwetsbare kanten.
Toch kon dit boek mij niet overtuigen. De belangrijkste reden is dat het nergens echt spannend wordt. De relationele perikelen van de schrijfster en het meisje Annabella boeien bij tijd en wijle, maar al met al kabbelt het verhaal teveel voort. Bepaalde ontwikkelingen in het verhaal vond ik niet helemaal geloofwaardig. Bij het karakter van Elisabeth vind ik het bijvoorbeeld niet passen dat ze toestaat dat haar persoonlijke grenzen zwaar overschreden worden. Voor een misdaadroman: teveel gebrek aan spanning en teveel nadruk op het relationele zonder een echte climax. Voor wie houdt van de uitwerking van het thema moeder-dochter, gemiste kansen en de schaduwzijden van al teveel zelfstandigheid, is dit misschien een aardige roman. | 0neg
|
The Loneliest Girl in the Universe wordt verkocht als een liefdesverhaal voor tieners in de ruimte. De taglijn klinkt dan ook luid en duidelijk “Can you fall in love with someone you’ve never met, never even spoken to – someone who is light years away?” Een foutje van het marketing team achter dit boek? Want dit schept toch wel enigsinds verkeerde verwachtingen en schrikt misschien sommige lezers zelf af. Romantiek is aanwezig in The Loneliest Girl, maar om nu te zeggen dat het een romantisch boek was… Neen, dat gaat een stapje te ver.
Jammer want de blurb trok mij als lezer erg aan, maar kon jammer genoeg de verwachtingen niet inlossen. De grootste boosdoener voor mij was toch wel het oppervlakkige verhaal en vooral de vlakke personages. Iedereen voelt een beetje aan als kartonnen figuren zonder inhoud. De verhaallijn wordt amper uitgewerkt. De personages hebben geen dieptegang. Het hoofdpersonage Romy woont al 11 jaar lang alleen op een ruimteschip en toch gedraagt ze zich als elke andere tiener. Vreemd voor een meisje dat al meer dan een decennia lang geen fysiek contact heeft gehad en geen rechtstreekse gesprekken met iemand heeft gevoerd. Een gemiste kans, want het idee van een tienermeisje alleen in de ruimte zonder enig fysiek contact sprak echt wel tot de verbeelding en had een erg interessant verhaal kunnen opleveren.
De verschillende plottwists in het verhaal waren ook te voorspelbaar om de lezer echt te kunnen blijven boeien. Hoewel het gezegd moet worden dat het verhaal na 200 pagina’s toch wel wat vaart begint te krijgen en de actie scenes dan rond je oren vliegen.
The Loneliest Girl is een jong YA verhaal, zelf eerder aanleunend bij middle grade, maar dat mag voor mij geen excuus zijn om een ondermaats verhaal af te leveren. Het idee achter het boek was goed, maar het had verder uitgewerkt moeten worden. Misschien 100 pagina’s meer erbij, zodat het verhaal en de personages wat meer ruimte kregen om te groeien? | 0neg
|
Tot dusver heb ik het werk van Ed Sanders links laten liggen omdat hij financiële thrillers schrijft, een genre waar ik echt niets mee heb. Zijn nieuweling is een combinatie van de financiële thriller met de legal thriller. Soms zijn er ook raakvlakken met de actiethriller.
In deze driehonderd bladzijden dikke roman zijn grofweg twee verhaallijnen. De eerste verhaallijn begint met de liquidatie van George Winters, een vastgoedhandelaar met banden met het criminele circuit. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat de gladde advocaat Tony Bitter hier meer van weet en daarom wordt er in het diepste geheim een onderzoek gestart. De andere verhaallijn volgt Michail Soeslov, een Rus die betrokken was bij een proces rond een financiële fraude. Hij komt erachter dat een van de rechters indertijd geld betaald is om een oordeel te vellen dat gunstig was voor Matthias Kemp, een handige oliehandelaar én vermeende vriend van Soeslov.
Hoewel er een paar aanknopingspunten zijn tussen deze twee verhaallijnen, kan ik na het lezen van dit boek niet uitleggen wat de samenhang is. Ik verwachtte juist dat beide lijnen samen zouden komen. Dit gebeurt niet. Uiteindelijk blijkt De Zoon Van Sint-Petersburg een open einde te hebben, zodat ik blijf zitten met de losse endjes. Het lijkt alsof Sanders ook geen raad meer wist met de verhaallijnen die hij zelf uitzette. Of heb ik gewoon te weinig affiniteit met dit soort boeken om verbanden te zien?
In elk geval heb ik grote moeite met zo'n beetje de eerste zestig bladzijden. Het verhaal is amper te volgen door de enorme hoeveelheid informatie. Het gaat zowel om nieuwe feiten als gegevens die in flashbacks naar boven komen. Met zijn stijl maakt Ed Sanders het mij ook niet makkelijk. Zijn perspectief is erg wisselend. Binnen sommige scènes verandert het perspectief van waaruit geschreven wordt voortdurend. Soms zijn deze wisselingen zelfs binnen één alinea aan te treffen. Dit betekent dat je continue scherp moet opletten om te ontdekken wat geacht wordt door welke verhaalpersoon. E-mails die aangehaald worden, staan plompverloren in de tekst.
Gelukkig is het niet allemaal gortdroge kost. Ná de zestig bladzijden komt het verhaal best op gang en zijn er spannende actiemomenten. Maar echt goed heb ik het boek niet gevonden. | 0neg
|
Will Robie, voor degenen die niet bekend zijn met het werk van David Baldacci, is een huurmoordenaar in dienst van de Verenigde Staten. Hij is de beste in zijn professie. Op een dag maakt hij door onvoorziene omstandigheden een fout die ervoor zorgt dat hij niet meer goed kan functioneren. Zijn leidinggevende, codenaam Blauwe Man, denkt dat het goed voor Robie is om terug te gaan naar zijn verleden om daar zaken op te lossen. En laat er nou net iets op te lossen zijn in het dorpje in Mississippi waar Robie opgroeide. Zijn vader zit gevangen omdat hij verdacht wordt van moord. Robie besluit om zich daarmee te bemoeien, maar dat houdt in dat hij weer contact met zijn vader moet opnemen die hij twintig jaar geleden voor het laatst heeft gezien toen Robie wegliep van huis. Robie heeft de medewerking van zijn vader nodig om zich met deze zaak bezig te houden, maar daarvoor moet hij eerst het een en ander met zijn vader oplossen.
De schuldigen is het vierde deel in de serie omtrent Will Robie van bestsellerauteur David Baldacci, die meerdere series op zijn naam heeft staan. Dat Will Robie als huurmoordenaar gewoon de good guy speelt, is een leuk gegeven. Maar Baldacci gaat er in De schuldigen iets te gemakkelijk aan voorbij dat hij Amerika als een soort wereldpolitieagent laat bepalen wie er in het buitenland vermoord moet worden.
Baldacci heeft een toegankelijke, om niet te zeggen simpele, manier van schrijven. Die wijze heeft hem tot nu toe geen windeieren gelegd en eerlijk gezegd boeit het verhaal dat Baldacci vertelt wel. Ondanks de platte personages wil je als in een soap wel weten hoe het gaat aflopen. En die afloop, dat is juist waar de schoen enorm wringt in De schuldigen.
De plot van De schuldigen lijkt zich op een meeslepende manier te ontvouwen, maar gaandeweg duiken er gaten in op. Het gaat opvallen dat diverse personages dagenlang niks van zich laten horen, terwijl er geen enkele reden voor hun afwezigheid is (behalve dat Baldacci ze tijdelijk niet nodig had voor de plot).
Misschien heeft Baldacci gedacht dat het voor dit boek nog fantastischer moest dan zijn voorgaande boeken, met een plotwending die niemand ziet aankomen. Maar het resultaat is een teleurstellende over the top-ontknoping die de lezer achterlaat met het gevoel bedrogen te zijn. Grootste dieptepunt is wel dat Will Robie een hele uitleg krijgt over wat er allemaal gebeurd is, voor de schurk hem dreigt te vermoorden. Daar waren de meeste schurken toch al mee opgehouden? | 0neg
|
"De Thrillersensatie uit Zweden" op de cover was voor mij de reden om dit boek te kopen. Wat een teleurstelling. Het verhaal is ontzettend slecht geschreven (dezelfde woorden soms in wel 5 zinnen achterelkaar, van perspectief heeft de schrijfster nog nooit gehoord, terwijl je weet wie de "hij" of "zij" is wordt toch telkens tot vervelens toe de naam genoemd, als in CSI worden zaken die elk normaal mens weet door rechercheurs aan elkaar uitgelegd en er staan gewoon verhaalfouten in, dingen die niet kloppen). Maar misschien is de bouquetreeks in Zweden ook wel een sensatie. De vergelijking met Stieg Larson slaat echt nergens op. | 0neg
|
Ik was op zoek naar iets nieuws ... dit boek leek me wel wat. Maar wat een teleurstelling. Als je in de 'exorsist' gelooft kan dit boek je wel boeien. Voor mij alleszins geen 'crime' in de echte betekenis van het woord, eerder een fantasie met geesten. Moet wel toegeven dat de opbouw van het verhaaltje goed is. Ik zoek wel verder naar nieuwe namen. | 0neg
|
Voordat ik je los laat is een young adult die boeiend is geschreven, maar veel verliest door het gebrek aan geloofwaardigheid. Het geheim van het stadje, waar de hoofdpersonage langzaam achterkomt, is een fenomeen wat weliswaar in afgelegen gebieden kan voorkomen, toch leest het ongeloofwaardig. En dit word naarmate het einde alleen maar versterkt! De climax is daarom teleurstellend.
De hoofdstukken zijn aangenaam kort. Er komen echter ook hoofdstukken voor die geschreven zijn uit een soort ‘film aanzicht’ of een externe personage waarvan we niet weten wie het is. Deze hoofdstukken zijn erg raar omdat de leesstijl niet overeen komen met de rest van het boek. Ze hebben daarom geen toegevoegde waarde.
Positief is dat je wel inzicht krijgt in geestelijke gezondheid als je daar weinig over weet. Het boek leest lekker weg! | 0neg
|
Pjotr, Oorlogswinter, Briefgeheim, Koning van Katoren
Bijna iedereen kent Jan Terlouw wel van zijn kinderboeken die bekroond, verfilmd en in veel landen vertaald werden. Zijn dochter Sanne Terlouw trad in zijn voetsporen en schreef diverse kinder- en educatieve boeken. Een paar jaar geleden (in 2006) besloten ze samen boeken voor volwassenen te gaan schrijven. Na De charmeur, Venijn, De apotheker en De blauwe tweeling is De vuurtoren de vijfde thriller van vader en dochter Terlouw.
Net als in de vorige boeken spelen in De vuurtoren vader Job en dochter Leonie als speurdersduo Reders & Reders de hoofdrol. Leonie ontmoet de lieve, roodharige Lars en raakt tot over haar oren verliefd op hem. Ze trouwen en al snel raakt Leonie in verwachting. Wanneer Lars voor zijn werk naar Amerika moet en Leonie niet meekan omdat ze al in haar zevende maand is, gebeurt er iets onverklaarbaars: Lars verdwijnt spoorloos. Cold feet? Leonie gelooft het niet en gaat samen met haar vader op onderzoek uit. Als ze eindelijk het gevoel hebben dat ze dichterbij komen, krijgt Leonie een getypte brief met slechts 1 regel: Hou op met zoeken. Als jullie me vinden, brengen ze me om. Lars. Maar waarom vragen Lars ontvoerders geen losgeld? Leeft hij echt nog wel?
In het begin van het boek ligt het verteltempo erg hoog, in 24 bladzijden worden een aantal maanden beschreven. Leonie ontmoet Lars, wordt verliefd, trouwt met hem, raakt zwanger en verhuist vervolgens samen met hem naar Amerika. Daarna zakt het verteltempo behoorlijk en beschrijven de volgende 264 bladzijden slechts één maand. Dit is erg vreemd voor de lezer, doordat de tijd in het begin zo snel gaat, komt hij niet lekker in het boek. Vervolgens is het weer een beetje te langdradig. Bovendien is het taalgebruik kneuterig, het lijkt meer voor kinderen geschreven en de lezer moet er erg aan wennen. Naarmate het verhaal vordert, wordt het wel steeds spannender en gaat de lezer minder op het taalgebruik letten, en meer meeleven met Leonie. Want dat is echt een pluspunt van De vuurtoren: de personages zijn echte mensen die gaan leven, ze worden op subtiele wijze prachtig omschreven.
De vuurtoren is al met al een aardig boek, het verhaal is niet heel bijzonder en niet superspannend, maar de levendige personages maken een hoop goed. Dit boek kan goed afzonderlijk van de andere Reders & Reders-boeken gelezen worden, maar om echt in het verhaal te komen is het waarschijnlijk leuker om ze allemaal te lezen. | 0neg
|
Jaren geleden dit boek al proberen te lezen: na de eerste bladzijden verslapte mijn aandacht al en toch doorgelezen om het "meesterwerk" te beleven, hetgeen niet gebeurde. Schrijver schiep de verwachtingen toen wel: tikje geheimzinnig lachend in de pers. Ik kwam nogal wat reviews elders tegen van mensen die er weinig in zagen, net als ik. De verhaallijnen vond ik saai en bombastisch en het hele boek dacht ik: waar gaat het naar toe? wat is de toegevoegde waarde hiervan?
Zijn columns in de Volkskrant lees ik ook vaak niet of slechts een beetje: ook geen kraak of smaak aan. Hij speelt nu weer met verve de rol van de gekwelde schrijver, bij het vervolg.Gaap! bij de volgende hype! | 0neg
|
Tijdens het lezen leek het wel of ik heel de tijd aan het wachten was. Ik wachtte tot er iets speciaals of spannends ging gebeuren. Maar dit kwam niet, nu ja er gebeurde wel spannende dingen, maar het leek helemaal niet zo. Er werd geen spanning opgebouwd. Dat vind ik wel spijtig want zo werd je niet meegesleurd in het verhaal. Toen het boek uit was leek het of ik helemaal niets had gelezen. Ik had niet het gevoel dat ik wilde weten wat er gebeurde. Het was een soort rare leegte. Het verbaasde me wel want normaal gesproken vind ik de boeken van Lauren Kate heel goed. Nog steeds snap ik niet echt wat ik juist gelezen heb en heb ik er een raar gevoel aan over gehouden. | 0neg
|
Het is lang geleden dat ik zo veel moeite moest doen om goed in het verhaal van een boek te komen. En zo veel moeite ook om het uit te lezen. Antiquair Artur Aiguader wordt vermoord en zijn adoptiezoon, schrijver Enrique Alonso, gaat op eigen houtje aan de slag om de moordenaar te vinden. Alles draait hierbij om een geheimzinnig, antiek manuscript. Het begin van De antiquair verloopt stroef en traag met veel lange, ingewikkelde zinnen en een overdaad aan details. Langzame beschrijvingen en trage reacties. Het past wel bij de Spaanse mentaliteit, dus wellicht heeft het daar ook mee te maken. Voor mij past het niet goed bij een thriller, daar moet je doorheen glijden. Waar het Dan Brown wel regelmatig lukt om een geslaagde combinatie van historie en spanning te maken, is het Sánchez wat mij betreft niet geheel gelukt. Een historische roman over Barcelona lijkt mij op zich zeer boeiend, de stad heeft genoeg te melden. Maar in dit boek gaan al die feiten ten koste van de spanningsboog. Er is veel aandacht besteed aan de details rondom de stad en de historie, waardoor het verhaal rondom de moord wat naar de achtergrond verdwenen is, lijkt het. De ontknoping zie je al van verre aankomen, het duurt alleen wel heel lang voor je er bent. Toch is het geen echt slecht boek. De plot is leuk bedacht, de setting is prachtig. Sánchez kan goed schrijven, maar voor een thriller is het té mooi en hij is niet consequent. Het leest vaak niet vlot door, om dan plotseling wel vaart te krijgen die vervolgens net zo snel weer verdwijnt. Sommige karakters zijn mooi en geloofwaardig, andere wat minder en hun onderlinge relaties zijn levensecht. De losse ingrediënten zijn er wel, maar het totaalplaatje klopt niet. Er is een volgend boek van zijn hand. Misschien is die beter? Ik wil het er wel op wagen. | 0neg
|
Het schrijversduo Lars Kepler is bekend om zijn spannende boeken met Joona Linna in de hoofdrol.
Dit boek is helemaal anders, dus wie Joona Linna verwacht is eraan voor de moeite.
Jasmine Anderson is militaire, geraakt zwaar gewond tijdens een missie in Kosovo, heeft gedurende een minuut een hartstilstand. Tijdens die minuut bevond ze zich in een Chinese stad, heel schimmig en vreemd allemaal, een havenstad. Met schepen waarop de echte doden vervoerd worden en een soort van transit station voor de mensen in coma of klinisch doden, die dus nog terug kunnen gaan. Het is niet veilig in die havenstad, er lopen bendes die het recht om terug te keren afkopen of gewoon afpakken.
Nadat Jasmine het leger verlaat, krijgt ze een zoon, Dante. Haar bijna dood ervaring speelt haar parten, de buitenwereld vindt haar psychotisch, verward, iemand die waanbeelden heeft.
Wanneer ze met haar moeder op weg is naar een rechtzaak over het hoederecht van Dante, krijgt ze een auto-ongeluk. Haar moeder overlijdt, haar zoontje wordt zwaargewond en zelf heeft ze weer een hartstilstand, maar ze overleeft het weer.
Om haar zoontje te kunnen behandelen, moet zijn hart stilgezet worden. Jasmine is zo bang dat haar zoontje de weg kwijt geraakt in die Chinese havenstad, dat ze wil dat haar hart ook weer stilgezet wordt.
Jasmine is een egoïstisch en onsympathiek personage. Om het leven van haar zoon te redden moeten meerdere anderen hun leven laten. Waarom moet haar zoon meer kansen kijgen dan een ander? Waarom zou hij verder mogen leven?
Nee, dit is geen goed boek wegens te schimmig en een onsympathiek personage. Naar verluidt maakt dit boek deel uit van een trilogie, de rest zal ik niet lezen. | 0neg
|
Jack Reacher heeft als seriepersonage nog niet het bewezen uithoudingsvermogen van Bob Evers, Kapitein Rob of de Schippers van de Kameleon, maar op de drempel van zijn derde decennium en met (dit boek meegerekend) eenentwintig met goed gevolg en commercieel succesvol doorlopen avonturen, staat de formule welhaast onwrikbaar vast: zijns ondanks belandt Reacher in een situatie die niet pluis is en vervolgens is het knokken geblazen. In ‘Onder de radar’ is de plek waar en het moment waarop zaken niet pluis zijn, Hamburg 1996. Om eerlijk te zijn was dit niet waar ik hoopte dat Reacher zou zijn. Zijn laatste avontuur ‘Daag me uit’, was namelijk ongewoon gruwelijk en urgent en leek daarmee een nieuw elan en een zekere gelaagdheid te brengen in een reeks waar de sleet al stevig op zat. Als om te voorkomen (zo lijkt het bijna) dat zijn lezers te enthousiast zouden raken over deze soort van comeback, verkwanselt Child het momentum dat hij had opgebouwd en duikt weer het verleden van zijn held in. Het kon erger natuurlijk, voor hetzelfde geld ben je weer aan het hatereaden hoe Reacher zich in volkomen lege actiescenes een weg knokt door Nebraska of Wisconsin, maar voor de rest is er niets om opgetogen over te raken.
Heel even lijkt Child een nieuwe dimensie aan zijn held te willen toevoegen, als hij in den beginne Reacher, op last van diens superieuren, onderdeel laat uitmaken van een schimmige, multidisciplinaire elite-eenheid, maar binnen de kortste keren laat Reacher zijn bordkartonnen medepersonages achter, reist af naar Hamburg en neemt het voorspelbare knokken en neuken weer een aanvang. Omdat je weet dat Reacher (als de adolescentenfantasie die hij nu eenmaal is) niet anders kan dan ieder vuist- of vuurgevecht winnen en ook altijd het meisje zal krijgen, is het enige wat tot doorlezen noopt het waarom van het al. Dit heeft tot gevolg dat als rond pagina 300 de McGuffin eenmaal onthuld wordt (waarbij Child naar mijn smaak vals speelt, omdat het (via allerlei Dr. Strangelove-achtige hocuspocus) toch iets blijkt te zijn wat het eerder beslist niet kon zijn) de spanning sneller uit de vertelling wegloopt dan water uit de Maas nadat een schipper in de mist een stuw heeft geramd (over een paar maanden snapt niemand deze verwijzing meer). Er is dan nog wat gedoe met een groepje onduidelijke neonazi’s maar dat is voornamelijk potsierlijk omdat die, net als in een ouderwetse Edgar Wallace driestuiverroman, overal handlangers lijken te hebben (het gevoel bekruipt je dat als er anno 1996 nog liftbediendes en telegraafkantoren waren geweest, Lee Child zich er nog gemakkelijker vanaf had kunnen maken). Aan het einde voltrekt Reacher dan nog een volstrekt bizarre standrechtelijke executie. Wat in bijvoorbeeld ‘Daag me uit’ gerechtvaardigd en emotioneel logisch en bevredigend leek, voelt hier als misplaatste, fascistoïde mannetjesputterij.
Het is een mooie reeks geweest, maar voor mij stopt hij hier, na 21 delen. Reacher wist mij eerder al te vervelen, maar met dit avontuur is hij mij daadwerkelijk gaan tegenstaan en die combinatie is voor iets wat escapistisch vermaak zou moeten zijn, een doodzonde. | 0neg
|
Tjonge, die lui van de uitgeverij beginnen door hun inspiratie heen te zitten als ze gewoon Prooi op de kaft zetten. Sandford van zijn kant blijft grossieren in varianten op adjectief + 'Prey'. Deze keer is het Mortal Prey. Wat mij betreft had er net zo goed Filler Prey kunnen staan, of Boring Prey, want zowat een kwart van het boek is bladvulling. Neem het feit dat Clara Rinker een kind verwacht van een Mexicaanse drugsbaron en vervolgens neergeknald wordt. Je zou als argeloze lezer toch wel verwachten dat die Mexicaanse setting iets van doen heeft met het verhaal, non? In het bijzonder omdat Sandford zowat zes hoofdstukken verspilt in het beschrijven van Davenports trip naar Cancun. Maar nee hoor, allemaal bijzaak. Geen enkel van de alginder beschreven personages maakt opnieuw zijn opwachting, alsof Sandford halverwege van gedachten veranderde welk boek hij wilde schrijven. Niettemin is dit weer een van de betere afleveringen in de schier eindeloze reeks geworden, maar ik vrees dat je daarmee weinig kan rechtvaardigen. | 0neg
|
Not my cup of tea. Ik kreeg het boek niet uit, zo slecht vond ik het. Geen wat als gevoel, met die hoop begon ik aan het boek, maar goedkope suspense die werkelijk nergens spannend wordt of je aan het denken zet. Ook de logica was nogal eens ver te zoeken. Na ettelijke keren: 'Hè, wat?' om weer terug bladeren, heb ik het opzij gelegd. | 0neg
|
In de korte samenvatting staat dat de situaties en personages in dit boek voor iedereen die op een kantoor werkt of er ooit gewerkt heeft herkenbaar zijn. Het verhaal wordt beschreven vanuit het oogpunt van Eva, die wel een zeer negatieve en sarcastische kijk op mensen en het leven heeft. Er wordt zeer uitgebreid geschreven over de uiterlijke kenmerken van de personages in het verhaal en dit steeds met een negatieve insteek. Geen enkel persoon voldoet volledig aan de eisen van Eva; niet op persoonlijk niveau en al helemaal niet wat het uiterlijk van iemand betreft. Het enige positieve voor mij persoonlijk aan dit boek is dat ik mij helemaal niet herken in de personen die in het verhaal ten tonele verschijnen. | 0neg
|
Crista von Bernuth is volgens "Der Spiegel" de Duitse Henning Mankell, wel, daar heb ik toch weinig van gemerkt: geen meeslepende personages, geen intrigerende beschrijvingen en ook geen echte maatschappelijke ondertoon. Ik heb me echt door dit boek moeten slepen. Het komt traag op gang, het taalgebruik vond ik nogal stroef (maar dat kan natuurlijk ook aan de vertaling liggen) en ook het verhaal zelf boeide me niet echt. Daarvoor was er ook te weinig spanning doorheen het boek. Je weet niet goed wat er gebeurd is en wie de dader zou zijn (hetgeen normaal is in een thriller), maar doorheen het boek was er voor mij vooral veel onwetenheid en worden diverse verdachten zonder meer naar voor geschoven, het onderzoek levert doorheen het boek amper iets op (dus geen hints, geen tips) en slechts op het eind krijgen we vaart, maar daartussen wordt er totaal geen spanning opgebouwd. Nee, ik vrees dat ik snel ga vergeten dat ik dit boek gelezen heb. | 0neg
|
Zelden zo'n slecht geschreven oninteressant boek gelezen. Door de volledige afwezigheid van enige spanning heb ik het boek na 124 bladzijden weggelegd. | 0neg
|
Eigenlijk was ik niet zo kapot van het verhaal. Het was voorspelbaar, maar hij heeft wel een vehaal kunnen vertellen in 92 blz. Dat is wel heel erg knap! Meestal ben ik niet zo'n fan van de gratis boekjes die je in de maand van het spannende boek krijgt. Waarschijnlijk zijn ze daar gewoon te kort voor. | 0neg
|
Met enthousiast wervend taalgebruik en schijnbaar soepele taalspelletjes alleen maak je van een roman nog geen volwaardig literair werk. Verwijzingen naar Montaigne zijn ongeïnspireerd verweven in een oppervlakkige beschouwing over het schrijverschap versus de receptie van geproduceerd werk. Het is de soort karikatuur van postmoderne werken waar Nederlandse schrijvers wel eens vaker faliekant mee de mist in gaan (Leon de Winter, ik kijk naar jou!). | 0neg
|
weinig spanning,Robin Cook staat bekend om zijn medische thrillers, waarin behalve een flinke portie medische kennis ook altijd de strijd tegen onrechtvaardigheid centraal staat. Dat hij echter met een totaal ander soort boek debuteerde, bewijst Intern.
Eens in de zoveel tijd verschijnt er een herdruk van oudere titels van de nestor van de medische thrillers. Dit keer was het de beurt aan zijn debuut uit 1972. Het lijkt wel of het binnenwerk van het boek nog exact hetzelfde is als toen: een klein en ouderwets lettertje op overvolle paginas.
Op zich niet zon probleem, maar het feit dat Intern amper een plot kent (iets dat Cook in latere boeken meer dan goedmaakt), is wel problematisch. Het verhaal draait om Peters, een jonge student zonder voornaam, die zijn studie moet afsluiten met een jaar co-schappen. Hij gaat daarvoor naar Hawaï, waar hij meedraait op alle afdelingen van een klein ziekenhuis.
We maken kennis met Peters op de vijftiende dag van zijn aanstelling. Vanaf dat moment word je overspoeld met een minutieus verslag van Peters activiteiten. De patiënten die hij ziet, de artsen waar hij de rotklussen voor opknapt, zijn twijfels, zijn beslissingen en zijn fouten. Die laatste zijn er genoeg, want een coassistent staat onder continue hoogspanning.
Dat had kunnen leiden tot een heel spannend verhaal. Helaas blijft het bij de opsomming van alles wat Peters overspoelt. Aan het eind is er niets wezenlijks gebeurd; Peters co-schap zit er op en de volgende nietsvermoedende student staat klaar om het stokje van hem over te nemen. Voeg daaraan toe dat er flink met onmogelijke medische termen wordt gegooid en dat het geheel toch wat gedateerd voelt, en het is duidelijk: Cooks eersteling kun je beter laten liggen. | 0neg
|
Eigenlijk hoeft er niet zo heel erg veel over Loes den Hollander gezegd te worden. Ze behoort tot een van de bekendste en meest succesvolle Nederlandse thrillerauteurs en kan beschouwd worden als de 'godmother' van dit genre. Het schrijven heeft altijd al in haar gezeten, want op haar achtste begon Den Hollander met korte gedichtjes. Dat mondde uit in columns en korte verhalen. In 2001 dacht ze er serieus over om van het schrijven haar beroep te maken. Het duurde nog tot 2006 voor haar debuut, Vrijdag, uitgegeven werd. Inmiddels heeft ze een uitgebreid oeuvre waarvan Zwanenzang haar tweede boek is.
Op de middelbare school besluiten de vier schoolvriendinnen, Sylvie, Doortje, Vicky en Janna, een groepje op te richten dat de naam De Zwanen krijgt. Deze zwanen voeren een waar schrikbewind en één klasgenoot moet het vooral ontgelden. De vier vriendinnen hebben afgesproken nooit met anderen over hun daden te spreken. Hoewel ze die periode stuk voor stuk willen vergeten en er ook niet aan herinnerd willen worden, worden de vier er twintig jaar later onafhankelijk van elkaar toch mee geconfronteerd. Omdat ze worden bedreigd en er slachtoffers vallen, komt het stilzwijgen in het geding. Het dilemma is of ze over die zwarte periode moeten spreken of het toch nog voor zichzelf gaan houden.
Het boek bestaat in feite uit vier delen en daardoor ook uit vier verhalen. In ieder afzonderlijk verhaal is een van de toenmalige vriendinnen het belangrijkste personage. De verhalen zijn op zichzelf staand waarin vanuit het perspectief van ieder van de vier hun huidige, maar ook hun middelbareschooltijd wordt verteld. De overlapping van de vier verhalen is dat ze elkaar gekend hebben, dat ze het groepje hebben opgericht en dat ze daarvoor afgerekend lijken te worden.
Een voordeel van de gemaakte keuze is dat de vier belangrijkste personages goed uitgewerkt kunnen worden. Dat is op zich aardig uit de verf gekomen, maar het had vele malen beter gekund. Nu is het allemaal nog wat oppervlakkig gebleven. Helaas komen de vier verhalen, ondanks de enkele variatie, ook enigszins op hetzelfde neer. Ieder van de vrouwen heeft bijvoorbeeld een moeizame relatie met hun moeder en bovendien hebben ze een nogal apart karakter. Dat laatste is in principe niet erg, juist wel goed, maar in dit geval is het regelmatig irritant.
De spanning in Zwanenzang is minimaal, hoewel er wel mogelijkheden zouden zijn geweest het spannend te maken. Verder heeft het te weinig verrassingen om er een echt boeiend verhaal van te maken. De prettige schrijfstijl van Loes den Hollander ten spijt. Ook is het regelmatig te voorspellend. De ontknoping kan enigszins verrassend worden genoemd, maar toch was ook die min of meer te voorzien.
Het overkoepelende thema in de vier verhalen is pesten. Den Hollander toont met dit boek aan dit voor het slachtoffer grote gevolgen kan hebben. Door haar achtergrond weet de schrijfster waarschijnlijk voldoende van dit onderwerp af om die gevolgen aan haar lezerspubliek duidelijk te maken. Ondanks het toch wel verder matige verhaal is dat haar in ieder geval wel goed gelukt. Dit alles is niet voldoende om van Zwanenzang, een titel die overigens mooi gekozen is, een goed boek te maken. Het is een lelijk eendje en dat is jammer, want Den Hollander kan vele malen beter. | 0neg
|
Nicci French en Camilla Läckberg.
Heel bekende namen in de thrillerwereld.
En toch had ik nog nooit iets van hen gelezen.
Dit boekje leek mij een mooie eerste kennismaking.
Spannende blind dates om hun schrijfstijl te ontdekken.
Blijft het daarbij of volgen er nog meer (lees)afspraakjes?
Lees even verder en je komt het hieronder te weten .
Ze hebben ieder drie kortverhalen geschreven.
Per verhaal heb ik mijn punten gegeven.
En een korte toelichting daarbij.
In order of appearance:
Het laatste avondmaal (Nicci French) - 0*
Héél voorspelbaar plot, slecht uitgewerkte personages, van de hak op de tak geschreven en in het geheel een onaangename schrijfstijl.
De droom over Elisabeth (Camilla Läckberg) - 4*
Plot begint heel voorspelbaar, maar kent nadien toch een mooie twist. Zeer aangename schrijfstijl. Zelfs wanneer het verhaal voorspelbaar lijkt, lees je hierdoor toch vlot verder.
De vrienden van Matty (Nicci French) - 1*
Qua plot iets beter dan het voorgaande verhaal van dit schrijversduo, maar toch niet overtuigend genoeg. Te veel losse eindjes en alweer een schrijfstijl die mij niet echt ligt.
De lunchroom van de weduwen (Camilla Läckberg) - 4*
Hoewel ik op basis van de titel onmiddellijk een vermoeden had over het plot en ik dus niet echt verrast werd, vond ik dit verhaaltje toch mooi uitgewerkt. Het heden wordt afgewisseld met flash backs waardoor de drijfveren van de personages goed worden toegelicht.
Midden in de winternacht (Nicci French) - 0*
Alweer heel voorspelbaar en ongeloofwaardig plot met losse eindjes. Geen goede karakteromschrijvingen, waardoor je absoluut geen voeling krijgt met de personages.
Een echte rotdag (Camilla Läckberg) - 3*
Geen groots plot en behoorlijk voorspelbaar, maar doordat de schrijfster de personages voldoende kadert, blijf je wel wat benieuwd naar wat zal volgen. Om beurten wordt vanuit het standpunt van een van beide hoofdpersonages geschreven. Dit zorgt voor afwisseling.
Conclusie?
Hoewel ik vaak heel veel positiefs hoor over Nicci French, weet dit schrijversduo mij absoluut niet te bekoren. Een mager plot, karakters die niet uitgediept worden en een schrijfstijl die doet denken aan een onervaren, beginnende schrijver. Mocht ik deze verhalen gelezen hebben zonder te weten wie de auteurs waren, dan zou niets mij doen vermoeden dat deze stukken geschreven werden door succesvolle schrijvers.
Het boekje wordt naar mijn gevoel dan ook geheel gedragen door de verhalen van Camilla Läckberg.
Haar schrijfstijl, karakterbeschrijvingen en plotuitwerking bevallen mij erg goed.
Er komen dus zeker nog leesafspraakjes met haar vele boeken.
To be continued… | 0neg
|
'Dat Hans van Paessen zou vermoord worden, stond in de sterren geschreven. Maar door wie?' Zo staat te lezen op de achterflap van De kleine revolver van Aster Berkhof. Wanneer we zo ver zijn in het boek, resten nog welgeteld negen bladzijden. Om maar te zeggen dat je dit boek niet moet lezen voor de bloedstollende spanning. Het verhaal is op zich niet onaardig, zij het een tikkeltje gedateerd.
Hans van Paessen is een bekende filosoof, die besluit in de politiek te gaan. Wanneer hij onderdak vindt bij een klein protestpartijtje, en zijn programmapunten bekend maakt, gaat er een schok door Vlaanderen. Nochtans staat Van Paessen voor niet meer dan 'een tik op de schouder' van autodieven of politici die 'konkelen ten voordele van kinderverkrachters'. Er wordt heden ten dage helaas heel wat meer tekeer gegaan. Bovendien schrijft Berkhof zoals hij dat wellicht altijd gedaan heeft, al negentig boeken lang. Met dialogen die geen mens ooit over de lippen krijgt. Niemand noemt zijn/haar lief 'mijn zachtmoedige dichter' of 'mijn allerliefste meisje'. Of toch niet in volle ernst. Als je dit boek kan lezen alsof het twintig jaar oud is, vormt het politieke gekonkelfoes vast wel boeiende lectuur. Maar vernieuwend is anders. | 0neg
|
Het spijt mij, maar ik kon moeilijk in het hobbelige verhaal komen van Sonja en na 40 blz. heb ik het weggelegd. | 0neg
|
Het christendom is al ruim tweeduizend jaar lang een vruchtbare bodem voor legendes, die op hun beurt weer garant hebben gestaan voor duizenden literaire werken. Op wetenschappelijke leest geschoeid, of juist niet. Hoogtepunten, of juist niet.
"Bloedlink" is een roman van het schrijversduo Marianne en Theo Hoogstraaten, gebaseerd op de legende van de Santo Volto, de doek waarin het gelaat van Christus op miraculeuze wijze ingeprent is. Twee verhaallijnen lopen door elkaar heen. In het ene wordt uit de doeken gedaan hoe het relikwie in 1206 in het Italiaanse Manoppello is terecht gekomen. Paralel hieraan nemen de Hoogstraatens ons mee naar het bijna heden, 2015, als twee Amsterdamse meisjes op vakantie in Manoppello ontvoerd worden, de zweetdoek van Veronica uit de plaatselijke basiliek gestolen wordt, andere meisjes verdwijnen en vermoord op de trappen van diezelfde basiliek terug gevonden worden.
Er gebeurt veel in 300 pagina's, heel veel. Maar kwantiteit en kwaliteit zijn twee verschillende begrippen.
Na het lezen van "Bloedlink" krijgt de titel mijn hoogste waardering. Je verlegt de klemtoon en hebt een hele andere betekenis van het woord, die echter even naadloos bij het verhaal aansluit als de eerste.
Een legende als de Santo Volto is een ideale kapstok om een schrijversjas aan op te hangen. Als je je dan, zoals Hoogstraaten en Hoogstraaten hebben gedaan, heel goed hebt gedocumenteerd dan ben je al een heel eind.
Maar helaas houdt het hier op. Het verhaal in het verleden, waarin Madeleine aan de heksendood ontsnapt en moet vluchten, wordt een lange saaie opsomming van feiten. Haar reis schreeuwt tevergeefs om geur, om kleur. Als schrijver moet je waarheden en feiten geweld aan durven te doen om je verhaal pakkend te maken. Alleen op die manier wordt fantasie iets reëels voor een lezer. Die magische drempel werd nooit overschreden.
Via de Ommegang van Amsterdam wordt een vrij geforceerde link gelegd naar de hoofdrolspeelsters en de gebeurtenissen die in 2015 spelen, Emilia de Vries die op zoek is naar haar zus Julia, die samen met vriendin Vicky in de buurt van Manopello is ontvoerd.
Emilia flirt rustig met een Italiaanse politieagent en een al even Italiaanse privé detective, terwijl vader het allemaal vanaf de zijlijn aanziet en af en toe bijspringt dat het allemaal wel goed komt. Het doet allemaal heel kunstmatig en onnatuurlijk aan. Ook hier ontbreken kleuren en geuren. Google en Streetview bieden veel, maar geen spirit en bezieling. Die moet je er als schrijvers zelf in leggen, en daar zijn Marianne en Theo Hoogstraten niet in geslaagd.
Jammer, de goeie opzet van het boek verdiende een betere uitvoering. | 0neg
|
Ik las net een kop van de bijlage "vrouw" van de Telegraaf van vandaag nl:
"Mijn man is verslaafd aan vreemdgaan". Ik moest gelijk denken aan dit boek van Jeroen Guliker wat ik van de week heb uitgelezen.
Dat zijn vrouw bij hem blijft kan ik nl echt niet begrijpen. Het boek is deels autobiografisch maar als dit maar voor 50 procent echt is dan snap ik nog niet dat je bij zo'n vent blijft.
Ik weet dat je dit boek met een knipoog moet lezen en ik vind Jeroen ook een goede en vlotte schrijfstijl hebben. Maar op een bepaald moment had ik wel een beetje genoeg van de dubbelzinnige poep en sexgrapjes.
De enige keer dat ik hardop moest lachen was een droge opmerking van Mick (de hoofdpersoon) toen hij op het politieburo zat om zijn vriend op te halen en deze keer had de humor niets met sex te maken.
Ik had ook meer verwacht van het thriller element(je) in het boek.
Mijn vriendin Diana raadde me ook al aan om eerst een paar wijntjes te nemen voordat ik aan dit boek begon. Sorry Diaan ik heb dit niet gedaan en had duidelijk beter naar je moeten luisteren.
Verder vond ik het aardig om te lezen maar ik denk wel dat je het met een grotere knipoog moet lezen dan ik heb gedaan. | 0neg
|
Verhalenbundel
In de verhalen van Caroline van Keeken voelen de hoofdpersonen zich gevangen. Thuis, in hun relatie, op hun werk. Ze fantaseren of experimenteren om eraan te ontsnappen. Sommige verhalen zijn pijnlijk herkenbaar.
In alledaagse situaties proberen de mensen zich staande te houden door middel van rolspelen, fantasiën en experimenten zodat hun leven wat meer kleur heeft en niet meer zo alledaags aanvoelt. Sommigen gaan daar wel heel erg ver in zodat hetgene wat ze doen uitdraait op een drama. Anderen kunnen het goed verborgen houden en gaan door met hun alledaagse leven.
Caroline van Keeken probeert in haar verhalen de mensen uit hun dagelijkse sleur te halen. Op de cover zie ik dan ook een Alice in Wonderland afgebeeld. Dit vind ik wel bij het boek passen. In ieder verhaal vindt het hoofdpersonage zijn of haar eigen "konijnenhol". Ook de titel vind ik passend. Na ieder verhaal kun je voor jezelf denken "zo worden wij niet". Dat gebeurd ons niet, niet bij ons.
De schrijfstijl van Caroline staat me wel aan. Ze schrijft korte, krachtige zinnen die wel passen bij de korte verhalen waardoor het prettig leest. Omdat de verhalen zo kort zijn heb ik wel moeite gehad met het meteen doorlezen met het volgende verhaal. Soms vloeide de twee verhalen ineen. Dat was wel wat verwarrend.
Vervelend voelende verhalen met te weinig diepgang.
De gevoelige onderwerpen in de verhalen hebben niet genoeg diepgang en de verhalen zijn te kort om de personen genoeg te leren kennen om mee te kunnen leven met hun problemen. Ondanks de serieuze onderwerpen had ik toch graag meer humor in de verhalen gezien. Dat had het lezen ervan veel aangenamer en makkelijker gemaakt. | 0neg
|
Het toch nog voor elkaar gekregen om het boek uit te lezen. Telkens weer legde ik het weg en twijfelde ik of ik nog verder wilde lezen. Vanuit verschillende personages en in een toen en nu EN een aantekenboekje geschreven. Ik raakte er volledig in verdwaald en ik had het gevoel steeds weer in herhalingen te vallen.
En ik vond de plot helemaal niet leuk. Ik ben niet snel negatief over boeken, maar deze vond ik niet zo bijzonder. | 0neg
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.